1
Aansluiting voor 12V. De voeding voor het geheel. Bij de standaard configuratie van 14 leds, kan ook een voeding van 9V worden gebruikt.
Onderste aansluiting, bij '12V' is de plus, bovenste de GND.
2
Twee rijen met 17 aansluitpinnen. Een rij is bedoeld voor een van de twee kanten van de overweg. Iedere kant heeft een aansluiting voor een paal met twee knipperlichten, een aansluiting voor een paal met twee knipperlichten en een andreaskruis, een aansluiting voor een overwegboom met twee knipperlichten en een constant rood licht, en een aansluiting voor een servo om de boom mee te bedienen.
Op de bovenste rij zijn de 7 leds ingetekend. Bij de rij voor de overkant zijn de leds niet ingetekend, aansluiting is gelijk.
Aansluitingen voor 1 led zitten naast elkaar, anode, het lange pootje links, cathode rechts.
Per object, paal, paal met andreaskruis of slagboom zijn de leds aan te sluiten.
Serie weerstanden niet gebruiken.
Leds zijn in serie verbonden, ze branden alleen als alle leds zijn aangesloten of als met een 'jumpertje' de pinnen van de niet geplaatste led zijn overbrugd.
OverWeg maakt gebruik van 5 led drivers. Per driver kunnen er 4 leds in serie worden aangesloten.
Gebruik je de aansluitmethode als boven beschreven dan zijn er 4 slingers van 3 leds voor de knipperlichten en 1 slinger van 2 leds voor de constant brandende lichten in de slagbomen.
Weerstanden in serie met de leds kunnen niet worden gebruikt. De leds staan in serie geschakeld. De doorverbindingen tussen de leds zijn ook gemaakt op de print zodat de leds gewoon met twee draden kunnen worden aangesloten.
De doorverbindingen zijn met groene lijnen in de tekening aangegeven.
De 'functionele' aansluitingen naar de led drivers zijn in de tekening gelabeld. K staat voor knipperen, C voor constant branden. L is voor de linker knipperende led, R voor de rechter. 1 en 2 is voor de beide kanten van de overweg.
Een andere manier om de leds aan te sluiten is door alleen de functionele aansluitingen van de print te halen en de doorverbindingen zelf te maken .
De verbindingen zijn te maken door de draden of aansluitingen van de leds direct op de pinnen te solderen. Een betere methode is om contra connectors te gebruiken, Standaard zitten ze al aan de servo's.
Op de Houten beurs heb ik een "OverWeg, Leds&connector" setje bij me. Hierin 8 rode 3mm leds, 6 rode 0805 smd leds, 4 dupont female 4-pin headers(stekkers op de pinnen), 8 dupont female 3-pin headers. (2 vormen samen een 6 pins stekkertje), 4 jumpers.
Een speciale dupont krimptang waarmee, na enig oefenen, eenvoudig stekkertjes aan de draden te bevestigen zijn, is de beste manier.
3
Aansluiting voor 2 servo's.
4
Melder aansluitingen. 2 Aansluitingen voor M1 en twee aansluitingen voor M2.
Aansluiting voor 4 sensoren, terugmelders. Alle soorten terugmelders kunnen worden gebruikt.
De sensor moet een positieve 5V zetten op de M-pin, melder, van de aansluiting.
Plaatsing van de sensoren bij enkelspoor. Trein mag van beide kanten komen. Sensor op M1 en sensor op M2 op enden van het traject.
Plaatsing van de sensoren bij dubbelspoor. Treinen rijden in tegenovergestelde richting over de overweg. De vier sensoren verbinden met de M1 en M2 kruislings op de einden van het traject. (als in onderstaande tekening)
Rijden de treinen in dezelfde richting op het dubbelspoor, zoals bv. op een rangeerterrein of kopstation dan gelijke sensoren op melders M1 en M2 aan einden van traject plaatsen.
5
Aansluiting voor een externe bediening van de overweg.
Een gewone tuimelschakelaar aangesloten op deze twee pinnen laat de overweg sluiten en weer openen.
Deze aansluiting is ook te gebruiken als je de overweg niet met zijn 'eigen' sensors wil bedienen maar bv. met je digitale systeem.
Nodig is dan een aparte DCC decoder, project DCCmonitor is hier voor te gebruiken.
6
Aansluiting voor een accessoire.
Wanneer de overweg gesloten is geeft de out 5V, is de overweg open dan is de out verbonden met GND.
Te gebruiken b.v. om een audio speler te activeren om het geluid van de bel te laten horen.