Neeroeteren

Neeroeteren is een deelgemeente van Maaseik. Net zoals Opoeteren dankt Neeroeteren haar naam aan een van de beken die door beide deelgemeenten stroomt, namelijk de Oeter - die officieel Bosbeek heet - op het Kempens Plateau.

In geschriften van 952 wordt de gemeente voor het eerst vermeld, namelijk met de naam "Uoatra". Eeuwenlang is Neeroeteren geregeerd geweest door de Abdis van Thorn (Nederland), die op haar beurt onder het voogdijschap stond van de Prins-Bisschoppen van Luik. Op het einde van de 18e eeuw kwam daar een einde aan met de Franse bezetting. In de 18e eeuw waren er ook bokkerijdersbendes actief in dit deel van Limburg. Drossaard Jan Clerx heeft deze bendes met harde hand vervolgd.

Allicht waren er in Neeroeteren drie schansen: de Dorperschans en de Voorshoventerschans en de Neerhovenschans.

De twee eerste werden in 1799 vermeld. Enkel over de Voorshoventerschans is mij op heden iets meer bekend:

Voorshoventerschans

Dorperschans

Neerhovenschans

In 1644 herinneren de inwoners van Neeroeteren zich de bouw - het precieze bouwjaar is niet duidelijk - van een schans tegen over die muellen t' Genbruggen, met als doel om me in tijt van noot en oorloge daerop te vluchten en te conserveren hunne persoonen, vruchten, beesten en andere meubelen.

De schepenen vragen aan de abdis de permanente bewoning aan iedereen te verbieden, uitgenomen aan de portier. Het punt is namelijk dat die vaste bewoners, gaende avents ende morgens in hunne schuijre en stallingen met lampen en ander licht, bovendien als brandhout enkel schabberten en looverachtich holdt gebruiken, zonder er zich rekenschap van te geven dat henne huijsingen met solders nijet oft qualick sijn versien (en dat de vonken gemakkelijk het strodak kunnen doen ontvlammen).

BIBLIOGRAFIE & INFO:

  • Raymond Driessen, Emundt van Oeteren, Canonick tot Thorn, Leven langs de Maas in de 16°-17° eeuw: een tijdsbeeld, Paesen, Opglabbeek, 2009.