Sperwer

De sperwer zweef-vliegt afwisselend

Sperwers (& Accipitern nisus) kunnen 7 à 12 jaar oud worden (gemiddeld slechts 2).

Het mannetje is 29-34 cm, spanwijdte 58-65 cm, gewicht: 180 gram. Het vrouwtje is beduidend groter: 35-41 cm, spanwijdte 67-80 cm, gewicht 280 gram. De bovenzijde is blauwgrijs, de onderzijde vaalwit met dunne roestbruine dwarsstrepen. Over de lange, smalle staart lopen enkele brede, donkere dwarsbanden. Ze hebben korte, afgeronde vleugels, een wit vlekje in de nek en lange poten.

De sperwer nestelt in bebost gebied met veel dekking. Hij heeft verschillende uitkijkposten, vaste plukplaatsen en horsten & die afwisselend gebruikt worden.

Hij maakt ieder jaar een nieuw nest, vaak in een bestaand verlaten (kraaien)nest in bomen (met ondergroei) tussen 5 en 12 meter hoog. Het mannetje voert het wijfje terwijl zij de 4 tot 6 blauwachtig witte, donkerbruin getekende eieren bebroedt (maart-juni). De jongen zijn spierwit.

Op grote hoogte is hij te verwarren met het havik mannetje, van dichterbij met koekoek.

Sperwers worden bejaagd door havik dus zal je hem in een havik territorium zelden zien broeden.

Hij speurt cirkelend, met telkens 3 of 4 vleugelslagen, en dan zwevend, naar prooi en jaagt ook in parken, steden en dorpen. Sperwers bemachtigen hun prooien door ze vanuit dekking te verrassen. Op plaatsen zonder dekking lukt dat niet. Hij vliegt laag over de grond, tussen struiken en loopt soms kleine stukjes.

Enkel (zang)vogel(tje)s staan op zijn menu: huismus, vink, merel, spreeuw en mees.

Sperwervrouwtjes kunnen spreeuwen, bonte spechten, lijsters en gaaien en soms het formaat Turkse tortel bemachtigen. Hoenders zijn veilig: ze zijn te zwaar en vliegen niet.

De koekoek (& Cuculus canorus) zou zijn gelijkenis met de sperwer soms gebruiken om vogels van hun nest te lokken.

¯Gedragspatroon: Sint-Augustinus. Guy Mortier