20 - 27 maart

2022 - Dominicaanse Republiek

Onze eerste en tweede week hier was rustig, onthaasten, met factor 50 wennen aan de zon, e.d. De derde week hebben we het noordwesten van het land bezocht.

Afgelopen week zijn John en ik samen op pad gegaan met gehuurde auto naar het zuidoosten en oosten van de Dominicaanse Republiek. Hier is autorijden topsport. Gelukkig had John al de auto rijkunst van Didi afgekeken. Brommers en scooters schieten langs je heen, rijden door rood, etc. Op de grotere wegen blijven auto's, touringcars, vrachtwagens e.d. rustig links rijden en wil je inhalen dan kan dat links over de dubbele doorgetrokken streep of rechts. Links en rechts van de autobaan zijn soort van vluchtstroken welke in beide richtingen door brommers worden gebruikt. Maar ook weinig controles en dat soort dingen. Eigenlijk lijkt het of alles mag, nou ja: bijna alles. Oh ja, en op de snelweg - staat gelukkig aangegeven - kun je links  via een tussenberm omdraaien als je toch de andere kant op moet. Het is maar een weetje.

Enfin onze toer: Maandag hebben we de plannen gemaakt, een ecolodge en een hotel geboekt, een boottocht geboekt, inkopen gedaan voor onderweg en dinsdagochtend zijn we vertrokken. De weg gaat van Sosua via Santiago naar Santo Domingo. Op advies van Didi wilden we Altos de Chavon bezoeken, een oud nagemaakt Andalusisch dorpje. Helaas bleek deze gesloten voor bezoekers. Dan maar direct door naar onze eindbestemming van deze dag; Bayahibe. Totale afstand ongeveer 300 km en duur ongeveer 5,5 uur Deze plaats is heel toeristisch en bestaat uit twee aparte delen: het strand en de haven. We zijn eerst wat gaan genieten op het strand. Toen zijn we gaan zoeken in de omgeving van de haven waar het trefpunt zou zijn van de boottocht die we voor woensdag hebben gereserveerd. Een gezellige drukte hier met leuke terrasjes en restaurants.

We besloten het ecolodge Guai Guï (bed & breakfast) op te zoeken. Ongeveer 5 km landinwaarts aan een zandweggetje vonden we ons onderkomen. We moesten wel even slikken, maar gelukkig kwam het allemaal goed. Een heel eenvoudig huisje met een dubbel bed en muskietengaas, een buitendouche en buiten wc. Op het dak een zonnepaneeltje voor de elektra, een eigen veranda. Het bed was wel 180 cm lang en breed (zorg voor later met lengte John 197 cm). 

Opmerking (jan-24): Omdat John deze ecolodge zo'n leuk plekje vond en hij zag dat ze nog geen vermelding hadden op Google Maps heeft hij er een aangemaakt. Te zien via deze link. Op het moment van schrijven is deze vermelding bijna 1,5 miljoen keer bekeken!!

Onze gastheer (jonge dominicaanse knul) maakte ons wegwijs en gaf ons een tip waar te eten: Mare Nuestra waar heel zeker verse vis werd bereid. Ook wist hij met grote zekerheid dat er geen boot bij de haven vertrok voor 9,30 uur, dus dat wij daar echt niets te zoeken hadden om 7.00 uur 's morgens. De diner tip was een succes. Op een top A locatie aan de haven met uitzicht over de Caribische zee en een zachte wind hebben wij van ons avondeten genoten. 

Terug in de ecolodge heb ik genoten van de koude douche. Arme John moest er ook aan geloven. We gingen vroeg naar bed en wonder boven wonder hebben we heerlijk geslapen. Zelfs diagonaal was het bed tekort, maar de matras geweldig. Dat was echt een meevaller. Na een echt dominicaans ontbijt met veel fruit en gebakken ei en apart soort getoast brood gingen wij op pad.

Wat een chaos was het bij het trefpunt. Ik geloof dat daar een paar duizend mensen met bussen van de resorts van Punta Cana en andere locaties kwamen om een boottrip te maken naar de witte stranden van Isla de Saona. Met geen mogelijkheid konden wij onze touroperator vinden. Een aantal telefoongesprekken en anderhalf uur later werden wij dan toch meegenomen. De heenreis was op een catamaran zonder grootzeil waar gratis rum-cola werd geschonken, een aantal fotografen de vele stelletjes in allerlei poses plaatsten om mooie foto's van hen te maken, waar de muziek op z'n Dominicaans zeer luid aan stond en al gauw werd gedanst en ja, het kan nog erger: de polonaise! 

