Combinatieteelt

Combinatieteelt

 

Bij de Noord-Amerikaanse Iroquois indianen wordt maïs samen met pompoen en boon geteeld. Ze worden de drie zussen & genoemd. Als plant en als voedsel vullen ze elkaar zeer goed aan.

Er zijn combinaties die het goed of minder goed doen. Dat laatste betekent niet dat geen van de gewassen zou groeien. Je kan het best zelf uitproberen.

 

Bij combinatieteelt & kweekt men verschillende gewassen na (de voor-, hoofd- en nateelt) en naast elkaar. Houd dus rekening met verschillende tijdstippen om te (zaaien en te) oogsten.

 

Planten die een positieve invloed op elkaar hebben (groei, rijping, bescherming) worden bij elkaar geteeld. En slechte buren worden uiteraard gemeden.

Die invloed kan bestaan uit verwarring door vorm, geur, .. waardoor aantastende insecten misleid worden. Monocultuur & is een Luilekkerland voor belagers die er massaal voedsel vinden en er uitbundig kweken. In een gevarieerde mengcultuur is dat beperkt(er).

Die biodiversiteit & van de moestuin trekt ook meer verschillende soorten aan. Er zitten dus meer natuurlijke vijanden die de belagers in toom houden. De kans op een massale overrompeling door één plaag is dus kleiner.

Oost-Indische kers en goudsbloem trekken bijvoorbeeld zwarte bonenluis aan. Zo een vangplant & vrijwaart dan je andere groenten.

 

Alle planten geven bepaalde wortelzuren af, waardoor ze voedingsstoffen vrijmaken. De groenten die ernaast staan, kunnen hiervan ook profiteren.

Sommige plantensoorten beïnvloeden door wortelafscheidingen & ook het bodemleven. Zo verminderen Tagetes patula (& afrikaantjes of lage stinkertjes) de aaltjespopulatie via wortelafscheidingen. Tenminste als je het hele perceel ermee inzaait - anders niet.

Nematoden of aaltjes & zijn piepkleine rondwormpjes (0,5 mm) die ook planten aantasten, iedere soort gespecialiseerd in een eigen taak of gastheer. Tagetes zijn in de bioteelt gekend voor geurverwarring en bodemontsmetting.

Ook goudsbloem en Oost-Indische kers wordt gebruikt als bodemontsmetter &, samen met vruchtwisseling.

Ondergronds zijn ook steeds schimmels actief. Ze leven en werken samen met planten, of belagen ze.           Ä Zie Schimmels

 

Hoge planten houden licht weg van lagere planten. Ze kunnen echter ook beschutting geven tegen hitte, of steun aan klimmende planten.

Zorg ervoor dat bladeren en stengels elkaar boven de grond niet in de weg zitten.

Wortels groeien door elkaar heen. Ze kunnen elkaar zelfs beconcurreren bij de opname van water en voedingsstoffen.


 

Je vindt veel tabellen van goede en slechte combinaties. Soms spreken de gegevens elkaar tegen.

Wetenschappelijk is er weinig aangetoond. Dat is ook moeilijk omdat er te veel variabelen zijn.

Rassen, afstanden, zaaidata, bemesting, grond, waterhuishouding en andere omstandigheden verschillen veel van tuin(ier) tot tuin(ier).

De meest gekende combinatie is allicht ajuin en wortel, die elkaars belagers weghouden. De wortelvlieg (& Chamaepsila rosae) kan niet hoog vliegen, dus wortelen in potten op een tafel kweken is een goede optie. Of 1 meter hoog insectengaas ronde de wortelen zetten, dat maakt ze ook quasi onbereikbaar.

Of naast elk rijtje wortelen een rijtje uien zaaien, de wortelvlieg kan niet tegen de geur van ui.

Onderstaande tabel geeft je een idee van mogelijkheden.

(TABEL*)


Berk of vlier combineert goed met een composthoop, dennen niet.

 

Veel insecten zijn door het hanteren van monoculturen met pesticiden ondertussen ook sterk geëvolueerd waardoor veel oude middeltjes/combinaties amper nog werken.

 

¯ Discriminatie: alle plantjes water geven, behalve de afrikaantjes.