Koudekiemers

Koudekiemers

Sommige zaden kiemen alleen bij een bepaalde temperatuur. Weer andere hebben een bepaalde hoeveelheid koude nodig om te gaan kiemen, ze moeten gevernaliseerd (& door koude beïnvloed) zijn.

(De 'zaad appels' van de Sequoia gaan pas open wanneer zij in het vuur gelegen hebben.)


Voorbeelden van deze koudekiemers zijn ≡

Acer (esdoorn), Amelanchier (krentenboompje)

Cercis canadensis (judasboom, alleen deze soort)

Chaenomeles (dwergkwee)

Colutea x media (blazenstruik)

Cornus (kornoeljes)

Corylus (hazelaars)

Cotinus coggygria (pruikenboom)

Cotoneaster (dwergmispels)

Crataegus (meidoorn)

Cydonia oblonga (kweepeer)

Cytisus scoparius (bezembrem)

Daphne (peperboompje)

Fagus sylvatica (beuk)

Genista tinctoria (verfbrem)

Hamamelis (toverhazelaar)

Juglans (walnoot)

Ligustrum (liguster)

Lonicera (kamperfoelie)

Myrica gale (gagel)

Photinia (glansmispel)

Quercus (eik)

Rhamnus (vuilboom)

Ribes (ribes)

Rubus (framboos)

Sambucus (vlier)

Sorbus (lijsterbes en meelbes)

Symphoricarpos (sneeuwbes)

Syringa (sering)

Viburnum (sneeuwbal)


Als je niet weet of bepaalde zaden een koudeperiode nodig hebben kan je de zaadjes in twee groepen verdelen. Zaai de helft in het najaar en de andere helft in het voorjaar en spreid zo het risico.


¯ Mijn wekker heeft dierengeluiden. Dan kan je toch op tijd komen?

Sorry, vandaag waren het vissen.