Pijnacker in 1937


ALGEMEEN
bedrijvenOp 5 januari 1937 wordt bericht dat L. Krapels uit Pijnacker is ingeschreven in het Handelsregister [Delftsche Courant 5 januari 1937, blz. 2] 
Op 28 januari 1937 wordt J.G. de Vreede uit Pijnacker failliet verklaard door de Haagse rechtbank [Delftsche Courant 28 januari 1937, blz. 4]
Op 5 februari 1937 wordt gemeld dat in het afgelopen jaar in de gemeente Pijnacker zijn geslacht: 2 paarden, 226 runderen, 8 graskalveren, 5 vette kalveren, 1 nuchter kalf, 1 schaap en 335 varkens.  [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 23 februari 1937 wordt gemeld dat de inschrijving in het Handelsregister van  A.M. de Ruiter uit Pijnacker is opgeheven [Delftsche Courant 23 februari 1937, blz.1] . 
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat de inschrijving in het Handelsregister van de firma Pauw en ‘t Hart uit Pijnacker is opgeheven [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 1]
Het is gevonden! Het juiste adres voor stofferen en restaureren voor alle meubelen en laat Uw kamers vakkundig behangen 20 cent per rol. Behang vanaf 9 cent per rol, C. Koreneef, Nieuwe Langendijk 110, Delft. Adam Pijnackerstraat 14, Pijnacker [Delftsche Courant 1 juni 1937, blz. 4].
Zaterdagmiddag 5 juni 1937 om 16.00 uur is in Delfgauw het nieuw ingericht café-restaurant, thans genaamd de „Bijenkorf', door de heer J. v. Buitene geopend. De fraaie zaal was met tal van belangstellenden gevuld, meer dan 50 bloemstukken versierden de inrichting. De heer E.P. v. d. Laak sprak het openingswoord [Delftsche Courant 7 juni 1937, blz. 6]
Op 18 juni 1937 wordt bericht dat de grote carosseriefabriek N.V. Lamboo te Pijnacker en Zoetermeer is failliet verklaard. Een gedeelte van het personeel is reeds ontslagen. Het zou zeer jammer zijn, indien de fabriek, die 200 man personeel had, geheel stil zou komen te liggen. Er bestaat echter gegronde hoop, dat de werkzaamheden binnenkort weer hervat zullen worden  [Delftsche Courant 18 juni 1937, blz. 6]. 
Op 28 juni 1937 is door het verbindend worden van de enige uitdelingslijst het faillissement van J. H. van Veen, wonende te Delfgauw, gemeente Pijnacker, geëindigd. De curator, mr. J.P. Chardon, Delft. 
Op 30 juli 1937 is in de raad aan de orde de van de heer Th. Joosse ontvangen aanvraag om hem te verkopen het bouwterrein, gelegen in de Stationsstraat naast het Groene Kruis. Aanvrager is bereid f 5,- per m² te betalen. De heer Bregman is sterk gekant tegen de verkoop van deze grond en wil deze liever reserveren om er later een flinke toegangsweg naar het toekomstige Raadhuis in het Emmapark over aan te leggen. De voorzitter is het met de heer Bregman niet eens en vreest dat het nieuwe raadsplein door deze straat in het gedrang zou komen. De heer van der Leeuw merkt op dat de kosten van de aanleg van een plein zeer hoog zijn en schat ze op ƒ 9000,-. Spreker vraagt zich af wat er dan nog voor het raadhuis zelf over blijft. De heer Noorland meent, dat men zich nog niet te veel in een toekomstig raadhuis moet verdiepen, gezien de kosten ad ƒ 50.000.-. De heer Huisman wil de helft van de grond behouden, daar ook hij vreest dat de aan te leggen toegangsweg naar het Emmapark te smal zal worden. De heer Lalleman oordeelt dat men met de aanleg van deze nieuwe toegangsweg zo langzamerhand van een wespennest of doolhof kan gaan spreken. De voorzitter wijst erop, dat in het uitbreidingsplan de Stationsstraat uitdrukkelijk wordt aangewezen als hoofdwinkelstraat. Krijgt men nu in de Stationsstraat twee moderne winkelpanden, dan zullen de andere winkeliers wel volgen. De heer Huisman vreest dat er met dit alles geen plaats voor een parkeerterrein zal overblijven. Wethouder Sonneveld deelt mee, dat hij een deskundige heeft geraadpleegd, die hem de verkoop van deze grond heeft aangeraden. De heer F. van de Burg meent, dat de middenstand hiermee benadeeld wordt. Hoewel de heer van der Leeuw geen bewonderaar van grootbedrijven is, kan hij toch het standpunt van de heer van de Burg niet delen. In Pijnacker heerst een tekort aan winkelpanden, zodat de mensen gewone huizen tot winkel moeten inrichten. Na stemming wordt het voorstel van B&W aangenomen [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5]. 
Op 2 augustus 1937 wordt gemeld dat tot dan toe er in Pijnacker geen levensmiddelenautomaat was. Dit was natuurlijk wel enigszins bezwaarlijk voor bezoekers van vergaderingen, etc. Vooral bij gemeenten met een kleine kom en uitgebreide lintbebouwing komen automaten tot hun recht. Op de Oostlaan is thans de eerste levensmiddelenautomaat verschenen, waar 's avonds laat een druk gebruik van wordt gemaakt [Delftsche Courant 2 augustus 1937, blz. 8] 
Voor wederverkopers/wederverkoopsters van Muurlink's “Tari" knopen. Ze zijn verkrijgbaar in Pijnacker, Stationsstraat 36, telefoon 48 (vanaf hedenavond 7 augustus 1937 20.00 uur afgehaald of schriftelijk) [Haagsche Courant 7 augustus 1937, blz. 20] 
Op 7 augustus 1937 wordt bericht dat de veehouder Th. van der Stap uit Pijnacker, wonende in de Bieslandse Polder in de buurtschap Klein Delfgauw, is failliet verklaard [Haagsche Courant 7 augustus 1937, blz. 23]. Het faillissement is opgeheven op 28 augustus 1937 wegens gebrek aan baten [Haagsche Courant 28 augustus 1937, blz. 19]
Op 15 augustus 1937 wordt in … geboren Wilhelmina Maria Adegeest. Ze is een dochter van …en … Wilhelmina trouwt op …in....met… Frensch. Hij is geboren op …in… Hij is een zoon van …. en … ……………………….=Wilhelmina overlijdt op 27 februari 2004 in …. =ze wordt begraven op de R.K. begraafplaats in PijnackerBRONNENinternetOnline Begraafplaatsen

Op 21 augustus 1937 wordt gemeld dat het faillissement van F.C. Roelofswaard uit Pijnacker op 20 augustus 1937 is opgeheven wegens gebrek aan actief [Haagsche Courant 21 augustus 1937, blz. 22]
W. Slootweg. M. van Wijk, K.H. de Jong en C. Luyken staan op 25 augustus 1937 ingeschreven in het Handelsregister [Delftsche Courant 25 augustus 1937, blz. 3]
Op maandag 25 oktober 1937 om 20.30 uur zal in het gebouw van de C.J.M.V. in Pijnacker een vergadering worden gehouden van middenstanders, uitgaande van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond, teneinde de in deze gemeente bestaande afdeling van deze bond nieuw leven in te blazen. Namens het hoofdbestuur zal een spreker die avond het nut en de noodzakelijkheid van een hechte landelijke organisatie uiteenzetten [Delftsche Courant 20 oktober 1937, blz. 7].  Op 25 oktober 1937 om 20.30 uur werd in het C.J.M.V.-gebouw een vergadering gehouden van middenstanders om te komen tot heroprichting van een afdeling van den Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond. Namens het hoofdbestuur van die bond was aanwezig de heer H. J. Hagelen, die uitvoerig uiteen zette waarom de middenstanders zich behoren te organiseren. O.a. wees spreker op de grote gevaren, die de kleinbedrijven bedreigen van de zijde van de groot-filiaalbedrijven en coöperaties. Er werd besloten tot de heroprichting van een afdeling Pijnacker van de K.N.M.B. over te gaan. Staande de vergadering traden 11 leden toe, waaruit een voorlopig bestuur gekozen werd, bestaande uit de heren: Joh. Vons, J. Lamens, G.G. de Heus en W. Stoorvogel Jr. Aan dit voorlopig bestuur werd opgedragen de voorlopige nodige werkzaamheden, als samenstelling statuten en reglement etc. te verrichten [Delftsche Courant 26 oktober 1937, blz. 6]
Op 18 november 1937 wordt gemeld dat de heren J.M. Bentum uit Pijnacker en C.F. Frumau ut Delft kandidaat zijn gesteld voor de afdeling kleinbedrijf van de Kamer van Koophandel [Delftsche Courant 18 november 1937, blz. 2].

Het carrosseriebedrijf Burg is in 1937 opgericht door de gebroeders Antoon en Wim van den Burg met als locatie Katwijkerlaan 75 in Pijnacker. Ze begonnen met het bouwen van landbouwwagens en houten aanhangwagens
In 1937 is het bedrijf Keller Keukens gestart in Pijnacker 
belastingenOp 6 januari 1937 wordt gemeld: Het klinkt te mooi om waar te zijn.... Het gemeentebestuur van Pijnacker is van plan om de personele belasting te verlagen en de 200 opcenten terug te brengen tot 190 opcenten! Dit zal dus eventueel een vermindering van 10 opcenten wezen [Delftsche Courant 6 januari 1937, blz. 2]. In de vergadering van de gemeenteraad van 12 januari 1937 is besloten de Personele Belasting te verlagen en de 200 opcenten terug te brengen tot 190 opcenten. Ongetwijfeld zal deze belastingverlaging met vreugde door de bevolking van Pijnacker worden begroet! [Delftsche Courant 14 januari 1937, blz. 4].
Op 16 januari 1937 wordt bericht dat de bij raadsbesluit dd. 23 maart 1936 vastgestelde verordening op de heffing van schoolgeld bij Koninklijk Besluit van 5 juni 1936, no. 40 is goedgekeurd tot 1 april 1937. Een nieuwe verordening is in voorbereiding. Aan schoolgeld is in het dienstjaar 1935 een bedrag van ƒ 650,22 ontvangen en voor 1936 is dit geraamd op ƒ 600,—. Geraamd is de opbrengst van het schoolgeld aan R.K. scholen. Aan de overige bijzondere scholen wordt het schoolgeld door de schoolbesturen geïnd [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 11]
Op 20 januari 1937 worden de houders van honden er op gewezen, dat de hondenpenningen thans zijn aangekomen en verkrijgbaar zijn bij de gemeente-ontvanger, jhr. J. Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 4].
Op 12 februari 1937 wordt gemeld dat de gemeentebegroting vertoonde jaarlijks een matige stijging van uitgaven en inkomsten. Werd in 1932 een verordening vastgesteld tot het heffen van 20 opcenten op de gemeentefondsbelasting, voor 1933 moesten 80 opcenten geheven worden. Voor 1933 werden de opcenten op de personele belasting gebracht op 100, eveneens wordt in 1933 een progressieve straatbelasting ingevoerd. Voor 1934 worden de opcenten op de personele belasting op 150 gebracht, terwijl met ingang van 1 januari 1935 200 opcenten worden geheven. Dankzij een zuinig gevoerd financieel beheer kon worden bereikt, dat de gemeente niet tot noodlijdendheid verviel. De financiële positie van de gemeente Pijnacker is dus gezond  [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5].  
Op 15 februari 1937 wordt gemeld dat indien aangifte of betaling van de hondenbelasting achterwege is gebleven, dan wordt het te vorderen bedrag, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken, met het viervoud daarvan verhoogd [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 10]. 
Op 19 februari 1937 wordt meegedeeld dat men voor iedere raadpleging in het bevolkingsregister, buiten abonnement, ƒ 0,50 is verschuldigd, indien het een register gehouden vóór het jaar 1900 betreft en ƒ 0,25 voor inlichtingen uit latere registers. Een geldig blijvend abonnement kost voor 50 inlichtingen of opgaven ƒ 10,- en voor 100 inlichtingen of opgaven ƒ 15,-. Elke inlichting uit een register, gehouden vóór het jaar 1900 telt voor twee inlichtingen [Delftsche Courant 19 februari 1937, blz. 2]
Op 26 februari 1937 wordt bericht dat op grond van de bepalingen van paragraaf 8 van de wet van 22 februari 1936 tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs het noodzakelijk is dat met ingang van 1 april 1937 een nieuwe verordening tot heffing en invordering van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs van kracht wordt. De nieuwe verordening zal o.m. inhouden, het laagste tarief van het schoolgeld bij een belastbare som van ƒ 700,- te laten beginnen (vroeger f 600.-) [Delftsche Courant 26 februari 1937, blz. 2]. 
Het voorstel tot verhoging van de schoolgelden ontlokte in de raadsvergadering van  1 maart 1937 veel kritiek. De heer De Leeuw, die met de heer Van der Burg (raadslid) een amendement heeft ingediend, betoogt, dat de progressie in het oorspronkelijke voorstel te weinig geleidelijk is en dat het gevaar groot is, dat de beter gesitueerden hun kinderen nu elders naar school zullen zenden of erger nog een ander domicilie zullen kiezen, waaruit dan in plaats van een verhoging een verlaging van inkomsten voor de gemeente zou voortvloeien. Voorts wordt opgemerkt, dat de vermeerdering van inkomsten, die de nieuwe regeling zou brengen (ongeveer ƒ300) hoofdzakelijk ten laste zal komen van een kleine groep beter gesitueerden. Na ampele discussies stelt de voorzitter de volgende regeling voor: het eerste kind: 100 %, het 2e: 60 %, het 3e: 40 %, het 4e: 20 % en de volgende vrij, hetwelk met de liggende regeling z.h.st. werd aangenomen  [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8].. 
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat enige tijd geleden de gemeenteraad tot verlaging van de opcenten op de personele belasting heeft besloten. Naar wij uit bevoegde bron thans vernemen is de kans dat deze verlaging van het aantal opcenten door de hogere instanties wordt goedgekeurd, uiterst gering. Zal de vermindering van de 200 opcenten dus slechts een droom blijven? [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat de verordening tot wijziging van de legesverordening, vastgesteld in de raadsvergadering van 8 december 1936 bij K.B. is goedgekeurd  [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7].  
Over punt 2 van de agenda van de gemeenteraad van 19 maart 1937, nadere behandeling van de begroting 1937, was een schrijven binnengekomen van Gedeputeerde Staten, dat zij niet akkoord kunnen gaan met de verlaging van opcenten op de Persoele Belasting, namelijk van 200 op 190. Het daardoor vrijkomende bedrag willen Gedeputeerde Staten toevoegen aan de dienst 1936. Tevens delen Gedeputeerde Staten in dit schrijven mee, dat zij, wanneer de opcenten op de personele belasting met 10 zou worden verlaagd, de begroting niet zullen goedkeuren. De heer B. Noorland is van mening, dat Gedeputeerde Staten zichzelf tegenspreken, enerzijds achten zij verlaging niet mogelijk en anderzijds wordt het vrijkomende bedrag gereserveerd. De burgemeester antwoordt, dat de heren Gedeputeerden het waarschijnlijk wel toegestaan zouden hebben als 1936 beter was geweest. De heer Huisman gaat volkomen akkoord met de beslissing van Gedeputeerde Staten, hij acht het een voorzichtige politiek; het is z.i. beter te wachten met verlaging van de opcenten, dan het gevaar te lopen een volgend jaar weer te moeten verhogen. De heer Van der Vaart kan ook de beslissing van Gedeputeerde Staten niet bewonderen. Spreker is van mening dat een verlaging van opcenten op de Personele Belasting zeker zal bijdragen tot het vestigen van nieuwe bewoners, hetgeen toch het welvaartspeil sterk zal beïnvloeden. De heer Van der Leeuw kan zich in het geheel niet verenigen met het standpunt van Gedeputeerde Staten. Er wordt namelijk steeds naar een zijde gekeken, het kleine batig slot over 1936. De andere zijde van het vraagstuk wordt echter verwaarloosd.Men kan toch zeker over 1938 hogere inkomsten verwachten voor de belastingen. Wanneer men de belastingopbrengst over de laatste maanden van 1936 ziet, dan constateert men een belangrijke stijging, ook januari en februari van 1937 geven een voortdurende stijging te zien; spreker meent dus dat wij ons niet ongerust over het jaar 1937 behoeven te maken. Verder vraagt hij zich af, of de heren zich wel door de stok achter de deur moeten laten beïnvloeden. De burgemeester vindt het zeer moeilijk in dit geval te adviseren. Men moet er rekening mede houden, dat Gedeputeerde Staten slechts toestemming hebben verleend voor het doen van uitgaven over de eerste drie maanden van het jaar 1937. Spreker acht het beter het voorstel van B&W te aanvaarden, hetgeen dus zou neerkomen op intrekking van het voorstel van de gemeenteraad behelzende de verlaging van de opcenten op de personele belasting met 10 punten. Het voorstel van B&W wordt in stemming gebracht en verworpen met 4 tegen 7 stemmen [Delftsche Courant 22 maart 1937, blz. 12].
Op 10 april 1937 wordt gemeld dat belastingambtenaren, geassisteerd door de Rijkspolitie, een controle op de wegenbelasting in Pijnacker hebben gehouden. Ook nu weer vielen natuurlijk verscheidene slachtoffers [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat de inspecteur der directe belasting opgaaf heeft gedaan van de nader geraamde zuivere opbrengst van de opcenten op de Personele Belasting 1936. De aanvankelijke raming was ƒ 31.000, thans is deze gesteld op ƒ 28.000. De opbrengst van de hoofdsom van de Personele Belasting was eerst geraamd op ƒ 3800 en is nu gesteld op f 3400. De verlaging van de opcenten gaat nu natuurlijk helemaal niet door. Het was te mooi om waar te kunnen zijn [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]
De gemeenteraad komt op 5 mei 1937 bijeen De raad had in een vorige raadsvergadering besloten de opcenten van de Personele Belasting van 200 tot 90 terug te brengen. Gedeputeerde Staten hadden bij het besluit van 8 april 1937 hun goedkeuring geweigerd; het gemeentebestuur overwoog nu het doen van een beroep op de Kroon. De toestand is thans echter voor de gemeente heel anders geworden. De inspecteur der directe belastingen te Delft heeft op 14 april 1937 opgaaf gedaan van de nader geraamde zuivere opbrengst van de opcenten op de Personele Belasting 1936. Was de aanvankelijke raming in de begroting, dienst 1936, verwerkt voor ƒ31.000, thans is de opbrengst gesteld op ƒ 28.000. De opbrengst van de hoofdsom van de Personele Belasting, voorzover aan de gemeente toekomende, is thans in plaats van ƒ 3400 vastgesteld op ƒ 3800. Deze opgaaf geeft dus voor den dienst 1936 een onverwacht ongunstig verschil van ƒ 3400 [?). Dit nieuwe gezichtspunt brengt de kans van slagen bij een beroep op de Kroon tegen de beslissing van G.S. tot vrijwel nihil terug. Het nieuwe raadslid, de heer Verhoef, maakte er een aanmerking op, dat de belastingbiljetten reeds weer met 200 opcenten zijn uitgegeven, terwijl de vroede vaderen nog over de verlaging van deze belasting zaten te beraadslagen. De voorzitter antwoordde spreker hierop, dat de belastingautoriteiten bij een hangende kwestie de oude regeling moeten laten doorgaan, omdat er anders een stagnatie zou optreden. De heer van der Leeuw was slechts node bereid zich neer te leggen bij het besluit van Gedeputeerde Staten, maar oordeelde, dat het toch “vechten tegen de bierkaai'' was  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Op 18 mei 1937 wordt gemeld dat de verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting bij Koninklijk Besluit is goedgekeurd [Delftsche Courant 18 mei 1937, blz. 8]. 
Op 29 mei 1937 wordt doo r een leer de volgende vraag gesteld: Ik ben in de Personele Belasting gemeente Pijnacker aangeslagen voor ƒ 28,50, huurwaarde 200, Hoofdsom van de eerste grondslag na kinderaftrek ƒ 8.00. Hoofdsom van de tweede grondslag na kinderaftrek (meubilair) ƒ 1.50. Opcenten op de hoofdsom van alle grondslagen 19,00. Is dat juist? Hoeveel zou dat voor de gemeente Delft zijn? Antwoord: Aanslag is juist. Te Delft zou u verschuldigd zijn f 6.45. [Delftsche Courant 29 mei 1937, blz. 11].
Op 2 juli 1937 wordt bericht dat zij, die in Pijnacker en Nootdorp wonen kunnen een aanvraag ter bekoming van een kosteloos rijwielmerk persoonlijk doen bij de dienstgeleider te Pijnacker. die daartoe zitting houdt in het zgn. stempellokaal aan de Kerkweg te Pijnacker op vrijdag 16 juli 1937, vrijdag 23 juli 1937 en vrijdag 30 juli 1937, telkens van 19.00 - 21.00 uur [Haagsche Courant 2 juli 1937, blz. 6] 
Op 14 juli 1937 wordt bericht dat de commies der directe belastingen W. Moes per 1 augustus 1937 is overgeplaatst van Ootmarsum naar Pijnacker [Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche Courant 14 juli 1937, blz. 2]
Op 31 juli 1937 wordt door een lezer gevraagd: Kunt u mij opgeven hoeveel een dienstbode voor dag en nacht aan belasting verschuldigd is bij een inkomen van ƒ 300 per jaar? Antwoord: Wanneer ze niets meer heeft dan ƒ 300 loon plus kost en inwoning, is ze vrij van inkomstenbelasting [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5].
Op 24 september 1937 wordt gemeld dat de heer A.C.J. Achilles te Rotterdam op 4 augustus j.l. tot de Raad een verzoek heeft gericht om restitutie van straatbelasting. B&W stellen de Raad voor aan adressante de gevraagde restitutie te verlenen over het tijdvak 1 augustus 1936 tot en met 31 juli 1937 voor het perceel Vlielandseweg 119. Gebleken is, dat bedoeld perceel gedurende dit tijdvak inderdaad onbewoond is geweest. [Delftsche Courant 24 september 1937, blz. 11]. 
Op 24 september 1937 vergadert de raad. Op het verzoek van de heer M. van Wagensveld te Delft, betreffende wijziging van de verordening op de heffing van straatbelasting wordt afwijzend beschikt. Het college van B&W meent, dat de verordening in haar grondslagen wordt aangetast door de voorgestelde wijziging en daardoor moeilijk uitvoerbaar zal zijn. In geen enkele andere gemeente is in de verordening op de straatbelasting een dergelijke bepaling opgenomen. Ook staat hieromtrent niets in de wet op de grondbelasting [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 
Op 21 oktober 1937 wordt gemeld dat het doet in deze tijd van zware belastingen door Rijk en gemeentebesturen opgelegd vreemd aan doet, wanneer ook polderbesturen de lasten gaan verzwaren, zoals thans bij de Oude of Hoge Polder te Pijnacker het geval is. Leken op het gebied van belastingheffingen (op het gebied van betalen bestaan tegenwoordig geen leken meer!) menen wel eens dat men ongestuurd een nieuwe belasting kan instellen of een oude verhogen. Dit is echter niet juist. Immers betaalt nu in ons geval de ingeland weer een gulden meer aan het polderbestuur; dan kan hij weer een gulden minder in omloop brengen en brengt dit zowel voor hem als voor verschillende leveranciers, etc., bezwaren mee [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 7].
Op 13 december 1937 wordt bericht dat kort geleden aan een ingezetene vergunning is verleend om rails te leggen in de openbare gemeenteweg. Het college van B&W is van mening dat voor dergelijke vergunningen jaarlijks een matig recht moet worden gevorderd. Dit zal dus in een precarioverordening moeten worden geregeld [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7]. 
Op 13 december 1937 wordt bericht dat het batig saldo van het elektriciteitsbedrijf, waarvan de instelling voor de verlaging van belasting feitelijk de mogelijkheid schept, door B&W. voor het eerste jaar van de eigen exploitatie is geraamd op ƒ 6000, terwijl de rentabiliteitsberekening een winstsaldo aangeeft van ongeveer ƒ 7500. Afgezien van het feit, dat enkele lasten, die geraamd moeten worden, niet in het uitgebrachte deskundigenrapport zijn vermeld, terwijl daarin de uitgaven voor personeel daarentegen belangrijk hoger zijn gesteld, dan zal blijken nodig te zijn, komt het B&W gewenst voor in de eerste begroting een ruime raming voor onvoorziene uitgaven op te nemen, te meer, daar de opgenomen percentages voor afschrijving nog de goedkeuring van hogere instanties behoeven. Zonder uit het oog te verliezen, dat feitelijk niet een bedrijf wordt opgericht, doch een bestaand winstgevend bedrijf wordt overgenomen, waardoor aan de becijfering van genoemde rentabiliteitsberekening een zeer grote mate van waarschijnlijkheid ten grondslag ligt, acht het college van B&W het toch gewenst, dat de te verwachten baten niet geheel of voor het grootste gedeelte onmiddellijk, voor zover mogelijk, wordt vastgelegd in belastingverhoging. [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Op 13 december 1937 wordt gemeld dat op grond van de verbeterde begrotingspositie het nu mogelijk is, dat wordt overgegaan tot verlaging van de opcenten op de personele belasting, welke heffing voor verlaging het eerst in aanmerking komt. Het college van B&W stelt voor, het aantal dier opcenten voor het jaar 1938 te bepalen op 180; door deze vermindering met 20 opcenten zal de geraamde opbrengst ƒ 2800 minder bedragen. .[Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7; Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8]. 
Op 14 december 1937 vindt zonder enige discussie de vaststelling plaats van een verordening op de heffing van besmettelijke ziektengelden [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8]. 

cultuurDe Pijnackerse zangvereniging „Halleluja" heeft gisteravond 20 januari 1937 in het verenigingsgebouw aan de Kerkweg een grote uitvoering gegeven. De belangstelling voor deze zang- en toneelavond was groot en met waardering werd naar de zangnummers van de zangvereniging geluisterd. Het uitgebreide programma werd vlot afgewikkeld en het opgevoerde toneelstuk „De Kleinzoon" viel bij de aanwezigen zeer in de smaak [Delftsche Courant 21 januari 1937, blz. 7].
Gisteravond 27 januari 1937 vond in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan de jaarvergadering van het R.K. Zangkoor „St. Cecilia" plaats. Wegens de vacature door de heer Th. C. Tetteroo werd o.a. een nieuwe vicevoorzitter benoemd [Delftsche Courant 28 januari 1937, blz. 7]. Tot vice-voorzitter werd gekozen de heer A.M. Kouwenhoven; tot bibliothecaris werd benoemd de heer J. van Dijk [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7] 
Het Pijnackerse Kinderkoor zal woensdagavond 17 februari 1937 een uitvoering geven in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg. Op deze avond zal tevens gedeclameerd worden. [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 10]. 
De Pijnackerse Muziekvereniging „Excelsior", heeft donderdagavond 18 februari 1937 in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg een concert gegeven. De belangstelling voor dit concert was vrij groot en het gebodene getuigde van langdurige oefening. Ongetwijfeld is de waarde van deze concertavonden zeer groot en is het te betreuren, dat men in Pijnacker zo weinig eens naar een goed concert kan luisteren [Delftsche Courant 19 februari 1937, blz. 2]. Het programma was goed verzorgd, hetgeen bleek uit het uitbundig applaus dat de heer H. van Mechelen ten deel viel. Als attractie trad de heer Valstar (xylophonist) met zijn medewerker M. Voorberg (pianist) op [Delftsche Courant 22 februari 1937, blz. 6]. 
Op 19 februari 1937 wordt meegedeeld dat het Pijnackerse kinderkoor in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg een grote uitvoering heeft gegeven. De gezongen liedjes vielen bij de aanwezigen in de smaak. Tevens vond declamatie plaats.  [Delftsche Courant 19 februari 1937, blz. 2]
Op 26 februari 1937 wordt bericht dat De Nederlandse Blindenvereniging heeft woensdagavond in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg een kunst- en filmavond georganiseerd. De belangstelling voor deze avond was zeer groot  [Delftsche Courant 26 februari 1937, blz. 2]. 
Zaterdag 6 maart 1937 werd in Pijnacker het solistenconcours gehouden, uitgeschreven door de samenwerkende verenigingen „Advendo" uit Naaldwijk, „Liora" uit De Lier en „Excelsior" uit Pijnacker. Als juryleden fungeerden de heren H. Zeldenrust en L. van der Tand, beiden uit Den Haag, terwijl als begeleider van de solisten de heer Harry van Mechelen aanwezig was. Het is een goede gedachte geweest van deze verenigingen, omdat dergelijke concoursen zoveel bijdragen tot vorming van goede muzikanten, die daaruit eens leren begrijpen dat muziek maken wat anders is dan een blad noten zo goed mogelijk verwerken, maar dat in dat blad muziek wat gevraagd en verteld moet worden op het instrument. Zodoende kunnen de jongeren wanneer zij van de jury de aanwijzingen krijgen deze lessen ter harte nemen. Het spijt ons te moeten schrijven dat van de talrijke deelnemers slechts een klein gedeelte werkelijk muzikaliteit demonstreerde. Bij dat kleine gedeelte mogen we als uitzondering noemen de bariton-solist S. de Haan uit Naaldwijk en de klarinettist V. W. Valstar uit Naaldwijk en Prins als es-klarinet, benevens de bugel Bouwmeester uit Pijnacker. Deze heren gaven een uitvoering te horen, zó muzikaal en fijn, dat de beloning het maximum aantal punten was en zij een bijzondere vermelding van de jury kregen. Wat een schitterende voordracht. Vooral het concertino van C.M. von Weber was om van te smullen. Het concours werd besloten met een concert door de harmonie „Advendo" te Naaldwijk, hetwelk onder sublieme leiding van heer Van Mechelen een waardig slot vormde van deze mooie dag, die zo opbouwend is geweest voor de schone muze. De voorzitter van Pijnacker sloot dan ook met een gevoel van dankbaarheid en met gebed deze dag. De uitslag was voor de deelnemers uit Pijnacker: H. Bouwmeester, bugel, 1e afd., 1e prijs, 97 punten met lof; N.A. Renssen, bariton, 1e afd., 1e prijs, 75 punten; N. Kunz, piston, 3e afd., 1e prijs, 70 punten; P. van Buitene, tuba, 2e afd., 1e prijs, 70 punten; W. Kunz, bugel, 1e afd., 2e prijs, 68 punten; J. van Buitene, bariton, 2e afd., 2e prijs, 62 punten; W. Bruin, trombone, 2e afd., 2e prijs, 62 punten; W. de Graaf, trompet, 3e afd., 3e prijs, 56 punten. Kwartet van de vereniging uit Pijnacker 1e prijs met 73 punten [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 7]
Op 8 maart 1937  zal in de Gereformeerde Kerk in Pijnacker om 20.00 uur een concert gegeven worden door de Christelijke Muziekvereniging „Excelsior". Solisten zijn mevr. A. Lukkien-Vermeer, zang en de heer H.C. Lukkien, orgel [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op vrijdag 9 april 1937 zal de Radio-Centrale in Pijnacker 5 jaar bestaan en heeft de directie gemeend deze dag niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan. Zij zal op die dag aan haar leden een feestavond aanbieden in het Cafe „Van Ouds Het Raadhuis". Medewerking wordt hieraan verleend door mevrouw M.A. Stoorvogel-Engelse, declamatie; de heer Jan Apon, declamatie; de „Big Bens" met hun liederenrepertoire, alsmede zal er door enige dames en heren een blijspel worden opgevoerd. Alles tezamen belooft het een avond te worden van beschaafd amusement. [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12].  Op  9 april 1937 wordt gemeld dat de radiocentrale ter gelegenheid van haar 5-jarig bestaan aan haar leden een feestavond heeft aangeboden die klonk als een klok. De opkomst was overweldigend, zo zelfs, dat de zaal bij de heer van Schie te klein bleek te zijn. Ook vele officiële personen waren aanwezig, onder wie de burgemeester, wethouder G. Sonneveld namens het College van burgemeester en wethouders. De heer W. Stoorvogel, één van de directeuren, heette alle aanwezigen welkom. Daarna droeg de bekende declamator, de heer J. Apon, enige monologen voor, die zeer in de smaak van het publiek vielen. Hierop trad de niet minder heldentenor de heer A. de la Vieter op. Ook de declamatie van mevr. M.A. Stoorvogel-Engelse was bijzonder aardig. Het repertoire van de Big Rens was af. Deze jongelui hebben hier al zoveel succes geoogst dat wij hier niet veel meer over hoeven te schrijven. Na de pauze heeft de burgemeester, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, nog het woord gevoerd. Hij herinnerde eraan, dat 5 jaar geleden het B&W voor een moeilijke taak had gestaan; er waren toen namelijk twee aanvragen binnengekomen voor het exploiteren van een radiocentrale. Men heeft toen na lang beraad de concessie gegeven aan de heer W. Stoorvogel. In die 5 jaren heeft de heer Stoorvogel bewezen de juiste man op de juiste plaats te zijn. Dit bewees wel het grote aantal leden dat op de centrale is aangesloten. Tot slot wees de burgemeester op de goede samenwerking met het gemeentebestuur. Hierna volgde nog het optreden van de toneelclub van.de P.Z. en P.C., dat een aardig blijspel opvoerde. De avond werd besloten met een bal dat tot 3.00 uur 's nachts duurde [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]
Op donderdag 13 mei 1937 zal om 20.15 uur in de N.H. kerk een kerkconcert gegeven worden door het N.H. Kerkkoor o.l.v. mevr. Ali de Vink-Verschoor en met medewerking van mevr. M. Tonnon-Ket, sopraan, de heer P. Eggermont, bariton, de heer Jaap Morgenstern, organist, L. Verhoef, clarinet. Het programma luidt als volgt: Gebed van Pijlman; Zondagmorgen van Lienden; Jubilate van Pijlman; Psalm 103 van Mobach; Befiehl dem Engel, dass er komme van Buxtehude en Gedeelten uit het Oratorium „Paulus" van Mendelsohn.  [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Op 1 juni 1937 wordt gemeld dat de sympathieke muziekvereniging „Excelsior", die steeds bij elke gebeurtenis klaar staat om haar muzikale medewerking te verlenen, er financieel moeilijk voor zit. Daarom zal in de eerste helft van de maand juni een huis- aan-huis collecte worden gehouden ter stijving van de kas [Delftsche Courant 1 juni 1937, blz. 8]. Op 18 juni 1937 wordt bericht dat de muziekvereniging „Excelsior” een muzikale rondgang door het dorp heeft gemaakt. In het Comité voor Aanbeveling voor de collecte voor de muziekvereniging hebben o.m. zitting genomen: mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker en de heer J.M.M. Heijmerikx, gemeentesecretaris [Delftsche Courant 18 juni 1937, blz. 6]. 
Ten bate van de Katholieke Radio Omroepvereniging K.R.O. zal op zondag 27 juni 1937 in de gemeente een speldjesdag worden gehouden [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 2]. 
Donderdag 1 juli 1937 behaalde de Christelijke Zangvereniging „Halleluja” te Pijnacker op het zangconcours te Zeist, een tweede prijs in de eerste afdeling [De Nederlander 5 juli 1937, blz. 10]. 
Op 14 juli 1937 wordt bericht dat men zich ongetwijfeld herinnert dat in januari 1937 aan de radiocentrales werd verboden om de programma's van reclamezenders door te geven. De radiocentrale in Pijnacker heeft thans bericht ontvangen dat dit verbod aldus is gewijzigd dat thans alleen reclamezenders die in het Nederlands uitzenden niet mogen worden doorgegeven. Radio Luxemburg, wanneer dit in de Engelse of Franse taal uitzendt mag dus bijvoorbeeld weer worden uitgezonden [Delftsche Courant 14 juli 1937, blz. 6]
De op 14 juli 1937 in de Doelenzaal in Rotterdam gehouden zangersdag van de Vereniging tot het houden van Christelijke zangwedstrijden, waaraan 24 koren uit de Ring Rotterdam van de Koninklijke Bond van Christelijke zang- en oratoriumverenigingen in Nederland hebben deelgenomen, is uitstekend geslaagd. “Looft den Heer”uit Pijnacker behaalde diploma B.1 met 297 punten. De hoogst genoteerde, een mannenkoor uit Middelharnis, behaalde diploma A3 met 265 punten [Rotterdamsch Nieuwsblad 15 juli 1937, blz. 5].
Op 6 september 1937 wordt gemeld dat de radiocentrale in Pijnacker van de minister van Binnenlandse Zaken vergunning heeft verkregen tot het uitzenden van eigen grammofoonmuziek aan haar abonnees over de derde programmalijn. Deze uitzendingen zullen plaats hebben gedurende 3 uur per week en wel van 16 mei 1937 - 15 september op dinsdag, donderdag en zaterdag en van 16 september 1937 - 15 mei 1937 op maandag, woensdag en vrijdag ,steeds van 19.00 - 20.00 uur  [Delftsche Courant 6 september 1937, blz. 7] 
In de zaal van café-restaurant „Van ouds 't Raadhuis" zal vrijdag 8 oktober 1937 de Nederlandse film „Pygmalion" vertoond worden [Delftsche Courant 7 september 1937, blz. 3].
Vrijdagavond 15 oktober 1937 om 20.30 uur hield de Rotterdamse declamator Jan Apon een voordrachtsavond in één van de zalen van „Van Ouds het Raadhuis" in Pijnacker. Het eerste nummer van het enigszins gewijzigde programma was „De Begrafenis van Matantje" een Vlaamse schets van Felix Timmermans door Apon in het sappige Vlaams voorgedragen. Als no. 2 droeg hij voor „Luchtalarm geëindigd", een toekomstbeeld, de verschrikkingen beschrijvend van een luchtaanval op een grote stad, door Joh. Hepp. No. 3 van het programma, „De Wijding van het Offer" door Albert Helman geeft in vier episodes weer hoe de mensheid door alle eeuwen heen steeds weer offers heeft gebracht voor haar idealen. Na de pauze, die hierop volgde, werd begonnen met „De aanspraak tot de Hoofden van Lebak" van Multatuli, gevolgd door het geestige „Conversatie", een gesprek .tussen moderne jonge dames in de tram. Het laatste nummer was „Ruitjespak" van Henriette van Eijck, een zeer komische geschiedenis van twee geaffecteerde meisjes en hun ontmoeting met een heer in een ruitjespak. Het vrij talrijke publiek heeft de verschillende nummers met grote aandacht gevolgd en de heer Apon telkens met een hartelijk applaus voor het gebodene beloond [Delftsche Courant 16 oktober 1937, blz. 3].

Op 15 oktober 1937 wordt gemeld dat in huize „Diniari", Vlielandseweg 90, Pijnacker, van 16 oktober 1937-3 november 1937 een schilderijententoonstelling zal worden gehouden van de kunstschilder Joop Kropff. De officiële opening zal zaterdagmiddag 16 oktober 1937 geschieden om 15.00 uur door de heer mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker. De tentoonstelling zal geopend zijn van 15.00-17.00 uur en van 20.00-22.00 uur [Delftsche Courant 15 oktober 1937, blz. 11]
Zaterdagmiddag 16 oktober 1937 heeft de burgemeester van deze gemeente, mr. dr. P.H.W. G. van den Helm, de in Huize „Diniari", door de heer en mevrouw Jos v. d. Meer georganiseerde schilderijententoonstelling van werken van de kunstschilder Joop Kropff, officieel geopend. De heer Van der Helm constateerde, dat dit de eerste maal is in de geschiedenis van Pijnacker, dat hier een expositie is van een schilder van naam en zag dit als een onderdeel van de opkomst van Pijnacker. Het verheugde spreker te kunnen zeggen dat zijn indruk van de werken van de heer Kropff, die is van een volbloed artist. Kunst is dan pas echt, wanneer zij wordt geboren uit innerlijke aandrift en hij gelooft dat dit hier het geval is. Spreker besloot met de heer Kropff veel succes toe te wensen met deze expositie, terwijl hij hem ook voor zijn a.s. reis naar en verblijf in Indië alle goeds toewenste, vooral dat hij in zijn werk ook de Indische, tropische sfeer zo juist zal weten te treffen, als hij dit blijkens deze expositie de Europese heeft gedaan. De vrij talrijke aanwezigen hebben hierna met veel belangstelling de mooie collectie bewonderd  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]. Op de schilderijententoonstelling zijn reeds enige schilderstukken verkocht. Het is een verheugend verschijnsel, dat zoveel ingezetenen van onze gemeente de tentoonstelling bezochten en zodoende blijk gaven van hun belangstelling voor de schilderkunst [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 10]
Het Nederlands Hervormd Kerkkoor, dat onder leiding staat van mevr. Ali de Vink-Verschoor, zal op donderdag 16 december 1937 om 20.15 uur een wijdingsavond geven in de Nederlands Hervormde Kerk. Uitgevoerd zal worden het Kerstoratorium van Heinrich Barth. Medewerkenden zijn mevr. J.M. Tonnon-Ket, sopraan, mevr. H. Niemandsverdriet, alt. De heer F. Beenen, tenor, de heer P. Eggermont, bariton. De heer Jaap Morgenstern, organist. Verder een strijkkwartet en het Kerkkoor. Ds. G.J. van Dingstee hoopt deze avond de leiding op zich te nemen en een Kerstverhaal en enkele Kerstgedichten voor te dragen [Delftsche Courant 11 december 1937, blz. 6]  
Zaterdag 18 december 1937 heeft de Chr. muziekvereniging „Soli Deo Gloria", uit Delft, de door haar uitgeschreven wedstrijd voor soli, duetten, enz. voor koperen en houten blaasinstrumenten in de zaal van de heer Dijkhuis in de Houttuinen gehouden. Deze wedstrijd mag een beslist succes worden genoemd, daar het ten gehore gebrachte, over het algemeen, muzikaal op hoog peil stond. De voorzitter van „Soli", de heer Hoekstra, heette de aanwezigen, waaronder de volledige Senaat van het Delftse Studentencorps, bestuur van de Oranjebond en anderen hartelijk welkom. De jury, bestond uit de heren P.J. Oomes, Rotterdam; J. Oomes, Schiedam, en C. van den Berg, Rijswijk, alle musici. De bariton J. Rensen uit Pijnacker won in de Afdeling Uitmuntendheid de 2e prijs met 148 punten [Delftsche Courant 20 december 137, blz. 2]
De Christelijke Gemengde Zangvereniging „Halleluja" geeft op woensdag 22 december 1937 om 19.15 uur in het gebouw van de C.J.M.V. aan de Kerkweg haar jaarlijkse uitvoering. Het programma luidt als volgt: Koraal, Psalm 99 van J.C. Nogarede, Hij van Andr. Kousemaker, Op pelgrimsreis van F. Mendelssohn Bartholdy. Nader tot U, van Adr. Kousemaker; God is mijn rots, van Joh. H. Caro; Op het kerkhof, van Arnold Spoel; Psalm 103 van Jac. Bonset; Naar U O Heer, van F. Möhring; Danklied, van Haydn; Zondag op het Meer, van G. A. Heinze; Bede van F. Mendelssohn Bartholdy; Hymne, van J. N. Bosch; O Heer, Gij Rots des Vertrouwens, van F. Möhring. Na de pauze zal een vrolijk spel in drie bedrijven worden opgevoerd, getiteld: „Het Duistere Punt", waarmee deze vereniging reeds eerder groot succes heeft geoogst. Het koor staat onder leiding van de heer W. van Leeuwen uit Overschie  [Delftsche Courant 18 december 1937, blz. 6]
Gistermiddag 22 december 1937 had ten huize van de heer J. Veldkamp, Kerkweg 134, in Pijnacker een kleine plechtigheid plaats. De heer Veldkamp is namelijk de 200ste abonnee, die werd aangesloten op de Radio-Centrale „Pijnacker", waarvoor door de exploitant, de heer W. Stoorvogel Jr., een gratis aansluiting en het gratis gebruik van een prachtige luidspreker was uitgeloofd. Daartoe door de heer Stoorvogel uitgenodigd waren wij gistermiddag aanwezig bij het aanbieden van een en ander ten huize van de heer Veldkamp. De heer Stoorvogel feliciteerde de familie Veldkamp en sprak de wens uit, dat zij lange tijd veel genoegen van hun aansluiting zouden beleven, waarna de luidspreker op het distributienet werd ingeschakeld en een krachtige stem uit de ether de kamer binnen drong. Dat deze 200ste aansluiting voor de heer Stoorvogel geen eindpunt betekent, bewees het feit, dat hij onmiddellijk hierna de eerste schrede ging zetten op de weg naar de 300e abonnee  [Delftsche Courant 23 december 1937, blz. 14].



economieDe R.K. Middenstandsvereniging „De Hanze" zal op 1 februari 1937 haar jaarvergadering houden. De agenda vermeldt o.a.: De installatie van de nieuwe geestelijk adviseur, kapelaan A. Cras; verkiezing van bestuursleden wegens periodiek aftreden [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7]. In het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis" aan de Oostlaan, heeft de R.K. Middenstandsvereeniging „De Hanze" haar jaarvergadering gehouden. De voorzitter, de heer J. W. van Schie, heette alle aanwezigen hartelijk welkom en in het bijzonder de nieuwe geestelijke adviseur, kapelaan Cras. De heer Van Schie sprak de hoop uit, dat de uiterst prettige samenwerking, die tussen de vorige geestelijke adviseur en de R.K. Middenstandsvereniging altijd had bestaan, thans niet minder zou worden, doch indien mogelijk nog prettiger. Uit het verslag van de penningmeester, de heer Jac. Verbakel, bleek, dat de financiële toestand van de vereniging, gezien de ongunstige tijdsomstandigheden, niet ongunstig genoemd mocht worden. Hierna werd den secretaris gelegenheid gegeven tot het uitbrengen van het jaarverslag. Deze functionaris hekelde de slechte mentaliteit van vele leden en wees erop, dat kleinzieligheid de vereniging, slechts schaadde en de activiteit belemmerde. Spreker herdacht met enige gevoelvolle woorden de oud-voorzitter van de „Hanze", de heer Th.C. Tetteroo. Spreker memoreerde verder de sociale avonden, welke in samenwerking met de andere standsorganisaties waren georganiseerd. De secretaris vroeg de aandacht van de leden voor het incasso- en informatiebureau, waarbij men thans was aangesloten. Slechts weinige leden hadden tot nu toe hiervan gebruik gemaakt. De heer F.P.J. v. d. Burg hield vervolgens een verhandeling over: „De Middeleeuwen en Wij". Spreker behandelde heel oppervlakkig de middeleeuwen en was zo nu en dan in zijn beschouwingen wel wat te eenzijdig. De maatschappij van thans, aldus spreker, heeft behoefte aan ordening, aan een orde. zoals die in de middeleeuwen bestond. In deze tijd bestonden de gilden. Het gilde was een soort van vereniging voor lieden van hetzelfde beroep, b.v. het bakkersgilde, etc. De rangen in een gilde waren: leerling, gezel en meester. Een voordeel van het gildestelsel was, dat deugdelijke waar gewaarborgd was en er lastig oneerlijke concurrentie kon ontstaan. De gilden kwamen echter in verval, werden in 1798 in ons land opgeheven, en het liberalisme deed zijn intocht. Spreker wees op de wantoestanden die van deze geestesrichting het gevolg waren geweest. De heer v d. Burg eindigde zijn rede met een krachtig pleidooi voor de middenstand. In de vacature van de heer Jac. Verbakel werd tot bestuurslid gekozen de heer F. Simons; de heer G. v. d. Burg werd als bestuurslid herkozen. Een uitgebreide discussie ontstond over de vraag of er dit jaar weer een middenstandstentoonstelling zou worden gehouden. Ten slotte werd besloten deze kwestie te bespreken in een speciaal hiervoor te beleggen vergadering. De opbrengst van de collecte voor het Hanzebusje bedroeg ƒ 7.-. Kapelaan Cras dankte voor het hem toegeroepen welkom en verzekerde, dat de R.K. Middenstandsvereniging „De Hanze" op zijn volle medewerking en steun kon rekenen [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat de R. K. Middenstandsvereniging „De Hanze" heeft besloten contact te zoeken met de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond om een garantiefonds te stichten voor een gezamenlijk te houden grote tentoonstelling   [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8]
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat op de veilingen van industriemelk, federatie Zuid-Holland, prijzen zijn bereikt van 5 tot 5,40 cent. Op de industrieveiling van Rotterdam Zuid wordt de melk steeds opgehouden, zodat eigenlijk na de veilingen is verkocht. Het aan de veilingen toegewezen contingent consumptiemelk wordt niet geveild, maar gelijk met kwanta industriemelk onderhands verkocht  [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8]
Op 10 februari 1937 wordt gemeld dat het bestuur van de R.K. Middenstandsvereniging „De Hanze" door het college van B&W is.uitgenodigd om te bespreken de eventuele mogelijkheid tot aansluiting bij het Middenstandsborgstellingsfonds. .[Delftsche Courant 10 februari 1937, blz. 2].
Naar wij op 3 maart 1937 vernemen heeft men de Middenstandstentoonstelling „Pijmitento", die aanvankelijk in april 1937 in Pijnacker gehouden zou worden uitgesteld tot 1938 [Delftsche Courant 3 maart 1937 blz. 4].
De heer F. v. d. Burg vraagt op 29 oktober 1937 in de raad hoe het staat met het adres van de R.K. Middenstandsorganisatie „De Hanze", betreffende het middenstandsborgstellingsfonds. De voorzitter antwoordt, dat B&W deze kwestie onder handen hebben [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7].
De vorige week opgerichte afdeling Pijnacker van de Koninklijke Nederlandse  Middenstandsbond hield op 9 november 1937 in het gebouw van de C.J.M.V. een algemene ledenvergadering. Aan de orde was de behandeling van de statuten en het huishoudelijk reglement, alsmede de verkiezing van het definitieve bestuur. Gekozen werden: voorzitter de heer W.J. Westerhof, bestuursleden, de heren G.G. de Heus. M. Quartel, L. Verweij en Joh. Vons. In de controlecommissie werden benoemd heren S. J. Brandhorst en W. Stoorvogel Sr., met de heer H. Sonneveld als plaatsvervanger. O.m. werd besloten in de week voor Kerstmis een winkelweek te organiseren  [Delftsche Courant 8 november 1937, blz. 6].
Op 11 november 1937 wordt bericht dat de beide plaatselijke middenstandsverenigingen de R.K Middenstandsvereniging „De Hanze" en de afdeling Pijnacker van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond hebben besloten in februari 1938 een tweede Pymitento (Pijnackerse Middenstandstentoonstelling) te houden. De organisatie van deze Pymitento is opgedragen aan een commissie van vier personen, twee door elk van de beide verenigingen te benoemen. De „Hanze" benoemde reeds haar secretaris, de heer W.M. Verbakel en moet het tweede lid nog aanwijzen. De K.N.M.B., afdeling Pijnacker, benoemde zijn voorzitter, de heer J.W. Westerhof en het lid, de heer W. Stoorvogel Jr. Aan deze commissie is als secretaris/penningmeester en adviserend lid toegevoegd, de heer F. v. d. Burg, Uitpad 10. De tweede Pymitento zal evenals de in 1935 gehouden eerste Pymitento plaatsvinden in het R.K. Parochiehuis aan de Oostlaan. Het ligt in het voornemen van de commissie de tweede Pymitento nog aantrekkelijker te maken dan de eerste, door aan de tweede een afdeling op het gebied van land- en tuinbouw te verbinden. Wanneer deze opzet slaagt zal de Pymitento ongetwijfeld nog aan belangrijkheid winnen. De deelname is opengesteld voor alle Pijnackerse middenstanders en de inschrijving ervoor sluit op zaterdag 13 november 1937 [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6]. 



evenementOp 4 januari 1937 wordt gemeld dat Delfgauw thans in een fleurig feestkleed is gestoken. Niet alleen wappert het dundoek van alle gevels, doch ook de winkeliers nemen ijverig deel aan de etalagewedstrijd. Vermelding verdient wel de zeer bijzondere en fraaie lintversiering van de etalages van mejuffrouw de weduwe Kerklaan en die van de heer M. Nooteboom, waarin wij het bruidspaar aantreffen in een fraai omlijsting van brood. De eigenlijke feestviering belooft een succes te worden, de avond van 4 januari is van 19.00 uur tot 20.00 uur gewijd aan de film, daarna zal de eigenlijke feestavond pas een aanvang nemen. De burgemeester van Pijnacker, mr. dr. van den Helm, heeft toegezegd, zo enigszins mogelijk, de feestavond te zullen bijwonen [Delftsche Courant 4 januari 1937, blz. 3]
Op 26 november 1936 wordt gemeld dat het Pijnackers hoofdcomité voor de viering van het huwelijk van onze kroonprinses het plan heeft opgevat ook speciale feesten te organiseren voor de Pijnackerse jeugd. De data van deze kinderfeesten zijn voorlopig bepaald op 5 januari 1937, 8 januari 1937 en 9 januari 1937 [Delftsche Courant 26 november 1936, blz.9]. 
Woensdag 6 januari 1937 zal in Pijnacker een tentoonstelling worden gehouden van prenten en platen betreffende het Huis van Oranje. Het hoofddeel van deze tentoonstelling zal gevormd worden door de uitgebreide collectie van burgemeester mr. dr. P. H. W. G. van den Helm [Delftsche Courant 27 november 1936, blz. 2]. 
Gistermiddag,  5 januari 1937, werden in Delfgauw de huwelijksfeesten geopend door het planten van een mooie herinneringsboom in de Post v. d. Burgstraat. De jeugd, hiertoe aangezocht kweet zich ijverig van deze taak. Het woord werd gevoerd door de heren P. Zeeuw en E. P. v. d. Laar. Reeds om 19.00 uur vulde een grote menigte het gebouw van Christelijke Belangen, waar op dat uur een filmvertoning werd gegeven, als inleiding voor de feestavond, uitgeschreven door het bestuur van de Oranjevereniging Even vóór half negen opende de heer E. P. v. d. Laar, voorzitter van die vereniging, de goed bezochte vergadering met een hartelijk woord van welkom, waarna hij een korte, kernachtige feestrede hield. De voorzitter gaf daarna het woord aan de burgemeester van Pijnacker, die eveneens een opwekkende rede hield. Op verzoek van de voorzitter werd het Wilhelmus aangeheven en daarna trad Da Silva, met zijn gezelschap op. Wij weten niet wie wij meer lof mogen toezwaaien, Da Silva, met zijn machtig stemgeluid, de goochelaar met z'n verbazingwekkende toeren, de voordrachtskunstenaar met z'n waarlijke leuke stukjes, of de Silvanaband; in één woord het programma was af, in de volle betekenis van dit woord. Om half twaalf sloot de voorzitter met een hartelijk dankwoord het uitstekend geslaagde feest en nam het bal een aanvang [Delftsche Courant 6 januari 1937, blz. 2]
Gistermiddag, 5 januari 1937, zijn in het Emmapark (het vroegere land Blad) twee herinneringsbomen geplaatst ter ere van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard. De belangstelling voor deze gebeurtenis was zeer groot en vooral de jeugd was sterk vertegenwoordigd. De schoolkinderen van Pijnacker zijn gistermiddag in optocht naar de nieuwe ambtswoning van burgemeester, mr. dr. P. H. W. G. van den Helm getrokken. De kinderen zongen verschillende toepasselijke liederen en werden door de burgemeester toegesproken. Er hebben filmvoorstellingen plaatsgevonden voor de R.K. schoolkinderen in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan en voor kinderen van de gereformeerde school, van de Nederlands Hervormde school en van de O. L. scholen no. 1 en no. 3. De vertoonde film viel bij de jeugdige aanwezigen zeer in de smaak. Het subcomité voor de viering van het huwelijk van Prinses Juliana, onder voorzitterschap van de heer v. d. Burg, had een rondrit met versierde auto's georganiseerd. De ' fraai versierde wagens reden het hele dorp rond, zodat een ieder gelegenheid had de auto's te bewonderen [Delftsche Courant 6 januari 1937, blz. 2]
Op woensdag 6 januari 1937 is in het Patronaatsgebouw St. Johannes de Doper aan de Oostlaan een tentoonstelling geopend van prenten, foto's, boekwerken, etc. betreffende het Huis van Oranje. Het grootste deel van deze interessante tentoonstelling werd gevormd door de fraaie en uitgebreide inzending van burgemeester mr. dr. H. W. G. van den Helm [Delftsche Courant 9 januari 1937, blz. 6].

