Everardus Ram, burgemeester

In de groene cirkel Oudestraat 17, het huis waar Everardus Ram woonde.

Ramspol

De naam van burgemeester Ram zouden de Kampenaren nog kunnen kennen van Ramspol. Een klein eilandje in de Zuiderzee, gelegen tussen de Kamper eilanden en het eiland Schokland. In 1948, werd Ramspol gebruikt om een brug te bouwen tussen het Kampereiland en de net drooggevallen Noordoostpolder. De waterdoorgangen onder de brug werden Ramsgeul en Ramsdiep genoemd. In 2002 werd bij Ramspol een balgstuw in gebruik genomen om opstuwing van water vanuit het Ijsselmeer richting het Zwarte Water, en dus richting Zwolle, te voorkomen.


Familie Ram

De familie Ram was afkomstig uit de regio Meppel/Steenwijk. Daar was een broer van Everardus burgemeester. Naar broer Frerick Ram is de prachtige Jugenstilvilla Rams Woerthe genoemd. De villa werd gebouwd op gronden (woerden) van Frerick Ram. Frerick Ram trouwde in 1671 met Elisabeth Avercamp, een dochter van apotheker Peter Avercamp en Elisabeth van Ingen. Winterschilder Hendrick Avercamp was haar oom. Hillighien (Hillegonda) Rams, een nichtje van Everardus, was getrouwd met Peter Avercamp, zoon van houthandelaar en schilder Barent Avercamp. De banden tussen de familie Ram en Kampen waren dus stevig.

Everardus Ram (1614-1681)

Everardus Ram werd in 1614 in Steenwijk geboren. Rond 1650 vestigde hij zich als arts in Kampen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij in 1651 toestemming vroeg om het Boven Ijsselbolwerk te mogen gebruiken als kruidentuin voor ''medicinale en andere dienstige'' kruiden. In 1653 was Everardus ''bedienaar van de armen''. Samen met mede-boekhouder Gerrit Dirricksen stelde hij toen aan de Raad voor om de weeskinderen te voorzien van een herkenningsteken aan de kleding. Everardus en Gerrit konden niet iedereen meer (her-)kennen, aangezien het aantal wezen meer dan 100 bedroeg en het gevaar van misbruik hierdoor groot werd. Naast een teken werden de weeskinderen voortaan gekleed in grauw laken. In 1658 was Everardus Ram kapitein van de stadswacht. In 1661 bewoonde Everardus Ram een huis aan de Oudestraat. Niet veel later was hij opgeklommen tot burgemeester.

Bouw Nieuwe Toren

Bij de afrondende werkzaamheden aan de Nieuwe Toren, was burgemeester Ram namens de Raad verantwoordelijk voor de financiën. Aan de balustrade zijn de wapenschilden van de 14 Schepenen en Raden en de drie stadsecretarissen weergegeven. Daaronder het ''sprekende'' wapenschild met ramskoppen van burgemeester Ram. Over een carillon in de lantaarn van de Nieuwe Toren was al in 1657 contact met klokkengieter François Hemony in Amsterdam. Op 20 maart van dat jaar stuurde Hemony een klokje van 182 pond aan burgemeester Ram. Waarschijnlijk was deze zending bedoeld om de Kamper Raad kennis te laten maken met de toonzuiverheid van zijn klokken. Aangezien er later voor het klokje betaald is, zal het in Kampen gebleven zijn.

wapenschild aan Nieuwe Toren

na de gijzelneming

Na vertrek van de Fransen werd op last van stadhouder Willem III in 1674 een tijdelijk stadsbestuur benoemd. In 1675 werd een definitieve Raad van 14 personen geïnstalleerd. Onder deze door de stadhouder goedgekeurde personen bevond zich Everardus Ram. Toen de prins Kampen in 1679 bezocht logeerde hij ten huize van burgemeester Ram. Waarschijnlijk woonde Everardus Ram toen in het stuk Oudestraat tussen Meerminnensteeg en Luthersesteeg/Muziekschoolsteeg. Een oudere naam voor de Muziekschoolsteeg was (Blind)steeg van burgemeester Ram. Daarnaast bezat hij een huis in de Venestraat, oostzijde.

foto van de (blind-)steeg van burgemeester Ram

Everardus Ram overleed in 1681 en werd begraven in de Bovenkerk. Hij liet een vrouw en minderjarige dochter Aleida Maria achter. Zijn Steenwijkse neven Simon, Jochem en Frerick Ram, mede namens de niet aanwezige Rudolph en Hillechien, eisten een inventaris van de nagelaten goederen van de weduwe van Everardus. Waarschijnlijk keerde Hester de Boer als weduwe terug naar haar geboorteplaats Amsterdam. In 1721 trouwde dochter Aleida Maria Ram in Amsterdam met Quirinus Eckelboom. Het stel woonde in 1748 aan De Koornmarkt in Kampen.

©cultuurZIEN 2022