Hoofdstuk 17. De kracht van onwetendheid
Toegewijde: Ik verlang er al heel lang naar om U een aantal dingen te vragen en de antwoorden van U te leren. Vandaag heb ik de kans. Deze geest (manas) en zijn principe zijn onbekende categorieën. Hun betekenissen worden niet vast en duidelijk zonder daadwerkelijke ervaring. Maar Swami, deze waanvoorstelling van de objectieve wereld (samsara) overweldigt ons, dik en sterk, zoals de duisternis van wolken in het regenseizoen. Wat is deze machtige kracht die ons meesleept? Dit is wat mij dwars zit. Ik ben van mening dat mensen zoals ik deze dingen vanaf het allereerste begin duidelijk moeten begrijpen. Wilt u mij alstublieft inlichten?
Swami: Nou, mijn zoon. Wat moet ik zeggen? Men lijdt aan angst en stelt zich voor dat een boomstronk in het park een persoon is. Dat wil zeggen, men verwart het non-duale (a-dwaitha), het volledige (purna), wat Brahman is, als een afzonderlijke, onvolledige ziel (jiva) en lijdt aan die fout. Die waanvoorstelling is de oorzaak van al uw lijden.
Toegewijde: Hoe kwam deze waanvoorstelling dan tot stand?
Swami: Men sliep, of men droomde. Men sliep de slaap van onwetendheid (a-jnana) en waanvoorstellingen (moha). Daarom droomde men van deze objectieve wereld. Word wakker en men zal geen dromen meer hebben. Als de droom voorbij is, verdwijnt ook de waan.
Toegewijde: Swami, wat is deze onwetendheid? Wat zijn de kenmerken ervan? Hoe werkt het?
Swami: Dat wat aan het lichaam vastzit en aanvoelt als ‘ik’ is de individuele ziel (jiva). De ziel is naar buiten gericht; het gelooft in deze hele veranderlijke schepping (jagath) en objectieve wereld; het is in beide ondergedompeld. Wanneer de ziel haar non-duale belichaming (a-dwaitha-swarupa) negeert en vergeet, noemen we dit onwetendheid (a-jnana). Is dat duidelijk?
Toegewijde: Maar Swami, de spirituele teksten, allemaal, zeggen dat deze objectieve wereld wordt veroorzaakt door illusie (maya). U zegt nu dat het uit onwetendheid komt. Wat is het verschil tussen de twee?
Swami: Onwetendheid (a-jnana) staat op verschillende manieren bekend als illusie (maya), oorspronkelijke materie (pradhana), natuur (prakriti), ongemanifesteerd, onwetendheid (a-vidya), waanvoorstellingen (thamas), enz. Begrijp dit daarom goed: de objectieve wereld is het gevolg van onwetendheid.
Toegewijde: Hoe kan onwetendheid deze objectieve wereld voortbrengen; Ik wil het van U weten, Guru-God (Guru-deva).
Swami: Weet dat onwetendheid twee krachten heeft: de versluierende kracht (avarana-sakthi) en de projecterende kracht (vikshepa-sakthi). Het versluiert de Werkelijkheid en projecteert daarop het onwerkelijke. De sluierkracht werkt op twee verschillende manieren: sluiering met onwaarheid en sluiering met schijn.
Wanneer een spiritueel wijs persoon (jnani) en onwetende mensen (a-jnanis) elkaar ontmoeten, ook al leert de wijze dat het Atma Eén en non-dualistisch is, ontkennen de onwetenden dit, omdat ze de realiteit niet zo gemakkelijk kunnen bevatten. . Zelfs als ze de waarheid horen, hebben ze niet het geloof en de standvastigheid om het in zich op te nemen, dus verwerpen ze het met een schouderophalen van onverschilligheid. Dit is de versluiering met onwaarheid.
