HOOFDSTUK 9
Zo geheimzinnig en behoedzaam als de Duitse bezetting van Schiermonnikoog was verlopen, zo gevaarlijk en eindeloos traag voltrok zich de bevrijding van het eiland, dat gedurende de oorlogsjaren meer op een oase dan op een hel had geleken. De bewoners ondervonden weinig last van voedselschaarste en razzia's.
Het valt niet te ontkennen, dat er een verbroedering tussen Duitse soldaten en eilanders heeft plaatsgevonden, die tot uiting kwam in onderlinge vriendschappelijke voetbalwedstrijden, dansfeestjes en tal van vrijages en huwelijken tussen eilandschonen en volgelingen van Hitler.
De Schiermonnikogers hielden van hun eiland maar de Duitse soldaten waren er ook niet weg te slaan.
De militairen ondergingen Schiermonnikoog als een sanatorium en de meesten van hen stelden alles in het werk zich een onontbeerlijke funktie op het eiland te veroveren. 'Na de frontdienst kun je hier honderd jaar worden', was de heimelijk uitgesproken slagzin onder Duitse kanonniers en mariniers. Ook voor Taeke Holwerda en de andere boeren waren de vijf jaren van Nazibewind zonder veel spanning verlopen.
Vergeleken met het westen van het land was Schiermonnikoog, zelfs in de hongerwinter, een paradijs op aarde. Pas toen de aanvoer van levensmiddelen door het uitvallen van de veerdienst noodgedwongen werd stopgezet, omdat de oprukkende Canadezen de voor hun uit vluchtende Duitsers in de 'fuik' van Schiermonnikoog hadden gedreven, dreigde er min of meer een noodsituatie te ontstaan.
Toen de hevige strijd om Groningen was ontbrand konden de eilanders dit horen en zelfs zien. Op zondag 15 april 1945 was de slag om de binnenstad van Groningen begonnen. En vooral in die binnenstad ontstonden branden, die gepaard gingen met kanongebulder en explosies.
Ook de vuurgloed van de omhooglaaiende vlammen van de brandende en kapotgeschoten stad was duidelijk waar te nemen en opeens begrepen de eilanders dat zij in groot gevaar verkeerden.
Taeke Holwerda stak zijn bange voorgevoelens niet onder stoelen of banken. 'We gaan zware tijden tegemoet,' verzekerde hij zijn vrouw Tjetske toen de brandlucht uit Groningen kwam overgewaaid.
Op 14 april 1945 was de veerboot 'Braakzand' voor het laatst met de post en passagiers van het kleine haventje van Schiermonnikoog naar Oostmahorn uitgevaren, waardoor het isolement van het eiland een feit was geworden.
57
Op het gemeentehuis werd een crisiscentrum ingericht onder leiding van oud-zeekapitein Jan Weber, die na het overhaaste vertrek van burgemeester Perdok, op dolle dinsdag door de binnenlandse strijdkrachten van Friesland belast met het bestuur over het eiland. In allerijl liet deze geboren Rotterdammer de balans van de aanwezige voedselvoorraden opmaken, teneinde een rechtvaardige verdeling te kunnen bewerkstelligen en zwarte handel tegen te gaan. Aan de wal verkeerde het Duitse leger in staat van ontbinding. Ook in Noord-Nederland dreven de Canadezen de uitgeputte en gedemoraliseerde troepen van Hitler op de vlucht. En in Zoutkamp en Oostmahorn vormden zich wanordelijke concentraties van in paniek geraakte Duitsers, die allemaal een goed heenkomen zochten op Schiermonnikoog! Daar waanden zij zich voorlopig veilig. Eilandcommandant Wittko besefte, hoewel hij dat tegen niemand wilde toegeven, dat het einde was gekomen. Maar hij wilde redden wat er te redden viel! Hij wist, dat hij op de vaderlandslievende, deels ondergedoken schippers van het eiland, niet kon rekenen bij een eventuele vluchtpoging naar Helgoland of Borkum. Over eigen schepen beschikte hij niet meer en hij was dan ook aamgewezen op ijlings in beslag genomen beurtschuiten en de veerboten 'Braakzand' en de reddingsboot 'Insulinde', waarvan de motoren door Schiermonnikogers onklaar waren gemaakt.
Maar de zorgen van kapitän-leutnant Wittko werden pas echt groot toen op zondag 15 april 1945 omstreeks twaalf uur in de middag, honderdtwintig tot aan de tanden bewapende SS-ers vergezeld van vijf meiden zich op het eiland kwamen nestelen, na eerst het brandende Groningen te hebben leeggeplunderd. Op de door hun gestolen boten (de mysterieuze vloot was samengesteld uit een vinnig snelle douaneboot, een aftands verveloos sleepbootje, een haveloze zolderschuit en het rijksbetonningsvaartuig(uit Zoutkamp) waren naast zeven volbeladen vrachtauto's, ook tientallen kisten met munitie en wel vijftig gloednieuwe fietsen gestouwd. Zenuwachtig liepen de SS-ers en SD-ers door elkaar heen en niemand had oog voor de vijf opgedirkte deernen, die in de autocabines bleven zitten. Twee grote herdershonden drentelden luid blaffend rond en een hoge SS-er, die door de anderen naar de ogen werd gekeken. Nadat eerst gewonden, van wie er enkelen slechts schampschoten hadden opgelopen, door de militaire arts werden behandeld, begonnen de booswichten die allen verdacht werden van onmenselijke folteringen en fusilleringen, hun oorlogsbuit in veiligheid te brengen.
