• Voetbal wordt gespeeld op een voetbalveld, met 11 tegen 11 spelers.

• Beide teams mogen 3 keer wisselen.

• De wedstrijd duurt 2 keer 45 minuten.

• De lengte van het voetbalveld is minimaal 90 en maximaal 120 lang.

• Een voetbalveld is minimmaal 45 en maximaal 90 meter breed.

• Bij internationale wedstrijden zijn de afmetingen: lengte 100-110 breedte 64-75.

• Het doel is 7,32 m breed en 2,44 m hoog. Doelen staan aan weerszijden van het veld.

• De voetbal is minimaal 410 en maximaal 450 gram en heeft een omtrek van 68 tot 70 cm.

• Bij het scoren in het doel krijg je een score van 1 punt.

• Wie aan het eind van de wedstrijd de meeste punten heeft wint.

• Bij gelijke punten is er een gelijk spel.

• In competities is er sprake van het behalen van punten door wedstrijden te winnen of gelijk te spelen. Bij een overwinning ontvangt een ploeg 3 competitiepunten, bij een gelijk spel krijgt elke ploeg 1 punt.

• In competities wordt er in de regel tegen elke deelnemer 2 x gespeeld, 1 x thuis en 1 x bij de tegenstander (uit).

VAR staat voor Video Assistent Referee, wat kortweg ook wel videoscheidsrechter kan worden genoemd. De VAR is bedoeld om op basis van videobeelden tijdens de wedstrijd te kijken naar belangrijke beslissingen, met de mogelijkheid daar tijdens de wedstrijd het besluit te wijzigen. De schiedsrechter op het veld heeft op dergelijke momenten contact met de de videoscheisrechter die op afstand meekijkt.

Beslissingen die zo mogelijk teruggedraaid kunnen worden zijn bijvoorbeeld doelpunten waar een overtreding aan vooraf ging, of penalty momenten. Meer informatie over de regels en werking van de VAR kun je hier vinden.

Hieronder de posities bij het voetbal. Voetbal kent veel opstellngen, maar dit overzicht gaat uit van een 4-3-3 opstelling.

• Keeper - degene die het doel verdedigd.

• Links back - verdediger in de linkerhoek, gezien vanaf de keeper.

• Recht back - verdediger in de rechterhok (backs komen ook vaak mee op in de aanval).

• Centrale verdedigers - in een 4-3-3- opstelling staan er 2 centaal naast elkaar (meestal komt er 1 bij het aanvallen ook mee op).

• Linker middenvelder - staat links op het middenveld.

• Centrale middenvelder - midden in het midden (vaak ook belangrijke spelverdeler).

• Rechter middenvelder - staat rechts op middenveld.

• Links buiten - linker aanvaller.

• Rechts buiten - rechter aanvaller.

• Spits - centrale aanvaller.

Met de voetbalopstelling kan veel gevarieerd worden. Zo kan er bijvoorbeeld met een verdediger minder gespeeld worden, maar een extra middenvelder, dan spreek je over een 3-4-3 opstelling. En hierbij kun je dan weer kiezen voor één of twee aanvallende middenvelders of juist verdedigende middenvelders.

Een andere veel voorkomende basisopstelling is 4-4-2. Hierbij wordt er met twee centrale aanvallers gespeeld en zonder echte buitenspelers.

Wat de basisopstelling van de veldpelers ook is, de manier van invullen daarvan maakt weer of er wel of niet aanvallend gespeeld wordt of juist verdedigend. De rolinvulling van voetbal is dus erg belangrijk.

Overige belangrijke spelregels en kenmerken van voetbal zijn:

Buitenspel: Als een aanvallende speler voorbij de denkbeeldige breedtelijn is van de laatste verdediger op de speelhelft van de tegenstander staat deze speler buitenspel op het moment dat een medespeler de bal hier naartoe schiet. Deze regel voorkomt een oneerlijk voordeel in afstand naar de keeper en het balletje-afwachten waarbij een aanvaller dicht bij de keeper blijft staan als het spel verderop aan de gang is.

Penalty: Als er een overtreding wordt gemaakt binnen het strafschopgebied ontvangt de gedupeerde een strafschop, ookwel penalty genoemd. Bij een penalty mag een speler naar keuze uit het elftal 1 tegen 1 tegen de keeper een schot op het doel doel doen vanaf de penalty stip.