Op 8 januari 1937 wordt gemeld  dat de tweede dag van de feestviering ook buitengewoon geslaagd genoemd kan worden. Des middags werd een filmvertoning gegeven aan de kinderen van de school aan de Oostlaan, waarna door alle kinderen van Pijnacker een optocht door het dorp gehouden werd. Nadat men aan de ambtswoning van de burgemeester was gearriveerd, werd een aubade gebracht, waarna de burgemeester de kinderen toesprak. In de onmiddellijke nabijheid van de ambtswoning werd hierna een boom geplant door een tweetal leerlingen. De overige kinderen begaven zich toen naar het Patronaatsgebouw, waar een film vertoond werd. De tocht, die 's avonds naar Den Haag gemaakt werd ter bezichtiging van de feestelijke verlichting, had een zeer grote deelname [Delftsche Courant 8 januari 1937 blz. 11] 
Op 11 januari 1937 wordt gemeld dat ter gelegenheid van het huwelijk van H. K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan een grote feestavond heeft plaatsgevonden. De grote zaal van het Patronaatsgebouw was nagenoeg geheel met belangstellenden gevuld. De feestavond werd geopend met het eerste vers van het Wilhelmus, uitgevoerd door de Christelijke Muziekvereniging „Excelsior", hetwelk door alle aanwezigen uit volle borst werd meegezongen. De burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P. H. W. G. van den Helm, hield vervolgens een grote feestrede, waarin hij o.a. wees op de grote betekenis van het huwelijk van onze Kroonprinses. Na de gloedvolle rede van de burgemeester werd door alle aanwezigen gezongen „Wij willen Holland houden". Veel succes oogstte het opgevoerde toneelstukje, dat goed deed uitkomen de grote betekenis van het Huis van Oranje voor Nederland door alle eeuwen heen. Het toneel stelde de studeerkamer van een geschiedschrijver uit onze tegenwoordige tijd voor. De samenspraak werd verdeeld in 8 taferelen, waar de volgende personen in optraden: een poorteres uit het jaar 1575, een zeeman uit 1688, een burgeres uit 1747 schipper Pronk van Scheveningen in het jaar 1813, een student uit het jaar 1831 en de geschiedschrijver van heden. Aan het einde van dit geschiedkundige toneelstukje werd door alle aanwezigen het zesde couplet van het Wilhelmus van Nassouwe gezongen. Nadat de voorzitter van de Christelijke Oranjevereniging ook nog het woord had gevoerd, werden de aanwezigen door Excelsior op populaire muziek onthaald. Dat dit een algemene feestavond was, waarop een nationaal feest eensgezind werd gevierd, bleek wel overduidelijk uit de opvoering van „De Oranjevaan". Hieraan werkten mee: het R.K. koor, de Christelijke Zangvereniging „Halleluja", de Gereformeerde Zangvereniging „Looft den Heere" en de Christelijke Zang-en Reciteerclub „De Lofstemmen". Na de pauze, die wel wat lang duurde, werden nog feest-redevoeringen gehouden door de voorzitter van het comité van Volksfeesten en door de voorzitter van de plaatselijke commissie van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm te Pijnacker. De Christelijke Zangvereniging „Halleluja", de Christelijke Meisjesvereniging „Looft den Heer" zongen verschillende toepasselijke liederen. Het „Halleluja" van Händel werd zeer verdienstelijk uitgevoerd door het R.K. koor. Nadat burgemeester van den Helm het slotwoord had gesproken, werd door alle aanwezigen staande het „Wien Neerlands Bloed", waarmee deze zeer geslaagde feestavond ten einde was [Delftsche Courant 11 januari 1937, blz. 7]. 
Op 11 januari 1937 wordt gemeld dat aangezien Pijnacker nog geen kunstijsbaan bezit en de wintervorst zijn medewerking niet verleende, kon het voorgenomen ijsfeest op de banen van de Pijnackerse IJsvereniging niet plaatsvinden [Delftsche Courant 11 januari 1937, blz. 7]. 
Op 30 april 1937 zal ter gelegenheid van de verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana in het C.J.M.V. -gebouw door de Christelijke Oranjevereniging een filmvoorstelling worden gehouden, waar o.m. de Juliana-film vertoond zal worden  [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3].
Onder uitgezochte weersomstandigheden heeft zaterdagavond 17 juli 1937 de grote openluchtuitvoering plaatsgevonden op het S.V.P.- terrein van de navolgende verenigingen: Christelijke Zangvereniging „Halleluja", Christelijke Muziekvereniging „Excelsior", Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid" en de Christelijke Knapenvereniging „Immanuël". Al deze verenigingen begaven zich in optocht naar het terrein. De stoet werd geformeerd voor het gebouw van de C.J.M.V. en onder de vrolijke marsmuziek van „Excelsior" werd het dorp doorgemarcheerd. Het programma werd geopend door de kleuters van K. en V., die enige bijzonder aardige spelletjes demonstreerden. Hierna was de beurt aan de muziekvereniging „Excelsior" voor twee muzieknummers, waarna er een knotsoefening kwam van de adspirant-dames van K. en V., die door het zeer talrijke publiek zeer geapprecieerd werd. De Christelijke Zangvereniging „Halleluja" gaf daarna twee zangnummers, die werden gevolgd door een buitenspel van de Christelijke Knapenvereniging „Immanuël", bestaande uit verschillende spelletjes en lenigheidsoefeningen, die echter niet geheel en al onberispelijk werden uitgevoerd. Nadat „Excelsior" weer 2 marsen ten beste had gegeven volgden paaloefeningen voor dames- en herenleden van K. en V., die ook bijzonder slaagden. Daarna hield „Excelsior" het publiek wederom aangenaam bezig met marsmuziek, terwijl K. en V. zich gereed maakte voor ringoefeningen voor dames en brugoefeningen voor heren. De afwerking van deze oefeningen was over het geheel genomen goed te noemen. Twee zangnummers van „Halleluja" volgden nu, waarna de adspirant heren hun vaardigheid toonden in brugoefeningen, terwijl het programma besloten werd met twee vrolijke marsen van „Excelsior". Hierna stelde de stoet zich wederom op en marcheerde men met muziek weer naar het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg, waar de stoet werd ontbonden. De demonstratie kan voor alle betrokken verenigingen als geslaagd worden beschouwd, doch wel in het bijzonder voor Kracht en Vlugheid en haar nieuwe leider, de heer Both uit 's-Gravenhage, onder wiens leiding het geheel stond, dat een zeer ordelijk verloop heeft gehad [Delftsche Courant 20 juli 1937, blz. 8]
A.s. zaterdagavond 14 augustus 1937 zullen de Schieruiters van Overschie een demonstratie geven op het S.V.P.-terrein aan de van Brachtstraat te Pijnacker [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8].
De Chr. Oranjevereniging „God, Nederland en Oranje", hoopt op 31 augustus 1937 de verjaardag van H.M. de Koningin feestelijk te herdenken met ‘s middags kinderspelen op het voetbalterrein aan de van Brachtstraat, terwijl ‘s avonds om 20.30 uur op hetzelfde terrein een openlucht-filmvoorstelling zal plaats hebben. Als hoofdnummer zal worden gedraaid „De Zwarte Tulp". De Christelijke Muziekvereniging „Excelsior" zal hierbij haar medewerking verlenen [Delftsche Courant 25 augustus 1937, blz. 8]. 
De buurtvereniging Oude Dorp en Zuiderstraat zal op 31 augustus 1937 op het land van Van Winden Oranjefeest vieren. Om 10.00 uur beginnen de kinderspelen, bestaande uit zaklopen, hindernislopen etc. 's Avonds  om 20.00 uur zullen er spelen zijn voor groteren, o.a. blaas-trappen en stoelendans [Delftsche Courant 28 augustus 1937, blz. 11]. 
Op 31 augustus 1937 is Koninginnedag in Pijnacker op waardige wijze gevierd o.m. door de Pijnackersce Zwem- en Poloclub, die een zeer geslaagd zwemfeest heeft gehouden in het zwembad aan de Noordweg. De morgen was gereserveerd voor kinderwedstrijden, 's Morgens om 9.00 uur verzamelde zich onder het stralende oranjezonnetje een zestigtal vrolijke kinderen in het Emmapark. In optocht trok men vandaar met een trommelslager voorop naar het huis van de loco-burgemeester, de heer Gs. Sonneveld, alwaar ons volkslied gezongen werd als huldebetuiging aan H.M. de Koningin ter gelegenheid van haar verjaardag. De loco-burgemeester beantwoordde deze hulde met een korte rede. Vervolgens werd naar het zwembad gemarcheerd, dat door enige leden van de P.Z. & P.C. vrolijk versierd was en waarvan het water op deze prachtige zomerse dag een ieder tot het nemen van een frisse duik scheen uit te nodigen. Rond 10.00 uur werd begonnen met de afwerking van de verschillende programmanummers, welke onder de uitstekende leiding van de badmeester de heer D. v. d. Ros, zeer vlot verliep, zodat om 12.00 uur kon worden overgegaan tot de prijsuitreiking. De gelukkige winnaars waren: 25 meter snelzwemmen meisjes: 1. I. de Gidts; 2. Gré van Gessel; 3. B. Groen; 4. M. Sonneveld. idem jongens: 1. A. Post; 2. F. de Vries; 3. M. v. d. Meer; 4. Corst. Post. Hinderniszwemmen meisjes 8-10 jaar: 1. A. Stolk; 2. C. Stolk; 3. J. Vellinga; 4. R. Vellinga. idem jongens 8-10 jaar: 1. A. van Diepen; 2. W. Ruigrok Wz.; 3. E. Lindenburg; 4. B. van der Toolen. Hinderniszwemmen meisjes 11-14 jaar: 1. M. Ruigt; 2. M. Sonneveld; 3. I. de Gidts; 4. L. Verbakel. Hïnderniszwemmen jongens 11-14 jaar: 1. C. de Gidts; 2. C. Post; 3. A. Ruigt; 4. J. Bregman. Roeiwedstrijden meisjes 8-10 jaar: 1. A. Stolk; 2. J. Vellinga; 3. C. Stolk; 4. B. Groen, roeiwedstrijden jongens 8-10 jaar: 1. W. Ruigrok Wz.; 2. K. Slootweg; 3. Jac van Aalst; 4. J. Ruigrok. Idem meisjes 11-14 jaar: 1. R. Bloemendaal; 2. M. Sonneveld; 3. K. Lalleman; 4. Jac. v. Ruitenburg. Idem jongens 11-14 jaar: 1. A v. d. Marel; 2. A. Post; 3. F. de Vries; 4. B. Bijsterveld Azn. Hardlopen in het water: meisjes 8-12 jaar: 1. Jac. v. Ruitenburg; 2. M. Ruigt; 3. K. Lalleman; 4. M. Stolk. Idem jongens 8-12 jaar: 1. J. Kommer; 2. M. v. d. Meer; 3. A. Post; 4. K. Bregman. De wedstrijden voor groteren waren bepaald op 14.00 uur. Voor de wedstrijden aanvingen werd door de voorzitter van de Pijnackerse Zwem- en Poloclub, de heer L J. v. d. Valk, een welkomstwoord gesproken tot de zeer talrijke aanwezigen, in welke rede hij o.m. een krachtig woord van opwekking invlocht voor het beoefenen van de zwemsport in ons dorp. Hij wees erop dat dit mooie en lieflijk gelegen bad louter door particulier initiatief is opgericht en in stand wordt gehouden. Helaas zijn de financiële resultaten deze eerste 3 jaar verre van rooskleurig, zodat het gevaar niet denkbeeldig is dat bij voortduring daarvan deze prachtige aanwinst voor onze gemeente weer verloren zou gaan. Hij wekte in verband daarmee alle aanwezigen op om mee te helpen dit te voorkomen en het volgend seizoen allen te gaan zwemmen en zich tevens aan te sluiten bij de P.Z. & P.C. Hierna werd een begin gemaakt met het verzwemmen van de verschillende nummers van het programma, welke afwerking ook thans weer niets te wensen overliet. De uitslagen luiden als volgt: 50 meter schoolslag dames: 1. M. Prins; 2. C. Hoogenboezem; 100 meter schoolslag heren: 1. H. Abrahamse; 2. J. Swagers. 50 meter schoolslag gehuwde dames: 1. mevr. L. J. v. d. Valk; 2. mevr. W. Sonneveld. 50 meter vrije slag heren: 1. H. Abrahamse 2. M. van Vliet. De 3 x 25 meter wisselslag estafette werd gewonnen door de navolgende ploeg: mej. M. Prins, heren J. v. d. Valk en M. van Vliet. Doelwerpen dames: 1. mevr. L. J. v. d. Valk; 2. mej. T. Gijlstra. Doelwerpen heren: L J. Welbie; 2. H. Verhoef. [...] Een aardig slot van deze uitstekend geslaagde dag vormde het gekostumeerde steekspel. Voor het origineelste kostuum was een fraaie prijs uitgeloofd, zodat verschillende zeer veel werk van hun kostuum hadden gemaakt: Zo zagen wij o.a. Simons de bedelaar, een hier te Pijnacker welbekende figuur, een dubbele editie van Mickey Mouse, een muzelman, een roodhuid, een damestoilet uit plm. 1700 in de kleuren van de P.Z. & P.C., etc. etc. Om de jury in de gelegenheid te stellen zich van haar zeer moeilijke taak te kunnen kwijten, stelden alle gekostumeerden zich op de startbrug op, vanwaar zij allen stuk voor stuk aan het publiek werden voorgesteld. Het geheel was werkelijk een zeer kleurrijk schouwspel. Het steekspel nam vervolgens een aanvang. Twee voor twee begaven de deelnemers zich elk op een vlot gewapend met een lans. Het doel was elkaar met die lans van de vlotten af te duwen, welke gevechten begrijpelijkerwijze tot veel vrolijkheid en komische situaties aanleiding gaven. Het publiek amuseerde zich dan ook kostelijk hiermee en betreurde het dat wegens het vergevorderde uur dit nummer bekort moest worden, door na de eerste ronden niet verder te kampen maar de winnaars door het lot aan te wijzen. Deze waren: dames B. Soeteman; 2. mej. Gré van Gessel. Heren: T. van Gessel en H. Verhoef. ‘s Avonds om 20.30 uur was er prijsuitreiking in de kleine zaal van „Van Ouds het Raadhuis", waarbij de voorzitter de onderscheiden winnaars namens het bestuur van de P.Z. & P.C. feliciteerde. Hierna bleef men nog geruime tijd gezellig bijeen [Delftsche Courant 1 september 1937, blz.7] .
Op het land van de heer A. van Winden heeft de buurtvereniging „Oude Dorp- Zuiderstraat", een geslaagd oranjefeest gehouden. ‘s Middags waren er kinderspelen. Begonnen werd met vlaggetje steken voor kinderen van 4-5 jaar. De prijswinnaars van de jongens waren: 1. G. Schoenmaker; 2. W. Rip; 3. J. Stoep. Meisjes: 1. M. Kloosterman; 2. C. van Tiel; 3. A. van Winden. Vervolgens kwam er zaklopen voor jongens van 6-7 jaar, winnaars waren: 1. J. van Leeuwen; 2. B. de Graaf; 3. T. Sebel; 4. J. van Buitene. Het volgend nummer was turf stapelen voor meisjes van 6-7 jaar, de prijzen werden gewonnen door: 1. J. Stolk; 2. N. van Leeuwen; 3. A. van Tiel; 4. C. van Dijk. Van het volgend nummer, hardlopen met hindernissen, waren de prijswinnaars: 1. H. Rensen; 2. A. de Graaf; 3. W. van Baarle; 4. J. Hazeu. Prijswinnaars eilopen, meisjes 8-10 jaar: 1. C. van Buitene; 2. R. v. d. Eist; 3. J. van Vliet; 4. A. v. d. Elst. Het slotnummer van de kinderspelen was de oude-klerenloop voor jongens en meisjes van 11-13 jaar, winnaars jongens: 1. W. Hazeu; 2. A. van Leeuwen. Meisjes: 1. A. de Graaf; 2. M. Nowee; 3. C. van Tiel.‘s Avonds was er ringrijden voor dames en heren op de fiets, waarvan de uitslagen alsvolgt luiden: 1. Mej. de Boe; 2. Mej. van Wamelen. Heren: 1. R. Lindenburg; 2.S. Schipper; 3. J. Schoenmaker.
De Oranjevereniging „God, Nederland in Oranje" heeft de verjaardag van H.M. de Koningin herdacht met ‘s middags kinderspelen en ‘s avonds filmvoorstelling op het S.V.P.-terrein. De uitslagen van de kinderspelen zijn als volgt; Ezeltje prikken, meisjes 6-7 jaar: 1. L. v. d. Lugt; 2. B. Wamsteker; 3. M. Rip; 4. Gré van Wijk. Koekhappen meisjes 10-12 jaar: 1. S. Verkade; 2. N. Sonneveld, 3. C. Overvoorde. Kaarslopen jongens 8-9 jaar 1. C. Bijsterveld; 2. A. Spiering; 3. G. Kunz 4. C. v. Aalst. Oude klerenloop, jongens 13-15 jaar: 1. B. Bijsterveld; 2. Luiken; 3. J. van Wijk; 4. J. Overvoorde. Turflopen, jongens 6-7 jaar: 1. D. Spiering; 2. H. Hoogeweg; 3. W. Benschop; 4. G. Schellingerhout. Kaarshappen, jongens 10-12 jaar: 1. L. K. Bregman; 2. F. van Vliet; 3. C. Rensen; 4. R. Bloemendaal. Turflopen, meisjes 8-9 jaar: 1. S. van Wijk; 2. N. Koorneef; 3. A. van Mullem; 4. W. Nooteboom. Wielrijden met hindernissen, meisjes 13-15 jaar: 1. N. Sonneveld; 2. B. Overvoorde; 3. A. Wamsteker. Ringsteken per rijwiel, meisjes 16-17 jaar: 1. R. van Mullem; 2. C. Rip; 3. P. Verkade. De filmvertooning, waarmee de dag werd besloten bestond uit het volgende programma 1. De Zwarte Tulp; 2. De Oranjefilm; 3. Een klucht. Het heerlijke weer droeg ook hier zeer veel bij tot het welslagen van dit feest [Delftsche Courant 2 september 1937, blz. 7].

Zaterdagmiddag 25 september 1937 om 14.00 uur werden de Oranjefeesten van Delfgauw ingezet met de ontvangst door het bestuur van de leden van onze Oranjevereniging. In het gymnastieklokaal werd de jeugd op verschillende versnaperingen onthaald, waarna op het schoolplein verschillende wedstrijden voor de jongens en meisjes werden gehouden. Na tal van leuke spelmomenten werden de prijzen voor ballopen en blokjesrapen toegekend aan de jongedames L. Groenewegen, K. Rodenburg, C. Langeveld en C. Sonneveld. De behendigheidswedstrijden, met tal van grappige buitelingen, had de volgende uitslag: L. Rijkers, J. Timmermans, J. v. d. Ende en P. Goedhart. De prijzen werden door de voorzitter met een toepasselijk woord uitgereikt. Daarna werd in de Post v. d. Burgstraat een ringrijderij gehouden voor heer en dame per fiets, die veel belangstelling trok. De prijzen, bestaande uit geldprijzen, werden behaald door de heren A. Sonneveld, P. Everstein en P. Berkelaar. Om 20.00 uur werd een schitterende lichtstoet geformeerd; het weer verbeterde, zodat een massa mensen de stoet opluisterde. Fakkels en flambouwen gaven een spookachtig aanzien in de donkere avond en onder de welluidende tonen van „Soli Deo Gloria" uit Delft, trok men door de Vrijenbansestraat, Pijnackerseweg, Noordeindseweg, Delfgauwseweg naar 't Plein, waar de muziek zich opstelde. De voorzitter, de heer E. P. v. d. Laar, sprak, staande in het rijtuig, de mensenmenigte toe en bracht in warme woorden hulde aan ons Vorstenhuis. Op verzoek van de voorzitter werd het Wilhelmus aangeheven, benevens enkele pittige stukjes. Hiermee was het officiële gedeelte van de feestdag achter de rug en bleef men tot laat in de nacht gezellig bijeen. Delfgauw kan op een schitterend geslaagde feestmiddag terugzien; het bestuur heeft weer eer van zijn werk gehad  [Delftsche Courant 27 september 1937, blz. 6]. 
Op 15 november 1937 wordt bericht dat op de aanvraag van de Oranjevereniging „Delfgauw" om een geringe subsidie ter dekking van haar tekort ontstaan door de gehouden Oranjefeesten in september 1937 door B&W van Pijnacker afwijzend is beschikt [Delftsche Courant 15 november 1937 blz. 3].
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat Sint Nicolaas heeft bericht gezonden dat hij met zijn knecht op zaterdag 4 december 1937 onze gemeente met een bezoek komt vereren. Hij heeft er bij geschreven dat hij ditmaal nu eens in het bijzonder komt voor die kindertjes, wier ouders zijn verjaardag wel eens onopgemerkt moeten laten voorbijgaan. Onder deze kinderen zal de goede bisschop met behulp van Zwarte Piet zijn gulle gaven uitdelen. Ouders, die hun kinderen hiervoor in aanmerking wensen te laten komen, worden uitgenodigd zich vóór 30 november 1937 op te geven bij Z. Boerlage, Emmadwarsstraat 12, alhier. Delfgauw [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6]. Enige dagen geleden werd in deze courant aangekondigd, dat Sint Nicolaas met zijn knecht zaterdag 4 december 1937 een bezoek aan ons dorp zou brengen en wel in het bijzonder bij die kinderen zou komen, van wie de ouders wel eens genoodzaakt zijn om de vijfde december onopgemerkt te laten voorbijgaan. Aan de in genoemd bericht gedane oproep tot opgave van hen, die voor een bezoek van de Goede Sint in aanmerking wensen te komen, hebben niet minder dan 150 gezinnen met een totaal van 523 kinderen voldaan. Of er ook in ons dorp een geweldig aantal lieve zoete kinderen zijn ! Sint Nicolaas laat nu hierbij weten dat zijn route zaterdag als volgt zal zijn en hij verzoekt de ouders vriendelijk te zorgen, dat zij en hun kinderen op de aangegeven tijden thuis zijn: Afrit om 14.00 uur van de Vlielandseweg; 14.15 uur: Katwijkse Buurt; 14.45 uur: Nieuwkoopseweg; 15.00 uur: Dwarskade; 15.15 uur: Noordweg; 15.30 uur: Westlaan, Overgauw; 15.45 uur: Delfgauw; 15.30 uur: Zuideinde Delfgauw; 17.00 uur: Oude Leede; 17.30 uur: Bezuiden, Zuiderstraat, Kerkweg; 18.30 uur: Emmastraat en omgeving; 19.30 uur: Uitpad, Oostlaan. [Delftsche Courant 2 december 1937, blz. 11] 
Vrijdagavond 3 december 1937 om 19.00 uur heeft de Openbare School aan het Oude Dorp zijn jaarlijks Sint Nicolaasfeest gevierd in het Patronaatsgebouw aan de Oostlaan. Alle kinderen en nagenoeg alle ouders, ook die uit Nootdorp, waren present. Onder de aanwezigen werden o.m. opgemerkt de burgemeester van Pijnacker, de raadsleden H.H.B. Noorland en J. Lalleman, dr. W. v. d. Horst en mr. A. de Gidts. Het hoofd van de school, de heer M. van Gessel, heette de aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder de burgemeester. Het programma werd geopend met het zingen van Sinterklaasliedjes door de kinderen, waaronder Sint Nicolaas met zijn knecht de zaal binnentraden, natuurlijk met juichkreten door de jeugd verwelkomd. De goede bisschop met zijn Piet namen op het toneel plaats, waarna enige kleuters uit de eerste klas bij hem op het toneel werden ontboden om een paar liedjes voor hem te zingen, waarvoor zij met pepernoten werden beloond. De avond werd verder gevuld met het optreden van de goochelaar, professor Bossini uit Rotterdam, die zowel klein als groot met zijn vaak verbluffende toeren best heeft vermaakt. De professor werd bijgestaan door zijn dochter Mimi, die enige telepathische kunststukjes ten beste gaf. Een grote verrassing was ook de begeleiding op harmonica door mevr. de Gidts van de gezongen liedjes. Mevr. de Gidts had zich voor deze gelegenheid in Volendams costuum gestoken. Een herhaald en hartelijk applaus was de beloning voor de medewerkenden van deze zeer geslaagde avond [Delftsche Courant 4 december 1937, blz. 6].

financiënOp 5 januari 1937 wordt gemeld dat de inlagen bij het bijkantoor van de Rijkspostspaarbank te Pijnacker over de maand december 1936 ƒ 4656,16 bedroegen; terugbetaald werd een bedrag van ƒ 5732.78. In de afgelopen maand werden 12 nieuwe spaarbankboekjes uitgereikt [Delftsche Courant 5 januari 1937, blz. 3].  
Op 3 februari 1937 wordt bericht dat de inlagen bij het bijkantoor van de Rijkspostspaarbank te Pijnacker over de afgelopen maand: ƒ4209.64 bedroegen; de terugbetalingen bedroegen ƒ 6495.57. Zeven nieuwe spaarboekjes werden uitgereikt. [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
Op woensdag 14 april 1937 zal om 19.00 uur in het gebouw van de C.J.M V. aan de Kerkweg te Pijnacker een vergadering worden gehouden van de Coöperatieve Boerenleenbank, waar dan tevens het 25-jarig bestaan herdacht zal worden [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3].  Woensdagavond 14 april 1937 had in het gebouw van de C.J.M.V. de jaarlijkse algemene ledenvergadering plaats van de Coöperatieve Boerenleenbank, waarbij tevens het 25-jarig bestaan van deze instelling werd herdacht. Onder de aanwezigen werden opgemerkt burgemeester en wethouders, de oud-kassier en mede-oprichter, de heer W. Stoorvogel Sr., de heer C.H. de Gidts, die 12½ jaar kassier is geweest. De voorzitter, de heer G. Sonneveld, opende met enige welkomstwoorden de vergadering en deelde mee, dat de vergadering uit twee gedeelten zou bestaan, namelijk de gewone algemene ledenvergadering, na afloop waarvan het 25-jarig bestaan feestelijk zou worden herdacht. De rekening en balans over 1936 werd met algemene stemmen goedgekeurd. Hieruit blijkt dat de geldomzet ƒ 1.776.788,17 heeft bedragen. In omloop waren 423 spaarboekjes, 28 voorschotboekjes, 124 boekjes voor lopende rekening. De rente voor spaargelden werd vastgesteld op 2% en het aantal leden bedraagt 181. Aan de orde was hierna de verkiezing van een bestuurslid, een lid van de Raad van Toezicht en een plaatsvervangend lid van de Raad van Toezicht. Aan de beurt van aftreden waren resp. de heren A. Harteveld, C. Schotte en M. Olieman, die alle drie met grote meerderheid van stemmen werden herkozen. Na de gehouden rondvraag werd dit gedeelte van de vergadering gesloten. De voorzitter zegt nu te willen komen tot de herdenking van het 25-jarig bestaan van de Boerenleenbank en heet in het bijzonder hartelijk welkom burgemeester en wethouders, waarna hij voorlezing doet van een telegrafische gelukwens van de Centrale Raffeisenbank uit Utrecht. Spreker memoreerde hierna in het kort hoe de Boerenleenbank 25 jaar geleden werd opgericht. Hierna was het woord aan de secretaris, de heer A. Harteveld, die een uitgebreid overzicht gaf over de ontwikkeling van de bank gedurende de afgelopen 25 jaar. Hierna geeft de voorzitter het woord aan mr. dr. P.H. W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker, die in een geestige toespraak namens het gemeentebestuur het bestuur en de Raad van Toezicht hartelijk gelukwenste met dit jubileum. In het bijzonder complimenteerde hij de heer G. Sonneveld met zijn 25-jarig voorzitterschap. Spreker noemde de Boerenleenbank de thermometer van het Pijnackerse economische leven en constateerde met genoegen, dat deze thermometer nog steeds, ondanks de zeer moeilijke tijdsomstandigheden, enige graden boven nul aanwijst. Spreker besloot met een dronk op de welvaart van de Boerenleenbank. De volgende spreker was de heer W. Stoorvogel Sr., die zijn gelukwensen aanbood namens zichzelf als mede-oprichter en namens de Coöperatieve Land- en Tuinbouwvereniging „Ons Doel". De voorzitter van de Raad van Toezicht, de heer P. Bregman, gaf een uiteenzetting over het ontstaan van de Boerenleenbanken in het algemeen. Het was de burgemeester van een Duitsche plattelandsgemeente, Raffeisen genaamd, die het allereerst geijverd heeft voor kredietverstrekking door middel van banken op het platteland en die dus de vader van de Boerenleenbanken kan worden genoemd. Spreker bood hierna aan de voorzitter van het bestuur, de heer G. Sonneveld, een rookstel aan, als blijk van bijzondere waardering, voor het vele werk dat deze in het belang van de bank gedurende deze kwart eeuw heeft verricht. De secretaris van de Raad van Toezicht, de heer P. Sonneveld Jzn., die eveneens vanaf de oprichting daarvan deel heeft uitgemaakt, werd vereerd met een secretaire, terwijl de kassier, de heer J.G. Ravenek, die deze functie thans 12½ jaar waarneemt, een bloemenstandaard werd aangeboden. De drie jubilarissen dankten voor de hun aangeboden cadeaus, waarna de voorzitter deze feestelijke bijeenkomst met enige toepasselijke woorden sloot [[Delftsche Courant 15 april 1937, blz. 9].
Op 4 oktober 1937 wordt gemeld dat de inlagen over de maand september 1937 bij de Rijkspostspaarbank, kantoor Pijnacker ƒ 3589,79 bedroegen. De terugbetalingen bedroegen over dezelfde periode ƒ 12.227,37. Er werden 6 nieuwe boekjes uitgereikt [Delftsche Courant 4 oktober 1937, blz. 6]. 
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat de inlagen en terugbetalingen over oktober 1937 bij het kantoor van de Rijkspostspaarbank in Pijnacker ƒ 4.865,20 en ƒ 12.602,31 bedroegen.  [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]
Op 2 december 1937 wordt bericht dat gedurende de maand november 1937 de inlagen bij de  in het postkantoor gevestigde Rijkspostspaarbank ƒ 9.016, 74, de terugbetalingen ƒ 5.088,18 bedroegen, terwijl 4 nieuwe boekjes werden uitgereikt [Delftsche Courant 2 december 1937, blz. 11] 


gemeenteOp 6 januari 1937 wordt gemeld dat de heer A. Huisman bij besluit van 31 december 1936 van het college van B&W is bevorderd tot hoofdcommies op de  gemeentesecretarie [Delftsche Courant 6 januari 1937, blz. 2].
Op 9 januari 1937 wordt bericht dat in de gemeente volgens de laatste 10-jaarlijkse telling het aantal zielen 5584 bedroeg. Op 1 januari 1936 bedroeg het aantal inwoners reeds 6521. Sindsdien is de bevolking nog steeds toegenomen en in het afgeloopen jaar hebben 69 personen zich in dit dorp, halverwege tussen Den Haag en Rotterdam, gevestigd. 348 personen verlieten het vorige jaar de gemeente en vestigden zich elders. Het aantal geboorten bedroeg 217, terwijl 44 ingezetenen overleden. De bevolking steeg dus in totaal met 173 zielen. Wanneer Pijnacker 6775 inwoners heeft, zal het aantal afgevaardigden in de Waterleidingcommissie van de Drinkwaterleidingstichting „De Tien Gemeenten" van drie leden op vier commissieleden gebracht kunnen worden [Delftsche Courant 9 januari 1937, blz. 6]. 
Onder voorzitterschap van burgemeester, mr. dr. P. H. W. G. van den Helm, kwam de raad van deze gemeente dinsdagochtend 12 januari 1937 in openbare vergadering op het raadhuis bijeen. De voorzitter sprak een nieuwjaarsrede uit, waarin hij gewaagde van de opleving die in de gemeente te bespeuren valt. Namens de raad voert hierna het oudste raadslid, de heer Van Winden, nog even het woord. Aan de orde wordt gesteld het enige agendapunt: de begroting 1937. De heer Huijsman wijst op de slechte financiële toestand van de belastingbetalers, in het bijzonder van de tuinders, die hij noemt: „de kurk waar de gemeente Pijnacker op drijft". Spreker verklaart zich tegen de door B&W voorgestelde belastingverlaging. Volgens de heer H. is het gasbedrijf topzwaar, daar het bij de geboorte reeds een veel te groot hoofd had. Het bedrijf werkt met een zeer groot verlies en spreker wenst inkrimping van dit bedrijf, daar het ook drukt op de niet-gebruikers. De heer Lalleman vestigt de aandacht op de voortdurende uitbreiding van de gemeente en vergelijkt de gemeente Pijnacker met een jongmens, die op het punt staat de korte broek voor de lange te verwisselen. Spreker acht de bouw van een nieuw raadhuis urgent. De heer Lalleman heeft ook een open oog voor de toename van het verkeer en wil in de toekomst komen tot een omlegging van het doorgaande verkeer, dus buiten de gemeentekom om. In verband met de gezondheidstoestand dringt hij aan op een nieuwe riolering. De heer B. Noorland betuigt zijn tevredenheid over de financiële toestand van de gemeente en verklaart een groot voorstander van de voorgestelde belastingverlaging te zijn. De heer J.C. van der  Leeuw spreekt de hoop uit, dat de wrijving tussen de raad en het college van B&W in het jaar 1937 geheel zal verdwijnen. Spreker is niet pessimistisch gestemd aangaande de toekomst en sluit zich aan bij de raadhuisplannen van de heer Lalleman. In verband met de groote oppervlakte van de gemeente en het steeds groter wordende bevolkingsaantal juicht de heer van der Leeuw, evenals de beide voorgaande sprekers, het plan tot aanschaffing van een snelle auto voor de politie toe. De heer v. d. Vaart wil met de raadhuisplannen liever wachten tot de financiën van de gemeente zich meer gestabiliseerd hebben. De heren Van Winden en Bregman houden eveneens een algemene beschouwing. Wethouder G. Sonneveld antwoordt de raadsleden in zijn functie van voorzitter van de gascommissie op de vele klachten aangaande het gasbedrijf. De voorzitter verheugt zich erover, dat de meeste raadsleden in principe veel gevoelen voor de bouw van een nieuw raadhuis. De heer Lalleman repliceert. Nadat wethouder Sonneveld heeft betoogd, dat de beste oplossing van de kwestie van de vuilafvoer zou zijn een aansluiting op het rioolstelsel van Den Haag-Scheveningen, wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling van de begroting [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4]. 
Op 12 januari 1937 wordt door de raad de begroting voor 1937 behandeld. De voorzitter stelt het voorstel van B&W inzake de aankoop van een auto voor de politie aan de orde. De burgemeester zet de raad uiteen, dat het politiekorps of met één beambte moet worden uitgebreid, of met een politie-auto moet worden verrijkt. In het afgelopen jaar werden niet minder dan 336 processen-verbaal door de politie opgemaakt. Na uitvoerige discussie wordt het voorstel aangenomen, met drie stemmen tegen en zeven voor (de heer Huisman afwezig) en wordt de post van ƒ 200 op ƒ 300 gebracht. Voor de aanschaf van een auto voor de politie wordt ƒ 1500.- uitgetrokken. De heer Lalleman oefent kritiek uit op de straatverlichting welke zijns inziens geheel onvoldoende is  [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4]. 
Op 12 januari 1937 hebben de heren Huisman en de Jong, beiden ambtenaar ter gemeentesecretarie in de handen van de burgemeester en ten aanhore van de gemeenteraad, de vereiste eden afgelegd, resp. voor de functie van waarnemend gemeentesecretaris en voor waarnemend gemeente-ontvanger  [Delftsche Courant 14 januari 1937, blz. 4].
Naar wij op 20 januari 1937 vernemen is aan de heer Kluiters eervol ontslag verleend als commandant van de Pijnackerse brandweer. Tot zijn opvolger is benoemd de heer Ravenek [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 4]
Op 26 januari 1937 wordt gemeld dat door het college van B&W tot opvolger van de heer S. van den Berg -die tot ambtenaar ter gemeente-secretarie te Voorburg is benoemd- is aangewezen de heer J. D. Jansen, met .de rang van adjunct-commies. Tot tijdelijk ambtenaar ter secretarie is met ingang van heden benoemd de heer B.M. Veldhuis, thans werkzaam ter secretarie van de gemeente Winschoten [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 29 januari 1937 wordt bericht dat in het jaar 1931 in de Raad van de gemeente Pijnacker de volgende heren zitting hadden: G Sonneveld (wethouder); A.E. v. d. Burg (wethouder); P. van Buijsen, W. van Diepen, J.E. Lalleman, J.C.J. van der Leeuw, H.J. Sonneveld, C.M van der Vaart, A.W.A. de Voogd, C. Weerheim en J. van Winden. In 1931 werden bij de nieuwe verkiezingen voor de gemeenteraad niet herkozen de heren: W. van Diepen, H.J. Sonneveld, A.W.A. de Voogd. Voor hen kwamen in de plaats de heren P. Bregman, J.A. Kromkamp en J.P. v. d. Meer. In november 1932 ontviel aan de Raad door de dood het raadslid P. van Buijsen. Zijn opvolger, de heer B. Noorland, nam zitting in de Raad. Bij de nieuwe verkiezingen in het jaar 1935 werden de heren J.B. Kromkamp, P.J. v. d. Meer en C. Weerheim niet herkozen. De volgende nieuwe leden namen zitting in de gemeenteraad: C. Sonneveld, P. Bregman en E. Huysman. In de zeer beperkte plaatsruimte ter gemeentesecretarie is nog steeds geen verbetering gebracht. Reeds twee jaar geleden werd de bouw van een nieuw raadhuis ernstig door het gemeentebestuur besproken. Van deze plannen is tot nu toe nog steeds niets gekomen. Bij raadsbesluit van 1 maart 1935 werd besloten de gemeenteschuur aan de Kerkweg tot stempellokaal te verbouwen. Bij raadsbesluit van 6 augustus 1935 werd, tijdelijk, het aan de gemeente toebehorende, oude magazijn van het Groene Kruis beschikbaar gesteld voor het opbergen van goederen van het Crisiscomité. Eveneens werd voor de politie een kamertje achter de gemeentesecretarie ingericht [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10]. 
Op 1 februari 1937 wordt verhaald dat in de gemeenteraadsvergadering van 4 augustus 1932 een ambtenaren- en werkliedenreglement werd vastgesteld. In de gehouden openbare raadsvergadering van 29 december 1933 is dit reglement aangevuld op verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken, in dier voege, dat het aan ambtenaren verboden is niet van overheidswege, voorgeschreven of toegestane onderscheidingstekenen en uniformkledingstukken te dragen en blijk te geven van politieke gezindheid. Sindsdien hebben nog enkele kleine wijzigingen plaats gevonden. De navolgende salarissen werden aan de ambtenaren ter secretarie toegekend: in de jaren 1931, 1932 en 1933: Jhr. J.E. Hesselt van Dinter ƒ 2300,-, A. Huisman ƒ 1900,-, G. de Jong ƒ 1200,-; in het jaar 1934: ƒ 2400,-, 2102,-, 1300,-; in het jaar 1935: ƒ 2280,-, 1985,-, 1235,-. De lonen van de gemeentewerklieden ondergingen enige malen een kleine korting, evenals die van de tijdelijk aangenomen werkkrachten. Bij raadsbesluit dd. 25 februari 1934 werd de jaarwedde van de gemeente-opzichter over het jaar 1934 vastgesteld op ƒ 1000,- (ƒ 750,- bedroeg het salaris van genoemde functionaris). Een verordening, regelende de eisen van benoembaarheid en bezoldiging van de gemeenteveldwachters, werd vastgesteld in de openbare raadsvergaderning van 31 juli 1933. Opnieuw werd deze verordening vastgesteld 28 december 1934. Bepaald werd toen, dat bij ziekte van alle gemeente-ambtenaren gehandeld zou worden zoals bij het Rijksambtenarenreglement daaromtrent is bepaald. In de openbare vergadering van 3 juni 1935 werd deze verordening aangevuld. In februari 1934 is overleden de gemeenteveldwachter A. Goudswaard. In de raadsvergadering van 28 februari werd hij door de burgemeester herdacht. Op 15 mei 1934 werd tot zijn opvolger benoemd E. Sikkema, agent van politie te Delft. In de openbare raadsvergadering van 28 december 1934 werd het salaris van de wethouders overeenkomstig het verzoek van G.Sonneveld gebracht op ƒ 400,- per jaar. De wethouders stelden de raad voor tien procent te korten, hierop werd niet ingegaan. Wel werd een vrijwillig afstaan van dat bedrag door de leden van de raad geapprecieerd [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7].
Op 10 februari 1937 wordt gemeld dat de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W. G. van den Helm, gedurende enige dagen afwezig is. Plaatsvervangend burgemeester is de wethouder G. Sonneveld..[Delftsche Courant 10 februari 1937, blz. 2]
Met ingang van maandag 15 februari 1937 zal de gemeente-opzichter, de heer Suurmond, kantoor houden op Kerkweg 12, tel. 55, in plaats van Noordweg 4.  [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Naar wij op 18 februari 1937 vernemen zal binnenkort een rapport van het Rijksbureau voor Monumentenzorg in Nederland verschijnen, naar aanleiding van het onlangs ingestelde onderzoek door de architect van het Rijksbureau, de heer Onnes, naar de scheve positie van de oude Pijnackerse gemeentetoren. [Delftsche Courant 18 februari 1937, blz. 10]. 
De gemeente Pijnacker zal waarschijnlijk vertegenwoordigd zijn op de algemene vergadering van de Vereniging Nederlandse Gemeenten op 26 februari 1937 in de grote zaal van de Dierentuin te Den Haag. Tevens zal het 25-jarig bestaan van de vereniging worden gevierd [Delftsche Courant 10 februari 1937, blz 8] 
De Raad van deze gemeente zal maandag 1 maart 1937 in openbare vergadering ten Raadhuize bijeen komen. De voorlopige raadsagenda vermeldt o.m.: Benoeming gemeente-opzichter; verordening hondenbelasting; benoeming van een ambtenaar Burgerlijke Stand; aanvulling op de politieverordening; schoolgeldverordening en arbeidsbemiddeling. [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]
Naar wij op 18 februari 1937 vernemen bestaat de mogelijkheid dat ook de Pijnackerse brandweer vertegenwoordigd zal zijn op de bijeenkomst van de Zuid-Hollandse Provinciale Brandweerbond, die vrijdag 19 februari  1937in Den Haag zal worden gehouden. De heer S. de Graad, inspecteur van de Haagsche Brandweer zal spreken over de blussingstactiek [Delftsche Courant 18 februari 1937, blz. 10]. 
De agenda van de gemeenteraad te houden op 1 maart 1937 luidt als volgt: Voorstel tot het aangaan van een geldlening; regeling capitulanten; voorlopige vaststelling rekening waterleiding over het dienstjaar 1934 en idem 1935; goedkeuring begroting dienst 1937; gratificatie veldwachter E. Sikkema; wijziging begroting 1936; verordening hondenbelasting; benoeming ambtenaar Burgerlijke Stand; benoeming agent voor de arbeidsbemiddeling; benoeming leden commissie maatregelen schoolverzuim; verordening heffing en invordering schoolgeld; reclames belastingen en benoeming gemeente-opzichter [Delftsche Courant 24 februari 1937, blz 4]. Onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, kwam de Raad van dezer gemeente maandagavond 1 maart 1937 in openbare vergadering bijeen. Het voorstel tot het aangaan van een geldlening werd van de agenda afgevoerd, daar Provinciale Staten de financiële reserve van Pijnacker nog te voldoende achtten, en dat zij daarom het bouwrijp maken van het Emmapark niet zullen willen financieren. Over het verzoek om ontheffing van de verplichting, opgelegd in artikel 179, 2e lid der gemeentewet, betreffende het aanwijzen van betrekkingen te vervullen door capitulanten, bleken de Gedeputeerde Staten afwijzend te hebben beschikt, zodat men bij eventuele vacature geen vrije keuze zal hebben, maar gebonden zal zijn aan de lijst van capitulanten. De vraag van den heer J. v. d. Leeuw of een persoon, die vier jaren in tijdelijke dienst was, ontslagen moet worden, als iemand voor vast in dezelfde betrekking benoemd wordt, beantwoordt de voorzitter bevestigend. Tot agent van de arbeidsbemiddeling werd met ingang van 1 januari 1937 benoemd de heer S. van den Berg, die wegens zijn vertrek naar de gemeente Voorburg eervol ontslag wordt verleend met ingang van 1 maart 1937, terwijl met ingang van gelijke datum benoemd werd de heer J.D. Jansen, adjunct commies 1e klasse ter secretarie. Tijdens de rondvraag protesteert de heer Noorland tegen het feit, dat het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap met steun van de minister van O.K.W. bij de herziening van de lijst van aardrijkskundige namen Pijnakker wil schrijven, waarna de voorzitter de onwaarschijnlijkheid aantoonde van een samenhang met het woord „akker". Om tien uur sloot de voorzitter de openbare vergadering en bleef de raad nog enige tijd in geheime zitting bijeen  [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8]. 

In de gemeenteraadsvergadering van 1 maart 1937 zal een nieuwe gemeente-opzichter worden benoemd. Op de aanbevelingslijst van B&W staan de heren: 1. ir. W. Zuurmond, thans tijdelijk gemeente-opzichter alhier; 2. J. Wagenaar, Hengelo en 3. H.J. Bonardt te Delft [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. Tot gemeente-opzichter werd ir. W. Suurmond benoemd.  [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8].
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat B&W de navolgende aanbeveling hebben opgesteld ter benoeming van een onbezoldigd ambtenaar van de Burgerlijke Stand: 1. B.M. Veldhuis, tijdelijk ambtenaar ter gemeentesecretarie en 2. J.A.Ph. van Harinxma thoe Slooten, volontair ter secretarie [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. Met waardering sprak de voorzitter over de aftredende ambtenaar van de burgerlijke stand, de heer v. d. Berg, in wiens vacature thans voorzien diende te worden. Met algemene stemmen benoemde de raad hiertoe de heer B. Velthuys  [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8].
Bij Kon. Besluit van 2 maart 1937 is de wijziging van de veldwachtersverordening, vastgesteld in de raadsvergadering van 30 december 1936, goedgekeurd [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 

De heer C. Sonneveld heeft op 3 maart 1937 zijn ontslag als raadslid ingediend. Sinds september 1935 heeft de heer C. Sonneveld zitting in de raad gehad en vertegenwoordigde hij de Christelijk Historische partij [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8]. De vraag is thans gerezen wie het raadslid C. Sonneveld zal opvolgen in de Gemeenteraad. De heer P. van Bostelen (A.R) is volgens de lijst aan de beurt, maar indertijd is echter voor de gemeenteraadsverkiezingen een verbonden lijst ingediend, waarbij de afspraak is gemaakt, dat wanneer een C.H.-raadslid zou bedanken een C.H.-lid zou worden benoemd. Waarschijnlijk zal dus de heer Van Bostelen de benoeming niet aannemen en de heer L. Verhoef (C.H.) aangezocht worden in de gemeenteraad zitting te nemen. De heer L. Verhoef is gepensioneerd Rijksambtenaar [Delftsche Courant 11 maart 1937, blz. 2]. Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat de heer C. Sonneveld (C.-H.), die bedankt heeft als lid van de Gemeenteraad, zal worden opgevolgd door de heer L. Verhoef. [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat de heer B.M. Veldhuis, ambtenaar ter gemeentesecretarie, in handen van de president van de rechtbank te 's-Gravenhage, de vereiste eden heeft afgelegd voor ambtenaar van de Burgerlijke Stand  [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat het gemeentebestuur van de N.V. Bank voor Nederlandse gemeenten te Den Haag een aanbieding heeft ontvangen voor een vaste geldlening voor de bouw van de ambtswoning van de burgemeester tegen een rente van vier procent, en een koers van 100 %. Het college van B&W heeft wel aanbiedingen ontvangen voor een lening tegen een lager rentetype, doch dan steeds met de bepaling dat de geldgever het restant van de geldlening na verloop van langere of kortere tijd kon opvorderen. Het tot dekking van de bouwkosten benodigde bedrag bedraagt na aftrek van de eerste afschrijving ten laste van de begroting 1937 ƒ 16.692,-, af te lossen in 39 jaarlijkse termijnen van ƒ 428,-.  B&W adviseren de raad de aanbieding van de Bank voor Nederlandse gemeenten aan te nemen  [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. Het voorstel wordt aangenomen [Delftsche Courant 22 maart 1937, blz. 12].  Het raadsbesluit van 19 maart 1937 betreffende de geldlening van ruim ƒ 16.000,- voor de ambtswoning van de burgemeester, is bij besluit van 23 maart 1937 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd [Delftsche Courant 30 maart 1937, blz. 6] 
De raad van deze gemeente komt op vrijdag 19 maart 1937 om 19.00 uur in openbare vergadering ten raadhuize bijeen. De agenda vermeldt o.m.: Een voorstel tot het aangaan van een geldlening; begroting 1937, en onderzoek geloofsbrief van het nieuwe raadslid, de heer L. Verhoef [Delftsche Courant 17 maart 1937, blz. 8]
Op vrijdag 19 maart 1937 om 19.00 uur kwam de gemeenteraad in openbare vergadering bijeen. Voorzitter was de burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm. De lijst van ingekomen stukken is zonder hoofdelijke stemming aangenomen [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op 19 maart 1937 is in de raad aan de orde het onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde lid, de heer L. Verhoef. De burgemeester verzoekt de heren B. Noorland en F. van der Burg de stukken te onderzoeken. Na het onderzoek adviseren genoemde heren de geloofsbrieven goed te keuren en tot toelating te besluiten. Aldus werd besloten. In de eerstvolgende raadszitting zal de heer L. Verhoef beëdigd worden. De burgemeester wil van deze gelegenheid gebruik maken een woord van afscheid te spreken tot de heer Sonneveld. Hij geeft daarbij uitdrukking aan zijn wenseh dat de heer Sonneveld en de zijnen nog een lang en gelukkig leven beschoren mag zijn en dankt hem tenslotte voor de aan de gemeente bewezen diensten. De heer Sonneveld dankt de voorzitter voor zijn vriendelijke woorden en brengt tevens dank aan de secretaris en de raad voor de prettige samenwerking.  [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op 2 april 1937 wordt bericht dat als opperbrandmeester heeft bedankt de heer N. W. Kluiters, als assistent opperbrandmeester de heer A. Kranenburg. Benoemd is als opperbrandmeester de heer S. Ravenek. Als brandmeesters zijn benoemd de heren A. Bijsterveld Bzn., W. Kemp Fzn en B.J. Reesink [Delftsche Courant 2 april 1937, blz. 14]
De raad kwam woensdagavond 5 mei 1937 onder voorzitterschap van de burgemeester, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, in een openbare vergadering bijeen. Nadat de vergadering op de gebruikelijke wijze door de voorzitter was geopend en de notulen ongewijzigd waren goedgekeurd, werd overgegaan tot de installatie van het nieuw benoemde raadslid, de heer L. Verhoef. Het nieuwe raadslid legde in handen van de voorzitter de vereiste eden af; de burgemeester heette vervolgens de heer Verhoef hartelijk welkom, die daarop de voorzitter dankte voor de vriendelijke woorden waarmee deze hem bij het college had ingeleid. De voorzitter deelde mede, dat bij de onlangs gehouden aanbesteding het werk gegund was aan Th. Lalleman, die voor een bedrag van ƒ 2464 had ingeschreven. Besloten werd, dat de gemeente-opzichter, evenals de gemeente-ontvanger, een vergoeding voor het huren van een kantoor zal krijgen. De heer Noorland drong er op aan, dat de gemeente-ambtenaren allen in Pijnacker zullen komen wonen.  De grondverkoop aan de heren Dekker en Th. Lalleman, 6.50 x 20 tegen ƒ 4 per m² , werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] 
De jaarlijkse beproeving van de brandspuit en bijbehorend materiaal heeft dinsdagavond 8 juni 1937 plaats gehad onder leiding van de opperbrandmeester J.G. Ravenek. In vroeger dagen was dit altijd een groot feest voor de Pijnackerse straatjeugd, want dan was het „centen rapen". Het was namelijk de gewoonte dat in het door de waterstraal bestreken gedeelte van de straat centen werden gegooid, die dan de Pijnackerse jeugd mocht proberen op te rapen, waarbij de spuitgasten deze in hun oudste plunje gestoken jongens „onder vuur" trachten te nemen, hetgeen -zoals zich begrijpen laat- steeds tot grote hilariteit van de toeschouwers aanleiding gaf. In onzen moderne tijd schijnt voor een dergelijke aardige gewoonte geen plaats meer te zijn. Immens de beproeving had ditmaal plaats in het Emmapark en de krachtige dikke waterstraal uit de straalpijp werd nu benut om de in deze vroege „hondsdagen" begrijpelijke dorst van de bloemen en planten van het Emmapark te lessen. De proef slaagde overigens uitstekend, tot tevredenheid van de officiële, aanwezige autoriteiten, waaronder de burgemeester, mr. dr. P,H.W.G. van den Helm, de gemeente-opzichter, de heer ir. H. Suurmond, etc. [Delftsche Courant 9 juni 1937, blz. 7]
Gisteravond 15 juni 1937 was de beurt aan de Delfgauwse brandspuit om geprobeerd te worden. Kan de Pijnackerse motorspuit, die verleden week „een beproeving" moest ondergaan, nu niet direct modern genoemd worden, vergeleken bij haar Delfgauwse zuster slaat eerstgenoemde nog een prachtfiguur. Het is dan ook niet te hopen, dat het ooit nog eens nodig zal zijn, dat de Delfgauwse spuit tot taak zal krijgen om een enigszins ernstige brand te blussen, want dan vrezen wij het ergste. Het is namelijk een zeer ouderwetse, door handkracht bewogen brandspuit, die steunend en zuchtend pogingen deed om een straal water te voorschijn te brengen, hetgeen misschien nog wel gelukt zou zijn, wanneer niet de slang zo hopeloos lek was geweest. Maar in elk geval kwam er toch nog water genoeg uit om het nieuwsgierig opdringende publiek een koude douche te geven, zodat dit naar alle kanten uiteen stoof. Deze amusante vertoning stond onder leiding van de opperbrandmeester J.G. Ravenek, bijgestaan door de brandmeesters P. Kas, G. de Wilde en J. Kerklaan, terwijl op het terrein van deze „beproeving" ook aanwezig waren de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, de gemeente-opzichter ir. H. Suurmond en de gemeente-ontvanger jhr. J.H. Hesselt van Dinter. Het is te hopen, dat de bij deze  demonstratie aanwezige autoriteiten de overtuiging hebben meegenomen, dat het meer dan tijd is, dat onze gemeente voorzien wordt van beter blusmateriaal [Delftsche Courant 16 juni 1937, blz. 8].
De burgemeester, mr. dr. P.H.W.G. v. d. Helm opende op 30 juni 1937 om 19.00 uur de raadsvergadering, afwezig was de heer B. Noorland. De notulen van de vorige vergadering werden met algemene stemmen goedgekeurd. Het voorstel tot wijziging van de Capitulanten-verordening werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.Eveneens het voorstel tot onbewoonbaarverklaring van het perceel Westlaan 16 en het voorstel tot wijziging van de begroting dienst 1937. De rondvraag leverde niets bijzonders op, waarna de raad in geheime zitting werd voortgezet [Delftsche Courant 1 juli 1937, blz. 7]
De gemeenteraad zal op vrijdag 30 juli 1937 om 19.00 uur in vergadering bijeen komen. De agenda luidt als volgt: 1. Voorstel tot intrekking van een subsidie aan het Comité van Tien.2. Voorstel tot wijziging van de bouwverordening. Door de gemeente-opzichter, de heer Zuurmond, is aan B&W een rapport uitgebracht aangaande enkele bepalingen in de bouwverordening, die zijns inziens dringend wijziging behoefden. Deze veranderingen omvatten: 2.1. De zwaarte van de vloerdelen. In verband met de balkafstand zag de heer Zuurmond, de vloerdikte graag op 22 millimeter gebracht; 2.2. Het slechts bij uitzondering toestaan van het bouwen van meergezinswoningen; 2.3. Een soepele bepaling inzake de plaats van rietmatten schuren. De afstand van 10 meter van de afscheiding is zijns inziens iets te groot. De inspecteur van volksgezondheid heeft aan deze voorstellen zijn goedkeuring gehecht. B&W stellen dan ook de Raad voor de bouwverordening in die zin te wijzigen. 3. Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond aan Th. Joosse te 's-Gravenhage. 4. Voorstel tot het aanvaarden van een schenking. 5. Voorstel tot het verlenen van vergoedingen ingevolge art. 13 van de Lager Onderwijs-wet 1920. 6. Voorstel tot vaststelling van een verordening tot verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen. 7. Voorstel tot het vaststellen van de vergoedingen aan de besturen van de bijzondere scholen ingevolge art. 101 der Lager Onderwijs-wet van 1920 over 1933. 8. Voorstel tot wijziging van de begroting, dienst 1937. 9. Reclames belastingen [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2; Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 9]
Onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. Van den Helm kwam de Raad dezer gemeente op 30 juli 1937 in voltallige vergadering bijeen. De notulen werden ongewijzigd goedgekeurd en de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. Het voorstel van den burgemeester inzake het aanschaffen van een vrachtauto wordt aangehoudenDe heer B. Noorland acht de aanschaffing van een nieuwe brandspuit met nieuw materiaal zeer urgent. Spreker acht de toestand waarin de brandspuit verkeert en de bediening ervan treurig. Het materiaal dient vernieuwd te worden en de brandweer gereorganiseerd. Ook de brandkranen mogen niet zo in het vergeetboek blijven. De voorzitter is het met de heer Noorland volkomen eens. Bij de onlangs dreigende hooibrand duurde het een uur voordat de spuit water gaf! De heer van der Leeuw merkt op, dat hij reeds jarenlang op reorganisatie van de brandweer aandringt. Bij een brand ontbreekt de zekerheid, dat de brandweer deze behoorlijk zal kunnen bestrijden. De voorzitter deelt mede, dat er reeds enige wijzigingen in de organisatie van de brandweer hebben plaatsgevonden. De kosten van een autobrandspuit schat spreker op ƒ 5000,-. De heer Bregman dringt aan op voortdurend oefenen met de brandspuit. De heer Lalleman wil een deskundige raadplegen en wat de organisatie betreft eens  een kijkje in Delft gaan nemen. Besloten wordt, dat het college van B&W in de eerstvolgende raadszitting een voorstel zal doen voor de aanschaf van een nieuwe brandspuit. In verband hiermee wordt de schuur, die tot garage van de brandspuit kan dienen, aan de heer van Schie tegen ƒ 200,- per jaar verhuurd, echter met een opzeggingstermijn van een maand [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5]. 
Bij het gemeentebestuur bestaan op 30 juli 1937 plannen tot aanschaffing van een behoorlijke tweedehands vrachtauto. Ook zal de mogelijkheid van het huren van een vrachtauto ten dienste van de gemeente onder het oog worden gezien. Een bezwaar hiervan echter is, dat het lastig zal zijn in Pijnacker iemand te vinden, die op ieder tijdstip een vrachtauto voor de gemeente beschikbaar kan stellen. Vooral in verband met de taak, die de vrachtauto ten aanzien van de brandspuit heeft, namelijk het vervoer ervan, is hier dus een groot risico aan verbonden [Delftsche Courant 3 augustus 1937, blz. 6]. Op 24 augustus 1937 wordt bericht dat de verschillende expediteurs in onze gemeente van het gemeentebestuur een schrijven hebben ontvangen, waarin zij verzocht worden gegevens te verstrekken over een eventueel vervoer van gemeentemateriaal. Het gemeentebestuur is tot deze stap gekomen doordat de vrachtauto, die de gemeente momenteel bezit, thans in zeer slechte toestand verkeert. In de onlangs gehouden raadsvergadering is de wens geuit het vervoer aan te besteden [Delftsche Courant 24 augustus 1937, blz. 8]. 