John moest mij ook even in een pose fotograferen, ha, ha.

Wel fijn dat er ook gewoon water te krijgen was. Verder was er weinig keus. Afgezien van de onaangename start (vertrek 10.45 uur), het lawaai en de polonaise, was het een mooie tocht. In de maanden mei en juni zwemmen hier ook dolfijnen, nu helaas niet. 

2,5 Uur later kwamen we aan bij Isla de Saona (Bacardi eiland, vanwege de reclameclip die hier ooit is opgenomen) en gingen direct lunchen: Dominicaans buffet met bier (helaas uitverkocht), rum-cola (altijd in voorraad) en gelukkig ook weer water. We hebben wat gegeten en zijn toen langs de inderdaad super mooie witte stranden en palmbomen gaan wandelen en zwemmen. Om 15.15 uur moesten we ons weer melden en gingen terug met de speedboot. En hoe kan het ook anders, ook hier weer rum-cola. Iedereen moest een zwemvest aan, maar typisch dominicaans - er waren er niet genoeg. De gids, John en ik hadden er dus geen. Ik vond het best zo. Halverwege stopten de speedboten bij een "natuur zwembad", oftewel een ondiep stuk warme zee waar we allemaal het water ingingen om alweer rum-cola te drinken. John en ik zijn naar het land gezwommen, ongeveer 20 minuten heen en 20 minuten terug. Eenmaal terug namen we ons eerste en enige bekertje rum-cola. Het is denk ik wel duidelijk dat wij behoorlijk spijt hadden van deze tocht. Het kan ook anders, maar dat hoorden we helaas pas achteraf. Mocht iemand dit ooit willen gaan doen, reserveer dan bij Seavis of bij RH-tours (john: Schijnbaar te vinden op Facebook)  Want buiten dit massa toeristische gedoe is het eiland echt de moeite van het bezichtigen waard. Eind goed, al goed. Zoals iedere dag is het heerlijk om ergens op een terras te genieten van drinken/eten met een warm windje en de gemoedelijke sfeer om ons heen. 

Ook deze nacht hebben wij weer heerlijk geslapen in de ecolodge. Onze reis gaat nu (donderdag 24 maart) naar Parque Nacional de Haitises. We besloten de kustroute te nemen via Punta Cana. Helaas misten we onze afslag naar Higuëy / Otra Banda, bekend om de "Gingerbread"-huizen. En dit keer konden we nergens omkeren, kortom: gemiste kans. De gehele kust van Punta Cana kunnen wij iedereen afraden. Alleen maar ommuurde resorts met bewaking langs de gehele oostkust waar de mooie stranden zijn. We hebben offroad getracht nog een leuk dorpje te vinden, maar er is echt niets. Uiteindelijk vonden we een paar uur later in het vissersdorp Muelle Miches een leuk klein dominicaans houten hutje met terras en met uitzicht over de zee met vissersboten waar we wat konden eten en drinken: de redding, want John z'n humeur werd slechter en slechter. Duidelijk is dat in dit deel van het land geen of nauwelijks toeristen komen. De twee flessen bier en de twee salades (alweer pulpo en lambi) smaakten ons verrukkelijk.

Na deze pauze ging de rit naar onze bestemming c.q. mijn verjaardagscadeau van Do en Mel: een overnachting in Hotel Paraiso Caño Honda. Wij waren hier met de kinderen ongeveer 21 jaar geleden. Een uit natuurstenen opgebouwd hotel met eveneens in natuursteen gebouwde zwembaden waar het water van een bron doorheen stroomt. Het lijkt of het gebouw zo uit de rotsen is gehouwen. Echt een uniek plekje op aarde. We mochten kiezen of we laag of hoog een kamer wilden. Hoog met als voordeel een eigen balkon en een fantastisch uitzicht, dus daar hebben wij voor gekozen. Maar meer dan 100 treden later waren we misschien toch iets minder blij met onze keuze. Het uitzicht overigens maakte deze klim meer dan goed! 

De omgeving is o.a. een vogelreservaat en er is een fantastisch mangrovenbos. In de baai zijn vanaf januari tot maart de walvissen. Wij zijn dit keer niet bij de baai geweest. Misschien nog volgende week als we naar Santa Barbara de Samaná gaan. Maar waarschijnlijk zijn de walvissen alweer met hun kroost vertrokken.

