Kamperzeedijk 1775

Uit het anonieme verslag over de stormvloed van 1775, verschenen in de zomer van 1776:

''De Mastenbroeker Dijk is genoegzaam geheel ververbrijzeld, inzonderheid aan den binnenkant door het overloopen van het water, het welk 'er op sommige plaatsen ten hoogte van 2 tot 3 Voeten op stond. Hierdoor zijn de Woningen aan den binnekant staande, merkelijk beschadigd: sommigen zijn zelfs geheel weggespoeld: onder anderen is 'er een Huis, met een Man en 2 Kinderen, tot aan de Mastenbroeker Kerk, die 'er meer dan eene uur gaans van af was, gedreven. Men telde in den gemelden Dijk 37 doorstromende Gaten, waar onder 5 welke Kolken hadden, die 30 Voeten diep waren.

Omtrent eene halve uur van de Stad Kampen af, is door een der laatst gemelde Gaten een groote Tjalk gedreven, die met lange Turf geladen, en van Groningen gekomen was: dezelve bleef op den zoo genaamden Zandbank (= Zandberg) vast zitten, en liet zich in den beginne aanzien dat het zeer moeijelijk vallen zoude dit Vaartuig weder vlot te krijgen.

Na den Storm heeft men niet ver van de Stad eene Turfpraam gevonden, in welke 2 verdronken Menschen waren, zijnde 2 Gebroeders van het Hooge Veen. Beiden zijn zij te Ijsselmuiden begraven, met nog 12 andere Lijken van luiden, die onder het Distrikt van Mastenbroek het leven verloren hebben.

Volgens berigten zijn aan de Zeedijk, onder Mastenbroek, Grafhorst en Ijsselmuiden, 150 stuks Vee, en 7 Paarden verdronken.''