Op 14 februari 1922 wordt gemeld dat de fabriek tot bereiding van lak en ruwe teer voor zeilwerk van de firma Jacobs te Rotterdam aan de Vlielandseweg alhier voor onbepaalde tijd is stopgezet. De controleur, de heer J. W. Amsterdam, is overgeplaatst in een dergelijke betrekking aan een fabriek te Rotterdam. Jammer voor het ontslagen personeel, waaronder ook enkele ingezetenen uit onze woonplaats, die het aantal werklozen wederom vermeerderen en dat in deze barre wintertijd ! [Delftsche Courant 14 februari 1922, blz. 3].
Op 24 februari 1922 wordt het volgende gemeld: Ruim 14 dagen geleden vernam ik dat enige bakkers uit Pijnacker, die de mensen wat vroeg van brood hadden voorzien, de wet overtraden en om die reden proces-verbaal opliepen. Het zelfde lot trof een winkelier in Delft. Nochtans zijn er nog bedrijven die gewoon doorgaan en bijna 60 uur per week werken. Het zijn meestal molenaars. Er dient ook daar nauwkeurig naar gekeken te worden, opdat ook die mensen een meer menswaardig bestaan zouden hebben. Met dank voor de verleende plaatsruimte. X. [Delftsche Courant 24 februari 1922, blz. 5].
Op 6 maart 1922 wordt bericht dat de manufacturenzaak van Cs. Bijsterveld aan de Oostlaan A193 is overgenomen door Jacobus Lindenburg Jzn [Delftsche Courant 6 maart 1922, blz. 5].
Op 15 maart 1922 maakt de Burgemeester van Pijnacker bekend, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een aanvraag van J. W. Bentam, om vergunning tot het verrichten van bakkersnachtarbeid tussen 20.00 uur en 6.00 uur, in het perceel Wijk A no. 178. Op maandag 19 april 1922 om 14.00 uur zal in het Raadhuis gelegenheid bestaan om ten overstaan van de burgemeester bezwaren tegen de aanvraag in te brengen. Daarbij worden zowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en schriftelijk te verklaren. Zowel de aanvrager als zij die bezwaren inbrengen kunnen gedurende acht dagen voor het bovengenoemde tijdstip, ter secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Pijnacker, 14 maart 1922. De Burgemeester voornoemd, J. Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 15 maart 1922, blz. 4].
De Burgemeester van Pijnacker maakt op 23 maart 1922 bekend, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een aanvraag van Anthonius van Gemert, om vergunning tot het verrichten van bakkersnachtarbeid tussen 20.00 uur en 6.00 in het perceel wijk A, no. 195. Op maandag 24 april 1922 om 11.00 uur, zal in het Raadhuis gelegenheid bestaan om ten overstaan van de Burgemeester bezwaren tegen de aanvraag in te brengen. Daarbij worden zowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen in de gelegenheid gesteld zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en schriftelijk te verklaren. Zowel de aanvrager, als zij die bezwaren inbrengen, kunnen gedurende acht dagen voor het bovengenoemde tijdstip ter secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. De Burgemeester voornoemd, J. Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 15 maart 1922, blz. 4].
Op 9 mei 1922 wordt verslag gedaan van een serie wedstrijden die de Pijnackerse voetbalvereniging D.O.C. heeft gespeeld in Zoetermeer. De club gaat strijken met de eerste prijs, een mooie zilveren beker. De beker is in de sigarenwinkel "Het Moortje" van de heer A. Bijsterveld Czn in de Stationsstraat te bezichtigen [Delftsche Courant 9 mei 1922, blz. 2]
Op 12 mei 1922 adverteert men voor Tabak Hollandts Roem, die in Pijnacker verkrijgbaar is in de Stationsstraat bij N. van Baarle [Delftsche Courant 12 mei 1922, blz. 6]
Op 24 mei 1922 behandelt de Raad van State, nadat belanghebbenden zijn opgeroepen om van hun gevoelen blijk te geven, het beroep van E. Harkema te Groningen tegen het besluit van B&W van Pijnacker van 30 november 1921 waarbij hem vergunning is geweigerd tot het plaatsen van een stoomketel tot reiniging van ledige vaten op een terrein in Pijnacker [Ned. Stcrt. 1 mei 1922, blz. 4]. Staatsraad Mr. Oppenheim deelde op de zitting in zijn verslag over deze zaak mede, dat de provinciale hoofdingenier adviseerde de gevraagde vergunning onder voorwaarden te verlenen; terwijl G.S. zich daarmee verenigden voor het geval het beroep niet wegens te late instelling niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Later hebben G.S. nog aangevoerd dat wegens niet inachtneming van een wettelijk voorschrift het bestreden besluit zou behoren te worden vernietigd zonder dat dan ook de Kroon daarbij de vergunning zou kunnen verlenen. Appellant lichtte het beroep toe, hetwelk daarna nog door andere belanghebbenden werd bestreden op grond van vrees voor hinder van stank enz. [De Maasbode 25 mei 1922, blz. 6]
De Burgemeester van Pijnacker maakt op 24 juli 1922 bekend, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een aanvraag van wed. R. J. v. d. Helm, om vergunning tot het verrichten van bakkersarbeid tussen 20.00 uur en 6.00 uur in het perceel wijk A no. 184. Op maandag 7 augustus 1922, om 11.00 uur, zal in het raadhuis gelegenheid bestaan om ten overstaan van de Burgemeester bezwaren tegen de aanvraag in te brengen. Daarbij worden zowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en schriftelijk te verklaren. Zowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, kunnen gedurende acht dagen vóór het bovenvermelde tijdstip, ter secretarie der gemeente, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Pijnacker, 24 juli 1922. De Burgemeester voornoemd, J. K. Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 24 juli 1922, blz. 4]
Op 11 augustus 1922 wordt M. Welling Czn, een tuinder, failliet verklaard. Op 7 oktober 1922 is de verificatievergadering in het faillissement. Vóór 20 september 1922 moeten de vorderingen zijn ingediend bij de curator en de verificatievergadering zal worden gehouden op 7 oktober 1922 [Het Vaderland 6 september 1922, blz. 8]. Op 21 oktober 1922 ligt de uitdelingslijst ter inzage voor de schuldeisers van M. Welling Czn [Haagsche Courant 12 augustus 1922, blz. 11]
Op 12 augustus 1922 adverteert de Centrale BOAZ-bank uit Utrecht met rekening-courant deposito's met opzegtermijnen van 8 dagen tot 3 maanden en rentepercentages van 3½ tot 4½. Correspondent voor Pijnacker is ds. C.A. de Bruin, wijk A nr. 84 [Delftsche Courant 12 augustus 1922, blz. 7]
Op 22 augustus 1922 heeft J.J. Verburg uit Pijnacker voor zeer billijke prijzen te koop 5 Omnibus brikken, 5 Utrechtse wagens met en zonder portieren, 5 Delftsche tilburry's, 3 diepe Buggy's met gummibanden, 1 Franse tilburry met gummibanden, 3 Tonneaux's en 4 dogcars. Alles zo goed als nieuw [Nieuwsblad 22 augustus 1922, blz. 3]
Op 7 september 1922 wordt bericht dat de Dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland het uitbaggeren van boezemwater hebben aanbesteed. M. Welling Jzn en H Lindeman uit Pijnacker hebben ingeschreven voor werk V en VI [Delftsche Courant 7 september 1922, blz. 3]
Op 18 september 1922 wordt de tuinder C. van Leeuwen uit Pijnacker bij vonnis van de Rechtbank Den Haag failliet verklaard. [Haagsche Courant 19 september 1922, blz. 11]. Op 2 oktober 1922 wordt het faillissement als ten onrechte uitgesproken vernietigd [Delftsche Courant 7 oktober 1922, blz. 3; De Dordrechtsche Courant 16 oktober 1922, blz. 6]
Op 2 oktober 1922 wordt gemeld de uitgifte van een premieobligatie door Haighton & Co in stukken van f 5 o.m. te verkrijgen bij van P.C. van Beurden, coiffeur te Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 2 oktober 1922, blz. 2].
De gemeenteraad vergaderde zaterdag 4 november 1922. Een adres van J. van Buytene, waarin hij zegt dat hij zich in zijn zaak benadeeld ziet doordat de toneelvereniging op Delfgauw bij uitvoering zelf limonade enz. schenkt en waarin hij tevens zegt hoger huur voor de gemeenteschool te willen geven dan die vereniging, wordt voor kennisgeving aangenomen [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]
Op 21 november 1922 wordt gemeld dat Johannes Christiaan van der Kooy uit de Oude Leede failliet is verklaard. [Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage 21 november 1922, blz. 3; De Dordrechtsche Courant 28 november 1922, blz. 3]
Op 2 februari 1922 wordt gemeld dat de gemengde zangvereeniging ,,Zanglust" te Delfgauw deze week in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan in Pijnacker een uitvoering zal geven onder leiding van haar bekwame directeur, de heer J. J. van den Bos uit Delft, met medewerking van het Delfgauwse toneelgezelschap ,,De Rederijkers". Behalve een achttal zangstukken vermeldt het programma nog enkele voordrachten, tableaux en een komisch militair toneelstukje. Afgaande op vroegere uitvoeringen belooft het een aangename avond te zullen zijn [Delftsche Courant 2 februari 1922, blz. 2]
Woensdagavond 15 februari 1922 had in de Chr. Hervormde school m de Stationsstraat een uitvoering plaats van de Chr. zangvereniging „Halleluja", onder leiding van haar directeur, de heer J. L. Blok, hoofd van de Chr. school. Niettegenstaande het zeer ongunstige weer was de opkomst bevredigend. De bijeenkomst werd geopend met een welkomstwoord van de erevoorzitter, ds. C. A. de Bruin en het gezamenlijk zingen van Ps. 150:1. Het uitgebreide programma telde 10 zangnummers vóór en 7 na de pauze. In het eerste gedeelte trof vooral „Een Kerstsouvenir", solo voor tenor, zeer goed en zuiver gezongen door de heer ]. Romkes, zodat het publiek blijkbaar onder de indruk verkeerde. Ook „Een avond in Venetië", voor gemengd koor, voldeed bijzonder. Een samenspraak, getiteld: „Professor Mopper en zijn knecht", wisselde de zang aardig af. Na de pauze werd een samenspel: ,,Een slaaf der gezondheidsleer" opgevoerd door 9 dames en heren, die werkelijk prachtig speelden. Een langdurig applaus beloonde de inspanning der medewerkenden. Van de nummers der tweede afdeling trokken vooral de aandacht: ,,In Mei" en „Wandellied", beide voor gemengd koor, en „De Visschersbruid", solo voor sopraan, keurig gezongen door mej. C. de Bruin. Met het zingen van Gez. 180:1 door alle aanwezigen werd de goed geslaagde uitvoering besloten, die wederom bewees, dat de leden onder de vaste leiding van hun bekwame directeur heel wat goeds op muzikaal gebied weten te presteeren. [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Woensdagavond 15 maart 1922 vond in de chr. hervormde school aan de Stationsstraat de laatste uitvoering in dit seizoen plaats van de chr. muziekvereniging „Excelsior"., onder leiding van haar directeur, de heer C. P. den Breejen uit Rotterdam. Daar het wat laat was in de tijd, was er niet zoveel publiek als anders. De ere-voorzitter, ds. C. A. de Bruin, opende de bijeenkomst met een hartelijk welkomstwoord tot de aanwezigen en deelde mede, dat de vereniging op 19 augustus 1922 haar 12½-jarig bestaan hoopt te herdenken met een concert in de open lucht. Ingezet en gesloten met een koraal, nl. Ps. 150:1 en Ps. 68:10, bevatte het eerste gedeelte van het programma vóór de pauze vijf nummers, waarvan vooral no. 3, een ouverture Marie Henriëtte van L. Montagne en no. 4, Fantaisie de concert van T. Canivez, veel bijval vonden en waarin de heer J. Apon als solist kranig voor de dag kwam. Na de pauze bracht een goed uitgevoerde samenspraak: „Zoo'n Domoor" veel vrolijkheid teweeg, waarop nog vijf muzieknummers volgden. Daarvan voldeed bijzonder no. 9, de ouverture: „Au pays des genéts" van A. Govaers. Het was een goed geslaagde avond, die zowel de bekwame, ijverige directeur als de leden alle eer aandeed [Delftsche Courant 17 maart 1922, blz. 2]
Op 16 mei 1922 wordt gemeld dat in Pijnacker al 165 leden zijn bij het correspondentschap van de openbare leeszaal in Pijnacker [Delftsche Courant 16 mei 1922, blz. 2]
Op Hemelvaartsdag, 25 mei 1922, heeft Excelsior op een nationaal muziekconcours in Krimpen aan de Lek de 3e prijs gehaald in de categorie Fanfare 1e afdeling en de 2e prijs in de marswedstrijd [Rotterdamsch Nieuwsblad 26 mei 1922, blz. 7]
Op het concours, uitgeschreven door de bond van Chr. Zangverenigingen in de kring Rotterdam, woensdag 12 juli 1922 te 's Gravenhage in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen gehouden, behaalde onze zangvereniging „Halleluja", directeur de heer J.L. Blok, hoofd van de Chr. Hervormde school aan de Stationsstraat, een tweede prijs in de tweede afdeling, met 300 punten. Een twintigtal verenigingen namen aan de wedstrijd deel. In de eerste en tweede afdeling kon geen eerste prijs worden toegekend [Delftsche Courant 14 juli 1922, blz. 3]
Op het 27 juli 1922 in Naaldwijk gehouden concours, uitgeschreven-door den bond van christelijke muziekkorpsen in Nederland, behaalde ons fanfarecorps ,,Excelsior" met 131 punten de tweede prijs en in de marswedstrijd eveneens met 20 punten de tweede prijs [Delftsche Courant 28 juli 1922, blz. 3]
Op dinsdag 17 oktober 1922 zal de R.K. toneelvereniging "St. Augustinus" een openbare uitvoering geven van het blijspel "De gril van den hertog". De uitvoering vindt plaats in het café van G.C. van Schie aan de Oostlaan [Delftsche Courant 16 oktober 1922, blz. 3]
De r.-k. toneelvereniging „Sint Augustinus'' geeft woensdagavond 29 november 1922 in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan een openbare uitvoering, waarin opgevoerd wordt een militaire klucht, getiteld; „De draaiende sectie" en twee één-acters, de blijspelen : „Het is vandaag de eerste" en „O, die professors", afgewisseld door komische voordrachten en duetten. Des middags van dezelfde dag is er een feest voor de kinderen van de donateurs en donatrices der vereniging [Delftsche Courant 28 november 1922, blz. 3]
Woensdagavond 20 december 1922 had in de lokalen van de chr. herv. school aan de Stationsstraat een uitvoering plaats van de chr muziekvereeniging „Excelsior", onder de bekwame leiding van de directeur de heer C. P. den Breejen uit Rotterdam. Niettegenstaande het ongunstige weer was de opkomst zeer bevredigend. Nadat was ingezet met een koraal Psalm 150:1 opende de erevoorzitter, ds. C. A. de Bruin, die bijeenkomst met een kort welkomstwoord. Het programma telde drie uitgebreide nummers vóór en eveneens drie na de pauze. Vóór de pauze trok vooral no. 2, de ouverture van A Gooners, getiteld „Au pays de genets", bijzonder de aandacht en na de rust liet slotnummer, de mooie mars van A. L. Doyen „Honneur aux basses". De eerste afdeling werd besloten met een koraal Psalm 68:10, terwijl direct na de pauze een gezellige samenspraak ,,Daar is Mijnheer!" een aangename afwisseling gaf. Met een kort woord van dank voor het genotene en een opwekking tot de vereniging om haar naam "steeds meer" gestand te doen, sloot de ere-voorzitter de goed geslaagde avond [Delftsche Courant 23 december 1922, blz. 10]
Het programma van de feestelijkheden ter herdenking van de verjaardag van de koningin op woensdag 13 september 1922, vanwege de Oranjevereniging te Pijnacker, luidt:
9.00 uur: aanvang van de spelen voor de schoolkinderen, van wie de ouders lid van de vereniging zijn: a. hardlopen met hindemissen ; b. zaklopen; c. koekhappen voor jongens; a. ballengooien; b. ezeltjesteken; c. tonnetje rijden voor meisjes. Voor de winners verschillende prijsjes en voor alle deelnemers versnaperingen.
10 uur: Ringrijden met paard onder de man. Inleggeld f 1. Prijzen van f 10 - ƒ 2.50.
13.30 uur: Nationale ringrijderij voor paren met paard en tilbury, inleggeld f 2.50; prijzen f 40 - f 5.
14.00 uur: Mastklimmen; inleggeld f 0.50; prijzen f 5 - ƒ 1.
14.30 uur: Eierrijden op rijwielen voor dames; inleggeld en prijzen als voren.
14.30 uur: Hardlopen over 100 meter voor personen boven 16 jaar. Inleggeld f 0.50. Prijzen drie medailles.
15.00 uur: Hardlopen met hindernissen voor jongens van 12 - 16 jaar. Inleggeld f 0.25. Prijzen f 2.50 - f 0.50.
16.00 uur: Hard fietsen met hindemissen voor jongens. Inleggeld f 0.25. Prijzen f 5- f 1.
16.00 uur: Blaastrappen voor jongens boven 16 jaar. Inleggeld ƒ 0.60. Prijzen f 5 - f 1.
17.00 uur: Hardlopen met hindernissen voor personen boven 16 jaar. Inleggeld ƒ 0.50. Prijzen 3 medailles.
17.00 uur: Tobbetjesteken voor jongens. Prijzen ƒ 5—ƒ 1.
Aan de wedstrijden kunnen alleen de leden van de vereniging en hun kinderen deelnemen. Op het feestterrein verschillende vermakelijkheden, als draaimolen, luchtschommel, zweefmolen, poffertjeskraam en verdere attracties [Delftsche Courant 26 augustus 1922, blz. 3]
Hoewel de vorige dinsdag de verwachting levendig was van goed weer voor de feestdag van woensdag 13 september 1922, ter herdenking van de verjaardag van de koningin vanwege de oranjevereniging, het kwam helaas verkeerd uit. De feestelijkheden hadden veel te lijden van de telkens neerstortende zware regenbuien. Ook ontbrak de fleurige, kleurige optocht van de schoolkinderen, door misverstand van het onderwijzend personeel. Nu was het een kleine, onbeduidende stoet van de leerlingen, wier ouders lid van de vereniging waren. Bovendien was ons kranig fanfarecorps „Excelsior'* afwezig wegens gebrek aan overeenstemming met het oranjebestuur. Zijn plaats werd ingenomen door de Haagsche vereeniging ,,Klein, maar dapper", die zich zeer goed van haar taak kweet. Om negen uur werd begonnen met het kinderfeest. Trots de gestadig neervallende regen werden de verschillende wedstrijden met veel animo gespeeld. Ook het ringsteken en de andere volksspelen liepen des middags goed van stapel. Natuurlijk kregen de draaimolen, de luchtschommel en zweefmolen druk bezoek [Delftsche Courant 16 september 1922, blz. 3]
De gemeenteraad vergaderde op 25 november 1922. Voor het jubileumfeest der Koningin is ƒ 300 uitgetrokken. De heer v.d. Stoep is hier voor, maar hij hoopt, dat het gemeentebestuur zelf het initiatief voor de regeling van het feest zal nemen, opdat de leiding van het feest in vertrouwde handen is en er waardig feest gevierd wordt [De Standaard 2 december 1922, blz. 5]
Door de raad van deze gemeente zijn op zaterdag 7 januari 1922 in haar vergadering benoemd tot leden voor de verkiezing van leden der kamer van koophandel en fabrieken de heren M. van Winden, als voorzitter, en als leden A. E. van der Burg, A. Kranenburg en N. W. Kluiters, als plaatsvervangende leden Jhr. J. K. Hesselt van Dinter, H. van Dam, H. Sonneveld en G. de Vreede. Als stemlokaal is aangewezen het raadhuis. Tevens werd gekozen een commissie tot wering van schoolverzuim, bestaande uit de heren E. A. Tiel Groenestege, A. W. Swarts, J. L. Blok, C. H. N. de Nooijer, A. J. Verbakel, J. Zegwaard Ezn., H. Bezemer, T. van der Vliet en T. Winter [Delftsche Courant 10 januari 1922, blz. 3]
Op 20 januari 1922 viert jhr J.K. Hesselt van Dinter, burgemeester van Pijnacker en Nootdorp, zijn 25-jarig ambtsjubileum [De Telegraaf 20 januari 1922, blz. 5].
Op 7 februari 1922 wordt gemeld dat de huldiging van onze burgemeester, de heer jhr. J.K. Hesselt van Dinter bij gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum, die op woensdag 8 februari 1922 zou plaats hebben, is wegens ongesteldheid van enkele van zijn familieleden voor onbepaalde tijd uitgesteld. De ongunstige weergesteldheid en de hier heersende griep, waardoor er veel zieken zijn, dragen tot dit uitstel ook het hare bij [Delftsche Courant 7 februari 1922, blz. 3].