Nu over sluieren met schijn. Zelfs als iemand door studie van de geschriften (sastra's) en bij de gratie van de voorzienigheid gelooft dat er non-duaal Atma bestaat, kan men zich laten meeslepen door vluchtige en oppervlakkige argumenten en het afdoen als niet-bestaand. Hoewel men het bewustzijn (chit) heeft dat zich bewust is van precies datgene wat men ontkent, zorgt de waanvoorstelling (moha) ervoor dat men verklaart dat het niet bestaat. Dit is de sinistere rol van versluiering met schijn.
Toegewijde: U sprak ook over de projecterende kracht. Wat wordt daarmee bedoeld?
Swami: Hoewel men vormloos en onveranderlijk bent, en hoewel de natuur van de mensen gelukzaligheid is (ananda), wordt men misleid door te geloven, te voelen en te handelen alsof men het lichaam is dat vorm heeft, dat verandert en dat de zetel van pijn is. en verdriet. Men noemt zichzelf de doener en genieter; men spreekt over ik, jij, zij, dit, dat, enz., misleid door het geloven van verscheidenheid en veelheid waar er maar Eén is. Deze illusie van het projecteren van velen op één wordt vikshepa-sakthi of superpositie genoemd.
Toegewijde: Wat is dat?
Swami: Als men het object ‘zilver’ over parelmoer legt, als men niet de stronk maar de menselijke vorm ziet, dan heeft men het eroverheen gelegd. Of als men in plaats van een stuk woestijn een meer ziet, heeft men het onwerkelijke over het echte heen gelegd. Dit is superpositie.
Toegewijde: Nou, Baba. Wat is het echte, en wat is het onwerkelijke? Leg dat ook eens uit.
Swami: Het enige echte, non-duale, zijn-bewustzijn-gelukzaligheid (satchidananda) absolute Brahman (Parabrahman) is de Werkelijke. Net zoals de naam en de vorm van de slang aan een touw zijn toegevoegd, wordt deze kosmos (jagath) – inclusief alles van Brahman tot een grassprietje, alle schepselen, alle inerte objecten zoals de aarde – bovenop dat Absolute gelegd. , Opperste Real. De kosmos is het onwerkelijke (a-vastu) – dat wil zeggen, het over elkaar heen liggende ding.
Toegewijde: Hoe wordt deze superpositie van de naamvorm-kosmos op de non-dualistische Werkelijkheid veroorzaakt?
Swami: Door illusie (maya).
Toegewijde: Illusie betekent...?
Swami: De kracht van onwetendheid (a-jnana-sakthi) van het bovengenoemde Universele Absolute Brahman (Parabrahman).
Toegewijde: De kracht van onwetendheid betekent...?
Swami: Ik heb het U toch verteld, nietwaar? Het onvermogen om het Opperwezen (Brahman) te begrijpen, ook al bent U fundamenteel Brahman – dat is onwetendheid (a-jnana).
Toegewijde: Welnu, hoe brengt die onwetendheid deze hele kosmos (jagath) voort?
Swami: De kracht van onwetendheid staat men niet toe het touw te zien; in plaats daarvan legt het de slang op; het laat men de kosmos zien waar alleen Brahman bestaat.
Toegewijde: Swami, als er alleen maar de non-dualistische Ene (A-dwaitha) is, hoe heeft de schepping van al deze werelden dan plaatsgevonden?
Swami: U is weer terug bij waar we begonnen! Zelfs als ik het U nu vertel, is het heel moeilijk te bevatten. Maar aangezien U het vraagt, zal ik het U vertellen. Luister. De kracht van onwetendheid bestaat in de latente vorm in het touw zelf. Dat wil zeggen: het is latent en ongemanifesteerd in het Brahman. Dit wordt ook wel onwetendheid (a-vidya) genoemd. De basis ervan is Brahman, wat bewustzijn (chit) en gelukzaligheid (ananda) is. Van de twee krachten die illusie (maya) heeft, versluiering (avarana) en projectie (vikshepa), versluiert de ene het Brahman en de andere maakt het manifest als geest (manas). De geest creëert dit hele panorama van naam en vorm door de uitbundigheid van indrukken (vasana’s).
