Hieronder lees je meer over het onderdeel Boksen.
Van alle sporten is boksen fysiek een van de meest veeleisende. Het vereist een mix van kracht en lichtvoetigheid gecombineerd met een uitstekende algehele conditie. Professionele boksers zijn voortdurend bezig met het perfectioneren van hun bekwaamheid terwijl ze opklimmen in de ranglijsten en steeds zwaardere tegenstanders treffen. (klik op het pijltje voor meer informatie)
Boksen is een tactische vechtsport waarbij ringinzicht, de coördinatie van voeten, ogen en handen, en conditie centraal staan. Twee tegenstanders proberen punten te scoren door elkaar op de juiste trefvlakken te raken, of te winnen op bijvoorbeeld een knock-out (KO). Dat kan door enkele stoten of combinatie van verschillende stoten; de directe stoot, de opstoot en de hoek. Kracht is evenveel nodig als pure snelheid om een tegenstander zowel snel en hard te kunnen raken. Naast het traditionele mannenboksen worden ook bokskampioenschappen voor vrouwen gehouden.
Slechts slagen of stoten met de gesloten vuist boven de gordel zijn toegestaan. Verder is verboden: bukken beneden de gordel van de tegenstander, vasthouden, worstelen, slingeren, vasthouden aan de ringtouwen, beentje lichten, trappen of schoppen, kopstoot geven, bijten, het geven van een knietje en het aanvallen van een tegenstander die ‘neer’ is.
Boksers zijn verplicht bokshandschoenen te dragen en ook de overige kleding is aan voorschriften onderworpen. Voor amateurboksers is een bokshelm verplicht. Bij wedstrijden in het olympisch boksen is het dragen van een hoofdbeschermer en handschoen die door de AIBA (Association Internationale de Boxe Amateur) zijn goedgekeurd verplicht, deze zijn voorzien van een AIBA stempel. Ook zijn boksers verplicht om een bitje in te doen. Dit beschermt de kaken en de tanden. Ook wordt meestal het gebruik van bandage aangeraden. Dit is voor de versteviging van de polsen en voor de bescherming van belangrijke botjes in de hand. Op een zak moeten speciale handschoenen worden gebruikt, de zogenaamde zakhandschoenen.
Voor gevechten worden stoothandschoenen gebruikt, die iets groter en sterker zijn. Meestal worden er in een wedstrijd stoothandschoenen gebruikt met veters. Hierdoor blijft de handschoen op zijn plaats en kan hij beter worden aangetrokken. Het gewicht van de wedstrijdhandschoenen is 10 oz, dat staat gelijk aan 0,284 kg. Handschoenen die tijdens de training gebruikt worden wegen meestal 14 of 16 oz, dat is 0,397 of 0,455 kg. Ook zijn speciale boksschoenen verplicht voor wedstrijdboksers, ze beschermen je enkels.
Een sterke, uitgebalanceerde houding zal je in staat stellen om krachtige stoten te plaatsen en snel de aanvallen van de tegenstander te ontwijken.
Ben je een rechtshandige vechter, dan is de juiste houding:
De linkervoet naar voren te plaatsen, in een hoek van 45 graden ten opzichte van je tegenstander.
Je linkerhak hoort op een lijn te staan met je rechterteen.
Het grootste deel van je gewicht leunt op je achterste voet.
Houd je elleboog naar binnen en til je handen op
De linkervuist onder je wang en de rechter onder je kin.
Houd je kin de hele tijd omlaag.
Blijf op je tenen staan en blijf bewegen.
Zorg dat je nooit een stilstaand doel bent.
Sta je tegenover een rechtshandige rivaal, beweeg dan naar rechts.
Heb je te maken met een linkse, beweeg dan naar links. Dit zorgt voor een grotere afstand tussen jou en de hand van je tegenstander.
Kruis je benen nooit tijdens het bewegen. Dit kan ervoor zorgen dat je uit balans raakt en jezelf niet meer kunt verdedigen.