Donderdag 16 februari 1922 had de huldiging plaats van onze burgemeester, jhr. J. K. Hesselt van Dinter, ter gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubileum. De eigenlijke datum was 20 januari 1922, maar door verschillende omstandigheden moest de plechtigheid telkens worden uitgesteld. Daar ons gemeentehoofd niet houdt van uiterlijk feestbetoon en het seizoen er zich kwalijk toe leende, had voor het merendeel alles binnenskamers plaats. 's Morgens kondigde de vlaggentooi reeds aan dat er iets bijzonders aan de hand was. Om 10 uur stelden zich de leerlingen van de hoogste twee klassen der zes hier bestaande scholen, onder leiding van de schoolhoofden, voor de woning van de burgemeester op en zongen een keurig tweestemmig feestlied onder aanbieding van een bouquet. Daarna werden de kinderen in de verschillende scholen getracteerd. Om 2 uur verzamelden zich in de prachtig met planten en bloemen versierde raadzaal de gemeenteraad en de leden der huldigingscommissie, terwijl ook de burgemeesters van Zoetermeer-Zegwaard, Bergschenhoek, Stompwijk-Veur en Nieuwerkerk a.d. IJssel tegenwoordig waren. Nadat de jubilaris met zijn familieleden binnengeleid waren, opende de eerste wethouder, de heer M. van Winden, de bijeenkomst en nam de tweede wethouder, de heer P. Sonneveld, namens de gemeenteraad, het woord. Hij zei o.a. dat de goede verwachtingen bij des burgemeesters aantreden gekoesterd, niet beschaamd geworden waren, prees de aangename samenwerking van wethouders en gemeenteraad met hun hoofd en wees op diens buitengewone plichtsbetrachting in zijn veelszins zware, verantwoordelijke taak, ook als secretaris. Hij wenste Z.Ed. achtb. met familie hartelijk geluk met de heuglijke gebeurtenis en hoopte, dat het hem gegeven mocht zijn nog vele jaren zijn functie op dezelfde waardige wijze te vervullen. Het gemeenteraadslid, de heer Van der Leeuw, huldigde de burgemeester als trouw behartiger der arbeidersbelangen. Vanwege de raadsleden werden de jubilaris twee prachtige bloemstukken aangeboden. De voorzitter van het huldigingscomité uit de burgerij, dr. Van der Horst, leidde daarop met enige gevoelvolle woorden tot de jubilaris den tweede voorzitter, de heer Swart, als feestredenaar namens de gemeentenaren in. Deze begon met te zeggen, dat hem een grote eer en voorrecht was uit naam van de burgerij de burgemeester te mogen gelukwensen en hulde en dank aan te bieden, te meer daar hij vóór 40 jaren ook zijn vader en ambtsvoorganger met zijn zilveren jubilé had mogen complimenteren. Hij herinnerde er aan, hoe na het overlijden van de vader een drang uit de gemeente was gekomen om zijn zoon tot zijn opvolger benoemd te zien en hoe na de vervulling van die wens de gemeentenaren hun instemming met de gedane keuze hadden betuigd. Hij merkte op, dat, terwijl vroeger het burgemeestersambt min of meer spottend een eerebaantje werd genoemd, het in de tegenwoordige tijden een zeer gewichtige betrekking is, die de gehele mens vereist en vervolgde " 't Is wel de moeite waard nu u onze burgemeester 25 van uw beste levensjaren aan de belangen van de u toevertrouwde gemeente hebt gewijd, daarbij even stil te staan en de balans op te maken van uw werken en streven. En dan kan getuigd worden, dat Pijnacker onder uw zegenrijk en onpartijdig bestuur in verschillende opzichten in hoge mate is vooruitgegaan. Daarop somde de spreker in den brede op, wat door en onder het bestuur van de burgemeesters was tot stand gebracht en verzuimde niet te wijzen op de grote moeilijkheden tijdens de mobilisatie en distributie. Uit naam van de ganse burgerij bood hij de jubilaris een huldeblijk aan, bestaande uit een salonameublement en eindigde met de wens: „Lang nog leve onze burgemeester tot heil der gemeente met de zijnen in gelukkige omstandigheden!" Uit een luid en langdurig applaus bleek de instemming van de aanwezigen met de inhoud van het gesprokene. Namens de vereniging van burgemeesters en gemeentesecretarissen, gevestigd in Den Haag, bracht burgemeester Pos van Zoetermeer de gelukwensen van de collega's over en sprak: "Weinigen, wien het gegeven wordt hun 25-jarig jubilé te vieren, mogen zich verheugen in zulk een lof en waardering en terugzien op zoveel dat tot stand kwam. De werkwijze van de heren Hesselt is een voorbeeld voor alle collega's. Ook mevrouw wordt geluk gewenst. Zij heeft haar echtgenoot gesteund in zijn zware arbeid en met hem voor Pijnacker geleefd". Namens de vereniging bood spreker een bloemstuk aan in de Pijnackerse kleuren. Uit naam der Gereformeerde kerk en der anti-revolutionnaire partij alhier voerde haar predikant, ds. W. Bech, nog in het bijzonder het woord. Nadat het huldeblijk bezichtigd was, nam de burgemeester zelf het woord, ging in korte trekken zijn ambtelijke loopbaan na, wees op de grote moeilijkheden tijdens de oorlogsjaren, die hem bijna de moed benamen, maar, gesterkt door zoveel hartelijke bewijzen van waardering en vriendschap, hoopte hij nog lang de Pijnackerse gemeenteraad te mogen voorzitten. Hij zegde in welsprekende bewoordingen allen dank voor hun betoonde waardering en goede wensen. De ambtenaar ter secretarie, de veldwachters en de gemeente-werkman boden hun chef gezamenlijk een fraaie klok aan in de stijl van het ameublement. Des avonds brachten de zangvereniging „Halleluja" en het harmoniegezelschap „Excelsior'' de jubilaris een serenade, waarbij de voorzitter van de beide verenigingen, de heer A. Biisterveld Bz.. een zeer gepast en bijzonder goed uitgebracht woord sprak. Van 4 tot half 6 uur hield de burgemeester te zijnen huize receptie voor alle gemeentenaren en des avonds vulden de daartoe uitgenodigde raads- en commissieleden met hun dames de raadzaal om in gezellige kout en onder een gul onthaal de heuglijke plechtigheid te beëindigen. Vrijdag zal onze burgemeester, die ook hoofd der gemeente Nootdorp is, aldaar gehuldigd worden en zeker niet minder waardering en erkentelijkheid ondervinden. Zaterdag komen eenige burgemeesters uit de omgeving hun feestvierende collega nog afzonderlijk gelukwensen, waarmee de vermoeiende, maar niettemin heerlijke feestdagen voor de jubilaris afgelopen zijn [Delftsche Courant 18 februari 1922, blz. 2; Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
In februari 1922 vindt een raadsvergadering plaats. Voorzitter is de burgemeester Jhr. J. K. Hesselt van Dinter. Alle leden zijn tegenwoordig behalve de wethouder, M. van Winden, wegens ongesteldheid. Na opening van de vergadering met het formuliergebed en voorlezing en goedkeuring van de notulen van de vorige bijeenkomst worden diverse agendapunten behandeld. Over de uitbreiding van het werkloosheidsbesluit. Ingekomen is een verzoek van de Nederlandsche fabrieksarbeidersbond om aansluiting bij het ministerieel besluit tot steunverlening aan werkloosheidskassen der arbeidersbond met dien verstande, dat het eventueel tekort voor ⅓ wordt aangevuld door de gemeente en dat het Rijk ⅔ betaalt. Niettegenstaande de meeste raadsleden de schaduwzijde van uitkeringen bij werkloosheid scherp deden uitkomen. nu ook in deze gemeente gebleken is, dat werklozen, die uitkering genoten, voor 50 cent per uur niet wilden werken, wordt met 9 stemmen vóór tegen 1 tegen het gevraagde toegestaan Met het in werking treden van de wet op slachtingen wordt zonder hoofdelijke stemming besloten om alleen keuring van uit Delft ingevoerd vlees te laten verrichten en de slachtingen van de slagers, zowel als die van particulieren, hier in eigen kring toe te staan [Af- en overschrijvingen op de dienst 1921 worden zonder hoofdelijke stemming toegestaan. De openbare vergadering wordt daarop gesloten
Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. Afwezig is de wethouder M. van Winden. Na opening van de vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Een verzoek van de commissie tot wering van schoolverzuim om presentiegeld en een toelage voor de secretaris wordt aangehouden. B. en W. worden gemachtigd tot opneming van kasgeld tot een maximum bedrag van ƒ 25.000,- Als stemlokaal in stemdistrict I wordt aangewezen een van de lokalen van de O. L. School No. 1. De voorzitter maakt ten slotte melding van de ontvangst van een bericht van Gedeputeerde Staten dat dit college een presentiegeld van ƒ 3,- per lid per raadsvergadering voldoende acht [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 29 juli 1922 vergadert de gemeenteraad. Afwezig is de heer M. van der Velden. Na opening van de vergadering door de burgemeester en goedkeuring van de notulen van de vorige bijeenkomst, stelt de voorzitter aan de orde een wijziging van de verordening op de maximumsnelheid. B&W stellen de raad voor in de kom te Delfgauw, evenals hier ter plaatse, de maximumsnelheid voor voertuigen te bepalen op 15 km. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. [Delftsche Courant 5 augustus 1922, blz. 2]
De gemeenteraad vergaderde zaterdag 4 november 1922. Tegenwoordig tien leden, afwezig de heer P. Zeeuw. De notulen der vorige vergadering worden na kleine aanvulling goedgekeurd [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]
In de vergaderzaal van de Ned. hervormde gemeente aan de Kerkweg kwam maandagavond 13 november 1922 het in Pijnacker gevestigde onderwijzers-, rijks-, gemeente- en spoorwegpersoneel bijeen om te protesteren tegen de door de regering voorgestelde herclassificatie van de gemeenten. Na enige besprekingen werd een commissie benoemd, bestaande uit de heren H. Bezemer hoofd der openbare school no. 1, K. W. Geul, brievengaarder; J. C. J. van der Leeuw, assistentchef aan het station Berkel en raadslid; W. Timmerman, onderwijzer aan de gereformeerde school, en W. van Diepen. ploegbaas aan het station Pijnacker. Deze commissie heeft de opdracht gegevens te verzamelen om aan te tonen dat het klassenstelsel onbillijk is en voor het geval de regering de voorgestelde classificatie toch wil doorvoeren te bewerken dat deze gemeente in een hogere dan de vijfde klasse wordt geschikt [Delftsche Courant 16 november 1922, blz. 2]
De gemeenteraad vergaderde op 25 november 1922. Tegenwoordig alle leden. De vergadering wordt door de voorzitter met het oplezen van het formuliergebed geopend. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. De begroting wordt verhoogd met f 80,-, zijnde de notariële kosten inzake de borgstelling van den gemeenteontvanger. De rekening der gemeente over 1921 wordt met algemene stommen vastgesteld in ontvang op f 151536,02 in uitgaaf op f 135960,25½ alzo met een batig slot van f 15575,76½. Hierna is aan de orde de begroting van de dienst 1923. Na artikelsgewijze behandeling wordt die met algemene stemmen vastgesteld in Ontvangst en Uitgaaf op f 196.415.99½. De heer de Leeuw (R.-K.) stelt voor, dat de Gemeenteraad een adres richt tot de Classificatiecommissie, om P. in de 3e klas geplaatst te houden. Dit voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. [Delftsche Courant 29 november 1922, blz. 5]
De gemeenteraad vergadert op.... Besloten wordt om het bestaande raadhuis en secretarie te laten uitbouwen [De Standaard 30 december 1922, blz. 5]
Er zijn in 1922 opgemaakt: 44 overlijdensakten [BS Pijnacker AR0569_01331, 1922, blz. 107]
Op 3 mei 1922 slaagt A, Sonneveld Pzn. aan de Rijksuniversiteit Leiden voor het voorbereidend kerkelijk examen [Delftsche Courant 9 mei 1922, blz. 2]
Op 29 juni 1922 wordt gemeld dat W. van der Horst is geslaagd voor het kandidaatsexamen geneeskunde aan de Universiteit Leiden [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2]
Op 15 juli 1922 wordt gemeld dat H.L. van der Horst uit Pijnacker geslaagd zijn voor de MTS Bouwkunde in Den Haag [Delftsche Courant 15 juli 1922, blz. 3]
Op 17 september 1922 wordt gemeld dat P. van Loon uit Pijnacker in Den Haag het politiediploma van de Algemene Nederlandse Politiebond heeft behaald [Nieuwe Rotterdamsche Courant 17 september 1922, blz. 10]
Op 6 november 1922 slaagde voor het examen vrije- en orde-oefeningen in Rotterdam de heer H. C. van Aalst uit Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 6 november 1922, blz. 14]
Op 6 november 1922 slaagt N.L. de Nooijer voor het examen L.O. [Rotterdamsch Nieuwsblad 7 november 1922, blz. 2]
Op 24 november 1922 slaagt in Leiden mej. C.W.J. Kranenburg voor het examen apothekersassistente [De Maasbode 25 november 1922, blz. 2]
Op 7 februari 1922 wordt het volgende bericht: Hoewel de griep hier thans enigszins aan het afnemen is, greep zij in meerdere mate om zich heen dan een paar jaren geleden, zodat onze arts het verbazend druk had en dag en nacht in touw was. Ook onze wijkverpleegster heeft drukke, vermoeiende dagen achter de rug. Gelukkig zijn beiden kerngezond en kunnen heel wat stootjes verdragen De meeste gevallen hadden een goedaardig verloop, maar op 't laatst kwamen er bij sommigen complicaties bij, vooral longontsteking, waaraan reeds enkelen bezweken zijn. De jeugd blijft over het algemeen nog al voor de ziekte gespaard; ten minste behoefde nog geen van onze zes scholen wegens te grote onvoltalligheid gesloten te worden [Delftsche Courant 7 februari 1922, blz. 3].
Op 1 maart 1922 biedt W. Ravenek te huur aan voor "H.H. Apothekers en Drogisten" een luw gelegen tuintje, met of zonder broeiramen naar verkiezing, bijzonder geschikt voor de teelt van geneeskrachtige kruiden [Het Vaderland 1 maart 1922, blz. 4].
Woensdagavond 29 maart 1922 had in het café „de Kroon" de voorjaarsvergadering plaats van de afdeeling Pijnacker van de vereniging „het Groene Kruis". De voorzitter opende de bijeenkomst en herdacht het overleden bestuurslid, de heer H. S. Vroomans. Na voorlezing en goedkeuring van de notulen der vorige najaarsvergadering, bracht de secretaris het jaarverslag over 1921 uit, waaruit o.a. bleek, dat de afdeling ongeveer 600 leden telt; dat de nieuwe wijk E, het geannexeerde gedeelte van het voormalige Vrijenban, ruim 60 leden heeft aangebracht. De financiële toestand van de afdeling is nog steeds zorgwekkend. De aftredende bestuursleden, de heren J. R. Kromkamp en J. van Winden, werden met grote meerderheid als zodanig herbenoemd en in de vacature Vroomans gekozen de heer J. C. J. van der Leeuw. Uit het rapport van de penningmeester over het afgelopen boekjaar bleek, dat de ontvangsten hadden bedragen ƒ 2799,43½ en de uitgaven ƒ 2080,38½, zodat de rekening sloot met een batig saldo van ƒ 719,05. Uit het verslag van de wijkzuster van haar werkzaamheden over het afgelopen jaar werd vernomen, dat zij 1877 bezoeken had afgelegd. Tot slot deelde de voorzitter mede, dat zuster Boer tegen 1 juni 1922 haar ontslag als wijkverpleegster heeft aangevraagd. De voorzitter sprak zeker namens allen zijn leedwezen hierover uit. Een nieuwe zuster zal worden benoemd [Delftsche Courant 1 april 1922, blz. 2].
Per 1 mei 1922 is dokter J.A. Bos gevestigd in Pijnacker, Stationsstraat 283a. Hij houdt spreekuur van 8.00 uur-9.00 uur en van 13.00 uur -14.00 uur [Delftsche Courant 29 april 1922, blz. 4]
Op 19 mei 1922 beslist de raad van Delft dat aan GS machtiging zal worden gevraagd voor een gemeenschappelijke regeling tussen Delft, Schipluiden, Nootdorp en Pijnacker voor de keuring van vee en vlees [Delftsche Courant 17 mei 1922, blz. 2]. In juli 1922 beslist de Delftse raad dat een eigen vleeskeuringsinstantie zal worden opgezet. Pijnacker, Schipluiden en Nootdorp kunnen zich aansluiten [Haagsche Courant 13 juli 1922, blz. 2]
Op 5 juli 1922 wordt gemeld dat door het bestuur van de afdeling Pijnacker van de vereniging „Het Groene Kruis" in de plaats van zuster A. C. Boer, die ontslag heeft genomen, tot wijkverpleegster is benoemd mej. J. Bosdijk, particulier verpleegster te Schiedam [Delftsche Courant 5 juli 1922, blz. 3]. Wegens het, bedanken van mej. J. Bosdijk te Schiedam is door het bestuur van de afdeling Pijnacker van de vereniging „Het Groene Kruis" tot wijkverpleegster benoemd mej J. C. van Schaick, particulier verpleegster te Rotterdam, die donderdag 13 juli 1922 in functie hoopt te treden [Delftsche Courant 12 juli 1922, blz. 2]. Ook die is klaarblijkelijk kort gebleven. Op 20 september 1922 wordt gemeld dat met algemene stemmen tot wijkverpleegster is benoemd mej. A. Geradts, tot dan toe particulier verpleegster in Den Bosch [Delftsche Courant 20 september 1922, blz. 3]
Op 29 september 1922 biedt zuster Boer uit Pijnacker zich aan voor kraam- en ziekenverpleging tegen billijke condities, uitstekende referenties [Rotterdamsch Nieuwsblad 29 september 1922, blz. 16]
Op 1 november 1922 wordt gemeld dat in de oktoberzitting van de gemeenteraad aan de afdeling van de vereniging „Het Groene Kruis" in Pijnacker op haar verzoek een subsidie van f 100 is verleend voor het jaar 1923 [Delftsche Courant 1 november 1922, blz. 5]
Op 1 november 1922 wordt gemeld dat het saldo der eindrekening van het feestcomité ter huldiging van onze burgemeester bij gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubileum, ten bedrage van ruim ƒ 17, met toestemming van hem in de kas van de afdeling van de vereniging "Het Groene Kruis" te Pijnacker zal worden gestort [Delftsche Courant 1 november 1922, blz. 5]
Op 14 november 1922 vond in het café van de heer G.C. van Schie een buitengewone vergadering plaats van de vereniging "Het Groene Kruis". Nu de nieuwe wijkverpleegster mej A. Geradts in het bezit is van het diploma voor tuberculosebestrijding achtte het bestuur het nuttig en wenselijk in de statuten der vereniging deze zaak op te nemen. De voorzitter wees ook op de financiële voordelen die eruit voortvloeien door de subsidies die het rijk en de provincie onder de nodige voorwaarden voor de tuberculosebestrijding verlenen: van het Rijk 2/9 van het salaris van de wijkzuster en 4 cent per inwoner als ziekengeld, van de provincie f 4 voor elk van de eerste 25 gezinnen f 3 voor elk van de volgende 75 gezinnen en f 2 voor elk van de gezinnen boven de 100. Na deze toelichtingen verklaarde de vergadering zich eenstemmig voor deze uitbreiding van het werk van de vereniging en met aanvulling van de statuten. Daar de administratie van de tuberculosebestrijding en die van de andere werkzaamheden van de vereniging streng gescheiden moeten zijn, achtte de voorzitter het wenselijk de hoofden van de verschillende scholen uit te nodigen in het bestuur van deze nieuwe taak zitting te nemen daar zij het best in staat zijn verdachte gevallen op dat gebied bij hun leerlingen waar te nemen [Delftsche Courant 16 november 1922, blz. 2]
Op 29 december 1922 wordt bericht dat als opvolger van onze onvergetelijke dokter J. W. van der Horst zich hier met ingang van 1 januari 1923 als arts heeft gevestigd de heer C. G. Tichelaar uit Leiden. De commissie, die zou onderzoeken of de dokterswoning, het eigendom van de gemeente, ook geschikt was voor secretarie en raadzaal, gaf als haar gevoelen te kennen, dat zulks geen aanbeveling verdient. Vrijwel alle raadsleden waren het er over eens, dat het verkeerd zou zijn het huis aan zijn oorspronkelijke bestemming te onttrekken. De beide artsen, die zich in de meente hebben gevestigd, zullen in de gelegenheid worden gesteld hun inschrijvingsbiljet voor de aankoop in te leveren. De raad behoudt zich dan nog het recht van al of niet gunning voor wat afhankelijk wordt gesteld van de aangeboden prijs [Delftsche Courant 29 december 1922, blz. 2]
De gemeenteraad vergadert op .... Beide gevestigde artsen in de, Gemeente worden met een toelage van ƒ 250 per jaar benoemd tot gemeente-arts. De dokterswoning aan de Kerkweg zal bij inschrijving worden verkocht. [De Standaard 30 december 1922, blz. 5]
De onlangs aan de huizen gehouden Oranje-collecte, ten bate der chr. hervormde school aan de Stationsstraat, heeft ƒ 297 opgebracht; voor de Kerstfeestviering der Zondagsschoolleerlingen werd ƒ 276,50 opgehaald en de Oudejaarsavondcollecte in de hervormde kerk voor een extra-bedeling der armen bedroeg ƒ 209,40 [Delftsche Courant 3 januari 1922, blz. 3].
Kerkvoogden en notabelen der Nederlands Hervormde gemeente hebben in hun gecombineerde vergadering van dinsdagavond 10 januari 1922, waarbij de kerkeraad was uitgenodigd, met algemene stemmen besloten de aanslag van de raad van beheer voor de predikantstractementen, ten bedrage van ƒ 1596, niet te aanvaarden en de jaarwedde van den dienstdoenden predikant met ingang van januari 1922 te bepalen op ƒ 4000, met vrij gebruik van pastorie en tuin [Delftsche Courant 12 januari 1922, blz. 3]
Het kerkbestuur en notabelen der Ned. Herv. Gemeente te Pijnacker hebben het traktement van de dienstdoende predikant gebracht i.p.v. ƒ 1596 op ƒ 4000 met vrij gebruik van pastorie en tuin. De betrokken predikant, ds. C. A. de Bruin. heeft echter gemeend, deze tractementsverhooging te moeten weigeren op grond, dat zijns inziens kerkvoogden en notabelen niet recht handelen. Zij werken door hun niet megaan met de eisen van het nieuw ingevoerd reglement op de predikantstractementen mee aan het mislukken van genoemd reglement. Naar zijn mening werken zij de Ned Herv. Kerk tegen, die bezig is voor haar dienaren beter te zorgen dan tot nog toe het geval is. Daarom wil ds. De Bruin, niet strijdend voor zichzelve, maar voor zijn mede-ambtgenoten, geen traktementsverhoging hebben [Rotterdamsch Nieuwsblad 14 januari 1922, blz. 7, 25; Delftsche Courant 19 januari 1922, blz. 3].
Naar aanleiding van de dezer dagen verschenen berichten aangaande het predikantstraktement bij de Ned. Herv. kerk te Pijnacker, ontving het Handelsblad van iemand, die weliswaar niet te Pijnacker woont, maar met de toestanden aldaar goed op de hoogte is, het voigende schrijven: "Zoo heeft dus de kerkvoogdij van Pijnacker zich geschaard bij de onwillige kerkvoogdijen, die zich niet willen onderwerpen aan de over haar gestelde macht. Neen erger, zij heeft getracht het met den aldaar staande predikant op een accoordje te gooien, hem om te kopen voor f 4000, hopende dat daarmee voorloopig de kwestie van de baan zou zijn en zij haar eigenmachtig beheer zou kunnen voortzetten, zooals zij dat reeds zoo vele jaren heeft gedaan. Gelukkig evenwel voor de zaak, waarvoor de synode thans staat en waarvoor de bond van predikanten zoo ijverig strijdt, heeft de plaatselijke predikant zich niet laten verleiden, maar eenvoudig geweigerd. Als eerste eisch heeft deze gesteld dat cle kerkvoogdij zich onderwerpt aan de synode en haar besluiten. Zeker zal dit standpunt onder predikanten groote voldoening gewekt hebben. De regeling van het predikantstractement bij deze Ned. herv. gemeente is zooals in zoovele plaatsen van ons land een kwestie met een droevige geschiedenis. De tegenwoordige predikant staat daar reeds meer dan 25 jaren en gedurende dien tijd is het tractement bij horten en stootjes — zelfs eenmaal ƒ 50 per jaar — geklommen van ƒ 1400 tot f 3200 — en de verhoogingen van ƒ 2000— ƒ 3200 zijn nog maar van de laatste jaren. En nu zal gevraagd worden, met welk recht neemt gij deze regeling droevig? Is soms de kerkvoogdij van Pijnacker een arme kerkvoogdij, die niet betalen kon en niet betalen kan? Juist het antwoord op deze vraag werpt een heel ander licht op deze kwestie en veroordeelt de huidige houdiing der kerkvoogdij tegenover synode en predikant ten scherpste. Die Ned. herv. gemeente heeft namelijk niet onbelangrijke bezittingen, waaronder een boerderij met verscheidene hectaren land. En juist het beheer over deze boerderij is de oorzaak van alle onwilligheid en schrielheid inzake de tractementsregeling, is de reden dat in alle godsdienstoefeningen tweemaal achter elkaar voor de kerk gecollecteerd wordt en daartegenover éénmaal voor de armen, is de schuld, dat niet onbelangrijke hoofdelijke omslag moet worden geheven. Voor een drietal jaren moest deze boerderij verhuurd worden en van verschillende zijden zijn toen stemmen opgegaan om haar te verkoopen. De waarde werd geschat op pl.m. f 120.000 en voor dien prijs waren toen liefhebbers genoeg geweest. De kerkvoogdij wist evenwel dit plan te keeren en ging over tot plaatselijke inschrijving voor verhuring. Door het lot viel de boerderij ten deel aan een jongen boer, den zoon van een der kerkvoogden, die in het huwelijk trad met de dochter van een notabel. Toen nu de huurprijs moest worden vastgesteld -de verhuring had plaats voor 5 jaren- kan men begrijpen, hoe dit geschied is; het. belang van dezen jongen landbouwer werd in de eerste plaats daarbij onder de oogen gezien, hoe de verdere kerkelijke financieele regeling er voor stond was een tweede zorg, wat het tractement van den predikant betrof, dat kwam eerst in de derde plaats aan de beurt. En zoo staan de zaken nu op 't oogenblik. Ware de boerderij indertijd verkocht, de kerkvoogdij had nu van deze een jaarlijksche rente van f 6000, ware zij bij inschrijving publiek verhuurd, men had er — met aftrek van de kosten en lasten een kleine ƒ 4000 van kunnen maken, nu is zij verhuurd voor een veel te lagen prijs en houdt de kerkvoogdij er gemiddeld misschien een ƒ2000 per jaar van over. En nu heeft de boer nog twee jaar huur en maakt goede jaren, doch weet de kerkvoogdij niet, hoe aan de verplichtingen, die de synode haar thans oplegt, te voldoen. Den hoofdelijke omslag. durft zij niet te verhoogen, omdat dan de gemeenteleden, die van bovenstaand kerkvoogdijbeheer op de hoogte zijn, in opstand zullen komen en zullen weigeren ten bate van dien eenen boer te betalen. Vandaar dat ,,prachtige" plan het met den predikant op een accoordje te gooien — dat nu helaas mislukt is. Weer een frappeerend staaltje van ,,kerkvoogdij-beheer"! [Delftsche Courant 23 januari 1922, blz. 3]
In uw blad van 28 januari 1922 komt een bericht voor, overgenomen uit het „Handelsblad", over de regeling van het predikantstraktement en het beheer der kerkvoogden te Pijnacker, ingezonden door een ongenoemde, die beweert op de hoogte te zijn van de kerkelijke toestand en het finantieel beheer van de kerkvoogden aldaar. De kerkvoogdij van Pijnacker acht zich verplicht tegen de vele onjuiste voorstellingen in dat bericht op te komen en verzoekt u beleefdelijk enige plaatsruimte om een en ander recht te zetten. Vooreerst bedraagt het tegenwoordige tractement van de predikant niet ƒ 1200, maar vermeerderd met ± f 350 wegens vrijdom van personele-, gemeente- en kerkelijke belasting met vrij gebruik van de in 1913 nieuw gebouwde, prachtige, keurig onderhouden pastorie en grote, vruchtbare tuin. Deze pastorie heeft circa ƒ 15000 gekost, wat met de rente van daarvoor opgenomen kapitaal en onderhoud jaarlijks nog ruim f 1000 aan lasten geeft. Vóór de oorlogsjaren was de jaarwedde reeds gebracht op ƒ2000, destijds een van de hoogste salarissen in de omgeving. Dat er eenmaal een verhoging van f 50 is gereven is waar, maar het was toen om de afronding van een vorig cijfer te doen. De bouwmanswoning van de kerk werd in 1913 onder de ingezetenen bij loting verhuurd tegen ƒ 120 per hectare. Dat de prijs toen niet te laag gesteld was, blijkt wel uit het feit, dat vele gegadigden, toen zij de huurprijs vernamen, zich terugtrokken en slechts vier liefhebbers aan de loting deelnamen. De jonge boer die toen door het lot als huurder werd aangewezen, was nog ongehuwd en niet eens verloofd en kon dus onmogelijk de schoonzoon van een notabel wezen. In 1918 werd het huurcontract vernieuwd, maar nu tegen ƒ 150 per hectare. De verkoopprijs van de woning, door de ongenoemde op ƒ 120.000 geschat, is volgens deskundigen schromelijk overdreven. Er is wel eens in de kerkvoogdenvergadering gesproken over de wenselijkheid om de woning te verkopen, maar nooit is er een voorstel van gemaakt. Het is een te goede, veilige bezitting om ze te vervreemden en de verkoop zou de nagedachtenis van de erflaatster schande aandoen. Het is onwaar dat er vele stemmen in de gemeente opgaan om de woning van de hand te doen, juist het tegendeel. In geen geval is alzo de verhuring van de boerderij de oorzaak van het niet accoord gaan met de regeling van de predikantstraktementen door de raad van beheer. Dat laatste is een kwestie van inzicht, uitvoerig behandeld in een gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen, in tegenwoordigheid van de kerkeraad. De beschuldiging, dat kerkvoogden het met de predikant op een accoordje hebben willen gooien, werpen zij met beslistheid van zich af; juist van tegengestelde zijde is zulks beproefd, doch met algemene stemmen werd besloten daar niet op in te gaan en een zuiver standpunt in deze aan te nemen. Kerkvoogden vertrouwen dat uw lezers nu een beter inzicht zullen gekregen hebben in het finantieel beheer, door hen alhier gevoerd en hoe ongaarne ook, zagen zij zich genoodzaakt dit alsnog te doen. Op verder geschrijf zullen zij dan ook niet ingaan, daar zij dit voor de kerkelijke belangen beter achten. Met vriendelijke dank voor de opname. Hoogachtend, De Kerkvoogdij der Ned. Herv. Gemeente te Pijnacker. Pijnacker, 9 februari 1922 [Delftsche Courant 11 februari 1922, blz. 7]
Maandagavond 20 februari 1922 vond in de vergaderzaal van de Herv. gemeente aan de Kerkweg een gezellige bijeenkomst plaats van de Chr. Jongeliedenvereniging ,,Samuël" en de knapenvereniging „Immanuël". Beide onderafdelingen van de Chr. Jongemannenvereniging alhier. Er was vrije toegang voor alle belangstellenden. De zaal was goed bezet en de avond werd genoeglijk doorgebracht met opstellen, lezingen, voordrachten en samenspraken, afgewisseld door een goed geslaagde pantomine, die zeker in de smaak viel. Onderwijl werd gecollecteerd voor de noodlijdende veenarbeiders in Drente, waarvoor f 10,- bijeenkwam, terwijl een collecte ten bate der vereniging ruim ƒ 4,- opbracht. Geopend met het gezamenlijk aanheffen van Psalm 25 vers 2, werd de bijeenkomst gesloten met het gemeenschappelijk zingen van Gezang 180 vers 4 [Delftsche Courant 24 februari 1922, blz. 3]
Op 3 april 1922 vertrekt Pater Franciscus Germing via Liverpool naar Para in Brazilië waar de Congregatie der Missionarissen van de H. Familie tot doel heeft daar "aan de kerstening der Roodhuiden te arbeiden" De pater wordt het 25e congregatielid dat daar werkt. De pater is geboren in P. woonde lang in Delft en was professor in Goirle.
