Druk knop 3 en knop 4 tegelijk even kort in om PenDelDCC in de programmeer modus te zetten.
In onderbalk op het display worden de functies van de knoppen getoond. In het bovendeel van het display het menu, submenu of parameter.
Instellingen zijn georganiseerd in menu's>submenu's>parameters.
Kies met - en + het menu. Druk 'V', knop(3), om naar de submenu's te gaan, of druk 'X', knop(4) om programmeer mode af te sluiten.
Onderstaand schema laat alle menu's submenu's en parameters zien. Klik in de afbeelding voor een te printen PDF.
Hier kunnen de DCC adressen voor de beide locs worden ingesteld als deze bekend zijn. +/- (knop 1 en 2) kiest de loc , V(knop3) opent het volgende scherm waar het adres met +/- is in te stellen. V (knop3) slaat de waarde op in het geheugen, X(knop4) annuleert de aanpassing.
Te gebruiken om de locs, wissels, seinen en melders te testen. Handmatig kunnen de locs gereden worden, de wissels en seinen kunnen worden omgezet.
De melders test laat zien wanneer een melder actief is. Kies met -/+ (knoppen(1)(2) de gewenste test en druk V(knop3). Iedere test heeft zijn aparte scherm, gewoon even mee spelen wijst vanzelf. Verlaten van de test met X(knop4).
Niet altijd is het DCC adres van een loc bekend, of de loc moet een ander DCC adres krijgen.
Plaats alleen de te programmeren loc op de rails. Kies welke loc je gaat programmeren. met -/+ en druk op 'V' (knop3). Een voortgang balkje toont het proces in het display. Het DCC adres ingesteld bij 1 (instellen DCC adres) wordt in de loc decoder geschreven. Proces is niet omkeerbaar, er is geen annulering.
Kies loc 1, loc 2 of decoder. Stel daarna het te sturen CV nummer en de nieuwe waarde in en druk weer op V (knop3) om het CV commando te sturen.
Bij locs wordt het DCC adres van de loc gebruikt. Bij decoders altijd het eerste DCC adres in een decoder adres. In de basisinstelling is dit decoder adres 1 (DCC adres 1). Een CV instellen op een seindecoder is lastiger, zorg dat alleen de in te stellen decoder is aangesloten op PenDelDCC, dus gewoon de aansluiting naar de rails losnemen en direct aansluiten op de te programmeren decoder. Zet de (sein)decoder even op het adres van de eerste wisseldecoder dus in basisinstelling decoder adres 1, programmeer de CV.
Zet het DCC adres van de sein decoder weer terug op het adres waar het op moet werken. Het basis adres van de eerste sein decoder S1=353 (decoderadres 89)
Routes gaan altijd van een melder naar een ander melder. Kijkend naar het spoor is SL het station links, SR het station rechts. Bij een ovaal, in het ovaal staand kijkend naar het spoor SL links, SR rechts. Je draait dan met het ovaal mee.
De aanwijzing links station of rechts station geld alleen voor de route die je aan het programmeren bent.
Afhankelijk van de ingestelde oriëntatie van de loc (in de basis instelling is de neus van de loc naar rechts) worden routes in twee richtingen gereden.
Bij rijden van SL naar SR rijd de loc vooruit, bij rijden van SR naar SL rijd de loc achteruit. **
**In het I-scherm (zie PenDelDCC, bedienen kun je de richting, oriëntatie, van de loc omkeren, dus de neus naar links.
Bepaal of een wissel opgenomen is in een route en bepaal de stand, afslaand of rechtdoor .
Is een wissel opgenomen in een route en is deze route actief, dus een loc rijd deze route, dan kan deze route niet meer worden gekozen door een andere loc.
Pas wanneer deze route is beëindigt, dus de loc is aangekomen in zijn doelstation, worden de routes waar deze wissel ook in is opgenomen weer vrijgegeven.
Seinen staan altijd op rood, behalve als je hier instelt dat ze in een route in een van de richtingen groen moeten zijn. Een route kan in twee richtingen worden gereden dus behalve de route moet ook de richting waarin de route wordt gereden worden ingesteld met <> (knop2).
Met * (knop3) instellen dat het sein groen moet worden. Als een route door een loc is gekozen worden de seinen en wissels in de juiste stand gezet.
Bij blokkades denk bv. aan een kruising. Als de kruising opgenomen is in een route, kan een andere route geen gebruik maken van deze kruising.
Een blokkade opgenomen in een route zal er voor zorgen dat andere routes die ook gebruik maken van dezelfde blokkade niet kunnen worden gekozen door een loc. Pas als de route is beëindigd worden deze routes die dezelfde blokkades hebben ingesteld weer vrijgegeven.
Melders is voor de situatie dat een route een melder passeert waar niet wordt gestopt, wat dus niet het eindstation is voor deze route.
Zo een te passeren station kan bezet zijn door de andere loc of de andere loc kan een route rijden waarvan dit station het begin- of doelstation is.
Dan kan deze route niet worden gekozen.
Is deze route al gekozen dan kan de andere loc niet een route kiezen waar dit station een begin- of doel station is of waar ook deze melder in is opgenomen.