Op 2 augustus 1937 wordt gemeld dat door wethouder van de Burg een nieuw type maaimachine in gebruik is genomen. De machine wordt door een auto voortgetrokken. Voor belangstellenden heeft de heer van de Burg een demonstratie met deze nieuwe landbouwmachine gegeven [Delftsche Courant  augustus 1937, blz. 8]
Op 3 augustus 1937 wordt gemeld dat de laatste tijd herhaalde malen is gebleken, dat de Pijnackerse brandspuit niet meer voldoende functioneert. Dit is niet te verwonderen, want het betreft hier een 18 jaar oude machine. Hier komt nog bij dat de brandspuit niet automatisch wordt voortbewogen, doch per vrachtwagen naar de plaats van de brand moet worden getransporteerd. Natuurlijk zijn hieraan vele bezwaren verbonden. Een grote handicap is verder, dat ook de vrachtauto in zeer slechte toestand verkeert De vrachtauto doet reeds elf jaar dienst en vertoont dan ook tal van ouderdomsgebreken. Kleine hoogten haalt de auto niet en op de meest precaire tijdstippen slaat de motor af. Bij het werken met de brandspuit baart de stand ervan altijd veel zorg, want als deze niet precies horizontaal staat kan geen water worden gegeven. De slangen verkeren ook in niet al te beste staat. Verschillende slangen passen namelijk niet op elkaar! Ook de bediening van de brandspuit laat heel wat te wensen over. Bij de onlangs dreigende hooibrand duurde het ruim een uur voordat de brandspuit water kon geven. Toen de spuit eindelijk werkte gingen massa's water verloren. Ook de praktijk heeft dus wel heel duidelijk bewezen, dat de aanschaf van een nieuwe brandspuit urgent is en dat ook het bedieningspersoneel gereorganiseerd behoort te worden. In de eerstvolgende raadszitting zal het college van B&W met een voorstel komen [Delftsche Courant 3 augustus 1937, blz. 6]. Op 9 augustus 1937 wordt gemeld dat de Pijnackerse motorbrandspuit is door de commandant van de Leidse brandweer beproefd en gekeurd. Naar wij vernemen is deze deskundige tot de conclusie gekomen, dat de brandspuit niet meer aan de eisen van de tijd voldoet. Het 20 jaar oude apparaat is thans niet meer bruikbaar en vertoont vele gebreken. Een bezwaar is onder meer dat er in de afkoelinrichting vuil water kan komen. Van bevoegde zijde verzekerde men ons, dat de kans op aanschaffing van een nieuwe brandspuit zeer groot is [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8].
Van zaterdag 14 augustus 1937 tot dinsdag 14 september 1937 zal de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, afwezig zijn. Als locoburgemeester zal optreden wethouder G. Sonneveld  [Delftsche Courant 2 augustus 1937, blz. 8]  Op 31 augustus 1937 wordt gemeld dat de loco-burgemeester ter kennis van belanghebbenden brengt dat hij gedurende de afwezigheid van de burgemeester ten raadhuize te spreken is op maandag, woensdag en vrijdag van 11.00-.12.00 uur [Delftsche Courant 31 augustus 1937, blz. 2].
Op 6 september 1937 wordt gemeld dat het bij een bezoek, dat wij dezer dagen aan de Nederlands Hervormde kerk te Pijnacker brachten,  ons opviel dat de muren verschillende scheuren vertoonden. Deze scheuren zijn op sommige plaatsen wel een vinger breed, zodat het aanbeveling verdient om maatregelen te nemen, teneinde verder scheuren tegen te gaan  [Delftsche Courant 6 september 1937, blz. 7] 
Vrijdag 24 september 1937 om 19.00 uur, hoopt de Raad van deze gemeente bijeen te komen ter behandeling van de volgende agenda:  1.    Voorstel tot wijziging van de Bouwverordening.                                                                                                                                                                                             2.    Voorstel tot nadere vaststelling van een verordening tot verhaal van pensioenbijdragen bij inkoop van diensttijd. B&W stelt de Raad voor de verordening tot verhaal van pensioenbijdragen bij inkoop van diensttijd als volgt nader vast te stellen: van de bijdragen, bedoeld in artikel 40 van de Pensioenwet 1922 de helft op de betrokken ambtenaren te verhalen, te betalen in tien zoveel mogelijk gelijke jaarlijkse termijnen, doch niet verder dan tot het ontslag of overlijden van de ambtenaar.                                                                                           3.    Voorstel tot wijziging van de verordening, regelende de verdeling van de werkzaamheden tussen de verschillende ambtenaren van de Burgerlijke Stand.   Wegens het overlijden van de heer W. Koetsier moeten de werkzaamheden tussen de verschillende ambtenaren van de burgerlijke stand opnieuw verdeeld worden. Het college van B&W stelt de Raad nu voor te bepalen, dat de huwelijken voortaan door de burgemeester voltrokken moeten worden en bij diens verhindering door de secretaris. Bij verhindering van deze beide functionarissen zal de huwelijksvoltrekking plaatsvinden door de oudste ambtenaar ter gemeentesecretarie, ambtenaar van de burgerlijke stand.  Goedgekeurd                   4.    Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 1936 van de Stichting „Drinkwaterleiding De Tien Gemeenten".                                     5.    Voorstel tot goedkeuring van de begroting voor 1938 van genoemde stichting.       6.    Benoeming raadscommissie.  Aangaande de raadhuiscommissie meende de heer Noorland, dat deze commissie geen reden van bestaan had, gezien de slechte financiële positie van de gemeente Pijnacker. De heer Lalleman is het hiermee niet eens. De heer Huisman wijst eveneens op de slechte toestand van de financiën, terwijl de belastingen toch reeds hoog genoeg zijn. De heer v. d. Leeuw meent, dat een raadhuiscommissie altijd nog wel werk kan verrichten en zij tevens een soort rem is op het college van B&W. Buiten de heren Noorland en v. d. Leeuw wordt niet de heer Verhoef - voorgedragen door B&W - doch de heer Lalleman tot derde commissielid gekozen [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7].7.    Voorstel tot het verlenen van een krediet ten behoeve van particuliere werkverschaffing.   De heer H. van Kampen heeft een plan tot werkverschaffing ingediend, betreffende het verbeteren van enige percelen tuingrond, totaal groot 4.25 hectare. Aan arbeidsloon wordt blijkens de begroting van kosten, opgemaakt door de Nederlandse Heidemaatschappij, ƒ 2300,- berekend. Hierin wordt een overheidssubsidie van 70 % toegekend of maximaal ƒ 1610,-. Van dit bedrag zal ongeveer de helft of ƒ 805 voor rekening van de gemeente komen. De heer Lalleman vond het basisloon van ƒ 0,28 per uur onvoldoende. Spreker vreest, dat wanneer het voorstel wordt aangenomen, de deur wordt opengezet voor verschillende andere tuinders. De grote tuinders zouden hier meer van profiteren dan de kleine. Verder zou het loon nog meer gedrukt worden dan thans reeds het geval is. Spreker noemt de heer Van Kampen een eigenaardige mens, daar deze hier om subsidie vraagt. De heer Verhoef meent dat zowel de gemeente als de werklozen er bij gebaat zijn. Het is toch beter om met werken ƒ 14,- te verdienen, dan ƒ 10,50 met nietsdoen (Hoongeroep en gefluit op de publieke tribune; de voorzitter roept de publieke tribune tot de orde). Naar aanleiding van een vraag van de heer Huisman merkt de voorzitter op dat ook kleine objecten in werkverschaffing kunnen worden uitgevoerd. De heer Bregman wijst er op, dat dit werk bijna niet voorkomt. De heer v. d. Leeuw brengt in het midden dat een werkloze met bijvoorbeeld acht kinderen belangrijk meer steun ontvangt dan ƒ 10.50 en dus veel kans loopt er op achteruit te gaan; de redenatie van de heer Verhoef gaat dus niet op, aldus spreker. De heer Van der Vaart acht het genoemde plan zeer zeker een abnormaal erk. Op een vraag van de heer v. d. Leeuw of het juist is, dat er een groter aantal werklozen te werk zal worden gesteld dan men eerst van plan was, antwoordt de voorzitter bevestigend. Twintig werklozen zullen maandag reeds aan de slag kunnen gaan. Verder zal men sterk het rouleringssysteem toepassen. De heer Bregman dringt er op aan vooral diegenen te werk te stellen die reeds lange tijd werkloos zijn, teneinde hen zowel lichamelijk als geestelijk weer op hoger peil te brengen. Bij de stemming over het voorstel blijkt alleen de heer Lalleman tegen te zijn  [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7].8.    Voorstellen tot verlening van steun ingevolge art. 13 van de Lager Onderwijswet 1920.                                                                                                     9.    Voorstel tot verlening van dispensatie aan de gemeente-ontvanger van het verbod om nevenbetrekkingen te bekleden.   Is verleend.                          10. Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant overeenkomst met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. Goedgekeurd. 11. Voorstel tot nadere vaststelling van de rentepercentages in rekening-courant met het Gasbedrijf.                                                                              12. Voorstel tot het converteren van geldleningen.  Goedgekeurd.                                                     13. Voorstel tot oninbaarverklaring van achterstallige inkomsten.                                     14. Voorstel tot wijziging der begroting 1937.                                                                       15. Voorstel tot ambtshalve vermindering van schoolgelden.                                          16. Reclames belastingen.                                                                                             17. Voorstel tot vaststelling van de vergoeding ex art. 101 van de Lager Onderwijswet 1920 voor de R.-K. jongensschool over 1933.           18. Voorstel tot nadere voorlopige vaststelling van de gemeenterekening 1935.                19. Voorstel tot verhuring van een strook grond aan Van Atten.                                     20. Aanbieding gemeenterekening 1936, alsmede rekening gasbedrijf 1936  [Delftsche Courant 20 september 1937, blz. 7]

Op 24 september 1937 wordt gemeld dat het college van B&W met enkele ingezetenen van deze gemeente heeft onderhandeld over het verlagen van het rentepercentage. Met twee van deze ingezetenen werd overeengekomen dat die rente met ingang van 1 januari 1938 zal worden gebracht op 3½%. (voordien 4%). Deze leningen belopen per 1 januari 1933 in hoofdsom ƒ 1000 en ƒ 900 en zullen worden geconverteerd. Met een andere ingezetene kon geen regeling worden getroffen. De betreffende lening, f 4500 tegen een rentepercentage van 4¼% zal per 31 december 1937 worden afgelost. Mocht zich geen nieuwe geldschieter melden, dan zal men overgaan tot het converteren van deze lening. Een voorstel hiertoe kan dan in een volgende vergadering worden gedaan [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6]. 
Op 24 september 1937 vergadert de raad. In de begrotingscommissie de heren F. v. d. Burg, E. Huysman en L. Verhoef en in de Rekeningscommissie de heren J. Lalleman, C. v. d. Vaart en J. v. Winden [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 
Op 18 oktober 1937 wordt bericht dat de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P. H. W. G. van den Helm, die geruime tijd ziek is geweest, heeft de vorige week zijn werkzaamheden ten raadhuize weer hervat  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6].
Op 18 oktober 1937 wordt bericht dat één dezer dagen ir. Onnes, de bekende deskundige van het Rijksbureau voor onumentenzorg, nogmaals een onderzoek heeft ingesteld naar de toestand waarin de Scheve Toren, die reeds zoveel van zich heeft doen spreken, verkeert. Geassisteerd door den gemeente-architect, de heer Suurmond, heeft de rijksdeskundige thans nauwkeurig opgemeten hoeveel de helling van onze Nederlandse Scheve Toren van Pisa gedurende de laatste tijd weer is toegenomen. Hoewel de uitslag van de meting niet bekend werd gemaakt is het toch zeer waarschijnlijk, dat de toren weer belangrijk meer is gaan wijken. Wij twijfelen er dan ook niet aan of binnenkort zal het Rijksbureau voor Monumentenzorg met plannen tot restauratie of anderszins komen, terwijl voor de uitvoering van deze plannen dan rijks- en gemeentesubsidie zal worden toegekend  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]
Op 29 oktober 1937 om 18.30 uur zal de Raad van Pijnacker in openbare vergadering bijeenkomen ter behandeling van de volgende agendapunten: 1. Voorstel tot aanvulling der rekening courant-overeenkomsten met de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten; 2. Voorstel tot verlenging van de overeenkomst voor het ophalen van vuilnis; 3. Voorstel inzake het opbergen van vuilnis; 4. Voorstel tot wijziging der begroting dienst 1937; 5. Reclames belastingen; 6. Voorstel inzake elektriciteitsvoorziening [Delftsche Courant 25 oktober 1937, blz. 4].
Bij het gemeentebestuur is op 29 oktober 1937 ingekomen het rapport met proces-verbaal van kasopname bij de gemeente-ontvanger van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten [Delftsche Courant 29 oktober 1937, blz. 7] 
Onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. P. H. W. G. van den Helm, kwam de Raad dezer gemeente vrijdagavond 29 oktober 1937 in openbare vergadering bijeen. Wethouder A. v. d. Burg was afwezig  [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7].
Op 29 oktober 1937 is in de raad aan de orde het voorstel van B&W tot aanvulling van de rekening-courant-overeenkomsten met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. De N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten wenst met ingang van 1 januari 1938 in genoemde overeenkomsten de volgende bepaling op te nemen: „Zolang echter dat promessedisconto 2 % of minder bedraagt, wordt over het creditsaldo, voor het gedeelte, dat tien ten honderd van de gewone ontvangsten volgens de laatste goedgekeurde begroting te boven gaat, geen rente vergoed".    Deze aanvulling heeft tot gevolg, dat wanneer het promesse-disconto van de Nederlandse Bank waarnaar de rente in rekening-courant wordt geregeld, de aangegeven grens heeft bereikt, de gemeente geen rente vergoed krijgt, voor bedragen boven ongeveer ƒ 22.500,-. Het college van B&W merkt hierbij op, dat het saldo van de gemeente de laatste tijd steeds minder is dan dit bedrag. De Raad hecht zijn goedkeuring aan dit voorstel  [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7].
Aangaande de regeling van het ophalen en opbergen van het vuilnis wordt op 29 oktober 1937 opgemerkt, dat de heer van der Elst, die momenteel voor de vuilnisophaling zorg draagt, thans een bedrag van ƒ 0,50 per week meer vraagt. Wethouder Sonneveld oordeelt, dat gezien de grote uitbreiding van de gemeente Pijnacker, deze verhoging volkomen rechtvaardig is. De heer J. v. d. Leeuw bepleit een jaarlijkse inschrijving, die de gemeente ongetwijfeld voordeel zal brengen. Medegedeeld wordt dat de heer L. Kouwenhoven het vuilnis voor de komende vijf jaar gratis wil bergen. Wethouder Sonneveld licht een en ander toe. De heer van Winden oppert enige bezwaren. Het voorstel tot verlenging van de overeenkomst voor het ophalen van vuilnis inzake het opbergen ervan wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen   [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7]. Besloten werd aan van der Elst gedurende 2 jaar op te dragen het vuilnis op te halen tegen een jaarlijkse vergoeding van f 1118. Deze vuilnis zou worden gestort in een sloot van L. Kouwenhoven, zonder enige vergoeding. Alleen moest op kosten van de gemeente een brug worden gelegd [De Nederlander 2 november 1937, blz. 7]. 
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat binnenkort de huisnummers in Pijnacker een algehele wijziging zullen ondergaan. Met de oude gewoonte om volgens de wijken de huizen te nummeren zal geheel worden gebroken en een radicale wijziging van de huisnummers zal in het hele dorp plaatsvinden [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6].
De raadscommissie tot het nazien van de rekening 1936 zal woensdagavond 24 november 1937 om 19.00 uur, ten raadhuize bijeen komen. Deze raadscommissie bestaat uit de heren: Van der Vaart, Van Winden en Lalleman  [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6].
De gemeenteraad hoopt op 14 december 1937 in openbare vergadering bijeen te komen ter behandeling van de volgende agendapunten:Voorstel tot goedkeuring van de rekening 1936 van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 1936 van het Gasbedrijf. Voorlopige vaststelling gemeenterekening 1936. Voorstel tot verhoging van het subsidie over 1937 aan de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon Voorstel tot benoeming van een tweetal leden van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Voorstel tot vaststelling van een verordening op de heffing van besmettelijke ziekten gelden. Voorstel tot wijziging van de begroting 1937. Reclames belastingen. Voorstel inzake de principiële aanvraag ex-artikel 72 der L. O. wet 1920 van het bestuur der R.K. Jongensschool.Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen en instructies in verband met de plannen tot de oprichting van een elektriciteitsbedrijf. Voorstel tot vaststelling van een precarioverordening. Voorstel tot verhoging van de vergoeding aan de heer J.C. de Groot voor het vervoer van schoolkinderen ingevolge art. 13 der L. O. wet 1920. Voorstel tot overname van een deel van de Overgauwseweg van de heer J. Termoshuizen. Aanbieding gemeentebegroting 1938 en Voorstel inzake verlaging woninghuren woningwetwoningen [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 3].
Op 13 december 1937 wordt bericht dat de commissie benoemd tot het nazien van de gemeenterekening over het jaar 1936 deze rekening in goede orde heeft bevonden [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
De op 13 december 1937 gereed gekomen begroting van inkomsten en uitgaven voor de dienst van het jaar 1938 vertoont een zeer gunstig financieel aspect. De uitkering uit het gemeentefonds kan ƒ 900 hoger geraamd worden dan die van het vorige jaar, terwijl de verschillende belastingopbrengsten te zamen ƒ 700 hoger geraamd worden. Andere factoren, die een gunstige invloed uitoefenen vergeleken met het vorige jaar, zijn de uitkeringen voor het onderwijs die ƒ 1000 lager zijn. Voor verpleging van arme krankzinnigen behoeft netto ƒ 1200 minder te worden uitgetrokken. De steunverlening aan werklozen vraagt netto ƒ 800 minder. Het voordelig saldo van het elektriciteitsbedrijf is op ƒ6000 geraamd. De rente en aflossing van geldleningen gesloten voor uitbreiding van het elektriciteitsnet worden ten laste van het elektriciteitsbedrijf en bedragen ƒ2200. Tegenover deze glanspunten staan de volgende vier ongunstige factoren: het voordelig saldo van de dienst 1936 is ƒ 4800, minder dan het saldo van 1935, dat aan 1937 ten goede is gekomen; voor de kosten van wegonderhoud werd in het jaar 1937 een reserve van ƒ 1500 aangewend; de subsidie voor Maatschappelijk Hulpbetoon is voor het jaar 1938 ƒ 1000 hoger; voor een derde veldwachter is ƒ1100 uitgetrokken. De gewone dienst sluit met een bedrag van ƒ 220.564,62  .[Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Op 14 december 1937 wordt gemeld dat de Coöperatieve Brandwaarborgmaatschappij „Pijnacker" G.A. bij het gemeentebestuur een adres heeft ingediend betreffende de organisatie van de brandweer. De wijze van opslaan van benzine kan voorts niet de goedkeuring van genoemde maatschappij wegdragen. B&W delen mee, dat zij reeds gedurende enige tijd plannen voor reorganisatie van de brandweer voorbereidt en die gedeeltelijk ook reeds heeft uitgevoerd. Zo is voor de bediening van de motorspuit een meer deskundige aangesteld. Het hoofd van de politie heeft voorts kennis genomen van de klachten omtrent het opslaan van benzine  [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2]. 
Gisteravond 14 december 1937 kwam de raad van deze gemeente onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm in een openbare vergadering bijeen. De voorzitter deelt mee, dat het Bureau van Rijksmonumentenzorg om een subsidie heeft verzocht, in verband met de restauratie van de scheve toren. Het bureau zal namelijk thans de draagkracht van de grond ter plaatse laten onderzoeken. Hiervoor wordt op de begroting een post ad ƒ 250 uitgetrokken [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8]. 
Op 1 november 1938 is verschenen de rekening 1937 van deze gemeente, waaruit blijkt dat er voor de gewone dienst een uitgave was geboekt van ƒ 226.201.46, tegen een inkomst van ƒ230.654.30, alzo een batig slot van ƒ 4.452.84. De kapitaaldienst wijst een uitgave aan van ƒ 34.840.08. De inkomsten zijn ƒ 35.502,20, dus een batig slot van ƒ 661.12 [Delftsche Courant 1 november 1938, blz. 10]
Bij het vaststellen van de gemeenterekening 1937 op 9 december 1938 geeft de heer Huysman te kennen, dat de.. gemeente echt „geboerd" heeft, daar er een achteruitgang is van ƒ 6600. De heer L. Verhoef is het met de vorige spreker niet eens. De rekening wordt daarna vastgesteld met een bedrag aan ontvangsten op de gewone dienst van ƒ 230.654,30 tegen een uitgaaf van ƒ 226.201,46, alzo een batig slot van ƒ4452,84. Voor de kapitaaldienst waren de ontvangsten ƒ 35.501,21 en uitgaven ƒ 34.840,08, dus een batig slot van ƒ 661,13. [Delftsche Courant 10 december 1938, blz. 11].
Er is een gemeentelijk jaarverslag over 1937 in het gemeente-archief

geslaagdenOp 9 april 1937 wordt gemeld dat J. Bloemendaal uit Pijnacker is geslaagd voor het diploma A van de Nationale Federatie voor de Vakopleiding van Schoenmakers en Schoenwinkeliers [De Maasbode 9 april 1937, blz. 6]
Op 17 april 1937 wordt bericht dat P. Huysman uit Pijnacker is geslaagd voor het einddiploma van de Rijkslandbouwwinterschool in Dordrecht [De Maasbode 17 april 1937, blz. 10]
Op 17 juni 1937 wordt gemeld dat J.M. Blok uit Pijnacker in Den Haag is geslaagd voor de hoofdakte van de Vereniging van Christelijke Bewaarschoolonderwijzeressen in Nederland [De Nederlander 17 juni 1937, blz. 11]
Op 23 juni 1937 wordt gemeld dat A.P. van Schie is geslaagd op de Bisschoppelijke Kweekschool in Den Haag voor de akte L.O. [Haagsche Courant 23 juni 1937, blz. 6]. En op dezelfde Bisschoppelijke kweekschool voor de akte handenarbeid [Het Vaderland 30 juni 1937, blz. 3]. 
Op 14 juli 1937 wordt gemeld dat de heren A.H.A. Goldberg en L. Bregman zijn geslaagd voor hun eindexamen gymnasium. De heer H.A. Verhoef behaalde het einddiploma H.B.S. 5-jarige cursus [De Nederlander 14 juli 1937, blz. 9]
Op 30 juli 1937 slaagt G.P. Tuinenburg  uit Pijnacker in Den Haag voor het examen hoofdakte [De Maasbode 31 juli 1937, blz. 2]
Op 12 augustus 1937 is in Den Haag A.C. Pluym uit Pijnacker geslaagd voor het examen Hoogduitse taal L.O. [De Maasbode 13 augustus 1937, blz. 3] 




gezondheidszorgOp 2 januari 1937 is sprake van één geval van roodvonk in Pijnacker [Ned. Stcrt 6 januari 1937, nr. 3, blz. 4]
Op 19 januari 1937 wordt bericht dat de Vereniging voor Ziekenhuisverpleging: „Draagt elkanders lasten", te Pijnacker is ingeschreven in het Handelsregister [Delftsche Courant 19 januari 1937 blz. 2]
Op 21 januari 1937 wordt bericht dat in de gemeente Pijnacker momenteel zeer sterk de griep heerst. In tal van gezinnen zijn alle leden het slachtoffer van deze besmettelijke ziekte geworden. Op enige scholen is een vierde gedeelte van de leerlingen absent [Delftsche Courant 21 januari 1937, blz. 7].
In de periode 17 januari 1937 tot 23 januari 1937 is in Pijnacker sprake van een geval van menigitis [Ned. Stcrt. 27 januari 1937, blz. 4
Op 3 februari 1937 wordt bericht dat de in Pijnacker en omgeving zo bekende zuster Van Zalingen is thans 12½ jaar achtereen werkzaam bij het „Groene Kruis". Aan sympathiebetuigingen zal het haar zeer zeker niet ontbreken, gezien het vele werk dat de zuster heeft verricht op het gebied van wijkverpleging, t.b.c.-bestrijding, kraamverpleging en kinder- en zuigelingenhygiëne. [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
Op 20 februari 1937 wordt gemeld dat ter uitvoering van het raadsbesluit deze gemeente thans met de alhier praktijk uitoefenende geneesheren uit Pijnacker, Stompwijk en Veur, een regeling getroffen betreffende het voor rekening nemen door de gemeente van ziekenfondspremie voor werklozen. Met ingang van 1 maart 1937 neemt de gemeente 5/8 van de premie voor haar rekening, voorzover dit betreft een gezin met 6 of meer inwonende kinderen, die zelf geen inkomsten hebben, terwijl voor het ziekenfonds 1/8 blijft en voor den verzekerde eveneens 1/8. Voor een gezin met drie of meer doch minder dan zes inwonende kinderen, die geen inkomsten hebben, bedragen deze cijfers resp. 4/8, 2/8 en 2/8. Voorzover het betreft een gezin met kinderen, minder dan drie, mits de inwonende kinderen zelf geen inkomsten hebben bedragen deze getallen 2/8, 2/8 en 4/8. De gemeente geeft geen toeslag indien het betreft de overige gezinnen of alleenstaande personen, terwijl het ziekenfonds in dat geval 2/8 voor zijn rekening neemt [Delftsche Courant 20 februari 1937, blz. 6].
In de periode 21 februari 1937 tot en met 27 februari 1937 is in Pijnacker sprake van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 3 maart 1937, nr. 42, blz. 4]
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat bij het bestuur van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon het plan bestaat om een regeling te treffen voor de werklozen, die onder de steunregeling vallen, en hen te verplichten lid te worden van het ter plaatse bestaande ziekenhuisfonds. De verpleging van armlastigen, enz., begint zulk een omvang aan te nemen, dat de kosten te groot worden om in hun geheel door Maatschappelijk Hulpbetoon te worden gedragen. Indien nu de werklozen de verplichting wordt opgelegd lid te worden van een ziekenhuisfonds, dan bestaat de verwachting, dat de kosten van de verpleging gemeenschappelijk gedragen zullen worden door het genoemde fonds en Maatschappelijk Hulpbetoon. In vele gemeenten is reeds een dergelijke regeling getroffen [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 7].
Op 17 maart 1937 wordt bericht dat in de periode 7 maart 1937 tot en met 13 maart 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 17 maart 1937, nr. 52, blz. 4]
Op 24 maart 1937 wordt bericht dat in de periode 14 maart 1937 tot en met 20 maart 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 24 maart 1937, nr. 57, blz. 5]
Op 7 april  1937 wordt bericht dat in de periode 28 maart 1937 tot en met 3 april 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 7 april 1937, nr. 65, blz. 6]
Op 21  april  1937 wordt bericht dat in de periode 11 april 1937 tot en met 17 april 1937 in Pijnacker sprake is van vier  gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 21 april 1937, nr. 75, blz. 11]
Op 28 april  1937 wordt bericht dat in de periode 18 april 1937 tot en met 24 april 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 28 april 1937, nr. 80, blz. 7]
Op 29 april 1937 wordt gemeld dat de Emmabloemcollecte een schitterend resultaat heeft gehad. Werd het vorige jaar slechts ongeveer ƒ 80 opgehaald, nu was het ruim  ƒ 118,-. Nadat het geld geteld was heeft de heer B. Noorland, voorzitter van het Groene Kruis, allen die zo spontaan geholpen hebben, dank gezegd, en een korte uitleg gegeven over de bestemming van deze opbrengst. Het vorige jaar waren de uitgaven door uitzendingen van T.B.C.-patiënten bijzonder hoog ƒ 3000,-; dat daar veel bij moet spreekt voor zichzelf. Tot slot was er nog een gezellig samenzijn [Delftsche Courant 29 april 1937, blz. 7].  Maandag 3 mei 1937 zal het „Groene Kruis", afdeling Pijnacker, een algemene ledenvergadering houden, in de zaal van de heer P. Th. van Schie om 20.00 uur. De agenda luidt als volgt: 1. Opening en notulen. 2. Jaarverslag van de secretaris. 3. Jaarverslag van de penningmeester. 4. Verkiezing van drie bestuursleden, wegens periodiek aftreden van de heren W. van Diepen, J.H. Kromkamp en L. Kooyman, van welke laatstgenoemde niet meer in aanmerking wenst te komen. 5. Verslag van de wijkzuster. 6. Rondvraag en sluiting [Delftsche Courant 29 april 1937, blz. 7]. 
Maandagavond 3 mei 1937 om 20.00 uur werd in de zaal van de heer P. Th. van Schie een algemene ledenvergadering gehouden van het „Groene Kruis" afdeling Pijnacker. De voorzitter, de heer B. Noorland, opende de vergadering en heette alle aanwezigen hartelijk welkom.  Tevens maakte hij van de gelegenheid gebruik de penningmeester, de heer W. van Diepen, geluk te wensen met zijn herstel van een langdurige ziekte. Daarna bracht de secretaris verslag uit, waaruit het volgende bleek, 712 consulten werden gratis door de beide doktoren verleend, 144 zuigelingen werden ingeschreven, het sterftecijfer van levend geboren kinderen in het eerste levensjaar was zeer gering namelijk. 0,45%, 27 tuberculeuze gezinnen stonden tot 1 januari 1937 onder toezicht, 5 patiënten werden in totaal 607 dagen uitgezonden, waarvoor ƒ 1389,90 werd uitgekeerd. Hierna kwam de penningmeester aan het woord, die de volgende uitgaven mededeelde: Consultatiebureau ƒ 259,97 Bureau voor zuigelingen ƒ 259,97; exploitatie wijkgebouw ƒ 577,97 ; T.B.C.-verzorging ƒ 2.681,81; zodat er een nadelig saldo van ƒ 306,08½ overbleef. Daarna werd overgegaan tot het kiezen van 3 bestuursleden. Herbenoemd werden de heer W. van Diepen en J. R. Kromkamp, de heer E. Sikkema werd gekozen in plaats van de heer L. Kooyman, daar laatstgenoemde zich niet herkiesbaar stelde. Het rapport van de wijkzuster luidde als volgt: 2390 bezoeken had zij gebracht, behandeld had zij 31 T.B.C.-patiënten, 146 zuigelingen, 21 personen voor de hoogtezon. De voorzitter bedankte haar na het uitbrengen van het rapport voor het vele en zeer belangrijke werk. Nadat dr. Bos uiteengezet had dat het noodzakelijk was een vaste bakerverpleegster er bij te nemen, machtigt de vergadering met algemene stemmen het bestuur om, indien zulks nodig blijkt, zulk een verpleegster aan te stellen. Daarna sloot de voorzitter de vergadering [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]
Naar wij op 11 mei 1937 vernemen, zal de Katholieke Radio Omroepvereniging op zondag 27 juli 1937 een speldjesdag houden in onze gemeente. [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Op 20 mei 1937 wordt bericht dat in de periode 9 mei 1937 tot en met 15 mei 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 20 mei 1937, nr. 94, blz. 5]
Op 30 juni 1937 wordt bericht dat in de periode 20 juni 1937 tot en met 26 juni 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 30 juni 1937, nr. 123, blz. 13]
Op 14 juli 1937 wordt bericht dat in de periode 4 juli 1937 tot en met 10 juli 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 14 juli 1937, nr. 133, blz. 9]
De afdeling Pijnacker van het Wit-Gele Kruis vraagt op 6 augustus 1937 een ervaren wijk- en kraamverpleegster. Bezit van de drie bekende diploma's vereist. Salaris f 800 met vier jaarlijkse verhogingen van f 50 plus vrij wonen. Geen bezoek dan na oproep. Sollicitatiestukken vóór 20 augustus a.s. aan de secretaris van het  Wit-Gele Kruis, Kerkweg 4 te Pijnacker [De Maasbode 6 augustus 1937, blz. 8]
Op 9 augustus 1937 wordt gemeld dat de collecte voor het Groene Kruis, die de vorige week in Pijnacker is gehouden,  f 70,40 heeft opgebracht. Het succes van deze collecte is voor een niet gering gedeelte te danken aan de activiteit van de dochters van veldwachter Sikkema [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8].
Op 29 september 1937 wordt bericht dat in de periode 19 september 1937 tot en met 25 september 1937 in Pijnacker sprake is van één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 29 september  1937, nr. 187, blz. 4].
De afdeling Pijnacker van „Het Groene Kruis", houdt op dinsdag 26 oktober 1937 om 19.30 uur in café „Van Ouds het Raadhuis", een algemene ledenvergadering. De agenda luidt als volgt: 1. Opening en notulen; 2. Mededelïngen; 3. Aanwijzing van 3 leden tot het nazien van de rekening 1937; 4. Verkiezing van een bestuurslid, wegens bedanken van de heer A.H. Goldberg; 5. Begroting 1938; 6. Lezen inventaris; 7. Rondvraag en sluiting [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 7]
Op 21 oktober 1937 wordt bericht dat de vereniging „De Macht van het Kleine", die zich tot taak heeft gesteld on- en minvermogende lijders aan vallende ziekte te ondersteunen, op 16 februari 1938 een filmvoorstelling zal houden [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 10]
Op maandag 15 november 1937 werd 's avonds om 19.30 uur in het koffiehuis „Van Ouds het Raadhuis" een algemene ledenvergadering gehouden van de vereniging voor ziekenhuisverpleging „Draagt Elkanders Lasten". De voorzitter, dr. J.A. Bos, opende de vergadering en heette allen welkom, in het bijzonder de voorzitter van de landelijke federatie, de heer A. Stolk. In zijn openingswoord herinnerde de voorzitter er aan, dat de vereniging 10 jaar bestaat. Het bestuur heeft gemeend, dit niet ongemerkt voorbij te moeten laten gaan. Later op de avond zal dit nog blijken. Hierna volgde het jaarverslag van de secretaris, de heer Vonhof, dat getuigde van een sterke vooruitgang van het aantal leden, dat nu 3920 bedraagt. 75 patiënten werden het afgelopen jaar in de verschillende ziekenhuizen behandeld met 483 ligdagen. Tevens had de heer Vonhof een overzicht gemaakt vanaf de oprichting. Hieruit bleek, dat dr. Bos oorspronkelijk oprichter was. Hij had de zaak eerst in eigen beheer, doch door de toename van het aantal leden, was het noodzakelijk, een zelfstandige vereniging op te richten. Hierna behandelde de penningmeester, de heer C.M. Rodenburg, het financiële jaarverslag, waaruit bleek, dat het afgelopen jaar een tekort heeft opgeleverd van ƒ 429. De voorzitter bracht verslag uit als afgevaardigde naar de algemene vergadering van de federatie. Hierna vond de verkiezing plaats van twee bestuursleden, wegens periodiek aftreden van de heren C.M. Rodenburg en T. Schotte, die met grote meerderheid van stemmen werden herkozen. Tijdens deze verkiezing werden de leden onthaald op sigaren en andere versnaperingen. Het bestuursvoorstel tot invoering van het modelreglement van de federatie en wijziging uitkering werd met algemene stemmen aanvaard, nadat dr. Bos de heren A. Stolk en dr. G. Sauer, controlerend geneesheer van de federatie, de vragenstellers over verschillende onderdelen, beantwoord hadden. Hierna trad dr. J.A. Bos af, de tweede voorzitter de heer G. Sonneveld aanvaardde tijdelijk de voorzittershamer en leidde de verkiezing van twee nieuwe bestuursleden, waartoe werden gekozen dr. J.A. Bos en de heer A.J. Lindeman. Hierop volgde de verkiezing van een voorzitter en werd dr. Bos met grote meerderheid van stemmen herkozen. Tot leden van de controlecommissie, die tot taak krijgt de gehele gang van zaken in de vereniging te controleren, werden gekozen de heren J. de Zwart, C. van Atten en W. Termoshuizen. De rondvraag leverde niets op, waarna de vergadering werd gesloten [Delftsche Courant 17 november 1937, blz. 7].
Op 24 november 1937 wordt bericht dat in de periode 14 november 1937 tot en met 20 november 1937 in Pijnacker sprake is van twee gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 24 november  1937, nr. 227, blz. 4]
De door de raad in de vergadering van 30 juni 1936 vastgestelde verordening op de heffing van besmettelijke ziektengelden heeft bij Gedeputeerde Staten aanleiding gegeven tot enkele opmerkingen. O.m. vond dit college het onjuist de bepaling in art 3 eerste lid, betreffende de verwijzing naar het tarief van de ontsmettingsdienst van de Zuid-Hollandse vereniging „Het Groene Kruis". Het college van B&W stelt de raad nu, op 13 december 1937  voor rekening te houden met de gemaakte opmerking en de verordening gewijzigd opnieuw vast te stellen [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Op 15 december 1937 wordt bericht dat in de periode 5 december 1937 tot en met 11 december 1937 in Pijnacker sprake is van éénn geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 15 december  1937, nr. 242, blz. 5]

godsdienstOp 11 januari 1937 wordt gemeld dat de bisschop van Haarlem de weleerwaarde heer A.C. Kras heeft benoemd tot kapelaan in Pijnacker [De Volkskrant 11 januari 1937, blz. 2]. 
Op 15 januari 1937 wordt bericht dat de parochianen kapelaan Egberts met lede ogen de gemeente zien verlaten. Vooral de betreffende R.K. jeugdorganisaties zien de werkzame priester ongaarne naar Lisse vertrekken en zullen hem ongetwijfeld zeer missen [Delftsche Courant 15 januari 1937, blz. 3]. 
Op 19 januari 1937 wordt bericht dat de Jozefsgezellen op waardige wijze afscheid hebben genomen van de scheidende kapelaan. Uit het feit, dat de zaal geheel gevuld was met leden, bleek wel, hoe bemind kapelaan W. L. Egberts was bij de Jozefsgezellen, wier vice-praeses hij tal van jaren was. Het senior-lid, de heer H. den Vreede, sprak namens de gehele vereniging zijn dank uit voor al de arbeid, die kapelaan Egberts in de meer dan drie jaar van zijn vice-praesesschap voor de vereniging heeft verricht. Spr. wees er met nadruk op, dat de vereniging er niet alleen stoffelijk op vooruit was gegaan gedurende deze periode, doch dat ook de geest in de vereniging thans niets meer te wensen overlaat. De heer De Vreede roemde de hechte band, die er tussen de priester en de leken te Pijnacker bestond. Ook anderen hadden een open oog voor het werk van de Jozefsgezellenvereniging; zo stelde de district-praeses, pater Oorsprong, het jaarprogramma van de Pijnackerse Gezellenvereniging alle andere verenigingen ten voorbeeld. Als stoffelijk blijk van de sympathie en waardering, die de gezellen voor de scheidende vice-praeses voelden, bood spreker kapelaan Egberts vier stoelen aan. Achtereenvolgens spraken de voorzitters van der gymnastiekclub, dam- en schaakclub en toneelvereniging woorden van hulde. De prefect van de Congregatie sloot de rij sprekers. Kapelaan Egberts dankte voor de hem betoonde sympathie en verklaarde slechts node de Jozefsgezellen te verlaten [Delftsche Courant 19 januari 1937, blz. 7]
Op 21 januari 1937 wordt bericht dat het Leger des Heils in de komende maand februari een collecte in deze gemeente zal houden, n.l. een zgn. zelfverloocheningsaanvraag [Delftsche Courant 21 januari 1937, blz. 7]
Op 26 januari 1937 wordt gemeld dat de nieuwe kapelaan Cras vorige week op waardige wijze als vice-praeses van de Sint Josephs-Gezellen Vereniging is geïnstalleerd. De installatie vond plaats in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan. De praeses van de vereniging, pastoor Zandvliet, sprak de hoop uit, dat de nieuwe vice-praeses zich met hetzelfde vuur zou wijden aan het R.-K. jeugdwerk als zijn voorganger, kapelaan Egberts, dit had gedaan. De senior van de Josephs-Gezellen heette vervolgens kapelaan Cras hartelijk welkom en sprak de overtuiging uit, dat de verstandhouding tussen de nieuwe vice-praeses en de leden van de vereniging zeer zeker van aangename aard zou zijn. Kapelaan dankte voor het hem toegeroepen welkom en verklaarde in de drie jaren van zijn priesterschap er steeds naar verlangd te hebben, te kunnen medewerken aan de opbouw van één of meer jeugdorganisaties. Uit het verslag van de penningmeester, de heer H. Frensch, bleek dat het batig saldo der vereniging ƒ 20.— bedraagt. [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
De vice-praeses van de Sint Jozef Gezellenvereniging, kapelaan Cras, deelde mede, dat zondagmiddag 7 februari 1937 in Rotterdam een districtsbijeenkomst werd gehouden en spoorde alle leden aan deze Godlozenwereldvergadering in het Rotterdamse Gezellengebouw te bezoeken. Bij de bestuursverkiezing werden de heren A. Rutten en J. Smit gekozen in de plaats van de heren J. Rogues en J. v. d. Stap. Kapelaan Cras dankte de scheidende bestuursleden voor al datgene dat zij in het belang van de Sint Jozef Gezellen vereniging hadden verricht en heette de heren Rutten en Smit in het bestuur welkom en sprak de hoop uit, dat zij veel tot het heil van de vereniging zouden bijdragen.[Delftsche Courant 8 februari 1937, blz 7]
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat in het gebouw aan de Kerkweg woensdag 10 februari 1937 de Suriname-film van de Evangelische Broedergemeente te Zeist worden vertoond. Ongetwijfeld zal de belangstelling voor deze interessante en leerzame film groot zijn [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8].
In deze parochie zal het jaarlijkse veertigurengebed gehouden worden op vrijdag 12 februari 1937, zaterdag 13 februari 1937 en zondag 14 februari 1937 [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]
Naar wij op 22 februari 1937 vernemen zal waarschijnlijk Zijne Doorluchtige Hoogheid, de bisschop van Haarlem, de gemeente op 2 maart 1937 bezoeken, teneinde het Heilig Vormsel toe te dienen  [Delftsche Courant 22 februari 1937, blz. 6].
Op 22 februari 1937 wordt gemeld dat de C.-H. kiesvereniging haar algemene vergadering heeft gehouden onder leiding van haar nieuwe voorzitter, de heer L. Verhoef. Op deze samenkomst hield de heer Marra, voorzitter van de C.B.T.B. in Friesland, een inleiding over het onderwerp: Geloof, Gezag, Arbeid. De heer Marra ontwikkelde deze drie punten achtereenvolgens door er op te wijzen, dat er zijn die het geloof alleen gebruiken voor de binnenkomer, anderen alleen voor in de kerk, doch dat de Unie voorstaat ’t geloof op alle terrein van ’t leven. Ons beginsel moet doorwerken in ons persoonlijk leven. Gods Woord een licht op ons pad, en een lamp voor de voet. In dit verband een korte uiteenzetting dat Reomie de kerk in het midden plaatst, de A.R. te veel partij is, doch dat de Unie het gehele volk wil omspannen. Sprekende over het Gezag, zei de spreker dat het de Unie niet is te doen om de majoriteit, doch om de autoriteit. Alle gezag vloeit voort uit God, wie dit niet erkent wordt een tiran. In dit verband kon spreker niet meegaan met de gedachte en de voorstelling van één uur Bijbelonderwijs op de openbare school. Waar niet wij, maar God de geschiedenis maakt, hebben wij te letten op Gods wil en Woord, en moeten wij ons door Hem laten leiden, maar dan ook Zijn Woord kennen. Spreker pleitte vooral voor toenadering tussen stad en platteland. Komende tot zijn derde punt Arbeid zegt spreker niet eerst Arbeid, doch eerst Geloof en Gezag, daarna Arbeid. Er is thans gebrek aan geloof en gezag, Het platteland heeft zich in de tijd van de hoogconjunctuur gegeven aan de stad, nu moet de lijn meer omgebogen worden. Spreker besluit met de opwekking tegen de revolutie het Evangelie. Na deze boeiende rede werd even pauze gehouden en werden daarna een vijftal vragen gesteld, welke weer door de geachte spreker werden beantwoord. Het was een goede avond, de opkomst redelijk, de leden die niet aanwezig waren hebben veel gemist [De Nederlander 22 februari 1937, blz. 10]
Het genootschap „De Stille Omgang" heeft maandagavond 22 februari 1937 in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan, een ledenvergadering gehouden  [Delftsche Courant 24 februari 1937, blz. 4]
De Pijnackerse R.-K. Propagandaclub „Mgr. Nolens" heeft op 25 februari 1937 in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan haar maandelijkse vergadering gehouden. Eén van de clubleden hield een inleiding, die door de aanwezigen met belangstelling werd gevolgd  [Delftsche Courant 26 februari 1937, blz. 2]. . 
Op 8 april 1937 wordt gemeld dat de diaconiecollecten over februari 1937 ƒ 88,90 hebben opgebracht en die van de kerkvoogdij ƒ 147,08 [Delftsche Courant 8 april 1937, blz. 10].
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat in de jaarvergadering van het Pijnackerse Genootschap „De Stille Omgang" de heer A.J. Lindeman tot secretaris van het Genootschap is herkozen [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. Een 50-tal inwoners van Pijnacker nam deel aan de „Stille Omgang" te Amsterdam. Zij vertrokken zaterdag 6 maart 1937 met de trein van 23.40 uit Rotterdam die voor dit doel speciaal te Pijnacker stopte [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10]..
Op zondag- en maandagavond, 4 april 1937 en 5 april 1937, zullen in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Doper", in Pijnacker, feestavonden gehouden worden, georganiseerd door de Graal, met medewerking van de R.-K. Meisjes Gymnastiekvereniging „L. D. O.” [Delftsche Courant 1 april 1937, blz. 10]. Het programma van de op zondag 4 april 1937 en maandag 5 april 1937 te houden feestavonden van De Graal in het Parochiehuis St. Johannes de Dooper, luidt als volgt : 1. Opening; 2. Bloemencantate; 3. Optreden van de R.K. Meisjesgymnastiekvereniging „Lenigheid door Oefening"; 4. Potpourri; 5. Tweede optreden L.D.O.; 6. De geleende koekepan; 7. Pauze. 8. Een toneelstuk getiteld „Een reuze idee van mevr. Spijker" [Delftsche Courant 3 april 1937, blz.. 7]. 
Kandidaat K. Luyendijk, tevoren hulpprediker te Pijnacker, doet op 25 april 1937 als predikant zijn intrede te Asch (Betuwe). Bevestiger is Ds. J. J. de Vries, van Schipluiden [De Standaard 6 maart 1937, blz. 4]. 
Een zoon van de familie F. Langelaan uit Pijnacker werd zaterdag 22 mei 1937 door monseigneur Aengenent, bisschop van Haarlem, plechtig tot priester gewijd. Na de wijding is de jonge priester aan de grens van deze gemeente feestelijk ingehaald. De kleurige stoet werd voorafgegaan door twee herauten te paard, hierop volgde een afdeling ruiters en diverse R.K. verenigingen, zoals de Graal, de Turnvereniging, de L.T.B., terwijl de Christelijke Muziekvereniging „Excelsior" met vrolijke marsmuziek de ereronde door het overal feestelijk vlaggende dorp opluisterde. In de eerste volgkoets zat de jonge priester naast de pastoor van deze parochie en tegenover hem zijn ouders. Daarop volgden enige andere koetsen met familieleden en de Commissie van Ontvangst en een auto met bruidjes. De stoet werd gesloten door meisjes en jongens op keurig in geel-witte kleuren versierde fietsen. Het behoeft geen betoog, dat deze gewichtige gebeurtenis velen in het anders zo rustige dorp op de been bracht. De ouderlijke woning van de nieuwe priester is een oude boerderij en de poort, die toegang geeft tot de oprijlaan van deze boerderij was feestelijk versierd met vlaggen, groen en bloemen met in het midden een schild met de woorden: Hulde aan den jongen priester [Delftsche Courant 24 mei 1937, blz. 2]. 
Woensdag 18 juni 1937 viert dr. D.J. van Katwijk, Gereformeerd predikant te Velsen, zijn zilveren ambtsjubileum. Dirk Jan van Katwijk werd op 15 april 1878 te Rotterdam geboren en studeerde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij in 1900 kandidaat werd. Op 31 mei 1912 promoveerde hij tot doctor in de theologie op een proefschrift, getiteld: De profetie van Habakuk. Op 16 juni 1912 deed de jubilaris intrede bij de Gereformeerde Kerk van Pijnacker-Nootdorp, sprekende over Hebreeën 1:3, na tevoren te zijn bevestigd door wijlen ds. L. Kuiper uit Delft. De jubilaris vertrok in 1918 naar Zwammerdam, welke standplaats hij in 1923 met Schipluiden verwisselde. In 1927 vertrok hij naar Oegstgeest, welke gemeente hij slechts een half jaar diende, om zich op 25 maart 1927 aan de kerk van Velsen te verbinden, sprekende over Mattheus 16:13-17, na tevoren door ds. J.C. Brussaard uit Bloemendaal te zijn bevestigd. Dr. van Katwijk is leraar godsdienstonderwijs aan de Christelijke H.B.S. te Alphen aan den Rijn. Ook is hij lid van de examencommissie van de schoolraad. Meermalen maakte hij deel uit van de Part. Synode van Noord Holland, terwijl hij verschillende deputaatschappen heeft bekleed. Van zijn hand zagen enkele leerboeken voor het godsdienstonderwijs het licht [Rotterdamsch Nieuwsblad 10 juni 1937, blz. 7].
Tot de vergadering, die het Dekenaal Missiecomité op donderdag 17 juni 1937 om 20.30 uur in „Musica", Voldersgracht belegt, worden uitgenodigd alle zelateurs en zelatrices van de verschillende missiewerken, leiders en leidsters van missieclubs en missie-naaikringen behorende tot de Delftse parochies, alsmede de parochies Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, Den Hoorn, De Lier, Maasland, Maassluis, Pijnacker en Schipluiden. Het permanent plaatselijk Missiecomité hoopt op deze vergadering een overzicht te krijgen van al datgene wat er in ons dekenaat voor de Missie wordt gedaan [De Volkskrant 16 juni 1937, blz. 3].
Naar we op 26 juli 1937 vernemen zal father P. de Vreede van Delfgauw op 4 oktober a.s. naar het hem aangewezen missiegebied vertrekken [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2].
Het volgens een krantenbericht van 2 augustus 1937 door dr. F.B. de Walle aan de gemeente Pijnacker geschonken schilderij stelt voor de boerderij genaamd Koningshof, die heeft gelegen aan de Kerkweg te Pijnacker naast de Nederlands Hervormde kerk, ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige Gereformeerde school. De boerderij, die een aantal jaren geleden is afgebroken, heeft wat naam en plaats betreft historische waarde gehad. Het is niet aan twijfel onderhevig of de naam Koningshof is ontleend aan het klooster Koningsveld (Campus regis) bij Delft. Bij oorkonde van 24 juni 1251 gaf graaf Willem II van Holland, Roomskoning of aangewezen opvolger van de keizer van Duitsland, aan zijn tante Ricardis, dochter van graaf Willem I, nabij Delft op 300 morgen land vrijdom van lasten wanneer zij daarop een klooster zou bouwen. In 1252 is met de bouw begonnen en werd ter ere van graaf Willem de naam Koningsveld gegeven. Dat de stichting van het klooster moeilijkheden ondervond, blijkt wel uit het zestal pauselijke bullen, die in datzelfde jaar binnen drie weken tijds werden uitgevaardigd ter bevordering en bescherming van de bouw. In één van die bullen wordt, in verband met „de vele ongerechtigheden, die heden ten dage worden begaan tegen geestelijke personen en hunne bezittingen", met de kerkelijke ban gedreigd tegen allen die op enigerlei wijze het klooster benadeelden. Intussen verkreeg het klooster belangrijke steun van graaf Willem door de schenking van de kerk en het patronaatsrecht van het dorp Pijnacker. De pastoors van Pijnacker zouden dus voortaan door het klooster Koningsveld worden benoemd. Van 1258-1350 zijn nog enige namen van pastoors bekend, namelijk Wilhelmus, Remboldus, Alvadus de Doesburgh, Johannes de Beke, Arnoldus de Herenthals, Theodericus Gerardus van Delft, Gjosvinus de Loede, Alwinus Vriman. Deze omstandigheid nu maakt het begrijpelijk, dat de woning naast de kerk de naam van Koningshof ontving. In verband hiermee moet nog worden gewezen op het achter de Hervormde kerk gelegen Hofland. Het feit, dat aan Koningsveld omstreeks 1256 de welvarende kerk van Pijnacker werd geschonken, bewijst voorts dat het kerkgebouw, waarvan nu nog de toren aanwezig is (waarschijnlijk in gerestaureerde vorm), van veel ouderen datum moet zijn geweest dan het einde van de 15e eeuw, waarop deskundigen onze toren wel hebben geschat. Het klooster Koningsveld is in 1572 om militaire redenen, het lag even buiten de wallen van Delft, afgebroken. De kloosterzusters ontvingen toen levenslang alimentatie. De laatste priorin Katerina Utenham overleed in 1569 op 89-jarige leeftijd te IJsselstein. De schenking van het schilderij is voor de gemeente Pijnacker ongetwijfeld van groot belang [Delftsche Courant 2 augustus 1938, blz. 8]. 
Op 24 augustus 1937 wordt bericht dat tot  kapelaan van Kwintsheul is benoemd de eerwaarde heer F. Langelaan, neomist, geboren in Pijnacker [De Volkskrant 24 augustus 1937, blz. 3].
Op 14 september 1937 wordt bericht dat de heer S. Bijl, kandidaat te Kethel, zijn benoeming tot hulpprediker bij de Nederlands Hervormde Gemeente te Pijnacker heeft aangenomen [Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer 14 september 1937, blz. 2]
Op 7 oktober 1937 wordt gemeld dat in het Gemeenteblad voor de Nederlands Hervormde Gemeente Ds. van Dingstee waarschuwt tegen een zekere Geleijnse, die in deze gemeente gelden probeert in te zamelen voor de Evangelische Stads- en Landszending, die te Rotterdam haar zetel heeft. Het geven van geld wordt ten sterkste ontraden, volgens de door Ds. van Dingstee bij de Rotterdamse politie ingewonnen inlichtingen [Delftsche Courant 7 oktober 1937, blz. 6].