Op 8 mei 1922 wordt gemeld dat in de plaats van Mej. A. Poot, secretaresse van de meisjesvereniging „Lydia" te Pijnacker is gekozen Mej. M. van der Stoep. [Bouwen en bewaren; orgaan van den Bond van Meisjesvereenigingen op Gereformeerde Grondslag in Nederland, jrg 3, 1922-1923, no 4, 08-05-1922, blz. 2]
Op 21 mei 1922 vindt het Encycliekfeest plaats op een terrein aan de Laakstraat in Den Haag georganiseerd door plaatselijke afdelingen van de Nederlandse Volksbond. Als sprekers treden op rector B.J.M. Möller, pater G. Vrijmoed, J.Th. Nijkamp en R.P.F. Hulselmans
Op 5 september 1922 wordt bericht dat in de laatstgehouden gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen van de Ned. Hervormde kerk de kerkelijke rekening over 1921 is vastgesteld op een bedag van f 11601,38 in ontvangst en f 10254,45 in uitgaaf, alzo met een goed slot van f 1346,93, om thans gedurende deze week voor de gemeente ter inzage te liggen ten kantore van de kerkelijke ontvanger, de heer C. H. de Gidts [Delftsche Courant 5 september 1922, blz. 3]
Op 7 november 1922 vertrekt soeur Marie Michaeli van Winden vanuit moederhuis "Marienburg"te Den Bosch naar Engeland om van daaruit met mgr J. Aelen per stoomschip Morvada naar het aartsbisdom Madras te reizen [Het Huisgezin 6 november 1922, blz. 1]
Op 22 november 1922 wordt gemeld dat door de kerkenraad der Ned. hervormde gemeente respectievelijk tot ouderling en diaken zijn gekozen de heren A. Harteveld en L. de Hoog, in de plaats van de aftredende broeders, de heren C. Visser en J. Mast. Als vaste regel geldt, dat de aftredende functionarissen zich nimmer direct herbenoembaar stellen [Delftsche Courant 22 november 1922, blz. 5]
Maandag 18 december 1922, van 16.30 tot 18.30 uur, zal in het consistoriegebouw van de Ned. hervormde kerk een stemming plaats hebben ter verkiezing van twee notabelen door de kiesgerechtigde manslidmaten wegens periodieke aftreding van de heer J. Rodenburg en het bedanken als notabel door de heer L. Hofman, die deze betrekking jarenlang vervuld heeft. Op dezelfde avond komen de notabelen bijeen om een kerkvoogd te benoemen door de periodieke aftreding van de secretaris, de heer A. W. Swart. Daarna heeft een gecombineerde vergadering plaats tot het opmaken van de kerkelijke begroting en het vaststellen van het kohier van de hoofdelijke omslag. De heren A. Harteveld en L. de Hoog hebben hun benoeming respectievelijk tot ouderling en diaken van de hervormde gemeente aangenomen en zullen op 1 januari 1923 in deze ambten bevestigd worden [Delftsche Courant 18 december 1922, blz. 2]
Woensdagavond 27 december 1922 had wederom onder grote belangstelling in het kerkgebouw der Ned. Hervormde gemeente de Kerstfeestviering voor de leerlingen van de zondagschool plaats onder leiding van onze predikant, ds. C. A. de Bruin. Naar gewoonte was de prachtige kerstboom rijk verlicht en versierd en deden de fraaie, uitgestalde geschenken het kinderoog tintelen van vreugde, terwijl dè pilaren van ons schone kerkgebouw prijkten met schilden, waarop toepasselijke opschriften, het Kerstfeest betreffende. Onze predikant behandelde met de kinderen de Kerstgeschiedenis en het hoofd van de chr. school alhier verhaalde een kerstvertelling, terwijl onder diens leiding met accompagnement van het kerkorgel een achttal liederen, voor het merendeel meerstemmig, door de feestvierende jeugd werden gezongen. Onderwijl had een gulle tractatie plaats. Bij het heengaan kreeg elk der leerlingen een geschenk, benevens een plaat; of boekje en voor ieder huisgezin een „Martha"-scheurkalender. Zij, die van de school ontslagen werden, ontvingen daarenboven een bijbeltje, waarin een toepasselijke tekst geschreven stond. De minder vermogenden kregen ook nog een of ander doelmatig kleding. stuk, merendeels vervaardigd door de meisjesnaaikrans. Met liefde brengen de gemeenteleden telkenjare een aardig sommetje op voor een onbekrompen kerstfeestviering van de zondagsschoolkinderen. Een woord van hartelijke dank namens de kinderen en hun ouders aan dominé en mevrouw, alsook aan de andere dames der zondagschool, die week aan week de leerlingen bijbels onderwijs geven, is voor zeker hier niet misplaatst [Delftsche Courant 29 december 1922, blz. 2]
Z. D. H. mgr. Verstraelen, vic. apost. der Kleine Soenda-eilanden heeft op 27, 28 en 29 december 1922 in het missiehuis van de Afrikaansche missies te Cadier en Keer (Limburg) de H. H. wijdingen van het subdiaconaat, het diaconaat en het priesterschap toegediend aan de Eerw. heer Jan Verhagen uit Pijnacker [De Maasbode 31 december 1922, blz. 2]
Op 8 maart 1922 heeft P. van der Marel uit Pijnacker te huur of te koop een zo goed als nieuwe ijzeren schuit, 9 ton [Delftsche Courant 8 maart 1922, blz. 4]
Notaris C. J. A. Boom uit Voorschoten zal op woensdag 12 april 1922 om 10 .00 uur verkopen wegens opheffing van het bedrijf van de Heer A. van Mullem te Pijnacker, diens volledige inventaris als bijv.: één 8-jarige drachtige, zware gekr. Belg. vosmerrie (werptijd 4 mei), 9-jarige bruine gekr. Belg. merrie met veulen, boerenwagen, windmolen met zeeven, saksploeg, tweeschaarsploeg, houten ploeg, 2 span eggen, vijf balkeneg, cultivator, 3 span pIoegtuigen, p!oegzwingen, lattekar. melkkar, luxe tuigzaalschaft, hakselmachine, enz., enz., alles in beste staat. Vóór de verkoop te bezichtigen. Op de woning is geen gelegenheid voor uitspannen [Haagsche Courant 1 april 1922, blz. 11; Delftsche Courant 8 april 1922, blz. 8]
Notaris E. E. Croin te Delft is voornemens op vrijdag 28 april 1922, op de bouwmanswoning van Gebr. de Graaf, aan de Oude Leede, onder de gemeente Pijnacker, boelhuis te houden. Verkocht zal worden levende have, bouw- en melkgereedschappen, 29 kalfkoeien, 5 varekoeien, 1 tweejarige stier, 1 paard (zwarte ruin, aftands en mak langs denweg), voorts: tilbury, tentwagen (beide met collingspatentassen), melkwagen met hekken, boerenwagen, 2 driewielde karren, gierbak, grasmaaimachine, hooischudmachine, hooiharkmachine, kettingegge, tuig met berlinzilver en andere tuigen, bergheeft met spil, kaasvaten, kaaskuipen, emmers, karn, kaasplanken, ladders, varkenshokken, takkenbossen, een partij hooi en mest (waaronder ook stromest), kippen, enige meubilaire goederen en hetgeen meer ten verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen één uur voor de aanvang van de verkoping [Delftsche Courant 15 april 1922, blz. 7]
Op 9 mei 1922 heeft P. van der Marel uit Pijnacker paarden te koop [Delftsche Courant 9 mei 1922, blz. 4]
Op 3 juni 1922 vraagt een inwoner van Pijnacker een serre-ameublement te koop [Haagsche Courant 3 juni 1922, blz. 12]
Op 5 augustus 1922 heeft M. van Beveren twee morgen hooigras te koop, staande bij Delft [Delftsche Courant 5 augustus 1922, blz. 8]
Op vrijdag 13 oktober 1922, om 10.00 uur, zullen wegens een sterfgeval om gereed geld worden verkocht op de tuin van wijlen de Heer L. van Geest, genaamd „Torenzicht," aan de Pijnackerseweg no. 194 te Pijnacker: broeiramen en tuindersgereedschappen, waarbij: ruim 1400 ramen, palen, ribben, planken, schroten, 3 kruiwagens, visfuiken, ongeveer 500 dubbele en enkele rietmatten, een overdekte ijzeren tuindersschuit, groot 11 ton, een partij koolplanten, diverse tuindersgereedschappen en hetgeen meer ter verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen één uur voor de aanvang van de verkoping [Delftsche Courant 5 oktober 1922, blz. 2]
Openbare verkoping om contant geld op dinsdag 7 november 1922 om 10.00 uur, op de tuin van J. L. Jansen aan de Dwarskade te Pijnacker, nabij Nootdorp, ten overstaan van de deurwaarders Verbeek en Abbink, van ongeveer 700 broeiramen, een warenhuis, houtwaren, een vierwielige vrachtwagen, draagbaar spoor met lorrie en enige meubilaire goederen. Te zien: twee uur vóór de verkoop [Delftsche Courant 2 november 1922, blz. 4]
Notaris van Hamersvelt te Zoetermeer zal op vrijdag 17 november 1922 om 10.00 uur op verzoek van Mej. wed. H. A. Hagers, op de tuin van de Heer H. Hagers op de grens van Pijnacker, in het Voorhoekje onder Zegwaart, publiek om contant geld verkopen: circa 1250 Broeiramen, éénruiters), met toebehoren. De tuin is gelegen aan het Delftse vaarwater [Delftsche Courant 11 november 1922, blz. 2]
Maandagavond 20 maart 1922 werd in de openbare school no. 1 op het dorp de eindles van het eerste cursusjaar van de tuinbouwcursus gehouden. Met de leraren, de heer Miedema te Delft en T. A. Winter uit Pijnacker, en de leerlingen waren aanwezig de voorzitter van de coöperatieve groentenveilingvereniging „Pijnacker", waarvan de cursus is uitgegaan, en een vertegenwoordiger van de rijkstuinbouwleraar. De leraren deden aan de leerlingen verschillende vragen over de zaken, die deze winter behandeld waren, welke over het algemeen vlot werden beantwoord. Aan het einde van de avond werd door beide vertegenwoordigers een woord van dank gericht tot de leraren voor hun uitstekend onderwijs, blijkende uit hetgeen zij van de jongelui gehoord hadden, en tot de leerlingen voor de ijver, waarmee zij de lessen hadden gevolgd [Delftsche Courant 22 maart 1922, blz. 2]
Op dinsdag 4 april 1922 zal de veiling van de coöperatieve groentenveilingvereniging „Pijnacker" wederom een aanvang nemen, voorlopig twee keer per week [Delftsche Courant 4 april 1922, blz. 3]
Op 15 april 1922 biedt zich aan een vakkundig, betrouwbaar persoon voor het kopen en in commissie verzenden van verse groenten, aardappelen, fruit, enz., vanaf verschillende grote tuinbouwveilingen in het Westland tegen voordelige condities . Brieven aan W. Sonneveld, Westlaan 155 in Pijnacker [Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 15 april 1922, blz. 4]
De coöperatieve land- en tuinbouwvereeniging „Ons Doel" hield woensdag 16 augustus 1922 haar tiende algemene jaarvergadering in het kantoorlokaal aan de Kerkweg. De voorzitter, de heer P. Sonneveld, opende de vergadering. Uit het verslag van de secretaris-boekhouder, de heer W. Stoorvogel, bleek, dat de omzet gedurende het afgelopen boekjaar 1 mei 1921—30 april 1922 beduidend was toegenomen en gestegen was tot 1.881.740 kg. Leverden beide voorafgaande jaren door de enorme prijsdaling van de granen een verlies op, dit jaar kon de winst-en verliesrekening weer met een winstpost sluiten. Het ledental bleef stationnair. De aan de beurt van aftreding zijnde bestuursleden, de heren L. Hofman en H. C. Bukman, werden opnieuw als zodanig herkozen. Ten slotte gaven de aanwezige leden te kennen hoeveel pulp en ander veevoer, aardappelen enz. zij de aanstaande winter nodig zouden hebben. Hierna werd de vergadering gesloten [Delftsche Courant 18 augustus 1922, blz. 2]
Op 14 september 1922 wordt E. Huijsman in Alkmaar op de algemene vergadering van de Hollandse Maatschappij voor Landbouw gekozen tot hoofdbestuurslid [De Courant 16 september 1922, blz. 5]
Op 2 oktober 1922 wordt gemeld dat er sprake is van een malaise in het groentenbedrijf. De veiling Pijnacker heeft op 1 september 1922 al f 102.200 minder aan ontvangsten dan op 1 september 1921. Bij de acht grote veilingen loopt het tekort op tot meer dan 3 miljoen [Het Huisgezin 2 oktober 1922, blz. 3]. Vanaf 1905 is veel weiland gescheurd [omgezet in bouwland] want er was grote vraag naar groenten in Duitsland en Engeland. Vooral de teelt van tomaten nam aanmerkelijk toe. Vele bedrijven floreerden. Tot 1917 ging dit goed, daarna kwam de klad erin. Duitsland kampte met een slechte valuta en in Engeland nam de omvang van het koopkrachtig publiek af. Bovendien werd in toenemende mate concurrentie ondervonden van bedrijven op de Kanaaleilanden die tomaten in open cultuur teelden. Bezwarend is ook de prijs voor het vervoer per boot naar Engeland, vervoer van tomaten kent een hoger tarief dan vervoer van fruit. De spoorwegtarieven zijn ook te hoog. De vervoerkosten lopen soms op tot driemaal de kostprijs [De courant 3 oktober 1922, blz. 5]
Op 9 oktober 1922 begint de landbouwcursus weer in de O.L. school op het dorp. De cursus gaat uit van de groentenveiling en staat onder leiding van P. Miedema uit Delft en J.L. Jansen uit Rotterdam. Er nemen zes jongelui deel [Delftsche Courant 16 oktober 1922, blz. 3]
Voor de loting der nationale militie voor de lichting 1922 hebben zich op 11 Januari 1922 ter secretarie 45 jongelieden aangegeven [Delftsche Courant 17 januari 1922, blz. 3].
Op 29 juni 1922 wordt bericht dat de inspectie van verlofgangers van de Dienstplichtwet dit jaar niet in Pijnacker maar in Berkel zal plaatsvinden [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2]
Op 29 juni 1922 wordt bericht dat de collecte voor de gewapende dienst in Pijnacker heeft f 59,19 opgebracht [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2]
Op de schietwedstrijd op dinsdag 5 september 1922 voor de leden van de vrijwillige landstorm uit Pijnacker op de schietbaan te Delft gehouden, behaalden de heren J. L. Blok en H. van Wamelen, respectievelijk de eerste en de tweede prijs, bestaande uit een vaasje met zilveren voet en een horlogeketting [Delftsche Courant 7 septrember 1922, blz. 3]
De loting voor de militie is op woensdag 30 september 1922 gehouden te Bergschenhoek. Aan de loting namen deel 44 lotelingen, die de volgende nummers trokken: J. Apon 14. J. van Atten 35, C. Bergshoeff 6. P. H. van der Burg 25, W. v. d. Elst 17 J. L. van Geest 44, J. van Gent 39, G. de Graaf 2. M. 't Hart 41, J. Hazeu 10, P. A. van der Helm 27, A C. van der Hoeven 16, J. Hoogerdijk 22, J. de Jong 11 Joost de Jong 18, P. Kas 36, T. Kemp 32. L. Koetsier 13, G. van der Kooy 19, N. van der Kooy 20. W van der Kooy 7, A. Kranenburg 3. J. L. M. van Leeuwen 23, N. L. van Leeuwen 12. J. Letterman 15, A. van Overdam 40, M Ovevoorde 37, C. J Poot 43. J. Th. Schouten 29, A. van der Sman 38, M. A. van Son 31. Th. P. van der Stap 34, A. A. Tas 30, A. P. L. Tas 33. A. Valkenburg 26. L. R. Veerman 28, F. Verhagen 24. J. Verhagen 4, J. Vogelaar 8, A. van der Vorm 21, P. van Wamelen 9, J. A. Weerheim 5, W. van Wijk 42 en E. Zegwaard 1. [Delftsche Courant 2 oktober 1922, blz. 3]. De eerste 14 nummers worden voor de militaire dienst aangewezen [Delftsche Courant 20 oktober 1922, blz. 3]
Voor de dienstplicht zullen de navolgende dienstplichtigen worden ingelijfd: E. Zegwaard, lotingsnummer 1, A. Kranenburg 3, J. A. Weerheim 5. W. van der Kooy 7, Jac. Vogelaar 8, Joh. de Jong 11, Jan Apon 14, Jac. Letterman 15, A. C. van der Hoeven 16, Joost de Jong 18, J. van der Kooy, 19 P. A. van der Helm 27, J. Th. Schouten 29 en A. A. Tas 30. De dienstplichtigen Joost de Jong, M.A. van Son en M. 't Hart hebben vrijstelling aangevraagd wegens kostwinnerschap [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]
Dinsdagavond 21 februari 1922 vond in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan de algemene ledenvergadering plaats van de werkliedenvereniging „Eigen Hulp", welker doel geldelijke uitkering bij ziekte en ongeval is. De voorzitter heette de zeer talrijke opgekomenen welkom, noemde de toestand van de vereniging, die een kalm jaar zonder bijzondere gebeurtenissen achter de rug had, bevredigend en langzaam, maar immer vooruitgaande en hoopte, dat alles weer even ordelijk zou toegaan, als het de laatste jaren de gewoonte is. Hij herinnerde aan het overlijden van het oudste bestuurslid, de heer H. S. Vroomans, die vanaf de oprichting van de vereniging zijn krachten aan de zaak van de werklieden heeft gewijd en zich door het afgeven van de ziektebriefjes bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt. Het bestuur heeft dan ook gemeend in de geest van de vergadering gehandeld te hebben door zijn plechtige begrafenis bij te wonen en een palmtak op zijn graf neer te leggen, waarvoor van de familie een hartelijke dankbetuiging was ingekomen. De voorzitter stelde namens zijn medebestuurders voor, behalve de stemming voor de periodieke vacaturen, ook direct de vacature-Vroomans te vervullen, wat door de aanwezigen goedgevonden werd. De voorzitter sprak de hoop uit, dat de vereniging haar nuttig en zeer zuinig beheerd werk op dezelfde wijze zou kunnen voortzetten, ook na de invoering van de aanstaande nieuwe Ziektewet. Uit de rekening en verantwoording van de penningmeester bleek, dat het saldo over 1921 bedroeg ƒ 2798.03, tegenover ƒ 2485.04½ over 1920, dus een vermeerdering van ƒ 312.98½, voorwaar een verblijdend® uitkomst. De penningmeester voegde er echter bij, dat de uitkeringen in de loop van dit jaar meer hebben bedragen dan in hetzelfde tijdperk gedurende het 22-jarig bestaan van de vereniging ooit het geval was geweest. Deze rekening was vooraf met de bescheiden nagezien door een commissie uit de leden en in de beste orde bevonden. Een der leden dankte daarop namens allen in het bijzonder de penningmeester voor al zijn moeite en zorgen, reeds zoveel jaren door hem aan „Eigen Hulp" besteed. De drie aftredende bestuursleden, de heren P. van Buysen, G. van Beurden en G. Kerklaan, werden met grote meerderheid als zodanig herkozen en namen allen de herbenoeming aan. In de vacature-Vroomans werd voorzien door de verkiezing van de heer Th. C. Tetteroo. Door het bestuur, dat de functies onderling verdeelt, werd in de plaats van het overleden lid, de heer F. Tetteroo tot vicevoorzitter benoemd. Na afloop van het officiële gedeelte hielden enige leden van de toneelvereniging „Sint Augustinus" nog geruime tijd de aanwezigen met hun vrouwelijke huisgenoten aangenaam bezig met allerlei voordrachten, die blijkbaar zeer in de smaak vielen. Onder hartelijke dank aan de heren van de toneelvereniging en de pianist voor het gesmaakte genot en met aanbeveling voor verdere medewerking, sloot de voorzitter tegen het middernachtelijke uur de vergadering, die een zeer ordelijk verloop had.[Delftsche Courant 24 februari 1922, blz. 3]
Op 4 april 1922 wordt gemeld dat een collecte door de leerlingen van de chr. hervormde school aan de Stationsstraat aan de huizen der ingezetenen gehouden voor de hongerende Russische kinderen heeft de aanzienlijke som van ƒ 340.75 opgebracht [Delftsche Courant 4 april 1922, blz. 3]
Op 25 april 1922 wordt gemeld dat op de driemaandelijkse bestuursvergadering van de werkliedenvereniging "Eigen Hulp", het op de algemene ledenvergadering nieuwgekozen bestuurslid, de heer Th. C. Tetteroo, is geïnstalleerd. Hij neemt de plaats in van wijlen de heer H. S. Vroomans. In de plaats van de heer F. Tetteroo, die tot vice-voorzitter was benoemd, werd met algemene stemmen tot tweede secretaris gekozen de heer G. de Wilde van Delfgauw. Uit de rekening van de penningmeester over het eerste kwartaal van 1922 bleek, dat in de eerste drie maanden van het jaar een zeer hoog cijfer, nl. ruim ƒ 615,- aan ziekengeld is uitgekeerd, zodat het kassaldo, van ƒ2798,68 tot een bedrag van ƒ2444,44 was gedaald [Delftsche Courant 25 april 1922, blz. 3]
In de vraag- en antwoordrubriek van 21 oktober 1922 is de vraag: Voorheen werd er te Pijnacker in het algemeen gegeven voor de armen, nu niet meer. Nu krijgt men enkel van de kerk. Hoe zou dat komen, dat er niet van de gemeente gegeven wordt aan de arme mensen? Er zijn er toch genoeg als men er zo eens naar vraagt op Pijnacker. Antwoord. Er bestaat te Pijnacker wel degelijk een armenzorg vanwege de gemeente, het burgerlijk armbestuur, of de zogenaamde grote armen, die het voor voormalige tiendfonds beheren. Als regel geldt, dat eerst de diaconieën zorgen en dat de gemeente zo nodig bijspringt. In het burgerlijk armbestuur zitten vertegenwoordigers van de verschillende diaconieën en regelen samen de ondersteuningen voor de armen. Die tot geen bepaalde gezindte behoren, worden door de grote armen ondersteund [Delftsche Courant 21 oktober 1922, blz. 3]
In de vrijdagavond 20 oktober 1922 in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan gehouden gewone driemaandelijkse bestuursvergadering van de werkliedenvereniging „Eigen Hulp", die uitkering bij ziekte aan de leden verleent, was als spreker tegenwoordig de heer J. F. Kuijer van 's Gravenhage, secretaris van het Nederlands verbond van ziekenkassen en fondsen. Hij besprak het doel, de werkwijze en de resultaten van genoemde bond en bracht op heldere wijze naar voren, hoe nodig het is om de handen ineen te slaan, opdat de ziekenfondsen hun eigen beheer behouden en niet de staat, zoals in de ziekenwet Talma, later door minister Aalberse overgenomen, de gehele zaak met de ambtenarij en de aankleve van die regelt. Door de krachtige samenwerking van acht provinciale en één algemene Nederlandse bond, die tezamen duizenden leden tellen en bewijzen kunnen, dat de zaak door de plaatselijke ziekenkassen veel goedkoper, doelmatiger en voordeliger beheerd kan worden, kwam men zo sterk te staan, dat minister Aalberse veel wijzigingen in het wetsontwerp heeft gebracht, waardoor het voortbestaan van de particuliere ziekenfondsen onder staatstoezicht gewaarborgd is. Ook hekelde spreker de voorstellen van de oud-minister Posthuma en van Kupers, waardoor alle kassen de nek zou worden gebroken. Ten slotte las hij enkele artikelen uit het wetsontwerp voor en toonde daaruit aan, hoe nodig het is om te blijven strijden voor onze vrijheid, voor zelfbeheer. De voorzitter van „Eigen Hulp" bracht de heer Kuijer hartelijk dank voor de wijze, waarop hij de zaken helder en klaar had uiteengezet [Delftsche Courant 23 oktober 1922, blz. 6]
Op 9 november 1922 wordt gemeld dat de hier bestaande spaarkas uitgaande van het bestuur van de werkliedenvereniging „Eigen Hulp" en geheel belangeloos geadministreerd door de penningmeester van die vereniging, in het afgelopen boekjaar, dat van november tot november loopt, 33 deelnemers telde, die tezamen een bedrag van ƒ 752 hadden ingelegd. Het doel der spaarkas is voornamelijk om de arbeidende stand daardoor gelegenheid te geven zich voor de winter van brandstof en aardappelen te voorzien [Delftsche Courant 9 november 1922, blz. 2]
Op 28 december 1921 veroordeelt de kantonrechter te Delft A.N. en G.P uit Pijnacker tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden zonder licht met de fiets. Voorts L.P.H. tot een boete van f 5 subs 3 dagen wegens een jachtwetovertreding. Tenslotte G.R. uit Pijnacker tot een boete van f 5 subs 3 dagen wegens het laten staan van een trekdier [Delftsche Courant 7 januari 1922, blz. 9].
