grafsteen van burgemeester Eeckholt in de Buitenkerk
Familie Eeckholt
De familie Eeckholt bezat een eekmolen, op het bolwerk buiten de Hagenpoort. In een eekmolen werd eikenschors fijngemalen. Door het te mengen met water werd van de fijn gemalen schors run gemaakt. Zo kwam er looizuur vrij, dat gebruikt werd voor het looien van huiden voor leer. De molen buiten de Hagenpoort stond vlak bij de looiplaats.
Binnen twee generaties klom de familie op tot het burgemeestersambt. Vader Johan Roelofs (1594 – 1665) was jarenlang lid van de Raad. Samen met zijn broer Lambert Roelofs († 1654), Peters oom, vroeg hij in het voorjaar van 1650 toestemming van de Raad om ''tot versiering van de stad'' twee huisjes te mogen bouwen tegen de stadsmuur aan en tegenover hun huizen aan de Oudestraat. Het ging om twee tuinhuisjes in het bolwerk buiten de Houtzagerspoort. Zulke tuinen met huisjes vormden een geliefde verblijfplaats voor de elite tijdens warme zomerdagen. Enkele maanden later vroeg Berent Jacobs of hij zijn schuur op de Ijsselkade buiten het bolwerk mocht vergroten. Hij gebruikte deze schuur als opslag voor zijn twijgen. Berent beloofde geen raam in de loods te plaatsen, zodat de heren Eeckholt en Roelofs geen last van inkijk in hun tuinen zouden hebben. De hoven in het bolwerk werden door de familie Eeckholt tegen veel kosten met succes beplant. Een vervelend bijkomstigheid was dat opgeschoten jongens over de borstwering klommen en de vruchten uit de fruitbomen stalen. In 1651 vroeg Peters broer Hendrick daarom toestemming om voorlangs de muur van het bolwerk een haag van doornstruiken te mogen planten.
Peter Eeckholt (1617-1697)
Peter Eeckholt werd in 1617 in Kampen geboren. Hij was een zoon van burgemeester Johan Roelofs Eeckholt en de rijke koopmansdochter Rensia Christoffels Grauweijck (†1652). Peter groeide op in welstand. In 1644 trouwde hij met Anna Steenbergen, dochter van Thonis Roelofs Steenbergen en Geertruijd Heijmans. Twee dochters, Rensia en Geertruid, en een zoon, de latere burgemeester Anthony Eeckhout, bereikten de volwassen leeftijd. Peter volgde de gebruikelijke politieke carrière. In 1666 was hij lid van de gezworen gemeente. In dit zelfde jaar was Peter, samen met zijn broer Roelof, eigenaar van de eekmolen buiten de Hagenpoort. In 1669, 1675 en 1697 was hij raadslid en burgemeester.
Na de gijzeling
Toen burgemeester Everardus Ram in 1676 niet aanwezig kon zijn bij het verdelen van de stedelijke ambten, gaf hij een volmacht aan Peter Eeckholt om hem te vertegenwoordigen. Everardus Ram zag af van het sluismeesterschap. Hij had namelijk het voorschot ter reparatie van de sluizen tijdens de vorige zittingsperiode niet terug ontvangen. Daarom had hij geen zin zich opnieuw in te zetten voor een sluismeesterschap in het algemeen belang. Peter Eeckholt zelf werd wel sluismeester.
Vanaf 1676 was Peter Eeckholt voogd over de minderjarige zoon van burgemeester Anthony Beeldnijder Steenbergen. Anthony was één van zijn mede-gijzelaars in Arnhem en vrij snel na de gijzeling overleden.
In 1689 werd hij door de Staten Generaal benoemd tot Raad ter Admiraliteit van Westfriesland en het Noorderkwartier. Peter Eeckholt overleed in 1697, op de leeftijd van 80 jaar. Hij werd begraven in de Buitenkerk.
©cultuurZIEN 2022