Gedrag in de groep
Verantwoordelijke
Kwinkcoach, IB
Betrokkenen bij opstellen
Team
Interpretatievrijheid
Concept
Geëvalueerd
(betrokkenen->verantwoordelijke) [datum]
Datum laatste wijziging
Opgesteld en klik HIER
==============================================================================
Doel
Deze kwaliteitskaart geeft de nodige info en handvatten voor de leerkracht.
Aanpak - omschrijving
Wat is een moeilijke groep? Gedragsproblemen zijn vaak subjectief bepaald en daarom is er geen harde omschrijving van een moeilijke groep. Toch kom je vaak dezelfde kenmerken tegen van negatief gedrag, bijvoorbeeld:
Ongevraagd van de plek lopen;
Door de leerkracht heen praten;
Instructies niet opvolgen;
Brutaal antwoord geven;
Leerkracht uitlachen;
Vervelende geluiden maken;
Gooien met voorwerpen door de klas.
In een moeilijke groep neemt dit gedrag in frequentie toe en gaan steeds meer leerlingen meedoen. Daarnaast neemt de emotionele geladenheid toe in de klas: leerkracht en leerlingen reageren steeds emotioneler. Dit low-level disruption of klein probleemgedrag moet zeker serieus genomen worden, vooral omdat het anders toeneemt. Vooral de groepen 4 en 7 lijken groepen waarin makkelijk problemen kunnen ontstaan. Waardoor dat komt, is niet helemaal duidelijk. Wat leerkrachten van een moeilijke groep vaak gemeenschappelijk hebben, is hun reactieve pedagogische stijl. Vanuit het gevoel grip op de groep te verliezen proberen ze door dreigen, hardop corrigeren, steeds strenger straffen de controle over de groep weer terug te krijgen.
De groep en haar leden
In een doorsnee klas komen allerlei soorten rollen voor. In groepen met problemen krijgen deze rollen een negatieve invulling.
Populaire leerlingen gaan clownesk gedrag vertonen, zijn brutaal of zetten zich hardop af tegen de leerkracht;
Controversiële leerlingen kunnen verbaal of fysiek agressie vertonen;
Stille leerlingen trekken zich steeds meer terug;
Afgewezen leerlingen gaan steeds meer irritant gedrag vertonen, ruzie maken.
Met het maken van een sociogram kan de leerkracht inzicht krijgen in de rolverdeling van de klas en de inrichting van de klas daarop afstemmen. Een bruikbaar instrument daarbij is Stoeltjesdans van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ook staat in ParnasSys een tool.
Groepsvorming
Bij groepen met probleemgedrag is er vaak sprake van dat de fases van norming en storming telkens weer opnieuw worden doorlopen en dat enkele leerlingen de regels en sfeer gaan bepalen. Daarom is het belangrijk alle leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor het welzijn van de groep en een duidelijke boodschap af te geven in de eerste weken:
We zijn een groep;
Samen zorgen we dat iedereen veilig is in deze klas;
Als we zien dat er iemand onrecht wordt aangedaan, zeggen we daar iets van;
Zeg rustig en duidelijk wanneer je het gedrag van de ander niet goed vindt. Vraag daarmee te stoppen.
Klassenmanagement en sanctiebeleid
De beste klassenindeling voor een drukke groep is een opstelling in rijen van twee. Hiervan gaat een duidelijke boodschap uit: Je komt hier om te leren en er wordt een actieve betrokkenheid van je gevraagd. Op deze manier heeft iedereen goed zicht op het (digi)bord. In een opstelling in groepjes is dat niet het geval, bovendien geven groepjes meer aanleiding tot (oog)contact. Het is belangrijk dat er een geleidelijke opbouw van sancties is in het schoolbeleid. Dit geeft voor iedereen duidelijkheid. Het 4 ladenmodel van D’Aes kan daarbij overzicht bieden:
Licht probleemgedrag, incidenteel;
Licht probleemgedrag, frequent;
Ernstig/zwaar probleemgedrag, incidenteel;
Ernstig/zwaar probleemgedrag, frequent.