Succesvolle boksers oefenen de verschillende stoottechnieken lang voor ze ook maar een voet in de ring zetten. Of ze nu aan het schaduwboksen zijn of een bokszak gebruiken, beginnende boksers moeten zich concentreren op het gebruiken van de juiste techniek bij het plaatsen van een stoot. Nadat ze verschillende bokstechnieken zich eigen hebben gemaakt gaan vechters meestal verder met het ontwikkelen van combinaties, waarbij ze een verpletterende regen van slagen kunnen loslaten op de tegenstander.
Zorg dat je bij deze stoottechniek altijd de handen dichtgeknepen houdt op het moment van impact. De stoot is dan harder en voorkomt blessures aan de pols en vingers. Ook is het bij een directe stoot belangrijk om je arm volledig te strekken en je heupen in te draaien. Dit zorgt voor meer snelheid en kracht.
Hieronder volgen de meest voorkomende stoottechnieken (uitgelegd voor een rechtshandige);
Linkse directe (Jab):
Meestal gedaan met de zwakkere, voorste hand helpt de jab om de tegenstander van je af te houden. De jab is een korte stoot. Om de effectiviteit van de jab te maximaliseren, draaien professionele boksers met hun arm en vuist, net voor er contact gemaakt wordt met de tegenstander.
Rechtse directe (Cross):
In tegenstelling tot de jab, welke voor het lichaam uit wordt geplaatst, bestaat deze bokstechniek eruit dat de sterke (vaak rechter) hand in een opwaartse beweging schuin langs de voorkant van het lichaam wordt geplaatst. De schouder zet kracht achter de cross.
Hoek (Hook):
De hook kan worden geplaatst op het hoofd of lichaam van de tegenstander – welke maar onbeschermd is. Het wordt vaak gebruikt in een combinatie met andere stoten. De zwaai die ermee gepaard gaat is het grootste nadeel, omdat je daardoor kwetsbaar wordt voor een tegenaanval (counter).
Opstoot (Uppercut):
Dit is een opwaartse beweging met de linker- of rechterhand en bijzonder effectief op de korte afstand.
Combinaties:
Nadat je de verschillende bokstechnieken geleerd kun je gaan werken aan je combinaties. De eerste combinatie die de meeste boksers leren is de aloude 1, 2 (een jab gevolgd door een cross). Een andere effectieve combo voegt een hook toe aan de 1, 2. (als je rechtshandig bent, dan is dit een linkse directe (jab) gevolgd door een rechtse cross en eindigend met een linkse hook.)
Het draait bij boksen niet alleen om uithalen; een essentieel onderdeel van het spel is het neutraliseren van de klappen die de tegenstander uitdeelt. Een aantal standaardmanieren om die te ontwijken zijn:
Pareren (Parry);
Na het hooghouden van de handschoenen en het intrekken van de kin is de parry waarschijnlijk de meest standaard defensieve techniek bij het boksen. Je gebruikt hierbij gewoon je handen om de uithalen van de tegenstander naar beneden te slaan als ze arriveren.
Slip:
De slip is het scherp draaien van de heupen en schouders als de tegenstander naar je hoofd uithaalt.
Blokkeren:
Bij het blokkeren van een stoot doe je geen moeite om die te ontwijken. Je incasseert de stoot gewoon met je handschoenen en niet met je lichaam.
Duiken en uitwijken (Bob and weave):
De bob voer je uit door je knieën te buigen om een zware klap te ontwijken, als een hoekstoot naar het hoofd. Daarna volgt vaak de weave, het uitwijken. Deze wordt uitgevoerd door het lichaam buiten het bereik van de uitgestrekte arm, van je tegenstander te brengen.
Rolling:
Dit is een techniek die vaak werd gebruikt door voormalige kampioen zwaargewicht Muhammad Ali. Druk je bokshandschoenen tegen je voorhoofd, houd je ellebogen tegen het lichaam gedrukt en je kin tegen je borst. Hiermee ben je niet goed beschermd tegen klappen in je zij, maar het is een effectieve verdediging tegen een barrage, omdat het grootste deel van de impact wordt opgevangen door je handschoenen en onderarmen.
Link naar de (uitgebreide) geschiedenis van het boksen;