Vuur doven

Vuur doven

Om een vuur te doven & kan je –indien mogelijk- de elementen die je nodig had om het aan te maken, wegnemen: brandstof, hitte en/of zuurstof.

Brandstof wegnemen kan door alle brandbare dingen in de buurt weg te harken, zodat je het vuur kan laten uitbranden. Of door de gaskraan dicht te draaien.

Of door de vuurhaard (ketel, strobaal) weg te trekken en elders gecontroleerd te doven of te laten uitbranden.

Bij een terreinbrand & in een open vlakte kan je ook een veilige vluchthaven maken door (met de wind mee, afstand afhankelijk van de windsnelheid) een tweede brandje te maken. Dat verbruikt dan alle brandstof. Als de eerste brand nadert, is er daarvoor dus plaatselijk geen voedsel meer, en heb je een brandluwe zone.

Zuurstof wegnemen kan door een branddeken of natte doek als afdekking te gebruiken. Of door een vlamdover, een omgekeerd blik, over de tuinkaars te zetten. Als de zuurstof op is, gaat de vlam uit. Daarvoor moet de dichting niet eens 100% zijn. Bij een zuurstofgehalte in de lucht =< 14% doven de meeste vlammen. Of door zand, schuim, stoom… over het vuur te verspreiden.

Water koelt en sluit (tijdelijk) af van zuurstof.

Blazen doe je om een vuur aan te maken en van extra zuurstof te voorzien, niet om het uit te blazen!

¯ Er zijn meer volwassenen bang in het licht dan kinderen in het donker.

Van Kooten en De Bie