Indicatorplanten

1.1 Indicatorplanten &

Planten groeien bij voorkeur waar ze het voedsel vinden dat ze nodig hebben, in een milieu waarvoor ze aangepast zijn. Door na te gaan welke planten op welke bodems voorkomen, kunnen we dus ook het omgekeerde: de bodemomstandigheden kennen via de begroeiing. In een niet verstoorde omgevingen (door bodembewerking, herbicide,..) kunnen de natuurlijk voorkomende planten een aanwijzing geven hierover. De mate waarin een plant aan- of afwezig is geeft ons informatie over het lokale milieu.

Baseer je niet op één plantenexemplaar van een verloren gewaaid zaadje, maar op meerdere gezonde planten van enkele van dezelfde soorten.

Ze kunnen een aanduiding geven aangaande stikstofgehalte en vruchtbaarheid, waterhuishouding (of droogte), licht, grondstructuur en zuurtegraad van de grond.

Deze vorm van biomonitoring wordt ook gebruikt om de gezondheid (?) van bermen naast snelwegen in het oog te houden. Biomonitoring & is het systematisch verzamelen van data inzake biotische organismen van ecosystemen met bepaalde tijdsintervallen. Gekende indicatorsoorten zijn gevoelig voor veranderingen.

Op bomen groeiende (epifytische) korstmossen zijn bekend vanwege hun gevoeligheid voor luchtvervuiling. Ze reageren vb. sterk op ammoniak (NH3) dat veel vrijkomt in de intensieve veehouderij.

We beperken ons in het overzicht tot de hier regionaal normaal voorkomende vegetatie. Zo laten we als indicatie voor natte bodems de hier minder inheemse mangrovesoorten maar buiten beschouwing.

De meeste tuinplanten houden van een neutrale tot licht zure grond (pH 6,5-7).

Veel diverse soorten onkruiden kunnen wijzen op een rijke grond.

Van gewone vlier zegt men dat hij zelfs gedijt bij en op een mesthoop.

Datura (Datura stramonium) floreert op vervuilde bodems.

Heermoes duidt op een slecht waterdoorlatende bodem.

Boodschappers van goed nieuws en goed uitgebalanceerde bodems zijn witte vogelmuur (Stellaria media) en smalle weegbree (Plantago lanceolata.

De kans om huisjesslakken aan te treffen is natuurlijk op kalkrijke (of alkalische) grond veel groter dan op kalkarme plaatsen. Ze moeten er de bouwstof voor bun huisje ook kunnen vinden.

Ä Zie ook Gras kiest grond, en Ä Geobotanie

(TABEL* planten/bodemtypes)