In de nacht van zondag 8 januari 1922 op maandag 9 januari 1922 is zeer waarschijnlijk meer dan één inbreker door forcenng van een raam in de college-kamer van het consistoriegebouw der Hervormde kerk binnengedrongen en daar de paneelen van de archiefkast vernield en hebben daar de panelen van de archiefkast vernield en de aanwezige offerbussen geledigd. In de kerk zelf waren twee armenbusjes aan de deuren van hun inhoud beroofd. De catechisatiekamer, waar twee gevulde collectebusjes stonden was niet door de dieven bezocht. Aan geldswaarde hebben zij niet veel kunnen vinden, maar groter is de schade, door hun breekijzers aangericht. Geleerd door een inbraak in dezelfde kerk, nu twee jaar geleden, waren alle enigszins waardevolle, losse voorwerpen uit het kerkgebouw op andere, veiliger plaatsen geborgen. Op last van de burgemeester is door de politie een speurhond uit Den Haag gehaald en aan het werk gezet, maar zonder resultaat. Geen wonder, als men bedenkt, dat de inbrekers geen enkel voorwerp om aan te snuffelen hebben achtergelaten en blijkbaar op hun fietsen over een grintweg zijn weggereden, terwijl de koster maandagochtend bij het zien van het gebeurde de geheile kerk heeft doorkruist om op de hoogte van de aangerichte schade te komen. Dezelfde personen hebben ook de Gereformeerde school, vlak achter het Hervormde kerkhof in het Achterom met een bezoek vereerd. Binnengedrongen door de achterdeur hebben zij met hun breekijzers de deuren van de kasten in de verschillende lokalen bewerkt, en de aanwezige schoolgelden ten bedrage van ƒ 125 als hun grootste buit meegenomen. Het is te hopen, dat de daders, met het oog op de veiligheid in onze woonplaats ditmaal niet, zoals de vorige keer het geval was, onbekend en ongestraft blijven, hoewel de kans daarop zeer twijfelachtig is [Delftsche Courant 11 januari 1922, blz. 3]
Het vermoeden ligt voor de hand, dat de daders van de gemelde diefstallen in Pijnacker dezelfde zijn die op zondagavond tussen 18.00 en 20.00 uur in het naburige Berkel in een huis, waarvan de bewoners afwezig waren en zich in de kerk bevonden een inbraak pleegden en daar een buit van tussen de ƒ 400 en ƒ 500 wisten te bemachtigen. [Delftsche Courant 12 januari 1922, blz. 3]
Op 8 februari 1922 wordt J. J. V. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 1, subs 1 dag. En O.V. uit Pijnacker voor hetzelfde delict en tevens voor het opgeven van een valse naam tot een boete van resp. ƒ 1 en ƒ 5, subs. 1 week tuchtschool en 2 weken tuchtschool [Delftsche Courant 20 februari 1922, blz. 3]
Op 8 maart 1922 wordt M.H.T. uit Pijnacker wegens openbare dronkenschap veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen. En J. van B., J. de J., G. van de K. en L. A. allen uit Pijnacker, tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht [Delftsche courant 17 maart 1922, blz. 5].
Op 11 maart 1922 wordt J.T.H. van der T. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht en P.v.d. M. uit Pijnacker tot een boete van f 2,50 subs 1 dag [Delftsche Courant 18 maart 1922, blz. 6]
Op 5 april 1922 staan een aantal personen terecht voor overtredingen van de Arbeidswet. Boetes zijn er voor H. de L. f 3 subs 2, voor J.M.B. en A. van G. f 2 subs 1, voor J.J. 2 maal f 2 subs 3 dagen en B. v. d. B. 3 maal f 1 subs 3 dagen [Delftsche courant 19 april 1922, blz. 5]
Op 19 april 1922 wordt T. N. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van 23 x f 0,50 subs 23 x 1 dag wegens overtreding van de Invaliditeitswet [Delftsche Courant 1 mei 1922, blz. 3]
Op 16 mei 1922 wordt door de Rotterdamse kantonrechter tegen C.J. in 't V. melkrijder uit Pijnacker, een boete geeist van f 25 subs 10 dg hechtenis vanwege rijden met een kreupel paard [De Maasbode 17 mei 1922, blz. 2]
Op 17 mei 1922 wordt L.A. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 1 subs 1 dag wegens rijden zonder licht. Voorts G. O uit Pijnacker tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens het onbeheerd laten staan van een trekdier. Tenslotte W.S. uit Pijnacker tot een boete van tweemaal f 2,50 en tweemaal 1 dag wegens rijden zonder licht én een onverlicht nummerbewijs [Delftsche Courant 3 juni 1922, blz. 9]
In de nacht van zaterdag 17 juni 1922 op zondag 18 juni 1922 zijn in de Oude Leedsche buurt onder de gemeente Pijnacker inbrekers aan het werk geweest. Bij de tuinder L. de H. werden uit een met de woning verbonden werkplaats twee nieuwe rijwielen gestolen. Gelukkig voor de eigenaars waren beide fietsen verzekerd. Op een paar andere plaatsen hebben de dieven eveneens hun slag zoeken te slaan, evenwel zonder gevolg. Het hevig aanslaan van een waakhond dreef hen op de vlucht [Delftsche Courant 21 juni 1922, blz. 3]
Op 12 juli 1922 wordt H.P. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens het in Pijnacker halfslag berijden van een weg [Delftsche Courant 21 juli 1922, blz. 3]
Op 9 augustus 1922 wordt A. van G. veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs een dag wegens overtreding van de Arbeidswet [Delftsche Courant 23 augustus 1922, blz. 5]
Op 17 augustus 1922 wordt op de Vlaggemanskade in Rotterdam aangehouden de 28-jarige in het Algemeen Politieblad gesignaleerde boerenknecht J.T. uit Zegwaard. Hij wordt verdacht van de diefstal van kledingstukken in Pijnacker. Op 26 september 1922 meldt de NRC dat de man is veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf wegens diefstal van kleding van enkele landbouwers [Rotterdamsch Nieuwsblad 18 augustus 1922, blz. 11; Nieuwe Rotterdamsche Courant 26 september 1922, blz. 7]
Op 23 augustus 1922 worden C van W. en A.C. van W. veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht. Voorts J. van B. en M. v.d. P, beiden uit Pijnacker, wegens overtreding van de Leerplichtwet tot resp. 2 x f 2 subs 2 x 1 dag en tot f 1 subs 1 dag [Delftsche Courant
Dinsdagmiddag 5 september 1922 had in de Oude Leedsche buurt in Pijnacker een brutale diefstal plaats. Bij de tuinder C. D. werd namelijk op klaarlichte dag een rijwiel ontvreemd. Men vermoedt, dat een vroegere knecht de dader is [Delftsche Courant 7 september 1922, blz. 3]
Op 6 september 1922 wordt P.S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 5 subs 3 dagen wegens het aan de achterzijde van het voertuig ontbreken van een nummer met letter [Delftsche Courant 27 september 1922, blz. 5]
Op 20 september 1922 wordt M.W. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht. Voorts P.J.A.L. uit Pijnacker tot eenzelfde boete wegens het berijden van een afgesloten weg en G. van W. wegens het laten verrichten van arbeid door een kreupel dier tot een boete van f 10 subs 5 dagen [Delftsche Courant 7 oktober 1922, blz. 9]
Op 12 oktober 1922 is tegen de loswerkman en recidivist W.A. van E. uit Rotterdam wegens diefstal van een fiets in Pijnacker in september 1922 een jaar gevangenisstraf geëist. Hij was in september werkloos en kon geen kostgeld betalen. Met de opbrengst van de fiets had hij zijn kosthuis betaald. De straf wordt uiteindelijk 6 maanden [Nieuwe Rotterdamsche Courant 13 oktober 1922, blz. 2; Haagsche Courant 14 oktober 1922, blz. 10; Rotterdamsch Nieuwsblad 19 oktober 1922, blz. 13]
Op 25 oktober 1922 worden M. de S. en G.N. veroordeeld tot een boete van f 1 subs 1 dag en W. van B., D.R. en B. van M. tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht [Delftsche Courant 8 november 1922, blz. 6]
Op 27 oktober 1922 staat een man W. van W. uit Pijnacker voor de politierechter. Hij heeft volgens het O.M. met zijn broer G. van W. (ter zitting niet aanwezig) een wagen vers gemaaid gras gestolen en het zoontje van de rechthebbende J. Bazuin uitgevloekt. Het wordt een straf van f 10 boete. De Maasbode zet vraagtekens bij het optreden van de rechter vanwege diens ontspannen aanpak. Dat ging als volgt: Op de vraag van de politierechter, welke schade getuige heeft geleden door de handelingen van beklaagde, antwoordt getuige, dat hij niets wil hebben, wanneer beklaagde maar belooft het nooit weer te doen. Wel heeft beklaagde het zoontje van getuige nog uitgevloekt. De officier vordert met het oog op dit vloeken f 15. De rechter [mr van Rhede van der Kloot] vraagt: "Nou, wat denk je daarvan". Beklaagde antwoordt: "Dat vind ik wel een beetje te hoog. Voor zoveel heb ik niet gevloekt". De rechter vraagt: "Op hoeveel schat je dan die vloeken? Wat voor straf wou je dan eigenlijk hebben?". Beklaagde zegt: "Nou ik had zowat gerekend op f 5,-. De rechter : Weet je wat, dan zullen we samen het verschil delen en veroordeel ik je tot f 10,-. [Het Vaderland 27 oktober 1922, blz. 3]. De Maasbode merkt op: "Bij zulk afdoen van zaken lijkt ons toch alle waardigheid zoek. Niet alleen is deze „gemoedelijkheid" fnuikend voor het prestige der rechterlijke macht, maar zij schijnt het tegendeel te zullen effectueeren van wat een gezond-paedagogische methode bij dit nieuwe instituut toegepast kan uitwerken. De vraag lijkt gewettigd, of de officier ook niet een tientje tegen den rechtsprekenden magistraat had mogen eischen" [De Maasbode 28 oktober 1922, blz. 5]. In Voorwaarts 28 oktober 1922, blz. 6 staat boven het verslag als kop: ""Gerechtigheid" op een accoordje"
Op 8 november 1922 wordt D.R. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens rijden zonder licht en C.A.K. uit Pijnacker wegens een Kieswetdelict tot een boete van f 1 subs 1 [Delftsche Courant 29 november 1922, blz. 5]
Op 22 november 1922 worden K.R., M. van D., en G.W. uit Pijnacker door de Delftse kantonrechter veroordeeld tot een boete van f 1 subs 1 dag wegens overtreding van de Kieswet [Delftsche Courant 8 december 1922, blz. 5]
Na talrijke conferenties met de dagelijkse besturen en ook met de gemeenteraden van Berkel en Rodenrijs, Zoetermeer, Zegwaart, Pijnacker, De Lier, Maasland en Schipluiden en B. en W. van deze gemeente, is door laatstgenoemd college aan die gemeenteraden voorgesteld de prijzen van electrische stroom, welke van de centrale te Delft betrokken wordt, te brengen op 40 per K.W.U., verhoogd met de toeslag volgens de kolenclausule. De tegenwoordige prijs bedraagt volgens contract 25 cent plus kolenclausule [De Standaard 9 januari 1922, blz. 5].
In februari 1922 vindt een raadsvergadering plaats. Ingekomen is een schrijven van het gemeentebestuur te Delft, dat vanaf 1 januari 1922 44 cent per kilowattuur zal berekend worden voor lichtstroom. Na breedvoerige bespreking over deze onrechtvaardige eis, wordt met 8 tegen 2 stemmen besloten daar niet op in te gaan, aangezien Pijnacker indertijd een overeenkomst met Delft heeft aangegaan om gedurende 25 jaar 25 cent per kilowattuur te betalen. Zo noodig zal de gemeente in rechte optreden [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. De voorzitter deelt ten slotte mee de ontvangst van een schrijven van het gemeentebestuur van Delft als antwoord op de weigering van de raad alhier om een hogere prijs te betalen voor de electrische stroom dan indertijd is overeengekomen [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 18 april 1922 wordt gemeld dat Delft de electriciteitstarieven wil verhogen naar 30 cent per kilowattuur plus de distributiekosten. Pijnacker ziet geen reden om af te wijken van het bestaande contract [De Maasbode 18 april 1922, blz. 1]
Op 30 mei 1922 bericht in het Rotterdamsch Nieuwsblad de Rotterdamse waterleiding dat P. voorlopig niet zal kunnen meedrinken van hun gezuiverd drinkwater vanwege gebrek aan geld.
Op 13 juni 1922 wordt bericht dat in 1918 Delft een overeenkomst heeft gesloten vóór de levering van turf aan het G. E. B., waarbij de heer M. van Beveren uit Pijnacker eerst 5 cent, later 10 cent per 1000 turven als provisie werd toegezegd. In 1920 werd het levercontract ontbonden en over 1921 is dus aan de heer Van Beveren geen provisie meer uitbetaald. De heer v. Beveren was hiermee niet tevreden. Hij voerde aan dat Delft een einde had gemaakt aan het contract, maar dat hij daarom niet het recht op provisie verloor, dat die provisie alleen afhankelijk was van de hoeveelheid turf welke geleverd werd en dat alleen Delft die levering had verhinderd. Doch uit een schrijven, dat de heer ir. Thierens, de toenmalige adjunct-directeur van het G. E. B., aan den rechtskundige raadsman van Delft zond, blijkt dat de provisie afhankelijk was van het aantal turven dat het G. E. B. ontving, zodat wanneer geen levering plaats had ook geen sprake kon zijn van provisie. De heer Van Beveren eist niettemin f 2816,90 plus 6 % rente. B&W van Delft stellen de Delftse raad voor hiertegen verweer te voeren [Delftsche Courant 13 juni 1922, blz. 2]. Van Beveren geniet de provisie als tussenpersoon. De leveranties vinden plaats door en het contract is gesloten met de gebrs. van Houwelingen. Het ging in totaal om 40 miljoen turven uit een bepaald veld. Toen in 1920 het contract werd ontbonden waren reeds 11.831.000 turven geleverd. Van Beveren vraagt over de nog niet geleverde 28.169.000 turven provisie [Voorwaarts 13 juni 1922, blz. 5] De zaak wordt op 16 juni 1922 in besloten zitting behandeld [Delftsch Courant 17 juni 1922, blz. 7]
Op 29 juni 1922 wordt gemeld dat de gemeenten Delft en Pijnacker hebben overlegd over de levering van electriciteit aan het geannexeerde deel van de gemeente. Dit overleg heeft opnieuw geen oplossing gebracht. G.S. zullen thans een beslissing nemen [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2]
Op 21 augustus 1922 wordt bericht dat tussen een inwoner van Pijnacker, de heer J. J. Veder, wonende in villa „Vogelweide", en het G. E. B. een geschil is gerezen. De heer Veder liet in de herfst van 1920 zijn villa op het electriciteitsnet aansluiten, hetgeen hem f 456 kostte, maar, zo vernam de heer Veder van één van de heren van de bedrijven, zo te eniger tijd andere percelen in deze toenmaals reeds geprojecteerde nieuwe woonwijk op de door hem bekostigde geleiding aangesloten zouden worden, hem restitutie zou worden gegeven. In een adres aan de gemeenteraad beklaagt de heer Veder zich thans, dat nu er drie woningen bij zijn villa gebouwd zijn, het G. E. B. van de toegezegde restitutie niets wil weten, omdat de directie zich niet verantwoordelijk acht voor toezeggingen, gedaan door één van haar ambtenaren [Delftsche Courant 21 augustus 1922, blz. 2]
Op 8 november 1922 behandelt de Delftse raad het voorstel van B&W van Delft om afwijzend te beschikken op het verzoek van T. Veder te Pijnacker tot het verlenen van restitutie van de door hem betaalde kosten van aansluiting van zijn villa aan het electrisch net [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]. De heer Van Dijk zou 't onbillijk vinden het verzoek af te wijzen. B&W geven dat zelf toe maar weten alleen niet hoe groot de restitutie zou moeten zijn. Spr. gelooft wel dat een bedrag te berekenen zou zijn al is 't dan niet op de cent of een gulden precies. Hij wil dit punt aanhouden en het nader doen onderzoeken om een schaal van restitutie te ontwerpen. Nog vraagt spreker of de heer Veder een specificatie van onkosten heeft gekregen. Dr. Spanjaard, wethouder van bedrijven. meent dat de. betrokkene zeker specificatie heeft gekregen voor het werk dat is uitgevoerd. De heer Veder heeft geweten dat hij moest betalen voor zijn aansluiting en er is nooit sprake geweest van enige restitutie. Al worden later in die buurt andere huizen gebouwd en aangesloten, dan geeft dat de eerste nog geen recht op restitutie. De kabel blijft eigendom van de gemeente en zij kan er dus mee doen wat zij wil. Het is administratief ondoenlijk om zulke restituties te regelen en er bestaat ook geen reden voor. De heer Van Dijk repliceert en persisteert bij zijn mening. Spreker wil het punt aanhouden en een basis laten ontwerpen voor een vaststaande restitutie. De voorzitter wil deze zaak afdoen en in andere gemeenten informeren hoe het daar geregeld is. De heer Groot noemt zo'n geval van elders, waar bepaald is dat geen restitutie verleend wordt als andere huizen worden aangesloten. Het voorstel wordt aangenomen [Delftsche Courant 9 november 1922, blz. 2]
De gemeenteraad vergaderde op 25 november 1922. Op het verzoek van C. J. de Graaf e.a. om de straatverlichting door te trekken naar hunne woningen, wordt afwijzend beschikt als zijnde die toegangsweg geen publiek pad. Om echter adressanten te gerieven zal aan de laatste paal een tweede lamp aangebracht worden, welke haar licht op die weg kan uitstralen [Delftsche Courant 29 november 1922, blz. 5]
Op 4 januari 1923 zal in Delft een vergadering worden gehouden van de Electriciteitscommissie, bestaande uit afgevaardigden van de gemeenten welke de electrische stroom van Delft betrekken, ter regeling van de stroomprijzen. Overwogen zal worden welke maatregelen genomen dienen te worden ten opzichte van de gemeenten Zegwaart en Pijnacker die weigerachtig zijn gebleven om de verhoging van de stroomprijs met 10 cent per eenheid (van 25 op 35 cts.) aan Delft te betalen [De Maasbode 27 december 1922, blz. 5]
Vrijdag 17 februari 1922 vond de algemene ledenvergadering plaats van de Ned. Hervormde Schoolvereniging in het gebouw der Chr. Hervormde school in de Stationsstraat. De aftredende bestuursleden, de heren A. Kranenburg en J. Most, werden beiden als zodanig herkozen en namen die herbenoeming aan. Bij de tegelijkertijd gehouden verloting ten bate van de school, viel de voornaamste vasn de 30 prijzen op 300 loten, nl. een keurige sprei, ten deel aan de heer J.F. van der Salm in de Kroonstraat alhier. [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Op 22 februari 1922 wordt gemeld dat mej. A. W. Gravendeel, onderwijzeres aan de o. l. school no. 3 te Delfgauw, met ingang van 1 januari 1922 aan die school in functie getreden, heeft wegens benoeming als onderwijzeres te Rotterdam ontslag aangevraagd. [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Wegens uitbreiding van onze gemeente met een gedeelte van het voormalige Vrijenban is het aantal leden van de commissie tot wering van schoolverzuim van zes op negen gebracht. Dinsdagavond 14 maart 1922 werd de nieuwe commissie in de raadzaal geïnstalleerd en tot voorzitter gekozen de heer E. A. Tiel Groenestege, hoofd der r.-k. parochiale school, en tot secretaris de heer A. W. Swart, oud-hoofd der openbare school no. 1 op het dorp [Delftsche Courant 17 maart 1922, blz. 2].
Op 4 april 1922 wordt gemeld dat door de heer inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Gouda, waartoe de gemeente Pijnacker behoort, aan de hoofden van de scholen alhier is meegedeeld dat de leerlingen die op 1 april 1922 de school zouden verlaten, wegens invoering van het zevende leerjaar, niet ontslagen konden worden. Thans heeft de minister van onderwijs beschikt, dat nog dit jaar deze kinderen van de schoollijst kunnen worden afgevoerd, zeer tot genoegen van sommige ouders, die voor hun schoolgaand kroost reeds een dienstbetrekking hadden opgezocht en gevonden [Delftsche Courant 4 april 1922, blz. 3]
De gemeenteraad vergadert op 15 april 1922. Met 9 tegen 1 stem wordt de benoeming goedgekeurd van mej. A.H.S. Teljer tot onderwijzeres aan de O. L. school No. 3. Ze was tweede op de voordracht [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
De gemeenteraad vergadert op 15 april 1922. Aan mej. A. W. Gravendeel wordt op verzoek eervol ontslag verleend als onderwijzeres aan die school [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
De gemeenteraad vergadert op 15 april 1922. Aan de besturen van de drie bijzondere scholen wordt een voorschot verleend ingevolge de Lager Onderwijswet van 40% uit te keren op 1 mei 1922 [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 23 mei 1922 wordt gemeld dat T.A. Winter, het hoofd van de Gereformeerde school in Pijnacker als tweede is geplaatst op de voordracht voor de functie van hoofd van de te openen Landbouwschool met de Bijbel [De Standaard 23 mei 1922, blz. 2] Ook een school in Middelburg doet een beroep op hem. Hij bedankt daarvoor [Delftsche Courant 2 juni 1922, blz. 2]. Op 2 juni 1922 staat vast dat de heer Winter vertrekt. De secretaris van de schoolvereniging, G. Voogt, adverteert voor een hoofd van de school [De Standaard 2 juni 1922, blz. 4]. Op 6 juni 1922 wordt gemeld dat hij is teruggekomen op zijn beslissing en dat hij alsnog de benoeming heeft aangenomen [Delftsche Courant 6 juni 1922, blz. 2] L. Kooiman uit Rotterdam staat eerste op de voordracht voor de benoeming van een hoofd van de Gereformeerde school [De Standaard 20 juni 1922, blz. 6]. Op 4 juli 1922 wordt bericht dat L. Kooyman uit Rotterdam is benoemd tot hoofd van de Gereformeerde school aan het Achterom te Pijnacker [Delftsche Courant 4 juli 1922, blz. 2]
Op 29 juni 1922 wordt gemeld dat mej. Teljer met ingang van 1 september 1922 ontslag heeft gevraagd als onderwijzeres aan de O.L. school nr. 3 wegens een benoeming te Rotterdam [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2]
Op 29 juni 1922 wordt gemeld dat G.S. op 10 juli 1922 om 14.00 uur verslag uit zullen brengen in de beroepszaak van de Ned. Herv. Schoolvereniging tegen het raadsbesluit waarin de toekenning van gelden wordt geweigerd voor de bouw van een tweede school in de Oude Leede [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 2; De Maasbode 9 juli 1922, blz. 5]. Op 11 juli 1922 meldt Voorwaarts, blz. 2 dat G.S. in hun volgende vergadering behandelen het beroep van het bestuur van de Ned. Herv. Schoolvereniging en van J. Mast c.s. tegen het besluit van de Raad van 29 oktober 1921 waarbij gelden voor de bouw van een bijzondere school aan de Oudeleedeweg zijn geweigerd. Op 29 juli 1922 wordt gemeld dat G.S. het raadsbesluit hebben vernietigd [Delftsche Courant 29 juli 1922, blz. 3]. Maar de raad laat het er niet bij zitten. Er wordt nog op 29 juli 1922 met 7 tegen 3 stemmen beslist dat hoger beroep zal worden ingesteld bij de Kroon. Door voorstanders van het raadsbesluit uit zowel het openbaar, als het rooms-katholiek en gereformeerd onderwijs is nu een adresbeweging op touw gezet om de stichting van genoemde school te voorkomen. De adressanten wijzen er op, dat de gemeente door die bouw wederom voor een jaarlijkse uitgave van f 3000 wordt gesteld en de hervormde schoolvereniging een goed ingerichte school in de Stationsstraat bezit. [Delftsche Courant 1 augustus 1922, blz. 3]. Op 29 juli 1922 vergadert de gemeenteraad. De voorzitter deelt mee, dat Gedeputeerde Staten vernietigd hebben het raadsbesluit, waarbij de gelden voor de bouw van een tweede christelijk hervormde school in de Oude Leedse buurt zijn geweigerd en dat er binnen 30 dagen tegen genoemde vernietiging bij de Kroon in hoger beroep kan worden gekomen. B&W stellen de raad voor van deze gelegenheid geen gebruik te maken. omdat de Nederlands hervormde schoolvereniging aan alle wettelijke bepalingen heeft voldaan, zodat een verder ageren door de tegenstanders zeer waarschijnlijk vruchteloos zal zijn. Niettegenstaande dit advies stelt de heer Van Buysen voor toch in hoger beroep te gaan, welk voorstel met 7 tegen 3 stemmen wordt aangenomen. Tegen stemden de heren P. Sonneveld, P. Zeeuw en H. van Dam [Delftsche Courant 5 augustus 1922, blz. 2]
Donderdag 20 juli 1922 was voor de leerlingen der hoogste drie klassen van de openbare school op het dorp en voor degenen die op 1 april j.l. de school verlaten hebben een vreugdevolle dag. Er zou een schoolreisje gemaakt worden, eigenlijk een schoolreis, helemaal naar Oostvoorne. Weken van te voren was er voor gespaard en over gepraat, terwijl door enige giften van particulieren iedereen, 34 in getal, tot deelneming in staat waren gesteld. De reis werd op het gehele traject door mooi, zonnig weer begunstigd. Met de „electrische" om half negen te Rotterdam gearriveerd, trokken de kinderen onder begeleiding van het onderwijzend personeel in optocht door de grote stad naar de Maasbrug, waar de boot gereed lag voor het vertrek naar Oostvoorne. Dat watertochtje viel zeer in de smaak. Om 11.30 uur werd het doel van de reis bereikt. Na vrolijk spel aan het strand werd het tijd naar Oostvoorne te wandelen. Het dorp, met zijn fraai beplant pleintje, lijkt een welvarend plaatsje, zo netjes ziet alles er uit. Daar in de speeltuin konden allen hun hart nog eens ophalen en toen zoetjes aan terug naar het strand om de boot te bereiken. Omdat het niet wel mogelijk was de trein van kwart voor negen uit Rotterdam tijdig te halen, en het anders veel te laat zou worden, was door het hoofd der school aan de administratie der electrische verzocht de volgende gelegenheid, van tien minuten over negen uit Rotterdam, te Pijnacker te laten stoppen, wat ter elfder ure was toegestaan. Zo liep alles in de beste orde af en vonden velen van de wel vermoeide, maar zeer voldane jeugdige reizigers familieleden aan het station [Delftsche Courant 22 juli 1922, blz. 3].
