Waterstaat

Delfland

Delfland werd verdeeld in 13 ambachten, in vijf oostambachten [Berkel, Kethel, Pijnacker, Hof van Delft, Vrijenban] en acht westambachten [Maasland, Monster, Naaldwijk, Rijswijk, Schipluiden, Vlaardingerambacht, Voorburg en Wateringen] [Meylink, Geschiedenis, 1847, blz. 20]

Noordpolder

De Noordpolder van Delfgauw is droog gemaakt in 1874-1875 volgens KB 30 mei 1874, nr. 13



ZuidpolderBijzonder Reglement voor de droogmaking in den Zuidpolder van Delfgauw, gemeenten Pijnacker en Vrijenban d.d. 30 juli 1864. Art. 1. De polder is bepaald door de navolgende grenzen: Van de Ruivensche laan aan het zuideinde van Delfgauw zuidop langs de oostzijde der watering, kadastraal bekend Gemeente Pijnacker, sectie C, no. 963, tot aan de vaart, loopende langs den Oudeleeweg; vervolgens aan de westzijde van het zuideinde van Delfgauw, strekkende vooreerst noordop langs de westzijde van genoemden weg tot aan de Machinemolensloot van den Zuidpolder van Delfgauw; verder west- en zuidwaarts op langs genoemde molensloot tot aan hel perceel land, kadastraal bekend Gemeente Vrijenban, sectie D, no. 629; verder langs de perceelen land, kadastraal hekend Gemeente Vrijenban, sectie D, no. 628, 627, 626, 625, 454, 453, 543 en 474, tot den Akkerdijkschen weg, loopende vervolgens oostop langs de zuidzijde van den Akkerdijkschen weg overden Oudeleeweg lot de Oudeleesche vaart; verder oostop langs de noordzijde van genoemde vaart tot aan de Groenekade, en vervolgens westop langs de perceelen land, kadastraal hekend Gemeente Pijnacker, sectie C, no. 1558, 1557, 1556, 1554 en 1553; verder sectie O, no. 244, 243, 242, 241, 240, 247, 181, 179 en 178, en ten laatste langs de zuidzijde van de Ruivensche laan tot het eerstgenoemde punt. Alles gelijk is aangewezen door de gestippelde lijn op de hierbij gevoegde schetsteekening.Art. 2. Het Bestuur bestaat uit een Voorzitter en twee andere Leden, onder de benaming van Voorzitter en Leden,Art. 3. Om tot Lid van bet Bestuur te worden benoemd wordt, onverminderd het bepaalde bij art. 8 van het Algemeen Polderreglement, vereischt bet bezit van 5 bunders land, waarvan de Polderomslag wordt betaald.Art. 5. De som, bedoeld bij art. 48 van het Algemeen Polderreglement, wordt op f 60 bepaald.Art. 7. De openbare kennisgevingen der Keuren geschieden door aanplakking op daartoe bestemde borden aan den Oudeleeweg in het zuideinde van Deifgaauw en aan den Akkerdijkschen weg; oproepingen tot het houden der Vergaderingen geschieden schriftelijk.Art. 8. Vrijdom der omslagen wordt toegekend aan openbare wegen bij het kadaster bekend en eigendommen van den Polder.Art. 9. De begrootingen met de daarbij behoorende kohieren van omslag en de rekeningen met de daarbij behoorende bescheiden, worden aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland, binnen ééne maand na de vaststelling, ter goedkeuring ingezonden.Aldus vastgesteld door de Staten der Provincie Zuid-Holland.'s Gravenhage, den 12den Julij 1864.Behoort bij het Koninklijk besluit van den 30sten Julij 1864, no. 55.Mij bekend, De Minister van Binnenlandsche Zaken, (Gel.) THORBECKE. (uit: Bijvoegsel 1864, blz. 306-307

De Zuidpolder van Delfgauw is drooggemaakt in 1859-1863 volgens KB 18 mei 1859, nr. 61 en KB 17 maart 1860 nr. 49




