van IJsselvlijt naar IJsselvliedt

Zoek op landgoed ''Ijsselvliedt'' en als eerste eigenaar wordt Kampenaar Joan Beeldsnijder Steenbergen (1675-1751) genoemd. Het onderzoek naar de gijzelaars uit 1672 bracht oudere banden tussen Kampen en Ijsselvliedt naar boven.

Begin 1660 was jkr. Johan Kamphuis geld schuldig aan Egidius Valckenier en Hendrick van Borcken. Als onderpand stelde hij de kooppeningen van land in Wezep verkocht aan R. Van Breda, secretaris. Het gaat hier over de Kamper stadssecretaris Rutger van Breda. Jaren later koopt, inmiddels, griffier Breda een derde part van de afgebrande herberg ''De Narrecappe tot wesep, tegenover Ijsselvlijt gelegen'' voor 30 carolusgulden. Pas aan het begin van de 18e eeuw duikt de naam van Rutger van Breda's kleinzoon op.

Johan Beeldsnijder Steenbergen (1675-1751), burgemeester van Kampen en lid van de magistratuur tussen 1697 en 1748, liet er een huis bouwen. Over dit oude huis is weinig bekend, maar het vermoeden bestaat dat het vanaf het huidige huis Ijsselvliedt gezien aan de overzijde van de Zuiderzeestraatweg heeft gestaan. Waarschijnlijk nabij de paddenpoel in ’t Vinkennest (het arboretum). Vanwege de hoge grondwaterstand was het nodig voor de bouw van het huis de grond op te hogen. Hierdoor ontstond de paddenpoel. Ook werd toen een park aangelegd met waterpartijen en een zogenaamd sterrenbos, een bos met lanen die vanuit een middelpunt straalsgewijs naar de uiteinden lopen en zo een ster vormen. Een jager in het middelpunt van de lanen had zo goed zicht had op het uit de begroeiing komend wild. Landgoed IJsselvliedt heeft nog het achttiende-eeuwse lanenstelsel.

©cultuurZIEN 2022