HANS DEN HARTOG DE JAGER
Hans den Hartog Jager is kunstcriticus, schrijver en curator en volgt de ontwikkelingen in de internationale beeldende kunst al jaren op de voet. Zijn beschouwingen voor NRC van de afgelopen zes jaar zijn gebundeld in Revolutie in het paradijs. Het boek geeft een krachtig tijdsbeeld van de kunsten in een periode van grote verandering.
Hans den Hartog Jager werd in 1968 geboren in Herveld in de Over-Betuwe. Hij bezocht het VWO in Zetten en verhuisde in 1986 naar Amsterdam om daar aan de Vrije Universiteit Economie te gaan studeren. Al na enkele maanden zwaaide hij om naar Nederlands, om daar twee jaar later Kunstgeschiedenis bij te gaan doen. Tijdens zijn studie schreef hij voor diverse faculteits- en universiteitsbladen.
Vanaf eind 1991 liep Den Hartog Jager stage bij het weekblad HP/De Tijd en werd daar vervolgens medewerker en kunstredacteur. Zijn studie kunstgeschiedenis maakte hij niet af; in Nederlands studeerde hij af op 'De beeldende kunst-beschouwing van Menno ter Braak en E. du Perron'. In 1994 werd hij kunstredacteur van NRC-Handelsblad. Ook hier publiceerde hij vooral over literatuur en beeldende kunst. Verder werkte hij voor bladen als Metropolis M en The Dummy Speaks, een beeldende-kunsttijdschrift voor jongeren.
In januari 2001 nam Den Hartog Jager ontslag als NRC-redacteur, om zich volledig aan het schrijven te kunnen wijden. Sindsdien werkt hij op freelance-basis voor de NRC en Kunstschrift en heeft hij diverse monografische publicaties op zijn naam, onder anderen over Marc Mulders, Rob van Koningsbruggen en Ronald Zuurmond. In 2003 verscheen van Den Hartog Jager The Essential Van Gogh, een kleine monografie over leven en werk van Vincent van Gogh aan de hand van de collectie van Museum Kröller-Müller in Otterlo.
In februari 2003 debuteerde Hans den Hartog Jager bij uitgeverij De Bezige Bij met de roman Zelf God worden, waarin zijn fascinaties voor kunst, kijken en interpretatie bij elkaar komen. Het boek vertelt het verhaal van de jonge galeriehouder Thomas Locher en de ambitieuze kunstenaar Lucas Thorvaldsen die samen naar Aix-en-Provence in Zuid-Frankrijk reizen om daar het 'perfecte kunstwerk' te maken. Naarmate het boek vordert wordt duidelijk dat zowel Locher als Thorvaldsen met heel eigen ideeën naar Aix zijn gekomen. Allebei trachten ze de ander te gebruiken om hun eigen doel te verwezenlijken. Het boek eindigt in een thriller-achtig spel van waan en werkelijkheid, dat de lezer doet twijfelen aan zijn eigen interpretatievermogen.
Beeldende kunst speelde in de geschiedenis vaak een cruciale rol als voortrekker van verandering. Ook nu nog. Kunst die tot voor kort weinig kans kreeg zich te tonen wordt geëxposeerd en vindt weerklank. Makers van over de hele wereld treden uit de schaduw en ándere thema’s dringen naar de voorgrond. Maar niet zonder slag of stoot. Sommige van de oude mastodonten proberen hun oude posities te behouden en verandering tegen te gaan. Bijvoorbeeld met het argument dat alleen ‘kwaliteit’ telt. Maar wat als de heersende opvatting van kwaliteit te beperkt is?
Hans den Hartog Jager volgt de ontwikkelingen in de internationale beeldende kunst al jaren op de voet. In zijn haarscherpe beschouwingen in nrc worden heilige huisjes omver getrapt, nieuwe makers bejubeld, vaste waarden bediscussieerd en instituten kritisch beschouwd.
In Revolutie in het paradijs zijn deze stukken verzameld en rijk van beelden voorzien. Gebundeld bieden ze een krachtig tijdsbeeld van de kunsten in een periode van grote verandering.
DISCUSSIE OVER DE VERANDERINGEN IN DE BEELDENDE KUNST , IN DE BALIE IN AMSTERDAM
Met kunstcriticus Hans den Hartog Jager bespreken we hoe de beeldende kunst de afgelopen jaren ingrijpend is veranderd. Hoe moeten we de artistieke kwaliteit van kunst bepalen als de criteria die we daar jarenlang voor hanteerden gedateerd lijken?
In zijn nieuwe boek Revolutie in het paradijs laat schrijver en kunstcriticus Hans den Hartog Jager zien hoe de beeldende kunst in de afgelopen jaren ingrijpend is veranderd. Niet-Westerse en vrouwelijke kunstenaars van over de hele wereld die tot voort kort weinig kansen kregen om hun werk te tonen, worden geëxposeerd en vinden weerklank bij publiek. Daarmee dringen andere thema’s, geschiedenissen en culturele contexten naar de voorgrond. Bovendien beroept deze huidige generatie kunstenaars zich minder op hun autonomie – een begrip dat jarenlang de kunstwereld domineerde. Hoe verhoudt de autonomie van de kunstenaar zich tot het engagement dat veel kunstenaars vandaag de dag nastreven? Hoe moeten we de artistieke kwaliteit van kunstenaars bepalen als de criteria die we daar jarenlang voor hanteerden gedateerd lijken en de kunstwereld zo ingrijpend is veranderd?
LINK NAAR YOU TUBE WEERGAVE.
https://www.youtube.com/live/mtkM9E2djqg?si=TDqjKJEq3A9MVV7c