Plaatsingsdatum: 11-aug-2013 20:18:22
Vaticaan-watchers verbaasd over de openhartigheid van de paus
Paus Franciscus heeft de Vaticaanse omerta doorbroken. Ja, er bestaat een homoseksuele lobby in de curie. Maar zal die lobby zich zomaar aan de kant laten schuiven? ‘Misschien sluit ze een monster-verbond met conservatieve krachten’
‘Het is positief dat Franciscus het probleem openlijk benoemt. Hij doorbreekt de omerta die maakt dat mensen chanteerbaar zijn.’ ig
‘Het is redelijk ongelooflijk dat de paus deze dingen heeft gezegd.’ Sandro Magister, de gezaghebbende Vaticanist van het Italiaanse weekblad L’Espresso, verwoordde misschien het best het algemeen gevoel onder Vaticaan-watchers, toen bekend raakte dat paus Franciscus het bestaan van een ‘gay lobby’ in de curie, het Vaticaanse bestuursapparaat, had toegegeven.
Neen, hij had dat weliswaar niet gedaan op een officiële persconferentie, maar tijdens een privé-ontmoeting met Latijns-Amerikaanse religieuzen. Die hadden daarvan een verslag gemaakt en dat was ‘per ongeluk’ gepubliceerd. Omdat het geen ‘officiële’ verklaring van de paus was, wilde het Vaticaan er niet op reageren. Maar niemand ontkende de woorden. Volgens de Italiaanse krant La Repubblica was het zelfs niet de eerste keer dat Franciscus het bestaan van de lobby toegaf. Hij zou het vorige maand ook al gedaan hebben tijdens een ontmoeting met Siciliaanse bisschoppen.
Geruchtenmolen
De verbazing van de Vaticaan-watchers sloeg echter alleen op het feit dat de paus zo openhartig was geweest. Over de grond van de zaak – dat er een gay lobby actief is achter de hoge muren van Vaticaanstad – bestaat nauwelijks twijfel.
Na het lezen van een studie van de Amerikaanse psychiater Richard Sipe moet iedereen met een beetje gezond verstand zelfs concluderen dat het Vaticaan de meest homoseksuele plek op aarde is. Sipe heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de seksualiteitsbeleving van Amerikaanse priesters. Daaruit bleek dat tussen de 30 en de 45 procent homoseksueel is. En de helft daarvan heeft seks met een of meerdere partners. Als dat de cijfers zijn voor de Amerikaanse priesters, zal het in het Vaticaan niet veel anders zijn.
Wie af en toe spreekt met mensen die professioneel actief zijn in kerkelijke kringen, heeft de verhalen over homoseksuele relaties maar voor het oprapen. Probleem: als je hen vraagt of je hen daarop mag quoten, schudden ze heftig het hoofd.
Enkele namen uit de geruchtenmolen? Wie steevast genoemd wordt is Karel Kasteel, tot 2010 de hoogste Nederlander in het Vaticaan. Hij werd in 1999 al opgevoerd in een boek over homoseksualiteit, machtsmisbruik en fraude in het Vaticaan. Hijzelf noemde het roddels en zijn carrière werd er niet echt door geschaad, al werd hij wel nooit tot bisschop gewijd.
Of neem Brian Ferme, een kerkjurist met faam. Toen vrienden hem vroegen hoe het toch kwam dat hij zo snel carrière maakte, antwoordde hij met een ‘kwinkslag’: ‘Het hangt er vooral vanaf met wie je het bed deelt.’ De Nederlandse Vaticaanwatcher Stijn Fens verwoordde het als volgt: ‘Homoseksualiteit is in het Vaticaan vaseline voor je carrière.’
Verborgen camera’s
Met verborgen camera’s werden enkele hoge prelaten ook in de val gelokt. En de Romeinse politie betrapte enkelen zelfs gewoon op heterdaad toen ze in hun auto ‘aan de slag waren’ met een jongeman. Zwaaien met een diplomatiek paspoort was vervolgens hun manier om het potje gedekt te houden.
Sommigen werden daarna weggepromoveerd, ver van het Vaticaan. Over de manier waarop dat gebeurde, worden ook hilarische anekdotes verteld: ‘We nemen er de kaart van de Italiaanse spoorwegen bij en zoeken een bisdom met de slechtst mogelijke verbinding met Rome.’
Het probleem nam evenwel zulke proporties aan dat de Kerk onbestuurbaar aan het worden was. ‘Als je je homoseksualiteit in de praktijk brengt, word je natuurlijk chanteerbaar’, zegt Kurt Martens, kerkjurist aan The Catholic University of America. ‘En dan is er nog een probleem. Mensen worden benoemd om hun seksuele voorkeur. Het zijn beloningen voor seksuele gunsten, wat maakt dat niet de beste mensen benoemd worden. Van sommige benoemingen vraag je je echt af: waarom zit die man daar? Bij eliminatie kom je automatisch bij zijn seksuele geaardheid uit.’