Bij elk type probleemgedrag kan de school sancties bedenken. Daarbij is het goed om na te gaan of die sancties ondersteunend of disciplinair van aard zijn. Soms is het lastig voor de leerkracht om niet fysiek in te grijpen. Wanneer kan dit wel, en wanneer niet? Zie procol; Gedragsafspraken, leerlingcontract gedrag/werkhouding. De leerkracht grijpt alleen fysiek in als er sprake is van een uitzonderlijke situatie (*), een situatie waarin de veiligheid in gevaar is. (*) Kijk of altijd de directeur of een MT-lid eerst kan ingrijpen.
Schoolleiders en ouders
Een moeilijke groep zou niet als probleem van een individuele leerkracht moeten worden opgevat binnen de school, maar als teamverantwoordelijkheid. Heel wezenlijk is hierbij de rol van de schoolleider: hij moet vermijden de boeman te zijn maar als rolmodel voor de hele school kalmte en rust uitstralen. Ook heeft hij een bijzondere taak om startende leerkrachten goed te begeleiden. Ouders kunnen ongerust en boos reageren op problemen binnen de groep. Onrust kan worden weggenomen door een ouderavond te organiseren – die geleid wordt door een persoon die neutraal is. Als er sprake is van één leerling die problemen veroorzaakt, kan ouder - kindinterventie worden ingezet in de vorm van een programma zoals: De Eerste Stap, Familieklas, Impulsklas, Incredible Years, PMTO, Stop 4 - 7 of een ander interventieprogramma. Goed luisteren naar de ander kan heel de-escalerend werken.
Tips om preventief gedragsproblematiek te voorkomen.
Enkele daarvan zijn:
Voer preventiegesprekken met individuele leerlingen;
Schrap in overload aan regelsystemen; vooral regelsystemen waarbij namen van leerlingen negatief in beeld komen;
Maak gedragsverwachtingen duidelijk;
Zorg voor een warme ontvangst: begroet leerlingen bij binnenkomst;
Wees een gastheer/gastvrouw van je lokaal;
Doe een quickscan bij de ontvangst/deur: signaleer je stress bij leerlingen, beloof dan later op de dag even bij ze langs te komen;
Organiseer een evaluatie: komen leerlingen al met ruzie binnen, beloof dan een later evaluatiemoment maar laat je niet gelijk meeslepen in het conflict; (zet op het bord dat je later hier aandacht aan schenkt; vaak valt het probleem dan mee)
Zorg voor veel werk: wie werkt, heeft geen tijd voor andere dingen;
Start snel met de les; klassengesprekken aan het begin zijn voor sommige leerlingen te langdradig;
Werk aan een concreet gedragsdoel en evalueer dat;
Houd betrokkenheid hoog door naambordjes en wisbordjes;
Keep the Flow of Instruction (KFI). Merk je verstorend gedrag op, loop kalm in de richting van de leerling; maak oogcontact maar houdt het onderwerp van de les vast en praat door. Je corrigeert zonder te corrigeren;
Negeer met mate; gedrag negeren kan zolang het niet tot een domino-effect leidt.
Corrigeer correct (geen vingerknipcorrectie met naam, of vraagcorrectie);
Corrigeer regelgestuurd: benoem wat je ziet, vraag naar de regel, vraag de leerling zijn gedrag aan te passen.
Wisselmomenten
Tijdens leswisselingen heb je over het algemeen minder grip op het groepsproces. In plaats van een strakke leswisseling kun je er ook voor kiezen de leerlingen even te laten ontladen, maar wel zo dat ze op een afgesproken tijd weer klaar zitten. Ook het einde van de dag kan voor onrust zorgen. Vraag op dat moment ook niet meer te veel van leerlingen, ze zijn moe en willen naar huis. Het is jammer als een nette rij organiseren zorgt voor een negatieve dagafsluiting. Ook pauzes kunnen door het ontbreken van structuur nogal eens voor conflicten zorgen. In plaats van straffen kun je leerlingen ook de kans te geven om relaties te herstellen Een handige tool die leerlingen kan helpen om iets goed te maken, is de Sorrybox Op de website van Sorrybox kan de leerling een vorm kiezen (brief, strip of rap) om sorry tegen een andere leerling te zeggen.
Bronvermelding
Kees van Overveld, Gedragsoplossingen voor de moeilijke groep - hoe begeleid je uitdagende klassen in het primair onderwijs? Uitgeverij Pica, 2019, 176 pag., ISBN 9789492525574
Helpend
Onze SEL methode Kwink