Op 29 juli 1922 benoemt de raad mej. J.W. Uhlhoorn tot onderwijzeres aan de openbare school nr. 3 in Delfgauw [Delftsche Courant 1 augustus 1922, blz. 3].
Op 1 augustus 1922 wordt gemeld dat de heer T. A. Winter bij zijn afscheid als hoofd van de Gereformeerde school in het Achterom wegens vertrek naar Middelburg vele bewijzen van achting en vriendschap mocht ontvangen. De leerlingen zongen hem een afscheidslied toe en vertolkten in een aardige samenspraak de gevoelens van genegenheid en dankbaarheid jegens hun leermeester onder aanbieding van een geschenk. Ook van het bestuur van de school, van de knapenvereniging en van de door de hem opgerichte zangvereniging mocht het vertrekkende hoofd onder waarderende toespraken fraaie cadeaus ontvangen. Op 1 september 1922 treedt de heer Winter te Middelburg in functie, terwijl zijn opvolger, de heer L. Kooijman te Rotterdam, op 1 oktober zijn betrekking hoopt te aanvaarden [Delftsche Courant 1 augustus 1922, blz. 3; De Standaard 3 augustus 1922, blz. 6].
Op 12 september 1922 wordt gemeld dat F. Hofman uit Pijnacker eerste op de voordracht staat voor benoeming tot onderwijzer aan de O.L. school te Vlaardingerambacht [Nieuwe Vlaardingsche Courant 12 september 1922, blz. 2]
Het nieuwe schoolhoofd van de gereformeerde school in het Achterom, L. Kooijman van Rotterdam, opvolger van de heer T. H. Winter, die naar Middelburg vertrok, heeft op maandag 2 oktober 1922 zijn functie aanvaard. Vorige week vrijdag werd hij in het schoolgebouw door het bestuur geïnstalleerd in tegenwoordigheid van het bestuur te Rotterdam en van het hoofd van de school, waaraan de heer Kooijman werkzaam is geweest. Uit de bij deze gelegenheid gehouden toespraken bleek, dat men met het oog op de antecedenten aan de Rotterdamsche school de beste verwachtingen van gedane keuze mag koesteren en dat de nieuw benoemde met hart en ziel onderwijzer en opvoeder is. Ook de ouders van de leerlingen waren uitgenodigd om met het nieuwe schoolhoofd kennis te maken. Nadat de heer Kooijmans gedankt had voor de waarderende woorden hem toegesproken en de hoop uitdrukte de goede verwachtingen niet te zullen beschamen, werd hem door de aanwezigen de zegenbede, vervat in het derde vers van psalm 134, toegezongen en daarna de bijeenkomst gesloten. [Delftsche Courant 3 oktober 1922, blz .2]
Op 11 oktober 1922 wordt gemeld dat voor het vervolgonderwijs dat in oktober start op de O.L. school 8 leerlingen zijn aangemeld, op de katholieke school 14 en op de school in de Stationsstraat zal deze winter geen vervolgonderwijs worden gegeven [Delftsche Courant 11 oktober 1922, blz. 3]
De gemeenteraad vergaderde zaterdag 4 november 1922. Benoemd wordt tot onderwijzer aan de O. L. school no. 3 de heer M. de Groot uit Klaaswaal, met ingang van 1 december 1922. De heer C. Leertouwer wordt met ingang van die datum als zodanig eervol ontslag verleend [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]
Woensdag 15 november 1922 werd in de Chr. herv. school aan de Stationsstraat een ouderavond gehouden. Bijna alle ouders hadden aan de uitnodiging van het bestuur gevolg gegeven. Tevens waren aanwezig de leerlingen vande hoogste klassen. Het programma was vol afwisseling. Na opening van de bijeenkomst en een inleidend woord van de voorzitter, ds. C. A. de Bruin, volgde gemeenschappelijk gezang en daarna van de kinderen. Het hoofd van de school, de heer J. L. Blok, hield een inleiding over het onderwerp: ,,Onwaarheid spreken", waarop enig debat volgde De jeugd werd hierop op enige versnaperingen onthaald. Een zangstukje van de dames-onderwijzeressen werd zeer toegejuicht. Een vioolnummer van de heer Van Uchelen en een voordracht van de heer Keers, beiden onderwijzers aan de school, vielen blijkbaar in de smaak. Na nogmaals getaracteerd te zijn zegden enkele leerlingen enige gedichten op. wat evenals een samenspraak tussen twee meisjes goed insloeg. De stemming was uitstekend en de voorzitter sprak in zijn slotwoord zeker namens alle aanwezigen, toen hij zei, dat het een recht gezellige en leerzame avond was geweest. Hij hoopte en verwachtte, dat de band tussen de ouders en de school door deze avond was versterkt [Delftsche Courant 17 november 1922, blz. 2]
De gemeenteraad vergaderde op 25 november 1922. Bij de rentevergoeding van de stichtingskapitalen van de bijzondere scholen, wil de heer van Buysen (Lib.) die gemeenten mede een deel laten dragen, waaruit kinderen de scholen te B. bezoeken. De heer v.d. Stoep (A.-R.) wijst hem er op, dat dit alleen geldt voor nieuw te bouwen scholen, en bestaande scholen daar niet onder vallen. Nu beroept de heer van Buysen zich op een artikel van de L. 0.-Wet, dat echter alleen slaat op de exploitatiekosten, wat door de heer van der Stoep nader wordt aangetoond. Voor de Hervormde School wordt van de schattingskosten een post afgetrokken, daar het bijlokaal in de schattingssom was begrepen. De heer van Buijsen, pleitbezorger van het Openbaar Onderwijs, wil ook voor de Roomse School het bedrag verminderen, daar er één lokaal van die school niet wordt gebruikt. Dit zal worden onderzocht. De heer v.d. Stoep wijst er nog op dat de heer van Buysen ons beter eens kon zeggen, wat wij moeten aanvangen met één lokaal van de Openbare School te Delfgauw. Dit lokaal is nog nooit gebruikt. Dit wordt helaas in de Onderwijswet niet geregeld. (Ten opzichte van de Geréf. School heeft de heer van Buysen zeker nog niets kunnen vinden) [De Standaard 2 december 1922, blz. 5]
Gistermiddag 24 januari 1922 kwam een paard met wagen in Pijnacker in de vaart terecht. Het gelukte niet het beest levend op het droge te halen. Natuurlijk een schadepostje voor de eigenaar. Het paard was eigendom van een meelhandelaar uit Overschie [Delftsche Courant 25 januari 1922, blz. 2].
Op 1 februari 1922 wordt gemeld dat de 16-jarige W. de J. uit Pijnacker op de Kruiskade, toen ze uit de tram stapte, is komen te vallen. De Geneeskundige Dienst constateerde een hersenschudding en vervoerde het meisje naar het Ziekenhuis [De Maasbode 1 februari 1922, blz. 2]
Dinsdagochtend 14 februari 1922 werd een bewoner van het Achterom in Pijnacker, J. R., waarschijnlik ten gevolge van een hartverlamming, dood in zijn bed gevonden. De eenzelvige, zonderlinge man bewoonde geheel alleen een groot huis, de voormalige boerderij van ziin vader. Ofschoon hij bekend stond als een gegoed, maar zeer zuinig persoon, zullen toch sommigen hem nog missen, daar hij zo nu en dan in stilte, dus op de rechtewijze, menige arme met zijn gaven wist te verrassen [Delftsche Courant 16 februari 1922, blz. 3]
Dinsdagochtend 28 maart 1922 overkwam de zoon van onze beurtschipper van Pijnacker over Delft naar Rotterdam een ernstig ongeluk, toen de motorboot zich bij Delfgauw bevond. Na de petroleumlamp aangestoken te hebben, wierp hij de nog brandende lucifer weg, die per ongeluk in een kistje met poetslappen terecht kwam. Deze vatten vuur en begonnen hevig te branden. De jonge man wilde het kistje in hef water werpen, maar kon niet zo gauw buiten komen, zodat hij hevige brandwonden aan het gezicht en ook aan het lichaam bekwam. Opneming in de ziekeninrichting ..Bethel" te Delft bleek noodzakelijk. Naar wij vernemen is de toestand van de patiënt gelukkig niet direct gevaarlijk [Delftsche Courant 30 maart 1922, blz. 3]
Op 26 april 1922 wordt bericht dat de bejaarde koopman Huibert van der Elst [71 jaar] uit de Katwijkse buurt onder deze gemeente, die zich met zijn karretje met koopwaren naar gewoonte langs de weg bevond, verleden week onverwachts door een passerend rijtuig werd aangereden, zodat hij in de langs de weg lopende vaart terecht kwam. Naar zijn woning gevoerd werd de ongelukkige, door de schrik en het koude bad bevangen, gevaarlijk ziek en is na enkele dagen bezweken. De voerman van het rijtuig, die allicht wat beter uit had kunnen kijken, is zeer onder de indruk van het treurig ongeval [Delftsche Courant 26 april 1922, blz. 2]. De zaak heeft nog een staartje. In de vraag- en antwoordrubriek van de krant staat: Op dinsdag 18 april 1922 werd er onder de gemeente Pijnacker een man met een handwagen in de vaart gereden door een landbouwer. De man kwam in de vaart terecht, ook zijn handwagen. Het gevolg was dat de man binnen drie dagen overleed. De landbouwer bekende schuld. Ook waren er getuigen bij. Door de politie van Pijnacker is proces-verbaal opgemaakt. Maar ik hoor nog van geen rechtsvervolging. Hoe komt dat? Antwoord: Door de familie van de aangeredene is bij de burgemeester een aanklacht ingediend tegen de voerman. De bedoeling was om schadevergoeding te krijgen. De burgemeester heeft toen gepoogd de partijen tot overeenstemming te brengen zonder er een rechtszaak van te maken [Delftsche Courant 21 oktober 1922, blz. 3] In uw blad van 21 oktober 1992 geeft U in de rubriek „Briefwisseling" op een vraag naar aanleiding van een in april dit jaar te Pijnacker plaats gehad hebbend ongeval, een antwoord dat zó bezijden de waarheid en waarin tevens ligt opgesloten, dat ik in mijn verplichtingen tekort zou zijn geschoten, dat ik u beleefd verzoek dit antwoord te verbeteren, als volgt: Zonder dat er bij de burgemeester aangifte was gedaan van het ongeval, had op last van deze reeds een politie-onderzoek plaats, waarbij bleek dat er geen getuigen bij waren geweest. Een aanklacht tegen de voerman is bij de burgemeester nimmer ingediend, ook geen verzoek om partijen tot overeenstemming te brengen voor schadevergoeding, een poging daartoe is dan ook nimmer door hem gedaan. Het door de gemeentepolitie uitvoerig opgemaakte procesverbaal van het gebeurde waarbij de voerman geen schuld bekend heeft, is door de burgemeester opgezonden naar de officier van justitie, die daarna een van de familieleden heeft laten weten, dat deze zaak niet voor strafrechtelijke vervolging vatbaar is en dat men zich voor schadevergoeding moet wenden tot de burgerlijke rechter. De burgemeester van Pijnacker, J. Hesselt van Dinter. P.S. Het is wel aan te bevelen, bij voorkomende gelegenheden alvorens van antwoord te dienen, een juist onderzoek in te stellen vooral bij politiezaken [Delftsche Courant 25 oktober 1922, blz. 6]. Er is opnieuw een vervolg: Geachte Redactie, Zoudt u zo goed willen zijn, dit stukje voor mij op te nemen in uw blad? Ik las in uw blad van 25 oktober 1922 dat de burgemeester vond, dat de Redactie zo ver bezijden de waarheid was betreffende de Briefwisseling van 21 oktober 1922 over het ongeval, gebeurd in april onder de gemeente Pijnacker. Waarde redactie, ik ben zelf 12 dagen na het ongeval bij de burgemeester geweest te Pijnacker. Ik heb hem toen gevraagd hoe of het zat, of er al proces-verbaal was opgemaakt. Ja of neen? Ik heb ook gezegd: als u het niet doet, dan laat ik het doen. Hij antwoordde mij, dat zijn twee agenten de zaak in onderzoek hadden en dus als zij klaar waren dan zou hij het procesverbaal wegsturen. Wij, familie, hebben toen afgewacht. Maar we hoorden niets en toen ik de toelichting las van de burgemeester van Pijnacker. toen bleek mij, dat hij er zelf niets van wist. Hij schrijft dat er geen getuigen bij waren en dat is onjuist. De getuige stond het mijn zwager te vertellen, die had het gezien en verteld, dat de boer niet uithaalde, terwijl getuige niet eens wist, dat hij het tegen een zoon vertelde van de aangereden man. De boer zelf, staat in de Toelichting, bekent geen schuld, ook dat is onjuist. De boer heeft op twee plaatsen schuld bekend, waar in beide gevallen getuigen bij waren, daar hij gezegd heeft niet uitgehaald te hebben en dus schuldig is. Ik zou u willen vragen, mijnheer de redacteur, wat moet er nog meer bij komen om zo'n dromer voor de strafrechter te doen dagen. Ik geloof dat de burgemeester hier duidelijk in kan lezen, dat hij er zelf niets van weet. of... En ook als die boer mens geweest was, dan had hij in ieder geval niet die weduwe zo laten zitten. De onkosten heeft hij betaald, maar dat die vrouw moet eten. daar denkt die boer niet aan. Hii is zeker al vergeten dat hij in ziin lompigheid haar man doodgereden heeft en dat ze nu zonder verdienste zit. Ik geloof, mijnheer de redacteur, dat mijn toelichting juister is dan die van de burgemeester van Pijnacker. U vriendelijk dankende voor de opname. Een familielid uit Delft. De burgemeester van Pijnacker, aan wie we bovenstaand artikel zonden, schrijft ons: Zoals inzender zelf erkent, heb ik hem gezegd, toen hij bij mij kwam, dat ik het geval reeds aan de twee politieagenten in onderzoek had opgedragen en het door de politie opgemaakt proces-verbaal zou opsturen aan de officier van justitie. De door een familielid opgegeven getuigen zijn door de politie gehoord, doch hebben verklaard het ongeval niet te hebben zien gebeuren. Wel waren er na het ongeval dadelijk enige personen bij. Toen enige tijd daarna een familielid om inlichtingen vroeg en vertelde dat hij er niets van hoorde, heb ik hem de raad gegeven zich bij de officier van justitie te vervoegen, aan wie het proces-verbaal, opgemaakt zoals de verschillende verklaringen luiden (dit kan toch zeker niet anders), was opgestuurd en aan wiens oordeel is onderworpen of een zaak al of niet voor vervolging vatbaar is. De bewuste persoon verklaart geen schuld aan het ongeval te hebben gehad; heeft de familie nu getuigen, die gehoord hebben, dat hij tot tweemaal toe heeft erkend, dat het wel zijn schuld is geweest, laat de familie dan een nieuw getuigenverhoor verzoeken. Vreemd doet het echter wel aan, dat één van de familieleden, die zich in deze zaak nogal interesseert, zelf geschreven heeft niet te willen, dat de bewuste man wordt gestraft, waarna dat familielid de mededeling heeft onvangen, dat een eis tot schadevergoeding eene civiele zaak is. Op eventueel volgende ingezonden stukken deze zaak betreffende zal door mij niet worden geantwoord. De burgemeester van Pijnacker, J. Hesselt van Dinter.
Op dinsdagochtend 2 mei 1922 omstreeks acht uur is een koe van de veehouder C. W. Haket aan de Vlielandseweg, dartel nu ze weer in de vrije natuur is, door het blijkbaar niet zorgvuldig bevestigde afsluithek gedrongen en zodoende terecht gekomen op de spoorbaan, die langs de weide loopt. Juist op dat ogenblik passeert een sneltrein. Het dier wordt overreden en gedood. Een zuur schadepostje voor de eigenaar ! [Delftsche Courant 5 mei 1922, blz. 2]
Op zondagînorgen 21 mei 1922 derailleerde even voor het station Pijnacker een der vier wagens van de electrische tram R0tterdam-Den Haag. Ongeveer 200 meter van genoemd station ligt een wissel, die vermoedelijk niet goed gesteld was. Tengevolge hiervan ontspoorde een tweede klasrijtuig en werden naast de rails de dwarsliggers versplinterd. Het gederailleerde rijtuig kantelde gelukkig niet, maar werd wel beschadigd aan het onderstel. Een montagewagen en een materieelwagen kwamen spoedig uit Leidschendam om het vernielde spoor te herstellen. Daarmee was de hele dag gemoeid. Het drukke verkeer tussen Den Haag, Rotterdam en Scheveningen moest bij Pijnacker over een zijspoor worden geleid, waardoor enige vertraging ontstond. Geen van de passagiers uit de ontspoorde tram is gewond geraakt. Met de eerstvolgende tram konden zij hun reis vervolgen.[De Dordrechtsche Courant 22 mei 1922, blz. 9]
Op 12 juni 1922 is de 10-jarige P.H. uit de Verkaikstraat 32b op zijn fiets aangereden op de Bergweg in Rotterdam door een vrachtwagen bestuurd door F. R. uit Pijnacker. Stuur en voorwiel van de fiets werden vernield. De knaap kwam met de schrik vrij [Voorwaarts 12 juni 1922, blz. 5]
Op de Katwijkerlaan in Pijnacker had op 3 juli 1922 een ongeval plaats, dat zich zeer ernstig liet aanzien, maar gelukkig nog betrekkelijk gunstig afliep. Het rijtuig van de tuinder C. V. uit de Katwijksebuurt werd op de Katwijkerlaan gepasseerd door een auto. Toen de koetsier wilde uitwijken, braken de leidsels en ging het paard op hol. De vrouw van V. viel van de wagen en werd hevig, vooral aan het oog, verwond en bewusteloos binnengedragen bij de heer K., vóór wiens woning aan de overigens eenzame weg het ongeluk gebeurde. Juist kwam een militaire Rode Kruisauto voorbij. Door het personeel werd het eerste verband aangelegd. De voerman en een inzittende dochter kwamen met de schrik vrij. De toestand van de vrouw is bevredigend; zij zal het gekwetste oog kunnen behouden [Delftsche Courant 4 juli 1922, blz 2]
De 15-jarige Johannes Franciscus Houtman, wonende Vaillantlaan 315: in 's-Gravenhage, verliet zondag 20 augustus 1922, om 11.00 uur per rijwiel (grijs gelakt) zijn ouderlijke woning om een tochtje te maken naar Pijnacker en is tot op heden niet teruggekeerd. Men vermoedt dat hem een. ongeluk is: overkomen [De Dordrechtsche Courant 21 augustus 1922, blz. 10]
Op 27 augustus 1922 had de heer K. W. G., brievengaarder in Pijnacker, het ongeluk in zijn woning door een glasruit te vallen, met het gevolg, dat hij een polsader en de pezen van de linkerhand doorsneed. In ziekenhuis Bethel te Delft werd hem heelkundige hulp verleend en is hij ter verpleging opgenomen [Delftsche Courant 28 augustus 1922, blz. 2]
Het zoontje van R. K. uit de Kroonstraat had dinsdagochtend 28 augustus 1922 toen hij voor het eerst in dienst was bij de handelaar in fijne vleeswaren Lamens uit de Stationsstraat, een zeer ongelukkig debuut. Toen hij het paard, waarmee de koopman zijn klanten bezoekt, tussen de bomen van de kar zou brengen, sloeg deze achterover en ging de knaap mee in de hoogte. Zich loslatende kwam hij met het hoofd op het voetijzer te vallen met het gevolg, dat hij hevig gewond werd aan de linkerkaak, enige tanden verloor en een diep gat in het voorhoofd opdeed, waardoor hij in een sufferige toestand verkeerde. Dokter Bos, die vlak in de buurt was, legde het eerste verband [Delftsche Courant 1 september 1922, blz. 3]
Dinsdagavond 28 augustus 1922 was de veehouder D. van B. Az., wonende in de buurtschap Delfgauw, bezig met op het land van zijn vader aan de Noordweg in Pijnacker een jong paard te dresseren, toen het dier blijkbaar schrok en wild om zich heensloeg met het gevolg. dat de man de kleren van het lijf gescheurd werden en hij wonden aan benen en hoofd bekwam. Met moeite kon hij zich nog naar zijn woning begeven om terstond geneeskundige hulp in te roepen. Bij onderzoek bleek, dat het ongeval zich niet ongunstig laat aanzien [Delftsche Courant 1 september 1922, blz. 3]
In de ochtend van vrijdag 8 september 1922 begaf de ruim 50-jarige tuindersknecht T. van Vliet uit de Oude Leede in Pijnacker zich met een los paard naar de woning van de bouwman P. van W. in het Zuideinde van Delfgauw, om het dier voor een hooiwagen te spannen. In de nauwe laan die van de boerderij naar de weg leidt sprong het schrikachtige, wilde dier met zo'n geweld opzij, dat de wagen tegen de vrij hoge, dicht op elkaar staande bomen werd gesmakt en verbrijzeld. De voerman trachtte van het voertuig af te springen, maar werd uit de met hooi geladen berrie geslingerd en liep zodanig letsel aan hoofd en borst op dat de dood onmiddellijk intrad. Het paard holde in wilde vlucht naar het einde van de laan, de weg op, en raakte in een langs de weg lopende vaart. Het kwam er met vel moeite ongedeerd uit. De deelneming met dit zo onverwacht en droevig einde is algemeen [Delftsche Courant 9 september 1922, blz. 2-3; Rotterdamsch Nieuwsblad 11 september 1922, blz. ] Maar ...de krant het Centrum meldt op 12 september meer en anders
Notaris Hoppe te Delft, is voornemens op maandag 9 januari 1922 bij veiling en op maandag 16 januari 1922 bij afslag, telkens des namiddags te zeven uren, in het Venduhuis der Notarissen, aan de Voldersgracht te Delft, in het openbaar te verkopen: Een tuinmanswoning met erf, schuren, stalling, tuin, weiland en weg, in de gemeente Pijnacker, aan de Dwarskade, bij het kadaster dier gemeente bekend in sectie E no. 971, 1089, 1090, 1091 en 1655, groot 1.39.08 hectare. Grondlasten ƒ 24,22. Polderlasten ƒ 10,- per hectare. Delflands sluisgeld ƒ 16,10 per hectare. In bod gezet voor f 9100 verhoogd met f 1400 [Delftsche Courant 4 januari 1922, blz. 4; Delftsche Courant 10 januari 1922, blz. 4; Delftsche Courant 10 januari 1922, blz. 4]
Op 11 januari 1922 zijn in Pijnacker op tekening huizen te koop voor f 8.000 en hoger [Rotterdamsch Nieuwsblad 11 januari 1922, blz. 10]
Ten overstaan van Notaris De Gidts te Pijnacker, zal bij veiling, en afslag, in één woensdag 15 februari 1922 om 11.00 uur, in het Bondshotel te Pijnacker, in het openbaar vrijwillig worden verkocht: een woonhuis, schuurtje en tuin, aan de Katwijksche Vaart no. 48, te Pijnacker, groot 85 m2 [Delftsche Courant 21 januari 1922, blz. 4]
In februari 1922 vindt een raadsvergadering plaats. Ingekomen is een aanvraag om grondaankoop in de Stationsstraat voor het bouwen van werkmanswoningen. Hierop wordt met algemeene stemmen afwijzend beschikt, omdat die grond uitsluitend beschikbaar moet blijven voor middenstandshuizen [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
In februari 1922 vindt een raadsvergadering plaats. Aangaande een aanvraag voor aankoop van bouwgrond in de Stationsstraat voor 20 middenstandswoningen, wordt goedgekeurd om met de aanvrager daarover te onderhandelen [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Bij missive van 18 februari 1922 van de minister van arbeid, zijn premies toegekend voor het bouwen van woningen met rijkssteun aan de heren G. Marree f 1160, A. C. J. Achilles jr. f 2400 voor twee woningen, H. B Bekker en N M. Hoogendijk tesamen f 2120 voor twee woningen, P. van Buysen f 800, A. C. Slappendel f 2400 voor twee woningen, P. Vrugt f 24000 voor 20 woningen, P. J. Anemaet f 9600 voor acht woningen [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 2].
