TurN kan worden gebruikt in heel veel uiteen lopende zelfbouw projecten. Zoals een draaischijf of een segment draaischijf. Ook een rolbrug kan worden aangedreven. Een treinenlift of treinenmagazijn waarbij treinen verticaal worden bewogen kan zeker ook door Turn worden bestuurd.
In de tekst gebruik ik 'brug' waarmee ik het zelfbouw project bedoel.
Het zal duidelijk zijn dat voor de verschillende toepassingen soms vergaande verschillen in de werking van het zelfbouw project nodig zijn.
TurN heeft daarom heel veel instellingen.
Ik zou een schema kunnen tekenen met alle instellingen en verbanden tussen de instellingen. Past dan in een schema, lekker compact maar waar niemand iets van snapt, of ik maak een vreselijk saai verhaal waarin een voor een de instellingen worden opgesomd en uitgelegd.
Gekozen voor het saaie verhaal......
In de tekst heb ik het regelmatig over 'in default', weet ik geen goed Nederlands woord voor, bedoeld wordt hoe deze instelling is ingesteld in het begin, dus voordat er iets is veranderd of na een factory reset waarmee alle instellingen worden gewist.
Factory reset doe je door knop 1 en knop 4 ingedrukt te houden en dan TurN aan te zetten.
Boven het display zitten 4 knoppen. En we hebben een reset knop die de arduino herstart. Op een extra aansluiting kun je optioneel (hoeft-niet-kan-wel) nog een EC11 encoder, draairegelaar, aansluiten.
Een druk op knop 4 wisselt tussen [in bedrijf] en de verschillende programmeer fases. 'Een druk op knop 4' schrijf ik vanaf nu als [4]. Werking van de knoppen wisselt in de verschillende programmeerfases.
Knop 1 en knop 2 hebben een extra kunstje. Knop 2 verhoogt een waarde, dan [1] en daarna verlaagt [2] dezelfde waarde. 2x[1] verzet naar de volgende instelling. Lekker cryptisch als je het opschrijft maar werkt in de praktijk heel natuurlijk, even mee oefenen.
Na instellen van een waarde moet deze verandering opgeslagen worden in het geheugen. Druk hiervoor op knop [3].
Als straks de brug klaar is en TurN goed is ingesteld, is het eenvoudig kleine instellingen aan te passen. Maar veel instellingen van de brug zijn afhankelijk van de instellingen in TurN en omgekeerd. Het kip-en-ei gehalte is erg hoog. Hoe stel je iets in als dat iets nog niet is gemaakt.
In default is TurN ingesteld om een kleine draaischijf met 4 posities in melder mode aan te sturen, waarbij er een overbrenging vertraging is van 1:3.
Na inschakelen laat TurN de motor draaien en verwacht een positie melding van de melders.
Na het opstart scherm staat er: 'Positie zoeken.....'
Is er al een motor aangesloten dan zal deze heel langzaam draaien.
Sluit een tijdelijk drukknop aan tussen M1 en de VCC. (op de 'melders' schroefconnector)
Druk de knop in, laat los, motor keert om, draait de andere kant op, druk knop in..motor stopt. Knop kun je nu loslaten.
Display geeft nu een grote 1. Indrukken van de knop geeft een klein cijfer 1 rechtsboven in de hoek.
Motor staat nu stil , nu kun je instellingen gaan aanpassen, druk op [4] in in de programmeer mode te komen.
In deze stand kun je ook de sensoren voor de positie testen. Als de sensoren aangesloten zijn via 15To4 op M1~4 van TurN.
Activeer een sensor en het sensor volgnummer wordt klein getoond.
Met [4] ga je door de verschillende programmeer fases heen, na de laatste (DCCadres) komt TurN weer terug 'in bedrijf'.
Dit is de test instelling van de motor. Dus geen programmering. [1] Laat de motor draaien linksom, [2] laat de motor draaien rechtsom. Hiermee kun je het aandrijfmechaniek van je zelfbouw project in werking stellen en testen. [3] blijft de noodstop.[4] zet naar de volgende programmeerfase.
Met deze functie kun je de stopplekken afstellen.
TurN heeft twee modes 'Home' en 'Melders'.
Home: Met [1] en [2] de in te stellen stop kiezen, [3] geeft "instellen stops 2" en daaronder de huidige positie van de motor. Met [1] gaat motor linksom draaien, met [2] de andere kant op. [3] slaat de positie op in het geheugen en gaat terug naar "stops instellen".
Melders: Dit werkt alleen als de brug in een stop staat. Tijdens maken van het project is deze functie nog niet te gebruiken. Is de allerlaatste instelling als de brug helemaal klaar is, hiermee is de positie op de stopplek tot op tienden van millimeters nauwkeurig af te stellen.
Het principe van de melders mode.
Ieder stopplek krijgt een sensor, deze zo goed als mogelijk plaatsen in het midden van de stopplek. TurN bepaald volautomatisch waar de stopplekken zijn. Draait naar de gevraagde stopplek, bereikt de rand waar de sensor actief wordt. Onthoud deze waarde, draait door totdat de sensor weer vrij komt, onthoud deze waarde, keert de draairichting en draait naar het berekende midden tussen de twee gemeten sensor-randen vermeerderd met de waarde die je kan instellen met deze functie "stops instellen" en vermeerderd de waarde van de parameter 'speling' dit is de vrije slag in je aandrijf-mechaniek wat moet worden gecompenseerd als de draairichting veranderd.
