Accenten:
– kerken en kloosters
– Christelijke iconografie: schepping, zondeval, het leven van Christus, laatste oordeel (in beeldhouwkunst, glas-in-lood en schilderkunst)
– ontwikkeling van vroege naar late schilder- en beeldhouwkunst (altaarstukken, fresco’s en miniaturen, reliekhouders)
Invalshoeken:
– centrale positie van het geloof en de macht van de kerk
– de Bijbel staat centraal
– schoonheid als openbaring van het goddelijke
– de invloed van (de macht van) kerk en adel op de kunst
– werken binnen de traditie (in plaats van originaliteit)
– de Kerk als opdrachtgever
– de kunstenaar als ambachtsman; gilden
– contacten met het Nabije Oosten, handel en pelgrims- tochten; kruistochten
– kloosters als centra van kennis; manuscripten
Wetenschap en techniek:
– kloosters als centra van kennis; manuscripten
– bouwkunst: skeletbouw, glas-in-lood