Nieuwe PolderIn de Nieuwe of Drooggemaakte Polder van Pijnacker hebben 4 molens gestaan die trapsgewijs werken. De polder is rooggemaakt in 1782-1789 volgens octrooi van 8 december 1767De ondermolen stond ongeveer 100 meter ten nw van de Katwijkerlaan.De onderste middelmolen stond op de hoek Nobellaan - Thorbeckelaan, waar nu het gemaal staat.De bovenste middelmolen stond op de hoek van de Rijskade, vlak achter de huidige tennisbanen.De eerste bovenmolen (de noordmolen) stond op de Rijskade.


Oude PolderDe Oude Polder van Pijnacker is droog gemaakt in 1861-1862 volgens KB 14 januari 1861, nr. 61 wordt vóór de droogmakingen van 1789 en 1861 bemalen door vier molens, de Noordmolen, de Noorddammolen, de Zuiddammolen en de Zuidmolen. De molens staan in de omgeving van de schutsluis (Het Verlaat). Zij malen uit op de Pijnackersche vaart.De Noordmolen wordt bij de droogmaking van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder van Pijnacker in 1766-1789 bovenmolen in die polder.De Noorddammolen is in 1861 vervangen door een stoomgemaal. Het stoomgemmaalis niet verwijderd. In 1943 wordt nog even overwogen het stoomgemaal te gebruiken. Het is niet gebeurd. In 1946 worden de schoorsteen, ketel, machine en het scheprad voor de sloop verkocht. Het machinegebouw blijft staan en wordt aan de machinist van het electrische gemaal in gebruik gegeven. Uiteindelijk wordt het machinegebouw door de gemeente Pijnacker afgebroken, bij de demping van de Oost-en de Westlaanvaart en de verwijdering van het verlaat in de jaren 1969-1973.De Zuiddammolen (Grote molen of molen van Verburg) woedt in 1861 een brandje. In 1871 wordt gezegd dat molen "de grootste vlucht" heeft. De molen is in 1916 verkocht voor de sloop.De Zuidmolen (molen van Lindeman) wordt na de stichting van het stoomgemaal in 1861 buiten gebruik gesteld. In het jaar 1873 wordt de molen op verzoek van de Droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker en met toestemming vna het Hoogheemraadschap Delfland weer maalvaardig gemaakt. Er wordt f 6400 geleend bij mr. P.L.F. Blussé voor het maalvaardig maken en voor het aflossen van een lening van f 2400 eertijds aangegaan ten behoeve van de verbetering van de Zuiddammolen. De molen wordt in 1913 verkocht aan L. Lammers uit Strijen en A. van der Horst uit Rotterdam voor de sloop. De molen wordt in 1914 afgebroken als er aan de Overgauwseweg nr. 1 een electrisch gemaal wordt gebouwd ter vervanging van het bestaande stoomgemaal.
BIJZONDER REGLEMENT voor de droogmaking in den Ouden of Hoogen Polder van Pijnacker [Gemeenten Pijnacker en Zegwaard] Artikel 1 De Polder is bepaald door de navolgende grenzen: Van het kanaal of molentogt kadastraal bekend Gemeente Pijnacker sectie B no 1008 noordop langs de oostzijde van de perceelen sectie B no 1016 1017 1020 1021 1022 743 1024 1025 1026 1027 1028 1029 en 1031 van daar westop tot aan de Vlielandsche vaart en verder noord en oostop langs de Vlielandsche en Katwijksche vaart tot aan de Keulsche buurt van daar zuidop langs het perceel sectie B no 1099 vervolgens dwars over den Noordeindschen weg en langs de oostzijde van dien weg noordop tot aan den Voorhoekschen weg dien weg aan de zuidzijde volgende tot aan de grensscheiding van de Gemeenten Pijnacker en Zegwaard van daar noordop langs de Pijnackersche vaart en vervolgens oostop tot aan den