Meteo matters
THE SHIPPING FORECAST
ZCZC SE76
SHIPPING FORECAST 1900 ON WEDNESDAY 10 OCTOBER 1962
THE GENERAL SYNOPSIS AT MIDDAY
HIGH SOUTH NORWAY 1032 EXPECTED NORTH SWEDEN 1034 BY MIDDAY
TOMORROW. LOW FINISTERRE 1008 EXPECTED WEST SOLE 1001 BY SAME TIME.
THE AREA FORECASTS FOR THE NEXT 24HOURS ISSUED BY THE MET.OFFICE AT 101800 GMT
THAMES DOVER WIGHT
EASTERLY 4,OCCASIONALLY 5 OR 6 IN DOVER AND WIGHT. FAIR. MODERATE OR GOOD
PORTLAND
EASTERLY 5 OR 6 DECREASING 4. RAIN DYING OUT. MODERATE, OCCASIONALLY POOR
PLYMOUTH
SOUTHEAST 4 OR 5, OCCASIONALLY 6. OCCASIONAL RAIN. MODERATE OR POOR
BISCAY
SOUTHWEST 4, BACKING EAST 5 OR 6, BECOMING VARIABLE 3 IN SOUTH. RAIN OR SHOWERS.
MODERATE OR POOR
EAST FINISTERRE
SOUTHEST 5 TO 7, VEERING WEST 4. THUNDERY RAIN. MODERATE, OCCASIONALLY POOR
WEST FINISTERRE
CYCLONIC 5 TO 7 OCCASIONALLY GALE 8, BECOMING WEST 5 LATER IN SOUTH. THUNDERY RAIN.
MODERATE OR GOOD
SOLE
NORTHWEST 7 IN FAR WEST AT FIRST, OTHERWISE CYCLONIC OR SOUTHEST 4 OR 5, INCREASING
6 OR 7, OCCASIONALLY GALE 8. THUNDERY RAIN. MODERATE OR POOR
LUNDY FASTNET
SOUTHEASTERLY 5 OR 6, DECREASING 4 OR A TIME, INCREASING 7 IN FASTNET LATER.
OCCASIONAL RAIN. MODERATE
IRISH SEA
SOUTHEAST 5 OR 6, DECREASING 4. OCCASIONAL RAIN: MODERATE
SHANNON
SOUTHEASTERLY 5 INCREASING 6 OR 7, OCCASIONALLY GALE 8 IN SOUTH. RAIN.
ROCKALL
SOUTHEASTERLY 4 OR 5, OCCASIONALLY 6. RAIN IN WEST. MODERATE
MALIN
SOUTHEAST 4 OR 5, OCCASIONALLY 6 IN NORTH. FAIR. MODERATE OR GOOD
NNNN
De 11-jaarlijkse perioden van (zeer) slechte verbindingen
Gedurende een periode van ca. 22 jaar draait het magnetisch veld van de zon 360°, dit wordt de solar cycle genoemd. Dus elke 11 jaar (ongeveer) is de polariteit 180° veranderd en dit moment, of eigenlijk periode van ettelijke maanden, wordt solar maximum genoemd. Tijdens deze solar maximum is er een verhoogde activiteit gaande van zonnevlekken, UV-straling, en zonnestormen (de zg. Coronal Mass Ejections), die niet alleen het weer op aarde beïnvloeden maar ook de communicatie zeer kunnen bemoeilijken. Ook een verhoogde activiteit van noorderlicht (aurora borealis) is één van de gevolgen. Ca. 5½ jaar na zo’n maximum is er een zg.solar minimum, een periode met minimale zonne activiteit.
Aurora borealis
In 1749 is men in het Zürich Observatory de mate van eruptie cijfermatig gaan weergeven door middel van het zg. “International Sunspot Number”, waarna men een grafiek kon maken waarin te zien is welk jaar welke mate van zonne-activiteit had.
Absolute topper was het jaar 1958 met een I.S.N. van 201; ook 1989 mocht er zijn met een I.S.N. van 159. Ook het jaar 1978 was in dezelfde orde van grootte en hiervan hebben wij op de “Cumulus”, liggend op station Mike (62N 04E), behoorlijk wat last gehad. De moeilijkheden met de verbindingen werden echter ruimschoots gecompenseerd door een meer dan prachtig schouwspel van noorderlicht.
Gedurende de solar maximum van 1989 verwoestte een door zonne-energie veroorzaakte stroomstoot de transformatoren van de Hydro-Quebec kracht-centrale, waardoor zo’n 6 miljoen mensen in Canada en het noordoosten van de U.S.A. negen uur zonder elektriciteit kwamen te zitten. Ook werden satellieten uit hun baan gestoten en werd het radioverkeer totaal ontwricht. Nu men tegenwoordig in verhoogde mate afhankelijk is van satellieten voor de dagelijke communicatie, worden GSM-telefoons, (op)piepers en het Global Position System (luchtvaart navigatie!!) tamelijk kwetsbaar tijdens het optreden van een solar maximum, waarvan die van het jaar 2000 nummer 23 is.
Drie opnames van de zon.
Geheel links een opname van de zon in 1996, niet ver van een solar minimum; er is amper activiteit.
De middelste foto is een opname tussen een solar minimum en een solar maximum; er is al enige activiteit waar te nemen.
Uiterst rechts een opname in de buurt van de solar maximum van 2000; duidelijk zijn de erupties waarneembaar, ten gevolge waarvan de radiocommunicatie op aarde ernstig verstoord zal worden.
An analysis chart