Restauratiekrachten
Ook paus Benedictus zag de omvang van het probleem groeien. Daarom bestelde hij bij drie hoogbejaarde kardinalen een rapport dat de problemen binnen de curie in kaart moest brengen. Volgens La Repubblica kwamen die tot de conclusie dat er wel degelijk homoseksuele netwerken actief waren in het Vaticaan. Het probleem was zelfs zo groot geworden dat Benedictus er geen beginnen aan zag om het recht te trekken. Daarom nam hij ontslag.
Martens: ‘Ik blijf erbij dat Benedictus zich gewoon te oud en te zwak begon te voelen om de wereldkerk nog te leiden. Dat rapport is een van de elementen geweest die hem hebben doen besluiten er vroegtijdig mee te stoppen. Misschien was het de spreekwoordelijke druppel.’
Zeker is nu wel dat Franciscus het rapport ernstig neemt en dat hij van plan is het probleem aan te pakken. ‘Het is positief dat hij het probleem openlijk benoemt’, zegt Rik Torfs, rector aan de KU Leuven. ‘Hij doorbreekt de omerta die maakt dat mensen chanteerbaar zijn. Door er openlijk over te spreken geeft hij ook aan dat er iets aan gedaan kan worden.’
Toch blijft de vraag: wat kan hij echt doen? Als hij alle homoseksuele prelaten naar huis moet sturen, dreigt het erg stil te worden in Vaticaanstad. In zijn ontmoeting met de Latijns-Amerikaanse religieuzen zei Franciscus ook dat ‘reorganiseren’ niet zijn sterkste kant is. ‘Ik ben daar nooit erg goed in geweest.’ Daarom vestigt hij zijn hoop op de commissie van acht topkardinalen die hij in april heeft benoemd en die hem moeten adviseren bij de hervorming van de curie.
Kurt Martens heeft zijn bedenkingen bij een grote hervorming die alles oplost. ‘Wat helpt het structuren te veranderen, als de mentaliteit van de prelaten zelf niet verandert? Begrijp me niet verkeerd: ik vind het goed dat Franciscus de uitdaging aangaat, maar ik ben er niet van overtuigd dat hij zal slagen.’
Martens wijst er ook op dat het gevaar van een heksenjacht loert. ‘Hoe bewijs je iemands homoseksualiteit? Je kan niet iedereen op heterdaad betrappen. En dan moet je ook nog eens bewijzen dat er vriendendiensten worden verleend. Dat lijkt me niet evident. Ook het gevaar van valse beschuldigingen wordt groter. Kijk naar wat er op dit moment met VS-ambassadeur Howard Gutman gebeurt.’
Torfs relativeert: ‘Natuurlijk moet je altijd oppassen voor een heksenjacht. Maar het zou in elk geval helpen als belangrijke benoemingen door een externe commissie beoordeeld worden.’
Maar er is nog een probleem: volgens Martens is Franciscus zich in snel tempo veel vijanden aan het maken. ‘Die homolobby zal zich ook niet zomaar aan de kant laten zetten. En zij kan een verbond sluiten met de conservatieve krachten die Franciscus veel te progressief vinden. En zoals iedereen weet: ook die zijn nog altijd talrijk en machtig.’
Franciscus is er zich in elk geval van bewust: tijdens zijn Latijns-Amerikaanse ontmoeting zei hij dat de ‘restauratiekrachten’ een van zijn belangrijkste bezorgdheden vormen. ‘Zij die denken dat iemands spiritualiteit afgemeten wordt aan de hand van het aantal rozenhoedjes dat hij bidt, doen de Kerk geen goed.’
DS, 14/06/2013 | Dominique Minten
VATICAAN: HUIS VAN ACHTERDOCHT EN MORELE BIJZIENDHEID
Roze Rome
De onthullingen over de ‘gay lobby’ in het Vaticaan spreken tot de verbeelding. Maar eerder dan sappig en vermakelijk zijn die verhalen treurig en pover, schrijft Erwin Mortier. Dat heeft veel te maken met de cultuur van geheimenis en chantage die de Kerk zelf in stand houdt.
Wat? ‘Misschien dienen we ons af te vragen wat voor man je moet zijn om in zulk een omgeving te willen gedijen.’
Wie? Schrijver van romans, essays, poëzie, vertalingen. In het najaar verschijnt zijn nieuwe roman, ‘De spiegelingen’ (De Bezige Bij).
Wat? Zolang de Kerk de façade belangrijker vindt dan de mens, zullen kwalijke zaken boven komen drijven.
Homoseksualiteit en macht, het blijven favoriete ingrediënten voor wie graag in roomse complottheorieën grossiert. Nu paus Franciscus gewag maakte van het bestaan van een Vaticaanse homolobby doen wilde speculaties de ronde over wat er zich allemaal afspeelt om en rond de Heilige Stoel, waarop de Argentijn sinds kort zijn papale derrière neerlaat.
Maar bestaat die ‘lobby’ wel?
Is Gods hoofdkantoor in de greep van gezagdragers die allerlei benoemingen bij voorkeur vergeven aan onderhorigen die bereid zijn om meer dan de zegen te ontvangen? Spelen zich achter de poorten van de stad van Petrus exuberante bacchanalen af, tableaux vivants van mannenschoon zonder vijgenbladeren, of is het slechts onze verbeelding, die maar al te graag veronderstelt dat het altijd de anderen zijn, de machtigen, die ongekende toegang hebben tot een genot zonder enig beletsel?
