deKoder-servo's

Servo's

Servo's worden in de modelspoor vaak ingezet voor het stellen van wissels, openen en sluiten van deuren en andere heen-en-weer toepassingen waarbij de servo tussen twee posities wisselt.
Natuurlijk kunnen op deKoder aangesloten servo's deze taak prima verzorgen.
Maar deKoder kan meer met een servo.
Snelheid van de beweging kan worden ingesteld en is dynamisch, servo begint langzaam te draaien, versneld en vertraagd om  langzaam aan te komen op de gewenste stop.
Tot maximaal 8 stops kunnen voor een servo worden ingesteld. Als voorbeeld kunnen deuren ook half open worden gezet of de arm van een hijskraan kan in meerdere standen worden ingesteld. 

Werking van de actieknop 1

Is de actieknop ingesteld op 1 van de servo's dan draait de servo direct naar de gekozen stop als de actieknop wordt ingedrukt.
In tegenstelling tot de actie bij de stappenmotor maakt de servo niet een eventuele beweging naar een eerder gekozen stop af, maar gaat direct naar de nieuwe stop. Een DCC commando kan ook een servo naar een andere stop sturen.
In DCC mode 4,8 en 16 werkt dit alsof de actieknop is ingedrukt. In DCC mode 32 kan een DCC commando de servo direct naar een stop sturen.
Timers kunnen ook de servo activeren. 

Na opstarten van de module deKoder is de stand van de servo's niet bekend. Bij de eerste beweging van een servo gaat de servo eerst op hoge snelheid centreren. Voor een 180 graden servo kan de servo daarna 90 graden rechtsom en 90 graden linksom. Na het centreren draait de servo dan langzaam naar de gekozen stop. Bij een heen-en-weer toepassing zoals een wissel moeten de beide standen aan twee kanten van het midden worden ingesteld. Een er boven en een er onder. 

Extra: de optie dat de servo direct reageert op een nieuwe stop geeft de mogelijkheid om met een timer de servo complexe bewegingen te laten maken.

Instellingen voor een servo

Met 6 verschillende instellingen kun je de werking van een servo aanpassen.
Met afwisselend drukken op knop 4 ga je door de instellingen, knop 2 verlaagt de ingestelde waarde, knop 3 verhoogt de waarde.
Knop 4 afwisselend drukken totdat de module weer in bedrijfsstand staat, dan worden de gemaakte veranderingen in het geheugen opgeslagen.

Instellen stop.

Eerste cijfer(digit) toont servo 1 of servo 2. Laatste digit de stop. Na opstarten van de module is de stand van de servo niet bekend en staat hier een streepje. Kies met de actie knop de in te stellen stop.
Met de knoppen  2 en 3 is de positie van deze stop in te stellen. (scroll).

Instellen van het aantal stops.

Met de knoppen 2 en 3 instellen hoeveel stops de servo gebruikt. (default: 2)

Snelheid van de servo

Bepaalt hoe snel de servo beweegt. (default:8)
Met knoppen 2 en 3 in te stellen tussen 1~50.

Keuze output voor bezet melding

De servo krijgt een opdracht om naar een stop te draaien. Met deze instelling kun je dan bepalen welke output aangezet moet worden. Is de stop bereikt dan wordt deze output weer uitgezet. (default: -- geen)
Kan als voorbeeld worden gebruikt als bezetmelding naar de centrale of treinenprogramma, maar ook kan een timer gekozen worden die ingesteld is op een knipper led of andere alarm  signalering.

Timer keuze die wordt gestart voordat de servo gaat draaien

De servo krijgt een opdracht om naar een stop te draaien. Eerst wordt nu hier ingestelde timer gestart, de servo gaat dus nog niet draaien. Is de timer weer gestopt, doordat het bij de timer ingestelde aantal cycli is doorlopen of omdat een andere actie de timer heeft gestopt, dan gaat de servo draaien.  (Default: -- geen)

Timer keuze die wordt gestart na het draaien van de servo

De servo krijgt een opdracht om naar een stop te draaien. Is de servo aangekomen in de nieuwe stop dan wordt de hier ingestelde timer gestart. (default: -- geen)