04 OKTOBER 2018
Het Europees luchtruim wordt dezer dagen doorkruist door miljoenen trekvogels, die begonnen zijn aan hun najaarstrek. Op 6 oktober wordt het spectaculair natuurfenomeen in kaart gebracht tijdens de 25ste editie van EuroBirdwatch. Maar hoe vinden trekvogels de weg naar hun eindbestemming in het zuiden? Recent kwam het onderzoek in een stroomversnelling. Wat weten we intussen?
Magnetische velden, astronomie en bakens in het landschap
Terwijl velen van ons totaal verloren zouden zijn zonder gps, slagen vogels erin om feilloos de weg te vinden van die ene nestplaats in Vlaanderen naar hun overwintergebied in West-Afrika. Er zijn voorbeelden bekend van vogels die jaar na jaar op dezelfde plek broeden en toch telkens op en af naar Afrika vliegen zoals Boerenzwaluw en Grutto.
Voor hun verbluffend oriëntatievermogen beroepen ze zich op een zonnekompas, maar ’s nachts ook op de poolster (de enige ster die ‘stilstaat’. In het zuidelijk halfrond gebruiken ze het zuiderkruis). Daarnaast gebruiken ze ook de krachtlijnen van het magnetisch veld van de aarde. In de ogen van vogels zit de stof chryptochroom, die hen in staat stelt het magnetisch veld van de aarde te ‘zien’. Daarnaast baseren trekvogels zich op bakens in het landschap, die vanuit de lucht heel duidelijk zijn: kustlijnen, rivieren, kanalen, en zelfs snelwegen. Onderzoek in Engeland wees uit dat reisduiven snelwegen volgen en zelfs ‘afritten nemen’.
De geur van de Nijldelta
Recenter onderzoek bracht nog meer verrassende oriëntatiemethodes aan het licht. In 2015 ontdekten onderzoekers dat Kleine mantelmeeuwen zich oriënteren op reukzin. Men heeft dit experiment gedaan op Russische en Finse vogels. Normaal trekken die in het najaar naar het Victoriameer in Oost-Afrika. Bij een deel van de vogels werd de trigeminuszenuw die het magnetisch veld registreert onklaar gemaakt en bij een deel de reukzenuw. Dan werden de vogels uit hun normale koers gehaald en veel westelijker, namelijk in Helgoland, weer losgelaten. De meeuwen zonder reukzin hadden niet door dat ze te westelijk zaten en vlogen verkeerd. De andere vogels die geen gebruik konden maken van oriëntatie op magnetisme kwamen toch aan op hun bestemming. De geur van de Zwarte Zee of de Nijldelta kan dus belangrijk zijn. Het verrassende hier is dat reuk belangrijker bleek dan magnetisme.
Infrasoon geluid van orkanen
Vogels maken ook gebruik van zeer lage tonen: onderzoek met geolocators op Geelvleugelzangers (Amerikaanse vogels) heeft aangetoond dat deze het geluid van naderende onweders vanop meer dan 1.000 km afstand al kunnen horen. Ze kwamen in april 2014 in hun broedgebieden in de Apalachen aan. Eén tot twee dagen voor de zware tornado’s (die onder andere 35 mensen het leven kostten) arriveerden, trokken de vogels allemaal zomaar even 700 km terug naar het zuiden naar de Golf van Mexico om enkele dagen later terug te komen. Op 2 mei kwamen ze terug aan in hun broedgebieden. Ze horen dus zo’n orkaan lang op voorhand aankomen.
https://www.natuurpunt.be/nieuws/hoe-vinden-trekvogels-de-weg-20181004
'Het mooiste voorbeeld van de levende deeltjesnatuurkunde is het Europese roodborstje. Een trekvogel, begrijp ik, en wat voor een. Het beestje blijkt zich op zijn tocht van Scandinavië naar Zuid-Europa te kunnen oriënteren omdat het een kompas in zijn kopje heeft.
Dat kompas was lang een raadsel. Er zit nergens gemagnetiseerd ijzer in het dier dus hoe voelde het het zuiden? En bovendien is magnetisme een krachtje van niks.
Decennia onderzoek hebben een wonder aan het licht gebracht, letterlijk. Het kompas van de roodborst zit in zijn oog. Als er licht op een bepaald eiwit valt, valt daar een molecuul heel even uit elkaar in twee magnetische delen die zich het liefst langs het magneetveld van de aarde vleien. Dan blijven ze het langst gescheiden en maken ze het oog iets lichtgevoeliger dan in andere richtingen. Een roodborstje ziet het zuiden als een iets lichtere plek aan de hemel.'
https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/martijn-van-calmthout-quantumbioloog