SpeedMeter,
Aansluiten en instellen

Functies van de drukknoppen

• S1 Wisselt het display tussen instelscherm en een van de twee meetschermen. En slaat gemaakte aanpassingen in de instellingen op in het geheugen.

• S2 In stelscherm, verplaatst cursor.
  In meetscherm rollermode, wisselt tussen tonen rotatie per minuut (rpm) of km/u in boven venster.
  In meetscherm trajectmode heeft de knop geen functie.

• S3 In instelscherm verlaagd het de waarde van de parameter die de focus heeft. (Cursor staat onder de waarde). Vasthouden van de knop laat de waarde snel naar beneden scrollen.
  In meetscherm rollermode, wisselt tussen as 1 en as 2 als rpm wordt getoond of rm1 en rm2 als km/u in bovenvenster wordt getoond. Met as wordt dan de rotatie van het aandrijfwiel van de loc (of modelauto) bedoeld. Rm de rotatie van het sensorwiel.
  In meetscherm trajectmode heeft de knop geen functie.

• S4 In instelscherm verhoogd het de waarde van de parameter met de focus, vasthouden laat de waarde snel omhoog scrollen.
  In meetscherm rollermode wisselt tussen het tonen van de rotatie van de rollersensor en het tonen van de rotatie van het aandrijfwiel van de loc. Als de rotatie in rpm in het bovenvenster wordt getoond. Wordt in het bovenvenster de km/u getoond, dan wisselt de knop tussen de werkelijke snelheid van de loc (of modelauto) of de snelheid op schaal.
  In meetscherm trajectmode werkt de knop als een 'stopwatch'. Drukken start de meting, weer drukken stopt de meting. Ook te gebruiken om de meting te stoppen wanneer de meting ongewild is gestart.

• Reset Herstart de arduino. Annuleert gemaakte aanpassingen in de instellingen.

• Factory reset Houdt knop S1 en S4 ingedrukt. Druk kort op reset. Wacht 3 seconden. Display toont "Factory". laat S1 en S4 los. Druk kort reset.
  Dit zet SpeedMeter terug in basis instelling. Preset 1 als traject meting, schaal 1:87, traject lengte 100cm. Preset 6 voor gebruik met een 'Speedcat'.

Instellingen hoe gaat dat?

Knop S1 wisselt tussen meetscherm of instelscherm. Is het instelscherm ingesteld dan zet S2 de cursor telkens een parameter verder. S3 en S4 verlagen of verhogen de waardes. Ingedrukt inhouden van S3 en S4 laat de waardes snel af- en oplopen, scrollen.
Om de aanpassingen op te slaan in het geheugen wissel dan met S1 weer naar een meetscherm. Heb je je vergist en wil je de veranderingen annuleren druk dan kort op de knop reset om de arduino opnieuw op te starten.
Om de basis instellingen terug te laden, de default waardes. Houdt dan S1 en S4 ingedrukt. Druk op reset. Wacht een 3 seconden. Laat S1 en S4 los en druk nogmaals op reset.
Letop! Alle gemaakte aanpassingen worden gewist. Preset 1 wordt ingesteld zoals bij "Instelscherm Trajectmode". Preset 6 wordt ingesteld als bij "Instelscherm rollermode". Preset 2~preset 5 krijgen een neutrale 0-waarde instelling.

Instellingen, parameters in keuze trajectmode

• Preset keuze

• Keuze trajectmode of rollermode

• Traject: lengte van het traject, afstand tussen de melders. Instelbaar tussen 5cm en 2 1/2 meter.

• Reset: Wanneer een sensor wordt geactiveerd wordt de meting gestart. De groene led gaat knipperen. Deze sensor wordt als het begin van het traject aangemerkt. De andere sensor als het einde van het traject. Een voorbij rijdende trein geeft echt niet een eenmalig aan en uit signaal op een sensor. Ook afhankelijk van het gebruikte type sensor en eventuele wagens achter de locomotief geeft het een hele boel aan en uit sensor meldingen. Daarom wordt na de eerste melding van een sensor de meldingen geblokkeerd en niet meer doorgegeven. Een timer wordt gestart met de hier ingesteld tijd in secondes. Minimaal 0.5s en maximaal 10s.
  Iedere melding van de start-sensor reset weer deze timer. Is de timer afgelopen dan worden de meldingen weer verwerkt. Tijdens de resettijd brand de rode led. Ook door de stop melder worden de meldingen weer geblokkeerd, en ook door de stopsensor wordt telkens de timer gereset.
  De reset tijd moet zijn afgelopen voordat de trein de stopmelder bereikt. Dus niet te lang. En de resettijd mag niet aflopen tussen meldingen van bv. aangehangen wagens. Dus niet te kort. 1 of 2 seconden is een goede waarde bij H0, andere schalen experimenteren tot een goed resultaat.

• Schaal. Instellen van de modelschaal.

Instellingen, parameters in keuze rollermode

• Preset keuze

• Keuze trajectmode of rollermode

• øRM1 Omtrek in mm van de sensor roller aangesloten op RM1

• øWiel Omtrek in mm van het wiel dat sensorroller 1 aandrijft.

• øRM2 Omtrek in mm van de sensor roller aangesloten op RM2

• øWiel Omtrek in mm van het wiel dat sensorroller 2 aandrijft.

• ↑RM1 Aantal pulsen wat sensor roller aangesloten op RM1 afgeeft voor 1 volledige rotatie

• ↑RM2 Aantal pulsen wat sensor roller aangesloten op RM2 afgeeft voor 1 volledige rotatie

• Schaal, instelling van de modelschaal

• ÷ Preciesie van de sensoren, vergelijkbaar met het reset, blokkeren in Trajectmode, maar op een heel andere tijdschaal. Hier gaat het om micro-secondes. Sensoren lijken in 1 keer aan en uit te gaan, in werkelijkheid stuiteren ze gedurende een paar microseconden, bouncing heet dat in goed Nederlands.
  Deze parameter is om dit te ondervangen, hoe langzamer de rollen draaien, hoe hoger de waarde. De vooraf ingestelde 6 is een goed gemiddelde.

• Instelling USB (serial monitor) uitgang.
  -Geen uitsturing
  It Stuur serial data uit bedoeld voor Speedcat app en trein besturingsprogramma's als Itrain.
  Sd Stuur serial data uit bedoeld voor Simple Dyno.

• Y Alleen voor keuze It. Om de metingen van SpeedMeter te ijken zodat ze overeenkomen met de SpeedCat app.

• P Alleen voor keuze It. De SpeedCat app verwacht een vast aantal pulsen voor een rotatie, dit veranderd nog wel eens. Met deze parameter kun je dit verwachte aantal pulsen per rotatie waarop de gestuurde waardes zijn gebaseerd, instellen. 4 is momenteel de standaard.

Meer info:
SpeedMeter
SpeedMeter, de werking