Rexe Willems Joncker

Rexe Willems Joncker was het oudste kind in het gezin van Willem Joncker ( 1516) en Vroucke NN (na1542). Na haar kwamen nog broer Albert (1521), een zus Clara (1541) en jongste broer Oltgar. Het beroep van haar vader is onbekend, maar van haar moeder wordt vermeld dat zij koopvrouw was. Zij handelde vooral in laken. Het gezin woonde aan de Oudestraat. Voor 1525 trouwde Rexe met de rijke Kamper koopman Hendrick Hudde. Rond 1528 werd zoon Rutger geboren, gevolgd door dochter Brigitte (1541). Rexe overleed in 1535. In deze periode werd Hendrick beschuldigd van ketterse sympatiën. Het is goed mogelijk dat deze sympatiën ook een rol speelden in de onenigheid tussen Rexe en Hendrick over de opvoeding van Rutger.

Rexe Joncker overleed voor 1539, waarschijnlijk in 1535. Allereerst kregen Hendrick en zijn schoonmoeder Vroucke onenigheid over de goederen van Rexe die haar kinderen toekwamen. Maar uit andere getuigenissen komt naar voren dat er al langer een geschil tussen Hendrick Hudde en zijn schoonfamilie speelde over de opvoeding van de kinderen. Op 17 juli 1539 getuigde Gheert Borchertsz over deze onenigheid, waar hij vier jaar eerder als bemiddelaar bij betrokken was. ''Vroucke zei dat zij en haar dochter Clara de twee kinderen levenslang wilden onderhouden, niet alleen de kost maar ook de kleding e.d. geven, wat Hendrick wel wilde doen''. Hendrick vond het toen goed, dat zijn twee kinderen bij hun grootmoeder Vroucke zouden wonen. Vroucke en haar dochter Clara beloofden aan de Raadsvrienden dat zij de kinderen niet alleen zou onderhouden maar dat zij ook hun erfgenamen zouden worden. Hans Schinkell en Gheert Buter getuigen dat zij aanwezig zijn geweest toen de afspraken gemaakt werden tussen Vroucke en Clara Joncker met Hendrick Hudde en melden dat dit plaats vond in de rentmeesterskamer, enige dagen nadat de uitspraak was gedaan. Getuigen hebben gehoord dat Gheert Borchertsz en wijlen Jan van der Vecht zeiden tegen Hendrick dat het het beste voor de kinderen was en dat de grootmoeder en Clara beloofd hadden meer van de kinderen te houden en hen niet te onterven.

Grootmoeder Vroucke moet rond 1539 zijn overleden. Kort na het overlijden van Rexe 's zus Clara en dochter Brigitte, in 1541, werden opnieuw getuigenverklaringen opgetekend. Uit deze verklaringen blijkt dat Clara met haar zwager Hendrick Hudde naar het gerecht was geweest, ''omdat zij Rutger, haar neef, de zoon van haar zuster, op haar kosten wilde onderhouden, naar school sturen enz. wat Hendrick Hudde weigerde. Als de vader het kind niet wilde sturen, dan wilde Clara het kind onterven, want zijn overleden moeder had haar op haar sterfbed bevolen, dat zij de kinderen zou grootbrengen zoals de Raad had bepaald''.

Hendrick Hudde stuurde zijn zoon Rutger in deze woelige jaren naar familie in Amsterdam. Daar woonde een broer van Hendrick, Arent Hudde, die tot de rijkste inwoners van Amsterdam behoorde.

© cultuurZIEN, 2021


bronnen:

. RAK inv.nr. 12 1 GETUIGENISSEN EN GICHTEN, Nr. 573 FOLIO: 152

. https://gw.geneanet.org/cofranssen?lang=en&iz=26471&p=rutger&n=hudde