Janneke de Verfster

glas-in-loodraam met wapen van Ernst Maeler, Schepenzaal

Schildersbedrijf Maeler

Janneke, mr. Goert Maelers weduwe, gaf tussen 1606 en 1620 leiding aan het schildersbedrijf van de familie Maeler. Leden van de familie Maeler (Ernst, Jacob, Wessel en Albert) domineerden in de 16e eeuw de ''Kamper schilderschool''. In die tijd combineerden zij het vak van huisschilder met dat van kunstschilder. Tegen het einde van de 16e eeuw waren de Maelers vooral huisschilders. In de stedelijke rekeningen komt Janneke ook voor als ''Janneke de Verfster''. De wijze waarop er over haar gesproken wordt, suggereerd dat Janneke ook zelf de verfkwast hanteerde.

Janneke de Verfster

Vanaf 1606 kreeg Janneke regelmatig opdrachten van de stad. In 1606 ontving de weduwe Maeler 130 p. voor schilderwerk aan stadsgeschut en voor het leveren van loodwit voor de schoorsteen in de Schepenzaal van het Oude Raadhuis. Van deze schouw is bekend dat haar (aangetrouwde) oudoom Ernst Maeler al in 1545 het kleuren en vergulden voor zijn rekening nam.

detail schouw Schepenzaal

In 1616 schilderde Janneke de Verfster de 35 vensters van de Broederpoort groen, vergulde de twee stenen leeuwen en bracht loodwit aan op het zandsteen. In 1618 maakte zij de Broederkerk en het Raadhuis een jaar lang schoon. In 1619 ontving Janneke de Verfster 300 p. voor het verven van de Lange Brugge en enkele torens.

In 1620 voerde Adam Maeler, zoon van Goerts broer Jacob, schilderwerken voor de stad uit. Blijkbaar had Adam toen zijn opleiding afgerond en had hij het bedrijf van zijn tante overgenomen. Van Adam Maeler zou een ''schilderboek'' bewaard zij gebleven. Helaas is de verblijfplaats niet bekend.

Janneke zelf komen we in 1633 nog een keer in de archieven tegen. Zij wil dan naar Amsterdam verhuizen om haar intrek te nemen bij een vrouw, die als kind op kosten van de Armenkamer bij Janneke in huis was geweest en door haar was groot gebracht. Janneke vroeg en kreeg 25 Car.g. om haar schulden in Kampen te voldoen en haar reis naar Amsterdam te betalen.

© cultuurZIEN, 2019

bron:

  • E.G. van Vliet, Over edele ehrentrijcke joffers, ehrlievende borgersvrouwen en onkuysche vrouluyden, Kampen 1991