deKoder-outputs

Outputs

deKoder heeft 4 outputs genummerd 1~4 en 2 outputs Bezet en Alarm.
De Bezet en Alarm outputs hebben geen instellingen kunnen alleen aan of uit worden gezet.
Met de outputs kunnen zaken worden aan en uitgezet. Leds of kleine gelijkstroommotortjes gebruiken weinig stroom en kunnen direct op de outputs.
Apparaten die meer stroom nodig hebben als wat grotere motoren of heel veel leds tegelijk, zijn te schakelen met een relaismodule.
Om een PWM uitgang voor heel veel leds te gebruiken, zoals verlichting voor de modelbaan met zonsopgang en ondergang, is een versterker schakeling nodig.

Aansluiten en meer...

De dupont connector met 3 pinnen. Pin onder(boven de tekst) is GND, midden is de 5V, bovenste (onder de led) de output. Bij Aan is dit 5V bij Uit 0V (GND).
De Bezet en Alarm output kunnen zowel 'sourcen' als 'sinken'.  Bij sourcen is de 'load' (de belasting, het apparaat (led) wat je aan of uit wilt zetten) met de min-aansluiting verbonden aan de GND en de plus aansluiting is verbonden aan de output. Bij sinken andersom, dus de plus aansluiting van de load aan de 5V en de minaansluiting aan de output. De aan en uit is dan omgekeerd, de load gaat aan als de output uit is. De Bezet en Alarm outputs kunnen zowel bij sourcen als sinken ongeveer een 40mA leveren. Maar aan te raden is om niet verder te gaan dan een 25mA.

De outputs 1~4 zijn digitale PWM outputs. Deze kunnen ook sourcen of sinken met tegengesteld resultaat.
Maximale stroom hier 35mA.  Aan te raden niet hoger dan 25mA te gaan.
PWM staat voor puls width modulation. Veel gebruikt als toeren regeling voor gelijkstroommotoren.
De lichtsterkte van leds is ook met PWM te regelen.

Werking van de knoppen

Actieknop 1 wisselt tussen aan of uit van de op de actieknop ingestelde output.
Knop 4 zet bij de output 1~4 de programma mode een stap verder, knop 2 en 3 verhogen en verlagen de waarde,  weer terug in bedrijfsmode worden dan de gemaakte veranderingen opgeslagen.
Bij de Bezet en de Alarm output hebben de knoppen 2,3 en 4 geen functie.

Ook met een DCC command kunnen de outputs worden geschakeld. In alle DCC types op de zelfde manier. Een aan-command 'afslaand' zet de output aan. Een rechtdoor command en/of een uit-command zet de output uit.

Instellingen

Voor de outputs 1~4 zijn er twee instellingen.

Duty cycle, regeling van de output

Met deze instelling kun je de lichtsterkte van een led regelen.
De output sterkte in procenten. (default: 100 op display als 00 zoals afbeelding links)
De output is dan aan gedurende het ingestelde aantal procenten van een cyclus aan.
Met knoppen 2  en 3 kun je de waarde aanpassen. (scroll)

Extra: Ook een kleine gelijkstroommotor zoals de populaire hobby motortjes met vertragingskast zoals de afbeelding rechts, kun je direct op de output aansluiten. Het toerental van de motor is met de PWM in te stellen. 

Automatische regeling van de output

Met deze instelling kun je de tijd, in stappen van 10ms, instellen van het in-fade en uit-fade effect. (default: 0). Het automatisch toenemen of afnemen van de lichtsterkte van een led of het toerental van een motortje. (scroll).

Extra: Te gebruiken voor allerlei lichteffecten. Of in combinatie met een PWM-versterker en een hele boel leds, de verlichting van de modelbaan met zonsopgang en zonsondergang simulatie.