Woensdagavond 8 maart 1922 vond in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan de gewone jaarlijks te houden ledenvergadering plaats van de woningbouwvereniging „Pijnacker". Wegens het zeer stormachtige weer was de opkomst vee] geringer dan anders het geval pleegt te zijn. De voorzitter, de heer Bregman, opende de vergadering, heette de aanwezigen welkom en deelde mede, dat geen nieuwe plannen tot bouwen bestonden, omdat geen enkele aanvraag voor nieuwbouw inkwam en ook Rijk en gemeente zich in deze niet zeer toeschietelijk betoonden. Na voorlezing en goedkeuring van de notulen van de vorige bijeenkomst, bracht de secretaris het jaarverslag over 1921 uit, waarin o a. vermeld stond, dat de vereniging thans 78 leden telt en de huizen over het algemeen goed bewoond worden, enkele uitzonderingen daargelaten, Over de slechte voortgang van de bouw van de laatste twaalf woningen waren voortdurend klachten ingekomen, maar alle vertogen hierover bij de hoofdaannemer waren vergeefs geweest. Uit de rekening en verantwoording van de penningmeester bleek, dat de ontvangsten van het eerste blok van dertien woningen aan de linkerzijde van de Kroonstraat ƒ 7204.85 en de uitgaven ƒ 9208.44 hadden bedragen, zodat er een tekort van ƒ 2003.59 was. Van het tweede blok van twaalf huizen aan de rechterkant van de genoemde straat bedroegen de ontvangsten ƒ 97054.60 en de uitgaven ƒ 97478.06 en leverden dus een tekort op van ƒ 423.46. De commissie voor het nazien van deze rekening, in de vorige ledenvergadering benoemd, verklaarde bij monde van de heer G. Voogt de boeken in de beste orde, waarop de penningmeester onder dankzegging werd gedéchargeerd. Het aftredend bestuurslid, de heer K. W. Geul, werd met grote meerderheid als zodanig herbenoemd en in de plaats van de heer D. C. Apon, die bedankt had, werd in het bestuur gekozen de heer A. W. Kuyvenhoven. , Bij de rondvraag werden door verschillende bewoners klachten geuit, vooral over de overlast van het houden van kippen door de buren en enkele kleine gebreken aan sommige woningen opgenoemd, waarop de voorzitter toezegging deed van nader onderzoek. Nadat de heer Kuyvenhoven de dank van de leden aan het bestuur had gebracht voor zijn belangeloze werkzaamheden, sloot de voorzitter de vergadering Noot: Moet vrijwel zeker zijn f 97204,85 en f 99208,44 [Delftsche Courant 15 maart 1922, blz. 3].
Op 8 april 1922 biedt J. Verheul Stationsstraat 241 te koop aan een net burgerhuis met electra en zeer goed drinkwater, op 1 mei 1922 leeg te aanvaarden [Delftsche Courant 8 april 1922. blz. 7].
Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. Op een verzoek van T. van Vliet tot overneming van een hoofdriool, hem door B. & W. voorgeschreven bij een door hem voorgenomen huizenbouw aan de Westlaan wordt gunstig beschikt [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. Aan P. Vrugt wordt besloten onder voorwaarden de nog aanwezige bouwgrond aan de Stationsstraat te verkopen voor het bouwen van 20 middenstandswoningen met voor-en zijtuintjes [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. Aan de woningbouwvereniging wordt een bouwvoorschot verleend van f 1969,93 welk bedrag de vereniging te kort komt op haar rekening van de laatste huizenbouw [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]
Op 19 april 1922 en 26 april 1922 wordt, wegens een sterfgeval, in het openbaar verkocht een bouwmanswoning met daarbij gelegen 5 hectaren best weiland in het Zuideinde van Pijnacker. De woning is ontruimd en dadelijk te aanvaarden. Het land is verhuurd tot Kerstmis 1923 voor f 1.077,80 [Delftsche Courant 8 april 1922, blz. 8]. In bode gekomen voor f 3400 verhoogd met f 500 [de woning] en voor f 8300 met een verhoging van f 1000 en één van f 700 [Delftsche Courant 22 april 1922, blz. 4]
Op 29 april 1922 wordt gemeld dat bijdragen voor woningbouw in Pijnacker zijn verleend aan A. Notenboom f 865 voor één woning, aan E. Huysman f 1200 voor één woning, aan N. Zandbergen f 1020 voor één woning, aan Th van Vliet f 11900 voor tien woningen en aan P. Theunissen f 33.200 voor 28 woningen [Ned. Stcrt. 29 april 1922, blz. 11]
Op 10 mei 1922 wordt gemeld dat aan diverse personen uit Pijnacker tot verschillende bedragen een rijkspremie is toegekend voor het bouwen van arbeiders- en middenstandswoningen, te weten aan F. Koetsier f 1010, A. Notenboom f 865, E. Huisman f 1200, N. Zandbergen f 1020, Th.F. van Vliet f 11.900 (10 woningen) en P. Teunissen f 33.200 (28 woningen) [Ned. Stcrt 6 mei 1922, blz. 11; Delftsche Courant 10 mei 1922, blz. 2]
Op 13 mei 1922 is te koop aan de Westlaan een gerieflijk vrij buiten met twee kamers en suite, een keuken, vestibule, wc, twee grote en twee kleine slaapkamers, electrisch licht, voor- en achtertuin met loodsje, groot 310 m². Te bevragen bij Th.F. van Vliet, Beukelsdijk 3c in Rotterdam [Delftsche Courant 13 mei 1922, blz. 10]
Op woensdag 17 mei 1922 bij veiling en op woensdag 24 mei 1922 bij afslag, beide dagen om 11.00 uur, wordt in het Koffiehuis „Het Raadhuis" te Pijnacker, publiek verkocht: een goed onderhouden huis (in 1913 nieuw gebouwd) met tuin aan de Kerkweg nr. 129 te Pijnacker, kad. sectie C nr. 2501 groot 3 aren. Bevattende: vestibule en gang met links 2 kamers en suite en serre, rechts voorkamer, waterdichte kelder, keuken en bijkeuken; voorts een grote zolder met beschoten kap, daarachter tuin met schuurtje voor brandstoffen. Het huis is voorzien van kasten, slaap- en stookplaatsen, electrisch licht en verdere gerieven. In eigen gebruik en te aanvaarden geheel ontruimd dadelijk na de toewijzing. Het huis staat in bod voor f 3100. Betaling kooppenningen op 1 juli 1922 met bijbetaling van 36 dagen rente ad. 6% 's jaars. Te bezichtigen op maandag en dinsdag voor de veiling van 14.00 uur tot 16.00 uur en op de dagen van veiling en afslag van 9.00 uur tot 11.00 uur [Delftsche Courant 29 april 1922, blz. 8; Delftsche Courant 20 mei 1922, blz. 7]
Op 5 juli 1922 wordt gemeld dat de electrische lichtinstallatie voor twee landhuizen in Pijnacker is gegund aan het electrotechnisch en werktuigkundig bureau J. van Bergman uit Delft [Delftsche Courant 5 juli 1922, blz. 3]
Op 24 juli 1922 wordt bij veiling en op 31 juli 1922 bij afslag verkocht een stuk open grond aan de Molenweg met daarop staand houten gebouw, ingericht tot woonhusi nrs 35-36 tussen Nootdorp en Pijnacker, kad. sectie C. nr. 926, groot 6 are 10 centiaren [Delftsche Courant 22 juli 1922, blz. 7]
Op 8 augustus 1922 staat te koop een bij het station en de RK kerk gelegen direct te betrekken burgerwoonhuis voor f 6.500 met voor-, zij- en achtertuin en schuur. Te bevragen op Westlaan 179 [Rotterdamsch Nieuwsblad 8 augustus 1922, blz. 8; De Maasbode 13 augustus 1922, blz. 8].
Op 12 augustus 1922 staan enkele huizen aan de Klapwijkseweg te koop. Nr. 1 staat iin bod met verhoging op f 4450; nr. 2 op f 4300; nr. 3 op f 1000; nr. 4 op f 4100; nr. 5 op f 6000 en nr. 6 op f 8600. Afslag op 16 augustus 1922 [Delftsche Courant 12 augustus 1922, blz. 4]
Op 26 augustus 1922 wordt K.C Meurs een bijdrage toegekend voor de bouw van twee woningen in Pijnacker [Ned. Stcrt. 26 augustus 1922, blz. 8] En N. Zandbergen een bijdrage van f 1000 [Ned. Stcrt. 30 augustus 1922, blz. 18]. Voorts P.J Anemaet f 10.800 voor 18 woningen en f 1200 voor twee woningen [Ned. Stcrt. 2 september 1922, blz. 13]
Op 7 september 1922 is in Pijnacker een huis te koop of in huurkoop te bekomen voor een billijke prijs. Omgeving RK kerk. Gezellig en vrij wonen. Lage belastingen. Electrisch licht en verdere gemakken. Bel Adr. Anemaet, Steiger 10b Rotterdam [De Maasbode 7 september 1922, blz. 8]
Op 14 september 1922 worden publiek verhuurd twee percelen weiland aan de Zuideindseweg, sectie C nr. 247 groot 3.00.10 hectare en sectie C nr. 248, groot 2.87.60 hectare [Delftsche Courant 19 augustus 1922, blz. 4]
Op 21 september 1922 bij veiling en op 28 september 1922 bij afslag worden verkocht twee stukken uitmuntend weiland gelegen tussen de Rotterdamseweg en de Zuideindseweg, sectie H nr. 55 groot 2.57.00 hectare en sectie H nr. 54 groot 1.14.40 hectare. H nr. 55 is in bod gezet voor f 7500; H nr. 54 voor f 3000. Grondbelasting f 25,61; Delfland f 46.05; Zuidpolder van Delfgauw f 12 per hectare [Delftsche Courant 2 september 1922, blz. 7; Delftsche Courant 23 september 1922, blz. 7]
Verkoping op 21 september 1922 bij opbod en 28 september 1922 bij afslag om 11.00 uur in het Venduhuis der Notarissen aan de Voldersgracht te Delft, ten overstaan van Dr. Ph. B. Libourel, Notaris te Delft, van een tuin met tuinderswoning, genaamd Torenzicht, te Pijnacker aan de Pijnackerseweg, E 194 sectie F nummer 273 t/m 280 en 439, samen 1.33.99 hectare. Het huis bevat 5 kamers met vele kasten en gemakken, 3 zolders, keuken, schuur, mattenschuur, schuurtje. In de tuin bevinden zich verschillende vruchtbomen, muur met vruchtbomen; de rails met lorrie en bak zijn onder de koop begrepen. In bod gezet voor f 16500. Aanvaarding vrij van huur en betaling 1 november a.s. Grondlasten ƒ 40,53. Te bezichtigen dagelijks van 10-12 en van 14-16 uur. Meerdere inlichtingen ten kantore van de Notaris [Delftsche Courant 9 september 1922, blz. 10; Delftsche Courant 23 september 1922, blz. 7]
Op 4 oktober 1922 heeft P.J. Anemaet uit Rotterdam, Steiger 10b, huizen te koop in Pijnacker, ook in huurkoop. Zeven kamers, keuken en tuin. Vraagprijs f 6500. Gunstig gelegen bij het electrisch spoor [Rotterdamsch Nieuwsblad 4 oktober 1922, blz. 6; Rotterdamsch Nieuwsblad 16 oktober 1922, blz. 10]. Anemaet adverteert eind november nog steeds. Nu kan worden gekocht met f 1500 contant en kennelijk 5000 hypotheek [De Maasbode 26 november 1922, blz. 10]
Op 17 oktober 1922 wordt gemeld dat bij inschrijving zal worden verhuurd een uitmuntende Delftsche tuin met woonhuis, grote schuur, warenhuis, rails enz. (desverkiezende ook zonder woonhuis) gelegen aan de Pijnackerseweg 193 te Delfgauw, gemeente Pijnacker, bewoond door Mej. de Wed. J. van der Eijk groot 1.12.06 hectare, voor de tijd van 5 jaren, gedeeltelijk dadelijk te aanvaarden. Verplichte overname van 2350 eenruiters, met planken, ribben enz. Borgen vereischt [Delftsche Courant 17 oktober 1922, blz. 4]
Op 17 oktober 1922 wordt aan A.C. Slappendel en P. Koene, beiden uit Pijnacker, ieder een bijdrage van f 2400 toegekend voor de bouw van woningen in Pijnacker [Ned. Stcrt. 18 oktober 1922, blz. 9]
In de vraag- en antwoordrubriek van 30 oktober 1922 is de vraag: In uw blad van 20 oktober 1922 las ik dat er 8 woningen waren gebouwd aan de Noordweg te Pijnacker, waarvan er 2 verhuurd waren. Zou u mij ook kunnen zeggen of de overigen ook al verhuurd zijn of dat ze te koop zijn en wie de eigenaar ervan is ? Antwoord: Eigenaar is de heer H. Trinthamer, Gasthuislaan 257 Delft. Van de 8 huizen zijn er 2 bewoond, 2 zijn er gereed en de 4 overige komen over een week of drie gereed. Ze zijn niet te huur, wel te koop [Delftsche Courant 30 oktober 1922, blz. 3]
In 1922 wordt in Delfgauw gebouwd de woning voor de familie de Graaff. Het huis is later verkocht aan Koos Klein en afgebroken in januari 1993.
Voor particuliere woningbouw in de gemeente Pijnacker is in 1922 f 50.286 aan rijkssteun uitbetaald [Delftsche Courant 15 januari 1923, blz. 2]
Op 14 februari 1922 wordt bericht dat de christelijk-historische kiesvereniging uit Pijnacker de vorige week haar jaarvergadering heeft gehouden in de chr. hervormde school aan de Stationsstraat. Na de gebruikelijke opening door de voorzitter, de heer Gs. Sonneveld, met gebed en een welkomstwoord tot de weinige aanwezigen, las de secretaris de notulen voor van de vorige bijeenkomst en het jaarverslag. Daarna bracht de penningmeester rapport uit van de stand van de kas. Het afgelopen boekjaar sloot met een nadelig saldo van f 20.01. Daarna had bestuursverkiezing plaats wegens periodieke aftreding van de heren T. Ph. Schotte en W. Hazeu. die beiden werden herkozen en hun herbenoeming aannamen. In de plaats van de heer J. Dijkshoorn, die de gemeente verlaat, werd tot bestuurslid gekozen de heer G. Weerheim, die, ter vergadering aanwezig,, deze benoeming aannam. De voorzitter dankte de heer Dijkshoorn voor wat hij voor de vereniging gedaan had en deze dankte het bestuur en de leden voor het in hem gestelde vertrouwen. Daarop volgde een bespreking van de groslijst voor de a.s. Tweede Kamerverkiezing. De heren Gs. Sonneveld, J. Bregman en P. Sonneveld werden gekozen tot afgevaardigden naar de groepsvergadering van Zuid-Holland voor de verkiezing van de 20 Tweede Kamer-kandidaten van de chr.-historische lijst, te houden in Rotterdam op 25 februari 1922. Na enige besprekingen van huishoudelijke aard werd de vergadering met dankzegging gesloten [Delftsche Courant 14 februari 1922, blz. 3]
Maandagavond 29 mei 1922 had in het lokaal van de Hervormde gemeente aan de Kerkweg de jaarvergadering plaats van de leden van de vrijzinnige kiesvereniging „Vooruitgang". De voorzitter, de heer Joh. Prins, opende de bijeenkomst met een welkomstwoord en betreurde het, dat zo weinigen ter vergadering opgekomen waren. Na voorlezing en goedkeuring van de notulen van de laatst gehouden bijeenkomst, bracht de secretaris, de heer I. H. Daneel, het jaarverslag uit, waaruit o. a. bleek, dat het ledental vrijwel op dezelfde hoogte was gebleven en thans 68 personen telt, waaronder enkele vrouwen De secretaris mocht voor zijn uitstekend verslag de dank van de aanwezigen oogsten. Door het bestuur was de burgemeester bij gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubileum schriftelijk hulde gebracht, waarop een dankbetuiging was gevolgd. Daarop deed de penningmeester, de heer J. Sonneveld Lz., verslag van zijn financiëel beheer. De ontvangsten bedroegen ƒ 75,75½ en de uitgaven ƒ47,65½, zoodat de rekening sloot met een batig saldo van ƒ28,10. Door een commissie van drie leden waren de boeken gecontroleerd en accoord bevonden, waarop de penningmeester onder dankzegging werd gedechargeerd. De heren Joh. Prins en T. Sonneveld Lz., die periodiek als bestuursleden aftraden, werden unaniem als zodanig herkozen, terwijl besloten werd de vacature in het bestuur, ontstaan door het bedanken van de heer mr. A. de Gidts, open te houden tot het volgende jaar, gezien de onvoltalligheid van de vergadering. Het vrijzinnige raadslid, de heer P. van Buijsen, gaf ten slotte een overzicht van de zaken, die in de zitting van de gemeenteraad gedurende de laatste maanden het meest op de voorgrond hadden gestaan. Hij wees daarbij vooral op de drukkende financiële lasten, die de nieuwe onderwijswet voor de gemeente met zich brengt en zette de kwestie uiteen, die tussen Pijnacker en Delft bestaat over de prijs van electrisch licht en kracht. Na rondvraag sloot de voorzitter. de vergadering [Delftsche Courant 31 mei 1922, blz. 2]
Op zondag 25 juni 1922 is er i.v.m. de a.s. Tweede Kamerverkiezingen een propagandatocht per rijwiel van de socialisten van Rijswijk, Delft, Nootdorp, Pijnacker, Zoetermeer Stompwijk naar Rijswijk. Een sfeerverslag van die rit in Voorwaarts van 26 juni
Op 6 juli 1922 wordt gemeld dat in Pijnacker voor de Kamerverkiezingen zeer druk is gestemd. Vooral de r.-k. partij ontwikkelde een bijzonder grote bedrijvigheid en de vrouwen bleven bij de mannen volstrekt niet achter. Van de ruim 1600 stemgerechtigden bleef slechts ongeveer een vijftigtal afwezig of stemden elders. De uitslag voor deze gemeente is als volgt: Rooms-Katholieken 583 stemmen. Chr.-Historischen 532. Anti-revolutionnairen 190. Vrijheidsbond 118. Plattelandersbond (lijst Braat) 38. Plattelandersbond (lijst. v. Hoven) 13. S.D.A.P. 29. Lijst Kersten 26. Lijst Hagen 18. Nieuwe R.-K. Staatspartij 3. Communisten 3. Totaal 1553 [Delftsche Courant 6 juli 1922, blz. 3]
Dinsdagavond 7 november 1922 werd in de chr. hervormde school aan de Stationsstraat een algemene vergadering van de Chr. Historische Kiesvereniging gehouden. Na opening door de voorzitter, de heer Gs. Sonneveld, met gebed en een kort inleidend woord in verband met de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing, worden de notulen van de vorige bijeenkomst voorgelezen en goedgekeurd. De voorzitter doet daarna mededeling van een schrijven, ontvangen naar aanleiding van de verkiezing voor de Provinciale Staten. Bij het opmaken van de groslijst voor deze verkiezing acht de vergadering het raadzaam zoveel mogelijk bekwame personen naar voren te brengen die goed bekend zijn met de toestanden in de plattelandsgemeenten. Op de groslijst worden de navolgende personen geplaatst en wel alphabetisch: P. J. Brunt van Woerden, C. Jongenburger van Waddingsveen, Gs. Sonneveld van Pijnacker, A. N. Vaandrager van Charlois en H. Vlaardingerbroek van Loosduinen. De heer P. Sonneveld bespreekt nog de voorgestelde salarisregelinc der ambtenaren, waarbij hij het groote verschil betreurt dat daarbij gemaakt is in de verschillende klassen. Velen komt deze regeling onbillijk voor. Hierop wordt de vergadering met dankgebed gesloten [Delftsche Courant 9 november 1922, blz. 2]
Op 2 december 1922 wordt gemeld dat de A. R. kiesvereeniging heeft vergaderd. Tot secretaris werd gekozen de heer L. Kooyman. De kandidaten voor de Prov. Staten werden besproken en een tweetal op de groslijst geplaatst naast de aftredenden. De actie voor het Miljoenplan zal worden voortgezet en krachtiger aangepakt. Te Nootdorp zal men trachten een A. R. Kiesvereniging op te richten. In de Kerstweek zal de secretaris de noodzakelijkheid van een A. R. kiesvereniging aldaar bepleiten [De Standaard 2 december 1922, blz. 5].
Op 19 december 1922 is op de algemene vergadering van de Prov. Bond Zuid-Holland Plattelandersbond de eerste lijst ingediend voor de Statenverkiezingen. Deze lijst zal in alle kieskringen van Z-H worden ingediend. Op die lijst o.m. E. Huisman uit Pijnacker [De Dordrechtsche Courant 21 december 1922, blz. 1]
Op 27 januari 1922 wordt gemeld dat een brief gericht aan J. van Dont te Pijnacker onbestelbaar is gebleken [Delftsche Courant 27 januari 1922, blz. 2]
Op 27 februari 1922 wordt gemeld dat in afwachting van nadere samenstelling van de Commissie van Overleg, wegens aftreden van de leden R. Meindersma en A. J. M. v. d. Wielen en van de plaatsvervangende leden S. J. H. Wesselink en K. W. Geul, door de betrokken vakverenigingen van het post- en telegrafiebedrijf tot lid zijn gekozen: S. J. H. Wesselink, directeur van het post- en telegraafkantoor te Geertruidenberg en K. W. Geul, kantoorhouder te Pijnacker [Delftsche Courant 27 februari 1922, blz. 2]
Op 28 april 1922 wordt gemeld dat een brief gericht aan N. v.d. Rooy te Pijnacker onbestelbaar is gebleken [Delftsche Courant 28 april1922, blz. 2]
Op 21 oktober 1922 is in de vraag- en antwoordrubriek de vraag: Zondagavond 21 september heb ik een briefkaart op de post gedaan, bestemd voor Pijnacker. Maandagavond is die briefkaart pas bezorgd geworden. Is die postverbinding zo slecht in Pijnacker dat een briefkaart 24 uur nodig heeft eer dat die op haar bestemming is, daar ik meen dat Delft en Pijnacker een uur van elkaar liggen. Hoe kan dat ? Antwoord: Een briefkaart, des zondags te Delft is gepost, komt in Pijnacker aan des maandagmorgens 8.35 uur; de eerste bestelling is dan reeds uit en de kaart wordt dan opgenomen in de 2e bestelling, welke om 15.45 uur aanvangt. Op werkdagen zouden de poststukken via Rotterdam gezonden zijn en dan in de 1e bestelling zijn opgenomen [Delftsche Courant 21 oktober 1922, blz. 3]
Op 14 december 1922 wordt gemeld dat op de lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten van welke de afzenders onbekend zijn voorkomt een brief geadresseerd als volgt: "Gem. raad, Pijnacker" [Delftsche Courant 14 december 1922, blz. 2]
In 1922 werden aan het hulppost- en telegraafkantoor in Pijnacker behandeld 19375 geregistreerde stukken en 9056 telegrammen en gesprekken. Aan postwissels, chèques, kwitanties enz. werd ontvangen en uitbetaald een bedrag van f 897.541,05; aan postzegels, briefkaarten enz. is verkocht voor de som van f 7796,33 en aan rentezegels voor f 5652,25. Aan het locale net zijn 24 aangeslotenen. In de loop van het jaar werd een derde interlocale telefoonlijn aangelegd. Het kantoor is in 1922 herplaatst van het Noordeinde naar de Stationsstraat in een voor de dienst aanmerkelijk groter en doelmatiger lokaliteit. Ten gevolge van de bezuiniging is het kantoor op zon- en feestdagen voor de post-, telegraaf- en telefoondienst gesloten; op werkdagen is het kantoor des morgens een half uur later opengesteld; het wordt 's avonds een half uur vroeger gesloten [Delftsche Courant 24 januari 1923, blz. 7]
Op 16 februari 1922 wordt gemeld dat vanwege de afdeling Pijnacker van der Zuid-Hollandse IJsvereniging werd maandagmiddag op de Oostlaanvaart een hardrijderij op schaatsen gehouden om geldprijzen voor schooljongens beneden de 12 jaar en voor jongelui boven die leeftijd. Van de eerste categorie, die 16 deelnemers telde, was de uitslag als volgt: le prijs S. de Vreede, 2e prijs A. Tetteroo, 3e prijs J. van Buijsen, 4e prijs R. van der Helm, 5e prijs P. Rusten, 6e prijs G. van der Burg. Van de 24 deelnemers der 2e partij werd de le prijs toegekend aan Leen de Vreede, de 2e prijs aan Frans Tetteroo, de 3e prijs aan Gerrit Kromkamp, de 4e prijs aan Cor Lalleman, de 5e prijs aan Jacob Zegwaard, de de 6e priis aan Jacob Zegwaard, de 6e prijs aan Cor Mast. de 7e prijs aan Jan van Buijtene. de 8e prijs aan Evert Kemp, de 9e prijs aan Piet van Buijtene en de 10e prijs aan Theo I.alleman. Hoewel het ijs wat zacht waterig werd door de ingevallen dooi, liep alles in goede orde en zonder ongelukken af [Delftsche Courant 16 februari 1922, blz. 3]
Gisterenmiddag 12 maart 1922 werd een biljartwedstrijd gespeeld tussen de biljart-professor Bruno en de heer John van Delft uit Rotterdam, in „De Kroon" te Pijnacker. De partij werd door beide cadre gespeeld en bestond uit 600 caramboles, waarvan de heer John van Delft er 300 voor kreeg. Er werd gespeeld op een zakkenbiljart, waarvan de zakken dicht gestopt waren. De strijd werd gewonnen door Bruno. Na afloop der partij liet hij verschillende kunst- en fantasiestoten zien, die bij de aanwezigen zeer in de smaak vielen [Delftsche Courant 13 maart 1922, blz. 2]
Op 26 maart 1922 wint vierdeklasser H.D.S. 1 uit P met 5-0 van D.H.L. 4
In mei 1922, maar ook al veel eerder, is T.A. Winter uit Pijnacker een dammer van niveau, die zich regelmatig met succes waagt aan in De Standaard opgegeven damproblemen [De Standaard 3 mei 1922, blz. 6]
Op 14 mei 1922 wordt in Den Haag voor studenten een schaakwedstrijd georganiseerd door de Delftsche Studentenschaakclub. In groep D. is de tweede plaats behaald door W.v.d. Horst te Pijnacker [Nieuwe Rotterdamsche Courant 15 mei 1922, blz. 11].