Hoewel Wittko van capituleren niets wilde weten had hij ook weinig zin om met 'SS tuig en gespuis', zoals de nieuw aangekomenen ook door de Wehrmacht werden genoemd, te verbroederen. Burgemeester Jan Weber met wie Wittko een redelijke verstandhouding had, vond een oplossing. En zijn voorstel: 'die Mörder' onder te brengen in enkele polderboerderijen die zonder veel moeite konden worden geisoleerd en gecontroleerd door Wittko's mannen en kanonnen,' werd door de eilandcommandant ondersteund en snel ten uitvoer gebracht.
58
Intussen had Jan Weber de noodtoestand over Schiermonnikoog laten afkondigen. Bakkers, slagers en boeren werden op het stadhuis ontboden, waar zij te horen kregen dat in samenwerking tussen gemeentebestuur en bezettingsmacht besloten was dat er niet meer geslacht mocht worden, zonder voorkennis en toestemming van beide instanties en dat ook de verkoop van scheepsbeschuit en brood aan nauwe regels werd gebonden. Het was inmiddels al bekend, dat bakker Klaas Matroos eigenmachtig was overgegaan tot verdeling van opgeslagen noodrantsoenen scheepsbeschuit, waardoor een ware toeloop op zijn winkel had plaatsgevonden. Klaas Matroos, beslist niet op zijn mondje gevallen en bij iedereen bekend als een vrijmoedig maar rechtvaardig mens, wees alle verwijten van de hand met de woorden: 'Nood breekt alle wetten.... ook de Duitse! En zolang ik meel heb, zal er niemand van mijn medeburgers honger lijden.... de Duitsers zorgen maar voor zichzelf!
Zo'n uitspraak had Matroos de kop kunnen kosten, maar dankzij het rustig en weloverwogen optreden van Jan Weber bleef een en ander beperkt tot een scherpe woordenwisseling tussen Matroos en de Kapitän-Leutnant.
Op zaterdag vijf mei 1945, vierde heel Nederland feest. Behalve op Schiermonnikoog, waar Wittko zijn halsstarrige houding bleef volhouden en niets van capituleren wilde weten. Het Duitse leger heeft niet gecapituleerd. Er is slechts sprake van een wapenstilstand in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.... dat gaat ons hier niets aan. Ik volg alleen maar bevelen op van de opvolger van de Führer, Admiraal Von Dönitz. Alles blijft zoals het is en ik verbied openbaar vlagvertoon. Ik sta evenmin een telefoon en bootverbinding met de vaste wal toe.... wie zich niet aan mijn bevelen houdt, riskeert de kogel....!
Jan Weber begreep beter dan wie ook op het eiland, dat de tot het uiterst gespannen en geïrriteerde Duitse soldaten op de 'Batterie' het eiland in een mum van tijd konden platbranden en uitmoorden. Om dan nog maar te zwijgen van de groep SS-ers en SD-ers die als sprinkhanen waren neergestreken op de boerderijen in de polder. Niemand behalve zij,, hadden wapens en zij waren nauwelijks meer voor rede vatbaar.
'Elke invasie zal ik bloedig afslaan....' zo luidden de dreigende woorden. Maar ook Wittko begreep, dat hij in de val zat. Met grote moeite kon hij de aftakeling van het moreel der soldaten enigszins in toom houden. Ten einde raad waren enkele mariniers met de sloep, die zij uit de veerboot 'Braakzand' hadden gestolen, naar Borkum gevlucht.
59
Er werd gemoord en gekankerd onder de bezettingsmacht op Schiermonnikoog.
Enkele officieren zetten Wittko zo onder druk, dat hij op zeven mei 1945 naar het gemeentehuis kwam en Jan Weber het volledige toezicht en bestuur over het eiland aanbood. Dat was in feite een onvoorwaardelijke overgave. 'Sagen sie Ihre Leute, das sie die Niederländischen Fahn aushängen können.... macht Feier und Musik.... aber beleidigungen meiner männer gestatte ich nicht und niemals!'
Met deze bittere woorden verliet Wittko de burgemeesterskamer en uit zijn neerslachtige houding was op te maken, dat de gewezen balletmeester de zaak als verloren beschouwde. Maar de gevaren waren nog niet geweken.... De SS-moordenaars hadden te kennen gegeven zich tot het laatst te zullen verdedigen en daarom moest men zeer voorzichtig te werk gaan en vooral niet provocerend optreden. Er bleef een vreemde en zelfs macabere stilte over het eiland hangen. Noch Canadese noch binnenlandse strijdkrachten lieten zich zien.
Maar wel kwam er Zweeds wittebrood en nieuws. Nieuws
van de vaste wal, waar alles en iedereen klaarstond Schiermonnikoog als laatste stukje Nederland van de nachtmerrie te verlossen. Daarop moest het eilandje echter nog ruim drie weken wachten.
De helft van Schiermonnikoog uit de lucht: Het eiland met de gouden rand.
60