Seinen worden opvolgend ingesteld met het DCC adres ingesteld bij 1. Basis adres is decoderadres 89 (DCC adres 353). Per decoderadres is dit aan te passen. In dual mode heeft iedere stand van het sein zijn eigen DCC adres, dus S1 rood is DCC adres 353, afslaand is dan aan en rechtdoor is dan uit. S1 groen heeft dan als DCC adres 354, afslaand weer aan en rechtdoor uit. Zo zijn er 32 DCC adressen nodig voor de 16 seinen. Maar 1 poort van een decoder channel wordt gebruikt.
In mono mode is van 1 adres de rechtdoor stand de groene led en afslaand de rode led. Beide poorten van een decoder channel worden dan dus gebruikt. In mono mode zijn dus maar 16 DCC adressen nodig. In basisinstelling zet DCC adres rechtdoor de groene led uit en de rode led aan, in afslaand de groene led aan en de rode led uit.
Zeker kunnen deze DCC commands ook worden gebruikt om servo's om te zetten voor armseinen.
Auto is de optie om het automatisch rijden vanzelf te laten beginnen wanneer PenDelDCC wordt ingeschakeld. Alleen het aanzetten van de stroom is dan voldoende om alles weer te laten verder gaan waar de vorige sessie is geëindigd. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de locs niet worden verplaatst.
In het bedienscherm D heeft knop(3) de functie S&O als er een loc rijd.
S&O staat voor stoppen en opslaan. Druk je S&O (knop3) in dan verschijnt in het display 'stop' om aan te geven dat de functie actief is. Locs die hun doelstation hebben bereikt stoppen met automatisch rijden. Hebben beide locs hun doelstation bereikt dan slaat PenDelDCC de posities van de locs op in het geheugen en DCC wordt uitgeschakeld. PenDel kan nu worden uitgezet. Wordt PenDelDCC weer aangezet en staat deze functie 'auto' op aan, dan gaan de locs weer direct verder waar ze gebleven waren.
Is de vorige sessie niet met S&O gestopt dan werkt deze functie niet en moeten de posities van de locs eerst worden ingesteld.
Staat 'auto' uit dan worden de posities van de locs wel opgeslagen in het geheugen bij het gebruik van S&O.
Het is daarom aan te raden deze functie altijd te gebruiken voor het stoppen van een rij-sessie.
In basis staat het eerste sein altijd op het eerste DCC adres in een decoder adres. Met deze functie kan het DCC adres 1 tot 3 posities worden opgeschoven, naar het tweede, derde of vierde channel in dit decoder adres. Er zijn situaties waar dit nodig kan zijn.
Melder 8 heeft nog een instelbare sub-functie 'Acc Ready'.
In 'Acc Ready' is melder 8 niet meer voor een station melder te gebruiken, er blijven dan dus 7 stations over.
Acc Ready staat voor accessoire ready. En geeft een accessoire de mogelijkheid om aan te geven wanneer het klaar is met de beweging.
Soms kan het instellen van een accessoire met een wisseldecoder wat langer duren. Denk aan een draaischijf of treinenlift. Of een spoorbrug in de route. Het instellen van deze accessoires kan langer duren, daarom zullen de locs niet beginnen te rijden als melder 8 niet actief is. Routes worden volledig ingesteld wissels, seinen enz. maar beide locs wachten totdat melder 8 actief wordt en gaan dan pas rijden.
Hier kan voor beide locs een waarde tussen 1 en 24 worden ingesteld. Mede afhankelijk van de CV instellingen van de locs zal dit de loc bij het bereiken van het doelstation een periode laten doorrijden in de ingestelde minimale snelheid Vmin. Hoe hoger de waarde hoe langer de loc doorrijd.
Staat Slot aan en staat melder 8 op 'Acc Ready' dan stuurt PenDelDCC twee extra DCC accessoire commands over het ingestelde wissel decoder adres +1. Dus bij de basis instelling is dat decoder adres 2 DCC adressen 5 en 6. Beide worden afslaand gezet als de Melder 8 actief wordt en weer rechtdoor gezet als melder 8 niet-actief wordt.
Hiermee kunnen bv. servo's worden omgezet, met ServoControl gaat dat perfect. Deze servo's kunnen dan slagbomen bij een spoorbrug bewegen. Maar ook een vergrendeling van een draaischijf of treinenlift die dan voorkomt dat de schijf wordt verplaatst door de op en af rijdende locs.
Een waarde instelbaar tussen 1 en 20. Hiermee is de willekeurige gekozen stoptijd tussen het rijden van twee routes te verlengen of bekorten. Hoe hoger de waarde hoe langer de stoptijd.
Staat Init aan, dan worden wissels en seinen bij opstarten eerst in een vaste positie gezet.
Afhankelijk van het type wisselaandrijving kan dit wel of niet wenselijk zijn.
Houdt knop 1 en knop 4 ingedrukt en zet PenDelDCC aan. Alles wordt teruggezet in de basisinstellingen.
Alles wat je zelf hebt ingesteld wordt gewist.
Je krijgt geen waarschuwing, ongedaan maken is niet mogelijk.