(Hout)duiven
Houtduiven of houd duiven
Duiven & worden ingedeeld in twee geslachten: Columba, vrij grote dieren met een brede, recht afgesneden staart en Streptopelia, slanke, kleine vogels met een lange puntige staart.
De in onze regio voorkomende houtduif & Columba palumbus is de grootste duif van West-Europa. Het lichaam meet 40-43 cm en de staart 11-15 cm. De vleugelspanwijdte bedraagt 68-80 cm. Het zijn getrainde, goede vliegers met veel spiermassa. Denk maar aan wedstrijdduiven en postduiven. Een volwassen houtduif weegt ongeveer 500 gram.
De snavel is geel met een roze basis bedekt met een witte washuid (& of cera, meestal het verdikte deel van de huid aan de basis van de snavel) en in het midden versmald. Duiven drinken in tegenstelling tot de meeste vogels door de snavel onder te dompelen en het water op te zuigen.
De ogen zijn geel en de poten paarsroze.
De basiskleur is blauwgrijs. De borst is paarsroze, de zijkanten van de nek zijn groenpurper, met een brede witte nekvlek. De staart heeft aan de bovenzijde een brede zwarte dwarsband en aan de onderzijde een lichtgekleurde band. Het is de enige duif met op de bovenzijde van de middenvleugel terugbuigende vleugelstrepen.
Een juveniel & is een jeugdig, niet-geslachtsrijp exemplaar. Zij hebben (nog) geen kenmerkende witte halsvlek noch groene purperen veren aan zijkant van de nek.
De houtduif vliegt een krachtige en rechtlijnige vlucht met veel lawaai en klapperende vleugels. De vleugels klappen boven en onder het lichaam tegen elkaar!
Na het landen gaat de staart eerst omhoog en dan omlaag. Dit duidt er op dat de vogel van plan is daar tijdelijk te blijven.
Bij het stappen bewegen ze hun hoofd later dan het lijf. Het volgt als het ware. Dit zou het zicht en het dieptezicht bevorderen.
Ze hebben een 6de zintuig voor magnetische velddetectie &. In hun bek zitten twee orgaantjes die zeer rijk zijn aan voor magnetisme gevoelig ijzer. Ze zijn zo gerangschikt dat ze een driedimensionaal signaal kunnen doorgeven aan de hersenen. Ze gebruiken dit voor hun oriëntatie en het terugvinden van hun nestplaatsen. Een andere stelling argumenteert dat ze magnetische velden kunnen zién. Hoor je vijf lettergrepen in een roep, dan komt die van een houtduif. Een Turkse tortel heeft er maar drie koe-koe-koe?
Niet alle soortgenoten zijn duifgrijs. De Maleise papegaaiduif (Treron vernans) komt voor van Zuidoost-Azië tot de Filipijnen en is een kleurrijk roze met groen buitenbeentje (net als haar nichtje, de soortgelijk ogende oranjeborstige groene duif (Treron bicinctus)).
¯Toen de jager twee koffers op zijn hoofd kreeg,
besefte hij dat hij een reisduif had geraakt.
Houtduiven eten plantaardig materiaal, zoals groene bladeren, zaden en vooral granen en peulvruchten.
Doffers & foerageren meestal in de vroege morgen en duivinnen meestal in de latere avond, tot op 15-20 km van het nest. (Foerageren &: voedsel (gaan) zoeken en verzamelen.)
Het voedsel zoeken gebeurt vaak in groepen, volgens een bepaalde rangorde. De ondergeschikte vogels pikken trager dan de prominente. Het meeste voedsel wordt in de late middag opgenomen, 70% tussen 15.00 en 18.00 uur. De dagelijkse voedselbehoefte ligt tussen de 80 en 90 gram. In de krop & wordt het voedsel voorverteerd.
Kenmerkend bij duiven, en verschillend per soort, zijn de kirrende en koerende geluiden. Duiven koeren altijd bij de balts (paringsdans) en doen hierbij pronkende bewegingen. Tussen soorten, stads- en plattelandsduiven is er een grote variatie in het broedseizoen (februari-maart).
Een duivennest bestaat uit een platform van takken, stro ed., aangedragen door de doffer en geordend door de duif. Het legsel omvat een tot twee, soms drie eieren, die door beide ouders worden bebroed. De doffer broedt overdag, de duif ’s nachts gedurende ongeveer 2,5 week.
Duiven broeden tot 3 keer per jaar.
De ouders voeren hun jongen met duivenmelk &. Dit is een kaasachtige brij, gevormd door de slijmhuid van de krop onder invloed van het hormoon prolactine, dat ook bij zoogdieren de melkproductie regelt. Bij het voederen steekt het jong de snavel in de snavelhoek van de ouder die de kropinhoud in de snavel van het jong perst.
Het voeden gebeurt de eerste dagen om het uur. Na acht dagen gebeurt het ‘s ochtends en ’s avonds, om beurt door beide ouders.
Veel eieren en jongen worden ingepikt door Vlaamse gaaien, eksters, roeken, hermelijnen, kraaien en ratten. Maar de belangrijkste doodsoorzaak bij jongen is voedseltekort.
Volwassen duiven hebben de havik als vijand.
Ze verblijven in bossen of bij bomenrijen met akkers.
Houtduiven zwerven in de winter, een klein deel trekt in zuidwestelijke richting, maar de meeste houtduiven verblijven hier het hele jaar.
Een vroegere buurman strooide geregeld wat graan op een voederplek. En af en toe schoot hij daar een schot hagel door. Dan aten alle buren duif.
¯ Doodgaan is adembenemend. Nr Gaby Vanden Berghe