Draai de brug naar de in te stellen stop. Zet TurN in de programmeermodus "Stops instellen" daarna [3] de motor meet nu nogmaals de beide sensor randen en stopt in de ingestelde plek. Met [1] en [2] nu precies de brug positioneren. [3] slaat alles op in het geheugen.
Een verzameling van min of meer bij elkaar horende instellingen. [1] brengt je telkens een parameter(instelling) verder. [2] veranderd de waarde, [3] slaat de ingestelde waarde op in het geheugen. [4] gaat naar de volgende programmeerfase.
De V duidt op een snelheid instelling. Vhome is de snelheid die de motor draait als TurN eigenlijk niet weet waar die is of hoe ver de doel stop is. Tijdens het automatisch bepalen van de posities draait de motor in Vhome. Instelbaar tussen 0~255. (Gebruik het extra kunstje van [1] en [2].)
Vmin is de minimale snelheid die de brug mag draaien. Wanneer TurN de positie weet van de stop waar het naar toe beweegt, begint Turn te draaien in de Vmin snelheid. De brug gaat versnellen naar Vmax. Brug weet hoe ver de sensorrand van de stop is, gaat op tijd vertragen om met Vmin bij de sensorrand aan te komen en draait dan langzaam met Vmin naar de stopplek. Instelbaar tussen 0~255.
De maximale snelheid die de brug mag draaien. Instelbaar van 0~255.
Het goed ingesteld krijgen van de snelheden is echt een avontuur. Hangt af van de afstanden die gedraaid moeten worden en de vertragingsfactor die in het aandrijfmechaniek van de brug zit. Eenvoudig gezegd doet Vstep alle snelheid standen veranderen in grote stappen. Hierbij is Vstep 1 voor de maximale snelheden en Vstep 4 voor de langzaamste snelheden.
Een stappenmotor kan door TurN zo langzaam worden aangestuurd dat een volledige rotatie een jaar duurt. De maximale snelheid wordt echter gelimiteerd door de motor en voor een deel, ongeveer een 30%, door de microstep instelling van de stappenmotor driver. Tegen ons gevoel in heeft een stappenmotor naarmate het sneller moet draaien steeds minder koppel en treed het verschijnsel 'slippen' steeds meer op totdat het maximale toerental is bereikt. Boven het max draait de motor niet meer en maakt enorm veel lawaai.
Hoe vlug het versnellen en vertragen moet gebeuren kun je instellen met deze parameter. Instelbaar tussen 0~10.
Hiermee stel je in hoeveel stops de brug heeft.
Er zijn een paar modes hoe je de brug met DCC kan aansturen.
Single Elke stop krijgt zijn eigen DCC adres.
DUO-RA 1 DCC adres wordt gebruikt voor 2 stops, R(echtdoor) voor het laagste stop, A(fslaand) voor het bovenliggende stop
DUO-AR Zelfde als RA maar nu Afslaand voor laagste stop en Rechtdoor voor boven liggende stop
Draai15 Een protocol bedacht door Dhr.Kees Moerman. Geniaal in zijn eenvoud. En opgenomen in koploper en Itrain. De 4 kanalen van een DCC decoder worden gebruikt om de brug aan te sturen. Omdat TurN een on-board decoder heeft is een aparte decoder niet nodig.
Dr15>> Is een extra instelling nodig als je draai15 als DCC mode gebruikt. Hiermee instellen hoeveel 'tegenover' liggende sporen er op de brug zijn. Dus stop 1 kun je afrijden vooruit naar blok 1 maar ook achteruit naar blok 6. Moet overeenkomen met de zelfde waarde ingesteld in koploper.
Het aandrijfmechaniek heeft altijd een speling, een vrije slag. Als de draairichting veranderd moet eerst deze vrije slag door de motor worden gedraaid voordat de brug weer beweegt. Dit zorgt er voor dat de positie in verschillende draairichtingen gaat verschillen. Om dit te compenseren gebruik je deze parameter. Instelbaar tussen 0~255. [3] slaat instelling op in het geheugen.
Een verzameling van willekeurige parameters. [1] geeft weer de volgende parameter. Met [2] verander je de waarde, [3] slaat de instellingen op in het geheugen, en met [4] naar de volgende programmeerfase.
Hier dus in te stellen of de positie bepaling met 1 melder gaat, de 'home' mode of de veel nauwkeurige methode met melders. Na aanpassen van deze parameter TurN wel even herstarten, wat trouwens overal een goede gewoonte is.
Encoders zijn gewoon niet allemaal gelijk, soms draait de knop de verkeerde kant op, is hiermee te wisselen.
Na het bereiken van een stop kun je kiezen of de motor echt uit moet gaan. Nadeel hiervan dat de brug vrij komt, dus moet je een of ander iets maken als een slot of wal vergrendeling vergelijkbaar met het grootspoor om de brug in positie te houden. Voordeel is dat stroomverbruik en warmteontwikkeling van de motor stopt. De aan stand heeft tegenoverstaande voordelen en nadelen. De motor is nu de vergrendeling, maar kan veel warmte gaan ontwikkelen vooral als er veel kracht voor de beweging nodig is. Dit kun je instellen op de A4988 met dat miniscule potentiometer.
Wat de naam al doet vermoeden, hiermee stel je het DCC decoderadres in. Afhankelijk van de DCC instelling, worden er 16 dcc adressen (4 decoderadressen) in single mode gebruikt. In de beide DUO modes 8 DCC adressen (2 decoderadressen) en in de draai15 mode 4 DCC adressen (1 decoderadres) De adressen zijn oplopend. Het hier ingestelde adres is het laagste adres.