Punters tijdens de Gait L. Berk punterrace op De Goot.
Mense Brands en Fijgjen Gerrits woonden aan de Kamperzeedijk in het gehucht Lutterzijl. In dit gehucht, dat onder het stadje Grafhorst viel, stonden enkele huizen rondom een watermolen. In Lutterzijl werd water uit de polders Mastenbroek en De Koekoek in Ijsselarm De Goot gepompt. De oudste kinderen van Mense en Fijgjen waren getrouwd en alleen jongste dochter Jennigjen woonde nog thuis.
Tijdens de storm van 4 februari 1825 werd de familie Brands overvallen door het water. Hun enige toevlucht was het dak van het huis. Toen het huis door de kracht van het water instortte, begon het dak te drijven. Het was donker, koud en nat. Mense klom vanaf het dak in een boom, vlakbij de zeedijk. Toen ging het mis. Mense kwam in het kolkende water terecht en verdronk.
Het dak met daarop Fijgjen en dochter Jennigen dreef de Mastenbroekerpolder in. Gerrit Last, aan de Bisschopswetering, zag ze voorbijkomen. Op dat moment sloeg het dak in stukken en verdronken ook Fijgjen en Jennigen.
Het lijk van Mense Brands werd later teruggevonden in polder De Koekoek. Ook Jennigjen werd na enige tijd gevonden en begraven in Zwolle.
In Grafhorst verdronken 6 mensen, 37 runderen en 2 paarden; 26 huizen spoelden weg en 41 huizen waren onbewoonbaar; er ontstonden twee dijkdoorbraken.
©cultuurZIEN 2022