infrastructuurOp 4 januari 1937 wordt bericht dat in het voorjaar in Delfgauw een paar nieuwe straten in het Noordeinde zullen worden aangelegd. Aan het einde van de Post v. d. Burgstraat zal een plantsoentje komen  [Delftsche Courant 4 januari 1937, blz. 3]
Op 5 januari 1937 wordt gemeld dat het gemeentebestuur van Pijnacker maatregelen heeft genomen om de lintbebouwing en het schenden van natuurschoon in Pijnacker en Delfgauw tegen te gaan [Delftsche Courant 5 januari 1937, blz. 3]. 
Op 11 januari 1937 wordt gemeld dat plannen bestaan om in de buurtschap Delfgauw in de gemeente Pijnacker een elektrische klok te plaatsen. Ongetwijfeld zou dit nuttige voorwerp een aanwinst voor Delfgauw zijn. De klok zal, indien de plannen verwerkelijkt worden, op de zogenaamde vluchtheuvel in het centrum worden geplaatst [Delftsche Courant 11 januari 1937, blz. 7]. 
Op 12 januari 1937 wordt door de raad de begroting voor 1937 behandeld. Bij het hoofdstuk kapitaaldienst komt de aankoop en het bouwrijp maken van bouwterrein aan de orde. Het ligt in het voornemen van het gemeentebestuur om in dit jaar over te gaan tot het bouwrijp maken van het tweede gedeelte van het Emmapark. De kosten zijn hiervan als volgt: 200 meter straat van 10 meter breedte met riool ƒ 8000,- en  85 meter  straat van 10 meter breedte zonder riool ƒ2500.-, nevenstraten, volgens het uitbreidingsplan, naar de brug ƒ800.-, aanleg van plantsoen ƒ200.- en een nieuwe brug over de Oostlaanvaart bij de R.K. scholen ƒ 6000.-. Totaal 17.500.- [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4]. 
Op 16 januari 1937 wordt bericht dat de wegen van Oude Leede en gedeeltelijk het Zuideinde van Delfgauw binnenkort overgeteerd zullen worden. Hiervoor is een bedrag van ƒ 1500.— beschikbaar [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 11]
Op 23 januari 1937 wordt bericht dat bij nader onderzoek is gebleken, dat de geruchten, dat bij regen de hele Stationsstraat in een modderpoel herschapen zou zijn, wel een beetje overdreven zijn. De gemeente heeft thans zorg gedragen voor de drainering. De tuintjes van de woningen aan de Stationsstraat zijn echter te laag gelegen. Het is natuurlijk onmogelijk om het gehele Land Blad, dat hoger ligt dan genoemde tuintjes, lager te maken [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz. 7]. 
Op 26 januari 1937 wordt gemeld dat de Overgauwseweg binnenkort verbeterd zal worden. De gaten zullen worden gedicht en de grintlaag opgehoogd; tevens zal de afwatering worden verbeterd  [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 30 januari 1937 wordt gemeld dat de sterke toename van de verkeersintensiteit in Nederland deed zich natuurlijk in Pijnacker ook gevoelen. De opening van de nieuwe verkeersweg Delft-Rotterdam deed het verkeer over de gemeente Pijnacker zeer sterk toenemen. Vooral het politietoezicht op den Rijksweg brengt heel wat zorgen met zich mee. De weg door het dorp is, gezien de intensiteit van het verkeer aan de smalle kant. Eén van de scherpste bochten in de smalle weg naar de Oude Leede werd in 1931 afgerond; buiten het grondwerk bedroegen de kosten hiervan ƒ 500. In 1935 werd de Oude Leedeweg gedeeltelijk geasfalteerd. Een gedeelte van het Noordeinde te Delfgauw werd in 1932 over een lengte van 146 meter en een breedte van 5 meter, bestraat. Bij raadsbesluit van 28 februari 1934 werd besloten tot de reconstructie van de Stationsweg en een gedeelte van de Zuidweg en Noordeindseweg. Deze wegen zijn geteerd; de kosten hiervoor werden uit de kapitaaldienst bestreden [Delftsche Courant 30 januari 1937, blz.8] . 
Op 30 januari 1937 wordt gemeld dat in de Stationsstraat verschillende iepen zijn omgehakt, die ondermijnd waren door de iepziekte. Het hout is ter beschikking van de werklozen te Pijnacker gesteld [Delftsche Courant 30 januari 1937, blz.8] . 
Op 3 februari 1937 wordt bericht dat op de hoek van de Noordweg en de toegangsweg tot de Pijnackerse ijsbaan van gemeentewege een lantaarn is geplaatst. Deze lantaarn zal op de gewone vastgestelde tijden branden. Voorts zal een gedeelte van de Zuideindsewegvan een nieuw teerdek worden voorzien; het wegdek zal vooraf geëffend worden. Ook de weg naar de Oude Leede zal een nieuw teerdek krijgen. [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
De Raad van deze gemeente kwam op 4 februari 1937 bijeen. Wethouder G. Sonneveld stelde voor om van de nieuwe weg van het Emmapark (vroeger zgn. Land Blad) naar het stempellokaal bij de Kerkweg, vast het trottoir te leggen. Verschillende raadsleden kantten zich tegen dit voorstel. Het raadslid Bregman stelde voor, dat men zou beginnen met de voorbereidende maatregelen voor de aanleg van de weg zelf. De heer Lalleman was het hiermee grotendeels eens. Hiertoe werd besloten. De heer Van Winden drong aan op de spoedige aanleg van de straat tussen de beide scholen.. [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat wegens iepziekte moesten in de Stationsstraat verschillende iepen worden omgehakt. Op het trottoir komen nu lindebomen te staan, waardoor de Stationsstraat breder lijkt. Het aspect van deze straat zal door deze aanplanting van lindebomen er zeer zeker aanzienlijk op vooruit gaan  [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8]
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat het begin van de Hesselt van Dinterlaan (het vroegere deel van de Oostlaan) met struikgewas zal worden beplant. Door deze aanplantingen gaat het dorpsschoon er sterk op vooruit  [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8]
Op 12 februari 1937 wordt gemeld dat in verband met de vermeerdering van het aantal inwoners van de gemeente Pijnacker, mede door de vestiging van een groot aantal forensen hier ter plaatse, de gemeente zich voor de noodzakelijkheid gesteld zag een aantal landweggetjes, waar nieuwbouw had plaatsgevonden, over te nemen. Deze maatregel maakte het mogelijk aldaar op den duur behoorlijke straten aan te leggen. In de meeste gevallen stortten de oorspronkelijke eigenaars een bedrag tot afkoop van de onderhoudsverplichting; ook kwamen overeenkomsten voor waarbij de eigenaar jaarlijks een zekere som blijft bijdragen voor het onderhoud van de weg. Overeenkomsten werden gesloten in het jaar 1931 voor de Van der Burgstraat en het Noordeinde van Delfgauw; in het jaar 1932 voor een gedeelte van de Overgauwseweg. In 1933 nam de gemeente de volgende wegen over: de zgn. Pauwstraat in Delfgauw, het laantje naast de woning van C. Schuurman (thans genaamd: Adam Pijnackerstraat), een zijstraatje van de Kerkweg (thans genaamd Willem van Windenstraat), en een zijstraatje van het Noordeinde te Delfgauw (de Post v. d. Burgstraat). In het voorafgaande jaar werden enige percelen berm aan de Klapwijkseweg gratis aan de provincie Zuid-Holland afgestaan. In de openbare raadsvergadering van 16 oktober 1934, werd besloten de Klapwijkseweg in eigendom, beheer en onderhoud aan de provincie Zuid-Holland over te dragen. In de onderhoudskosten zou door de gemeente in den vervolge een jaarlijkse bijdrage verleend worden, groot ƒ 1606.20. Bij raadsbesluit van 30 november 1931 heeft de gemeente zes percelen bouwgrond aan de Vlielandseweg gekocht voor de prijs van ƒ 9114,75, inclusief kosten. Aan de gemeente-opzichter werd het maken van een exploitatieplan opgedragen, voor de bebouwing van dit terrein met middenstandswoningen. In werkverschaffing heeft de gemeente deze grond bouwrijp laten maken. In de openbare raadsvergadering van 18 Mei 1934 werd besloten tot verkoop voor bebouwing over te gaan aan de firma Pauw en 't Hart voor de som van ƒ 17867,  vermeerderd met ƒ 100.. Bij raadsbesluit van 29 oktober 1935 werd de weg, liggende voor de woningen, door de firma Pauw en 't Hart overgedragen aan de gemeente. De verhuring van het gemeenteland (het vroegere Land Blad, thans geheten Emmapark) werd aan het college van B&W overgelaten. Telkenjare werd het verhuurd, de laatste jaren met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, in verband met een eventueel overgaan tot verkoop voor bebouwing, hetgeen het vorige jaar dan ook is geschied. Een tochtsloot lopende langs het Land Blad werd bij raadsbesluit d.d. november 1933 door de gemeente aangekocht; bij demping met ƒ 250 aan de Oude Polder worden betaald. Het gymnastieklokaal van de openbare lagere school te Delfgauw kon voor het eerst in 1935 verhuurd worden voor ƒ 60 per jaar aan de sportclub „Delfgauw" (twee avonden per week). In de gemeenteraadsvergadering van 18 mei 1934 werd besloten een terrein groot 400 m2 , gelegen aan de Stationsstraat, te verkopen aan de vereniging „Hel Groene Kruis", voor de som van ƒ 250, voor het stichten van een consultatiebureau. Het vorige jaar kwam in de maand oktober de nieuwe ambtswoning van de burgemeester, gelegen in het Emmapark (het vroegere Land Blad), klaar en werd aan burgemeester mr. dr. P. H. W. G. van den Helm verhuurd [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5].   
Op 12 februari 1937 wordt gemeld dat in verband met de nieuwe straatnamen hebben verschillende huizen enige tijd geleden andere huisnummers gekregen. Door de aanleg van nieuwe straten en de benaming van nog naamloze straten, werd met het geven van nieuwe huisnummers een betere en overzichtelijker indeling mogelijk [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5].  
Op 12 februari 1937 wordt gemeld dat de sterke toename van de verkeersintensiteit hier te lande zich begrijpelijkerwijs ook in deze gemeente heeft doen gevoelen. De opening van de grote verkeersweg Rotterdam-Delft [A13] bracht voornamelijk zorgen met zich voor wat betreft het politietoezicht. Voor de intensiteit van het verkeer is de weg door het dorp aan de smalle kant. Onrustbarende vormen nam de verkeersdrukte echter nog niet aan. Wel werden moeilijkheden ondervonden van parkerende auto's. Getracht werd in een geval beperking op te leggen. Pogingen tot het verkrijgen van parkeerruimte bleven helaas zonder resultaat. Tenslotte werd aan de Oostlaan een parkeerverbod ingevoerd voor één zijde van de straat. In December werd de Rijksweg Rotterdam-Delft op de legger der wegen geplaatst. Enige wegen en straten werden overgenomen. Bij raadsbesluit van 11 november 1931 werd besloten één van de scherpste van de vele bochten in de zo smalle weg naar de Oude Leede af te ronden. Buiten het grondwerk bedroegen de kosten hiervan ƒ 500. Bij raadsbesluit van 23 februari 1932 werd besloten over te gaan tot bestrating van een gedeelte van het Noordeinde van Delfgauw, over een lengte van 146 meter en ter breedte van 5 meter. De kosten werden geraamd op ƒ 3.100. Bij raadsbesluit van 28 februari 1934 werd besloten tot reconstructie van de Stationsweg en een gedeelte van de Zuid- en Noordeindseweg. Deze wegen zouden worden geteerd. De kosten werden uit de kapitaaldienst bestreden. Bij raadsbesluit van 15 januari 1935 werd besloten tot gedeeltelijke asfaltering van de Oudeleedeweg  [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5].  
Op 18 februari 1937 wordt gemeld dat het gedeeltelijk parkeerverbod in de Stationsstraat door de automobilisten nog al eens wordt overtreden. Dit doen zij echter meestal niet opzettelijk, doch uit noodzaak. Wat is namelijk het geval? De gemeente heeft geen parkeerterrein.... Misschien zou het terrein achter het station gelegen hiervoor kunnen worden gebruikt [Delftsche Courant 18 februari 1937, blz. 10]. 
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat langs het eerste gedeelte van de Hesselt van Dinterlaan beplanting is aangelegd, o.a. met rhododendrons. Buiten de perken zijn nog enige heesters geplant. Met het tweede gedeelte zal in de loop van deze week een aanvang worden gemaakt [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat de aanbesteding voor het doortrekken van straten in het Emmapark, begin april zal plaatsvinden [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Op 19 maart 1937 wordt bericht dat het eerste gedeelte van de lang verbeide autosnelweg 's-Gravenhage - Utrecht half april voor het verkeer zal worden opengesteld. Voorlopig leidt deze weg niet verder dan tot het Station Zoetermeer - Zegwaard, waar de afritten uitmonden op de weg Pijnacker - Zoetermeer. Thans zal het doorgaande verkeer 's-Gravenhage - Utrecht bij de openstelling van het wegvak Voorburg - Zoetermeer nog weinig baat vinden. Pas wanneer in de zomer van 1938 tot aan de brug over de Gouwe kan worden gereden en vanaf daar langs een nieuwe verbindingsweg Gouda en vervolgens (via een tol) langs de inmiddels verbeterde provinciale weg Gouda - Haastrecht - Oudewater - De Meern tenslotte de Domstad kan worden bereikt, zal de kostbare nieuwe autostrada haar rente voor het zwaar belaste motorverkeer beginnen op te brengen. Het zal nog tot de zomer van 1940 duren, voordat de autosnelweg tot Utrecht geheel gereed zal zijn [Delftsche Courant 19 maart 1937, blz. 9].
Op 8 april 1937 wordt gemeld dat door de gemeenteraad zal worden aanbesteed de aanleg van de straat en bijbehorende werken in het Emmapark. Op vrijdag 16 april 1937 zal de aanbesteding plaatsvinden ten gemeentehuize om 14.30 uur. Woensdag 14 april 1937 worden de aanwijzingen verstrekt. Tekeningen en bestek zijn vanaf heden ter secretarie verkrijgbaar [Delftsche Courant 8 april 1937, blz. 10].
De burgemeester van Pijnacker maakt op 15 april 1937 bekend, dat bij besluit van Gedeputeerde Staten van 24 maart 1937 de uitbreidingsplannen voor Delfgauw en Pijnacker met de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften, zijn goedgekeurd en voor een ieder ter secretarie ter inzage liggen [Delftsche Courant 15 april 1937, blz. 9].
Op 18 juni 1937 wordt bericht dat de riolen, die in een zeer vervuilde toestand verkeerden, thans zijn schoongemaakt. De inwoners hebben tevens van gemeentewege een circulaire ontvangen, waarin aangedrongen wordt op een geregeld schoonmaken van de beer- of bezinkingsputten. Inderdaad is dit zeer gewenst, daar wanneer de beerputten niet geregeld geledigd worden, er een onhoudbare toestand zou optreden. De beerputten zullen toch hopelijk wel zo langzamerhand verdwijnen en plaats maken voor een meer hygiënische riolering !  [Delftsche Courant 18 juni 1937, blz. 6]. 
Op 26 juli 1937 wordt gemeld dat een open gedeelte grond, uitkomende aan de Noordeindseweg, begrepen in het stratenplan grenzende aan de Post v. d. Burgstraat zal in exploitatie worden gebracht. Deze nieuwe straat zal komen te liggen tussen de bestaande huizenreeks aan bovengenoemde weg [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2].
Op 30 juli 1937 is in de raad aan de orde de van de heer Th. Joosse ontvangen aanvraag om hem te verkopen het bouwterrein, gelegen in de Stationsstraat naast het Groene Kruis voor de bouw van twee winkels met daarboven twee woningen. Aanvrager is bereid f 5,- per m² te betalen. De heer Bregman is sterk gekant tegen de verkoop van deze grond en wil deze liever reserveren om er later een flinke toegangsweg naar het toekomstige Raadhuis in het Emmapark over aan te leggen. De voorzitter is het met de heer Bregman niet eens en vreest dat het nieuwe raadsplein door deze straat in het gedrang zou komen. De heer van der Leeuw merkt op dat de kosten van de aanleg van een plein zeer hoog zijn en schat ze op ƒ 9000,-. Spreker vraagt zich af wat er dan nog voor het raadhuis zelf over blijft. De heer Noorland meent, dat men zich nog niet te veel in een toekomstig raadhuis moet verdiepen, gezien de kosten ad ƒ 50.000.-. De heer Huisman wil de helft van de grond behouden, daar ook hij vreest dat de aan te leggen toegangsweg naar het Emmapark te smal zal worden. De heer Lalleman oordeelt dat men met de aanleg van deze nieuwe toegangsweg zo langzamerhand van een wespennest of doolhof kan gaan spreken. De voorzitter wijst erop, dat in het uitbreidingsplan de Stationsstraat uitdrukkelijk wordt aangewezen als hoofdwinkelstraat. Krijgt men nu in de Stationsstraat twee moderne winkelpanden, dan zullen de andere winkeliers wel volgen. De heer Huisman vreest dat er met dit alles geen plaats voor een parkeerterrein zal overblijven. Wethouder Sonneveld deelt mee, dat hij een deskundige heeft geraadpleegd, die hem de verkoop van deze grond heeft aangeraden. De heer F. van de Burg meent, dat de middenstand hiermee benadeeld wordt. Hoewel de heer van der Leeuw geen bewonderaar van grootbedrijven is, kan hij toch het standpunt van de heer van de Burg niet delen. In Pijnacker heerst een tekort aan winkelpanden, zodat de mensen gewone huizen tot winkel moeten inrichten. Na stemming wordt het voorstel van B&W aangenomen [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5]. 
Op 2 augustus 1937 wordt gemeld dat de uitslag van de ten raadhuize gehouden aanbesteding als volgt is: v. d. Burg ƒ 890,33; Verbakel ƒ 834,-; Hogerwaard ƒ 834,-; Lagerweij ƒ 783,-. Het betreft hier het aanleggen van een hek in het Emmapark aan de achterzijde van de woningen van de Stationsstraat. De begroting van de gemeente-opzichter, de heer Zuurmont, luidde f 800,-. Het werk is aan de laagste inschrijver gegund [Delftsche Courant 2 augustus 1937, blz. 8]  
Naar wij op 9 augustus 1937 vernemen zullen er in de pas gereed gekomen straat door het Emmapark negen lantaarnpalen geplaatst worden [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8]. 
Op 31 augustus 1937 wordt gemeld dat sinds geruime tijd het wegvlak van de Noordeindseweg ter hoogte van de heer D. v. d. Kooi, een groot gevaar voor het verkeer oplevert. Door het overdwars openbreken ten behoeve van een nieuwbouw is een groot gat over de gehele breedte ontstaan, waardoor struikelingen, goederenverlies, enz. aan de orde van de dag zijn. Een waarschuwing om erger te voorkomen is hier wel op haar plaats [Delftsche Courant 31 augustus 1937, blz. 2].
Op 6 september 1937 wordt gemeld dat de enige verbindingsweg tussen Pijnacker en Nootdorp in een erbarmelijke toestand verkeert. Het gedeelte in de gemeente Nootdorp is bijna onberijdbaar, zowel voor fietsers als voor auto's. Het wegdek vertoont hier grote gaten en kuilen, terwijl de dikke grindlaag het slipgevaar groot maakt. Het Pijnackerse gedeelte van deze weg steekt hierbij gunstig af; het geasfalteerde wegdek is vrij effen en verkeert in een goed onderhouden staat. Het wordt tijd dat men in Nootdorp eens wat meer aandacht esteedt aan deze belangrijke weg, die Nootdorp met Pijnacker en Delft verbindt. Vooral nu de nieuwe weg naar Utrecht reeds tot Zoetermeer gereed is gekomen, is het verkeer over genoemde weg sterk toegenomen. Immers, de meeste auto's gaan nu niet meer over Rijswijk en Delft, doch over Voorburg en de nieuwe weg van Den Haag naar Nootdorp en Pijnacker. Het is te hopen, dat deze verbindingsweg verbeterd wordt en dus niet al te erg zal afsteken bij de nieuwe weg naar Utrecht [Delftsche Courant 6 september 1937, blz. 7] 
Bij de rondvraag op 24 september 1937 vestigt de heer Lalleman de aandacht van de burgemeester op de vele auto's die steeds in de Stationsstraat staan ondanks het parkeerverbod. Maakt de politie hiervan nooit een proces-verbaal op? De voorzitter wijst op het ontbreken van een behoorlijke parkeergelegenheid. De heer Huisman oefent kritiek op de slechte bomen langs de Oostlaan. De heer Van Winden merkt op, dat het rijwielpad langs de Vlielandseweg veel te smal is geworden, doordat men buiten de heg bomen is gaan planten. De voorzitter belooft de aandacht van Gedeputeerde Staten hierop te vestigen. De heer Lalleman wil van de Stationsstraat een winkelstraat maken, maar deze uit het Emmapark weren   [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 
Op 21 oktober 1937 wordt gemeld dat de bewoners van de Noordeindseweg hebben bij het gemeentebestuur een adres ingediend om de sloot langs bovengenoemde straat te dempen en te veranderen in een rioleringsstelsel. De provincie heeft het voornemen om het laatste gedeelte van de sloot langs de Pijnackerseweg tot de hoek van de Noordeindseweg te dempen en hier rioolbuizen aan te leggen. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat deze beide werken tegelijkertijd zullen worden uitgevoerd. [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 10]
Op 21 oktober 1937 wordt gemeld dat de heer G. v. d. Burg te Delfgauw bij het gemeentebestuur van Pijnacker een plan heeft ingediend om een nieuwe straat aan te leggen. Het betreft hier de doortrekking van de Post v. d. Burgstraat. Vermoedelijk zullen aan deze straat een tiental huizen worden gebouwd [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 7] 
De heer Huisman informeert op 29 oktober 1937 in de raad of van Provinciewege reeds andere bomen langs de Oostlaan zullen worden gezet. De voorzitter zegt toe, dat hij bij de provincie hierop zal aandringen [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7].
Op 11 november 1937 wordt bericht dat het uitbreidingsplan voor het oude dorp Pijnacker en Delfgauw thans is goedgekeurd. Het “Uitbreidingsplan in Hoofdzaken” is thans in een vergevorderd stadium [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6].
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat de Overgauwseweg momenteel in een zeer slechte toestand verkeert. Het onderhoud van deze weg berust bij de zgn. aangelanden, die hun onderhoudsverplichtingen echter niet nakomen. Er bestaan thans plannen om deze weg aan de gemeente af te staan tegen een zeker bedrag. Naar wij uit betrouwbare bron vernemen zijn thans reeds vier eigenaren hiertoe bereid  [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6].
Op 14 december 1937 wordt gemeld dat de Overgauwseweg sedert geruime tijd in desolate toestand verkeert en dit is voornamelijk het gevolg van het niet nakomen van de onderhoudsplichten door de aangelanden. Het college is nu van oordeel, dat het overbrengen van de onderhoudslast op de gemeente de enige juiste methode is om een behoorlijke weg te houden. De heer J. Termorshuizen is bereid het onderhoud aan de gemeente over te dragen; de lengte van deze strook weg bedraagt 96 meter en de afkoopsom is in onderling overleg bepaald op ƒ 175. Ook met de opvolgende eigenaar, de heer F. Ruijgt, heeft het gemeentebestuur onderhandeld en het college van B&W stelt voor de ineens te storten som aan deze eigenaar op ƒ 87,50 te bepalen [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2].  De Raad hecht op 14 december 1937 zijn goedkeuring aan het voorstel van B&W om een deel van de Overgauwseweg, toebehorend aan de heer J. Termorshuizen en de heer F. Ruijgt, over te nemen  [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].


In het gemeentearchief bevindt zich een legger van de wegen buiten de bebouwde kom uit 1937-1938

koop en verkoopOp 6 april 1937 staat te koop een pracht nest Pekingeesjes, 10 weken oud. Billijke prijs. Adres : de Goede, Vlielandseweg 79, te Pijnacker. Tel. 91 [Haagsche Courant 6 april 1937, blz. 3].
Op 12 april 1937 is te koop een mooi goed onderhouden Essex Super Six. Weinig en door eigenaar zeIf bereden. Donkerblauw, elk aannemelijk bod. Wegens overcompleet spoed! Bevragen bij K. van Herk, Stationsstraat 57, Pijnacker [Haagsche Courant 12 april 1937, blz. 16]
Op 7 juni 1937 is te koop een motorfiets, B.S.A., Zijkleppen, goede conditie, geheel compleet ƒ 185. W. de Groot, Westlaan 9, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 7 juni 1937, blz. 22]
Op 13 juli 1937 is per direct te koop een w. o. auto, 5 p.k.. H. D. met nog nieuwe banden, duo, kilometertelIer, en nog wegenbelasting en leren motorpak. Voor ƒ 135.-. Te bevragen: K. van Herk, Stationsstraat 57, Pijnacker [Haagsche Courant 13 juli 1937, blz. 16]
Op 21 juli 1937 is per direct te koop een Harley Davidson 5 p.k., geheel uitgerust,  wegens aanschaffing van een auto overcompleet, ƒ 90 met wegenbelasting. Bevragen op: Stationsstraat 57, beneden, Pijnacker [Haagsche Courant 21 juli 1937, blz. 4]
Op 27 juli 1937 wordt te koop aangeboden twee tandems met lamp, zijn alle even in verhuur geweest.. Tegen zeer billijke prijs, f 55 en f 65. H. Pluijm, W. van Windenstraat 3, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 27 juli 1937, blz. 8; Rotterdamsch Nieuwsblad 5 augustus 1937, blz.. 18].
Op 14 augustus 1937 is te koop een  B.S.A. motor,  3½ p.k. Ziet er uit als nieuw, voor de spotprijs ƒ 175, met wegenkaart. Te bevragen bij W. de Groot Jr., Westlaan 9 in Pijnacker [Haagsche Courant 14 augustus 1937, blz. 3]. 
Op 4 september 1937 is een nest Pekingezen te koop, met stamboom nestkeuze, acht weken oud. Pijnacker Vlielandseweg 57 [Delftsche Courant 4 september 1937, blz. 8].

Op 7 oktober 1937 wordt te koop gevraagd oud glas en oud ijzer in elke hoeveelheid tegen de hoogste marktprijzen. Vraagt de prijs bij: T. v. d. Elst, Kerkweg 71, Pijnacker Telef. 118 [Delftsche Courant 7 oktober 1937, blz. 8].
Op 11 oktober 1937 wordt gevraagd een motor, liefst van een particulier, 2½ p.k., k.k., niet ouder dan 1934. Geen luxe prijs. Adres: Stationsstraat 57, Pijnacker [Haagsche Courant 11 oktober 1937, blz. 7]  Op 2 november 1937 is te koop een „Matchless" motorrijwiel, 350 c.c., zijklepper, elektrische verlichting, prima banden, prijs ƒ 55.-. L. Ravenek, Katwijksestraat 62, Pijnacker [Delftsche Courant 2 november 1937, blz. 4]
Op 4 november 1937 wordt te koop aangeboden een luidspreker, zo goed als nieuw, spotkoopje. Bevragen: Westlaan 47, Pijnacker [Delftsche Courant 4 november 1937, blz. 11]
Op 21 december 1937 is een tandem te koop 26x2, Ballonbanden als nieuw. Moet weg ƒ 35. H. Pluijm, Kerkweg 70, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 21 december 1937, blz. 8]


landbouw en tuinbouwIn mei 1937 heeft de minister van landbouw en visserij tot leden van het bestuur van de stichting landbouwcrisisorganisatie voor Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, herbenoemd met ingang van 7 mei 1937 de volgende, op die datum periodiek aftredende bestuursleden: (...) en E. Huysman te Pijnacker. [De Dordrechtsche Courant 5 mei 1937, blz. 4]
Prof. de Vries, arbiter in het arbeidsgeschil in het tuinbouwbedrijf te Pijnacker, heeft in zijn uitspraak vastgesteld, dat voor het tijdvak van 17 juni 1937 tot en met 31 januari 1938 het weekloon voor de zwaardere gronden bedraagt ƒ 16.50 en vooi de lichtere gronden ƒ 16.- [Vereenigt u; orgaan van den Nederlandschen Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf, jrg 29, 1937, no 15, 24 juli 1937, blz. 8] 

Op 17 februari 1937 wordt bericht dat de tuinders niet kunnen stoken. De Kring van Veilingverenigingen R’dam, Berkel, Pijnacker, Veur, Leidschendam, Loosduinen enz. heeft in verband met de moeilijkheden die momenteel zijn ontstaan bij de aflevering van steenkolen voor de tuinbouwbedrijven, besloten, een bespreking te houden met de groothandelaren en het Centraal Bureau der Veilingen, benevens een audiëntie aan te vragen bij de Minister van Handel. Het feit doet zich namelijk voor, dat de kolenleveranciers tengevolge van de muntcorrectie, meer kolen naar het buitenland kunnen verzenden, waardoor niet de contracten met de tuinders worden nagekomen. Het betreft hier vooral de zogenaamde Nootjes 4 en de Brechcokes. De tuinders contracteerden ieder jaar op 12/12 contracten, en dus bij gedeeltelijke afleveringen. Nimmer werd hierop aanmerking gemaakt. Nu vertraging in de aflevering van kolen is ontstaan, komen vele kwekers in moeilijkheden, omdat zij niet volop kunnen stoken, hetgeen juist in het voorjaar zeer nodig ls. Aangezien in maart de contingenteringen aflopen, meende genoemde Kring, dat deze zaak thans ernstig moet worden bezien. Velen hebben op dit moment  grote tomatenplanten staan, en kunnen die niet uitplanten, omdat de kassen niet voldoende gestookt kunnen worden. Men hoopt alsnog een spoedige oplossing in deze toestand te kunnen verkrijgen [De Nederlander 17 februari 1937, blz. 8]
Op  13 april 1937 werden de eerste tomaten aangevoerd door de heer P. Bregman. Ze brachten 35 cent per pond op. De 35 cent van toen zou nu f 9,21 zijn ofwel € 4,18. Een pond tomaten ligt nu voor € 0,89 tot € 1,74 in de winkel [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3]. 
Op 15 april 1937 wordt gemeld dat door de steeds groter worden aanvoer van sla met ingang van maandag 19 april a.s. de veiling om 10.30 uur zal aanvangen [Delftsche Courant 15 april 1937, blz. 9].
Op 24 april 1937 werden de eerste komkommers aangevoerd door de tuinder C. Sonneveld Gzn. Zij brachten ƒ 0.13 per stuk op [Delftsche Courant 24 april 1937, blz. 7]
Op 27 april 1937 wordt bericht dat de aanvoer van sla was gisteren zo groot als nooit tevoren. Het grootste gedeelte werd verkocht voor export naar Duitsland. Deze sla moest in kratten verpakt worden, zodat dit alles bij elkaar een geweldige drukte gaf [Delftsche Courant 27 april 1937, blz. 8]
De Minister van Landbouw en Visscherij heeft op 3 mei 1937 besloten tot leden van het bestuur van de Stichting Landbouw-Crisis-Organisatie voor Zuid-Holland, gevestigd te 's Gravenhage,  met ingang van 7 mei 1937 te herbenoemen de navolgende, op die datum periodiek aftredende bestuursleden: J. Barendse te Poeldijk; J. Biemond te Bleiswijk; W. Boer, te Bodegraven; E. Huysman te Pijnacker: J. D. de Kok te Loosduinen en besloten met ingang van 7 mei 1937 te benoemen tot lid van het bestuur van deze Stichting: A. van 't Hart te Rotterdam [Ned. Stcrt. 4 mei 1937, nr. 84, blz. 2].
Op 11 mei 1937 wordt aangeboden plm. 380 roeden tuinland voor spruitenteelt. Aan 't zelfde adres wordt een jongen voor de tuin  gevraagd door van den Heuvel, Pijnackerseweg, Pijnacker  [Delftsche Courant 11  mei 1937, blz. 4]
Op 11 mei 1937 wordt gemeld dat in verband met de op Tweede Pinksterdag in het Westland en in Rotterdam en omstreken te houden groentenveilingen de Nederlandse Spoorwegen op maandag 17 mei 1937 voor afvoer van wagens groenten als snelgoed naar Duitsland extra goederentreinen zullen laten lopen van Delft, Pijnacker, Rodenrijs, Leidschendam-Voorburg en Rotterdam naar Bentheim en Kranenburg. Met de buitenlandse spoorwegen is de spoedige doorzending van de wagens naar hun bestemming geregeld. Nadere inlichtingen worden door de betrokken stations verstrekt. [Het Vaderland 11 mei 1937, blz. 6]
Op 8 oktober 1937 wordt gemeld dat de voormalige Conservenfabriek „De Kroon" wordt op rekening van de Coöperatieve Veiling „Pijnacker en Omstreken" verbouwd. Het gebouw zal verhuurd worden aan de firma Kruidenier te Rotterdam [Delftsche Courant 8 oktober 1937, blz. 12].
In december 1937 wordt in Den Haag een protestant-christelijke emigratiecentrale opgericht. De emigratie naar Canada en andere emigratielanden loopt sterk terug. Voor jongere tuinders zijn hier steeds minder mogelijkheden. Dit is de aanleiding voor een actie om Nederlandse tuinders naar Suriname te sturen. Het comité wil daarbij behulpzaam zijn. Lid van het voorlopig comité is burgemeester van der Helm uit Pijnacker. Hij kent Suriname goed. Hij is er jarenlang bestuursambtenaar geweest. Van der Helm meent, dat er voor de Nederlandsche jonge tuinders in Suriname goede kansen zijn weggelegd. Specìaal ziet hij mogelijkheden in de sinaasappel-  en grapefruitcultuur. De regering heeft de mogelijkheden van emigratie reeds in onderzoek. [De Dordrechtsche Courant 22 december 1937, blz. 2]
legerDe afdeling Pijnacker van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm zal woensdag 3 februari 1937 haar jaarvergadering houden in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg. De uitreiking van de brevetten en schietprijzen zal geschieden door de reserve-majoor J. P. Boots en de reserve-kaptein D.J. Karres, respectievelijk voorzitter en secretaris van dit district   [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
In het verenigingsgebouw aan de Kerkweg te Pijnacker hield gisteravond 3 februari 1937 de afdeling Pijnacker van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm haar jaarvergadering. Onder de talrijke aanwezigen merkten wij o.m. op: de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm; overste Boots, commandant van het Landstormcorps „Zuid-Holland West"; reservemajoor J. Kruls, voorzitter van de afdeling 's-Gravenhage van de Algemene Vereniging van Nederlandse Reserve-officieren; reserve-kaptein. D.J. Karres, secretaris van Zuid-Holland West; reserve-kaptein. J. Goldberg, eerste luitenant. H.J. Koning, adjudant van de Inspecteur van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm; en jhr. J. E. Hesselt van Dinter. De voorzitter van de plaatselijke commissie heette de aanwezigen hartelijk welkom. Spreker wees erop, dat de B.V.L. niet zonder reden een ereplaats inneemt in de harten van de bevolking. Dit instituut werd opgericht in roerige tijden, nl. in het jaar 1918. Waarom blijft dit instituut echter steeds groeien? Thans telt het reeds ruim 88.000 man! Tal van omstandigheden, zowel in het buitenland als in het binnenland, doen ons terugdenken aan het jaar 1918, toen ons land door een revolutie werd bedreigd. De gebeurtenissen in genoemd jaar, noemde mr. dr. van den Helm, een klap om de oren van het Nederlandse volk, dat toen aan het dutten was! Men kreeg toen plotseling het besef, dat er daadwerkelijk iets gedaan moest worden om de rust in Nederland te bewaren en de geestelijke en materiële goederen te behouden. In de B.V.L. leeft de gedachte aan ons Vaderland, die culmineert in ons Oranje Huis. Na de openingsrede van de voorzitter, werd staande het Wilhelmus door alle aanwezigen uit volle borst gezongen. De plaatselijk leider en tevens secretaris, de heer C. van Atten, deed vervolgens mededeling van de ingekomen stukken. Pastoor Sandvliet en kapelaan Cras hadden bericht van verhindering gezonden. Uit het jaarverslag van de secretaris bleek, dat de opvolger van kapelaan Egberts, kapelaan Cras, zijn benoeming tot bestuurslid had aanvaard. De filmvoorstelling, die o.a. de beëdiging van Prins Bernhard, de ondertrouw van het vorstelijk paar en de feestelijkheden rondom het Prinselijk huwelijk omvatte, viel bij de aanwezigen zeer in de smaak. Na de pauze sprak overste J. Boots, over de betekenis van de B.V.L.. Spreker memoreerde de tocht met de kruiser De Ruyter. Het verzoek werd onmiddellijk toegestaan; de commandant van de kruiser verklaarde met een gerust hart naar Indië te gaan, daar hij wist dat 88.000 landstormers waakten over zijn familieleden en vrienden. Overste Boots verklaarde het te betreuren, dat dit jaar slechts aan twee scherpschutters de brevetten konden worden uitgereikt. De beide scherpschutters waren de heren Frensch en Ermelens. De fraaie wisselbeker kwam voor één jaar in het bezit van de heer C. Mast. Reserve-kaptein Karres wees op het grote nut van de wekelijkse schietoefeningen. De B.V.L. maakte het de N.S.B. onmogelijk de scherpe tegenstelling te scheppen Nationaal-Socialisme of Communisme. Spr. noemde Rusland de grote stokebrand en waarschuwde voor de schijnbare zoetsappigheid van de C.P.H. Reserve-kaptein Karres betuigde nadrukkelijk, dat de B.V.L. geen vechtinstituut is doch een vredesinstituut. Spreker wees op de grote preventieve en pedagogische kracht die van de Landstorm uitgaan. De voorzitter van de plaatselijke commissie noemde de B.V.L. de geestelijke ruggengraat van ons land, waarvan de halswervel gevormd werd door de leiders. Nadat de secretaris van het Landstormcorps „Zuid-Holland West" de schietprijzen had uitgereikt, sloot ds. G. J. van Dingstee deze zeer geslaagde Landstormavond [Delftsche Courant 4 februari 1937, blz. 10] 
Op  11 maart 1937 wordt gemeld dat in de loop van de maand juni wederom gehouden zal worden de jaarlijkse collecte voor de gewapende dienst, de zogenaamde Waterloo-collecte [Delftsche Courant 11 maart 1937, blz. 2]. Op 11 mei 1937 wordt gemeld dat aan het eind van deze maand langs de huizen de collecte voor de gewapende dienst zal worden gehouden, die bekend staat onder de naam van de „Waterloo-collecte".  [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8].
Op 17 juni 1937 wordt gemeld dat de heer Hoogenboom, werkzaam ter gemeentesecretarie in Pijnacker, bij de betrouwbaarheidsrit van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm beslag heeft weten te leggen op de negende prijs. Aangezien de deelname vrij groot was en het traject zeer zwaar, is dit een fraaie prestatie [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 2]. 
Op 27 september 1937 wordt gemeld dat de burgemeester tot hoofd van de Luchtbeschermingsdienst van deze gemeente heeft benoemd de heer L. Verhoef, lid van de gemeenteraad en voorzitter van de C.H. Kiesvereniging  [Delftsche Courant 27 september 1937, blz. 6]. 
Mag een raadslid hoofd van de gemeentelijke luchtbeschermingsdienst zijn ? De heer Lalleman stelt in de raad van 29 oktober 1937 de vraag of het wel geoorloofd is, dat het raadslid Verhoeff tot hoofd van de luchtbeschermingsdienst in Pijnacker is benoemd. Spreker betwijfelt of deze functies wel verenigbaar zijn. De voorzitter belooft zulks te onderzoeken. De heer Verhoeff verklaart, dat hij met enige verbazing de woorden van de heer Lalleman heeft vernomen. Deze stap had van hem zelf moeten uitgaan en hij had deze kwestie liever zelf onderzocht. De heer Lalleman is het met de vorige spreker niet eens en meent dat een dergelijk onderzoek behoort tot de taak van B&W. De voorzitter meent, dat een schriftelijke vraag van de heer Lalleman meer gepast was geweest. De heer Lalleman merkt op dat de tijd hem daarvoor heeft ontbroken en hij thans helemaal niet onmiddellijk een antwoord op de door hem gestelde vraag verwacht. De heer Noorland vraagt of het van de heer Verhoeff niet wijs zou zijn indien deze voor genoemde functie tijdelijk bedankte. De voorzitter merkt op, dat de heer Verhoeff zelf niet kan bedanken en slechts de burgemeester hem kan ontslaan. Wanneer de voorzitter zegt, dat hij de kwestie eerst eens rustig wil onderzoeken, protesteren de heren Noorland en Lalleman hiertegen. Er wordt op gewezen dat er voor het gemeentebestuur grote onaangenaamheden kunnen ontstaan, indien blijkt, dat de heer Verhoeff onrechtmatig aan stemmingen in de raadszaal heeft deelgenomen. Nadat de heer Lalleman nog enige opmerkingen heeft gemaakt, trekt de burgemeester de benoeming van de heer Verhoeff in [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 7].
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat aangezien in onze gemeente de vraag is gerezen of de functie van raadslid samen mag gaan met die van hoofd van de Luchtbeschermingsdienst heeft burgemeester mr. dr. P. H. W. G. van den Helm de heer Verhoeff tijdelijk als hoofd van genoemde dienst geschorst.  [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]
In het gemeentearchief bevindt zich een alfabetisch register van ingeschrevenen voor de dienstplicht uit 1937

maatschappelijk hulpverleningOp 9 januari 1937 wordt bericht dat de drie aftredende leden van Maatschappelijk Hulpbetoon, de heren J. C. van der Leeuw, J. Bijsterveld en N. Boerefijn, alle drie herkozen zijn. Ten behoeve van de extra hulp aan werklozen in de gemeente Pijnacker zijn 55 dekens ontvangen. De uitdeling hiervan zal geschieden door het Comité voor Winterzorg. Van de soepuitdeeling hebben 488 personen gebruik gemaakt. Het ligt in de bedoeling van het Comité elke woensdag erwtensoep te verstrekken aan werklozen en ook aan andere personen, die hieraan behoefte hebben [Delftsche Courant 9 januari 1937, blz. 6]. 
Op 15 januari 1937 wordt bericht dat de heer S. v. d. Berg, adjunct-commies ter gemeentesecretarie van Pijnacker, die speciaal belast was met de steunverlening, arbeidsbemiddeling, e.d., is door B&W van Voorburg in gelijke functie aldaar ter secretarie benoemd. De heer D. Jansen, ambtenaar ter gemeentesecretarie, is tijdelijk belast met de afdeling steunverlening en arbeidsbemiddeling. Waarschijnlijk zal voor deze functie een nieuwe ambtenaar worden aangesteld [Delftsche Courant 15 januari 1937, blz. 3]. 
Op 16 januari 1937 wordt bericht dat de begroting van de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon dit jaar voor onderstandskosten een bedrag vermeldt van ƒ 4565,-; kosten geneeskundige diensten, etc. ƒ 4325,-; kosten van beheer en jaarwedden ƒ 753,50; onvoorziene uitgaven ƒ 356,50. Totaal bedrag van de geraamde ontvangsten ƒ 10.000 en een totaalbedrag van de geraamde uitgaven van ƒ 10.000 [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 11]
In de op 25 januari 1937 gehouden vergadering van de werkliedenvereniging „Eigen Hulp" in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis" vond wegens periodiek aftreden van enige bestuursleden een bestuursverkiezing plaats. De heren H. van Gessel, J. Kerklaan en B. Oosterom werden door de vergadering herkozen. De heer J.F. Tetteroo werd gekozen in de vacature van de heer Th.C. Tetteroo. De heer N. van Beurden kon tot zijn spijt niet langer achter de bestuurstafel plaats blijven nemen, daar hij de gemeente ging verlaten. In zijn plaats benoemde de vergadering de heer A. Lindeman. Uit het verslag van de kascommissie bleek, dat voor ziektegevallen een bedrag van ƒ 1080.- was uitgekeerd; het batig saldo van de vereniging bedroeg ƒ 1800.-. Het bestuur deelde verder nog mee, dat de uitkering van ƒ 5.- door de vereniging per week gehandhaafd bleef. De Werkliedenvereniging „Eigen Hulp" zal op dinsdag 2 februari 1937 een varia-avond organiseren [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 27 januari 1937 wordt gemeld dat de geldelijke bijdragen door donateurs voor gratis soepuitdeling, aan werklozen en noodlijdenden, zo nu en dan niet aan het juiste adres worden gezonden. Giften worden ingewacht bij jhr. J. Hesselt v. Dinter, Westlaan te Pijnacker [Delftsche Courant 27 januari 1937, blz. 4]. 
De burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, deelt op 29 januari 1937 mee dat het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden te 's-Gravenhage slechts geldelijke steun verleent aan personen die geen steuntrekkers zijn. Verder steunt het fonds alleen diegenen, die reeds een gedeelte van de geldelijke ondersteuning in de gemeente zelf ontvangen   [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
Op 12 februari 1937 wordt gemeld dat gedurende de periode 1931 t/m 1935  Maatschappelijk Hulpbetoon met een aantal leden werd uitgebreid. Bedroeg de subsidie in 1931 ƒ 5000 hetzelfde jaar werd het nog gebracht op ƒ 10.000, terwijl in latere jaren voortdurend extra subsidies werden gegeven. In 1933 werd een bedrag van ƒ 32.000 uitgekeerd In 1933 keerde het Nationaal Crisiscomité aan Maatschappelijk Hulpbetoon een bedrag uit, groot ƒ116.25 voor uitkeringen in natura, op voorwaarde, dat de gemeente eenzelfde bedrag ter beschikking zou stellen, hetgeen werd aanvaard. In 1934 kreeg het Crisiscomité een bedrag van ƒ 176,40 voor steun in natura, het Rijk stelde eenzelfde bedrag ter beschikking. In hetzelfde jaar werd het reglement van het Armbestuur aangevuld met een artikel bepalende de verplichting van B&W tot kasopname. Tot 1934 behoorde deze gemeente tot het gebied van de Armenraad te Delft. Op verzoek van de zijde van deze gemeente is zij sindsdien niet meer daarbij aangesloten [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5]. 
Op 13 februari 1937 wordt bericht dat  in 1932 de Rijksregeling werd aanvaard voor wat betreft de uitkering van steun. Over het algemeen had dit een verlaging van de uitgekeerde bedragen tengevolge. Vanaf 28 augustus 1932 ontving de gemeente een tegemoetkoming van 30% van het Rijk in de kosten van werklozenondersteuning. De loonnorm in verband met de werklozensteun werd in dat jaar vastgesteld op ƒ 20,-. [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]
Op 26 februari 1937 wordt bericht dat de heren H. Boerefijn, C. Bijsterveld en J.C.J. van der Leeuw hun benoeming tot lid van het bestuur van de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon hebben aangenomen [Delftsche Courant 26 februari 1937, blz. 2]. 
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat het bestuur van den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon het gemeentebestuur heeft bericht, dat de toegekende subsidie voor het jaar 1936 niet toereikend is en dat een verhoging van deze subsidie met ƒ 2000,- noodzakelijk is. Het college van B&W stelt in zijn pre-advies de gemeenteraad nu voor de subsidie in plaats van op ƒ 10.000,- op ƒ 12.000,- vast te stellen [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Op 25 maart 1937 wordt bericht dat het Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden te 's-Gravenhage, slechts geldelijke steun verstrekt aan personen, die geen steuntrekkers zijn en van wie verwacht mag worden, dat zij met een betrekkelijk gering bedrag uit de moeilijkheden kunnen worden geholpen. Deze geldelijke steun geeft het fonds alléén, indien in de gemeente voor het gevraagde doel reeds gedeeltelijk geld beschikbaar is. Aangezien in Pijnacker geen comité in samenwerking voor bijzondere noden bestaat, uit welker kas die aanvullende steun kan worden betaald, zal de aanvrager eerst moeten zorgen, dat hij die aanvullende steun, hetzij van particulieren, hetzij van Maatschappelijk Hulpbetoon, hetzij van een diaconie ontvangt. Daarna kan de burgemeester eerst een aanvrage aan het Nationaal Fonds doorzenden, nadat overigens de aanvrager alle inlichtingen heeft verstrekt  [Delftsche Courant 25 maart 1937, blz. 7]
De raad van 5 mei 1937 besluit voor de extra hulp aan de werklozen in het jaar 1937 (steunverlening B) een bedrag van ƒ 198 beschikbaar te stellen.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
De zo langzamerhand traditioneel geworden autotocht met de „Ouden van Dagen" heeft op woensdag 30 juni 1937 weer plaats gehad. Om half negen 's-morgens verzamelden zich een 24-tal particuliere auto's in de Stationsstraat, elk tot de laatste plaats met „Oudjes" en enige gebrekkige jongeren bezet. Om ca. 9.30 uur werd afgereden. De reis ging ditmaal naar Breda. Aan de grens van de gemeente Rotterdam gekomen werd de stoet opgewacht door twee Rotterdamse motoragenten, die de lange stoet veilig en wel door de drukke Maasstad heen leidden tot aan de grens van de gemeente Barendrecht. Vandaar ging het in gematigd  tempo, via het 's-Gravendeelse Veer naar de Moerdijk. Alvorens echter de nieuwe brug werd „genomen", werd eerst koffie gedronken in het restaurant bij het oude Moerdijkse veer. Om circa 13.00 uur werd Breda bereikt, alwaar in restaurant „Moderne" op de markt werd gedineerd, waarna men gelegenheid kreeg voor een kleine wandeling door de stad. Vervolgens ging het naar het Natuurbad bij Oosterhout. Jammer dat het zonnetje toen juist achter dikke wolken was weggekropen. Tot 17.00 uur werd in deze mooie omgeving vertoefd, waarna de terugtocht werd aanvaard langs dezelfde route, terwijl wederom in het Moerdijkse restaurant werd „opgestoken", ditmaal voor de thee ter begeleiding van de meegenomen broodjes. De dankbare passagiers lieten zich een en ander goed smaken en konden er nu weer tegen voor het verdere gedeelte van de terugtocht, waarbij ook weer de Rotterdamse verkeerspolitie haar zeer gewaardeerde medewerking verleende. Om ongeveer 20.30 uur werd de kom van de gemeente Pijnacker weer bereikt, alwaar de stoet werd opgewacht door de muziekvereniging „Excelsior", waarna de stoet een rondje door het dorp reed onder de vrolijke tonen van pittige marsen van „Excelsior", van wie de leden zich door de inmiddels in stromen neerplensende regen niet lieten ontmoedigen, doch er lustig op los bliezen. In het café van de heer Schuring werd een laatste „dronk" genuttigd op het welslagen van deze door de Oudjes bijzonder gewaardeerde dag. Namens deze worden enige woorden van dank gericht door de heer Hoogendijk tot de commissieleden en de chauffeurs. In vrolijke stemming ging men hierna uiteen en werd ieder oudje naar zijn of haar huis teruggebracht. Van de gehele tocht werd een film opgenomen door Dr. van der Horst, die maandagavond 5 juli 1937 om 20.00 uur in café-rest. „Van Ouds het Raadhuis" zal worden vertoond, voor de deelnemers aan deze tocht [Delftsche Courant 1 juli 1937, blz. 7]
Op 25 september 1937 zal er in Pijnacker een speldjesdag worden gehouden voor Valkenheide, het opvoedingsgesticht van de Nederlands Hervormde Kerk  [Delftsche Courant 1 september 1937, blz. 7]
Op 24 september 1937 vergadert de raad. De afdeling Pijnacker van de R.K. Volksbond heeft het gemeentebestuur om een adhesiebetuiging verzocht voor een door die afdeling aan de minister van Sociale Zaken gericht adres. Het college van B&W acht het echter in dit stadium niet gewenst een uitspraak te doen, doch is bereid de zaak in overweging te nemen, zodra van de zijde van de minister hiertoe een verzoek wordt gedaan. De heer v. d. Leeuw licht het adres uitvoerig toe. Spreker wijst op de zware tijd, die de werklozen in Pijnacker thans moeten doormaken. Een oplossing zou zijn, indien men Pijnacker in een hogere klasse indeelde. De onderhoudskosten in deze gemeente zijn hoger dan die in andere gemeenten uit dezelfde klasse. Spreker wijst voorts op de hoge huren. De heer Huisman is eveneens van oordeel, dat de huren van de huizen veel te hoog zijn. Het leven op het platteland is trouwens toch veel duurder dan in de steden, aldus spreker. De heer Noorland wijst op de hoge lasten die op de huiseigenaren rusten, o.m. de straatbelasting. De heer Lalleman wil eveneens leniging van de noden van de werklozen. De voorzitter voelt er niet veel voor om een adhesiebetuiging te verstrekken. Dan kan wel iedereen komen om een adhesiebetuiging, b.v. een badvereniging, aldus de burgemeester. De voorzitter verklaart zich echter bereid een onderzoek naar de huren te doen instellen en eventueel met een voorstel tot wijziging van de straatbelasting te zullen komen. De Woningbouwvereniging zal binnenkort hoogstwaarschijnlijk haar huren verlagen !  [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 
Op 18 oktober 1937 wordt bericht dat het comité voor Winterhulp in Pijnacker zich met een oproep heeft gericht tot de gemeentenaren om gedragen, in behoorlijke staat verkerende kleding, dekking en schoeisel voor mannen, vrouwen en kinderen ter beschikking te stellen van het comité. Op woensdag 20 oktober zullen de goederen worden opgehaald. Met het oog op het mogelijk vermaken of repareren van de goederen zal daarbij tevens een collecte worden gehouden [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]
Op 9 november 1937 wordt gemeld dat naar aanleiding van de oproep van de echtgenote van de burgemeester, mevrouw Van den Helm, zich in onze gemeente een damescomité heeft gevormd, dat ervoor zorgen wil, dat moeders, die minder met aardse goederen bedeeld zijn en in de maand januari een kleine verwachten, extra zullen worden bedacht. A.s. moeders, die voor deze feestgave in aanmerking wensen te komen kunnen zich schriftelijk of mondeling bij het bestuur aanmelden. Er zal in de loop van de maand huis aan huis worden gecollecteerd en het bestuur hoopt van harte, dat het resultaat zodanig zal zijn, dat vele arme gezinnen gelukkig kunnen worden gemaakt. Het bestuur is als volgt samengesteld: Mevr. Van den Helm, voorzitter; mevr. Goldberg, secretaresse; mevr. Plet, penningmeesteresse. Het adres voor aanmelding is: Mevr. Goldberg, Pijnackerseweg [Delftsche Courant 9 november 1937 blz. 8].Op 11 november 1937 wordt bericht dat tot het Comité, dat zich heeft gevormd om in verband met de a.s. blijde gebeurtenis in het Vorstelijk gezin a.s. moeders met een baby-uitzet te verrassen, hebben thans de volgende dames zitting genomen: mevr. Heijmerikx, mevr. Goldberg, mevr. Plet, mevr. Hesselt van. Dinter, mevr. v. d. Helm, mevr. Meijer, mevr. Dingstee en mevr. Sonneveld [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6]. In de week van 15 november 1937 en in de volgende week zal er gecollecteerd worden voor het reeds bekend gemaakte doel. Degenen, die graag iets willen maken voor de luiermanden of gaven in natura wensen te geven, worden vriendelijk verzocht deze te willen bezorgen bij één van de navolgende comitéleden: mevr. W.H.W.G. van den Helm, mevr. A.H. Goldberg, mevr. C. Plet, mevr. dr. J.A. Bos, mevr. ds. J.G. van Dingstee, mevr. J.M.M. Heijmerikx, mevr jhr. J.E. Hesselt van Dinter, mevr. Krijger, mevr. ds. J.A. Meier, mevr. J. Mast (Oude Leede), mevr. B. Noorland, mevr. Ruigrok (Overgauw), mevr. Th. Schotte (Oude Leede), mevr. C. Sonneveld (Pijnackerseweg). Moeders, die voor deze feestgave in aanmerking wensen te komen, kunnen zich aanmelden bij het bestuur [Delftsche Courant 16 november 1937, blz. 8]. De totale opbrengst van de huis-aan-huiscollecte bedraagt ƒ 205,32. Ingezetenen, die vergeten zijn, of niet thuis waren worden vriendelijk uitgenoodigd hun gaven alsnog af te willen geven bij de penningmeesteres mevr. M. Plet-du Chattel, Westlaan, Pijnacker [Delftsche Courant 1 december 1937, blz. 3]. Naar wij op 15 december 1937 vernemen wordt thans alles in orde gemaakt voor de a.s. uitdeling bij de blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin. De collecte, die ƒ 205,- heeft opgebracht, zal aangewend worden om de verschillende baby-uitzetten mee te bekostigen. De voorzitter deelt op 14 december 1937 nog mee, dat voor de a.s. blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin ongeveer ƒ 150,- zal moeten worden uitgetrokken op de nieuwe begroting om de schoolkinderen te kunnen trakteren.  [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].