Toegewijde: Prachtig, Swami. Hoe wonderbaarlijk is deze natuur (prakriti)! Wat is het verschil tussen de waakfase en de droomfase?
Swami: Beide hebben het karakter van illusie. De indrukken werken in beide. De kosmos (jagath) is de stabiele illusie; de droom is de onstabiele illusie. Dit is het onderscheid, er is geen ander.
Toegewijde: Swami, hoe kan er gezegd worden dat deze kosmos onwerkelijk is, als hij concreet is en op verschillende manieren ervaren kan worden?
Swami: Het is een waanidee dat de werkelijkheid voor het begrip verbergt; de kosmos is net zo goed een superpositie op Brahman als een reeks afbeeldingen aan de muur.
Toegewijde: Er wordt gezegd dat onwetendheid (a-vidya) zonder begin is, nietwaar? Waarom wordt het dan zoveel verweten?
Swami: Er komt een einde aan de beginloze onwetendheid wanneer spirituele kennis (vidya) aanbreekt. Dit is alleen maar logisch. Duisternis wordt vernietigd door licht. Elk object bestaat uit vijf delen: oorsprong, aard, functie, periode en resultaat. Maar in het geval van het Allerhoogste Atma (Param-atma) kunnen deze niet worden uitgesproken, hoewel alles wat zich als uit Hem heeft ontwikkeld, deze wel heeft. Alleen illusie (maya) heeft geen verklaarbare oorsprong. Het is zijn eigen bewijs. Het is aanwezig in Brahman, bij Brahman: het heeft geen begin. Er kan geen reden worden gegeven om te verklaren hoe het zich zo luxueus manifesteerde. Net zoals een bel door de kracht van zijn eigen aard uit het water opstijgt, komt er een kracht die de vorm aanneemt van een naamvorm tevoorschijn uit het grenzeloze, het volledige, het allerhoogste Atma. Dat is alles. Alleen de onwetenden zullen kwaad spreken over onwetendheid. Er bestaat eigenlijk geen goed of slecht.
Toegewijde: Hoe kan men zeggen dat illusie geen oorsprong of oorzaak heeft (hethu)? Net zoals het handwerk van de pottenbakker ervoor zorgt dat de klei de vorm van de pot aanneemt, is de wil (sankalpa) van Iswara (een naam voor Siva) essentieel om de latente kracht in Brahman duidelijk te maken.
Swami: Bij de uiteindelijke ontbinding (maha-pralaya) zal Iswara ook niet meer bestaan. Alleen Brahman zal bestaan, toch? Hoe kan dan de wil van Iswara de oorsprong zijn? Dat kan niet zo zijn. Terwijl u dit onderwerp overweegt, moet u Brahma, Vishnu en Iswara niet als drie afzonderlijke entiteiten beschouwen. Deze drie zijn vormen gevormd door de drie kwaliteiten (guna's). Alle drie zijn Eén Allerhoogste Zelf (Param-atma). Maar omdat het moeilijk is de werking van de wereld te begrijpen, wordt deze als drie uitgelegd en opgevat: drie vormen die betrokken zijn bij drie soorten handelingen en die drie namen dragen. Op het moment van de schepping is ontbinding afwezig. Beide kunnen alleen buiten de tijd naast elkaar bestaan. Mensen die in tijd, actie en oorzaak bestaan, kunnen nooit hopen het te begrijpen. Wanneer men de drie kwaliteiten overstijgt, kan mendat ook bereiken, maar niet eerder. Dus, zonder tijd te besteden aan zulke onbegrijpelijke problemen, houd U bezig met de dingen die U dringend nodig hebt, en bewandel het pad dat U naar het Doel zal leiden.
Geen Vervolg: Naar het Overzicht van de Vahinis