Fluitsignaal

Een groot verschil met andere sporten is dat wanneer er gefloten is geen enkele speler meer mag bewegen. Er mag pas weer bewogen worden wanneer het fluitje gaat en het spel wordt hervat, dit geldt ook wanneer een bal uit gaat.

Het spel starten

Het spel wordt gestart/herstart door middel van een draw. Van beide teams komt er één speler in de middencirkel staan. Vervolgens wordt de achterkant van de head van de stick tegen elkaar aangebracht met de bal er tussen. Op het fluitsignaal van de scheidsrechter worden de sticks omhoog geduwd/getrokken en vliegt de bal de lucht in. Vanaf het moment dat het fluitsignaal gaat mag ook de rest van het team de cirkel in om de bal op de vangen. Dit gebeurt zowel aan het begin van de wedstrijd, aan het begin van de tweede helft als na elk doelpunt.

Cover

Het is niet toegestaan om de bal te bedekken (met de stick of het lichaam) op een wijze die andere spelers verhindert de bal te pakken.

Stick check

Stick op stick contact mag. Een speler mag met zijn/haar stick op de stick van de tegenstander slaan zolang er niet tussen of op de handen geslagen wordt. Het gaat hierbij te allen tijde om een gecontroleerde beweging! Geen hak beweging! Op school kan je na een aantal lessen afspreken dat er alleen op de head van de stick geslagen mag worden.

Overige contact

Met het oog op het behoud van sportiviteit en de veiligheid van spelers, mag er geen lichaam- tot -stickcontact gemaakt worden of lichaam- tot- lichaamcontact.

Vier meter regel

Wanneer een speler een fout begaat op een speler uit het andere team, krijgt deze laatstgenoemde speler balbezit en hervat de wedstrijd. De verplichte afstand tot de speler met balbezit bij wedstrijdhervatting is vier meter.

Beschermd bal bezit

Wanneer een speler de bal vlakbij het hoofd heeft mag de tegenstander deze er niet uit slaan. De speler dient wel de bal in beweging te houden om het hoofd heen (‘craddlen)’

Voordeel

De scheidsrechters moeten voordeel laten spelen aan het niet-overtredende team indien er een kans is dat zij zullen scoren of de bal zullen krijgen. Wanneer er toch geen voordeel is wordt het spel hervat op de plaats waar de fout is begaan. Bij gevaarlijk spel dient te allen tijde het spel gestopt te worden.

Uit

Als de bal buiten het speelveld terecht komt gaat de bal naar het team dat niet het laatste de bal heeft aangeraakt. Tenzij de bal uit gaat door een schot op goal. Dan gaat de bal naar de speler die het dichts bij de bal staat wanneer de bal het veld verlaat.