Op 11 november 1937 wordt bericht dat de eerste vergadering van de plaatselijke Commissie voor Steunverlening aan kleine boeren heeft  plaatsgehad. Deze eerste bijeenkomst van de commissie werd gepresideerd door wethouder G. Sonneveld. De boeren werden vertegenwoordigd door de heer Th. van Leeuwen, terwijl de landbouwarbeiders waren vertegenwoordigd door de heer Olieman. De eerste aanvragen om steun werden in behandeling genomen [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6]. 
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat de gemeente Pijnacker over de jaren 1935 en 1936 uitgekeerd heeft aan armenzorg respectievelijk ƒ 9.173,35 en ƒ 11.399,82. Over de eerste drie kwartalen van het jaar 1937 werd door Maatschappelijk Hulpbetoon ƒ 8256,— uitgekeerd. Wij menen, dat de gemeente Pijnacker met deze cijfers in een gunstige verhouding staat tot een groot aantal andere gemeenten  [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6] 
Op vrijdag 10 december 1937 zal de Vereniging „Winterzorg" uit Pijnacker een algemene ledenvergadering houden in de zaal van de heer van Schie. De agenda luidt als volgt: Jaarverslag secretaris, idem penningmeester, verslag commissie tot nazien van de boeken, verkiezing twee bestuursleden wegens periodiek aftreden van de heren A. de Ruiter en J. Vink, verkiezing van een lid in de commissie tot nazien van de boeken, benoeming twee leden voor de commissie van aankoop, aftreden A. Helden en B. Groen, aanstelling van boden [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 3]. Met voldoening constateerde de voorzitter, de heer Van der Stoep, de sterke vooruitgang van de vereniging. Tevens was het sparen met 50%. toegenomen. De notulen werden onveranderd goedgekeurd. Het jaarverslag van de penningmeester wees uit, dat er aan inkomsten ƒ 6291,89 en de uitgaven ƒ 5609,66 zijn geweest. Het batig saldo bedroeg ƒ 192,33. De omzet heeft bedragen 1800 hectoliter brandstoffen en 451 hectoliter aardappelen. Wegens periodiek aftreden werden de heren A. de Ruiter en J. Vink met grote meerderheid van stemmen herkozen. De heer de Ruiter nam zijn herbenoeming slechts voor één jaar aan. Tot leden in de commissie van aankoop werden gekozen de heren T. Versteeg en P. Rensen. Wegens bedanken van de heer Blijleven als bode, werd benoemd de heer Bergshoef [Delftsche Courant 11 december 1937, blz. 6]  
Op 13 december 1937 wordt bericht dat de rekening over het jaar 1936 van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon sluit met een bedrag van ƒ 44.375,15 aan ontvangsten en uitgaven [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Op 13 december 1937 wordt bericht dat het bestuur van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon verzoekt het aan die dienst toegekende subsidie over het jaar 1937, groot ƒ 9500,- te willen verhogen met ƒ 1500,- aangezien uit de thans ten dienste staande gegevens is gebleken, dat de toegekende subsidie ontoereikend is. Het college van B&W. stelt de raad nu voor het verhoogde subsidiebedrag ad ƒ 1500,- te verlenen. [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Per 1 januari 1938 treden volgens rooster de heren J.P. Lalleman en C. Sonneveld af als lid van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. B&W hebben nu de volgende voordrachten samengesteld: vacature Lalleman: 1. J. Lalleman; 2, C. van der Vaart; vacature Sonneveld: 1. C. Sonneveld; 2. C. Kentie.  [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7]. Op voordracht van het college van B&W worden de heren Lalleman en G. Sonneveld herkozen tot leden van Maatschappelijk Hulpbetoon  [Delftsche Courant 1 december 1937, blz. 8]

Op 18 december 1937 wordt gemeld dat in onze gemeente momenteel een ernstige ontstemming is gerezen over de wijze van verdeling van goederen in natura, kledingstukken, etc., door de Commissie voor Winterhulp en die voor de zogenaamde steunregeling B. De ontevredenheid onder degenen die voor deze uitdelingen in aanmerking komen of menen te komen is zeer groot. De meeste klachten komen in hoofdzaak hierop neer, dat juist die mensen bedeeld zijn, waarvan de noodzakelijkheid niet vast stond. Tevens worden de commissies verweten bepaalde groepen te hebben bedeeld. Naar men ons mededeelt was de termijn van openstelling nog niet eens verstreken en toen waren de goederen reeds allemaal verdeeld. Wij hopen en vertrouwen, dat oordeelkundig en grondig wordt onderzocht wie voor deze steun in aanmerking komen. De mooie particuliere liefdadigheid mag toch vooral niet in het gedrang komen! [Delftsche Courant 18 december 1937, blz. 6].



misdaadDe Haagse rechtbank heeft de veehouder J.H. van V. uit Pijnacker wegens bedrieglijke bankbreuk veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf van welk vonnis hij op 12 januari 1937  in hoger beroep terecht stond. Verdachte, die eigenaar was van een boerderij met veestapel, had indertijd met zijn familie, deelgerechtigd in zijn boedel, een overeenkomst gemaakt waarbij hij in geval van onteigening van zijn boerderij door de staat, het meerdere van de opbrengst boven een vastgesteld bedrag met die familie zou delen. Hij wachtte evenwel die onteigening niet af en verkocht de boerderij onderhands aan de staat, waarmee hij zich aan zijn verplichting tot afrekening met zijn familie ontslagen achtte. Deze stelde echter een vordering tegen hem in en vroeg daarna zijn faillissement aan. Toen heeft verdachte aan de curator verzwegen, dat hij de veestapel voor ƒ 1800 had verkocht. Hij zei nu, evenals hij in eerste instantie beweerd had, dat hij zo dom was geweest om een slecht advies op te volgen. De advocaat-generaal mr. L.J.B. Vermeulen zei moeilijk te kunnen aannemen dat hier alleen maar sprake is van domheid, omdat verdachte tevoren alles wel had overwogen. Evenwel wilde spreker rekening houden met de omstandigheden waaruit blijkt, dat verdachte, die voorheen niet gestraft is, geluisterd heeft naar verkeerde adviezen en mede met het feit dat de familie achteraf heeft verklaard dat zij maatregelen tegen verdachte zou hebben genomen indien zij de gevolgen daarvan hadden kunnen voorzien. Het gepleegde feit blijft evenwel hoogst ernstig. Spreker vroeg bevestiging van het vonnis, echter met aftrek van het voorarrest. Mr. Herbert Polak verzocht het Hof een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, ofwel een straf gelijk aan de reeds ondergane preventieve hechtenis. Het Hof zal op 27 januari 1937 uitspraak doen [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 3]. Het hof vermindert de straf naar zeven maanden met aftrek van voorarrest [De Dordrechtsche Courant 28 januari 1937, blz. 10].
Op 13 januari 1937 worden M.W., J.O. en C. v.d. D., allen uit Pijnacker, door de kantonrechter veroordeeld tot een boete van f 5 subs. 3 dagen wegens overtreding van de Keur Polder Berkel [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 3].
Op 16 januari 1937 wordt bericht dat door de veldwachter van Delfgauw en die van Pijnacker een zekere M. uit Delft is bekeurd inzake overtreding van de Visserijwet. Hij viste met een elger, een zeer wreed en bij de wet verboden vistuig. De elger, ook aalgeer of palingsteker genoemd, werd in beslag genomen [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 3].
Bij de politie is op 19 januari 1937 aangifte gedaan van ontvreemding van een rijwiel, dat voor een pand aan de Westlaan stond. Over het algemeen komen in deze plattelandsgemeente zeer weinig diefstallen voor [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 4]
Op 21 januari 1937 wordt bericht dat op die dag een automobilist uit Rotterdam terechtstaat. Hij had door verregaande onachtzaamheid onder Pijnacker een rechts van de weg stilstaande vrachtauto aangereden. De auto was voorzien van een rood achterlicht, maar verdachte verzekerde dit niet gezien te hebben. O.M.: U hebt toch zeker 80 à 90 kilometer gereden. Uw auto is zo ongeveer gehalveerd. Verdachte.: Nee, edelachtbare, ik reed hoogstens 45 kilometer. Ik heb het rode licht niet gezien, misschien door het schijnsel van een tegenligger. De eigenaar van de „gehalveerde" vrachtauto verklaarde, alle nodige voorzorgsmaatregelen genomen te hebben, toen hij zijn auto stilzette. De as was namelijk gebroken. Getuige had een rode lamp van het grootste formaat achter aan de auto gehangen. „Hoeveel reed de verdachte volgens U?" vraagt de ambtenaar. Getuige: „80 kilometer schat ik." O.M. tot verdachte: “Dat is wat anders hè?" Volgens getuige kan verdachte niet door het licht van een tegenligger verblind zijn. Wel stond er een motorfiets met brandende koplamp op het rijwielpad, maar die straalde geen fel licht uit. Een andere getuige, die daarna gehoord werd, bevestigde verklaringen van zijn voorganger. Kantonrechter: „Hoe snel reed verdachte ?" Getuige: Nou, ik kan geen snelheid bepalen, maar hij reed een flinke gang! Het O.M. krijgt de indruk, dat verdachte schandalig hard heeft gereden. Wat voorts spreekt uit de ernstige beschadiging van de auto, waarmee verdachte reed. Bovendien heeft de eigenaar van de auto die naast verdachte zat, herhaaldelijk gevraagd of verdachte zachter wilde rijden. De verlichting van de vrachtauto was volgens de verklaringen van de veldwachter van Pijnacker goed. Bovendien is de weg ter plaatse ongeveer 12 meter breed en wat de deur dicht doet, is het feit, dat er geen tegenligger aanwezig was. Verdachte kan geen 40 kilometer gereden hebben, zoals hij en trouwens iedere andere verdachte in zijn omstandigheden voor de rechter beweert. Het O.M. eiste ƒ 100, subs. 40 dagen hechtenis; de kantonrechter bracht in deze eis geen verandering [Delftsche Courant 21 januari 1937, blz. 8]. 
Een petroleumventer uit Pijnacker staat op 21 januari 1937 terecht. Hij zou met zijn vrachtauto een fietser, die uiterst rechts reed, omver gereden hebben. Verdachte ontkent ten stelligste het hem ten laste gelegde. De getuige was zonder een teken te geven naar links gezwenkt en daarna weer naar rechts gereden. Deze, naar voren geroepen, verklaarde naar links te zijn gegaan, doch zijn hand niet uitgestoken te hebben omdat de afstand tussen hem en de auto van verdachte nog groot genoeg was. Bovendien reed getuige met de bocht van de weg mee, zodat het uitsteken van een hand volgens hem niet nodig was. Het O.M. is het daarmee niet eens. Getuige kon in dit geval ook naar links, zodat een waarschuwing wel degelijk aanbeveling verdiende. Een zoon van verdachte vertelt op gelijksoortige manier als zijn vader de toedracht van het ongeluk. Getuige zat achter zijn vader maar zegt desondanks alles gezien te hebben. Om meineed te voorkomen, staakt de kantonrechter 't verhoor van deze getuige. Een andere zoon van verdachte, die nog achter zijn broertje gezeten had, legde gelijkluidende verklaringen af: „Verdachte was ineens naar links uitgeweken en daarna weer naar rechts gegaan, juist toen vader „blaasde". Getuige's verklaringen waren eveneens nogal verward, want ook hij bleek alles gezien te hebben ondanks het feit dat hij èn achter zijn broertje en achter zijn vader op een benzineblik zat. Vervolgens werd de vrouw van verdachte gehoord. Kantonrechter: Wilt u getuigen en de eed afleggen? Dat is niet nodig voor de vrouw van een verdachte. Getuige: Edelachtbare, ik getuig graag. Getuige beroept zich dan op haar Christelijke beginselen, die haar niet toestaan te liegen, ook al is verdachte haar man. Kantonrechter.: Nou, het begin is al goed, maar gaat u nu verder. Verdachte: Getuige reed links en daarna naar rechts en als mijn man niet voorzichtig gereden had, waren alle twee z'n benen afgereden! Na de aanrijding zei getuige: „Ik wist niet waar jullie heen wilden. Dat waren z'n laatste woorden...." De heren achter het hekje lachen geamuseerd, maar dan vaart getuige uit: „Moeten jullie daarom lachen? 't Is erg genoeg als je in Den Haag boodschappen moet doen en zoiets je overkomt." Het O.M. kan niet begrijpen dat verdachte geheel onschuldig is. Hij zal wel eigenaardig gereden hebben. Getuige: Als we hard hadden gereden, had 'ie in 't ziekenhuis gelegen. Dan waren z'n beene d'r finaal af geweest. O.M. tot verdachte: U bent al eens meer veroordeeld, hè? Tot ƒ 10,- geloof ik. Verdachte: Ja, maar dat is me kwijt gescholden. O.M.: Omdat u geen schuld had? Verdachte: Nee, met het huwelijk van Prinses Juliana! Het O.M. vindt dat aan beide zijden fouten zijn gemaakt. De aangeredene had zijn hand moeten uitsteken, maar de verd had niet rechts moeten inhalen, vooral omdat hij niet wist waar getuige heen wilde. Daarom vraagt het O.M. ƒ 5 of 3 dagen hechtenis. Verdachte: Dan gooi ik het in hoger beroep. De kantonrechter veroordeelt verdachte tot ƒ 3 of 2 dagen met toewijzing van de civiele vordering [Delftsche Courant 21 januari 1937, blz. 8]
Op 22 januari 1937 wordt bericht dat in Pijnacker door een zekere R. uit Werkendam, eerder inwoner van Pijnacker,  is gepoogd in te breken in het stationsgebouw van het Elektrische Spoor. De dader heeft de onvoorzichtigheid begaan de ruiten van het station in te slaan met een ijzeren paal, die hij van een hek had losgerukt en de gemeenteveldwachter E. Sikkema, die zijn nachtelijke ronde door het dorp deed, hoorde om ongeveer twee uur gerinkel van vallend glas. De veldwachter ging kruipend op handen en voeten op het geluid af en zag aan de achterkant van het gebouw een man die bezig was zich toegang te verschaffen tot het kantoor, waarin zich de brandkast bevindt. Bij het zien van de veldwachter probeerde R. zich uit de voeten te maken. De veldwachter stelde onmiddellijk een vervolging in en sommeerde R., te blijven staan, waarop de inbreker er nog sneller vandoor ging. De veldwachter schoot met zijn revolver als waarschuwing, waarop R. bleef staan, zodat de politieagent hem kon arresteren. R. verzette zich tegen zijn arrestatie, maar de veldwachter kreeg de man na een korte worsteling in bedwang, waarop hij hem naar de cel in de gemeente overbracht. Men vond op de plaats van de misdaad de werktuigen van de inbreker, die hij had willen gebruiken om de brandkast van het station te forceren. Later in de morgen merkten werklui dat de directiekeet bij een in aanbouw zijnd huis was opengebroken en dat er breekijzers, beitels en een schaar waren verdwenen. De politie werd hiervan op de hoogte gesteld, waarna bleek, dat de gereedschappen van de inbreker uit de directiekeet afkomstig waren. Hieruit maakte men op, dat R. eerst in de directiekeet had ingebroken om zich het nodige materiaal te verschaffen [Rotterdamsch Nieuwsblad 22 januari 1937, blz. 6]. Op 12 maart 1937 wordt bericht dat de grondwerker J. W. R., heeft terechtgestaan wegens poging tot diefstal met braak. In de nacht van 20 op 21 januari 1937 hoorde een surveillerende agent glasgerinkel bij het station Pijnacker. Hij trof daar verdachte aan en constateerde, dat twee ruiten waren vernield. Op verdachte werden enige werktuigen gevonden, waaronder een vijl en een blikschaar, waarvan is gebleken, dat zij waren verdwenen uit een werkkeet, waar een ruit en een zich daarvóór bevindend luik waren verbroken. Verdachte bekende het hem ten laste gelegde. Het O.M., waargenomen door mr. Cohen Tervaert, die er op wees, dat in de laatste tijd veelvuldig wordt getracht in te breken in stationsgebouwen, eiste tegen verdachte twee jaar gevangenisstraf. De rechtbank wenste nog een rapport omtrent verdachte in te zien van het Nederlandsche Genootschap tot verbetering van gevangenen en stelde de verdere behandeling van deze strafzaak uit tot 8 april 1937 [Haagsche Courant 12 maart 1937 blz. 18]
Op 23 januari 1937 wordt bericht dat enige tot nu toe onbekend gebleven personen ongemerkt een bezoek hebben gebracht aan de heer V.L. en als aandenken een deel van een pas geslacht varken hebben meegenomen [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz. 7]
Tegen de 18-jarige marktkoopman J.J. K. te Rotterdam, had het O.M. wegens diefstal van een blok met gewichten, op 31 december 1936 gepleegd ten nadele van een koopman in groenten te Pijnacker en wegens een soortgelijke diefstal ten nadele van een andere groentenkoopman te Delft, gepleegd op 1 februari 1937, tien maanden gevangenisstraf geëist. De rechtbank veroordeelde K. tot drie maanden gevangenisstraf [Haagsche Courant 27 mei 1937, blz. 23].
Ten nadele van G. Hardenbol, Mauritsweg, Rijsoord werd in het begin van deze week in Zwijndrecht een luxe auto gestolen. Dinsdag 2 februari 1937 ontving H. bericht dat in Pijnacker een auto onbeheerd was aangetroffen, die aan het opgegeven signalement beantwoordde, zodat H. weer in het bezit van zijn auto kon worden gesteld [Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJsselmonde 3 februari 1937, blz. 9]
Op 5 februari 1937 wordt gemeld dat de gemeenteveldwachter Sikkema proces-verbaal heeft opgemaakt tegen een inwoner van Pijnacker, die zich schuldig had gemaakt aan oplichting van twee ingezetenen van Pijnacker.  [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 13 februari 1937 wordt gemeld dat door de gemeentepolitie proces-verbaal is opgemaakt tegen een meubelmaker te Schiedam wegens oplichting. Deze Schiedamse meubelmaker had voor een inwoner van Pijnacker een order voor het leveren van een ameublement gekregen en hiervoor een voorschot van ƒ 75,- ontvangen. Het ameublement liet echter op zich wachten ! In plaats van aan zijn verplichtingen te voldoen, maakte de meubelmaker het geld op en waagde het zelfs een tweede maal om een voorschot bij zijn cliënt te komen vragen. Deze had echter argwaan gekregen en Vrouwe Justitie geraadpleegd, met het gevolg dat tegen de meubelmaker proces-verbaal werd opgemaakt. [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]
Op 16 februari 1937 wordt bericht dat tegen een werkloze uit de gemeente Pijnacker proces-verbaal is opgemaakt wegens het opzettelijk verzwijgen van neveninkomsten, terwijl hij steun trok [Delftsche Courant 16 februari 1937, blz. 2].
Op 18 februari 1937 wordt gemeld dat toen twee commiezen in Pijnacker een fietser aanhielden, omdat zij meenden, dat hij frauduleus vlees vervoerde, nam de fietser de vlucht op het erf van de landbouwer v. d. B. en was niet meer te vinden. De familie v.d. B. scheen niet erg op de aanwezigheid van de commiezen gesteld te zijn. Een zoon gelastte hun, zich van het erf te verwijderen. Toen zij dit hadden gedaan en bij het hek waren gekomen, ontving de commies Van D. een klap in het gelaat, een algemene vechtpartij volgde, waarin een broer, de vader en de moeder van de jonge landbouwer worden betrokken. Tijdens deze vechtpartij had de kommies tegen zijn collega geroepen:”Schiet dan toch!”. Doch K. had dit niet nodig gevonden. De vader en zijn twee zoons hadden zich op 18 februari 1937 voor de Haagse politierechter te verantwoorden, waarbij de politierechter de commies K. een compliment gaf voor zijn rustig optreden. Volgens de verdachten hadden zij niet geslagen, doch geduwd en overigens slagen afgeweerd. De commies van D., die de vrouw zou hebben geslagen, zei, dat geen vrouw in zijn nabijheid was geweest. Bij de vechtpartij was deze getuige in de sloot geraakt. De officier van justitie merkte op, dat het feit dat de twee commiezen op het erf kwamen, voor de familie v.d. B. een uitgezochte gelegenheid was hun hart jegens Van D, die zij niet erg mochten, te luchten. Tegen de vader werd drie maanden en tegen beide zoons twee maanden gevangenisstraf geëist. De politierechter veroordeelde de vader tot ƒ 25 boete en twee maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, welke straf ook de zoons ontvingen, doch met ƒ 20 boete [Rotterdamsch Nieuwsblad 18 februari 1937, blz 18] 
Op 17 februari 1937 worden W. v. d. S. en P.Th. van S., beiden uit Pijnacker, wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet veroordeeld tot respectievelijk ƒ 2,- subs 1 dag en ƒ 7.50 subs. 5 dagen [Delftsche Courant 20 februari 1937, blz. 2]
Op 22 februari 1937 wordt bericht dat vorig jaar zomer een zekere O. in Pijnacker is gearresteerd wegens oplichting. De man had nu zijn straf uitgezeten en had besloten in Pijnacker zijn ongenoegen hierover kenbaar te gaan maken. Na zich flink moed ingedronken te hebben, stapte hij in een trein die hem naar Pijnacker zou brengen. In het treincompartiment voerde hij het hoogste woord en verklaarde zijn medereizigers dat de burgemeester van Pijnacker ervan zou lusten! In Pijnacker aangekomen waarschuwde één van de reizigers telefonisch de burgemeester, opdat deze zijn maatregelen kon nemen. En “homme averti en vaut deux!” Ten raadhuize aangekomen, werd de luidruchtige klager niet alleen te woord gestaan door de burgemeester, doch ook door een stoere gemeenteveldwachter! A.O. heeft tenslotte zijn klachten aan de kale muren van een cel in het arrestantenlokaal moeten toevertrouwen.                                     Door de gemeentepolitie, zijn 4 processen-verbaal opgemaakt wegens overtredingen van het Motor- en Rijwielreglement en tegen de bestuurder van een vrachtauto is door de gemeentepolitie proces-verbaal opgemaakt wegens het vervoeren van palen, die de respectabele lengte van 21 meter bezaten. De gemeentepolitie heeft voorts proces-verbaal opgemaakt tegen de bestuurder van een auto, waarvan slechts één lamp brandde. Het gevaar, veroorzaakt door niet brandende lampen, is vooral op de zo drukke verkeersweg als de nieuwe rijksweg is, niet te onderschatten  [Delftsche Courant 22 februari 1937, blz. 6].
Op 24 februari 1937 wordt H. van E. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van ƒ 10.- subs. 6 dagen wegens overtreding van de Mollenwet [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 2]
Gisteravond 28 februari 1937 hield de agent van politie v. d. B. in Delfgauw een vreemdeling aan, die zonder licht en belastingmerk door het dorp peddelde. Hierbij ontstond zulk een “geanimeerde” woordenwisseling, dat de heer v. d. B. zich genoodzaakt zag, van zijn gummistok gebruik te maken, waardoor er flinke klappen vielen [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Iemand uit Delft heeft op de Pijnackerseweg in Pijnacker gefietst, terwijl hij het rijwielpad had moeten berijden. De man voert aan, dat hij iemand met een bakfiets heeft helpen „douwen". De ambtenaar vindt, dat hij dan maar van zijn fiets had moeten afstappen en vraagt ƒ 2.- subs. een dag. Omdat de verdachte reeds vijf jaren werkloos was, wordt hij op 3 maart 1937 door de kantonrechter veroordeeld tot ƒ 1.- subs. 1 dag [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 2].
Op 3 maart 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker proces-verbaal is opgemaakt tegen vier personen wegens overtreding der visserijwet, één persoon viste met een reep, welk instrument verboden is bij de wet, twee personen met een schakel en één persoon met een snoekhengel. Allen visten zonder akte en in verboden viswater. Voorts is proces-verbaal opgemaakt tegen twee bestuurders van carriers, één reed zonder koplampen en rood achterlicht, één wegens het rijden zonder rood achterlicht [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8]. 
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat van de in het najaar geplante krokusbollen en sneeuwklokjes in het plantsoen van het Emmapark, er vele door de jeugd zijn uitgetrokken. Het publiek wordt beleefd verzocht zijn medewerking te verlenen, om aan dit vernielingswerk paal en perk te stellen [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat de werkloze W. wegens het verzwijgen van neveninkomsten, twee maal geconstateerd, is gestraft met uitsluiting van alle steun gedurende een week   [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op 17 maart 1937 wordt gemeld dat de zoon van de heer A. v. d. M., toen hij naar huis fietste, door v. d. S. plotseling in het water werd geduwd. Toevallig las de burgemeester dit en deze liet als hoofd van de gemeentepolitie onmiddellijk een onderzoek instellen. Het bleek dat v. d. S. uit wraak had gehandeld [Delftsche Courant 17 maart 1937, blz. 8].
Bij de winkelier K. vervoegden zich op 29 maart 1937 een paar jongens van ongeveer veertien jaar, die voor een cent drop vroegen. Behalve hun drop namen deze klanten echter ook nog een paar chocaladerepen mee, waar zij niet voor betaalden. Men bemerkte dit echter en sloot om van dergelijke gevallen gevrijwaard te blijven, de doos met repen chocolade veilig achter slot en grendel.  's Avonds kwamen de jongens weer in de winkel en verblijdden de winkelier weer met de bestelling van een cent drop. Daar de chocoladerepen veilig weggeborgen waren, moest nu een fles limonadesiroop het ontgelden. Het geval werd bij de politie aangegeven, die de jongens weldra op het spoor kwam en hun een reprimande toediende  [Delftsche Courant 30 maart 1937, blz. 6] 
Op 31 maart 1937 worden H.M. van H. en G.K., beiden uit Pijnacker, door de kantonrechter ieder veroordeeld tot een boete van ƒ3.- subs. 2 dagen wegens overtrediing van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 3 april 1937, blz. 4]
Heden, 31 maart 1937, werd tegen enige personen proces-verbaal opgemaakt wegens het zoeken naar kievitseieren, zonder in het bezit te zijn van de daarvoor vereiste vergunning [Delftsche Courant 31 maart 1937, blz. 3] 
Op 10 april 1937 wordt gemeld dat een hotelhouder in Pijnacker bij de politie aangifte had gedaan van oplichting. Zes lange weken had hij alles gedaan om zijn gast het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Toen het uur van scheiden en.... betalen aanbrak, oordeelde de gast het beter om maar met de Noorderzon te vertrekken. De Pijnackerse politie spoorde de man in Den Haag op, die toen vertelde, dat hij „even geld was gaan halen". Inderdaad heeft de ex-gast onmiddellijk zijn oude rekening betaald [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]
Op 7 april 1937 wordt J.B. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 11]
Op 14 april 1937 wordt gemeld dat tegen een viertal personen proces-verbaal is opgemaakt wegens overtreding van het Motor- en Rijwielreglement [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3].
Op 14 april 1937 is er een zitting van de kantonrechter. Een tuinder uit Schiebroek heeft zich met een dubbelloops jachtgeweer in een polder bij Pijnacker bevonden, zonder vergunning te hebben. De ambtenaar van het O.M. eist ƒ 25,- subs. 20 dagen, met teruggave van geweer en patronen. De kantonrechter gaat ermee akkoord [Delftsche Courant 15 april 1937, blz. 2].
Op 14 april 1937 worden W. v. d. S. en C.M. W. te Pijnacker ieder veroordeeld tot een boete van ƒ 2 subs. 1 dag wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 19 april 1937, blz. 2]
Op 19 april 1937 wordt bericht dat door de politie in de Katwijkse buurt een palingfuik in beslag is genomen, aangezien de eigenaar, de heer S., zonder de vereiste vergunningen hiermee viste. Bovendien was hij niet in het bezit van een schriftelijke vergunning van de eigenaar van het viswater [Delftsche Courant 19 april 1937, blz. 7].Zondagavond 25 april 1937 hebben enige vandalen de pas geplante jonge bomen in de Stationsstraat bij de grond afgeknapt. De bewoners van die straat, die van de zomer van deze jonge aanplant hadden willen genieten, zijn daardoor weer teleurgesteld [Delftsche Courant 26 april 1937, blz. 6]. De vandalen, die zondagavond de pas geplante jonge bomen in de Stationsstraat vernield hebben, zijn door de gemeenteveldwachter opgespoord. Tegen deze lieden, genaamd v. d. M., v. d. H., K. en v. d. E., is procesverbaal opgemaakt. Tevens zullen zij aangesproken worden voor de veroorzaakte schade [Delftsche Courant 28 april 1937, blz. 8]
Op 29 april 1937 worden H. van H. te Pijnacker en H. v. d. A. te Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs een dag wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 3 mei 1937, blz. 7]
Op 5 mei 1937 wordt gemeld dat tegen een drietal personen proces-verbaal is opgemaakt wegens overtreding van het Motor- en Rijwielreglement. Een bakker is bekeurd ter zake van overtreding van de Arbeidswet en twee personen zijn geverbaliseerd wegens burengerucht [Delftsche Courant  5 mei 1937, blz. 6] 
Op 9 mei 1937 wordt P. W. van H. uit Pijnacker  veroordeeld tot een boete van ƒ 5.- subs. 5 dagen wegens overtreding van de Leerplichtwet [Delftsche Courant 10 mei 1937, blz. 7].
Op 14 mei 1937 wordt gemeld dat nadat kort geleden een bezoek gebracht was door ongewenste gasten aan de heer D., bracht men de afgelopen nacht een „visite" bij de heer H. Verschillende voorwerpen werden buitgemaakt. [Delftsche Courant 14 mei 1937, blz. 3].
Op 18 mei 1937 wordt bericht dat de gemeenteveldwachter bij zijn nachtelijke surveillance een man opmerkte, die zich naar zijn mening verdacht gedroeg. Gezien de inbraken die enige tijd geleden in Pijnacker gepleegd zijn, rees bij de politieman het vermoeden, dat hij met een dergelijk lichtschuw personage te doen had. Op zijn vraag aan de man wat hij zo laat op straat deed, antwoordde het „individu", dat hij bezig was van Den Haag naar Rotterdam te lopen. Veldwachter: “Maar wat doe je dan hier in Pijnacker?” De adspirant-inbreker: “O, eh, ik ben door de duisternis wat uit de koers geraakt en verdwaald”. Onze politieman bevredigde dit antwoord echter niet en hij nodigde de wandelaar dan ook uit hem naar het politiebureau te volgen. Op de weg daarheen ontmoetten zij echter nog een tweede man, die zich in de ogen van de veldwachter ook verdacht ophield en tot zijn niet geringe verbazing beweerde, dat ook hij een wandeling van de Residentie naar Rotterdam maakte! Het gezelschap, thans dus aangegroeid tot drie, zette onder aanvoering van de veldwachter de nachtelijke mars voort en kwam voorbij een stilstaande auto, die bij hun nadering plotseling de lichten doofde. Hier is iets niet pluis, dacht onze Pijnackerse Sherlock Holmes bij zichzelf en opende het portier van de verdachte auto. Hierin bleken zich twee personen te bevinden, benevens een emmer met kwasten en een hoeveelheid papier. Triomfantelijk wees één van het gezelschap op de emmer met kwasten met een gezicht, even onschuldig en rein van uitdrukking als dat van een pasgeboren baby: „Ik ben bij mijn schoonmoeder aan het behangen geweest " De veldwachter geloofde echter niet aan een dergelijke roerende bereidwilligheid jegens schoonmoeders en maakte tegen het viertal (dat tot de N.S.B. bleek te behoren) proces-verbaal op wegens overtreding van de plakverordening [Delftsche Courant 18 mei 1937, blz. 8] 
Op 19 mei 1937 worden door de kantonrechter wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet veroordeeld: C. L. uit Pijnacker tot een boete van ƒ 2 subs. 1 dag; A.M. v. d. B. uit Pijnacker tot een boete van ƒ 3 subs. 2 dagen; A. van V. te Pijnacker tot twee boetes, één van ƒ 5 subs. 1 dag en één van f 1 subs. 1 dag [Delftsche Courant 24 mei 1937, blz. 7].
Op 19 december  1936 -de dag van ondertrouw van de Prinses- had een vertegenwoordiger van de Westphälische Zeitung te 's-Gravenhage de heer O. Stasius, een hakenkruisvlag uitgestoken, hetgeen voor zijn woning op de Bierkade een volksoploop had veroorzaakt. Op een gegeven moment werd de vlag door iemand uit het publiek met een lange haak beschadigd en op dat moment gelastte de politie, dat de vlag binnengehaald moest worden. Dit gebeurde, maar de vrouw van Statius had inmiddels in de stad gezien, dat er bij verschillende Duitsers ook hakenkruisvlaggen uithingen en 's middags werd de vlag dan ook weer uitgestoken. Ook deze maal werd de vlag door iemand uit het publiek met een lange boothaak naar beneden gehaald. Men verdacht van dit feit de Apeldoornse muzikant H. E., die met zijn woonschuit aan de Bierkade lag en op wiens boot de lange haak werd gevonden. Hoewel E. ontkende het feit te hebben gepleegd, veroordeelde de Haagse politierechter hem wegens vernieling tot drie weken gevangenisstraf. E. was in hoger beroep gekomen bij het Haagse Gerechtshof, omdat hij bleef volhouden, dat hij onschuldig was. 's Morgens was hij er helemaal niet bij geweest, want toen was hij als muzikant aan het geld verdienen. 's Middags was hij er wel bij geweest, maar aan de vernieling van de vlag was niet hij, maar zijn zoon schuldig geweest. E. was toen alleen tussenbeide gekomen, toen de Duitser met zijn zoon dreigde handgemeen te worden. De heer Stasius, diens vrouw en een kantoorjuffrouw hadden echter verdachte met de boothaak op de vlag zien toelopen. Even later was de vlag naar beneden gehaald. Voor het gerechtshof bleven deze getuigen bij hun verklaringen volharden. E. had evenwel zijn vrouw en zoon meegebracht, die beiden inderdaad verklaarden, dat de zoon de vernieling had gepleegd. Niettemin was de procureur-generaal, mr. L.B.J. Vermeulen, van mening, dat verdachte schuldig was aan het hem ten laste gelegde en vroeg hij bevestiging van het vonnis van de politierechter. De uitspraak is bepaald op 9 juni 1937 [Delftsche Courant 26 mei 1937, blz. 2].
Op 30 juni 1937 wordt J. K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 1 subs 1 dag wegens overtreding van de Politieverordening Delft. Wegens overtreding van de arbeidswet krijgen N. L. van B. uit Pijnacker een boete van ƒ 0.50 subs. 1 dag en C. v. d. W. uit Pijnacker een boete van ƒ 3.- subs. 2 dagen [ Delftsche Courant 3 juli 1937, blz. 2].
Op 21 juli 1937 veroordeelt de kantonrechter H.B. uit Pijnacker tot een boete van f 5 subs 5 dagen wegens overtreding van de Pijnackerse Politieverordening [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2] 
Op 27 juli 1937 veroordeelt de kantonrechter in Zaandam S.H. uit Pijnacker tot twee weken hechtenis wegens dronkenschap [De Zaanlander 28 juli 1937, blz. 8] 
Op 9 augustus 1937 wordt gemeld dat drie personen in deze gemeente werden bekeurd wegens overtreding van de Visserijwet. De gemeentepolitie hield voorts twee kooplieden aan, die aan het venten waren zonder vergunning. De al te ijverige kooplieden moesten dit met een bekeuring bekopen [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8]. 
Een jongeman uit Delft staat op 11 augustus 1937 terecht, omdat hij op een fiets zou hebben gereden die niet van een bel was voorzien en een valse naam zou hebben opgegeven. Als getuigen wordt gehoord veldwachter P. B. uit Nootdorp. Hij heeft met een collega de verdachte aangehouden. Verdachte had geen bel op zijn rijwiel. De collega van getuige heeft de naam van verdachte gevraagd, waarop de jongeman een verkeerde naam en adres opgaf. De verdachte merkt op dat de veldwachter onwaarheid spreekt. De veldwachter M. G. R. uit Pijnacker is de volgende getuige. Hij heeft, tezamen met de vorige getuige, de verdachte aangehouden. Getuige heeft toen de verdachte naar zijn naam gevraagd, welke later onjuist bleek te zijn. Kantonrechter: Heeft uw collega ook de naam genoteerd? Getuige: Neen, die heeft de naam later opgeschreven. Getuige B. blijft er niettemin bij, dat hij ook de naam heeft opgenomen. Hij deed dat voor het rapport, dat hij dagelijks aan de burgemeester moet uitbrengen. Het O.M. acht bewezen, dat verdachte zonder bel heeft gereden en vraagt deswege ƒ 2,— subs. 1 dag. Wat nu het opgeven van een valse naam betreft, ook dat acht spreker bewezen, in verband waarmee hij ƒ 15,- subs. 10 dagen vraagt, Het vonnis wordt resp. ƒ 6,-, subs. 1 dag en ƒ 10,-, subs. 7 dagen [Delftsche Courant 11 augustus 1937, blz. 2]
Op 11 augustus 1937 worden wegens overtreding van de Leerplichtwet veroordeeld J. W. v. d. B. te Pijnacker ƒ 5 subs. 3 dagen; G. A. V. en N. T. beiden te Pijnacker: ieder ƒ 3 subs. 2 dagen [Delftsche Courant 14 augustus 1937, blz. 2].
Op 18 augustus 1937 wordt P.Th. van S. uit Pijnacker wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet veroordeeld tot een boete van f 10 subs 6 dagen [Delftsche Courant 21 augustus 1937, blz. 2]
Op 4 september 1937 wordt gemeld dat het dorpje Pijnacker gedurende jaren geregeld door een arme bedelaar met één arm werd bezocht. Niet dikwijls vroeg de arme zwerver tevergeefs een aalmoes, daar de medelijdende dorpelingen wel begrepen, dat werken met slechts één arm tot de onmogelijkheden behoorde. Zo zouden ook in de toekomst de Pijnackernaren hun penningske aan de arme verminkte hebben geofferd, wanneer.de scherpzinnige dorpsveldwachter geen argwaan had gekregen. Het voorwerp, dat de argwaan van den dorpsdetective had wakker gemaakt, was . . . de overjas van de zwerver! De veldwachter had opgemerkt, dat de man altijd een overjas droeg . . . één mouw bengelde leeg langs zijn lijf; een waarlijk luguber gezicht. Maar de bedelaar droeg deze dikke overjas altijd! Dus niet alleen in de winter, maar ook in de hondsdagen. De veldwachter hield de man aan en bracht hem naar het politiebureau. Hier kreeg hij het bevel de jas uit te trekken. Hij weigerde. Ondanks zijn verwoed tegenstribbelen werd de ,,ongelukkige" van de kostbare overjas ontdaan en zie daar, onze eenarmige bleek twee armen te bezitten. Het aandoenlijke verhaal, dat hij zijn arm bij een spoorwegongeluk zou hebben verloren, bleek dus geheel op fantasie te berusten. De man verklaarde thans echter met grote stelligheid, dat hij deze ene arm niet kon gebruiken en dus praktisch gesproken toch slechts één arm had. Hoe dit te bewijzen ? De veldwachter wist ook hier raad op. De bedelaar had honger. Een bord eten kwam ... en ook twee handen die het begerig vastpakten en vasthielden ! De man zal zich nu voor de officier van Justitie hebben te verantwoorden wegens oplichting gedurende een periode van zeven  jaar [Haagsche Courant 4 september 1937, blz. 15].  Wegens oplichting moest van W., de eenarmige bedelaar op maandag 4 oktober 1937 voor de Haagse politierechter verschijnen, maar hij liet verstek gaan. Er kwamen enkele inwoonsters van Pijnacker mededeling doen dat zij sinds vele jaren reeds haar gaven aan de éénarmige bedelaar hadden geschonken. Bij de ontdekking van het bedrog had één van de liefdadige dames op onliefdadige wijze geopperd “dat ze die kerel z’n arm maar moesten afzagen”, met welke conclusie de officier van justitie het niet eens was. Wel vond hij het feit van de jarenlange oplichting zó gemeen, dat hij vier maanden gevangenisstraf vroeg. De politierechter vond dat nog niet genoeg. Hij legde zes maanden gevangenisstraf op [Rotterdamsch Nieuwsblad 5 oktober 1937, blz. 21].
Op 15 september 1937 wordt J.H. uit Pijnacker wegens overtreding van de Pijnackerse Politieverordening veroordeeld tot een boete van ƒ 1 subs. 1 dag [Delftsche Courant 18 september 1937, blz. 10]
Op 21 september 1937 wordt bericht dat een zekere M. uit Pijnacker, die konijnen op pijnlijke en kwellende wijze vervoerde, door de politie is bekeurd.Drie ingezetenen werden onder de gemeente Pijnacker door de politie betrapt op het vissen met een zegen in verboden water. Het vistuig werd in beslag genomen en de gevangen vis vrij gelaten. De vissers kregen proces-verbaal. [De Banier 21 september 1937, blz. 6]
Op 22 september 1937 wordt H.B. S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 11]
Op 29 september 1937 wordt W v d. S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 4 oktober 1937, blz. 3]
Op 5 oktober 1937 wordt gemeld dat door de gemeenteveldwachter in Delfgauw een persoon is bekeurd wegens het jagen op een anders terrein [Delftsche Courant 5 oktober 1937, blz. 10]
Op 13 oktober 1937 wordt N.M. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 15 subs  10 dagen wegens overtreding van de Vleeskeuringswet. H.J.R. uit Pijnacker krijgt 3 x een boete van f 3 subs 3 x 2 dagen wegens meerdere overtredingen van de Arbeidswet [Delftsche Courant 16 oktober 1937, blz. 3]. 
De gemeenteveldwachter heeft zaterdagnacht 16 oktober 1937 drie stropers uit Delft met hun buit weten te snappen. Deze „visliefhebbers" hadden een zak vol vis, polsstokken en een complete visuitrusting bij zich. De buit zowel als het materiaal werden door de politie in beslag genomen  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6].
Op 23 oktober 1937 wordt bericht dat J.B. te Pijnacker is veroordeeld tot een boete van 2 maal ƒ 10 subs. 20 dagen wegens meerdere overtredingen van de Arbeidswet; G.R. te Pijnacker tot een boete van ƒ 2 subs. 1 dag en E.G.A.R. te Pijnacker tot een boete vsan ƒ 5 subs. 5 dagen wegens overtreding van de  Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 23 oktober 1937, blz. 8]
Op 27 oktober 1937 wordt A.H. M. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van  ƒ 5.- subs. 3 dagen wegens openbare dronkenschap en C.J. W. uit Pijnacker wordt veroordeeld tot een boete van f 7,50 subs 5 dagen en toewijzing van een civiele vordering van f 3,90 wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 4]

Op 3 november 1937 wordt wegens overtreding van de Politieverordening van Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag: A.J. van  H. uit Pijnacker, Wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet worden veroordeeld: F.P.A. R. te Pijnacker ƒ 3 subs. 1 week tuchthuis; J.B. te Pijnacker,ƒ 3 subs. 1 week tuchthuis;J. B. te Pijnacker en Th. L. te Pijnacker, ieder ƒ 3 subs. 2 dagen [Delftsche Courant 8 november 1937, blz. 2].
In november 1937 wordt in Pijnacker bij de politie aangifte gedaan, dat een tot dusverre onbekend gebleven persoon, die zich van Gelderen uit Amsterdam noemt, minderwaardige stoffen tegen een veel te hoog bedrag aan de burgerij tracht te slijten. Om het vertrouwen van zijn toekomstige slachtoffers te winnen komt de koopman bij een inwoner van Pijnacker groeten overbrengen van verre familie. Bij het praatje, dat hierop volgt, doet van G. uitkomen, dat hij lakenkoopman is en door bijzondere omstandigheden enkele mooie lappen stof voor weinig geld van de hand kan doen. De handige Amsterdammer weet een lap ratiné en een lap wolstof, tezamen voor niet minder dan f 40 te verkopen. De man verdwijnt na het sluiten van de koop ijlings en heeft zich niet meer vertoond. De gelukkige bezitters van de stof ontdekten weldra. dat zij minderwaardig goed hadden gekregen tegen een prijs, die zeker tweemaal te hoog was. De politie waarschuwt tegen de groeten brengende koopman en zijn prima stoffen [De Dordrechtsche Courant 10 november 1937, blz. 6; Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6].
Op 9 november 1937 wordt gemeld dat door de Rijks- en gemeentepolitie  vorige week verschillende personen werden bekeurd wegens het vissen zonder de vereiste vergunning en zonder geldige visakte, daar die personen liepen te snoeken in de wateren van de Delftse Hengelaarsvereniging, alsmede in particulier viswater   [Delftsche Courant 9 november 1937, blz. 8] . 
Op 1 december 1937 worden wegens herhaalde overtreding van de Motor- en Rijwielwet veroordeeld  P.J. v. d. E. uit Pijnacker tot een boete van 2 maal ƒ 2 subs. 2 dagen en A.P. van L. uit Pijnacker tot een boete van 2 maal ƒ 2 subs. 2 dagen [Delftsche Courant 4 december 1937, blz. 2]
Een te Pijnacker wonende veehouder is ten laste gelegd, dat hij geen aangifte heeft gedaan van onder zijn koeien heersend mond- en klauwzeer. De kantonrechter vraagt hem op de zitting van 8 december 1937: Waarom hebt u er geen kennis van gegeven? De verdachte weet daarop geen antwoord te geven. Kantonrechter: Toen de veearts kwam, hoeveel koeien bleken er toen ziek te zijn? Verdachte: Zeven. Zes zwart-bonten en één roodbonte. Kantonrechter: En had je dat tevoren niet gezien? Verdachte: Ik twijfelde eraan. Kantonrechter: De regering doet alles om jullie van dat mond- en klauwzeer af te helpen, maar altijd weer saboteren jullie, 't Is schande. De heer H. de Ronde, rijksveearts, wordt als getuige en als deskundige gehoord. Hij heeft in het weiland van de verdachte elf koeien onderzocht en constateerde, dat zeven koeien zichtbare verschijnselen van mond- en klauwzeer hadden. Kantonrechter: Van hoeveel koeien had de verdachte enkele dagen tevoren reeds de verschijnselen kunnen zien? Deskundige: Dat is moeilijk te zeggen. Maar bij drie dieren toch zeker. Kantonrechter: Waarom zou de verdachte geen aangifte hebben gedaan? Deskundige: Dat weet ik niet. Ik zou er geen reden voor kunnen opgeven. De verdachte komt dan weer voor het hekje en lacht om de zaak, hetgeen hem een flinke berisping van den kantonrechter bezorgt. Het O.M. merkt op, dat de verdachte reeds vijf dagen voordat het proces-verbaal werd opgemaakt, volgens zijn verklaring aan de politie, heeft gemerkt, dat één van de koeien kreupel liep. De houding van de verdachte is hoogst onmaatschappelijk en spreker vraagt dan ook de kantonrechter een boete van ƒ 50 subs. 20 dagen op te leggen. De kantonrechter is het daarmee eens, omdat hij het gedrag van de verdachte meer dan schandalig vindt [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 2].
Op 8 december 1937 wordt J. R. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van ƒ 50 subs. 20 dagen wegens overtreding van de Veewet; Th. K. uit  Pijnacker tot een boete van ƒ1 subs. 1 dag wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 2]
Op 18 december 1937 wordt gemeld dat de gemeenteveldwachter S. iemand uit Zoetermeer op heterdaad betrapte op stropen. De man had er juist met behulp van zijn hond kans in gezien een mooie haas te bemachtigen. Deze vroegere Kersthaas verwisselde echter spoedig van eigenaar en de stroper had een proces-verbaal in ontvangst te nemen [Delftsche Courant 18 december 1937, blz. 6].
Op 20 december 1937 wordt gemeld dat de caféhouder S., die zijn verloflocaliteit ook nog na sluitingstijd had opengesteld, door de gemeentepolitie is bekeurd. Tegen de zes cafébezoekers werd eveneens proces-verbaal opgemaakt. Een inwoner van de gemeente heeft bij de politie aangifte gedaan van verduistering van een petroleumvat, inhoudende twee honderd liter petroleum. De politie stelt een onderzoek in [Delftsche Courant 20 december 1937, blz. 7] 
Op 21 december 1937 wordt gemeld dat de 47-jarige vrachtrijder J. v. d. B. uit Pijnacker, die in de avond van 31 augustus 1937 op de Haagweg te Rijswijk, door zijn onvoorzichtig rijden in botsing kwam met een motorrijder, die daarbij ernstig werd verwond, voor dit feit, mede in verband met de omstandigheid, dat hij na die aanrijding had getracht door te rijden, twee maanden hechtenis tegen zich had horen eisen met ontzegging van het recht om een motorrijtuig te besturen voor de tijd van een half jaar. De rechtbank veroordeelde verdachte uiteindelijk tot een geldboete van ƒ 60, subs. 30 dagen hechtenis [Haagsche Courant 21 december 1937, blz. 15].  
Op 21 december 1937 wordt gemeld dat de 30-jarige tuinder M. W. uit Pijnacker is veroordeeld door de Rotterdamse kantonrechter wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet. Het vonnis is door de rechtbank bekrachtigd [Rotterdamsch Nieuwsblad 21 december 1937, blz. 3]
Op 22 december 1937 wordt W. v. d. S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van   ƒ 2 subs. 1 dag wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 27 december 1937, blz. 2]