Er is van 1922 tot 1924 een neutrale voetbalvereniging D.O.C.
[http://resources.huygens.knaw.nl/]
De collecte ten bate van hongerend Rusland heeft f 50,41 opgebracht [Delftsche Courant 21 januari 1922, blz. 2]
Op 13 augustus 1922 is het 40 jaar geleden dat de heer C.J de Gidts tot notaris werd benoemd met als standplaats Pijnacker [Delftsche Courant 12 augustus 1922, blz. 3]
Op 30 oktober 1922 wordt in Pijnacker een geval van mond- en klauwzeer geconstateerd [De Maasbode 31 oktober 1922, blz. 8]
Op 6 november 1922 wordt gemeld dat bij de landbouwers Paulus de Groot te Delfgauw, Q. J. van Dijk en Jac. Steenveld onder het vee mond- en klauwzeer is uitgebroken [Delftsche Courant 6 november 1922, blz. 2]
Op 29 november 1922 wordt gemeld dat onder het vee van de landbouwer S. J. Kouwenhoven mond- en klauwzeer is uitgebroken [Delftsche Courant 29 november 1922, blz. 5]. Ook bij een andere veehouder is het raak [Ned. Stcrt 16 december 1922, blz. 10]
In de maand december 1922 is er mond-en klauwzeer bij dieren van drie veehouders [Ned. Stcrt. 17 januari 1923, blz. 7]
Vrijdagavond 3 februari 1922 vond de 22ste jaarvergadering plaats van de Chr. jongemannenvereniging „Onse hulp is in den naam des Heere" alhier in de Chr. Hervormde school aan de Stationsstraat. Wegens ongesteldheid van de ere-voorzitter, ds. C. A. de Bruin, en van de voorzitter, de heer A. Sonneveld Pz., was de leiding opgedragen aan het hoofd der Herv school, de heer J. L. Blok, die met gebed en een inleidend woord opende, Uit het verslag van de secretaris bleek o.a. dat de vereniging 30 leden telt; dat een bibliotheek was aangelegd, bepaaldelijk voor de leden tot studie voor lezingen en inleidingen op godsdienstig en sociaal gebied en dat de algemene leesbibliotheek met een aantal nieuwe werken was verrijkt. De afgevaardigden van de geref. jongelingsvereniging „Jonathan" alhier en die van de zusterverenigingen te Nootdorp en Berkel brachten hun groeten en wensen over. Een collecte in de pauze voor de hongerlijdende kinderen in Rusland gehouden, bracht de vrij aanzienlijke som van f 43.20 op. Met opstellen, samenspraken en voordrachten werd de avond verder gevuld. Van de aanwezigheid en invloed der nieuw opgerichte bibliotheek was nog niet veel te bemerken. Niettegenstaande de ongunstige weersgesteldheid was de opkomst goed te noemen. Jammer dat enige woelige jongelui het moeilijk maakten steeds een goede orde te bewaren. loten te worden. Met dankgebed sloot de voorzitter de vergadering, die overigens goed geslaagd mag heten [Delftsche Courant 7 februari 1922, blz 3]
Op 11 augustus 1922 heeft de Oranjevereniging besloten de verjaardag van de koningin dit jaar te vieren op woensdag 6 september 1922 [Delftsche Courant 12 augustus 1922, blz. 3]
Op 14 december 1922 wordt bericht dat de afdeling Pijnacker van de Nederlandse Christelijke Bouwarbeidersbond in het vergaderlokaal van de hervormde gemeente aan de Kerkweg een vergadering heeft gehouden waarin als spreker optrad de heer Moll, tweede secretaris van genoemde bond. Nadat de penningmeester van onze afdeling de vergadering met gebed geopend had, heette hij de spreker hartelijk welkom en gaf hem na een korte inleiding het woord. Spreker begon met het bestaansrecht van de vakorganisatie aan te tonen. De enkeling toch bereikt nimmer, wat met aaneensluiting te bereiken valt. Grote successen heeft de vakorganisatie behaald. Dit tonen ons duidelijk de plaatsen, waar zij niet bestaat. Spreker besprak vervolgens de hoge lonen van de arbeiders en toonde aan de hand van cijfers aan, dat dit geen gezonde toestand was. Maar ook de patroons hadden met minder winst tevreden moeten zijn. Verder behandelde de heer Moll de werkloosheid. de oorzaken van haar ontstaan en trachtte aan te tonen, dat men de werkloosheid kon te boven komen als van beide kanten, zowel van de zijde van de patroons, als die van de arbeiders, wat werd toegegeven, als beiden met wat minder tevreden waren. Vooral patroons van christelijk beginsel moesten dit ook in de praktijk toepassen. Spreker gaf zijn leedwezen te kennen over het afnemen van het ledental van de organisatie. Nu bij het afsluiten van de contracten geen winst te boeken valt, lopen velen weg. Verder zijn verscheidene personen slechts lid om de uitkeringen, niet uit beginsel. Het is zeer te betreuren, dat het ledental in de laatste tijd zakt, omdat we nu zo sterk mogelijk moeten staan. De patroons toch komen met verlenging van de werktijd en loonsverlaging. Maar er dreigt nog groter gevaar. De heren Iroelstra en Wijnkoop krijgen weer een schone gelegenheid om de werklozen met mooie beloften in te palmen. De werkelijkheid zal hen echter zeer teleurstellen. Daartoe moeten ze maar eens zien naar Rusland en Duitsland. Geen klassenstrijd, geen revolutie! En daarin moet juist in deze tijd van onrust en woelingen de christelijke vakorganisatie vooruit, ook in Pijnacker. Ieder christelijke arbeider moet werken voor de christelijke organisatie, ieder, naardat hij talenten van God ontvangen heeft. Nadat spreker nog enkele vragen van aanwezigen beantwoord had, zei de penningmoester hem hartelijk dank voor zijn belangrijke rede en werd de vergadering op de gebruikelijke wijze gesloten [Delftsche Courant 14 december 1922, blz. 3]
Het is op Oudejaarsdag juist een jaar geleden, dat onze oude, trouwe omnibus op Delft na ruim dertig jaren dienst, het werk staakte, toen ,,de stad" de subsidie aan de ondernemer introk. Een groot ongerief voor de velen, die gaarne hun connecties met Delft willen aanhouden en voor wie de loop heen en weer tevens vermoeiend is, vooral wanneer weer en weg, zoals in deze dagen, de tocht zeer bezwaren. Verlangend wordt uitgezien naar een nieuwe verbinding, daar die omweg over Den Haag veel tijdverlies geeft en de tocht per auto, waarvoor hier gelegenheid bestaat, te kostbaar is. Het denkbeeld: een autobus van Delft langs Pijnacker naar het station Zoetermeer waardoor de eerste plaats een kortere verbinding met het Staatsspoor zou krijgen, is dikwijls ter sprake gebracht, maar niemand schijnt de moed te bezitten het te verwezenlijken [Delftsche Courant 11 januari 1922, blz. 3]
Tot voor enkele jaren bestond hier een gemoedelijke omnibusdienst op Pijnacker en als men die diligence door de Oostpoort zag rijden betreurde men 't dat de koetsier niet op een koperen hoorn blies, omdat dan de illusie van een vroeger tijdperk nog volmaakter zou zijn geweest. De dienst is gestaakt, de diligence is naar een museum, de paarden zijn begraven of opgegeten en de alles verdringende motor is in de plaats gekomen. Op 8 april 1922 wordt bericht dat de vervulling van de wens van vele ingezetenen alhier om een goede verbinding met Delft te verkrijgen, indertijd afgebroken door de opheffing van den omnibusdienst, kans heeft verwezenlijkt te worden, nu een chauffeur te Delft van plan is een autobusdienst te openen van Zcetermeer-Zegwaard over Pijnacker naar ,,de stad." Die bus zou men laten corresponderen op het vertrek der treinen te Zoetermeer en te Pijnacker om aan de inwoners der eerstgenoemde plaats gelegenheid te geven tot een vluggere verbinding met Rotterdam en voor de Delftsche bevolking met het Staatsspoor. Viermaal per dag heen en weer van hiér naar Delft staat ook op het voorlopig program [Delftsche Courant 8 april 1922, blz. 2]. Op 15 april 1922 vergadert de gemeenteraad. Aan L. van Bergen Henegouw wordt onder enige voorwaarden met 8 tegen 2 stemmen een subsidie tot een maximum van ƒ 300,- toegekend voor een auto-omnibusdienst van Zoetermeer, Pijnacker, Delft. Deze auto-omnibusdienst wordt voor deze gemeente van veel belang geacht [Delftsche Courant 19 april 1922, blz. 3]. Op 15 mei 1922 opent J. van Berge Henegouwen een autodienst op (Hotel 't Scheepje) Zoetermeer-Zegwaard-Pijnacker-Delft (Oostpoort) [Haagsche Courant 8 mei 1922, blz. 8]. De Delftse Handelsvereniging kent een subsidie toe van f 25 [Delftsche Courant 11 mei 1922, blz. 2]. Met ingang van 1 juni 1922 is een nieuwe dienstregeling van de autobusdienst Zoetermeer-Zegwaard-Pijnacker-Delft ingesteld. Voortaan is er gelegenheid acht keer per dag uit Zoetermeer en zeven maal uit Delft te vertrekken. Bij elke rit wordt het station Pijnacker van het electrisch spoor aangedaan, terwijl tevens voor alle halten, acht in getal, het vertrekuur is aangegeven [Delftsche Courant 7 juni 1922, blz. 5] Er wordt zoveel gebruik gemaakt van deze autodienst dat de ondernemer, de heer Van Bergen Henegouw binnenkort een grotere auto in gebruik zal nemen. Die drukke dienst bevordert het bezoek aan Delft en de ondernemer heeft een subsidie van f 750 per jaar gevraagd. B. en W. stellen voor hem voorlopig voor een jaar ƒ 500 toe te kennen [Delftsche Courant 7 juli 1922, blz. 2]
Op zondagmorgen 21 mei 1922 derailleerde even voor het station Pijnacker één van de vier wagens van de electrische tram Rotterdam-Den Haag. Ongeveer 200 meter van genoemd station ligt een wissel, die vermoedelijk niet goed gesteld was. Tengevolge hiervan ontspoorde een tweede klasrijtuig en werden naast de rails de dwarsliggers versplinterd. Het gederailleerde rijtuig kantelde gelukkig niet, maar werd wel beschadigd aan het onderstel. Een montagewagen en een materieelwagen kwamen spoedig uit Leidschendam om het vernielde spoor te herstellen. Daarmee was de hele dag gemoeid. Het drukke verkeer tussen Den Haag, Rotterdam en Scheveningen moest bij Pijnacker over een zijspoor worden geleid, waardoor enige vertraging ontstond. Geen van de passagiers uit de ontspoorde tram is gewond geraakt. Met de eerstvolgende tram konden zij hun reis vervolgen [De Dordrechtsche Courant 22 mei 1922, blz. 9; Delftsche Courant 22 mei 1922, blz. 3] Een andere bron spreekt erover dat de as is gebroken van de laatste wagen van trein 208 die om 10.00 uur uit Rotterdam vertrok. De wagen is 500 meter meegesleurd , de gehele spoorbaan ruïnerend, totdat iemand aan de noodrem trok [Het Vaderland 22 mei 1922, blz. 3]
In 1922 beschikken de volgende personen in Pijnacker over een motorrijtuig met een nummerbewijs (kenteken)
J.G. de Vreede wijk D38 nummer H21450
B. van der Burg wijk C52, nummer H22081
D. Franx wijk C96 nummer H23275
J.F. Tetteroo wijk A213 nummer H23642
G.F.M. van der Burg, wijk A140, H24573-24574
J. Bellinga .......nummer H24922
Op 1 januari 1923 viert de heer M. Smits, stationschef te Pijnacker, zijn 25-jarig ambtsjubileum bij de Nederlandsche Spoorwegen [De Maasbode 23 december 1922, blz. 2].
Op 9 januari 1922 besteedt het Hoogheemraadschap Delfland aan het leveren en plaatsen van een ijzeren seinpaal te Pijnacker [Nieuwe Rotterdamsche Courant 9 januari 1922, blz. 12].
Op 23 maart 1922 vraagt de Apparatenfabriek in Pijnacker enige nette leerjongens [Rotterdamsch Nieuwsblad 23 maart 1922, blz. 7]
Op 10 mei 1922 vraagt J.J. van Dongen uit Pijnacker terstond naar een halfwassen stoffeerder tegen hoog loon en vast werk.
Op 9 juni 1922 zoekt een juffrouw een plaats als huishoudster of in de huishouding, voor vast of tijdelijk. Brieven naar mej. 't Hart, Nieuwkoopseweg 89. Pijnacker [Haagsche Courant 9 juni 1922, blz. 7]
Op 21 oktober 1922 is in de vraag- en antwoordrubriek de vraag: Kan u mij ook zeggen of er onder de gemeente Pijnacker wat voor de werklozen wordt gedaan? Ik hoor dat er veel werklozen zijn, maar dat er van gemeentewege niets gedaan wordt, Hoe komt dat? Antwoord: Werklozen in Pijnacker worden eerst aangewezen op de kassen hunner organisaties, waartoe de meesten behoren. Zijn die kassen uitgeput. dan ontvangen zij ondersteuning van Rijk en gemeente volgens het Werkloosheidsbesluit van 1917, waartoe ook de gemeente Pijnacker is toegetreden. Niet georganiseerden wordt zoveel mogelijk van gemeentewege werk verschaft [Delftsche Courant 21 oktober 1922, blz. 3]
PERSONENOp ...januari 1922 wordt in Pijnacker Adriana Johanna van der Meer geboren. Ze is een dochter van C. A. van der Meer en A. W. van der Helm.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 10 januari 1922, blz. 3Op ....januari 1922 wordt in Pijnacker Johannes Luijken geboren. Hij is een zoon van A. J. Luijken en I. van Leeuwen.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 10 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 wordt in Pijnacker een levenloos kind geboren. Het is een kind van P. A. van der Kooy en C. 't Hart.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 10 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 wordt in Pijnacker Johanna Wilhelmina Hendrika Antonia Maria geboren. Ze is een dochter van A. F. van Lamoen en E. C. C. Sloots.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 wordt in Pijnacker Joanna Clasina Tiel Groenestege geboren. Ze is een dochter van E. A. Tiel Groenestege en S. J. van der Vlugt.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 wordt in Pijnacker Gijsbert Wiggert Rip geboren. Hij is een zoon van J. Rip en J. van der Bent.
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 gaat in Pijnacker A. J. de Korte [27 jaar] in ondertrouw met manufacturier A. A. Verbakel [29 j]
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 gaat in Pijnacker kantoorbediende D.C. Bakker [23 jaar] in ondertrouw met C. A. Strous [23 jaar]
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 overlijdt in Pijnacker C. Kurpershoek. Ze is de echtgenote van W. Verschoor [56 jaar]
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op ...januari 1922 overlijdt D. de Jong [4 mnd]
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 3Op 14 januari 1922 wordt gemeld dat timmerman J. Vrijenhoek is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Warmoesstraat 32
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 14 januari 1922, blz. 9Op 16 januari 1922 wonen in Pijnacker C.M. van der Vaart en zijn echtgenote A.W. van der Vaart-Eijgenraam
BRONNENliteratuurDelftsche Courant 16 januari 1922, blz. 4Op 19 januari 1922 gaat in Rotterdam K. Harteveld uit Pijnacker [24 jaar] in ondertrouw met G. H. De Wit [26 jaar] [Rotterdamsch Nieuwsblad 21 januari 1922, blz. 1]
Op 24 januari 1922 wordt in Pijnacker geboren Johannes Leonardus Ruigrok (Jan). Hij is een zoon van ... en .... Johannes Leonardus Ruigrok trouwt met Sofia Maria Theresia van Winden (Fie). Fie wordt geboren op 3 januari 1926. Ze is een dochter van ... en ... Johannes en Sofia trouwen op .... in .... Ze krijgen ....kinderen.
................................................-Johannes slaagt in februari 1942 voor het examen Nederlandse Handelscorrespondentie, afgenomen door de Nederlandse Associatie voor Practijkexamens (Delftsche Courant 28 februari 1942).-Johannes is mede-oprichter van het accountants- en advieskantoor Bloemendaal en Ruigrok. Het kantoor is inmiddels uitgegroeid tot een organisatie met 80 medewerkers en 1100 cliënten met vestigingen in Pijnacker en Bergschenhoek.-Fie overlijdt op 24 januari 2011 in Rotterdam (85 jaar). Ze wordt begraven in Pijnacker.-Jan overlijdt kort daarna op 28 mei 2011 in Nootdorp (89 jaar). Hij wordt ook begraven in Pijnacker.Op 25 januari 1922 woont in Pijnacker: J. P. J. van Vuurde. Hij is verloord met C. S. de Bakker [Delftsche Courant 26 januari 1922, blz. 4]
Op 25 januari 1922 wonen in Pijnacker A. R. van Vuurde en G. H. van Vuurde-Kleij [Delftsche Courant 26 januari 1922, blz. 4]
Op 28 januari 1922 wordt gemeld dat H. van Buytene is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Zuideinde 51 [Delftsche Courant 28 januari 1922, blz. 9]
Op 28 januari 1922 wordt gemeld dat de sigarenmaker J. C. van der Kooy is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oosteinde 5 [Delftsche Courant 28 januari 1922, blz. 9]
Op 28 januari 1922 wordt gemeld dat C. Bijkerk is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Heerenpad 31 [Delftsche Courant 28 januari 1922, blz. 9]
Op 31 januari 1922* overlijdt Dirkje Degenhardt. Ze is de echtgenote van Jilles Lamens. Ze is een dochter van Johannes Degenhardt en Jannetje Haak
In de ouderdom van bijna 86 jaren overleed op vrijdag 3 februari 1922 een van onze oudste inwoners, de heer H. S. Vroomans. Tot kort voor zijn dood mocht hij zich nog in het bezit verheugen van al zijn vermogens -'t gezicht alleen werd zwak- hij liep nog heen en weer naar zijn kinderen in Delft en Nootdorp en bleef steeds dezelfde opgewekte, bij ieder bekende en geziene, persoonlijkheid. Als knap metselaarsbaas zijn hier en in de omtrek heel wat nieuwe boerenwoningen en burgerhuizen door hem neergezet. Tot het laatst van zijn leven was hij bestuurslid van de afdeling Pijnacker van Het Groene Kruis en van de werkliedenvereniging Eigen Hulp en heeft als zodanig veel nuttig werk verricht. In zijn jongere jaren was hij mede de ziel en oganisator bij alle openbare feesten [Delftsche Courant 7 februari 1922, blz. 3]
Op 14 februari 1922* overlijdt Jacobus Ruijgrok (67 jaar). Hij is de zoon van Arnoldus Ruigrok en Cornelia Ammerlaan
Op 18 februari 1922 wordt in geboren Gosewinus Sonneveld (Wien), Hij is een zoon van Pieter Sonneveld en Adriana Petronella Hoogendoorn. Gosewinus trouwt (1) op 4 mei 1950 in Bergschenhoek met Janna Sija van de Erve. Gosewinus en Janna is .... Ze krijgen ...kinderen. Gosewinus trouwt (2) op 21 februari 1972 in Dinteloord met
Op 21 februari 1922 wordt gemeld dat P.Th. v.d. Haas is verhuisd van Delft, Brasserskade 32, naar Pijnacker, Akkersdijk 38: 7 [Delftsche Courant 21 februari 1922, blz. 2]
Op 22 februari 1922 wordt gemeld dat de bur. ambtenaar. P. Muller is verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 129, naar Pijnacker E95 [Delftsche Courant 22 februari 1922, blz. 5]
Op 25 februari 1922 wordt gemeld dat tuindersknecht J. van Maren is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Brasserskade 18 [Delftsche Courant 25 februari 1922, blz. 9]
Op 25 februari 1922 wordt gemeld dat J. H. E. Tetteroo-Verburg is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 14 [Delftsche Courant 25 februari 1922, blz. 9]
Op 25 februari 1922 wordt gemeld dat de loswerkman G. Schoenmaker is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 64 [Delftsche Courant 25 februari 1922, blz. 9]
Op 25 februari 1922 wordt gemeld dat de tuinder A. Droppert is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 129 [Delftsche Courant 25 februari 1922, blz. 9]
Op 25 februari 1922 wordt gemeld dat de student A. van der Horst is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Houttuinen 15 [Delftsche Courant 25 februari 1922, blz. 9]
Op 27 februari 1922 wordt Dirk Kaptein jr in Overschie geboren. Hij is een zoon van Dirk Kaptein en Josina Cornelia van Sprang. Dirk trouwt op 5 november 1947 met Maartje Maria van Thiel. Roepnaam Miep. Ze wordt geboren op 5 augustus 1926 in Berkel. Ze is een dochter van .... en.... Het gezin van Thiel woont Zuiderstraat 1 in Pijnacker. Dirk en Maartje krijgen acht kinderen [Johanna Cornelia 6 september 1948 (Anneke); Dirk 1 maart 1950 (Dick); Marinus 8 maart 1951 (Riny); Josina Cornelia 17 maart 1952 (Josien); Sander Jan 2 juni 1953; Marja 25 september 1954; Gerry 25 januari 1959; Corianne 24 april 1969]. Dirk overlijdt. Maartje overlijdt.
...................................Dirk sr verhuist na veel omzwervingen naar de Vlielandseweg. Ze gaan wonen in een twee-onder-een-kapwoning van de nieuwe werkgever tuinder Piet Bregman, toen de grootste tuinder van Pijnacker met meer dan 12 man personeel. "Stalen Piet" wordt hij genoemd, lid van de gemeenteraad, bestuurder van de veiling en de polder. Een volwassen knecht verdient in die tijd rond f 17 per week; de huur is f 2,75 per week. Inkoopvereniging "de Winterzorg" zorgt ervoor dat kolen en aardappelen goedkoper kunnen worden ingekocht. Dirk jr. is bevriend met Piets zoon Gerrit Bregman. Voetbalclub SVP speelt voor de oorlog op een veldje aan de Julianalaan. Hoofd van de hervormde school is de heer van Hoff. Dirk verlaat op 28 februari 1935 de school. Voor een bedrag van f 3,84 per week gaat hij op 1 april 1935 als autojongen werken bij timmerfabriek Hordijk. Hij moet wagens laden en en meerijden met de chauffeur om elders te lossen. Na enige tijd verzoekt hij om kistenmaker te mogen worden. Dat mag. In 1939 wordt een groep pontonniers in Pijnacker ingekwartierd. Op 10 mei 1940 wordt Rijk van Wijk die met Dirk lopend op weg is naar het dorp door een overspannen Nederlandse soldaat beschoten. Hij overlijdt die dag aan de verwondingen [Telstar 6 mei 2015, blz. 32]. De ritten naar de fabriek 30 km v.v. worden steeds moeilijker. Hij gaat werken in Pijnacker bij tuinder Arie van de Berg. Hij krijgt terugkeergarantie van Hordijk. Op 4 mei 1945 zijn nog 50 soldaten in Pijnacker aanwezig. Op 24 mei 1945, Dirk is inmiddels lid van de Binnenlandse Strijdkrachten, woont hij op Vlielandseweg 70. In Delft zijn in het Armentarium NSB-ers, SS-ers, bunkerbouwers, moffenmeiden, etc opgesloten. Ook dominee van Dingstee zit daar. Dirk e.a moeten hen bewaken. In augustus 1945 verlaat Dirk de BS. Hij keert terug naar Hordijk. De bodeauto van Lamens vervoert hem en anderen naar de fabriek. Dirk wordt naast zijn werk bij Hordijk correspondent voor Trouw, De Rotterdammer en de Nieuwe Haagsche Courant. Daarna wordt hij op 19 augustus 1946 propagandist bij Trouw; hij moet abonnees werven. Dirk en Maartje trouwen in 1947 en gaan bij de moeder van Dirk inwonen op zolder op Vlielandseweg 70. Maar ze vinden na enige tijd woonruimte op de Westlaan 30 bij mevrouw Post in een huis dat eigendom is van dominee Sonneveld uit Ter Heijde. Op dit adres worden Anneke, Dick, Riny en Josien geboren. In 1950 neemt Dirk ontslag bij Trouw. Hij gaat weer terug naar Hordijk. Begin 1952 neemt hij weer ontslag en wordt inspecteur bij de Nationale Credietvereniging in Den Haag. Zijn taak is het verkopen van spaarbrieven. Vanaf 1 januari 1953 is hij controleur bij de Bedrijfsvereniging voor het Kledingbedrijf (B.V.K.). Met een vanwege de werkgever verstrekte Kapitein Mobilette gaat hij ziekmelders controleren. Later krijgt hij een scooter, daarna een motorfiets, een BMW 250 cc en nog later een lelijke eend. Daarnaast is hij nog steeds krantencorrespondent, al laat hij zich wel veel vervangen door Gerrit Kranenburg. Op 11 februari 1953 vindt in "Van Ouds het Raadhuis" de toewijzing van woningen plaats. Het gezin krijgt de woning Emmastraat 54. Op 16 maart 1953 wordt de woning betrokken. Daar worden Sander en Marja geboren. Rond 1955 wordt bij Dirk tbc geconstateerd. Hij wordt opgenomen in het Groene Kruis Sanatorium in Delft en mag later thuis kuren. In totaal duurde het ziekteproces 15 maanden. Daarna wordt Miep ziek. Ze wordt in sanatorium Sonnevank in Harderwijk opgenomen. Overdag passen Gerard en Stien Teerling op de kinderen. Ze verhuizen naar Beuklaan 21, gebouwd in 1967. In 1972 vieren ze hun 25-jarig huwelijksfeest in het C.J.M.V.-gebouw dat dan beheerd wordt door zijn tante Nel en oom Jan van Buijtene. Na 21 jaar werken bij de BVK neemt hij ontslag en begint op 1 april 1974 bij de AMRO-bank als controleur ziekmeldingen en rapporteur medische zaken. Op 6 februari 1998 verhuizen ze naar de Willem Alexanderlaan naar de Woonacker. In 2001 verschijnt een biografie van de hand van Dirk "Door het leven gedragen", waaraan dit levensverhaal -verkort- is ontleend.Op 8 maart 1922 wonen in Pijnacker H. van der Ende en M. van der Ende [Delftsche Courant 9 maart 1922, blz. 4]
Op 11 maart 1922 wordt gemeld dat schipper S. Overes is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 12
Op ....maart 1922 wordt in Pijnacker geboren Willebrordus Antonius Franciscus Lijesen. Hij is een zoon van P. A. Lijesen en S. M. v. d. Pijl. [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3]
Op ... maart 1922 wordt in Pijnacker geboren Frank Kool, zoon van F. Kool en J. Doelman [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3].
