EPILOOG 2
'Van de doden niets dan goeds', luidt het gezegde. Maar wanneer een man van twijfelachtig kaliber als de gewezen matroos-veldwachter-hotelhouder Sake van der Werff (die op 1 mei 1955 op Vredenhof ter aarde besteld werd) als een held en weldoener de geschiedenis 'dreigt' in te gaan, is enige rechtzetting van de feiten wel noodzakelijk. Behalve de op schrift staande getuigenissen van professor Veldkamp en de evangelist De Weerd betreffende het dubieuze verleden van Van der Werff, is het ook bij velen bekend dat Van der Werff (die zich bij voorkeur de 'ongekroonde koning van Schiermonnikoog liet noemen) een grote komedie opvoerde tijdens begrafenissen van geallieerde oorlogsvliegers op 'zijn' Vredenhof. Hij vergoot dan krokodillentranen en legde kransen neer op de eenvoudige laatste rustplaatsen van de jonge piloten, die verdronken of aan flarden waren geschoten door kanonnen.
Kanonnen, die werden bediend door de Duitse bezetters, met wie van der Werff komplete feesten hield in zijn hotel, waar het portret van Hitler een ereplaats had gekregen. Chauffeur Laning, die hem altijd begeleidde op deze 'weldoenerstochten' naar Vredenhof, kreeg opdracht om foto's
te maken van de kranslegging door zijn baas. De verrichtingen van Van der Werff werden door de Duitse commandanten Rehm en Wittko welwillend gadegeslagen. Waarom Van der Werff in tegenstelling tot iedere andere Nederlander wèl foto's mocht maken van militairen op het eiland, was niemand duidelijk.
Maar mensen van alle rangen en standen poseerden graag voor de 'koning van Schiermonnikoog', die overliep van ijdelheid en praalzucht. Het nageslacht moest vooral te weten komen hoe nobel en vaderlandslievend Sake van der Werff wel was gedurende de oorlogsjaren. Maar voor de Joodse neergeschoten en verdronken vliegers had Van der Werff geen aandacht.
In dit opzicht bleef hij het, op zijn voordeur bevestigde, motto 'Voor Joden verboden' trouw. Nee, Sake van der Werff werd géén lid van de N.S.B. Dáárvoor was hij te slim en te laf. Zijn Januskop draaide mee in alle windrichtingen. Op Vredenhof straalde hij van opofferingsgezindheid.
Dáár was hij een oranjeklant en 'leedaanzegger' van de geallieerden. Maar thuis, achter de verduisteringsgordijnen van zijn hotelpaleis, sprak en zong hij een heel andere taal. Hij kende alle strijdliederen van de nazi's uit zijn hoofd, terwijl zijn getrouwe Albertine Bol hem daarbij assisteerde. Albertine klom van kamermeisje op tot onbetwiste eigenaresse van het Van der Werff imperium, na diens dood. Op geraffineerde wijze had Van der Werff zich ingedekt voor de na-oorlogse tijden. De foto's logen er niet om.
111
Hoewel hij de twijfelachtige reputatie van hebzuchtige tiran 'genoot', kon hem geen daadwerkelijk heulen met de vijand tot last gelegd worden. Niemand had gezien hoe hij, met vochtige ogen van spijt om de vergane glorie, afscheid had genomen van kapitän-leutnant Wittko en van de vijf officieren van Lehnhoffs bende. Misleide verslaggevers van na-oorlogse kranten interviewden Van der Werff en zelf publiceerde hij verhalen over zijn heldendaden en filantropie, maar hij verzuimde er bij te vertellen dat zijn relatie met de SD in Leeuwarden méér dan innig was geweest.
Toen de gevallen Duinkerkers naar hun land terug werden gebracht, kreeg Sake Van der Werff voor zijn 'onbaatzuchtig werk op Vredenhof een Franse onderscheiding. Hij triomfeerde.
Ondertussen floreerde zijn hotel als nooit tevoren en Van der Werff kocht behalve het Strandhotel ook hotel Schiermonnikoog. Het portret van Hitler had allang plaats moeten maken voor de afbeelding van zijn 'vriend' Prins Bernhard. Ach, wie dacht nog aan de liederlijke soldatenmeiden en de SS-moordenaars, die feestend, lallend en schietend hun on-dergang tegemoet waren gesneld onder de ogen van de grote meester van Schiermonnikoog?
Tal van Schiermonnikogers ontmantelden in sneltreinvaart na de bevrijding de bunkers langs de duinreep, waaraan zij eens hadden meegebouwd. Maar het verleden kan niet zomaar worden uitgewist. Integendeel, het kan uitgroeien tot een trauma. De jaren gingen voorbij. Druppelsgewijs keerden de oude vriendjes van Sake Van der Werff weer terug naar het eiland van hun dromen. N.S.B.-burgemeester Simon Perdok werd na zijn vrijlating benoemd tot bedrijfsleider van het hotel. Een zekere Kremers, een der beulen van Drente, werd benoemd tot gerant van het Strandhotel. Hij volgde in die funktie N.S.B.-er Bouma op. Het werd weer een komen en gaan van Oostfront-strijders. De Zoutkamper Piet Bulthuis die zijn sporen in Rusland had verdiend, werd evenals de foute matrassenfabrikant Raaymaker uit Winschoten en bunkerbouwer Hooghart uit Schiermonnikoog, alsmede de gewezen zeekapitein Van Bon (een N. S.B.-er uit overtuiging) en SS-er Van Hek, een graag geziene gast van hotel Van der Werff. Het was zelfs zo erg, dat iedere nieuweling op het eiland voor N.S.B.-er werd aangezien. Zo moest Rengert de Vries, wiens staat van dienst als goed politieman onberispelijk was, bij de aanvraag voor een vestigingsvergunning, eerst de vraag beantwoorden of hij wellicht 'van het handje' was geweest.
SS-er van Hek, die de toegang tot zijn geboorte-eiland Terschelling was ontzegd, werd op Schiermonnikoog met open armen ontvangen. Dank zij de protektie van Sake Van der Werff kreeg hij een aanstelling als onderwijzer en bracht hij het zelfs tot wethouder. Dat is hij jarenlang gebleven. Pas in 1978 moest hij zijn zetel wegens ouderdom afstaan. Deze oneerlijke lieden kwamen aan hun trekken. Zij werden probleemloos van banen en huizen voorzien. Tal van machteloze protesten van andere eilanders werden door de weldoener en zijn helpers weggewuifd.
112
Tot aan zijn dood in 1955 duldde de dubbelhartige Van der Werff niemand naast of boven zich. Pas na zijn overlijden kwamen de verhalen los en juffrouw Bol had eigenlijk van schaamte naar haar geboortedorp aan de wal moeten terugkeren om een vergeten bestaan te leiden. Echter, zij blééf en werd op slag een schatrijke vrouw.
Dat de zoon van Van der Werff bij de begrafenis van zijn vader op Vredenhof tijdens het dankwoord zei: 'Vader, u hoort hier niet; u moest eigenlijk naast moeke liggen op de begraafplaats in Groningen,' had Albertine Bol schijnbaar niet gehoord. Zij wist maar al te goed hoe haar bejaarde minnaar zijn wettige vrouw had verstoten en haar als een banneling had behandeld in zijn eigen hotel. Zijn eerste vrouw werd gedwongen in een celachtig kamertje te verblijven en haar karige maaltijd werd door een luikje naar binnen geschoven.
Dat Vredenhof is onteerd door het feit, dat Sake Van der Werff temidden van de helden en naamlozen is begraven, is de mening van velen.
113