Wild paard

Wild paard: van tarpan naar konik en terug

Equus ferus is de benaming voor een wild paard &. Het gedomesticeerde paard wordt dan Equus (ferus) caballus & genoemd. De eerste getemde paarden kwamen volgens DNA-onderzoek van de Pontisch-Kaspische Steppe. Die dieren hadden een gehoorzamer gedrag en een sterkere ruggengraat.

De tarpan (& Equus ferus ferus) was een wild paard dat in de steppe van Zuid-Rusland voorkwam. De bos-tarpan (Equus ferus sylvaticus) leefde van de Rijn tot in het oosten van Polen. Het laatste exemplaar stierf in 1887.

De enige nog levende ondersoort van het wilde paard is het przewalskipaard, & Equus ferus przewalskii. De meeste dieren werden gevangen en getemd door boeren, en gekruist met hun gedomesticeerde dieren. Tarpans werden ook bejaagd voor het vlees dat bekend stond als een delicatesse.

Met de tarpan gekruiste dieren die nog tarpangenen hebben zijn de Poolse 'Konik' paarden. Konik & betekent 'klein paard'. Zij worden gebruikt om de tarpan terug te fokken.

Ze zijn klein, met een schofthoogte van ca. 135 cm. Ze hebben relatief lange oren en deels rechtopstaande manen. De vacht is muisgrijs met een aalstreep (& donkere rugstreep van schoft tot staart) en met zebrastrepen aan de ledematen, zonder witte aftekening en met een witte wintervacht (in een poolklimaat).

Het eerste teruggefokte ‘tarpan’ of Heckpaard was een hengstveulen dat op 22 mei 1933 in Tierpark Hellabrunn in München werd geboren.

Ze zijn robuust en bestand tegen een ruw klimaat. Ze zijn vruchtbaar, aborteren zelden en hebben een sterk immuunsysteem. Niet te grote wonden herstellen zonder verzorging. Ze zijn zeer sober en zoeken hun voedsel in het wild. Het konikpaard is daardoor het meest gebruikte voor begrazing in natuurontwikkelingsgebieden.

De bosvariant van het oorspronkelijke Europese wilde paard zou bewaard zijn in de nu nog voorkomende en al eeuwen onveranderde Exmoorpony.

In Vlaamse frituren is het lekkere stoofvlees vaak paard. Regionaal wordt de bereiding ‘schep’ genoemd.

¯ Ber(ij)(ei)den: zolang op een paard zitten tot het gaar is.

Guy Mortier