HOOFDSTUK 16
Het grote ogenblik van Reinder Paul Houwen uit Groningen was aangebroken. Speciaal hij had een rekening met de bandieten uit Schiermonnikoog te vereffenen. Maandenlang had deze verzetsheld, die eind 1944 ernstig gewond was geraakt tijdens een vuurgevecht met de moordenaaars uit het Scholtenshuis, op dit moment gewacht. Eindelijk waren de SS-ers, die meer dan twintig van zijn vrienden uit de ondergrondse hadden gemarteld en gedood, in zijn handen. Nachtenlang had hij tijdens zijn ziekbed liggen overdenken hoe de moordenaars levend in handen te krijgen.
'Beloof ze alles.... de vrijheid.... alles.... alles, als ze maar eerst in Zoutkamp aan de wal staan, dan kunnen ze ons niet meer ontsnappen,' had Houwen majoor Kloppenburg op het hart gedrukt. Houwen en zijn illegalen hadden een compleet draaiboek samengesteld, voor de 'behouden terugkeer' van de bende uit Schiermonnikoog. Niets kón en mócht er mis gaan. Geheel volgens plan werd er geen woord gesproken toen de SS-ers en hun 'dames' in de overhuifde legerauto's klommen. De rit van Zoutkamp naar Groningen verliep zonder vertraging of tegenslag.
Het was een onopvallende kleine file wagens, die via de Heereweg de oprijlaan van de gevangenis opreed.
De gevangenispoorten stonden uitnodigend wijd open. De BS-ers die in twee kleine auto's met karabijnen in de aanslag achter de colonne hadden aangereden, hoefden niet in aktie te komen. Alles was zo snel verlopen, dat Lehnhoff en zijn hele meute op de binnenplaats van de gevangenis stonden, voor zij er erg in hadden. Omringd door een cordon tot de tanden bewapende Nederlanders in blauwe overalls kregen de bandieten en hun aanhang bevel om uit te stappen. De man die deze woorden uitsprak was Reinder Paul Houwen. Zijn scherpe ogen hielden de SS-ers goed in de gaten en hij zag meteen dat de Hauptsturmführer uit zijn binnezak een klein pistool haalde en dit tegen zijn eigen voorhoofd wilde drukken. Houwen had hem het wapen bliksemsnel uit de hand gerukt en even later stond Tomson, die had begrepen wat hem boven het hoofd hing, geboeid tussen zijn kornuiten. Lehnhoff reageerde als een pure lafaard.
Als een kind begon hij te huilen, en gedwee als een lammetje liet hij zich fouilleren en insluiten.
96
De volgende dag stapte Lehnhoff met rood omrande ogen de verhoorkamer binnen, waar Reinder Houwen hem ontving met de woorden: 'Nu ligt het aan jezelf Lehnhoff of je de kleine kans om dit te overleven wilt aangrijpen. Vertel en geef antwoord op mijn vragen. Lucht je hart, ik zie dat je vannacht hebt nagedacht. Vertel op en aarzel niet te lang, want mijn geduld raakt gauw op.' Beetje bij beetje, soms hakkelend en stotterend, af en toe in een waterval van woorden, vertelde de beruchte en gevreesde beul van het Scholtenshuis in Groningen wat zich tijdens zijn tyranniek systeem in het Scholtenshuis had afgespeeld. Aan de lange lijst van de in het geheim gefusileerde vaderlanders kwam geen einde.... alles wist de bandiet zich te herinneren en geen detail vergat hij. Nauwkeurig omschreef hij de plaatsen waar hij en zijn mannen meer dan hondervijftig Drentenaren, Friezen en Groningers met nekschoten om het leven hadden gebracht, nadat de slachtoffers eerst hun eigen graven hadden moeten uitdiepen....
Zó precies, zó volledig tot in alle bijzonderheden, vertelde Lehnhoff het drama van de gevallenen, dat Rob Houwen soms het gevoel had er lijfelijk bij betrokken te zijn geweest.
97