Rooijaardsdam van daar over bet midden van de landscheiding van Rijnland en Delfland tot aan de grensscheiding van de Gemeente Berkel verder langs die grensscheiding zuidwestop tot over den Noordeindschen weg dien weg zuidop volgende tot aan het perceel kadastraal bekend Gemeente Pijnacker sectie B no 1007 van daar weder zuidwestop langs de grensscheiding van de Gemeente Berkel tot aan het perceel kadastraal bekend Gemeente Pijnacker sectie B no 1115 verder noordwest en westop langs de perceelen kadastraal bekend Gemeente Pijnacker sectie B no 1113 1112 1114 1115 1116 1117 1118 1132 ged 1127 1128 1129 1130 1131 1133 1134 1155 1136 1137 en 147 en van daar langs de noordzijde van het kanaal of molentogt kadastraal bekend Gemeente Pijnacker sectie B no 1008 tot aan het punt van uitgang. Alles gelijk is aangewezen door de gestippelde lijn op de hierbij gevoegde schetsteekening. Artikel 2 Het Bestuur bestaat uit een Voorzitter en twee leden onder de benaming van Voorzitter en Molenmeesters Artikel 3Als jaarlijksche bezoldiging en schadeloosstelling wordt toegekend aan den Voorzitter f 25, elk ander Lid f 15, den Secretaris f 20, den Penningmeester f 20 Artikel 4 De som bedoeld bij art 48 van het Algemeen Polderreglement wordt op f 50 bepaald Artikel 5 Het hoogste bedrag der huishoudelijke kosten van het Bestuur wordt bepaald op f 35 en van de in rekening te brengen schrijf- en kantoorbehoeften voor den Secretaris op f 7, voor den Penningmeester op f 7.Art 6 De openbare kennisgevingen en de afkondigingen der keuren geschieden door aanplakking aan den watermolen en op de daartoe bestemde plaatsen binnen de Gemeente Pijnacker Oproepingen tot het houden der Vergaderingen geschieden schriftelijk. De stukken die bestemd zijn ter inzage van ingelanden worden tot dat einde nedergelegd ten kantore van den Secretaris Art 7 Vrijdom der omslagen wordt toegekend aan openbare wegen bij het kadaster bekend en aan de eigendommen van den Polder. Art 8 De begrootingen met de daarbij behoorende kohieren van omslag en de met de daarbij behoorende bescheiden worden aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland ter goedkeuring ingezonden binnen eene maand na de vaststelling
Aldus vastgesteld door de Staten der Provincie Zuid Holland ‘s Gravenhage den 11den Julij 1865
Voormeld Bijzonder Reglement bij adres aan te bieden aan Zijne Majesteit den Koning met het eerbiedig verzoek daaraan Hoogstdeszelfs goedkeuring te willen verleenen
s Gravenhage den 11/12den Julij 1865 Aan den Koning Wij hebben de eer Uwer Majesteit hierbij aan te bieden het ingevolge art der Provinciale wet in verband met art 1 van het Algemeen Reglement voor Polders in Zuid Holland door ons genomen besluit lot vaststelling van een Reglement voor de droogmaking in den Ouden of Hoogen Polder van Pijnacker Pijnacker en Zegwaard Wij nemen de vrijheid Uwer Majesteit eerbiedig te verzoeken Hoogstdeszelfs aan dat besluit te willen verleenen De Staten der Provincie Zuid Holland
LITERATUURGouw, Jacobus L. van der, De landscheidingen tussen Delfland, Rijnland en Schieland, Uitgeverij Verloren 1987
Wilt, C.G.D. de/G.J. Klapwijk/J.D. van Tuyl/A.C. Ruseler, Delflands kaarten belicht, Hoogheemraadschap van Delfland, Uitgeverij Verloren 2000, blz. 142 en 147 [over de veenwinning in en drooglegging van de Oude Polder in 1691 en de droogmaking van 1768]