Het valt moeilijk te zeggen. De Kerk is er niet zo happig op om over haar schaamstreek het Fiat Lux af te roepen. Maar wat naar buiten komt is doorgaans vrij armetierig en haast altijd treurig.
Zo werd, enkele jaren geleden, een onbeduidend monseigneurtje betrapt toen hij op een gay chatbox een knappe kerel aanbood om wat dieptepsychologische conversaties over mannenseks te houden, waarna een verborgen camera hun ontmoeting registreerde.
Er zijn ook de exploten van enkele Romeinse parochiepriesters die door een weekblad werden afgeluisterd en stiekem gefilmd tijdens nachtelijke tochten langs roze stripbars, jongenshoeren of de slaapkamers van geheime minnaars.
Er is ook nog meneer Balducci, kamerheer van de vorige paus, voor wie een zanger in een van de Vaticaanse mannenkoren optrad als pooier. Uit telefoontaps bleek dat meneer Balducci zich geregeld van leuke koorzangers voorzag, alsook seminaristen en illegale immigranten, en verder wat fraaie Cubanen, een rugbyspeler en een Napolitaans fotomodel.
Het gros van wat werd blootgelegd betreft echter vooral gewone geestelijken, geprangd tussen de eisen van de roomse doctrines en de noden van hun lichaam en hun psyche. Ze proberen relaties op te bouwen of te onderhouden, met mannen of met vrouwen – meestal met mannen. Of ze pogen celibatair te leven en zoeken af en toe verlichting van hun noden. De meesten leiden een treurig en gekweld bestaan, zeker in de lagere echelons. Een doorsnee parochiepastoortje blijkt stukken kwetsbaarder voor represailles dan de halfgoden aan de top van de hiërarchie.
Vaticaans machtsweefsel
In de ijle hoogten van de kerkelijke Olympus behoort het chanteren van andermans vleselijke zwakte namelijk al eeuwen tot het arsenaal van het machtsspel. Verraad, verklikking, angst om wat de een weet van de ander, en de ander van de een, binden het Vaticaanse machtsweefsel meer dan zinnelijke uitspattingen na sluitingstijd. Misschien dienen we ons af te vragen wat voor man je moet zijn om in zulk een omgeving te willen gedijen. Belangrijker lijkt me de vraag waarom die cultuur van geheimenis en chantage kan bestaan.
De reactie van het instituut op onthullingen over het liefdesleven van geestelijken verschilt weinig van de wijze waarop ze reageert wanneer praktijken van seksueel misbruik aan het licht komen. Naar aanleiding van de pandemie van getuigenissen over kindermisbruik door geestelijken liet kardinaal Bertone, tot vandaag Vaticaans staatssecretaris, noteren dat ‘veel psychologen en psychiaters hebben aangetoond dat er geen verband bestaat tussen het celibaat en pedofilie. Maar vele anderen hebben aangetoond dat er een verband bestaat tussen homoseksualiteit en pedofilie. En dat is het probleem.’
Liefdesleven of misbruik: zelfde reactie
Het probleem lijkt vooral het roomse onvermogen om een onderscheid te maken tussen het verlangen van vele geestelijken naar een priesterschap zonder celibaat en de criminele feiten die andere geestelijken, vaak vanuit een machtspositie, op minderjarigen hebben gepleegd. Ook het antwoord van kardinaal Vallini, bevoegd voor het bisdom Rome, op de onthullingen over het nachtleven van zijn pastoors, spreekt boekdelen.
Priesters die een dubbelleven leiden moeten eruit, luidde het kordaat. ‘We wensen hen geen kwaad toe, maar we kunnen niet aanvaarden dat hun gedrag de eer van alle andere priesters door het slijk haalt.’ Los van het feit dat monseigneur Vallini de tent wel mag sluiten wanneer hij zijn voornemen zou uitvoeren, valt op dat zijn bekommernis meer uitgaat naar ‘de eer’ van het ambt dan naar de kwellingen van de betrokkenen. Zoals, helaas, de Kerk maar moeizaam tot consideratie voor de slachtoffers van misbruik kan worden bewogen, en meer begaan lijkt met het intact houden van de façade.
Onderzoekcommissies, geheime rapporten, comités die toezien op benoemingen in de stad van Petrus, kunnen in dit opzicht de cultuur van achterdocht, morele bijziendheid en uitbuiting alleen maar versterken. De Kerk heeft in de eerste plaats nood aan een theologie die de mens, zijn lijf en zijn hunker naar de ander erkent en eert. Dat zal de intriges aan de top wellicht niet meteen doen verstommen, maar het dagelijkse geluk van velen wel verhogen. Het vergt een mentale en intellectuele omslag die alleen een paus in gang kan zetten. Alleen lijkt het niet voor vandaag of morgen te zijn.
DS, 17/06/2013 | Erwin Mortier