grafsteen in de Bovenkerk, waar Jan Pietersen Oedekercken twee enkele graven bezat bij de zuidingang
Jan Pietersen Oedekercken (ca. 1628- 1702)
Over de afkomst van Jan Pietersen Oedekercken valt vrijwel niets te vinden. Hij werd geboren in Ijsselmuiden en trouwde met Catharina Willems Staalwerk. Zij was waarschijnlijk afkomstig uit Leiden. Samen kregen zij vijf dochters en twee zoons. Het gezin woonde in de Buitennieuwstraat en behoorde tot de Doopsgezinde kerk. Jan Pietersen Oedekercken was werkzaam in de textielindustrie en zal zeker tot de vermogende klasse van de stad hebben behoord.
Wie de akten over Jan Pietersen Oedekercken leest, merkt dat steeds de zelfde namen opduiken. Van een aantal namen is uit eerder onderzoek bekend dat het doopsgezinde inwoners van de stad waren. Dit bevestigt het idee dat Jan Pietersen Oedekercken, net als mede-gijzelaar Hendrick Wolthuijs, vooral binnen de eigen geloofsgemeenschap werkzaam was als voogd, curator en executeur van een testament. De naam van Jan Pietersen Oedekercken komt daarbij veel voor in combinatie met Coenraet Coenraetsen (Betzenen). Of dit de zelfde Coenraet Coenraetsen is als de chirurg die samen met mede-gijzelaar Abraham van den Gronden een steekwond verzorgde, valt niet te achterhalen.
Na de gijzeling
Net als Hendrick Wolthuijs ontving Jan Pietersen Oedekercken op 3 augustus 1674 het grootburgerschap van de stad Kampen. Jan Pietersen overleed in 1702 en werd begraven in de Bovenkerk, naast de zuidelijke ingang.
©cultuurZIEN 2022