Het Spijker

Een spijker was oorspronkelijk een voorraadschuur, in het bijzonder voor graan (latijn: spicarium). Vooral in het oosten van het land werden veel spijkers gebouwd. Vaak was een boerenerf in handen van een regentenfamilie, die de boerderij verpachtte. In de 16e eeuw ontstond onder deze families de gewoonte om de zomer op het land door te brengen. Daarvoor werd ruimte gevonden in de 's zomers leegstaande spijker. In de loop van de tijd zijn veel spijkers verbouwd tot buitenplaatsen voor regentenfamilies. Een voorbeeld hiervan is het voormalige spijker Java aan de Dorpsweg in IJsselmuiden (foto boven). Soms deed een spijker dienst als herberg.

Na 1641 kwamen de erven 66 en 67 weer in handen van de stad. Over dit erf is bekend dat leden van het stadsbestuur of andere gemeentelijke functionarissen er gebruik maakten van een vergader- of herbergruimte in het Spijker. Dat gebeurde o.a. bij het beoordelen van de keurveulens. Dit was een feestelijke aangelegenheid waarbij ook gegeten en gedronken werd. Soms werd de maaltijd opgeluisterd met muziek. Erf 67 ‘Tanneke Blox’ werd een eenvoudig boerenerf.

© cultuurZIEN, 2019

bron:

  • Geuje van der Linden, Uit rivier en zee geboren, IJsselacademie 2015