Op...maart 1922 wordt in Pijnacker geboren Cornelis Verkade. Hij is een zoon van M. M. Verkade en A. C. Kind. [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3]
Op...maart 1922 overlijdt in Pijnacker Arie de Groot [59 jaar]. [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3]
Op.....maart 1922 overlijdt in Pijnacker Willem van Egmond [3 mnd]. [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3]
Op 11 maart 1922 overlijdt in Pijnacker Anna van Mullem [61 jaar]. Ze is de weduwe van Abraham van Leeuwen [Delftsche Courant 16 maart 1922, blz. 3].
Op 18 maart 1922 wordt in Pijnacker geboren Pieter van der Elst. Hij is een zoon van Arie van der Elst en Janna Catharina Huurman. Pieter van der Elst trouwt op 9 oktober 1956 in Benthuizen met Aafje Vis. Ze wordt geboren op 23 oktober 1932 in Benthuizen. Ze is een docter van Pieter Vis en Francina van der Broek. Pieter en Aafje krijgen vier kinderen [Janneke 11 januari 1958 Pijnacker; Piet 26 januari 1960 Pijnacker; Frannie 28 november 1961; Arjan 9 oktober 1968] Pieter overlijdt. Aafje overlijdt op 17 december 1991 in Delft.
Op 24 maart 1922 overlijdt in Pijnacker Anna van der Eijk (83 jaar). Ze is geboren in Hof van Delft op 27 maart 1838. Anna is de dochter van Simon van der Eijk (1806-1875) en Arendje Zonneveld (1811-1864). Zij krijgen behalve Anna elf kinderen (vier zoons, zeven dochters). Anna trouwt op 20 mei 1859 in Hof van Delft met Willem Gerritsz van der Kooij. Willem is geboren in Pijnacker op 28 maart 1836. Hij is de zoon van Gerrit Pietersz van der Kooij (1794-1853) en Suzanne Neleman (1800-1857). Willem heeft twee broers en vijf zussen. Willem en Anna krijgen twaalf kinderen (zeven zonen en vijf dochters).Willem overlijdt in Pijnacker op 23 april 1907.
Op 7 april 1922 wordt gemeld dat landbouwer J. van Mullem [32 jaar] uit Pijnacker in Delft in ondertrouw is gegaan met A.N. van 't Woudt [Delftsche Courant 7 april 1922, blz. 3]
Op 11 april 1922 wordt gemeld dat P. Dekker is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 13 [Delftsche Courant 11 april 1922, blz. 3]
Op 13 april 1922 herdenken Pieter van der Stoep en Maartje Verhey uit Pijnacker dat ze 50 jaar getrouwd zijn [De Standaard 30 maart 1922, blz. 4]. Een dankbetuiging is te vinden in De Standaard 19 april 1922, blz. 4
Op 15 april 1922 wordt gemeld dat L. Adegeest [27 jaar] in Delft in ondertrouw is gegaan met J.A.R. van der Meer [21 jaar] [Delftsche Courant 15 april 1922, blz 3]
Op 15 april 1922 danken A. Kranenburg en zijn echtgenote voor de vele bewijzen van belangstelling ondervonden bij hun 25-jarig huwelijksfeest [Delftsche Courant 15 april 1922, blz. 4
Op 18 april 1922 wordt geboren Cornelia Adriana van den Bulk. Ze is een dochter van
Op 19 april 1922 wordt geboren Pieter Rensen
Op 24 april 1922 overlijdt Huibert van der Elst (71 jaar).
Op 29 april 1922 wordt gemeld dat de bakkersknecht A.J. Groeneweg is verhuisd van Delft, Oldenbarneveldstraat 24 naar Pijnacker, Delfgauw 127 [Delftsche Courant 29 april 1922, blz. 9]
Op 30 april 1922 overlijdt in Pijnacker mevrouw J. Lindenburg. Ze is dan onze oudste inwoonster op het dorp. Ze heeft slechts een zeer kort ziekbed gehad. Op 10 mei 1922 zou zijn de ouderdom van 93 jaar hebben bereikt. Tot het laatst van haar leven toe mocht het heldere, godsdienstige oudje zich in het ongestoord bezit van haar zintuigen en geestvermogens verheugen [Delftsche Courant 2 mei 1922, blz. 3]
Op 9 mei 1922 wordt in Lange Ruige Weide geboren Arie Cornelis van de Ruit. Hij is een zoon van Simon van de Ruit en Margaretha Johanna Kamermans. Arie Cornelis van de Ruit trouwt op 27 juni 1945 in Pijnacker met Ditje Vonk. Ze wordt geboren op.... Ze is een dochter van ..... Arie en Ditje krijgen kinderen
...............................-Arie is groepscommandant van de NBS (1945)-hij woont in juni 1945 in de NBS-kazerne in Pijnacker-zij woont in juni 1945 Vrijenbanstraat 4 in DelfgauwbronneninternetVeritas 23 juni 1945, blz. 8. http://www.team-kamermans.com/Gedcom/html/p000000k.htmOp 17 mei 1922 wordt in Nootdorp geboren Cornelia Alida Maria Janssen (89 jaar). Roepnaam Corrie. Ze is een dochter van .... Cornelia trouwt op.... in ... met Adrianus Kouwenhoven. Hij wordt geboren op .... Hij is een zoon van ..... Cornelia en Adrianus krijgen vier kinderen [Bas, .....].
.......................................-ze drijven van 1951 tot 1979 een bloemenwinkel op Stationsstraat 66-68-Adrianus overlijdt op 4 juli 2004 -Cornelia overlijdt op 31 december 2011 in PijnackerBRONNENinternetliteratuurAnnette Theeuwsen-Kardol, De Stationsstraat in Pijnacker, Pijnacker 2014, blz. 333Op 20 mei 1922 wordt gemeld dat boerenarbeider A. van der Eijk is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 60, naar Pijnacker in de Overgauw [Delftsche Courant 20 mei 1922, blz. 9]
Op 20 mei 1922 wordt gemeld dat J.A.R. van der Meer is verhuisd van Delft, Spoorsingel 73 naar Pijnacker, Katwijksebuurt [Delftsche Courant 20 mei 1922, blz. 9]
Op 20 mei 1922 wordt gemeld dat A.N. van 't Woudt is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 39 naar Pijnacker, Katwijksebuurt 25 [Delftsche Courant 20 mei 1922, blz. 9]
Op 24 mei 1922 trouwt Arie Notenboom uit Delfgauw met Antje v.d. Berg uit Den Hoorn [Delftsche Courant 11 mei 1922, blz. 3]
Op .. mei 1922 wordt in Pijnacker geboren Adrianus Theodorus van Dijk. Hij is een zoon van C.P. van Dijk en P.T. v.d. Sande [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op ....mei 1922 wordt in Pijnacker geboren Johannes Jacobus Massar. Hij is een zoon van M Massar en M.H. Bergen [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op ..mei 1922 wordt in Pijnacker geboren Wilhelmus Johannes van der Ploeg. Hij is een zoon van C.J. van der Ploeg en C. van der Helm [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op ...mei 1922 gaat A. Bijsterveld [28 jaar] in Pijnacker in ondertrouw met P. Welling [25 jaar]. Ze trouwen op 7 juni 1922. Hij is een zoon van Bertus Bijsterveld en Lena Lamens. Zij is een dochter van Maarten Welling en Margaretha Verhoef [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op ...mei 1922 gaat H. de Ridder [27 jaar] in Pijnacker in ondertrouw met E.J. Notenboom [27 jaar]. Ze trouwen op 7 juni 1922 [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op ...mei 1922 overlijdt Wilhelmina Jacoba Schoenmaker (24 jaar) [Delftsche Courant 27 mei 1922, blz. 3].
Op 26 mei 1922 wordt in Pijnacker geboren Nicolaas Koene.
Op 30 mei 1922 wordt gemeld dat Mien Stoorvogel en de kandidaat theologie A. Sonneveld Pzn zijn verloofd [Delftsche Courant 31 mei 1922, blz. 4]
Op 7 juni 1922 gaan in ondertrouw A. Bijsterveld Bzn met P. Welling en H. de Rider en E.J. Notenboom
Op 7 juni 1922 overlijdt Wilhelmina Jacoba Schoenmaker (24 jaar)
.................................................
BRONNENgeraadpleegde bronnenFamilySearch [Pijnacker, Documenten, blz. 6]internet FamilySearchOp 17 juni 1922 wordt gemeld dat W.P. Huisman is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Vischsteeg 2 [Delftsche Courant 17 juni 1922, blz. 9]
Op 23 juni 1922 wordt gemeld dat werkman G. Schoenmaker is verhuisd van Delft, Gasthuislaan naar Pijnacker, Kroonstraat [Delftsche Courant 23 juni 1922, blz. 2]
Op ...juni 1922 wordt Johannes Hendricus Groenewegen in Pijnacker geboren. Hij is een zoon van Th.A.M. Groenewegen en C.M. de Jong [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ...juni 1922 wordt Maria Adriana van der Harg in Pijnacker geboren. Ze is een dochter van A.G. van der Harg en W.J.M. van der Burg [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ..juni 1922 wordt Teunis de Jong in Pijnacker geboren. Hij is een zoon van M.C. de Jong en A. Alderliesten [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ...juni 1922 wordt Sara Adriana Notenboom in Pijnacker geboren.. Ze is een dochter van T. Notenboom en W.C. van den Berg [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ...juni 1922 wordt Trijntje Adriana van der Marel in Pijnacker geboren. Ze is een dochter van G. van der Marel en C. Sonneveld [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ...juni 1922 wordt Michael Johannes JKouwenhoven in Pijnacker geboren. Hij is een zoon van S.C. Kouwenhoven en C.A. van Winden [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ...juni 1922 gaat J.J. Bakker [24 jaar] in Pijnacker in ondertrouw met L. Dries [23 jaar] [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op...juni 1922 overlijdt in Pijnacker J. Eisberg [79 jaar] [Delftsche Courant 29 juni 1922, blz. 3]
Op ... juli 1922 wordt in Pijnacker geboren Cornelia Adriana Catharina van Schijndel. Ze is een dochter van C. van Schijndel en L.M. van Es [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op ...juli 1922 wordt in Pijnacker geboren Willem Josef van Winden. Hij is een zoon van A.N. van Winden en M.S. van Noort [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op ...juli 1922 wordt in Pijnacker geboren Johannes Theodorus Adrianus Langelaan. Hij is een zoon van G.A. Langelaan en M.M. van Winden [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op...juli 1922 wordt in Pijnacker geboren N.N. van der Meer. Het kind is van P.J. van der Meer en M.H. Fransen [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op....juli 1922 overlijdt in Pijnacker M. van Leeuwen [59 jaar] [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op...juli 1922 overlijdt in Pijnacker J. Dijkshoorn [2 jaar] [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Op...juli 1922 overlijdt in Pijnacker T.M. van der Helm [60 jaar] [Delftsche Courant 3 augustus 1922, blz. 3]
Arendje van der Zee
Op 15 juli 1922 werd in …. Arendje van der Zee geboren als dochter van ….. Roepnaam Ada. Ze trouwde met ….Eichhorn…………………………………………..=Arendje overleed op 22 februari 2019 in PijnackerBRONNENinternetGeneanetOp 5 augustus 1922 wordt gemeld dat de tuinman A.M.J. Voorderman is verhuisd van Delft, Simonsstraat 81 naar Pijnacker, Stationsstraat A 254 [Delftsche Courant 5 augustus 1922, blz. 9]
Op 9 augustus 1922 trouwt de in Pijnacker geboren Johannes Bazuin [27 jaar] in Gouderak met de in Hillegersberg geboren Klara Both [26 jaar].
BRONNENarchievenStreekarchief Midden-Holland;Op 14 augustus 1922 woont W.A Kuybenhoven in Pijnacker. Hij is de agent voor de krant De Standaard [De Standaard 14 augustus 1922, blz. 4]
Op 19 augustus 1922 wordt gemeld dat A. Dekker is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Donkersteeg 7 [Delftsche Courant 19 augustus 1922, blz. 9]
Op 23 augustus 1922* wordt in Pijnacker geboren Mary Kentie. Ze is een dochter van .... Kentie en ...Kentie-de Jonge [CBG Verzamelingen fa]
Op 30 augustus 1922 overlijdt Arie Notenboom (58 jaar) uit de Nieuwkoopse buurt Hij is de echtgenoot van Neeltje Post [Delftsche Courant 30 augustus 1922, blz. 3; Rotterdamsch Nieuwsblad 1 september 1922, blz. 16]
Op 4 september 1922 wordt bericht dat de dienstbode H. van Buytene is verhuisd van Delft, Zuideinde 51 naar Pijnacker, Zuideinde Delfgauw [Delftsche Courant 4 september 1922, blz. 2]
Op 4 september 1922 wordt bericht dat werkman M. de Graaff is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 266 naar Pijnacker, Delfgauwseweg [Delftsche Courant 4 september 1922, blz. 2]
Op 4 september 1922 vestigt A.C. Post uit Pijnacker zich in Apeldoorn, De Ruyterstraat 46 [Nieuwe Apeldoornsche Courant 5 september 1922, blz. 6]
Op 8 september 1922 overlijdt Pleun Aart van Vliet, echtgenoot van Philippina Weerheim
Op 20 september 1922 wordt gemeld dat schipper G. Schoenmaker is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 64 [Delftsche Courant 20 september 1922, blz. 5]
Op 23 september 1922 wordt gemeld dat tuindersknecht S. Langstraat is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Buitenwatersloot 209 [Delftsche Courant 23 september 1922, blz. 10]
Op 27 september 1922 trouwt Piet van der Kooij met Helena van Buijtene
Op 29 september 1922 wordt gemeld dat landarbeider D. van der Lugt uit Pijnacker [25 jaar] in Delft in ondertrouw is gegaan met H.M. Scheepmaker [26 jaar] [Delftsche Courant 29 september 1922, blz. 3]
Op 30 september 1922 wordt gemeld dat de dienstbode A.J. Fransen is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 241 [Delftsche Courant 30 september 1922, blz. 9]
Op 7 oktober 1922 wordt gemeld dat de stoker P. van der Meijden is verhuisd van Delft, van Bleijswijckstraat 47, naar Pijnacker, Middelweg [Delftsche Courant 7 oktober 1922, blz. 9]
Op 7 oktober 1922 wordt gemeld dat de dienstbode J.H. van Overdam is verhuisd van Delft, Binnenwatersloot 30 naar Pijnacker, Stationsstraat 282 [Delftsche Courant 7 oktober 1922, blz. 9]
Op 20 oktober 1922 trouwt Quirinus Antonius Schilperoort met Clasina Petronella Francisca Opstal
Op 25 oktober 1922 wordt gemeld dat A.J. van der Heijde is verhuisd van Apeldoorn, Ugchelseweg 33 naar Pijnacker [Apeldoornsche Courant 25 oktober 1922, blz. 1]
Op...oktober 1922 overlijdt in Pijnacker M.H. Talmon [67 jaar][Delftsche Courant 30 oktober 1922, blz. 3]
Op ....oktober 1922 gaat T. Lindenburg [24 jaar] in Pijnacker in ondertrouw met M. Maat [25 jaar] [Delftsche Courant 30 oktober 1922, blz. 3]
Op 30 oktober 1922 wordt in Pijnacker Adrianus Maria Kerklaan geboren. Hij is een zoon van C. Kerklaan en C.C. van Leeuwen [Delftsche Courant 30 oktober 1922, blz. 3]
Op 30 oktober 1922 wordt in Pijnacker Maria Catharina Joanna Bugtenwijk geboren. Ze is een dochter van J. Bugtenwijk en Th. C. Kouwenhoven. [Delftsche Courant 30 oktober 1922, blz. 3]
Op 4 november 1922 wordt gemeld dat stoker J.W. Kommer en zijn echtgenote zijn verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 52, naar Pijnacker, Oostlaan 187 [Delftsche Courant 4 november 1922, blz. 9]
Op 10 november 1922 wordt gemeld dat de arbeider A. A. de Geest is verhuisd van Delft, Bieslandsepolder 2 naar Pijnacker, Kerkweg 108 [Delftsche Courant 11 november 1922, blz. 3]
Op 11 november 1922 wonen M. van Beveren en C. van Beveren-van Schie in Pijnacker [Delftsche Courant 11 november 1922, blz. 4]
Op...november 1922 gaat W. Koetsier [23 jaar ] in Pijnacker in ondertrouw met N. A. Hoogendoorn [29 jaar]. Zij is de weduwe van J. Sonneveld. Op 22 november 1922 trouwt Willem Koetsier in Pijnacker met Neeltje Adriana Hoogendoorn. Hij is een zoon van Willem Koetsier en Hendrika Sonneveld.
Op 15 november 1922 verhuist kantoorbediende H.M. Franx van Pijnacker naar Dordrecht, Sumatrastraat 20 [De Dordrechtsche Courant 16 november 1922, blz. 1]
Op 15 november 1922 worden in Pijnacker geboren Adrianus Bastiaan Quartel, zoon van M. Quartel en C. A. de Graaf [Delftsche Courant 17 november 1922, blz. 3]
Op 15 november 1922 wordt in Pijnacker geboren Jaapje Leentje Quartel, dochter van M. Quartel en C. A. de Graaf [Delftsche Courant 17 november 1922, blz. 3]
Op 18 november 1922 wordt gemeld dat tuinder A.M.J. Voorderman is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Dirk Langenstraat 45 [Delftsche Courant 18 november 1922, blz. 9]
Op 20 november 1922 wordt gemeld dat A.G.J. van Damme met zijn gezin is verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 159, naar Pijnacker [Delftsche Courant 20 november 1922, blz. 5]
Op 20 november 1922 is door de rechtbank te Rotterdam door echtscheiding ontbonden verklaard het huwelijk tussen de stuurman ter koopvaardij Antonie Verhoef en de in Pijnacker verblijvende Bastiana Visser [Ned. Stcrt 23 december 1922, blz. 5].
Op 27 november 1922 overlijdt Johannes Anthonius van der Ploeg (78 jaar)
Op 29 november 1922 wordt geboren Aagje Post [Ada] Ze is een dochter van Arie Cornelis Post en Adriana Blijleven.
Jan Willem van der Horst
Op 1 december 1922 overlijdt in Pijnacker de arts Jan Willem van der Horst (59 jaar). Hij is de echtgenoot van M.H. Warburg. Ze hebben vijf kinderen [J.W; W.J; A.; W. en H.L.]. Onder overgrote deelneming en belangstelling is maandagmiddag 4 december 1922 het stoffelijk overschot van onze beminde, zo betreurde dokter J. W. van der Horst ter aarde besteld. Bedolven onder een schat van bloemkransen en palmtakken, zowel van corporaties als van particulieren, werd de lijkkist grafwaarts gedragen, eerbiedig, nagestaard door de talrijke langs de weg opgestelde menigte, in de lange lijkstoet bevonden zich, behalve collega's van de overledene, de burgemeester met de leden van de gemeenteraad, de bestuursleden van de afdeling Pijnacker van de vereniging ("Het Groene Kruis"), beide predikanten, de hoofden van de drie scholen in de kom der gemeente en verder vele particuliere genodigden. Op de begraafplaats was een zeer talrijke schare bijeen gekomen om door haar tegenwoordigheid mee de laatste eer aan de overledene te bewijzen. Toespraken werden gehouden door onze Hervormde predikant, ds. de Bruin; door de burgemeester namens het gemeentebestuur; door dr. Vriesman van 's-Gravenhage als tijdelijk waarnemer van de praktijk en huisvriend; door dr. De Walle van Delft namens de Delftsche kring der Nederlandsche maatschappij voor geneeskunde; door de heer Swart als voorzitter der werkliedenvereeniging „Eigen Hulp" en secretaris der afdeling ,,Groene Kruis", waarvan de overledene jarenlang penningmeester is geweest; door ds. Loeff namens de Nootdorpse patiënten en ten slotte door de heer Geul als tolk van de dankbaarheid van de Pijnackerse ingezetenen. Al die toespraken getuigden van de grote toewijding en onbezweken ijver en trouw van de overledene in zijn zo nuttige werkkring. Allen verlieten de dodenakker in het gevoel, dat Pijnacker één van zijn beste en meest geziene burgers verloren heeft [Delftsche Courant 5 december 1922, blz. 3]
....................................Hij was 28 jaar geneesheer in Pijnacker. Zie voor hun levensbericht onder 1863Op 4 december 1922 wonen in Pijnacker P. Hamel en N.J. Hamel-Burger [De Standaard 4 december 1922, blz. 4]
Op 23 december 1922 wordt gemeld dat de knecht M.P. van der Ende is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Klein Delfgauw 3 [Delftsche Courant 23 december 1922, blz. 10]
Op 23 december 1922 wordt gemeld dat fabrieksarbeider P. van der Meijden met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Bleijswijkstraat 47 [Delftsche Courant 23 december 1922, blz. 10]
Op 23 december 1922 overlijdt om 3.00 uur in Wijk B46 in Pijnacker Catharina van Leeuwen (71 jaar). Aangevers zijn tuinder Cornelis Kerklaan (42 jaar) en gemeenteveldwachter Pieter van Loon (41 jaar) Ze is de weduwe van Johannes Ammerlaan. Ze is een dochter van Jacobus van Leeuwen en Lideweij Alida de Heij.
Op 25 december 1922* overlijdt om 12.00 uur in Wijk E190 in Pijnacker Catharina Paulina van den Akker (36 jaar). Aangevers zijn de echtgenoot (42 jaar) en gemeenteveldwachter Arie Goudswaard (31 jaar). Ze is de echtgenote van boterkoopman Gerardus Petrus de Vreede. Ze is een dochter van de Delftse slager Andries van den Akker en van de reeds overleden Johanna Alida Apolonia de Vette.
Op....1922 wordt in .... geboren Jacob Nicolaas Olieman. Ook Jaap. Hij is een zoon van Willem Olieman en ..... Jacob trouwt op.... 1949 met Menksje van Uffelen (1924-13 augustus 2014). Jacob en Menksje krijgen kinderen [Magda, Rineke, Erna, Wilma, Maarten, Letty]
..................................-het gezin woont van 1949 tot 1957 op Stationsstraat 70-Jacob overlijdt opBRONNENliteratuurAnnette Theeuwsen-Kardol, De Stationsstraat in Pijnacker, Pijnacker 2014, blz. 339Cornelia Elizabeth Gerarda Wessling
Op… 1922 wordt in Pijnacker Cornelia Elizabeth Gerarda Wessling geboren. Ze is een dochter van Johannes Wessling en Regina Geertruida Petronella van Beurden. De in Rotterdam wonende Cornelia trouwt op 26 november 1941 in Rotterdam met de aldaar wonende Antonius Johannes Kuttschreuter. Hij wordt op ..1920 in Rotterdam geboren . Hij is een zoon van Antonius Johannes Kuttschreuter en Wilhelmina Maria Klaassen. ………………………….-Antonius jr. is instrumentmakerClara J. Blonk
Op…. 1922 wordt in Pijnacker Clara J. Blonk geboren. Ze is een dochter van …......................................=ze woont in Nunspeet; ze vertrekt daar op 12 augustus 1947BRONNENgeraadpleegde bronnenarchieven.nl