nutsvoorzieningenOp 12 januari 1937 wordt door de raad de begroting voor 1937 behandeld. De heer Van Winden komt bij de benadering van de begroting van het gasbedrijf, op tegen het hoge tarief dat de kleine afnemers moeten blijven betalen. De heer van der Leeuw kant zich sterk tegen een prijsverlaging voor de kleine afnemers, daar het tarief niet genoeg verlaagd zal kunnen worden, om mogelijk te maken dat meer gas door hen gebruikt zal worden. Spreker komt tot de eindconclusie, dat het verlies dan nog groter zal worden. Ook de heer Noorland spreekt zich uit voor handhaving van het thans geldende tarief. Bij de rondvraag betoogt de heer B. Noorland, dat het verlies waarmede het Gasbedrijf werkt, niet zoozeer een gevolg is van het slechte materiaal of de behandeling ervan, zooals de heer Huijsman denkt, doch van de geringe afname. Hierna sluit de voorzitter de openbare vergadering. [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4]. Het gasbedrijf werkt thans met een verlies van ƒ 3300,—. Volgens sommigen is de ongunstige financiële toestand te wijten aan het nutteloos verloren gaan van gas door lekkages in de toevoerbuizen. Anderen wijten het weer niet aan het slechte materiaal, doch aan een verkeerde behandeling van het materiaal. De leden der Gascommissie zijn echter na een langdurige studie tot de conclusie gekomen, dat het werken met verlies door het Gasbedrijf te Pijnacker, komt door het geringe kwantum gas, dat door de inwoners wordt afgenomen. Volgens de Gascommissie is het verlies, veroorzaakt door het wegstromen van gas door lekkages, slechts gering. Men is van plan een krachtige propaganda voor het gebruik van gas in Pijnacker te gaan voeren en zodoende tot een grotere afname te komen. Slechts bij een voldoende afname kan het tarief verminderd worden [Delftsche Courant 14 januari 1937, blz. 4].
In de avond van 19 januari 1937 tussen zes uur en half zeven werden de dorpen Pijnacker, Berkel en Zoetermeer, die de elektrische stroom van de gemeente Delft ontvangen, in het donker gezet. Een onderzoek, dat onmiddellijk door de technische dienst werd ingesteld, toonde aan, dat in de gemeente Berkel een kabelstoring was opgetreden. Het euvel was vrij spoedig in zoverre verholpen, dat Pijnacker en Zoetermeer weer licht hadden. In Berkel echter was de storing eerst om half negen opgeheven [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 2].
Op 20 januari 1937 wordt J. van A. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van tweemaal f 5 subs 6 dagen wegens overtreding van de Arbeidswet. J.F. van S. uit Pijnacker krijgt een boete van f 3 subs 2 dagen vanwege overtreding van de politieverordening van Nootdorp[Delftsche Courant 23 januari 1937, blz. 2]
Door storing in het elektrisch net ging in de gemeente in de avond van 21 januari 1937 plotseling het licht uit. Uit een ijlings ingesteld onderzoek bleek er een kabelstoring bij de Centrale in Delft te zijn, die echter spoedig was verholpen [Delftsche Courant 22 januari 1937, blz. 6].
Op 27 januari 1937 wordt gemeld dat in de gemeente Pijnacker velen weigeren gas te gebruiken en koken de meeste huismoeders op petroleum. Waarom deze antipathie tegen het gas? De prijs van het gas wordt over het algemeen te hoog gevonden en.... velen menen, dat het nadelig saldo van het Gasbedrijf te wijten is aan het verloren gaan van gas. Eerst meende men, dat ondeugdelijk materiaal gebruikt was en hierdoor lekken in de leidingbuizen waren ontstaan. Een speciale commissie ging deze beweringen na en kwam tot de eindconclusie, dat het met verlies werken van het gasbedrijf niet veroorzaakt werd door lekkages, doch door het te geringe gasverbruik in de gemeente. Ook een eventueel ondeskundige behandeling van het materiaal kon nooit een nadelig saldo van ƒ 3300,— ten gevolge hebben. In tariefsverlaging zag de Gascommissie niet veel heil, daar zij bang was, dat het nadelig saldo dan slechts nog groter zou worden. Immers het tarief kon niet genoeg verlaagd worden, zodat er werkelijk meer gas zou worden gebruikt. De tarieven van het gas zijn thans: 1 tot en met 12 m³  12 cent per m³; tot 25 m³ 9 cent per m³ en 50 cent vastrecht. Boven 25 m³ 6½ cent per m³ en ƒ 1,- aan vast recht. Tarieven voor muntmeters bedragen: van 1 tot en met 9 m³ 14 cent per m³ ; 10 tot en met 25 m³  8½ cent per m³ en 50 ct. vastrecht; boven 25 m³  7 cent per m³ en ƒ1,- vastrecht. Het Gasbedrijf is voornemens een krachtige propaganda-actie op touw te zetten en zal — indien de afname na enige tijd aanzienlijk is gestegen — tot verlaging van de gastarieven overgaan [Delftsche Courant 27 januari 1937, blz. 4]. 
Op 8 februari 1937 wordt gemeld dat de heer C. Garstman is na langdurige ziekte weer in functie getreden als opzichter bij het gas- en waterleidingbedrijf. De heer C. de Hollander had hem tot nu toe vervangen. [Delftsche Courant 8 februari 1937, blz 7]
In de vergadering van de gemeenteraad van 1 maart 1937 zal de voorlopige vaststelling van de jaarrekening van de Drinkwaterleiding Stichting “De Tien Gemeenten" over het dienstjaar 1934 aan de orde zijn. Het totaalcijfer van de verlies- en winstrekening bedraagt ƒ 178.531,73. Voordelig saldo, groot ƒ 2260,93; alsmede van de jaarrekening over het jaar 1935 met een totaalcijfer van de verlies- en winstrekening van ƒ 173.564,62 en een voordelig saldo van ƒ 3426,55. De begroting van de Drinkwaterleiding .”De Tien Gemeenten" voor het dienstjaar 1937, die thans op de goedkeuring door de gemeenteraad wacht, vertoont het volgende totaalcijfer van baten en lasten: ƒ 172.573,80  [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Bij de rondvraag in de raadsvergadering van 19 maart 1937 maakt de heer Huisman B&W er op attent, dat 's avonds herhaaldelijk op de Stationsweg, Oostlaan en Klapwijkseweg het licht niet brandt. De burgemeester antwoordt hierop, dat hierover herhaalde malen geklaagd is bij het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf te Delft, doch nog steeds zonder resultaat. Men zou hierover nogmaals een schrijven zenden aan het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf te Delft [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Woensdagavond 5 mei 1937 hield de gascommissie een vergadering in het raadhuis. Besloten is aan de gemeenteraad voor te stellen het krediet van ƒ 500,- met ƒ 1500,- te verhogen voor het aanschaffen van doorstroomapparaten. Voor het aanschaffen van doorstroomapparaten voor het gasbedrijf werd het bedrag van ƒ 500 verhoogd tot ƒ 2000.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] 
Op 11 mei 1937 wordt bericht dat het nog steeds  klachten regent over de slechte verlichting in ons dorp. Dikwijls branden de lampen, terwijl het nog klaarlichte dag is, maar nog veel vaker branden de lampen om een uur of 22.00 's avonds nog niet, wanneer men geen hand voor ogen kan zien, daar dan ook de maan ons in de steek heeft gelaten, Dat de maan soms 's nachts niet schijnt, daar willen we het gemeentebestuur geen verwijt van maken, maar dat de lampen - waarvoor wij zoveel aan Delft betalen - niet branden, daar moet verandering in komen. [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Op 24 juni 1937 wordt gemeld dat nu reeds enige jaren in de omgeving van Pijnacker, Berkel en Zoetermeer een waterleidingstrijd zich doet gelden tussen de betrokken maatschappij en de bevolking, die verplicht is de huizen op die leiding aan te sluiten. Er zijn reeds tal van huiseigenaars veroordeeld, en telkens weer komen nieuwe bekeuringen en wordt getracht langs andere wegen aan de verplichte aansluiting te ontkomen. De meeste van de huiseigenaars vinden de aansluitingstarieven veel te hoog, temeer omdat de percelen van goed drinkwater zijn voorzien. Ook woensdag moesten weer tientallen huiseigenaars uit Berkel en Zoetermeer voor de Delftse kantonrechter verschijnen. Door mr. de Gidts uit Pijnacker werd voor verschillenden verdachten gepleit, en erop gewezen, dat justitie als een soort incassobureau wordt gebruikt voor het innen van gelden, indien de huiseigenaars niet betalen en daarom de percelen van waterleiding worden afgesneden. Ook op juridische gronden werd de verplichting tot aansluiting bestreden. De ambtenaar van het O.M. eiste in alle gevallen ƒ 5 boete. De kantonrechter zal in enkele zaken schriftelijk vonnis wijzen, in enkele gevallen legde hij de gevraagde boete op [De Nederlander 24 juni 1937, blz. 6].
Op 24 september 1937 vergadert de raad. In de gas- en elektriciteitscommissie worden de heren J. v. d. Leeuw, B. Noorland en C. v. d. Vaart en J. van Winden herkozen. Nadat aan de heer Verhoef eerst de regelen der boekhoudkunst zijn uitgelegd, wordt de begroting voor het jaar 1938 van de Stichting Drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten" goedgekeurd. Het totaal van baten en lasten voor de gewone dienst bedraagt ƒ 178.340,60 en voor de kapitaaldienst ƒ 190.268,82  [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 
Op 29 oktober 1937 wordt gemeld dat omtrent deze aangelegenheid werd de Raad reeds het uitvoerig rapport van het Electrificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, directeur dr. Verhoeckx, in handen gesteld. In de vergadering van de gemeenteraad zal dit verslag uitvoerig behandeld worden [Delftsche Courant 29 oktober 1937, blz. 7] 
Op 29 oktober 1937 heeft de raad zonder debat of stemming besloten een eigen gemeentelijk elektriciteitsbedrijf te stichten, waarbij de stroom door de gemeente Delft zal worden geleverd [De Nederlander 2 november 1937, blz. 7].
Op 13 december 1937 wordt bericht dat het college van B&W de raad voorstelt de navolgende verordeningen en instructies vast te stellen, in verband met de stichting van een eigen elektriciteitsbedrijf: verordening op het beheer; verordening regelende de samenstelling en de werkkring van de commissie voor de bedrijven; instructie voor de chef-monteur en een instructie voor de meteropnemer/incasseerder.[Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7]. Het jaarloon van de administrateur is vastgesteld op f 1000-1250; van de chef-monteur op f 30-f 35 per week. van den monteur op f 25-f 30 gld. per week en van de meteropnemer/incasseerder op f 22 per week. Daar reeds een aantal sollicitaties voor de verschillende betrekkingen zijn ingekomen, ligt het niet in de bedoeling een oproep in de kranten te plaatsen. In de volgende vergadering zal een keuze worden gemaakt uit de nu aanwezige en nog te verwachten verzoeken van sollicitanten [De Nederlander 16 december 1937, blz. 5].
Op 13 december 1937 wordt bericht dat de rekening over het jaar 1936 van het Gasbedrijf sluit in de gewone dienst met een totaal van baten en lasten van ƒ 22.159,94½ en in de kapitaaldienst met een totaal van ontvangsten en uitgaven van ƒ 8967,35. Uit de balans blijkt, dat 1936 een verlies van f 5241,98 heeft opgeleverd [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].

Binnen zeer korte tijd was het dinsdagavond 21 december 1937 de derde maal dat er een zeer langdurige storing is geweest in de elektriciteitsvoorziening van een groot gedeelte van deze gemeente. Om 20.15 uur trad de Egyptische duisternis plotseling in en deze duurde, althans voor Stationsstraat en omgeving, tot 22.05 uur, op welk tijdstip we wel weer licht kregen, doch niet het volle pond, waarop we recht hebben, doch slechts ca. ¾ gedeelte daarvan. Laten we hopen, dat de aanstaande gemeentelijke exploitatie van de elektriciteitsvoorziening ook hierin verbetering zal weten te brengen [Delftsche Courant 22 december 1937, blz. 1]. Ook woensdagmorgen 22 december 1937 bleek de storing in de lichtvoorziening nog niet geheel opgeheven te zijn, want het licht brandde nog niet op volle sterkte en uit menig radiotoestel kwamen maar benauwde geluiden. Naar men ons mededeelde schuilde de oorzaak van de storing in het doorslaan van een transformator in het transformatorhuisje bij het stempellokaal. Gistermiddag om 15.00 uur was men gereed met het verwisselen, zodat van die tijd af we weer het volle pond kregen [Delftsche Courant 23 december 1937, blz. 14].
Bij de  vaststelling van de rekening 1937 van het Gasbedrijf door de raad op 9 december 1938, merkt de heer P. Bregman op, dat de geruchten als zou het tekort van dit bedrijf verminderen, niet tot uitdrukking komt in deze rekening. Wethouder Sonneveld zegt, dat er in 1938 een aanmerkelijke verbetering is ingetreden, gedeeltelijk door het terugbrengen van het gasverlies tot 3%, anderzijds door het meerdere asverbruik. De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd [Delftsche Courant 10 december 1938, blz. 11].
onderwijsOp 12 januari 1937 wordt door de raad de begroting voor 1937 behandeld. Voor huur of vergoeding voor het gebruik van schoollokalen wordt ƒ 160,- geraamd. De heer van der Leeuw vindt de kosten van het onderwijs (ƒ 61.975) reeds hoog genoeg en wil deze niet opvoeren. Dit  raadslid vindt de opbrengst aan schoolgeld van de bijzondere scholen wel wat al te laag [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4]. 
Op 26 januari 1937 is in Pijnacker de bazar van de Christelijke Bewaarschool geopend. Deze bazar is georganiseerd door het damescomité, onder leiding van de echtgenote van de burgemeester [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 29 januari 1937 wordt bericht dat tot tijdelijk onderwijzeres aan de Lagere School in de Katwijksebuurt met ingang van heden is benoemd mej. H. Kruis, woonachtig te Leiden. Mej. Kruis was tot 1 januari 1937 onderwijzeres aan een lagere school te Zoeterwoude en sedert genoemde datum wachtgeldster [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
De begrafenis van de op zo ongelukkige wijze om het leven gekomen Pijnackerse onderwijzeres, mej. M. Boode, zal zaterdag 30 januari 1937 te 10.30 uur op de begraafplaats Eik en Duinen te 's-Gravenhage plaatsvinden [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
Op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen werd op 30 januari 1937 het stoffelijk overschot van mej. M. Boode, onderwijzeres aan de O.L. school te Pijnacker, die op de onbewaakte overweg te Nootdorp door een trein is overreden, ter ruste gelegd. Van hun belangstelling gaven op het kerkhof blijk de heren B. Noorland, voorzitter van de afdeling Volksonderwijs, lid van de raad van Pijnacker, H.H. van Gessel en Th. v. d. Vliet, hoofden van de openbare lagere scholen te Pijnacker, J. Prins, voorzitter van de Kiesvereniging te Pijnacker, G.A. Man in 't Veld, J. Dannenburg uit Delft namens de Nederlandse Reisvereniging, A.R. Veenhof, T,.H.N. de Noover, oud hoofd van de school te Pijnacker, H. van Nooy, gymnastiekleraar, K. de Jong, mej. A.W. Groenendal, mej. A.F. Luyendijk, onderwijzeres aan de school te Pijnacker, mevr. E. Vellinga-Spruyt, mej. J. van 't Hoff, onderwijzeres en mevr, Enhus. Met de familie kwamen in de stoet mee mr. dr. v. d. Helm, burgemeester van Pijnacker. D.W. Theri, hoofd van de school in Pijnacker en drie leden van de oudercommissie van de openbare lagere school te Pijnacker. Onder de bloemstukken die de kist dekten waren kransen van de schoolkinderen, van de afdeling Volksonderwijs en van de collega's van de openbare lagere school. Namens het gemeentebestuur van Pijnacker betuigde de burgemeester mr. dr. v. d. Helm de oprechte deelneming in dit zo smartelijk verlies. Sterk voelt het gemeentebestuur het heengaan van deze zo zeer gewaardeerde werkkracht, die met grote liefde de scholieren tegemoet trad. Spreker prees de aangename samenwerking en betuigde ook namens de hoofden van de gemeentescholen en onderwijzend personeel zijn deelneming aan de nabestaanden. De heer Noorland namens de afdeling Volksonderwijs sprekend, wees op de zware slag die de afdeling door het overlijden van haar medebestuurslid getroffen heeft. Spreker getuigde van de grote liefde, waarmee de ontslapene zich van haar taak kweet en bracht haar dank daarvoor. De heer Ch. de Nooyer. oud hoofd van de school te Pijnacker. wees er op, dat de thans overledene als onderwijzeres aan zijn school haar intrede deed en daar boven alle lof gearbeid heeft. Het hoofd van de school, de heer P. Thierri. wees op het bijna onherstelbaar verlies, dat de school door dit heengaan leidt. Met haar medewerking zijn de plannen tot reorganisatie op deze school tot stand gekomen. Zii was een zon en bracht een zon in veler hart. Tenslotte sprak nog namens de Nederlandse Reisvereniging één van de leden een kort woord van afscheid, waarna de kist grafwaarts werd gedragen. Aan de groeve dankte de oudste broer van de ontslapene voor de betoonde belangstelling [Haagsche Courant 30 januari 1937, blz. 25].
Donderdagavond 4 februari 1937 zal om 19.00 uur ten raadhuize een spoedeisende gemeenteraadsvergadering worden gehouden. De agenda van deze openbare raadszitting vermeldt: Benoeming onderwijzeres O.L.-school II in de Katwijksebuurt (vacature mej. Boode) [Delftsche Courant 4 februari 1937, blz. 10]. 
De Raad van deze gemeente kwam gisteravond, 4 februari 1937, in openbare vergadering ten raadhuize bijeen, onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm. Alle raadsleden waren ter vergadering aanwezig. De voorzitter opende de vergadering met voorlezing van het formuliergebed. De agenda was zeer klein en vermeldde slechts de benoeming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school II in de Katwijksebuurt (vacature-mej. M. Boode). Door het college van B&W. was op de voordracht geplaatst mej. H. Krul uit Leiden. De voorzitter deelde mee, dat van mej. Luijendijk, onderwijzeres te Pijnacker, ook een sollicitatiebrief voor deze vacante betrekking bij het gemeentebestuur was binnengekomen. Op deze sollicitatie kon echter niet verder op in worden gegaan, daar de sollicitant niet aan de eisen, gesteld door de Inspectie van het Onderwijs, voldeed. Met algemene stemmen (dus 11) werd mej. H. Krul tot onderwijzeres aan de O.L. School II benoemd [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 5 februari 1937 wordt bericht dat in het archief van de openbare lagere school II in de Katwijksebuurt, een zeer oud lettersysteem is gevonden om de kinderen letters te leren. .Deze sprekende letterbeelden zijn door Van Wulfen voor het eerst toegepast en zijn 80 jaar oud. De letterbeelden zijn nog geheel intact. Via de directeur-generaal van het Onderwijs heeft de gemeente deze oude letterbeelden ter beschikking van de Rijkskweekschool voor onderwijzers te 's-Gravenhage gesteld, welk instituut dit waardevolle geschenk dankbaar heeft aanvaard. [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Naar wij op 8 februari 1937 vernemen bedraagt de bruto opbrengst van de bazar van de Christelijke Bewaarschool ongeveer ƒ 670,-. Dit is, gezien de tijdsomstandigheden geen onaardig succes.[Delftsche Courant 8 februari 1937, blz 7]
Op 10 februari 1937 wordt gemeld  dat de directeur van de Rijkskweekschool voor onderwijzers te 's-Gravenhage aan het gemeentebestuur een dankbetuiging heeft gezonden voor het geschonken oude lettersysteem. De oude letterbeelden zullen bij het onderwijs dienst doen [Delftsche Courant 10 februari 1937, blz 8]
Op 13 februari 1937 wordt bericht dat sedert enige jaren subsidie wordt verleend in het bijzonder bewaarschoolonderwijs. Een lokaal van de O.L.-school nr. 1 werd in 1933 beschikbaar gesteld voor een arbeidersavondschool. In 1931 werd de speelplaats van de Ned. Herv. school verbeterd en werden nieuwe schoolborden aangeschaft. In hetzelfde jaar verleende de gemeente medewerking voor de uitbreiding van de R.K. meisjesschool met een leslokaal. In 1932 werd hiervoor een geldlening aangegaan. Aan het R.K. schoolbestuur werd in 1935 geld ter beschikking gesteld voor het plaatsen van een bank op de overdekte speelplaats; de kosten bedroegen ongeveer ƒ 75,- In 1934 zijn onderhandelingen gevoerd en is een krediet groot ƒ 600,- uitgetrokken om tot aansluiting te komen bij de schoolartsendienst „Katwijk". Daar echter spoedig bleek, dat de kosten van deze dienst veel hoger zouden lopen, werd van definitieve aansluiting afgezien. [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat het college van B&W in een pre-advies aan de gemeenteraad het wenselijk acht, het aantal leden van de Commissie tot wering van schoolverzuim van negen leden terug te brengen tot vijf leden. B&W stellen de Raad voor deze leden te benoemen uit de volgende dubbeltallen: onderwijzers openbaar onderwijs: H. H. van Gessel en D. Theri; ouders openbaar onderwijs: H. Prins en J.C. Verhoeven; onderwijzers bijzonder onderwijs: L. Kooijman en E. A. Tiel Groenestege; ouders bijzonder onderwijs: J. J. Verbakel en G. van Aalst; overige meerderjarige inwoners: J. van Winden en Jac. Zegwaard [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. De commissie tot wering van schoolverzuim werd als volgt samengesteld: H. H. van Gessel (onderwijzer openbaar onderwijs) H. J. Prins (ouder O.O.), L. Kooijman (ond. B.O.), J. J. Verbakel (Ouder B.O.) en J. van Winden [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8].

Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat de besturen van de bijzondere scholen in deze gemeente zich tot het gemeentebestuur hebben gewend met het verzoek om voorschotten op de gemeentelijke vergoeding voor het jaar 1937. Overeenkomstig de bepalingen van de Lager Onderwijswet stellen B&W de raad nu voor het bedrag van het voorschot te bepalen op voor de R. K. Jongensschool ƒ 1800,-, voor de R. K. Meisjesschool ƒ 1800,-, voor de N. H. schoolvereniging voor school I ƒ 1600.-, voor de N. H. schoolvereniging voor school II ƒ 800 en voor de School met den Bijbel ƒ 850.- [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
De afdeling Pijnacker van Volksonderwijs houdt dinsdag 2 maart 1937 een feest- en propaganda-avond. Het programma omvat onder meer de opvoering van het toneelstuk „Graaf Loodgieter" [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. De voorzitter, de heer B. Noordland, verwelkomde allereerst de propagandist van deze avond, de heer J.J.C. Mastenbroek, hoofd van de openbare school te Waddinxveen en heette daarna alle aanwezigen welkom. Daarna verzocht hij alle aanwezigen te gaan staan om mej. R. Boode, onderwijzeres in Pijnacker en bestuurslid van Volksonderwijs te herdenken, die 25 januari 1937 bij een noodlottig ongeval om het leven is gekomen. Hierna trad de spreker van deze avond op, de heer J.J.C. Mastenbroek, die ten velde trok tegen de leuzen en lastercampagne die de openbare school heden ten dage te doorstaan heeft. Spreker heeft o.a. enige staaltjes verteld die hij in Waddinxveen heeft meegemaakt. Daarna volgde een pauze, waarin een verloting plaatsvond. Na de pauze kwam de opvoering van het blijspel „Graaf Loodgieter". Dit blijspel, de clou van de avond, zal men niet licht vergeten. Hierna werd de avond, waarvan een zeer grote propagandistische waarde uitging, gesloten door de voorzitter [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 4].
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat de heer J. J. Verbakel, die in de laatst gehouden zitting van de gemeenteraad benoemd werd tot lid van de ,,Commissie tot wering van schoolverzuim" deze benoeming niet heeft aangenomen. Alle andere gekozen leden namen hun benoeming aan  [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10]. Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat de heer J. Verbakei het gemeentebestuur heeft bericht, dat hij zijn benoeming tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim niet aanneemt. B&W hebben een aanbeveling opgemaakt: G. van Aalst en A.J. Lindeman. [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. Op 19 maart 1937 vergadert de gemeenteraad. Op de agenda staat de benoeming van een lid van de commissie tot wering van schoolverzuim. Op de voordracht staan hiervoor: 1. G. van Aalst; 2. A.J. Lindeman. Benoemd wordt de heer A.J. Lindeman met 7 tegen 4 stemmen. [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12].  Op vrijdag 9 april 1937 om 19.00 uur zal de commissie tot wering van schoolverzuim, die in de laatst gehouden vergadering van de gemeenteraad is samengesteld, door de burgemeester worden geïnstalleerd. [Delftsche Courant 8 april 1937, blz. 10]. 
Het college van B&W stelt op 19 maart 1937 de raad voor medewerking te verlenen aan de aanvraag van het R.K. Kerkbestuur om nieuwe leermiddelen voor de R.K. Meisjesschool te verkrijgen. Met de inspecteur van het Lager Onderwijs zal dan in nader overleg worden getreden [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. Dit voorstel wordt z.h.st. aangenomen.  [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op 5 mei 1937 wordt door de raad besloten dat aan de besturen van de N.H. school en de R.K. Meisjesschool de aangevraagde gelden voor het aanschaffen van banken en leermateriaal verstrekt mogen worden.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Indertijd, zo verhaalt men op 11 mei 1937, had de garagehouder v. d. Burg aan de Gemeenteraad een bedrag van ƒ 400 gevraagd, voor het vervoer van de schoolkinderen. Het betrof hier voornamelijk de kinderen, die in de Oude Leede wonen en dus te ver van de Pijnackerse scholen. Door de betreffende wethouder waren met de aanvrager onderhandelingen gevoerd en de gemeentelijke subsidie was teruggebracht op ƒ 160. Het resterende bedrag werd door de ouders betaald. Nu deed zich de laatste tijd echter herhaaldelijk het geval voor, dat kinderen niet meer met de bus meegingen en de eigenaar van de bus dus niet aan zijn trek kwam. De heer v. d. Burg heeft er dan ook plotseling de brui aan gegeven, zodat de kinderen nu maar moeten zien hoe zij op tijd op school komen.... In De zaak wordt thans nader door het college van B&W onderzocht.  [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Naar wij vernemen op 18 mei 1937 bestaan er bij het college van B&W plannen om in overleg met het Comité van Tien aan de schoolkinderen zwemles te geven. Indien met het Comité van Tien overeenstemming wordt bereikt, zullen de Pijnackerse schoolkinderen op bepaalde tijden onder leiding van het Pijnackerse zwembad gebruik mogen maken, terwijl daar tevens aan de kinderen die nog niet kunnen zwemmen zwemles zal worden gegeven. Deze plannen zijn ongetwijfeld toe te juichen, daar dit zeer zeker in het belang is van de Pijnackerse schooljeugd [Delftsche Courant 18 mei 1937, blz. 8]. Op 30 juni 1937 is in de raad aan de orde het voorstel betreffende aanvrage ingevolge artikel 13 der L.O.-wet. In de vorige raadsvergadering is reeds ter sprake gekomen het vraagstuk van de regeling van de vergoeding voor de kosten van vervoer voor schoolkinderen ingevolge art. L.O.-wet 1920, zoals dit artikel met ingang van 1 juli 1937 zal moeten worden toegepast. Intussen zijn van een 13-tal ouders reeds verzoeken ingekomen om voor genoemde vergoeding in aanmerking te komen. Deze verzoeken betreffen in totaal 32 leerlingen, waarvan 2 verzoeken afgewezen kunnen worden, aangezien deze adressanten binnen 4 kilometer afstand wonen, resp. van de Gereformeerde school en de R.K. school in de Wippolder te Delft. Hierdoor wordt het aantal kinderen teruggebracht tot 27. Het college van B&W is voorts in overleg getreden met de heer G. v. d. Burg. De slotsom van de gevoerde bespreking is dat G. v. d. Burg bereid is met zijn autobus het vervoer van de kinderen te verzorgen, wanneer de gemeente hem een uitkering doet van ƒ 1000,- per jaar. Dit bedrag komt het college te hoog voor en het betwijfelt of het verantwoord is een dergelijk bedrag uit te geven om de in art. 13 der L.O.-wet geregelde vergoeding van vervoerskosten te verlenen. Wanneer op grond van verschillende uitspraken van hogere instanties, dat bij gebruik van een rijwiel door schoolkinderen als billijk en normaal wordt beschouwd een vergoeding van ½ ct. per afgelegde kilometer, een berekening wordt gemaakt van de in de onderhavige gevallen naar die maatstaf te betalen vergoeding, dan komt men tot een totaal bedrag van ƒ 300,-. Het college van B&W heeft echter gemeend verder te moeten gaan en het wil tot 1 april 1938 (het begin van het nieuwe schooljaar) aan G. v. d. Burg een uitkering toekennen van ƒ 750,- per jaar voor het vervoer van de schoolkinderen van en naar de Oude Leede, ongeacht de veranderingen, die in het bovengenoemd aantal kinderen tot die datum plaatsvinden. De heer Verhoef vraagt of het gemeentebestuur gebonden is aan de heer v. d. Burg, zo niet dan zou hij het op prijs stellen dat er een inschrijving gehouden werd. De voorzitter vindt het bedrag van ƒ 1000,- te hoog en voelt veel voor dit voorstel. De heer v. d. Leeuw en nog enige anderen hadden hier bezwaar tegen en stelden voor nogmaals met de heer v. d. Burg in overleg te treden en indien geen overeenstemming met hem mocht worden bereikt, dan een inschrijving te doen houden [Delftsche Courant 1 juli 1937, blz. 7]. 
B&W te Pijnacker stellen een ieder in de gelegenheid tot uiterlijk donderdag 8 juli 1937 om 12.00 uur in te schrijven naar het ’s morgens vervoeren van schoolkinderen uit de Oude Leede naar de R.K. en de Gereformeerde school te Pijnacker, ’s middags retour. Van de kinderen kan 10 ct. per keer worden gevraagd. De exploitant mag ook anderen tegen een door hem aan te stellen tarief vervoeren [De Nederlander 5 juli 1937, blz. 10]. 
Op 19 juni 1937 wordt gemeld dat tot schoolschoonmaakster door het college van B&W is benoemd mej. Schuurman, als opvolgster van mej. Grutteke [Delftsche Courant 19 juni 1937, blz. 3]. 
Ter raadsvergadering van 30 juni 1937 is besloten een generaal zwemabonnement te nemen voor alle schoolkinderen, ten einde daardoor te voorzien in de behoefte aan een gelegenheid voor de schoolkinderen om te zwemmen en om zwemonderricht te ontvangen. De kosten van dit algemeen abonnement zouden voor het lopende seizoen ƒ 125 bedragen, terwijl daarnaast voor de aanschaffing door het Comité van Tien van materialen, benodigd voor de massa-kinderbaden, zoals extra bankjes e.d., ten hoogste f 125 nodig zou zijn. Gedeputeerde Staten hebben B&W laten weten, dat tegen de ter uitvoering van genoemd raadsbesluit ingezonden begrotingswijziging hunnerzijds bedenkingen bestaan. Hierop zijn met de exploitante van het Pijnackerse zwembad, het Comité van Tien, nadere besprekingen gevoerd, die tot resultaat hebben gehad, dat het aanschaffen van materialen, speciaal benodigd voor de massa-kinderbaden kan worden beperkt tot een bedrag van ƒ 65, waardoor het in totaal te voteren bedrag wordt verminderd tot f 190. B&W hebben dit aan Gedeputeerde Staten bij schrijven van 9 juli 1937, nr. 5421, doen weten. Hierop delen Gedeputeerde Staten het college bij hun schrijven van 14/16 juli 1937 B nr. 9934/ 10362/12 (3e afd.) G.S., no. 2 het navolgende mede: „Met terugzending van bijgaand raadsbesluit hebben wij de eer U mede te delen, dat wij, met het oog op de financiële positie van uw gemeente, tegen de onder volgnummer 1899 geraamde uitgaaf, ook indien deze gewijzigd wordt overeenkomstig Uw schrijven d.d. 9 juli 1937 nr. 5421, bezwaar hebben. Wij verzoeken U mitsdien te bevorderen, dat het besluit door de Raad wordt ingetrokken van welke intrekking wij te zijner tijd gaarne bericht ontvangen." Het college van B&W stelt de Raad voor tot intrekking van dit besluit over te gaan [Delftsche Courant 29 juli 1937, blz. 8]. Verschillende raadsleden uitten op 30 juli 1937 hun verontwaardiging over de weigering van Gedeputeerde Staten om het raadsbesluit inzake de subsidie aan het Comité van Tien goed te keuren. Deze subsidie beoogde het mogelijk maken van gratis zwemonderricht aan scholieren. De heer B. Noorland wees erop, dat in noodlijdende gemeenten, die dus door het Rijk financieel gesteund moeten worden, wel kapitalen mogen worden uitgegeven voor de volksgezondheid en hygiëne. De heer Lalleman stelt voor het verzoek van Gedeputeerde Staten af te wijzen. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en met 6 tegen 5 stemmen verworpen. Vóór stemmen de heren Lalleman, van der Leeuw, F. van de Burg, Huisman en Noorland [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5]. 
Ingevolge art. 103 lid 4 van de Lager Onderwijswet stellen B&W de raad op 30 juni 1937 voor het bedrag van de vergoeding welke nog uit te keren is voor het jaar 1933 voor de R.K. Meisjesschool te stellen op ƒ 1901.94 en voor de Nederlands Hervormde school op ƒ 796.51  [Delftsche Courant 29 juli 1937, blz. 8]. 
Aan de heer Jac. van Mullem wordt op 30 juli 1937 door de raad voor de kosten van vervoer van zijn schoolgaande kinderen een tegemoetkoming van ƒ 7,50 (over het tijdvak van juli tot en met december 1937) verleend, daar hij meer dan 4 kilometer van de school afwoont. Op het verzoek van de heer P. van 't Woudt wordt afwijzend beschikt, daar zijn woning binnen de 4 kilometer afstand ligt [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 5]. 
In de aan de gemeente toegezonden rekening van de Nederlandse Hervormde school aan de Stationsstraat zijn opgenomen: drukkosten van 300 loten ƒ 7.50 en drukkosten van kwitanties ƒ 9.60; in de rekening van de Gereformeerde school is opgenomen: de grondbelasting voor het perceel Kerkweg 99 over 1931, 1932 en 1933 ƒ 38.25. Het college van B&W meent dat deze uitgaven niet zijn gedaan ten behoeve van het onderwijs en adviseren de raad van 30 juli 1937 deze vergoedingen niet toe te kennen [Delftsche Courant 31 juli 1937, blz. 9].
De autobusdienst voor schoolkinderen van de Oude Leede naar het dorp Pijnacker zal op woensdag 1 september 1937 ingaan [Delftsche Courant 2 augustus 1937, blz. 8]
Op 11 september 1937 wordt gemeld dat zich voor de vacature, ontstaan aan de Gereformeerde school te Pijnacker door het overlijden van één van de onderwijzers, zich niet minder dan 416 sollicitanten hebben aangemeld [De Standaard 11 september 1937, blz. 6].
Op 24 september 1937 stellen B&W aan de Raad voor om aan leerlingen, die tussentijds de school verlaten, ambtshalve vermindering van schoolgeld toe te staan. Een drietal ontwerpbesluiten ligt ter inzage. Deze vermindering kan worden toegestaan ingevolge artikel 5 van de Verordening op de invordering van schoolgeld. Zoals men weet heeft de gemeente indertijd overleg gepleegd met het bestuur van de R.K. jongensschool over de verrekening van de vergoeding ingevolge artikel 101 van de Lager Onderwijswet 1920 over de jaren 1931-1933. Dit overleg is thans geëindigd. B&W stellen de Raad voor de vergoeding voor genoemde school vast te stellen door bekrachtiging van het betreffende conceptbesluit. [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6] 

Op 24 september 1937 vergadert de raad. De heer G.J. Heinsbroek heeft zes kinderen die alle schoolgaan op de R.K. school te Berkel en Rodenrijs. De afstand van school tot huis bedraagt 6,4 kilometer, de afstand naar de school te Pijnacker is 500 meter langer, de R.K. school te Overschie is meer dan 4 kilometer van zijn huis verwijderd. Het inleggen van een schoolbus had geen resultaat. De kosten voor alle zes kinderen bedragen ƒ 61,95½ per km. De heer Heinsbroek is niet in de Rijksinkomstenbelasting aangeslagen. B&W. hebben de Raad voorgesteld genoemd persoon een jaarlijkse vergoeding van ƒ 50,- te verlenen. Eenzelfde verzoek is ingediend door de heer van Mullem. De kosten voor zijn twee schoolgaande kinderen bedragen ƒ 16.50 per jaar. Mede omdat de heer Van Mullem niet in de Rijksinkomstenbelasting is aangeslagen hebben B&W de Raad voorgesteld de heer Van Mullem een vergoeding van ƒ 12,50 te verlenen  [Delftsche Courant 24 september 1937, blz. 11]. 
De Vereniging Volksonderwijs zal op donderdag 21 oktober 1937 een ledenvergadering houden in de O. L. school op het dorp, aanvang 19.30 uur. De agenda luidt als volgt: 1. Notulen; 2. Voorziening in vacature bestuurslid; 3. Beschrijvingsbrief algemene vergadering; 4. Verkiezing afgevaardigde naar algemene vergadering; 5. Bespreking propaganda-avond  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]Gisteravond 21 oktober 1937 werd een algemeene ledenvergadering gehouden van de Ver. voor Volksonderwijs afd. Pijnacker. De voorzitter, de heer B. Noorland, opende de vergadering en was zeer verheugd over de groote opkomst en wel in het bijzonder omdat er weer een aanval gedaan woxdt op de openbare school te Delfgauw. Spr. wees erop, dat de praatjes, die op Delfgauw rondgestrooid worden, als zou de openbare school aldaar worden opgeheven van allen grond ontbloot zijn. De notulen der vorige vergadering werden onveranderd vastgesteld. In de vacature in het bestuur, ontstaan door het overlijden van mej. Bode, werd gekozen de heer J. Lalleman. De beschrijvingsbrief van de algemeene vergadering der landelijke organisatie werd hierna druk besproken en als afgevaardigden naar deze vergadering werden benoemd de heeren B. Noorland en D. W. Theri. Voorts werd besloten dat er eind November in Delfgauw een propaganda-avond zal worden gehouden, waarbij o.m. een tooneel-uitvoering zal plaats hebben. In Februari zal wederom de gewone jaarlijksche propaganda- en feestavond worden gehouden. Nadat bij de rondvraag nog besloten werd, dat er op Delfgauw een circulaire zal worden verspreid, waarin de onware geruchten betreffende de O. L. school aldaar, zullen worden gedementeerd, sloot de voorzitter de vergadering  [Delftsche Courant 22 oktober 1937, blz. 11]. 
Op 28 oktober 1937 wordt gemeld dat het zal wel immer een raadsel zal blijven uit welke bron de geruchten zijn ontstaan inzake de opheffing van de plaatselijke school. Dat het aantal leerlingen in de laatste jaren is teruggelopen is niet toe te schrijven aan het onderwijs, doch aan de nabije scholen in de Wippolder. Opheffing zou voor onze plaats een zeer groot ongerief betekenen, daar de kinderen dan de gevaarlijke overweg bij de Pauwbrug dagelijks zouden moeten passeren terwijl ze hier om 't hoekje van de deur goed onderwijs kunnen ontvangen. Wij kunnen dan ook mededelen dat deze dwaze geruchten van alle grond ontbloot zijn [Delftsche Courant 28 oktober 1937, blz. 6].
Op 4 november 1937 wordt bericht dat om te komen tot de oprichting van een Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs in Delfgauw, gemeente Pijnacker, werd in het Verenigingsgebouw een vergadering gehouden, die druk bezocht was. De voorzitter van de Commissie, de heer W. Verschoor, schetste in het kort de strijd van Dr, Kuyper voor het Christelijk onderwijs en sprak de wens uit, dat allen zullen willen meewerken tot de oprichting van een School met de Bijbel. Vervolgens sprak de heer P. van Borstelen over de noodzakelijkheid van Christelijk onderwijs. Daarop werden statuten en huishoudelijk reglement behandeld en vastgesteld en tot oprichting van een vereeniging besloten. Ongeveer 170 personen traden als lid toe. Tot bestuursleden werden gekozen de heren P. van Borstelen, W. van der Ende, A. Olieman, A. Poot, W. Verschoor, P, Wamsteeker en P. Zeeuw [De Standaard 4 november 1937, blz. 4]
Op 8 december 1937 wordt gemeld dat aan de O. L. school aan het dorp wegens ziekte van mejuffrouw Groenendal tijdelijk is aangesteld de heer J.M. van der Harst uit Gouda  [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 3].
Op 14 december 1937 wordt gemeld dat bij een onderzoek, ingesteld door de inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Delft, bleek dat het merendeel van de banken in de R.K. jongensschool niet aan de wettelijke eisen voldeed. De inspecteur gaf in overweging overleg te plegen met het gemeentebestuur tot geleidelijke vernieuwing van de banken. Het schoolbestuur heeft nu een verzoek aan het gemeentebestuur gericht om gelden voor de aanschaffing van nieuwe banken voor de vijfde klas beschikbaar te stellen. Het college van B&W is het met deze aanvraag niet geheel eens en vraagt zich onder meer af hoe het mogelijk is, dat banken zijn aangeschaft, die niet aan de wettelijke voorschriften voldeden. B&W stellen de raad nu voor op deze principiële aanvraag voorlopig afwijzend te beschikken en het college te machtigen met het schoolbestuur in nader overleg te treden [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2]. Door het bestuur van de R.K. jongensschool is op 27 november 1937 een schrijven aan de raad gericht betreffende geleidelijke vernieuwing van de schoolbanken aan de R.K. jongensschool. Uit dit schrijven blijkt, dat de aanleidende oorzaak van het verzoek is gelegen in de aanmerking van de Inspecteur van het Lager Onderwijs over het feit, „dat de schoolbanken er slechts onderhouden uitzien." Het schoolbestuur is dus klaarblijkelijk tekort geschoten in zijn verplichting de banken behoorlijk te onderhouden. Sedert jaren heeft de gemeente ook aan dit schoolbestuur overeenkomstig het bepaalde in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 vergoed de kosten van instandhouding. De strekking van deze jaarlijkse betalingen moet geacht worden ook te zijn geschied voor het onderhoud van de banken. Is de verplichting tot onderhoud niet behoorlijk nageleefd, dan dient logisch de consequentie van dat verzuim ten laste te komen van het betrokken schoolbestuur. Waar de strekking van de wet duidelijk en principieel verschil maakt tussen de kosten van exploitatie enerzijds en die van stichting, uitbreiding en aanschaffing anderzijds, moet er voor gewaakt worden beide soorten van uitgaven niet te verwarren. Bij eventuele inwilliging van het gedane verzoek, zoals het thans is gemotiveerd, zal de consequentie daarvan geen andere kunnen zijn dan ook voor al de andere klassen nieuwe banken aan te schaffen. En dit geldt dan niet alleen voor de onderhavige school, doch voor alle andere bijzondere scholen. Voorts rijst de vraag hoe het mogelijk is, dat banken zijn aangeschaft, die niet aan de wettelijke voorschriften voldoen. Heeft men dit nu eerst geconstateerd? Tenslotte is het college van B&W - in afwijking van de in bovenaangehaald adres aangegeven mening - van oordeel, dat de kosten, verbonden aan het normale onderhoud van oude schoolbanken nog steeds belangrijk minder zijn dan de aanschaffingskosten plus het onderhoud van moderne schoolbanken. Op grond van deze feiten en omstandigheden stellen B&W voor op deze principiële aanvraag voorlopig afwijzend te beschikken en het college te machtigen met het schoolbestuur in nader overleg te treden. De Raad hecht op 14 december 1937 hieraan zijn goedkeuring.  [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].

Op 14 december 1937 wordt gemeld dat voor het vervoer van schoolkinderen vanaf de Oude Leede aan de heer J.C. de Groot ƒ 650 wordt betaald. Deze overeenkomst tussen de heer De Groot en het gemeentebestuur eindigt nu op 31 december 1937 en de heer De Groot vraagt voor het jaar 1938 een vergoeding van ƒ850. Hij grondt deze verhoogde aanvraag in hoofdzaak op het feit dat zijn verwachting dat hij de ritten voor de Nootdorpse schoolkinderen denkt te kunnen combineren met die voor de kinderen uit de Oude Leede, niet verwezenlijkt. Het college van B&W. stelt de raad nu voor de vergoeding op ƒ 800 te bepalen [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2]. De heer Lalleman is het op 14 december 1937 met het college inzake de kwestie van het vervoer van de schoolkinderen niet eens. Spreker vindt dat het gemeentebestuur met een tegenvaller van de heer De Groot niets te maken heeft. Kan de heer De Groot de schoolkinderen niet voor het vastgestelde bedrag vervoeren, dan moet een nieuwe inschrijving plaats hebben. De heer van der Leeuw meent, dat er thans wel anderen zijn, die het vervoer voor ƒ 850,-, op zich willen nemen. De heer B. Noorland stelt voor een limiet van ƒ 850,- te stellen en een nieuwe inschrijving te houden. De heer Verhoeff wil pas een inschrijving, wanneer de heer De Groot op het voorstel van ƒ 800,- vergoeding niet ingaat. De voorzitter is het met de laatste spreker volkomen eens. Het voorstel om onmiddellijk een nieuwe inschrijving te houden wordt met zes tegen vijf stemmen verworpen  [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].
Op dinsdag 21 december 1937 werd aan de O.L. school in de Katwijkse Buurt onder flinke belangstelling een ouderavond gehouden. Het hoofd van de school, de heer Theri, leidde deze bijeenkomst en herdacht degenen, die in het afgelopen jaar overleden waren, namelijk mej. R. Bode en een leerlingetje uit de 1e klas, alsmede het lid van de oudercommissie, de heer H. Hofman. De uitgereikte Kerstrapporten werden besproken en er werd op gewezen hoe juist de leerlingen met de zwakke rapporten de zorgenkindertjes waren. Zeer veel aandacht hadden de ouders voor het ter inzage liggende werk van hun kinderen, terwijl de moeders het resultaat van het handwerkonderwijs met grote nauwkeurigheid bekeken. Als lid van de oudercommissie werd gekozen de heer J.A. van Leeuwen. Het was een zeer geslaagde avond  [Delftsche Courant 23 december 1937, blz. 14].


Het bestuur van de Gereformeerde School bestaat uit voorzitter C.M. van der Vaart, secretaris M. van Atten [CBG Verzamelingen fa]


onheilOp 4 januari 1937 omstreeks 6 uur is komt op de weg tussen Pijnacker en Delft de 22-jarige student aan de Technische Hogeschool, J. C. van Marle, bij het passeren van een in dezelfde richting rijdende transportdrìewieler daarmee in botsing en wordt over de weg geslingerd. Van Marle breekt een been en loopt inwendige kneuzingen op en enige hoofdwonden. In ernstige toestand is hij naar het Gasthuis in Delft vervoerd. Zijn motorfiets komt terecht onder een van de tegenovergestelde richting komende auto en wordt nagenoeg geheel vernield. Van Marle zou met grote snelheid hebben gereden [De Dordrechtsche Courant 5  januari 1935, blz. 7]
Op zondagavond 17 januari 1937 raakte een bestuurder van een luxe-auto uit Delft op de Oostlaan tegenover het Patronaatsgebouw de macht over het stuur kwijt en reed door de afrastering van de weg. Gelukkig kon de auto nog tijdig tot stilstand worden gebracht, zodat zich geen verdere ongelukken voordeden. De schade zal door de bestuurder worden vergoed  [Delftsche Courant 19 januari 1937, blz. 7]
Op de onbewaakte overweg te Nootdorp is in de ochtend van 26 januari 1937 het lijk gevonden van de 26-jarige mejuffrouw Bode, onderwijzeres te Pijnacker en wonende in de Van Goghstraat te Den Haag. De fiets van het slachtoffer werd op korte afstand tegen een hek gevonden. Vermoed wordt, dat mejuffrouw Bode, in verband met de duisternis en de hevige sneeuwval, haar fiets heeft neergezet om vervolgens op de spoorbaan te gaan kijken of deze vrij was met bovenstaand noodlottig gevolg [Nieuwe Apeldoornsche Courant 26 januari 1937, blz. 2; De Standaard 26 januari 1937, blz. 8]
Op 5 februari 1937 wordt bericht  dat op de Lange Geer in Delft raakte een voor een boerenwagen gespannen paard op hol, toen de voerman plotseling een rol ijzerdraad in de laadbak wierp, ten gevolge waarvan het dier schrok. Bij de Rotterdamse poort werd het paard gegrepen, doch het had reeds veel schade aangericht, namelijk aan een lantaarnpaal, een motorcarrier, een auto en een huisdeur. Het gespan behoorde aan de landbouwer van W. te Pijnacker [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 2]. 
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat op de nieuwe Rijksweg Den Haag-Rotterdam is onder de gemeente Pijnacker een auto in volle vaart over de kop geslagen. De bestuurder raakte de macht over het stuur kwijt en de auto reed bij de nieuwe vertakking dwars door de struikgewas-afzetting en sloeg vervolgens over de kop. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor; de auto werd vrij zwaar beschadigd  [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8].
Op 10 februari 1937 wordt gemeld  dat het dochtertje van de heer A. van W., toen zij zich even alleen in de kamer bevond, een hoeveelheid kokend warme koffie opdronk. De toestand van de kleine was zodanig, dat opname in het ziekenhuis noodzakelijk was [Delftsche Courant 10 februari 1937, blz 8]
Op 16 februari 1937 wordt gemeld dat in de Stationsstraat bij de familie S. een vrij ernstige schoorsteenbrand heeft gewoed. Het blussen nam geruime tijd in beslag [Delftsche Courant 16 februari 1937, blz. 2].
Op 16 februari 1937 wordt bericht dat op de Oostlaan een paard, gemend door de weduwe M. op hol is geslagen. Toen de weduwe de oprijlaan naar de R. K. kerk op wilde rijden, brak een onderdeel van het leidsel, waardoor het paard schrok en op hol sloeg. Het schuw geworden dier galoppeerde het rijwielpad af in de richting van het gemeentehuis. Gelukkig bevonden zich geen wielrijders op het rijwielpad. Aan het eind van het rijwielpad liep het dier zich vast. De weduwe M. die op de bok van de wagen was blijven zitten, kwam met de schrik vrij [Delftsche Courant 16 februari 1937, blz. 2].
Toen vanmorgen 17 februari 1937 om 7.00 uur de metaaldraaier G. Kooimans, wonend Busken Huetstraat 105 in Delft, zich op zijn motorfiets naar zijn werk begaf op de fabriek van technische snijapparaten van Chr. Kentie in Pijnacker, moest hij op het kruispunt van de Stationsstraat en de Emmastraat te Pijnacker plotseling uitwijken voor een vrachtauto, bestuurd door de melkrijder van Wijk, die uit de Emmastraat kwam. Hierbij slipte K. en viel met het hoofd op de straat, waardoor hij bloedend werd gewond en bewusteloos bleef liggen. Na weer bij kennis te zijn gekomen, werd hij naar dr. Bosch gebracht, die hem verbond [Rotterdamsch Nieuwsblad 17 februari 1937, blz 17]
Op 19 februari 1937 wordt bericht dat een wielrijder uit Delft gisteravond, waarschijnlijk misleid door de duisternis, in de vaart langs de Klapwijkseweg is terecht gekomen. Toegeschoten boeren wisten hem, benevens het rijwiel, op het droge te brengen.  Op de Westlaan is een wielrijder uit Zoetermeer door een Delftse vrachtauto aangereden. De bestuurder van de vrachtwagen kon niet tijdig remmen oï uitwijken, daar de wielrijder plotseling de weg overstak zonder richting aan te geven; hij kwam gelukkig met de schrik vrij. Het rijwiel was slechts licht beschadigd. [Delftsche Courant 19 februari 1937, blz. 2]
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat de 18-jarige R., bij gebrek aan een asbakje, zijn brandende sigaret op straat wegwierp. Dit brandende voorwerp kwam echter juist in de bontkraag van een passerende dame terecht. De gemeenteveldwachter Sikkema heeft tegen R. proces-verbaal opgemaakt wegens straatschenderij. R. heeft zodoende geen dure pijp, maar een dure sigaret gerookt.Op de Noordweg is een 14-jarig meisje met haar rijwiel geslipt; de fiets kwam in het water terecht, terwijl het meisje op de berm nog maar net gevrijwaard bleef voor een nat pak [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Op 3 maart 1937 wordt gemeld dat de bestelwagen van bakker R. is door een onbekende oorzaak in het water terecht gekomen. Al het melkbrood zal wel waterbrood zijn geworden, terwijl een grote hoeveelheid verloren ging [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8]. 
Woensdagmiddag 17 maart 1937 is een paard en wagen op de Klapwijkseweg achteruit te water gereden. De voerman A. kon zich nog tijdig van de bok verwijderen. Het paard is met behulp van voorbijgangers op het droge gebracht. De wagen is later door een kraanwagen opgevist [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat het paard van de landbouwer N. ergens van schrok en op hol is geslagen.. De koetsier kon niet op de bok blijven zitten en werd er af geslingerd. De heer v. d. M. wist het dier tot stilstand te brengen, zonder dat zich verdere ongelukken hadden voorgedaan  [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Vermoedelijk omdat de bestuurder van een vrachtauto bij het inhalen van ander verkeer teveel links van de weg rijdt, vindt op 31 augustus 1937 om ongeveer 21.00 uur op de Haagweg bij Rijswijk ter hoogte van de Lindelaan een ernstige aanrijding plaats. Een vrachtauto bestuurd door v. d. B. uit Pijnacker en een motorrijwiel bestuurd door P. uit Den Haag komen met elkaar in botsing. De motorrijder wordt zwaar gewond. Hij heeft een gecompliceerde beenbreuk en een gebroken pols. Nadat eerste hulp is verleend is hij per ziekenauto overgebracht naar het R.K.-ziekenhuis in Den Haag [De Dordrechtsche Courant 1 september 1937, blz. 10]
De Oostlaan is nu eenmaal niet al te breed. Dit ondervond op 23 maart 1937 een vrachtauto beladen met groentekisten uit De Lier tot zijn nadeel. De vrachtauto moest hier een andere vrachtwagen passeren; beide weken niet genoeg voor elkaar uit, met het gevolg dat toen zij elkaar passeerden, een vreemd schurend geluid de dorpsstilte verstoorde. Wat bleek de chauffeur van den Lierse wagen nu bij onderzoek? Al zijn mooie groentekisten waren finaal doorgesneden en door den passerenden wagen gehalveerd. Ongetwijfeld zal de fustmeester op de veiling bezwaar maken tegen deze kistjes! [Delftsche Courant 24 maart 1937, blz. 7] 
Heden, 31 maart 1937, reed tegen de brugleuning aan de Stationsweg te Pijnacker, een vrachtauto van de firma de J., met het gevolg dat de leuning deerlijk werd ontzet. De bestuurder van de auto, die doorreed, is echter bekend en zal voor de schade aansprakelijk worden gesteld  [Delftsche Courant 31 maart 1937, blz. 3] 
Gisteravond 2 april 1937 om 17.00 uur is op de Vlielandseweg het 3-jarig logeetje van de heer A. door een twoseater overreden. Wonder boven wonder kwam het kind zonder enig letsel onder de auto vandaan. De bestuurder van de auto was er echter danig van streek van [Delftsche Courant 3 april 1937, blz.. 7]. 
Op 10 april 1937 wordt gemeld dat het 6-jarige meisje van A. onverwachts de Vlielandseweg overstak. Een juist passerende auto raakte het meisje door krachtig te remmen slechts eventjes, zodat het ongeluk, dat iedereen reeds zag gebeuren, gelukkig goed afliep. Het meisje liep slechts enige schrammen op [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]
Op 12 april 1937 wordt gemeld dat een vrachtauto van de expediteur de J. bij de spoorwegovergang onzacht in aanraking is gerkomen met de brugleuning. Zowel de auto als de brugleuning werden beschadigd [Delftsche Courant 12 april 1937, blz. 7].