Terug naar beneden naar de zwembaden en daar hebben we nog een laatste zonnig uurtje van de dag ons kunnen vermaken. Eerst natuurlijk gezwommen (veel kouder dan de oceaan) en daarna op een ligbed met een glaasje wijn. Voor het avondeten hebben we een flink stuk gewandeld. Onder andere naar het gedeelte waar wij 21 jaar geleden sliepen. Ook kwamen we erachter dat er nog een hotel is : Altos Caño Honda voor privé gasten, terwijl datgene waar wij nu hebben geboekt meer gebruikt worden voor grote partijen, huwelijken etc. Vandaag waren wij een van de weinige gasten, maar vrijdag tot en met zondag is het volgeboekt. Na het diner namen we ons flesje wijn mee naar onze kamer en hebben nog heerlijk op het balkon gezeten. De volgende ochtend regende het. Best jammer, want dan heb je niet zoveel aan dat mooie uitzicht van meer dan 100 treden hoog.

Tijdens het ontbijt (we leven nu op vrijdag 25 maart) hebben we de route bekeken die ons weer terug moet brengen bij Didi. We besloten de kleinere wegen te nemen, die nog wel als gele wegen op Google Maps staan. Ook besloten we iets voor Nagua, dus weer aan de atlantische kust, een overnachting te zoeken. We gingen vanaf Caño Hondo via Sabana de la Mar naar Hato Mayor, een zeer goede geasfalteerde weg. So far so good. De weg vervolgde naar El Puerto, dat ging nog redelijk. Was soort van verhard. Maar eenmaal richting Bayaguana werd de weg steeds slechter. 

Van verhard naar stoffig naar steeds meer kuilen en hobbels. We hebben geen 4-wheel-drive gehuurd, dus het werd steeds spannender. En de paar dorpjes / huizen die we tegenkwamen hadden hooguit een lokale kruidenier annex bar annex…… Bij één daarvan hebben we toch maar wat gedronken. En natuurlijk zijn die lokalen hartstikke gezellig en gastvrij. De rit ging verder en bijna zonk ons de moed in de schoenen. Bruggen waren nooit afgemaakt of kapot gegaan. Er omheen vereiste best wat bestuurders kunsten en eerlijk gezegd was ik het liefste uitgestapt. Dat moest ook wel een keer. Ik ben voor de auto uitgelopen door het water om te kijken of het ondiep bleef en of de bodem hard genoeg was voor de auto. Ook hier weer: eind goed al goed. We kwamen bij Bayaguana. Daar hebben we opnieuw gekeken of we ergens wat konden eten. Helaas, dan maar misschien een huisje kopen. Je weet maar nooit of dit in de toekomst nog wat wordt? 

Richting Monte Plate kwamen we op de weg die naar het Noorden ging en dat bleek heel verrassend een net nieuwe geasfalteerde tolweg te zijn die over de bergkam voerde waardoor je opnieuw fantastische vergezichten te zien kreeg. Wat is het toch een mooi en vooral 50 tinten groen land. Eenmaal aan de atlantische kust hebben wij bij meerdere plaatsen aan de oceaan gezocht naar een hotel. Ook hier blijkt dat er nauwelijks toerisme is en dus ook weinig aanbod van logies. Hoewel het nog best lang rijden was, kozen we ervoor door te gaan naar Cabarete, daar aan het strand te gaan eten en dan te gaan slapen in ons appartement bij Didi. 

Zaterdag 26 maart hadden we nog de auto. We zijn naar Pico Isabel De Torres (800 mtr hoog) in National Park bij Cupey gegaan. Geloof me, adembenemend mooi! Vandaag was het strak blauw en helder. We hebben daar uiteraard het Jezus Christus standbeeld van 16 mtr hoog (a la het beeld in Rio de Janeiro)  bewonderd. Maar ook het onder natuur beschermde regenwoud erom heen. Toen we richting Puerto Plata reden belde Didi. Zij gaf ons een tip van een strandje niet ver hier vandaan. We zijn daar naar toe gereden. Een heel gemoedelijk strandje met een leuk marktje en een paar hele fijne strandtenten. Natuurlijk eerst uitermate lekker geluncht en daarna gezwommen en nog een tijdje op het strand gelegen. Terug naar Sosua wat boodschappen gedaan en de auto teruggebracht.

Gezegend met een mooie dag

Uitzicht over Puerto Plata

Zondag 27 maart wilden we aanvankelijk mee met de Jeeptour. Helaas was er toch niet genoeg plek, dus besloten John en ik met de auto van Didi een ander strandje te bezoeken. Hier waren een paar weken geleden de wereldkampioenschappen surfen. Ook vandaag werd er veel gesurfd, maar duidelijk een ander niveau. Het fijne van dit strand is, dat je je auto onder de palmen naast het strand parkeert, naar een leuke strandtent loopt waar live muziek is en waar het niet al te druk is. Iedereen is relaxed.