Zaaien: basics
Zaaien: wanneer, hoe diep, welke grond,…
Meestal zijn het beginners die jaarlijks steeds dezelfde vragen via sociale media stellen. Voor Dummies, in een notendop… Via het trefwoordenregister kom je bij andere notendopjes hierover.
Hoe diep?
Vuistregel: 2 tot 4 keer de dikte van het zaad. Een beetje meer of minder kan echt geen kwaad. Het is geen meetkunde.
Lichte, zandige grond droogt gemakkelijk uit (en (zowel zaad als grond) waait weg, dus best wat dieper. Zware kleigrond kan ondoordringbaar worden, dus wat minder diep.
Je kan het zaaigeultje vullen en afdekken met een mengsel van humusrijke grond die beter vocht vasthoudt, gemengd met aarde van ter plaatse. Half-half, of volgens beschikbaarheid.
Belangrijk: houdt het vochtig, anders gaat het zaadje (met eventueel worteltje en stengeltje) dood. Niet nat, want dan gaat het schimmelen.
Lichtkiemers (bv. gras, aardbei, sla, tabak) mogen op de grond liggen. Een beetje bedekken of inharken vermijdt dat ze wegwaaien en uitdrogen. Ä Breedwerpig zaaien (voor gras en graan) kan ook.
Zaadjes worden gezaaid, plantjes geplant (en aardappelen gepoot). (Het verschil? Het onderwerp, en de diepte. Ä Zie elders.)
Zaden beschermen
Zaden zijn ook voedsel. Denk aan muesli of kippenvoer. O.a. ons brood maken we van gemalen graan. Slimme vogels teisteren soms een veldje, en pikken een deel van de zaaigeul leeg. Zaai diep genoeg, gebruik in de wind bewegende vogelverschrikkers en struikeldraden (zoals over een vijver, tegen reigers). Bodembedekking helpt. Tunneltjes van kippengaas ook.
Zelf teeltaarde maken
Verzamel herfstbladeren en laat ze vergaan. Dan heb je mooie, zwarte bladgrond.
Als je dit mengt met ander natuurlijk materiaal dat mee vergaat spreken we over compost. Is ook prima.
Een dakgoot die te lang niet is leeggemaakt ligt vaak vol prima teeltaarde!
Zaden voorweken
Zaden worden gedroogd bewaard, anders gaan ze schimmelen en rotten. Maar om tot leven te komen hebben ze vocht nodig.
Grote zaden (erwten, bonen, maïs, zonnebloem) laat ik 24 uur voorweken (door ze gewoon onder lauw water te zetten). De startvoorraad vocht die ze dan krijgen hoeven ze niet uit de grond te halen. Dat spaar hen veel tijd.
Voor kleine zaadjes vind ik het niet handig. De vochtige smurrie blijft dan aan je vingers kleven. Eventueel kan je ze tussen wat vochtig gehouden keukenrol laten weken, en de strookjes daarna in de zaaigeul leggen.
Wanneer zaaien &?
Een moestuin begin je als de vorstperiode voorbij is. Dat is meestal in maart of april. Of na de ijsheiligen (11-14 mei). Daarna is de kans op koud voorjaarsweer en late nachtvorst minder, en lopen jonge plantjes minder risico op bevriezing. Een exacte datum is er dus niet. Die zou van jaar tot jaar verschillend kunnen zijn. De timing is ook afhankelijk van breedtegraad, ligging, helling, grond, klimaatverandering, zaadsoort, temperatuur (dag / nacht), aantal uren zonlicht.
Op zaadzakjes, zaaikalenders of moestuinkalenders vind je de geschikte periodes voor vroege en late soorten. Spreid het zaaien in de tijd: beter iedere week één krop sla, dan 35 kroppen in week 25.
Biologisch dynamisch landbouw houdt voor het geschikte zaaimoment ook rekening met de stand van hemellichamen.
Je kan vroeger zaaien achter glas in een schaaltje op de vensterbank, of in een kas of broeibak, en dan later afharden). Of gebruik maken van een fruitmuur, bedden enz.
(Ä Zie: tips om vroeger en later te zaaien en oogsten.)
Verspenen of uitplanten
Wat je binnen hebt voorgezaaid staat allicht te dicht bij elkaar. Rekening houdend met afmetingen van de volwassen plant moet je dus gaan verspenen. Niet alle groenten verdragen dat. Wortelgewassen haten het. Prei heeft er geen probleem mee. Vooral de heel fijne, onzichtbare haarworteltjes breken en drogen snel uit. Mét grond, vanuit een potje verplanten lukt dus meestal veel beter.
Je kan zelf (smeerwortel)gier en groeihormoon maken om de groei te stimuleren.
Problemen
Doorschieten: plantjes worden (te) snel groot met een zwakke, dunne stengel. Ze groeiden dan te snel, te warm. Sla vb. is een koudekiemer! Plofkippen zijn klaar in 6 i.p.v. 18 weken. Waarom zou je ploftomaten of plofgroenten willen? Geef ze de tijd die ze nodig hebben om op te komen en te ontwikkelen (vb. aardappel: 65-90 dagen).
Verschrompelen: waarschijnlijk te droog, te heet.
Schimmel of rot: waarschijnlijk te nat, te weinig ventilatie en verluchting.
Graven of ploegen veroorzaakt een naakte aarde die makkelijk uitdroogt. In de biologische tuinbouw vermijden we dat o.a. door bodembedekkers, tussenteelten en mulchen.
¯ Als iemand ‘theoretisch’ zegt, bedoelt hij ‘niet écht’. Mario Rotea
Water geven
Geef geen koud water op warme grond en planten (in de kas), dat is een koude douche. Doe het op de grond, niet op de plant, en liefst ’s avonds.
Gebruik eventueel het doopselprincipe, of gebruik een olla.
Kosten
Om te tuinieren hoef je geen tuincentra leeg te kopen. De natuur heeft dat ook niet nodig.
Je hebt geen houten (of erger, kunststof) bak of kas nodig. Werk gewoon op en in de grond.
Je hebt geen steriel gemaakte ‘teeltaarde’ nodig. Wel grond waar leven in zit. Dus niet enkel zand.
Je hebt geen worteldoek of afdekplastiek nodig. Alle droog, organisch materiaal is geschikt als bodembedekkende mulch. (Als het tenminste niet besproeid werd.)
Je hebt geen kunstmest of gedroogde mestkorrels nodig. Alle opgestapeld, vochtig organisch materiaal (weer zonder gif) vergaat tot compost.
Alternatieven om zaden en planten aan te kopen zijn ruilen (Velt e.a.) en lenen (zadenbib), eventueel samen aankopen.
Begin klein, en ervaar wat je (aan)kan.
¯ Als je niets onderneemt, kijk je achteraf terug op ‘had ik maars’.