Kaikeyi

Kaikeyi. Ook Kaika. Een prinses van Kekaya (Kashmir), derde vrouw van Dasharatha, en moeder van Bharatha. Kali-yuga. Vierde in een cyclus van vier tijdperken; het kwade tijdperk; degene waarin we ons nu bevinden. Zie yuga. kama. Verlangen, lust, wereldse vervulling; een van de vier doelen van de mens. karma. Actie, daad, werk, religieuze rituelen, het geheel van aangeboren neigingen gevormd als gevolg van daden uit vorige levens. Elk karma maakt een blijvende indruk op de geest van de doener, afgezien van het beïnvloeden van anderen. Herhaling van een bepaald karma veroorzaakt een neiging (vasana's) in de geest. Er zijn drie soorten karma: (i) praarabdha, die in het huidige leven wordt uitgeput; (ii) aagami, die in het huidige leven wordt verzameld, en (iii) samchitha, die wordt verzameld of opgeslagen om in het huidige leven te worden ervaren. toekomstige levens. Akarma is actie die wordt ondernomen zonder enige intentie om de consequenties te verkrijgen; vikarma is een actie die opzettelijk wordt uitgevoerd. karmen-driyas. Werkingsorganen: strottenhoofd, handen, voeten, anus, geslachtsorganen. Kaste. De vier kasten van de sociale orde zijn: brahmaan (priester of leraar), kshatriya (krijger, beschermer), vaisya (handelaar, koopman, landbouwer) en sudra (arbeider, helper). Zie varna-dharma.  Kaurava's. Familie die tegen Pandava's vocht. Zie Mahabharata. Kausalya. Dochter van de koning van Kosala, eerste vrouw van Dasharatha en moeder van Rama. Krishna. De avatar van Vishnu in de Dwapara-yuga, voorafgaand aan de huidige Kali-yuga. kritha-yuga. Eerste tijdperk van de mens, Gouden tijdperk van waarheid. Zie yuga. Krodha. Woede. kshara. Beperkt houdbaar; de vernietigbare wereld. Kumbhakarna. Jongere broer van Ravana, die zes maanden achter elkaar sliep. Kunthi. Ook Kunthi Devi. Moeder van Pandavas, echtgenote van koning Pandu (de jongere broer van keizer Dhritharashtra), en zus van Krishna's vader (Vasudeva). Kurma. Tweede incarnatie van Vishnu, als schildpad.