Vrije trap: Dit is een trap vanaf een plek buiten het strafschopsgebied als er een overtreding is gemaakt. Vrije trappen mogen geblokt worden op afstand en de andere spelers mogen tussen doel en keeper staan. Een vrij trap kan direct of indirect (als voorzet naar een andere speler) genomen worden.

Corner: Een corner of hoekschop is een trap vanaf de hoek bij het vijandige doel. Een corner wordt verdiend als de bal via de tegenstander over de achterlijn bij de keeper van de tegenstander uit het veld gaat.

Ingooi: Is het gooien van de bal vanaf de zijlijn. De ingooi wordt toegekend aan het team wat niet als laatste de bal heeft geraakt als deze over de zijlijn uit het spel is gegaan.

Gele kaart: Bij een overtreding kan een scheidrechter, naast een vrije trap of penalty, een officiele waarschuwing geven door middel van een gele kaart. Een gele kaart heeft geen directe gevolgen, maar bij een tweede gele kaart in de wedstrijd krijg je de rode kaart.

Rode kaart: Bij een rode kaart moet een speler het veld verlaten en mag deze niet vervangen worden door een wisselspeler. De ploeg speelt vanaf dat moment met een speler minder. Bij een zware overtreding kan een scheidsrechter besluiten om direct een rode kaart te geven. Een rode kaart volgt ook altijd na een tweede gele kaart.

Voetbal is een spel waarbij behendigheid ook veel op straat wordt ontwikkeld. Er zijn veel spelvormen, waarvan tienen een bekende vorm is die we nog even toelichten.

Om te tienen heb je een voetbal nodig, minimaal 3 spelers en een doel. 2 opstaande objecten zoals bomen kunnen een doel vormen, maar ook een garagedeur of een doel op een trapveldje.

Bij tienen wordt eerst wordt er bepaald wie de keeper wordt, het keepersaantal punten begint bij 20 Daarna mag iedereen bepalen of ze voor een punt minder willen starten net zolang tot er 1 iemand overblijft. De keeper krijgt dat aantal punten, de rest van de spelers krijgen 10 punten.

De bedoeling is dat de bal door de lucht wordt overgespeeld en dat de bal de grond niet raakt voordat er een doelpoging wordt genomen. Als er dan met de voet wordt gescoord gaat er 1 punt af en met het hoofd 2. Maar, gaat de bal naast, of wordt deze gevangen door de keeper, dan moet degene die heeft geschoten of gekopt het doel in.

Zo gaat dat door totdat er 2 spelers overblijven. Die 2 gaan panalties nemen op degene die er als eerste uit was. Wie dan de meeste scoort uit 5 penalties wint.

Sporten is er voor iedereen op elk niveau. Wij hopen u op onze website te informeren en te inspireren om sportief bezig te zijn en te blijven! En wil je een nog kortere uitleg van voetbal spelregels kijk dan ook verder onder de link.

Een panna (Surinaams voor ‘poortje’, een verwijzing naar de voetbalterm ‘poorten’) is een beweging waarbij één voetballer de bal tussen de benen van de tegenstander door poort. De belangrijkste voorwaarde voor een geslaagde panna is dat de poortende speler zelf balbezit houdt na zijn beweging. Daarnaast is het ook een geslaagde panna wanneer de poortende speler scoort door middel van het door de benen spelen van zijn tegenstander en een teamgenoot de bal aanneemt en scoort. Wordt de bal niet meer aangeraakt nadat deze door de tegenstander zijn benen is gespeeld dan is dit een poorting en geen panna. In het straatvoetbal dat grotendeels draait om dit soort bewegingen worden panna's gebruikt om de tegenstander buitenspel te zetten. Een panna wordt vaak als vernederend gezien voor de verdedigende speler.

Pannavoetbal is een vorm van straatvoetbal op een klein veldje waarbij 1 tegen 1 tot 5 tegen 5, maar bij voorkeur 2 tegen 2 spelers, door middel van behendige voetbaltrucs proberen de tegenstander af te troeven. Een groot verschil met het standaard voetbalspel is, dat er geen regels zijn en de bal niet uit kan gaan of achter kan raken. Een veel gebruikte manier van uitspelen of passen is het spelen van de bal via de muur of het hek aan de zijkanten van het veld en achter de doelen.

Straatvoetbal en pannavoetbal hebben de laatste jaren flink aan populariteit gewonnen. Ook zijn er inmiddels meerdere eventbureaus waar de sterren van het straatvoetbal geboekt kunnen worden voor events.