Op 13 april 1937 hadden twee brooddronken jongelieden de aardigheid de bewoners van de Oostlaan op te schrikken door te bonzen op hun ruiten. Bij de familie v. d. S. werd een grote spiegelruit ingeslagen. Toen de bewoners buiten kwamen waren de vandalisten gevlogen. Aangifte bij de politie volgde, die het genoegen smaakte hen aan te houden. De beide verdachten bleven aanvankelijk ontkennen, doch één van hen was deerlijk aan één van zijn handen gewond, zodat ontkennen niet langer baatte. Tegen beiden is proces-verbaal opgemaakt [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3].
Op de Katwijkselaan sprong op 13 april 1937 een koe uit een veetransportwagen, met het gevolg dat het beest één van zijn achterpoten brak. De politie, wiens assistentie ingeroepen was voor het uitvoeren van een noodslachting, arriveerde ter plaatse toen het dier reeds met behulp van enige omstanders weder op de wagen was geplaatst, waarna de vrachtrijder zijn weg voortzette [Delftsche Courant 14 april 1937, blz. 3].
Op 19 april 1937 wordt bericht dat op de Klapwijkseweg de 64-jarige heer A. Zegwaard door een vrachtauto, komende uit de richting Berkel, is aangereden. Dr. van der Horst verleende de eerste hulp en constateerde drie gebroken ribben. In zorgwekkende toestand is de aangeredene naar zijn woning vervoerd [Delftsche Courant 19 april 1937, blz.7].
Gistermiddag 3 mei 1937 om 16.00 uur was het 3-jarig dochtertje van de heer Mats bij de veilingvaart aan het spelen, toen zij plotseling te water geraakte. De heer J. Schäfer, die het bemerkte, bedacht zich geen ogenblik en sprong uit het raam van het kantoor van de veiling het kind na, waarna hij het genoegen mocht smaken het kind zonder enig letsel weer op het droge te brengen [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7] 
De heer D.G. R., kruidenier en melkhandelaar in Delfgauw, was gistermiddag 10 mei 1937 bezig met het bedienen van z'n klanten en reed het erf op van mej. de wed. Bade. De bakfiets, geladen met tal van flessen, delicatessen enz, raakte in de diepe mestput. Met grote moeite, geassisteerd door de ijlings toegeschoten buren, wist de heer D.G. R. zijn vehikel weer op de begane grond te brengen. De inhoud was dermate bedorven, dat deze voor consumptie niet meer in aanmerking kon komen. [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Hedenavond 19 mei 1937 is een vrachtauto, geladen met varkens, tengevolge van het uitwijken, weggezakt in de berm van de Klapwijkseweg. Daar de wagen met de achteras diep in de grond was gedrongen, moesten alle varkens worden gelost om de auto te kunnen bevrijden [Delftsche Courant 20 april 1937, blz. 8]
Op 11 juni 1937 wordt gemeld dat een koe van de landbouwer Zegwaard door de bliksem is getroffen en gedood [Haagsche Courant 11 juni 1937, blz. 6]
Door tot nog toe onopgehelderde oorzaak is op 15 juli 1937 omstreeks 14.30 uur brand ontstaan in een hooi- en rietmattenschuur van het tuindersbedrijf van de heer Frank van Schie aan de Noordweg A59 te Pijnacker. De schuur was tot de nok toe gevuld met hooi en rietmatten, zodat de vlammen gretig voedsel vonden in dit kurkdroge, zeer brandbare, materiaal. Al spoedig laaiden de vlammen dan ook hoog op zodat al spoedig ook de varkens- en wagenschuur in brand stonden en er ernstig gevaar begon te ontstaan voor het woonhuis van de heer van Schie, waartegen laatstgenoemde schuren zijn gebouwd. De heer Van Schie was met zijn twee oudste jongens ‘s morgens reeds vroeg weggegaan naar het Rijkslandbouwproefstation te Naaldwijk, zodat de vrouw alleen thuis was met twee van de twaalf kinderen. Bakker van Gemert bood de eerste hulp, spoedig gevolgd door de tuinder L. Neleman en de timmerman Aart Kranenburg. Met emmers water poogden zij het vuur te blussen. Dit ging evenwel niet, waarop de wakkere drie helpers de tuindersspuit ter hand namen ter bestrijding van het inmiddels voortwoekerende vuur. Door onbekendheid met de constructie was het hun echter niet mogelijk deze spuit te gebruiken. Het vuur had zich inmiddels medegedeeld aan een schuur, waarin enige honderden rietmatten waren geborgen. De brandweer was gewaarschuwd, doch de gemeentewerkman, die voor de spuit moet zorgen, was met de gemeente-auto in de polder bezig. Zodoende moest een auto worden gerequireerd om de spuit naar de brand te rijden.  Aanvankelijk werkte de gearriveerde spuit heel slecht, vanwege de modderige sloot, waaruit het water werd gepompt. Maar korte tijd daarna  werd het vuur met twee stralen van de motorspuit aangetast. Hierbij deed zich nog een ongelukje voor, dat gelukkig goed afliep. Twee spuitgasten de heren Th. Lalleman en J. Kranenburg, waren om de vuurhaard beter te kunnen bestrijden, op een klein loodsje geklommen en richtten vandaar hun straalpijp op de laaiende vlammen. Het dak van dit loodsje was op het gewicht van deze beide mannen echter niet berekend en plotseling stortte onder hevig gekraak dit dak in en verdwenen beide mensen in de diepte. Gelukkig was de hoogte niet groot zodat beiden met de schrik vrijkwamen en even later weer verder spoten. De watermassa's, die in de vlammen werden gespoten, hadden al spoedig uitwerking en zienderogen werden de vlammen minder. Dikke rookwolken kwamen er voor in de plaats. Het begon erop te lijken dat men het woonhuis, dat -zooals gezegd- tegen de schuren is aangebouwd, zou kunnen behouden. Voor alle zekerheid was men echter reeds dadelijk begonnen met het geheel en al te ontruimen en het bleek achteraf dat men hier goed aan had gedaan. Want al was omstreeks 16.30 uur de brand zover onder de knie dat men dacht het gewonnen te hebben, het noodlot had het anders beschikt. Het noodweer, dat op zovele plaatsen in ons land gisteren onheil heeft gesticht, speelde ook hier de onvermoeide blussers parten. Men was begonnen het opeen gepakte hooi met haken uit elkaar te halen om zodoende de vlammen beter te kunnen bereiken, toen opeens een geweldige bui losbrak en een windhoos het brandende hooi opnam en op het dak van het huis deponeerde.  Ter assistentie werd nu in allerijl de handspuit uit de Katwijksebuurt gehaald en werden omstanders aan het werk gezet om te helpen blussen. Ook de gemeenteveldwachter, die het verkeer op de Noordweg had geregeld, trok zijn uniformjas uit en hielp aan de spuiten. Toen de heer Van Schie thuis kwam trof hij niets meer aan dan een rokende puinhoop van wat eens zijn huis en have was geweest. Naar wij vernemen zijn huis, inboedel en schuren verzekerd, maar ook aan zijn onmiddellijk aan huis en schuren grenzend tuindersbedrijf is door het vele geloop grote schade aangericht en of de heer van Schie hier tegen verzekerd is, is ons niet bekend. Het kleinvee van de tuinder kon worden gered. De kat was aan één kant geheel geschroeid, doch bracht er het leven af. Het grote gezin is bij buren en familie ondergebracht. Begrijpelijkerwijze trok de brand veel belangstelling. Op het terrein van de brand merkten wij onder andere op: de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm; de beide wethouders, de heren Gs. Sonneveld en A. v. d. Burg, de gemeenteopzichter, de heer Suurmondt en de gemeentesecretaris de heer J.M.M. Heijmerikx. Het blussingswerk stond onder leiding van de opperbrandmeester J.G. Ravenek. De gemeentepolitie, geassisteerd door de Rijksveldwacht, had voor een goede afzetting gezorgd. Wat de motorspuit betreft, deze heeft aanvankelijk goed gewerkt, doch naderhand trad een storing op door warmlopen. Bovendien was één van de slangen op verschillende plaatsen heel erg lek. O.i. lijkt de capaciteit van de spuit voor een enigszins zware brand echter vrij gering en moet een zwaardere spuit zeer wenselijk worden geacht [Delftsche Courant 16 juli 1937, blz. 6; Rotterdamsch Nieuwsblad 16 juli 1937, blz. 6] .
Op 20 juli 1937 om 21.00 uur werd op de Oostsingel de 17-jarige R. uit Pijnacker, doordat zij, nabij de Koepoortbrug de rijweg overstak, zonder vooraf een teken te hebben gegeven, door een auto aangereden. Haar fiets werd beschadigd, terwijl zij zelf ernstig aan het hoofd werd gewond. Per „Packard" werd zij naar het Gasthuis gebracht. Na behandeld te zijn, kon het meisje echter naar huis worden vervoerd [Delftsche Courant 21 juli 1937, blz. 2]
Toen zaterdagavond 24 juli 1937 de tuindersknecht P. van R. uit Delfgauw zijn weekgeld wilde opbergen, kwam hij tot de onaangename ontdekking dat hij een briefje van tien vermiste. Hoewel aanstonds aangifte bij de politie volgde en ijverig werd gezocht is tot op heden het vermiste bankbiljet niet terechtgekomen  [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2]
Op 26 juli 1937 om 23.00 uur moest de brandspuit uitrukken in verband met brandgevaar door hooibroei. Een verzekeringsagent had op zijn tocht langs verschillende boerderijen ontdekt dat de hooiberg bij de landbouwer C. Notenboom Az. in de Nieuwkoopsebuurt gevaar liep door hooibroei in brand te geraken. Door middel van speciaal daartoe bestaande aan lange ijzeren staven bevestigde thermometers waren steekproeven genomen en hier en daar wees de thermometer niet minder dan 90 graden aan, zodat men het 't veiligst vond om de brandweer te waarschuwen, temeer omdat vlak naast deze enorm grote hooiberg (een „zes-roe-er") er één staat van dezelfde grootte en op nog geen 5 meter afstand van beide bergen staat aan de ene kant de kapitale boerderij, daterend van het jaar 1801, die een rieten dak heeft en aan de andere kant een grote wagen- en gereedschappenschuur. Alles werd in gereedheid gebracht om op het eerste alarm water te kunnen geven, slangen liggen aangekoppeld klaar tot bij de hooiberg en van tijd tot tijd wordt de motorspuit proef gedraaid om deze warm te houden. Wanneer er gedurende de nacht niets gebeurt, zal bij het aanbreken van de dag begonnen worden met de hooiberg leeg te halen. Daarbij zal dan ook de brandspuit uit de Katwijksebuurt aanwezig zijn om in geval van nood te kunnen bijspringen. De burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W. G. van den Helm, was persoonlijk aanwezig om de getroffen maatregelen in ogenschouw te nemen, terwijl ook de opperbrandmeester, de heer J.G. Ravenek en de gemeente-opzichter, de heer Suurmondt, tegenwoordig waren[Delftsche Courant 27 juli 1937, blz. 7] 
Op het rijwielpad langs de Westlaan kwamen op 2 augustus 1937 twee wielrijders onzacht met elkaar in aanraking. Het voorwiel van één van de fietsers was licht verbogen. De fout lag bij de fietser komende uit de richting Delft, daar deze van de rijweg gebruik had moeten maken  [Delftsche Courant 3 augustus 1937, blz. 6]
Op 8 augustus 1937 reed een D.K.W.-auto met een vaart van ongeveer 70 kilometer in de Katwijksebuurt, toen plotseling de rechtervoorband klapte. De 19-jarige Haagse bestuurder raakte de macht over het stuur kwijt en kon de auto niet meer op de weg houden. Met grote vaart kwam de D.K.W. in botsing met een paal, een hek en daarna met een warenhuis. De bestuurder werd door glasscherven aan het hoofd gewond; de auto was zwaar beschadigd [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8]. 
Op 24 augustus 1937 wordt bericht dat door de gladheid op de Klapwijkseweg een wielrijder is geslipt en hierdoor onzacht in aanraking met een juist passerende vrachtauto is gekomen. Het ongeluk liep echter goed af; de fiets werd slechts licht beschadigd en de berijder ervan kwam met de schrik vrij [Delftsche Courant 24 augustus 1937, blz. 8]. 
Op 25 augustus 1937 wordt gemeld dat de Klapwijkseweg raakte een bestuurder van een auto de macht over het stuur kwijt, zodat de auto begon te slingeren. De wagen kwam eerst in botsing met een telegraafpaal en kwam vervolgens in de bermsloot terecht. De drie inzittenden kwamen er met enige ontvellingen van af; de auto werd vrij ernstig beschadigd. Omtrent de toedracht van dit ongeval vernemen wij nog het volgende. Het drietal inzittenden, V. uit Pijnacker, V. V. uit Berkel en K. uit Pijnacker, had de auto van de Pijnackerse garagehouder Slootweg voor een paar uur gehuurd. Nog geen 1000 meter van de garage verwijderd wilde K. ook eens rijden en trachtte de bestuurder opzij te dringen. Deze raakte toen natuurlijk de macht over het stuur kwijt met het bekende gevolg. Hoogstwaarschijnlijk zal dit muisje voor de waaghalzerige zondagsrijders nog wel een staartje hebben! [Delftsche Courant 25 augustus 1937, blz. 8].
De 16-jarige M. v. d. Stap, werkzaam bij de tuinder Van Rijn in de Overgauw, kwam op 27 augustus 1937 te vallen bij het vervoeren van een zuurstoffles, waarbij zijn hand tussen fles en rail van een smalspoor bekneld raakte, tengevolge waarvan de hand ernstig gekneusd werd. Na door dr. Bos te zijn verbonden kon de jongen naar huis worden vervoerd [Delftsche Courant 28 augustus 1937, blz. 11]. 
Op 31 augustus 1937 wordt gemeld dat de heer Tiel Groenestege, hoofd van de R.K.school, het ongeluk had om op het station in Utrecht zijn voet te verstuiken en daarbij te vallen. Op advies van de dokter moet de heer Tiel Groenestege enige dagen rust houden [Delftsche Courant 31 augustus 1937, blz. 2]
Op 31 augustus 1937 wordt gemeld dat op de Klapwijkseweg een bakfiets uit Delft te water is geraakt, omdat de bestuurder te ver voor een naderende vrachtauto is uitgeweken. De verschillende boodschappen dreven rond tot voedsel van de vissen. Met behulp van een schepnet werd het grootste gedeelte ervan weer op het droge gebracht. De berijder kwam met de schrik vrij [Delftsche Courant 31 augustus 1937, blz. 2]
Een vrachtauto, bestuurd door B. uit Pijnacker, reed op 31 augustus 1937 met grote vaart tegen een motorrijwiel, bestuurd door P. uit Den Haag. De motorrijder werd ernstig gewond en liep een gebroken pols en een gecompliceerde beenbreuk op. De duopassagiere had enige kleine verwondingen. Enige doktoren, die spoedig na het ongeluk ter plaatse waren, verleenden eerste hulp. Het slachtoffer werd per ziekenauto naar het ziekenhuis Westeinde vervoerd. Het motorrijwiel is totaal vernield. Door de politie wordt een onderzoek naar de schuld ingesteld [Haagsche Courant 1 september 1937, blz. 14].
Toen gistermiddag 4 september 1937 de heer A. van S. in dienst bij de heer L. v. d. H., vanaf de Pijnackerse veiling huiswaarts keerde met paard en wagen, sloeg het paard, toen van  S. een paar kisten loste, op de Noordeindseweg op hol. Het beest rende langs de weg en raakte te water. Paard en wagen konden echter weldra op het droge worden gebracht [Delftsche Courant 4 september 1937, blz. 8].
Op 25 september 1937 wordt gemeld dat op de Pijnackerseweg bij Delfgauw een bezorger van fa. Grossat uit Delft, die gistermorgen met een bestelling gebakjes per rijwiel op weg was naar Pijnacker, in botsing is gekomen met een auto, tengevolge waarvan man en rijwiel in een langs de weg staande heg terechtkwamen. De gevolgen waren ontzettend, althans voor de gebakjes, die in één klap veranderd waren van petit fours in zandtaartjes en daar deze niet waren besteld moest de bezorger, die er gelukkig met de schrik, een paar ontvellingen en een vernielde fiets is afgekomen, naar zijn firma terugkeren om in allerijl een nieuwe voorraad van de bestelde waar te doen aanmaken. Maar de gasten van de klant van de fa. Grossat hebben het die morgen zonder gebakje moeten stellen ! [Delftsche Courant 11 september 1937, blz. 7]. 
Donderdagmiddag 16 september 1937 was een zoontje van 3 jaar van de heer V., wonende in de Achillesstraat, aan het spelen op de brug over de vaart. Door onopgehelderde oorzaak is het kind van de brug af in het water gevallen. Een gelukkig juist voorbijvarende veilingschipper zag het ongeluk gebeuren en heeft het jongetje op het droge gebracht. Het kind heeft geen nadelige gevolgen van het koude bad ondervonden [Delftsche Courant 18 september 1937, blz. 5]
Vanmorgen 20 september 1937 omstreeks 8.30 uur werd het 14-jarige dochtertje van de familie K. uit Pijnacker bij Delfgauw bewusteloos naast haar fiets op het rijwielpad aangetroffen. Dr. v. d. Horst verleende medische hulp en heeft haar naar haar woning vervoerd  [Delftsche Courant 20 september 1937, blz. 7]
Maandagmiddag 4 oktober 1937 omstreeks 17.00 uur had een aanrijding plaats op het Zuideinde te Delfgauw. Het zoontje van de familie Smit, oud 6 jaar, werd, toen hij plotseling de weg overstak, gegrepen door een motorfiets, bestuurd door de heer A. van der Helm uit Pijnacker. Tengevolge van deze aanrijding werd het knaapje in de langs de weg lopende sloot geslingerd, waaruit hij door de motorrijder op het droge werd gebracht. Dr. v. d. Horst constateerde ernstige kneuzingen aan de rug en achtte overbrenging naar het Gasthuis te Delft noodzakelijk. De motorrijder kwam er goed af, doch de koplamp van zijn motor was ernstig beschadigd. Naar uit het voorlopig onderzoek is komen vast te staan, treft de heer van der Helm geen schuld [Delftsche Courant 5 oktober 1937, blz. 6]
Woensdagmorgen 20 oktober 1937 om 6.15 uur reed de auto van de expediteur Van der Lugt uit Berkel op de Groene Kade te Pijnacker te water. Het ongeluk geschiedde doordat de chauffeur, de heer A. B., misleid werd door de dikke mist, terwijl de weg ter plaatse rijkelijk smal is. De auto raakte geheel te water en de bloemen gingen verloren. Het mag een wonder heten dat de chauffeur en de twee inzittenden, de heren T. H. en D. v. d. K., er met de schrik afkwamen. De auto was niet verzekerd, de bloemen echter wel  [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 7]
De kleine G. Ton liep op de Vlielandseweg donderdagavond 21 oktober 1937 om 17.30 uur spelenderwijs tegen een auto op. De chauffeur wist de wagen spoedig tot stilstand te brengen, maar kon niet verhinderen dat de kleine in de kant werd geslingerd. Dr. Bos, die spoedig ter plaatse was, constateerde enkele schaafwonden en een blauw oog. De chauffeur treft geen schuld [Delftsche Courant 22 oktober 1937, blz. 10]
In de nacht van 10 november 1937 raakte midden in het dorp Delfgauw een personenauto te water, doordat deze in de Pijnackerse Vaart reed en omkantelde, zodat alleen de rechter-treeplank en twee wielen boven het wateroppervlak bleven. Door de heer J. Kerklaan werden de personen die in de auto waren gezeten op het droge gebracht. Deze personen, een dame en een heer, bleken afkomstig te zijn uit Rotterdam. Met dat al kwamen zij er wonderbaarlijk goed af. Naar wij hoorden had de bestuurder zich door de duisternis met de weg vergist. Door een zware kraanwagen werd de auto uit het water op het droge gebracht [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6].
Maandagmiddag 15 november 1937 is een met ijzeren balken beladen treiler op de overweg bij de Groene Kade door de weg gezakt. De overweg bleek tegen de zware last niet bestand, zodat het voertuig onwrikbaar vast kwam te zitten. Tegen 3 uur zou de sneltrein passeren, maar aangezien er geen verwikken aan de treiler was, zag de bestuurder van den trein zich genoopt, rustig te wachten tot men de overweg met vereende krachten had vrijgemaakt. De chauffeur ontving een proces-verbaal, omdat deze weg voor voertuigen met een dergelijk gewicht verboden is [Delftsche Courant 17 november 1937, blz. 7].
Gistermorgen 17 november 1937 wilde de heer De Jong met zijn spoelingauto de dam afrijden op het erf van de heer D., waarbij de wagen door een verkeerde manoeuvre, achteruit in de sloot terecht kwam. De chauffeur wist zich in veiligheid te brengen. Een kraanwagen van de firma De Graaf bracht de wagen op het droge. De heer P. R., bestuurder van een bakfiets, geraakte gistermorgen met z'n voertuig op de Noordeindseweg te water. De heer A. S. wist hem op het droge te brengen [Delftsche Courant 18 november 1937, blz. 10].
Het zevenjarige dochtertje van de heer M. kwam op 25 november 1937 met haar fiets te vallen, doordat zij plotseling voor een hond moest remmen. Het kind liep enige schaafwonden op, terwijl de fiets averij opliep [Delftsche Courant 26 november 1937, blz. 7].
Op 26 november 1937 wordt gemeld dat op de Klapwijkseweg de bestuurder van een bakfiets het ongeluk had te slippen. De kostbare lading kwam in het water terecht en werd voedsel voor de vissen. De inhoud van de bakfiets bestond uit grutterswaren, e.d. Met behulp van een stok gelukte het de onfortuinlijke loopjongen nog het grootste deel van zijn boodschappen te redden [Delftsche Courant 26 november 1937, blz. 7].
Toen de heer W. Bade uit Delfgauw op 1 december 1937 mest aan het laden was op zijn erf aan de Noordeindseweg sloeg het paard, dat voor de wagen gespannen was, doordat  het schrok van een voorbijrijdende auto, op hol, beschadigde enige muren en vernielde vrijwel geheel een op het erf staande bakfiets. De heer Bade kwam met de schrik vrij [Delftsche Courant 2 december 1937, blz. 11] 


.onroerend goedDe notarissen A.J. Tassemeijer te Den Haag en mr. C. Plet te Pijnacker, zijn voornemens op de woensdagen 10 februari 1937 en 17 februari 1937, telkens om 11.00 uur, in Café „Het Raadhuis" te Pijnacker publiek te verkopen: Een in volle exploitatie zijnde warmoezierstuin, gunstig gelegen aan de Pijnackersevaart en kade te Pijnacker, met een op de tuin staand huis nr. 303,, schuren, een warenhuis van 1100 ramen met complete verwarmingsinstallatie, een warenhuis van 1500 ramen, kad.nrs. G1416, G1417, G1418 en G1419, samen 1.51.50 hectare, ingezet op f 7800 [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 4]
Aanvaarding: de tuin dadelijk na toewijzing, het huis bij de betaling van de kooppenningen (beide vrij van huur) op 17 maart 1937. Bezichtiging op alle werkdagen. Lasten in totaal per jaar ƒ 65.44 [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz 4]. 
Notaris mr. C. Plet voornoemd zal tevens op de woensdagen 10 februari 1937 en 17 februari 1937, telkens om 11.00 uur, in Café „Het Raadhuis" te Pijnacker publiek verkopen: Het huis en erf aan de Westlaan 43 te Pijnacker, kad.nr. C2916, groot 3.03 are,  ingezet op f 2650. Aanvaarding vrij van huur en ontruimd dadelijk na de toewijzing. Betaling kooppenningen op 17 maart 1937. Lasten in totaal per jaar f 38.56. Inlichtingen ten kantore Westlaan 31, Pijnacker tel. 86, waar de sleutel van Westlaan 43 te verkrijgen is [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz 4; Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 4
Op het ogenblik, 18 februari 1937, is men druk bezig met de bouw van enige woonhuizen in het Emmapark. Toen vorig jaar, na ampele besprekingen in de gemeenteraad, besloten werd tot de bouw van een nieuwe ambtswoning voor de burgemeester, had de vrees zich wel wat vastgezet, dat deze villa geruime tijd de enige woning in het Land Blad zou blijven. Niets is echter minder waar. Steeds meer grond werd aan particulieren verkocht en de vraag naar bouwvergunningen houdt nog steeds aan [Delftsche Courant 18 februari 1937, blz. 10]. 
Op 19 februari 1937 wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat bij overtreding of niet nakomen van de gemaakte bedingen de kopers van de bouwgrond, etc., voor iedere maand dat de verboden toestand voortduurt, een boete van ƒ 100,- aan de gemeente Pijnacker moeten betalen. [Delftsche Courant 19 februari 1937, blz. 2]
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat de nieuwe bouwverordening van de gemeente Pijnacker ter gemeentesecretarie tegen de prijs van ƒ 2,50 verkrijgbaar is. Speciaal wordt de aandacht gevestigd op artikel 18, waarin staat, dat het verzoekschrift moet inhouden: naam en woonplaats van de aanvrager of diens gemachtigde, een nauwkeurige opgave van de aard, de bestemming en de plaats van de uit te voeren werken; naam en woonplaats van degene onder wiens leiding het werk zal worden uitgevoerd. Bij het verzoekschrift moeten de nodige teekeningen en bescheiden in drievoud worden overgelegd, ondertekend of gewaarmerkt door de aanvrager of diens gemachtigde. De tekeningen moeten duidelijk en zaakkundig uitgevoerd zijn: de maten moeten daarop zijn ingeschreven. De aard van de te gebruiken materialen moet uit de overgelegde bescheiden duidelijk blijken. Indien de aanvraag betrekking heeft op de vernieuwing of verandering van een gedeelte van een bouwwerk of op het uitbreiden van een bouwwerk, moet uit de tekeningen, zowel de bestaande toestand als de verandering die daarin zal worden gebracht, duidelijk blijken. Van de indiening van een aanvraag om bouwvergunning wordt vanwege burgemeester en wethouders aan de aanvrager of diens gemachtigde binnen twee maal 24 uur na ontvangst een gedagtekend bewijs verstrekt [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 7] 
Op  11 maart 1937 wordt gemeld dat volgens de nieuwe bouwverordening bij toepassing van constructies of funderingen in gewapend beton of ijzer tevens de berekeningen moeten worden overgelegd, met behulp waarvan de zwaarte van de constructiedelen is bepaald, alsmede details op een schaal van 1:20, waarop duidelijk de bewapening staat aangegeven [Delftsche Courant 11 maart 1937, blz. 2]
Op de raadsvergadering van 19 maart 1937 worden twee aanvragen behandeld, één van de heer Joosten uit  's-Gravenhage, tot aankoop van bouwgrond in het Emmapark voor ƒ 4,- per m² . Neemt koper de resterende hoek, dan zal de prijs voor het geheel ƒ 4,- per m²  bedragen.  [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op de agenda van de raad van 19 maart 1937 staat het voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van 6 januari 1936, inzake verhuur gemeenteland in 1936 aan de heer Jac. Zegwaard. B&W stellen voor de huur te verlagen van ƒ 100,-  naar ƒ 30,- per jaar, daar de huurder bijna niets aan het land heeft gehad. Wordt z.h.st. aangenomen.  [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op 5 april 1937 bezit Jhr. Jan Enno Hesselt van Dinter samen met Martina Catharina van Beveren 115 ca berm in Schipluiden, Sectie K, nr. 991 [Ned. Stcrt 5 april 1937, nr. 63, blz. 5]
Woensdag 7 april 1937 om 10.00 uur vindt aan het Noordeinde 221 te Delfgauw, ten overstaan van Notaris Mr. C. Plet uit Pijnacker de openbare verkoping plaats van vier koeien, een paard, kippen, eenden, een hooimachine, vorken, rijven, gereedschappen, melkkannen, kuipen, een platte wagen (draagvermogen 3500 kilo), een melkwagen met hekken, een spoelingkist, gierbakken, twee driewielde karren, een hooibak, een tilbury, een Engelse kar, een partij best hooi, een kunstmoeder en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebracht. Bezichtiging 1 uur vóór de verkoping [Delftsche Courant 3 april 1937, blz. 4].
Notaris C. Plet zal op de woensdagen 14 april 1937 en 21 april 1937, telkens om 11.00 uur in Café „Van Ouds Het Raadhuis", publiek verkopen de nieuw gebouwde dubbele villa [hoekpand] in het Emmapark  [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12], gelegen op fraaie stand, één minuut vanaf het station Z.H.E.S.M. kad. C3465, groot 5.23 are. [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]. Het oostelijke perceel is ingezet op ƒ4.400.- en het westelijke op ƒ4.000.-[Delftsche Courant 17 april 1937, blz. 8]  
Op 12 april 1937 wordt gemeld dat, omdat in de nieuwe straten van Delfgauw verschillende huizen onbewoond  staan, de eigenaars ertoe overgegaan zijn de huren te verlagen.[Delftsche Courant 12 april 1937, blz. 7].
Op maandag 26 april 1937 houdt de Coöperatieve Vereniging. „De Woning" een openbare vergadering in één van de zalen van het café „Van Ouds Het Raadhuis". Als spreker zal optreden de heer F. van der Wal, over het onderwerp „Hoe komen wij aan een goede en goedkope woning?" [Delftsche Courant 24 april 1937, blz. 7]  De vergadering van de Coöperatieve vereniging „De Woning" die op 26 april 1937  gehouden zou worden in het café „Van Ouds het Raadhuis" is uitgesteld tot 3 mei 1937 om 20.00 uur in hetzelfde café [Delftsche Courant 27 april 1937, blz. 8]
Openbare vrijwillige verkoping wegens sterfgeval op de donderdagen 13 mei 1937 en 20 mei 1937 om 11.00 uur in het Venduhuis aan de Voldersgracht te Delft, ten overstaan van dr. Ph. B. Libourel, notaris te Delft, van een boerenwoning met stalling, erf en ingezaaid tuinland aan de Ackersdijkseweg D176 onder Pijnacker, groot 27,40 aren, bevattende: woonkamer, boenhoek, kelder, paardenstal, stalling voor 4 koeien, grote schuur, hooizolder, beschoten zolder met grote kamer, wagenschuur, en varkensschuur. Aanvaarding terstond na de afslag; betaling 1 juli 1937. In bod op f 1500. Belastingen plm. ƒ30,-. Bezichtiging op de woensdagen 12 en 19 en maandag 10 mei van 14.00-16.00 uur [Delftsche Courant 24 april 1937, blz. 4]
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat het Hofje van Van Buysen in het geheel niet voldoet aan de eisen, die neergelegd zijn in de plaatselijke verordening. Het is uitgesloten, dat het door verbetering weer in bewoonbare staat kan worden gebracht. Het college van B&W stelt de raad in zijn preadvies voor, tot onbewoonbaarverklaring over te gaan, mede in verband met het advies van de Inspecteur voor de Volksgezondheid [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]. Overeenkomstig het voorstel van B&W is het perceel Westlaan 17 door de raad op 5 mei 1937 onbewoonbaar verklaard. De heren Lalleman en Verhoef wilden niet alleen nummer 17, doch ook nummer 16 onbewoonbaar verklaard zien. De voorzitter antwoordde, dat het perceel nummer 16 enige tijd geleden was gerepareerd. Verlaten de huidige bewoners het huis, dan zal ook dit perceel onbewoonbaar worden verklaard.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Op 11 juni 1937 zijn in Pijnacker vrije huisjes te huur voor ƒ 4.30 en ƒ 4.80 per week, gelegen nabij het station. Bevragen Vlielandseweg 107 en Kerkweg 10 in Pijnacker, of in Rotterdam,  Honingerdijk 127a [Rotterdamsch Nieuwsblad 11 juni 1937, blz. 12]. 
Op 18 juni 1937 wordt bericht dat het besluit van de gemeenteraad betreffende de verkoop van gemeentegrond aan Dekker en Lalleman door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Met de bouw van een woonhuis is een aanvang genomen [Delftsche Courant 18 juni 1937, blz. 6]. 
De raad vergadert op 30 juni 1937. B&W stellen voor de woning Westlaan 16 onbewoonbaar te verklaren [Delftsche Courant 30 juni 1937, blz. 8].
Per 1 juli 1937 is te huur een modern landhuis in Pijnacker. Voor- en achtertuin, wastafel, vijf kamers, keuken, kelder, badkamer, ƒ 30. W.J. Smit, Gedempte Botersloot 17, Rotterdam, tel. 54565 [Rotterdamsch Nieuwsblad 15 mei 1937, blz 4]

Op 3 juli 1937 is te koop een klein huisje in het centrum van Delfgauw met een grote tuin. Bevragen op Westlaan 58 in Pijnacker [Delftsche Courant 3 juli 1937, blz. 8]. 
Op 7 augustus 1937 is op Stationsstraat 46 een kamer te huur [Delftsche Courant 7 augustus 1937, blz. 8]
Op 7 augustus 1937 is te huur voor f 28 per maand de woning Westlaan 48 in Pijnacker, een vrij huls met grote tuinen,. Tel. 36610 [Rotterdamsch Nieuwsblad 7 augustus 1937, blz. 4].
Op 3 september 1937 wordt gemeld dat de vorig jaar door de gemeenteraad aangenomen bouwverordening binnenkort zal moeten worden herzien, in verband met de gewijzigde bebouwing van de Stationsstraat [Delftsche Courant 3 september 1937, blz. 11]
Per 1 oktober 1937 staat in Pijnacker te huur een villa, alles beschilderd en glas in lood, comfortabel mooi gelegen twee minuten van het station en van de R.K. kerk. Huur zeer billijk. Bevragen bij J. A. Keizer, Hoofdlaan 37, Schiebroek [De Maasbode 27 augustus 1937, blz. 11]. 
Op 8 oktober 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker te koop is een vrij huis met zes kamers, grote tuinen, Westlaan 48, Pijnacker. Koopsom ƒ 4000. Tel. 30610.[Rotterdamsch Nieuwsblad 8 oktober 1937, blz. 11]
Op 20 oktober 1937 vergadert de raad van Delft over het voorstel van B&W tot verhuring van nabij de Hoornseweg gelegen percelen bouwland en weiland, kadastraal bekend gemeente Schipluiden, Sectie C535, C537, C538, C539, C540, C571, C842, C852, C854, C861, C862 en C865 aan P.C. Bettings jr. te Pijnacker [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 2] 
Openbare vrijwillige verkoping wegens sterfgeval bij inzet en afslag op de donderdagen 18 november 1937 en 25 november 1937, telkens om 11.00 uur, in het Venduhuis van de Notarissen te Delft aan de Voldersgracht 11a, ten overstaan van Dr. Ph.B. Libourel, notaris te Delft, van de bouwmanswoning „Door Gods Zegen is 't al gelegen" aan het Noordeinde van Delfgauw E159, met verschillende percelen uitstekend weiland, ter gezamenlijk grootte van 23.25.60 hectare (alles onder Delfgauw, gemeenten Pijnacker en Delft), verhuurd voor ƒ 1825.- per jaar, de landerijen tot Kerstmis 1943 en de woning tot 1 mei 1944. Meerdere inlichtingen ten kantore van de notaris, Oude Delft 233, Delft, alwaar notities en schetskaarten verkrijgbaar zijn. [Delftsche Courant 30 oktober 1937, blz. 4]. Perceel I, de woning met weiland, groot 4.89.10 hectare is in bod gezet op ƒ 8800.-, verkocht voor ƒ 9900,—; Perceel II, weiland, groot 5.32.90 hectare op ƒ 5400.-, in combinatie met perceel III verkocht voor ƒ 13.820,—. Perceel III, weiland, groot 8.08.90 hectare op ƒ 8300.-., in combinatie met perceel II verkocht voor ƒ 13.820,—. Perceel IV, weiland, groot 2.11.20 hectare op ƒ 5200.-, in combinatie met perceel V verkocht voor ƒ 13.600,— en Perceel V, weiland, groot 2.83.50 hectare op ƒ6800.- in combinatie met perceel IV verkocht voor ƒ 13.600,—. Totaal groot 23.25.60 hectare, op ƒ 34.500.—, verkocht voor f 37.420 [Delftsche Courant 20 november 1937, blz. 4; Delftsche Courant 27 november 1937, blz. 3]
In deze gemeente bestaan op 22 november 1937 reeds vergevorderde plannen tot huurverlaging. Dit geldt in het bijzonder voor de woningen van de bouwvereniging Pijnacker. In de eerstvolgende raadsvergadering zal voorgesteld worden de huur met 25 tot 50 cent per week te verminderen [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6]. 
Notarissen D. Erdman te *s-Gravenhage en Mr. C. Plet te Pijnacker, zijn voornemens op de woensdagen 24 november 1937 en 1 december 1937, telkens om 11.00 uur in Café van Ouds het Raadhuis te Pijnacker, publiek te verkopen een perceel weiland in de Heipolder te Pijnacker, kad.nr. A1169 groot 1.31.90 hectare. Lasten in totaal per jaar ƒ 33,88.  Verhuurd voor ƒ 120,- per jaar. In bod gezet op f 2200. Aanvaarding van de percelen bij de betaling van de kooppenningen op 3 januari 1938. Inlichtingen ten kantore van notaris mr. C. Plet voornoemd, Tel. 86. [Delftsche Courant 6 november 1937, blz. 3; Delftsche Courant 27 november 1937, blz. 8]
Het college van B&W stelt op 14 december 1937 de raad voor: van complex I de huren van de woningen, die nu ƒ 5,50 per week bedragen, met ƒ 0,50 te verlagen, de overige met ƒ 0,25, uitgezonderd de huur van het winkelpand, die het college onveranderd wil laten; van complex II de huren ad ƒ4,80 en ƒ4,20 per week te verlagen resp. met 50 en met 30 cent. De minister van Binnenlandse Zaken heeft bij schrijven van 24 november 1937  meegedeeld, dat hij zich met de voorgenomen verlaging kon verenigen  [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2]. Totaal werden hierdoor de huren per jaar verlaagd met f 470,60, waarvan ten laste van het Rijk komt f 352,95 en ten laste van de gemeente f 97,65 [Delftsche Courant 13 december 1937, blz. 7].
Op 23 december 1937 wordt gemeld dat ruim 16 jaar geleden de Zuiderstraat is gebouwd. Dus nog een betrekkelijk nieuwe wijk. Doch met de toestand van de woningen is het droevig gesteld. De riolering is van dien aard, dat verstopping van W.C. en gootsteen aan de orde van de dag is. Dat in de woningen dan ook dikwijls een zeer onaangename geur hangt, is niet te verwonderen. Veel erger nog is de slakkenplaag, waaronder de bewoners te lijden hebben. ‘s Avonds en 's nachts brengen tientallen van deze vieze dieren een bezoek aan de kamers. Dit vindt zijn oorzaak in het verzakken van de vloeren. De kieren, die daardoor ontstaan tussen plint en vloer, bieden toegang voor deze onaangename dieren, die hun slijmerige sporen achterlaten op zeil en vloerkleed en zelfs op tafels en stoelen. Voordat de bewoners zich ter ruste begeven gaan zij eerst op slakkenjacht. Een bewoner vertelde dat het geen zeldzaamheid was wanneer hij 15 tot 20 slakken op één avond ving. Dat de vloeren verzakken, is niet te verwonderen, daar onder de vloeren een z.g. „betonnen of afsluitvloer" ontbreekt (voor hen, die niet weten wat een afsluitvloer is zij vermeld, dat onder de houten vloer van een woning de aarde afgesloten moet zijn met een betonnen afsluitvloer, ook wel kruipvloer genaamd). Door het ontbreken van die betonnen vloer heeft de vochtige uitwaseming van de aarde vrij spel op de vloerbinten, die dan ook spoedig tot verrotting overgaan. Vandaar het verzakken. De huiseigenaar vernieuwt de vloeren niet eerder voordat de bewoners er door heen zakken. Bij het vernieuwen wordt ook de afsluitvloer gelegd. Dit is pas echter bij enige huizen gebeurd. Die bewoners zijn dan ook van de slakkenplaag verlost. Het is ergerlijk dat in deze moderne tijd zulke toestanden nog voorkomen. Het is dan ook hoog tijd dat de gezondheidsdienst en de gemeentelijke autoriteiten zich met deze ergerlijke toestand bemoeien [Delftsche Courant 23 december 1937, blz. 14].

In 1937 zijn de volgende woningen gebouwd:

-Emmapark 4 woonoppervlakte 130 m²-Emmapark 90 woonoppervlakte 88 m²; perceelsoppervlakte 160 m²-Vlielandseweg 40  woonoppervlakte 192 m²; perceelsoppervlakte 968 m²; -Vlielandseweg 107 woonoppervlakte 59 m²-Vlielandseweg 109 woonoppervlakte 110 m²; perceelsoppervlakte 205 m²; inhoud 350 m³

oorlogOp het stationsemplacement te Delft staan op 19 mei 1937 een viertal zieken- en een vijftal vrachtauto's gereed, bestemd om per spoor vervoerd te worden naar Parijs. De aandacht van de politie is op deze ongewone zending gevallen, waaromtrent het vermoeden rees, dat zij niet voor Parijs, maar voor Spanje bestemd zouden zijn. De carrosserieën van de automobielen zijn in Pijnacker gemaakt, waar men dag en nacht werkt aan een order die, naar men ons verzekerde, verscheidene honderden automobielen omvat. Bovengenoemde negen wagens zijn de eerste, die via Delft naar Parijs gezonden worden. Er zijn al verscheidene wagens weg en er worden, naar we hoorden, nog wel een 300 wagens verwacht. De voertuigen maken de indruk met grote haast te zijn geconstrueerd. De vrachtauto's zijn voorzien van een mechanische kipinrichting en klaarblijkelijk bestemd om gebruikt te worden voor wegenaanleg. Alle auto's dragen het merk Ford. Hoewel de uitvoer van automobielen als de bovengenoemde niet onder de non-interventieovereenkomst valt zal, naar wij hoorden, de Delftse politie toch de aandacht van de autoriteiten hier ter stede vestigen op deze massale export van ziekenauto's en vrachtwagens [Haagsche Courant 19 mei 1937, blz. 6]
politiekDe kiesvereniging van de CHU zal D.V. op donderdag 21 januari 1937 vergaderen in de bovenzaal van het gebouw van de C.J.M.V. Aangezien deze vergadering voor 21.30 uur beëindigd moet zijn, wordt om half acht precies aangevangen. Als spreker hoopt voor ons op te treden de heer A.J. Kersten uit Rotterdam. De leden wordt dringend verzocht vrienden en belangstellenden mee te brengen. Niemand verzuime deze belangrijke vergadering. Komt allen! [De Banier 12 januari 1937, blz. 3].
Voor een aandachtig en talrijk gehoor heeft de afdeling Pijnacker van de R.K. Staatspartij op 12 januari 1937 een vergadering gehouden in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan. De secretaris van de afdeling Pijnacker van de R.K. Staatspartij besprak uitvoerig de gemeentebegroting. Als gemeenteraadslid had de heer J.C.J. van der  Leeuw 's morgens de begrotingsvergadering op het raadhuis meegemaakt en hij was in dit onderwerp dus uitstekend thuis [Delftsche Courant 13 januari 1937, blz. 4].
Op 25 januari 1937 wordt gemeld dat één dezer dagen de kiesvereniging in vergadering bijeen is geweest. De voorzitter, C. Weerheim Sr., opende de vergadering met het laten zingen van Psalm 84 : 6, las Psalm 32 en ging voor in gebed. In een kort openingswoord werd de spreker voor deze avond, de heer A.J. Kersten, welkom geheten. Deze begon met te wijzen op het nut van vergaderingen, waarin we elkander kunnen opwekken om de strijd voor de ware beginselen onvermoeid voort te zetten. Voortgaande wees spreker op de beginselen van de revolutiepartijen, die het menselijk levenspeil tot beneden het dierlijke verlagen. Gewezen werd op de beginselverzaking door de mannen van rechts, ook in de Provinciale Staten van Zuid- Holland, waar als eerste revolutionaire gedeputeerde is binnengehaald, de sociaaldemocraat Schaper. Spreker tekende de vele machten van de duisternis, die het Nederlandse volk belagen. Het gebeurde te Dokkum met de Bonifatiusbron toont ons hoe zeer Rome al reeds de lakens uitdeelt. Gewaarschuwd werd voor het gevaar dat schuilt in de N.S.B. Wanneer Mussert baas is, dan is H.M. de Koningin praktisch nummer 2 geworden en heeft dan niets meer te zeggen. De dictators leggen nooit verantwoording af hoe met 's lands financiën wordt omgesprongen; het volk is dus aan hun willekeur overgeleverd. Na al het verkeerde en verderfelijke in de stelsels van de mensen duidelijk en klaar te hebben uiteengezet, toonde spreker dat alleen Gods Woord het zuivere richtsnoer is voor de regering van het land. Toen spreker zijn met grote aandacht gevolgde rede beëindigde, werd nog een enkele vraag gesteld. Nadat spreker deze had beantwoord, zegde de voorzitter hem dank. Na het zingen van Psalm 103 : 9, sloot de heer Kersten met gebed. Zij nog vermeld dat een tweetal aanwezige personen zich opgaf als lid [De Banier 25 januari 1937, blz. 3].
De afdeling Pijnacker van de R.K. Volksbond heeft op 27 januari 1937 onder leiding van het R.K. gemeenteraadslid J. van der Leeuw in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan vergaderd. Deze vergadering was slechts zeer matig bezocht en de voorzitter drukte dan ook in zijn openingsrede hierover zijn teleurstelling uit. De heer van der Leeuw keurde vervolgens de houding van enkele leden af, die wegens vermeende achterstelling bij de steuntoeslag zich bij niet-leden hierover hadden beklaagd. Spreker richtte verder een woord van hartelijk welkom tot de nieuwe kapelaan Cras. Aan de oud-adviseur rector dr. Olierook werd een schrijven gezonden naar aanleiding van diens benoeming tot diocesaan adviseur van de organisatie. De voorzitter deed ook lezing van een schrijven aan de vorige geestelijk adviseur, kapelaan Egberts, wegens diens vertrek uit de gemeente Pijnacker. Uit het jaarverslag van de secretaris bleek, dat het ledenaantal op hetzelfde pijl was gebleven. Doch stilstand is achteruitgang! Een krachtige propaganda-actie werd nodig geoordeeld. De secretaris memoreerde de Sociale Zondag die het vorige jaar in de Parochie werd gehouden. Deze dag toonde overduidelijk, dat men met eendrachtige samenwerking, zowel tussen de organisaties als tussen de leden onderling, veel kan bereiken. Uit het verslag van de penningmeester bleek, dat de financiële toestand van de afdeling Pijnacker van de R.K. Volksbond, niet bepaald gunstig is. In de vacatures van de twee aftredende bestuursleden, de heren J. Soeterbroek en B. Oosterman, werden de heren C. Stolk en P. Ermerins gekozen. De heer Lindeman werd door de vergadering als afgevaardigde voor den Centrale Raad aangewezen. 
Donderdagavond, 11 februari 1937, zal de A.R. Kiesvereniging „Nederland en Oranje" een openbare vergadering houden in het Gereformeerde kerkgebouw. Als spreker zal op deze avond optreden mr. H. Bijleveld, secretaris van het centraal comité van de A.R. Kiesverenigingen in Nederland. Mr. Bijleveld zal spreken over: „Om Heilige Goederen". [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat in de laatste vergadering van de C.H. kiesvereniging werd tot voorzitter benoemd de heer L. Verhoef, Vlielandseweg 65, Pijnacker [De Nederlander 9 februari 1937, blz. 11]. Maandag 8 februari 1937 kwam de C.H.-kiesvereniging  in jaarvergadering bijeen. De voorzitter opende op de gebruikelijke wijze, waarna de jaarverslagen van secretaris en penningmeester volgden. Er bleek een batig saldo te zijn. De verspreiding van de propaganda werd geregeld, waarna verslagen werden uitgebracht van de Provincie Zuid-Holland en de Statenkring Gouda. De voorzitter werd als zodanig herkozen. Voor de Algemene Vergadering te Utrecht hebben zich 13 leden aangemeld. Mochten er nog meer zijn die mee willen, dan kunnen zij zich alsnog opgeven bij de secretaris, Kerkweg 65d en desnoods nog de 17e februari ‘s morgens om 8.15 uur bij het vertrek van het Maasstation. We wekken de leden ten zeerste op de Algemene Vergadering te bezoeken. Reiskosten ƒ1.20 retour Rotterdam-Utrecht. Door één van de bestuursleden werd er nog op gewezen dat iedere abonnee van „De Banier" dagelijks met zijn courant propaganda kan maken door die aan anderen te geven na gelezen te zijn. Op de eerstvolgende vergadering zal behandeld worden het onderwerp: „De juiste verhouding tussen Kerk en Staat" De voorzitter eindigde met gebed, nadat nog gezongen was Ps. 119; 1. [De Banier 10 februari 1937, blz 3] 
Gisteravond 11 februari 1937 vond in het gebouw van de Gereformeerde Kerk in Pijnacker een openbare vergadering van de Pijnackerse Anti Revolutionaire Kiesvereniging „Nederland en Oranje" plaats. De belangstelling voor deze A.R. propaganda-avond was vrij groot. Mr. H. Bijleveld trad als spreker op en had tot onderwerp gekozen:”Om Heilige Goederen”. De secretaris van het Centraal Comité der A.R. kiesverenigingen besprak uitvoerig de Anti Revolutionaire grondbeginselen  [Delftsche Courant 12 februari 1937, blz. 5].  
De R.K Kiesvereniging te Pijnacker houdt vrijdag 26 februari 1937 haar ledenvergadering in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Dooper" aan de Oostlaan  [Delftsche Courant 24 februari 1937, blz 4]
De vastgestelde kiezerslijst voor het jaar 1937/1938 vermeldt in het totaal 2923 kiezers voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal, 2898 kiezers voor de Provinciale Staten en 2767 kiezers voor de gemeenteraad [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat, nu het in verband met de aanstaande verkiezingen te verwachten is, dat in de komende tijd wederom pogingen zullen worden gedaan om straten, wegen, bomen, schuttingen, etc. te bekalken met politieke leuzen, waardoor aan de gemeente een onooglijk voorkomen wordt gegeven, acht het college van B&W in een pre-advies aan de Raad, het in overeenstemming met de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 8 februari 1937, nr. 1867 afd. G.B., nodig, dat tegen de bovengenoemde ontsieringen doeltreffender maatregelen worden genomen dan tot dusverre het geval is geweest. Wel verbiedt het in het jaar 1935 in de Algemene Politieverordening opgenomen artikel 14bb, reeds het kalken, maar dat verbod zal echter niet voldoende zijn om het kwaad, dat de verkiezingen meestal met zich meebrengt, afdoende te bestrijden. B&W stellen nu voor het verbod uit te breiden tot het vervoer van de materialen, waarmee de overtredingen worden of zullen worden gepleegd. Naar aanleiding daarvan is tevens de redactie van het artikel herzien [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
Maandag 8 maart 1937 zal oud-minister Marchant in het parochiehuis “St. Johannes de Doper" als spreker optreden voor de afdeling Pijnacker van de R.K.S.P. [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8]. De propaganda-rede die maandag 8 maart 1937 om 20.00 uur door de heer P. Marchant in het Patronaatsgebouw gehouden zou worden voor de leden van de R.K. Staatspartij, is uitgesteld tot donderdag 11 maart 1937  [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10]

Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan de R K Propagandaclub „Mgr. Nolens" haar maandelijkse vergadering heeft gehouden. Door de heer G. v. d. Ende werd een inleiding gehouden over de eerste twee punten van het program van actie van de R.K. Staatspartij. Uitvoerig besprak de inleider de beveiliging van de positief Christelijke grondslag van onze samenleving en de bescherming van het gezin. Spreker behandelde verder de sociale politiek en bepleitte het nemen van vergaande maatregelen in het belang van de volkshuisvesting en de invoering van een kindertoeslag  [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 7].De afdeling Delft van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", zal donderdag 11 maart 1937 om 19.30 uur een openbare vergadering houden in het café „Van Ouds het Raadhuis", Spreker is burgemeester C.G. Roos uit Lekkerkerk.  Hij zal spreken over Liberale politiek in deze tijd [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10]. De voorzitter, de heer F.P.G. van Loenen Martinet, opende de vergadering, en gaf daarna het woord aan de spreker van die avond de heer C. G. Roos, burgemeester van Lekkerkerk. Spreker begon met de aanwezigen er opmerkzaam op te maken dat hij niet kwam spreken over boeren en tuinders, doch alleen over het Liberale beginsel. De Nederlanders zitten meer met hun hoofd bij de zorgen dan bij de principes. Zorg voor de boterham is bij hen nummer één. Politiek moet alleen op geestelijk terrein blijven en het algemeen belang dienen. Hierover is groot verschil van mening. Spreker wijst op het grote gevaar van het verdwijnen van de politieke partijen. Hij meent dat er feitelijk geen algemeen belang is, doch een compromis tussen verschillende groepen. Politiek moet worden beheerst door beginselen, en niet door belangen. De crisis geeft aanleiding tot ontmoediging voor de tuinderij en het andere bedrijfsleven. Men verwacht teveel van de regering. Spreker noemde enige cijfers, waaruit bleek hoezeer de uitvoer achteruit was gegaan; we hebben nog maar 1/3 van de uitvoer van vroeger. Landbouw en veeteelt zijn door geen regering weer in orde te krijgen. Op ondernemingsgeest wordt in het buitenland geen prijs meer gesteld. Er is maar één oplossing: weer uitvoer. Dat kan de regering niet, ook spreker niet en niemand. Niet één partij kan het oplossen. Liberaal is het vrije handelsverkeer, door dit opzij te zetten is de ellende over de wereld gekomen. Door de liberale politiek kan alles weer goed worden. Wanneer het liberalisme weer door dringt in ons volk, zal dit op het buitenland een gunstige indruk maken. Met steunmaatregelen A. B. of C. komt men er niet. Geen een categorie is tevreden met zijn steun en men heeft er ook niets van verwacht. De plannenmakers, zijn een gevaar, plannenmaker bij uitnemendheid is mr. Gelissen. De overheid overal inhalen is socialisme, wie dit verkondigt is socialist, al is hij R.K., A.R. of C.H.; hoe minder staatsinvloed, hoe liberaler. De vergadering was zeer druk bezocht [Delftsche courant 12 maart 1937, blz. 2]
De kiezerslijst is thans vastgesteld en ligt tot dinsdag 16 maart 1937 ter gemeentesecretarie aan de Oostlaan ter inzage [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz 6] 
Donderdagavond 1 april 1937, zal ter gelegenheid van de feestavond, die door de Christelijk-Historische kiesvereniging in het C.J.M.V.-gebouw zal worden gehouden, als spreker optreden, ds. A. Verwaal, met als onderwerp „Het drievoudige snoer” [Delftsche Courant 31 maart 1937, blz. 3] . De Christelijk-Historische Kiesvereniging in Pijnacker heeft een zeer geslaagde feestavond gehouden in het gebouw van de C.J.M.V. aan de Kerkweg. Deze avond diende tevens om propaganda te maken voor de Christelijk-Historische beginselen en voor de aanstaande verkiezingen. De belangstelling voor deze avond was zeer groot. De voorzitter de heer L. Verhoef heette de talrijke aanwezigen hartelijk welkom en sprak een krachtig propaganda-woord. Daarna werd door alle aanwezigen staande het Wien Neerlands Bloed gezongen. Hierop werden enkele liederen gespeeld van J.S. Bach voor orgel en klarinet. Vervolgens gaf de voorzitter het woord aan de spreker van de avond, ds. A. Verwaal, die als onderwerp had gekozen „Het Drievoudige Snoer". Hierna volgden weer enige liederen, gespeeld op orgel en klarinet. Tenslotte werd het Wilhelmus door alle aanwezigen staande gezongen en sloot de voorzitter deze zeer geslaagde avond met enige woorden van dank aan de spreker. [Delftsche Courant 2 april 1937, blz. 14]
Op 10 april 1937 wordt gemeld dat het aantal kiezers voor de a.s. Kamerverkiezingen in de gemeente Pijnacker 2923 bedraagt [Delftsche Courant 10 april 1937, blz. 8]
Donderdag 29 april 1937 om 20.00 uur zal  de heer H.W. Tilanus, lid van de Tweede Kamer, voor de. Christelijk Historische Kiesvereniging "Voor Vaderland en Vorstenhuis" optreden in het C.J.M.V. gebouw in Pijnacker met het onderwerp „De Christelijk Historische en de verhouding tot andere partijen” [De Nederlander 26 april 1937, blz. 8].
Op 29 april 1937 hield de Christelijk Historische Kiesvereniging „Voor Nederland en Vorstenhuis", een openbare vergadering in de grote zaal van het gebouw van de C.J.M.V. Als spreker trad op H.W. Tilanus, lid der Tweede Kamer, met als onderwerp „De Christelijk Historischen en de verhouding tot de andere partijen". De voorzitter, L. Verhoef, opende de vergadering met gebed en gaf daarna het woord aan de spreker van de avond. Spreker begon met te vertellen, dat de leuze voor de a.s. verkiezingen van de verschillende politieke partijen sterk waren veranderd. Toen de verkiezingen voor de Tweede Kamer voor het tijdvak 1929-1929 moesten plaatsvinden, hoorde men van verschillende partijen niets anders dan nationale ontwapening. In die tijd, tussen 1927 en 1937, is er op politiek gebied heel wat veranderd en zijn vele politieke kleuren erg verschoten. De sociaaldemocraten o.a. zijn van fel rood tot zacht rosé overgegaan, ja er loopt zelfs op sommige plaatsen door hun vaan een oranje draad. Bij de a.s. verkiezingen voeren de meeste partijen de leuze van „Tegen communisme en tegen nationaal socialisme”. Men wilde het bestrijden door massademonstraties. In Den Haag werd o.a. een verkiezingsbijeenkomst gehouden van de A. R. partij, die bezocht werd door 11.000 mensen. De S.D.A.P. hield er één, die bezocht werd volgens krantenberichten, door 25.000 mensen. Zo zou ik door kunnen gaan, aldus spreker. Doch dat ligt ons Christelijk Historischen niet. Bij deze partijen gaat het voornamelijk om aan te tonen, dat zij willen vasthouden aan de constitutionele grondwet. Gaat daar de strijd om? Moet gij daarover uw oordeel geven bij de stemming? Dan zeg ik neen, aldus spreker. In de laatste tien jaar is er een te grote vrijheid geweest, die is ontaard in ongebondenheid. Wij zijn er voor, dat de revolutionaire elementen voorgoed worden verwijderd en tevens de vergoeding en pensioenregeling van die heren wordt ingetrokken. Spreker gaf de aanwezigen de raad, bij de a.s. verkiezingen op de Christelijk Historische partij te stemmen. Hierna volgde pauze. Na de pauze was er gelegenheid tot debat, waarvan druk gebruik werd gemaakt. Daarna sloot de secretaris, de heer J. Bregman, de vergadering met gebed [Delftsche Courant 30 april 1937, blz. 2].
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat de stembureaus van de gemeente Pijnacker  gevestigd zijn in de drie openbare lagere scholen, in de O.L. school te Delfgauw en voor Oude Leede in de N.H. school aldaar. De vijf voorzitters zijn de heren: mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, J.C.J. v. d. Leeuw, A.E. v. d. Burg, C.M. v. d. Vaart en J. van Winden  [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]. Het stembureau voor Delfgauw zal tijdens de verkiezingen gevestigd zijn in één van de lokalen van de O.L. school aan de Schoolkade [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10]. De benoeming van de leden van de stembureaus geschiedde door de raad op 5 mei 1937 volgens de voordracht van het college van B&W  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Maakt de gemeente reclame voor de Christelijk Historischen ? De heer Lalleman maakte in de raadsvergadering van 5 mei 1937 de voorzitter bij de rondvraag er attent op, dat in een verkiezingsblad van de Christelijk Historische “De Nederlander” een advertentie van de gemeente Pijnacker had gestaan. Voor het adverteren in streekbladen, aldus spreker was een bedrag van ƒ100 toegestaan. Ten eerste is “De Nederlander” voor Pijnacker géén streekblad en ten tweede werd geadverteerd in een verkiezingsnummer en ten derde vond de heer Lalleman een bedrag van ƒ 70 aan de hoge kant. De burgemeester verklaarde in zijn verweer onder meer dat het adverteren in dit verkiezingsnummer van “De Nederlander” voor de gemeente een prachtige kans was geweest, daar 500.000 exemplaren hiervan verspreid waren; verkiezingsnummers werden nu eenmaal door de advertenties betaald (geroep van: Dat is het 'm nu juist!) en bij het college van B&W had de gedachte voorgezeten: Wie het eerst komt, het eerst maalt. Verschillende raadsleden zijn het hiermee niet eens en wanneer de heer Lalleman in verband met het laatste vraagt, wie nu eigenlijk adverteert, de Nederlander of de gemeente Pijnacker, dan antwoordt de burgemeester, dat men dit „wie het eerst komt, het eerst maalt" niet als een soort automaat moet opvatten; was de N.S.B. bijvoorbeeld voor een advertentie gekomen, dan had hij er natuurlijk niet aan gedacht. Behalve de heer Verhoef keuren bijna alle raadsleden een dergelijke houding af.  [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Op 11 mei 1937 wordt gemeld dat herhaalde malen bij de politie klachten binnenkomen, dat de verkiezingsplakkaten van de aanplakborden worden gescheurd. Om deze sport, die beoefend wordt door kinderen en kinderachtige „grote" mensen, tegen te gaan, zal het gemeentebord te Delfgauw een meter verhoogd worden. Het gemeentelijke aanplakbord, waar de partijen hun plaklusten op mogen botvieren en dat tegenover het raadhuis staat aan de vaart langs de Oostlaan, zal naar de overkant verplaatst worden [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Op dinsdag 18 mei 1937 houdt de liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond" uit Pijnacker een verkiezingsvergadering in de grote zaal van de heer P. Th. van Schie. Aanvang van deze vergadering 20.00 uur. Als spreker treedt op de heer A. H. van der Most, uit Bodegraven, met als onderwerp: „De aanstaande verkiezingen" [Delftsche Courant 12 mei 1937 blz. 6]
Gisteravond 13 mei 1937 werd in het gebouw van de C.J.M.V. een vergadering gehouden onder leiding van de voorzitter van de Chr. Hist. Unie, afd. Pijnacker. Deze vergadering had tot doel te komen tot de oprichting van de Chr. Hist. Jongerengroep. Spreker op deze avond was de heer Pauw, lid van het algemeen bestuur van de federatie van Chr. Hist. Jongerengroepen. Hij behandelde het onderwerp: „De jongeren en de politiek". Na afloop was er gelegenheid zich op te geven als lid. In het voorlopig bestuur werden gekozen de heren J.D. Jansen, A. Poot en L. Verhoef. Men besloot eens per maand te vergaderen. De eerstvolgende vergadering zal gehouden worden op donderdag 10 juni a.s., voor welke vergadering een spreker zal worden aangezocht [Delftsche Courant 14 mei 1937, blz. 3].
De groep Pijnacker van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond" hield op 18 mei 1937 een openbare vergadering in de zaal van het café „Van Ouds het Raadhuis". Als spreker trad op de heer A. H. v. d. Most van Bodegraven. Nadat de voorzitter, de heer Van Loenen Martinet uit Delft, allen welkom had geheten, in het bijzonder de spreker van deze avond, gaf hij deze het woord. Spreker begon met erop te wijzen dat nog slechts 10 dagen ons scheiden van de dag, waarop het Nederlandse volk zal moeten beslissen in welke richting gedurende de komende 4 jaar het Schip van Staat zal worden gestuurd. Hij noemt het een zaak van de eerste orde dat straks een groot aantal stemmen wordt uitgebracht op de lijst van de liberalen. De geest van de liberalen is ontplooiïng van de persoonlijkheid. Spreker bestrijdt de ordeningspogingen, zoals deze door andere partijen als R.K. Staatspartij en S.D.A.P. worden voorgestaan en geeft o.a. als voorbeeld de ordeningspoging in de Nederlandse baksteenindustrie, diee, indien deze mocht worden verwezenlijkt, tot resultaat zou hebben dat de prijs van de baksteen zou worden verdubbeld. Spreker behandelt dan het Plan van de Arbeid van de S.D.A.P., dat 600 miljoen gulden per drie jaar zal kosten en vraagt zich af of wij dat hier wel nodig hebben. Wij hebben toch onze Zuiderzeewerken, versnelde bruggenbouw, kanalen- en wegenaanleg. In België was er ook een Plan van de Arbeid, ontworpen door de heer De Man. Toen deze echter in het kabinet-Van Zeeland was opgenomen, hoorde .men niets meer van dit plan. Spreker bestrijdt vervolgens de beweringen van S.D.A.P.-zijde, dat het in Zweden zoveel beter is omdat zij daaraan het bewind zijn. Hij wijst erop dat dit land zeer veel groter is dan Holland met veel minder inwoners. Het heeft ijzer en staal, waardoor men profiteert van de oorlogstoerustingen in de wereld. Spreker bestrijdt vervolgens de N.S.B., die beweert een geneesmiddel te weten voor alle kwalen. Hij hekelt fel de inconsequente houding van deze partij ten opzichte van verschillende gebeurtenissen, als het zenden van de Rode Kruis Ambulance naar Abessynië, het zenden van oorlogsschepen naar de Spaanse wateren en de devaluatie. De liberalen hebben altijd gestreden voor een krachtig gezag en wij hebben waarlijk geen Mussert nodig om ons dit te brengen. De leuze Mussert of Moskou is vals. Wij willen noch Mussert, noch Moskou. Spreker waarschuwt ervoor geen wanhoopspolitiek te bedrijven door het maar eens te proberen met Mussert, die leger en vloot wil uitbreiden, de werkloosheid doen afnemen, geen leningen meer sluiten en de oude leningen aflossen, zonder aan te geven hoe deze kunststukjes uit te halen. De liberalen met hun zin voor werkelijkheid noemen dit onuitvoerbaar. Een goede rekenmeester te zijn is een eerste vereiste voor een staatsman. Spreker noemt het een fout wanneer vrijzinnigen hun stem uitbrengen op dr. Colijn. Deze verdient natuurlijk het grootste respect, doch komt er heus wel zonder die stemmen. Men helpt hierdoor slechts hen in de Kamer, die het sectarisme aankweken, het openbaar onderwijs willen belemmeren enz. enz. Spreker besluit met een krachtige opwekking voor ouderdomspensioen voor alle rangen en standen als onze financiën het toelaten, voor goed onderwijs voor allen en die niets gevoelen voor holle leuzen, maar eerlijk beloven hun best te zullen doen. De voorzitter, de heer Van Loenen Martinet, dankte de spreker voor zijn hartelijk toegejuichte rede en de talrijke aanwezigen voor hun aandachtig gehoor, waarop de vergadering werd gesloten  [Delftsche Courant 19 mei 1937, blz. 8]. 
Bij de op 26 mei 1937 in Pijnacker gehouden stemmingen voor de Tweede Kamerverkiezing was het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen: 5788. Daarvan werden uitgebracht op de R.K. Staatspartij. 881; S.D.A.P. 240; Anti-Revolutionaire Partij 422; Christelijk Historischen 648; Vrijheidsbond 84; Vrijzinnig Democraten Bond 66; Communisten 8; Staatkundig Gereformeerde Partij 200; Rev. Soc. Arb. P. 2; Nat. Boeren-, T. en Mp. 3; Kath. Dem P. 9; Chr. Dem. 14; Alg. Belang 6; N.S.B. 158; Herv. Geref. Staatsp. 40; Chr. Nat. 5; Nat. Herstel 1; Zwart Front — [Haagsche Courant 27 mei 1937, blz. 14]
Op 27 mei 1937 wordt bericht dat de N.S.B. afdeling Pijnacker heeft bij het hoofd van het stembureau protest aangetekend tegen het plaatsen van de stemhokjes in de lokaliteiten van district 1 en 2 in Pijnacker. Deze hokjes waren namelijk. opgesteld met de open zijdi gericht naar de aanwezigen in het stemlokaal, zodat dezen vanaf hun plaatsen gezicht hadden op de stemmenden [Delftsche Courant 27 mei 1937, blz. 8]. Naar wij op 17 juni 1937 van bevoegde zijde vernemen zal het protest van de N.S.B. (Nationaal Socialistische Beweging in Nederland, leider ir. Mussert), waarin geprotesteerd werd tegen een onjuiste plaatsing van de stemhokjes bij de onlangs gehouden verkiezingen, hoogstwaarschijnlijk geen wijzigingen in de bestaande toestand tengevolge hebben [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 2]. 
Donderdagavond 8 juli 1937 hield mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, in het gebouw van de C.J.M.V., een lezing voor de jongerengroep. Spreker behandelde de eerste artikelen van het program van beginselen van de C.H.U. In het bijzonder wees hij er op, dat de C.H.U. niet de partij- en belangenpolitiek op de voorgrond stelt, doch de Christelijke leer. Vandaar ook dat in art. 2 staat dat de overheid als zodanig Gods dienares is en dienovereenkomstig heeft te handelen. Het was voor de jongeren een leerrijke avond [De Nederlander 9 juli 1937, blz. 7].

Maandag 21 november 1937 trad onder grote belangstelling voor onze kiesvereniging op ds. de Groot van Delft, met het onderwerp: „De boetedag van Ninevé". Nadat de voorzitter, de heer C. Weerheim Sr. had laten zingen Psalm 25 : 7 kreeg ds. de Groot het woord. Deze begon met te wijzen op het schadelijke en het schandelijke van de zonde en op het profijtelijke van de bekering. Na een kort gebed gaat spreker dan over tot de behandeling van zijn onderwerp aan de hand van Jona 3: 10, verdeeld in drie punten: 1e. de aanleiding; 2e. de uitwerking en 3e. de vrucht van die boetedag. Spreker vergelijkt de zonde van Ninevé met de zonde van Nederland. Men vergeet Gods wonderdaden uit de historie van ons land en loopt naar die god van Ekron. Toen Jona te Ninevé het oordeel had aangekondigd volgde de, zij het uitwendige, bekering van de stad. Mocht ook ons land zich in zak en as bekeren. Mocht ook het woord van onze beide afgevaardigden in de volksvertegenwoordiging een uitwerking hebben als Jona's prediking. De oordelen kondigen ons de straffen voor Nederland aan. En de blinde mens ziet het en weet het, want de een zegt: het zal nog wel erger worden, de ander zegt: we zijn er nog niet, maar men verhardt zich. Vreselijk wanneer de Heere de aarde zal richten. Nadat spreker nog gewezen heeft op het enig nodige, namelijk de door God zelf gewerkte bekering, zegde de voorzitter hem dank voor zijn zeer ernstige rede. Spreker eindigde met dankzegging, nadat nog gezongen was Psalm 119 vers 60 [De Banier 25 november 1937, blz. 6].

post en telefoon
Op 1 februari 1937 wordt gemeld dat het hulppostkantoor in Delfgauw nu is voorzien van een publieke telefooncel. Dit is een zeer grote vooruitgang, daar men vroeger helemaal naar Delft of naar de Oostlaan te Pijnacker moest, als men wilde telefoneren [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7] 
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat de P.T.T. een nieuwe telefoonkabel zal aanleggen vanaf het Emmapark tot aan de hoek Kerkweg [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]
Op 3 september 1937 wordt gemeld dat de P.T.T., op verzoek van omwonenden,  een brievenbus heeft geplaatst op het kruispunt Overgauw - Westlaan nr. 72. De buslichtingen zijn als volgt: Dagelijks om 5.50, 13.45 en 15.45 uur. Maandag in plaats van 5.50 om 5.35 uur en zondag alleen om 5.50 uur [Delftsche Courant 3 september 1937, blz. 11]
De raad vergadert op 24 september 1937. De heer Bregman klaagt over het te kleine postkantoor en wil een eigen postkantoor en geen hulpkantoor. De voorzitter wijst op de mogelijkheid in het Emmapark een postkantoor te bouwen en dit aan de P.T.T. te verhuren. Mr. van den Helm zegt in dezen zijn volle medewerking toe [Delftsche Courant 25 september 1937, blz. 7]. 

Naar wij op 21 oktober 1937 vernemen heeft de heer Datema, chef van het hulppostkantoor in Pijnacker, met ingang van 1 januari 1938 bedankt voor het openstellen van een telefoondienst buiten de diensturen. Tot nu toe was de gemeente Pijnacker doorlopend telefonisch te bereiken. Hiervoor ontving de heer D. de somma van ƒ 650,- per jaar. Aangezien hij dit bedrag te laag vond en een belangrijke verhoging van deze toeslag wenste, die hem echter niet is toegekend, zal hij de telefoon buiten de officiële uren niet meer bedienen. Het zou zeer te betreuren zijn, indien de gunstige positie waarin Pijnacker tot nu toe telefonisch verkeerde, verloren zou gaan. Het ligt ongetwijfeld op de weg van het gemeentebestuur om ervoor te zorgen, dat de Pijnackernaren deze doorverbinding blijven behouden. Naar ons wordt medegedeeld zijn er in deze zin met het hoofdbestuur van de P.T.T. reeds besprekingen gevoerd en wij zien dan ook vol belangstelling naar de resultaten hiervan uit  [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 10]. In ons blad van donderdag hebben wij bericht dat de openstelling van het telefoonkantoor gedurende de nachturen van 21.00 uur tot 8.00 uur zou komen te vervallen, omdat de kantoorhouder van het hulppostkantoor, de heer Datema, niet langer genoegen wenst te nemen met de hem daarvoor toegekende extra vergoeding. Naar wij thans nader van de heer Datema vernemen, is dit bericht in zoverre onjuist, dat het geen financiële, doch gezondheidsredenen zijn, waarom de heer D. hiertoe met ingang van 1 januari 1938 moet overgaan. De heer Datema maakt tevens het publiek er opmerkzaam op, dat voor geabonneerden, die behoefte hebben aan een ruimere spreekgelegenheid, er gelegenheid bestaat om doorverbinding te krijgen voor Rijksrekening. Men kan zich hiervoor schriftelijk te zijnen kantore aanmelden [Delftsche Courant 25 oktober 1937, blz. 4].
Op 11 november 1937 wordt bericht dat de onderhandelingen met het hoofdbestuur van de P.T.T. over het handhaven van de telefonische doorverbinding voor de gemeente Pijnacker zijn op niets uitgelopen. Per 1 januari 1938 zal men dus Pijnacker slechts op de vastgestelde tijden telefonisch kunnen bereiken en wordt de nachtverbinding uitgeschakeld [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6].



sportDe R.K. Sportvereniging „Oliveo" zal zondag 17 januari 1937 een grote feestavond houden in het Parochiehuis, ten bate van het trainingsfonds. Aan deze avond is tevens een verloting verbonden [Delftsche Courant 6 januari 1937, blz. 2] Op 19 januari 1937 wordt bericht dat De R.K. Sportvereniging „Oliveo" in het patronaatsgebouw ,St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan een zeer geslaagde feestavond heeft georganiseerd. Aan deze avond was een verloting verbonden; het batig saldo van deze avond zal worden gebruikt voor het trainingsfonds van de sportvereniging. [Delftsche Courant 19 januari 1937, blz. 7]
Op 4 april 1937 vindt op het terrein aan de Oranjelaan in Dordrecht om 14.30 uur de ontmoeting plaats tussen Racing Club Dordrecht 3 en Oliveo 3 uit Pijnacker. "Beiden hebben de pretentie gegadigden te zijn voor den kampioenstitel. Praktisch is het kampioenschap de inzet van deze wedstrijd. Waar Oliveo echter morgen haar laat- sten wedstrijd speelt, moet RCD nog tweemaal tegen de hekkensluiters het volle pond zien te behalen. Ook morgen moeten de Racingboys zegevieren, willen ze hun kans behouden. Het is dan ook te verwachten, dat ’t aan spanning niet zal ontbreken, temeer daar RCD al eerder in Pijnacker de meerdere bleef".[De Dordrechtsche Courant 3 april  1937, blz. 5].
In de eerste klasse A hebben Pijnacker 1 en VIOS 3, ondanks het feit dat er niet het minste meer aan gelegen was, op 18 april 1937 een hoogst onprettigen wedstrijd gespeeld, te wijten aan enkele heethoofdige Pijnackers, die door dhr. Oudendorp naar de kleedtent werden gestuurd. Een dezer ging zelfs zoover, dat hij den scheidsrechter te lijf wilde, die dit echter niet afwachtte, doch flink van zich afbeet. Door het optreden van enkele VIOS-spelers werd erger voorkomen. Het einde van deze onsmakelijke vertooning kwam met een gelijk spel (3-—3) [Sportkroniek 19 april 1937, blz. 9].
Op 10 juni 1937 bericht de Haagsche Voetbalbond dat T. Lalleman jr. Stationsstraat 6, is geschorst tot 28 november 1937 wegens wangedrag en dat A. Noteboom, Overgauw D10, is geschorst tot 28 mei 1938 wegens wangedrag. Beide heren zijn lid van de voetbalvereniging Pijnacker [Sportkroniek 10 juni 1937, blz. 12; Sportkroniek; weekblad voor sport, jrg 36, 1937, no 42, 27-05-1937, blz. 12]
De Pijnackerse schietvereniging „Steeds Vaardig" heeft dinsdagavond 19 januari 1937 een feestavond gehouden in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Dooper" aan de Oostlaan. Deze avond was niet alleen bedoeld als feestavond, doch werd ook benut voor het voeren van krachtige propaganda voor de schietsport in Pijnacker. De schietvereniging „Steeds Vaardig" organiseerde ook een verloting waaraan fraaie prijzen waren verbonden. Tot het welslagen van deze feestavond droeg het muziekensemble Welmer voor een belangrijk deel mee. De voordrachten van de humorist-conferencier C. Verhulst, brachten de lachspieren van de aanwezigen danig in beweging. [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 4]
Op 23 januari 1937 wordt melding gemaakt van de statuten van de ijsvereniging “Voorwaarts” gevestigd in Delfgauw, gemeente Pijnacker [Ned. Stcrt. 22-23 januari 1937, nr. 14, blz. 3] 
Op 23 januari 1937 wordt gemeld dat de burgemeester van Pijnacker, mr. P.H.W.G. van den Helm in het Patronaatsgebouw „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan, in zijn functie van beschermheer van de Pijnackerse schietvereniging „Steeds Vaardig" de volgende prijzen heeft uitgereikt: 1. eerste prijs aan de beste schutters van het afgelopen seizoen:H. van Lien, D. Koorneef en P. Ermerins, 2. wisselbeker 2e groep, Van Lien, A.J. Koot, J. de Hoog, G. Koot en A Valkenburg; 3. wisselbeker 3e groep, S. van Gemert, J. van Lien, N. Rensen, D. Koorneef, S. v. d. Ploeg, D. Bos en A. Zegwaard; 4. wisselbeker 4e groep, C. de Boer, W. Kemp, J.P. Koot, F. Lalleman, M. Parhan, T. de Boer, A. Zeeuw, P. A. Ermerins, N. Weerheim en P. de Hoog [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz. 7]
Op zaterdag 27 maart 1937 organiseert de sportclub “Delfgauw” om 17.00 uur een wegwedstrijd voor nieuwelingen, gelopen in de omgeving van Delfgauw. In Pijnacker kan worden ingeschreven bij B. Verhulst, van Brachtstraat 29 [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 7] 
Op 1 februari 1937 wordt gemeld dat de gymnastiekclub O.N.A., een onderafdeling van de Sint Jozef Gezellenvereniging, woensdagavond 3 februari 1937 een propaganda-avond zal organiseren in het Parochiehuis aan de Oostlaan. Het muzikale gedeelte van deze avond zal verzorgd worden door de S.O.S.-band uit Delft [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7]. De gymnastiekclub O.N.A., onderafdeling van de St. Jozef Gezellenvereniging, heeft op 3 februari 1937, in samenwerking met de adspirant-leden van de K.J.C, een grote propaganda-avond gehouden in het parochiehuis „Sint Johannes de Doper" aan de Oostlaan. Het muzikale gedeelte van deze zeer geslaagde avond werd verzorgd door de S.O.S.-band uit Delft, die zeer zeker het hare bijdroeg tot het welslagen van deze propaganda-avond. Het geheel stond onder leiding van de heer L. P. Wieffering uit 's-Gravenhage. [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 

Op 3 februari 1937 wordt bericht dat de R.K. Supportersclub „Blauw Wit" in het parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan haar jaarlijkse feestavond heeft gehouden. De voorzitter van de vereniging, de heer F. v. d. Burg, heette de aanwezigen hartelijk welkom. Spreker hoopte, dat de band tussen de leden van Oliveo en de supporters steeds hechter zou worden. De voordrachten van de humorist, de heer De Bruin, brachten de lachspieren van de aanwezigen danig in werking. Het muziekgezelschap Vermeulen hielp de avond zeer genoeglijk te maken. Een aardige attractie was de aan deze avond verbonden verloting [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
Op 5 februari 1937 wordt gemeld dat de Pijnackerse Ijsbaan dit jaar wederom niet is bereden. Eerst hebben tal van veranderingen moeten plaats hebben voor de baan goed berijdbaar was en thans is de dooi weer spelbreker geworden.[Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 15 februari 1937 wordt gemeld dat de sportclub Delfgauw op zaterdag 27 maart 1937  een grote wegwedstrijd zal organiseren in de omgeving van Delfgauw [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 10]. 
Op 8 maart 1937 wordt gemeld dat de damvereniging „H.M.S." in het verenigingsgebouw een feestavond heeft gehouden, die tevens een propagandistisch karakter droeg. Op deze zeer geslaagde avond werd de revue „Van Alles Wat", bestaande uit 16 taferelen opgevoerd [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
De wegwedstrijd voor nieuwelingen over 3½ kilometer op zaterdag 27 maart 1937 om 17.00 uur, uitgeschreven door de sportclub „Delfgauw", blijkt een groot succes te zullen worden. Door vele zakenlieden en particulieren te Delfgauw zijn voor deze wedstrijd fraaie prijzen beschikbaar gesteld, zodat er werkelijk een keurige collectie prijzen voor de deelnemers beschikbaar is. Ook van de zijde van de sportbeoefenaars is voor deze wedstrijd flinke belangstelling, waarbij vele categorieën van de sport vertegenwoordigd zullen zijn Er hebben zich namelijk voor deelname reeds voetballers, korfballers, gymnasten, zwemmers, roeiers, boksers en wandelaars opgegeven. Voorts is door een geïllustreerd weekblad toegezegd van de start een foto te zullen maken, die aan de tien eerst aankomenden gratis zal worden beschikbaar gesteld. Ook voor de beschikbaar gestelde verenigingsprijzen schijnt nogal animo te zijn. Zoals bekend kan men zich voor deelname nog opgeven tot uiterlijk 20 maart 1937 onder betaling van het inschrijfgeld van ƒ 0.30 per persoon aan de navolgende adressen: te Delft: bij de heer P. Timmers, Anthony Duyckstraat 7; te Pijnacker bij de heer B. Verhulst, van Brachtstraat 29 en te Delfgauw bij de wedstrijdsecretaris W. J. v. d. Berg, Pijnackerseweg E265 post Delft, waar tevens alle gewenste inlichtingen zijn te bekomen [Delftsche Courant 16 maart 1937, blz. 7]

Op 8 april 1937 wordt gemeld dat de sportclub „Delfgauw" de hand heeft weten te leggen op een terrein aan de Rotterdamseweg en wel van de voetbalclub B.E.C. Zondagmorgen 10 uur zal het terrein voor training in gebruik worden genomen  [Delftsche Courant 8 april 1937, blz. 10].
Vanaf 17 april 1937 is het secretariaat van de Sportclub „Delfgauw'' gevestigd op Noordeindseweg E231, bij de heer L.W. Berkelaar, die tot eerste secretaris is benoemd [Delftsche Courant 17 april 1937, blz. 3]. 
Op 21 april 1937 wordt bericht dat het comité van tien, eigenaar van de tennisbaan in Pijnacker, het initiatief heeft genomen om te komen tot de oprichting van een tennisvereniging, en daartoe enige personen uitgenodigd om besprekingen te openen. Deze besprekingen hadden een vlot verloop en gaven aanleiding tot het besluit om a.s. vrijdag acht uur een grote vergadering te beleggen in het café van ouds „Het Raadhuis" [Deftsche Courant 21 april 1937, blz. 8]. Op 23 april 1937 had in één van de zalen van café ,Van Ouds Het Raadhuis" de oprichtingsvergadering plaats van een tennisvereniging, die de naam zal dragen van P.T.C. (Pijnackerse Tennis Club). Het bestuur werd gekozen uit de volgende leden, voorzitter R. Vellinga, secretaris P. Th, Kuijpers en penningmeesteresse mevr. M. de Gruyter-Pot [Delftsche Courant 24 april 1937, blz. 7]
Op 27 april 1937  wordt bericht dat van de voetbalvereniging Pijnacker het adres van het secretariaat aldus is gewijzigd: Th. Lalleman sr., Uitpad 10, Pijnacker [Haagsche Courant 27 april 1937, blz. 11]
Op 7 mei 1937 hoopt de Pijnackerse Zwem- en Poloclub haar vijfde jaarvergadering te houden in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis", om 20.15 uur. De agende luidt als volgt: 1. Opening. Notulen. Jaarverslag secretaris-penningmeester. Benoeming kascommissie. Bestuursverkiezing: (aftredend) mevr. P. Th. van Schie en de heer L. J. v. d. Valk, die beiden terstond herkiesbaar zijn-. 6. De uitslag van de stemming en in verband daarmede de besprekingen door het bestuur gehouden met het comité van Tien. 7. Wat doen we in het zesde seizoen? Rondvraag. Sluiting  [Delftsche Courant 29 april 1937, blz. 7]. 
De Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid", hoopt op dinsdag 4 mei 1937 om 20.00 uur in het gebouw van de C.J.M.V. aan de Kerkweg haar jaarlijkse onderlinge wedstrijden te houden [Delftsche Courant 30 april 1937, blz. 2] 
Gisteravond 7 mei 1937 werd in één van de zalen van de heer P. Th. van Schie de jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden van de Pijnackerse Zwem- en Poloclub. De voorzitter, de heer L. J. v. d. Valk, opende de vergadering met enige welkomstwoorden, waarna de notulen van de vorige vergadering onveranderd werden vastgesteld. Hierna bracht de secretaris-penningmeester, de heer W. Stoorvogel Jr., het jaarverslag uit, waarin hij een terugblik wierp op het afgelopen jaar, waaruit bleek, dat de vereniging in dat jaar een grote activiteit had ontplooid. Het aantal leden bleek gestegen te zijn van 74 op 104. Het financieel jaarverslag sloot met een bedrag aan ontvangsten en uitgaven van f 147, terwijl er een batig saldo was van ƒ 23. Als leden van de Kascommissie werden aangewezen de heren B. Verhoef en R. Vellinga. Aan de beurt van aftreden waren mevr. P. Th. van Schie en de heer L. J. v. d. Valk, die beiden met algemene stemmen bij acclamatie werden herkozen. De voorzitter gaf hierna een uitvoerige uiteenzetting over de onder de leden gehouden stemming over eventuele gemengde oefenavonden en de in verband met de uitslag van deze stemming gevoerde onderhandelingen met het Comité van Tien, welke eigenaar is van het zwembad. Deze onderhandelingen hadden een negatief resultaat en hebben als gevolg daarvan tot enige wrijving met voornoemd Comité geleid. Na breedvoerige discussies over dit onderwerp werd met algemene stemmen besloten de bemiddeling van de heer Noorland te aanvaarden en alsnog te trachten met het Comité van Tien tot overeenstemming te geraken. Na sluiting van de vergadering bleef men nog enige tijd gezellig bijeen [Delftsche Courant 8 mei 1937, blz. 7]
Naar wij op 18 mei 1937 vernemen bestaan er bij het college van B&W plannen om in overleg met het Comité van Tien aan de schoolkinderen zwemles te geven. Indien met het Comité van Tien overeenstemming wordt bereikt, zullen de Pijnackerse schoolkinderen op bepaalde tijden onder leiding van het Pijnackerse Zwembad gebruik mogen maken, terwijl daar tevens aan de kinderen die nog niet kunnen zwemmen zwemles zal worden gegeven. Deze plannen zijn ongetwijfeld toe te juichen, daar dit zeer zeker in het belang is van de Pijnackerse schooljeugd  [Delftsche Courant 18 mei 1937, blz. 8]
Op 19 mei 1937 wordt gemeld dat Het Pijnackerse zwembad in verband met het a.s. zwemseizoen geducht onder handen is genomen. Men heeft het bad geheel leeg laten lopen en heeft de wanden en de bodem flink gekuist [Delftsche Courant 19 mei 1937, blz. 8]. 
In café „Het Raedthuis" vond op 20 mei 1937 de algemene vergadering plaats van de Sportvereniging Pijnacker, onder leiding van de voorzitter, de heer Ch. Kentie. Besloten werd gebruik te maken van het aanbod van de heer De Koning om de elftallen deze zomer te trainen, met dien verstande dat donderdags wordt getraind om de andere week, resp. onder leiding van de heren Koning en W. van Overdam. Het bestuur werd in haar geheel herkozen, terwijl als aanvoerders van het 1e en het 2e elftal resp. werden benoemd W. van Overdam en M. van Son. In principe werd aangenomen het voorstel om deze zomer een wedstrijd te spelen ten bate van het Groene Kruis. De financiële toestand bleek bevredigend, o.m. werd besloten gedurende het zomerseizoen op zondagen geen wedstrijden te spelen  [Delftsche Courant 21 mei 1937, blz. 8]
De postduivenvereniging  Allen Welkom te Pijnacker hield zondag 23 mei 1937 een wedvlucht van Quierrain, afstand 185 kilometer. Uitslag: Jac. Suik 1e, 5e, 7e, 8e en 11e prijs; de  Gebrs. Adrichem 2e prijs; E. Rietveld 3e, 6e en 13e prijs; B. Verschoor 4e prijs; A. Oosterom 9e prijs; P. v. Loon 10e pr. en Gebrs. Van der Helm 12e prijs. Aankomst 1e duif na 10.13.7 en de 13e duif na 10.43.53 [Delftsche Courant 24 mei 1937, blz. 10]
Op vrijdag 28 mei 1937 werd in „Van Ouds het Raadhuis" de voor deze vereniging zeer belangrijke buitengewone algemene vergadering gehouden teneinde een beslissing te nemen over de door bemiddeling van de heer Noorland met het Comité van Tien gevoerde onderhandelingen. Uit de door het Bestuur gedane mededelingen omtrent deze onderhandelingen bleek, dat het Comité van Tien, de eigenaar van het zwembad, bereid is om twee bestuursleden, respectievelijk leden van de P.Z. en P.C. in zijn midden op te nemen zonder financiële aansprakelijkheid. Van bestuurszijde werd voorgesteld om daarheen af te vaardigen in de eerste plaats de voorzitter, de heer L.J. v. d. Valk en in de tweede plaats een door de leden te benoemen kandidaat. Als kandidaten werden genoemd de heeren J. Swagers en R. Vellinga, welke laatste met slechts één stem meerderheid werd gekozen. Aangenomen mag worden, dat met het opnemen van genoemde heren in het comité de goede verstandhouding, welke steeds tussen P.Z. en P.C. en het Comité van Tien heeft bestaan, weer is hersteld. Ook is hiermee het dreigende gevaar voorkomen dat de P.Z. en P.C., zo niet ontbonden zou worden, dan toch een groot gedeelte van zijn leden zou verliezen, tenminste het verloop van de vergadering was zodanig, dat hoewel de meningen eerst zeer verdeeld waren, aan het slot van de discussies alle aanwezige leden zich eensgezind achter het bestuur schaarden. De voorzitter bracht een speciaal woord van dank aan de heer Noorland, lid van de raad van deze gemeente, die altijd op de bres heeft gestaan voor de belangen van de zwemmers en die zijn bemiddelingspogingen met succes bekroond heeft gezien. De overige punten van de agenda vermeldden in de eerste plaats enige kleine wijzigingen in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement, welke met algemene stemmen werden aangenomen en vervolgens de bestuursverkiezing in de vacature J. Maree. Met grote meerderheid van stemmen werd gekozen de heer W. Zwaan. De rondvraag leverde een voorstel op van de heer Vellinga tot het instellen van een wedstrijdcommissie. Dit voorstel werd door de vergadering overgenomen en gekozen werden mej. C. Hoogenboezem en de heren P. Th. Kuipers en Ra Vellinga, waaraan toegevoegd wordt het bestuurslid, dat belast is met de zwemtechnische aangelegenheden. Nadat nog besloten werd zo spoedig mogelijk een wedstrijd te organiseren ter opening van het zwemseizoen, werd de vergadering gesloten [Delftsche Courant 29 mei 1937, blz. 6].
De Pijnackerse Zwem- en Poloclub heeft voor 18 juni 1938 om 19.00 uur een onderlinge zwemwedstrijd uitgeschreven. Het programma omvat 50 meter schoolslag dames en heren; 50 meter vrije slag dames en heren; 25 meter rugslag dames en heren; 25 meter gekleed zwemmen voor dames en heren; 25 meter schoolslag gehuwde dames; 50 meter schoolslag winnaars 1 tegen winnaars 2. Tot slot zal een polowedstrijd worden gespeeld tussen twee zeventallen van de P.Z. en P.C.[Delftsche Courant 7 juni 1937, blz. 6]
De serieuze training waaraan de leden van S.V.P. [Sportvereniging Pijnacker] zich onderwerpen begint zichtbare resultaten te vertonen. Werd de vorige week van de 4e klas K.N.V.B.-er S.I.O.D. I met slechts 2-1 verloren, Zaterdag 12 juni 1937 wist S.V.P. een sterke Rotterdamse combinatie uitsluitend bestaande uit K.N.V.B.-spelers er met 1-0 onder te houden na een van beide zijden zeer vlot gespeelde wedstrijd, die zoals aan het eindresultaat valt af te leiden een spannend verloop had. Hoewel de Rotterdammers alles op alles zetten om de gelijkmaker te forceren, bleek de S.V.P.-verdediging N. van Overdam - L. Beyneveld en last but not least keeper W. van Overdam niet te passeren [Delftsche Courant 15 juni 1937, blz. 3].
Gisteravond 25 juni 1937 heeft de Pijnackerse Zwem-en Poloclub zeer geslaagde zwemwedstrijden gehouden, begunstigd door goed weer, in het zwem- en zonnebad aan de Noordweg. Van de kant van de leden bestond zeer veel belangstelling voor deze wedstrijden en de deelname was dan ook zeer groot, terwijl ook een vrij talrijk publiek met veel interesse de verschillende nummers van deze wedstrijden gadesloeg. De uitslagen waren als volgt: 50 meter schoolslag dames: 1. mej. C. Hoogenboezem; 2. mej. L. Prins; 3. mej. M. Prins. 50 meter schoolslag heren: 1. W. Zwaan; 2. A. Vink; 3. T. van Gessel. 50 meter vrije slag dames: 1. mej. C. Hoogenboezem; 2. mej. L. Prins. 50 meter vrije slag heren: 1. H. Abrahamse (“buiten mededinging”); 2. M. van Vliet; 3. W. Zwaan. 25 meter rugslag dames: 1. mej. A. v. Leeuwen; 2. mej. M. Prins; 3. mej. C. v. d. Ende. 25 meter rugslag heren: 1. B. Verhoef; 2. B. Theri; 3. W. Zwaan. 25 meter gekleed zwemmen dames: 1. mej. A. van Leeuwen; 2. mej. C. Hoogenboezem; 3. mej. C. v. d. Ende. 25 meter gekleed zwemmen heren: 1. L. J. v. d. Valk; 2. J. Welbie; 3. B. Verhoef. 25 meter schoolslag gehuwde dames: 1. mevr. Zwaan; 2. mevr. Vellinga. 50 meter schoolslag winnaars dames tegen winnaars heren: 1. A. Vink; 2. W. Zwaan; 3. T. van Gessel. Tot slot werd er een geanimeerde polowedstrijd gespeeld tussen 2 zeventallen van de P.Z. & P.C. Na afloop heeft de voorzitter, de heer L.J. v. d. Valk met enige toepasselijke woorden de prijzen aan de winnaressen en winnaars uitgereikt [Delftsche Courant 26 juni 1937, blz. 7]. 
Op 3 juli 1937 wordt gemeld dat W.A. Mol uit Pijnacker een goede oplossing heeft geleverd voor een in de krant opgenomen probleem in een damwedstrijd [De Maasbode 3 juli 1937, blz. 2]
Begunstigd door prachtig weer heeft de Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid" zaterdagavond 3 juli 1937 een propaganda-mars gehouden door het dorp. Van een bevriende vereniging uit Den Haag waren enige trommelslagers en trompetters gekomen om medewerking aan deze mars te verlenen. Het was een keurige stoet, de dames-leden in blauwe rok en witte blouse en de heren geheel in het wit, zoals deze om half acht van het C.J.M.V.-gebouw afmarcheerde. Voorop liepen de trommelslagers en trompetters, waarbij zelfs een tambour maitre en de grote trom niet ontbraken. Direct daarachter stapten parmantig de kleinste gymnasten, die kranig de voor hun jonge beentjes wel wat lange wandeling van 2 uur geheel hebben meegelopen, (op een enkele uitvaller na). Langs de gehele route was er veel belangstelling van de zijde van de Pijnackerse burgerij, die vooral het feilloze ritme van de trommelslagers (niet in het minst van de grote trom) en de zuivere fanfares van de trompetters zeer bleek te waarderen [Delftsche Courant 6 juli 1937, blz. 8].
De te Pijnacker gespeelde waterpolowedstrijd tussen de Zoetermeerse Zwem- en Polo Club en de Pijnackerse Z. P. C. werd door de laatste met 4-0 gewonnen. Morgenavond 21 juli 1937 om 20.00 uur speelt de Pijnackerse Z. P. C. met twee zeventallen tegen S. V. H. uit Hillegersberg, bij wijze van instructie en oefening [Haagsche Courant 20 juli 1937, blz. 15].
Op 2 augustus 1937 wordt gemeld dat ook onze gemeente haar bijdrage heeft geleverd aan het slagen van de Vierdaagse te Nijmegen. Het is mej. C. Hoogenboezem, die in dit opzicht de eer van Pijnacker heeft hoog gehouden door met succes vier dagen lang de 40 kilometer af te leggen en zodoende haar eerste 4-daagse penning mede naar huis te brengen  [Delftsche Courant 2 augustus 1937, blz. 8]
Op 7 augustus 1937 wordt bericht dat, zoals bekend is, het College van Gedeputeerde Staten geweigerd heeft goedkeuring te verlenen aan het besluit van de gemeenteraad tot het toekennen van een subsidie aan het Comité van Tien voor schoolzwemmen. Het Comité van Tien heeft echter gemeend toch de schoolkinderen in de gelegenheid te moeten stellen om op zeer goedkope wijze te leren zwemmen. Het heeft derhalve voor de schoolkinderen goedkope zwemabonnementen verkrijgbaar gesteld voor de rest van het seizoen voor 50 cent per stuk. Dat deze maatregel door de Pijnackerse jeugd met vreugde werd begroet blijkt uit het feit dat reeds de eerste dagen een flink aantal van deze abonnementen werden verkocht [Delftsche Courant 7 augustus 1937, blz. 8]
Maandag 23 augustus 1937 en dinsdag 24 augustus 1937 werden de eerste wedstrijden gespeeld in de eerste ronde van de tenniswedstrijden, uitgeschreven door de vier gezamenlijke tennisclubs van Pijnacker. De uitslagen luiden als volgt: Heren enkelspel: P. v. d. Meer versloeg N. Elling met 2—6, 7—5, 6—4; W. Stoorvogel Jr. versloeg J. v. d. Reijken met 6—0, 6—0; Jos. v. d. Meer versloeg D. v. d. Ros met 8—6, 6—0; H.C. van Aalst versloeg J. Maree met 6—4, 6—3.                                                                                             -Heren dubbelspel: N. Elling en H. Verhoef versloegen P. v. d. Meer en J. v. d. Reijken met 6—3, 6—2.                                                                                     Gemengd dubbelspel: mej. B. Zoeteman en N. Elling versloegen de heer en mevr. Jos. v. d. Meer met 4—6, 5—4, 6—2; mej. A. Luijendijk en W. Stoorvogel Jr. versloegen mej. T. Struikenkamp en P. v. d. Meer met 6—2, 3—6, 6—4; mej. T. Gijlstra en H.C. van Aalst versloegen mej. D. Struikenkamp en W. van Baarle met 6—0, 6—1. [Delftsche Courant 25 augustus 1937, blz. 8].
Woensdagavond 25 augustus 1937 werd op het S.V.P-.terrein aan de van Brachtstraat een korfbalwedstrijd gespeeld tussen de Christelijke Gymnastiekvereniging Kracht en Vlugheid en de Delftse korfbalvereniging „Excelsior", welke deze laatste met 7-0 won  [Delftsche Courant 28 augustus 1937, blz. 11]. 
De R. K. Sportvereniging G.D.A. gaf op 26 augustus 1937 op het G.D.A.-terrein te Loosduinen, een openlucht-uitvoering, waaraan de volgende gymnastiekverenigingen deelnamen S.M.L. (alhier), O.N.A. (Pijnacker). N.A.S. (Nootdorp) en G.D.A. (Loosduinen). Nadat door de deelnemende verenigingen een gezamenlijke mars door Loosduinen was gehouden, ving het programma aan met de opmars over het terrein. Verder bevatte het lijvige programma o.a. vrije oefeningen, brugoefeningen. hoge brug en rek, bodemgymnastiek. behendigheidswedstrijden, touwtrekken, brugspringen. enz. [Haagsche Courant 27 augustus 1937, blz. 18]
Op 29 augustus 1937 wordt door de Haagse Rennersclub “Hollandia” op de wegen rondom de Maliebaan de Ronde van Den Haag gereden. Er zijn slechts 38 renners tot de wedstrijd toegelaten, namelijk 11 onafhankelijken en 27 amateurs. Onder de amateurs bevindt zich W.P. Rijnbeek uit Pijnacker  [Haagsche Courant 24 augustus 1937, blz. 11]
Op 31 augustus 1937 geeft de Zwem- en Poloclub een groot zwemfeest. ’s Morgens marcheren de deelnemende kinderen met muziek van het Emmapark naar het zwembad. Vóór de middag worden wedstrijden georganiseerd voor meisjes en jongens beneden 14 jaar. Des middags wordt gegeven: 50 meter schoolslag dames, 100 meter schoolslag heren; doelwerpen en 3 x 25 meter wisselslag voor dames en heren. Gecostumeerd steekspel. Tot slot een polowedstrijd tussen P.C. I van Pijnacker en P.C. I van Zoetermeer. In de etalage van de heer H. Sonneveld worden de fraaie prijzen tentoongesteld  [Delftsche Courant 11 augustus 1937, blz. 7]
De voorzitter van de Pijnackerse Zwem- en Poloclub zei op 31 augustus 1937 in zijn openingswoord bij de door de P. Z. en P. C. georganiseerde  zwemwedstrijden, dat de exploitatie-uitkomsten van het zwembad verre van rooskleurig waren en dat het daardoor wel eens zou kunnen gebeuren dat deze prachtige zwemgelegenheid een ander jaar niet meer zou worden geopend. Velen zullen deze woorden toen wellicht met een korreltje zout hebben genomen, maar nu blijkt toch dat er gegronde redenen zijn voor de ongerustheid van de voorzitter. Wat toch is het geval ! Eén dezer dagen heeft het Comité van Tien, dat het bad exploiteert, vergaderd en wat van deze vergadering is uitgelekt geeft inderdaad ernstige reden tot bezorgdheid ten aanzien van het voortbestaan van het bad. De exploitatie-uitkomsten gedurende de drie jaar, dat het bad nu bestaat, zijn dermate teleurstellend dat de leden van het Comité van Tien telkenjare een vrij groot bedrag hebben moeten bijpassen, zodat ernstig schijnt te worden overwogen er maar mee op te houden. Wij aarzelen niet, als zulks inderdaad zou gebeuren, dit een grote ramp voor ons dorp te benoemen. De aardigste van ons met attracties zo schaars bedeelde dorp zou daardoor verdwijnen tot grote spijt van de talloze ouderen en jongeren, bij wie het zwembad in deze drie jaar al zeer populair is geworden, wat geen wonder is, want een ieder, die het bad kent, zal het met ons eens zijn dat het een keurige, goed geoutilleerde zwemgelegenheid is. Meermalen hebben wij uit de mond van bezoekende zwemmers uit omliggende plaatsen of andere niet-dorpsgenoten zeer prijzende woorden over het bad vernomen. Bovendien zoals het daar alleraardigst ligt, vlak langs de spoorlijn, is het een uitstekende ondersteuning van de leus: „Vestigt U te Pijnacker" die van gemeentewege de laatste tijd zo sterk wordt gepropageerd. Wij zouden daarom vragen: „Ligt hier geen dankbare taak voor ons gemeentebestuur?" Men wil graag forensen trekken en is het dan niet prettig dat men eventuele sollicitanten er op kan wijzen dat hier zo'n uitstekende zwemgelegenheid is? Zou de gemeente zich niet tot een zeker maximum garant kunnen stellen voor eventuele exploitatie-tekorten? In zovele plaatsen in ons land worden van overheidswege grote bedragen besteed aan de lichamelijke opvoeding van de jeugd. Hier op Pijnacker is daarvoor nog nooit een cent uitgetrokken. Op geen van de vele scholen is er zelfs ook maar een kwartiertje gereserveerd voor gymnastiek. Hier valt dus veel goed te maken en deze exploitatie-moeilijkheden van het zwembad vormen daartoe nu zo' n prachtige gelegenheid. Laten wij van harte hopen dat onze vroede vaderen het niet zo ver zullen laten komen dat hier een prachtig stukje particulier initiatief teniet wordt gedaan! [Delftsche Courant 9 september 1937, blz. 8]
Hedenavond 24 september 1937 werd in één van de zalen van „Van Ouds het Raadhuis'' de 7e algemene ledenvergadering gehouden van de Pijnackerse Zwem- en Poloclub. Aan de orde was o.m. bestuursverkiezing wegens bedanken van de heer W. Zwaan, die Pijnacker gaat verlaten. Van bestuurszijde werd als kandidaat gesteld de heer J. Maree, welke kandidatuur ook steun vond in de vergadering, zodat de heer Maree met grote meerderheid van stemmen werd gekozen. Verder werd de dreigende sluiting van het zwembad wegens grote tekorten uitvoerig besproken en overwogen wat de P.Z. & P.C. eventueel zou kunnen doen om dit te voorkomen. Het resultaat van deze besprekingen is geweest, dat er een commissie is benoemd, bestaande uit de heren B. Noorland, J. Maree en J. Swagers, die als opdracht kreeg contact te zoeken met het Comité van Tien om na te gaan, welke maatregelen er genomen zouden kunnen worden om een betere exploitatie mogelijk te maken. Voorts werd besloten om gedurende de wintermaanden weer gezamenlijk te gaan zwemmen in het Sportfondsenbad te Delft. In tegenstelling met vorige winter bestonden er ditmaal twee mogelijkheden, namelijk maandagavond tezamen met de Delftse Zwemvereniging (bij voldoende deelname) of woensdagavond met de Nederlandse Reisvereniging, afdeling Delft, waarmee ook vorig jaar werd gezwommen. Met grote meerderheid verklaarden de ca. 20 deelnemers zich er voor om bij de Nederlandse Reisvereniging te blijven. Verder werden de feestavondplannen voor de a.s. winter besproken en werd besloten tot het oprichten van een „picnic-fonds", terwijl om de band tussen de leden ook gedurende de wintermaanden te bewaren een tweemaandelijkse „droge" clubavond zal worden gehouden  [Delftsche Courant 24 september 1937, blz. 11]. 
Op 6 oktober 1937 wordt gemeld dat de heer A. Oosterom met 5275 punten het kampioenschap van de Postduivenvereniging „Allen Welkom" heeft behaald. De africhtingskampioenschappen werden gewonnen door J. Suiker, Gebrs. van Adrichem en P. Bos. De kampioensduiven zijn van A. Oosterom [Delftsche Courant 6 oktober 1937, blz. 9]. 
Op 21 oktober 1937 wordt gemeld dat de schietvereniging „Schiet Vaardig" uit Pijnacker op de onlangs gehouden schietwedstrijden te Zoetermeer van de kring Berkel en Omstreken, de volgende prijzen wist te behalen: Korpswedstrijden 3de prijs in de klasse A; 3de prijs in klasse B; 1ste prijs in klasse C. De heer Koorneef hoogste korpsschutter in klasse B; de heer Vonhof hoogste korpsschutter in klasse C. Personele baan, 1ste prijs: A. J. Koot; 5de prijs KI. Rensen; 6de prijs S. v. d. Ploeg; 8ste prijs G. Koot; 10de prijs P. Ermerins  [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 7]
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat De Zuid-Hollandse IJsvereniging „Voorwaarts" waarschijnlijk op haar terrein een nieuwe ijstent zal bouwen. Gewacht wordt nu maar op flink vriesweer opdat de schaatsen ondergebonden kunnen worden.  [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]. In 1937 heeft de IJsvereniging Voorwaarts uit Delfgauw de baan gekocht voor 4750 gulden 
Op 11 november 1937 wordt gemeld dat de Pijnackerse Postduivenvereniging „Allen Welkom" op 15 december 1937 en 16 december 1937 in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis" aan de Oostlaan een postduivententoonstelling zal houden. Aan deze tentoonstelling zal tevens een verloting verbonden zijn [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 10]. 
Dinsdagavond 7 december 1937 werd in één van de zalen van het café van Schie alhier de algemene ledenvergadering gehouden van de Pijnackerse IJsclub. In zijn openingswoord drukte de voorzitter mr. A. de Gidts zijn leedwezen er over uit, dat de opkomst zo gering was. De notulen werden onveranderd goedgekeurd. De kas wees een tekort aan van ƒ 8,52 plus ƒ 1000 oude schuld. Daarna werd overgegaan tot de verkiezing van vier bestuursleden, aftredend waren de heren J.G. van Winden, W. Kemp, Th. Lalleman en A. Koot, die allen met algemene stemmen werden herkozen. Nog werd gekozen als bestuurslid de heer W. v. d. Kooij Pz. in de vacature van de heer J. v. d. Spek. Als baancommissaris werd gekozen de heer P. Ruitenburg in de plaats van de heer L. Lalleman, die uit de gemeente vertrokken is. Bij de rondvraag werd door de heer P. Ruitenburg aangedrongen om op de volgende algemene ledenvergadering een verloting te houden. Dit vond bijval, zodat hiertoe werd besloten. Het bestuur vestigde er nog de aandacht op, dat ieder lid duidelijk zijn kaart heeft te dragen op de baan, daar hij anders de kans loopt ervan verwijderd te worden [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 3].
De sociëteit „Eensgezindheid" te Delft organiseert op donderdagavond 23 december 1937 een grote bridge-wedstrijd in de zaal van „Van Ouds het Raadhuis" alhier. De deelname staat voor iedereen open en tal van fraaie prijzen zullen worden uitgeloofd [Delftsche Courant 11 december 1937, blz. 6] 
Op 15 december 1937 wordt gemeld dat nu het Comité van Tien besloten heeft het perceel grond, waarop thans het zwembad en de tennisbaan liggen, van de eigenaar voor ƒ 7600,- te kopen, is het voortbestaan van het zwembad weer verzekerd. Het is te hopen, dat het gemeentebestuur in de loop van het jaar 1938 of in ieder geval in het daaropvolgende jaar de subsidie zal verhogen. Gezien de hoge exploitatiekosten is een bedrag van ƒ 250,- niet bepaald veel. Het zou jammer zijn, indien hier het particulier initiatief ten gronde ging en Pijnacker zijn enige zweminrichting verloor. Een zweminrichting is voor een gemeente toch een zeer belangrijke, zo niet noodzakelijke, instelling. Het is jammer, dat het zwemmen voor de scholen niet verplichtend is gesteld en de gemeente of bijzondere schoolbesturen zich niet meer in het zwembad willen interesseren [Delftsche Courant 15 november 1937, blz. 6]. 
De tentoonstelling van de Postduivenvereniging „Allen Welkom" is op 15 december 1937 geopend in de zaal van de heer P. van Schie. De tentoongestelde duiven zijn in tien verschillende klassen verdeeld, terwijl de heer Apon uit Rotterdam als keurmeester fungeert. [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].
Op 15 december 1937 wordt bericht dat het bestuur van de Pijnackerse IJsclub er thans als volgt uitziet: De heer A. de Gidts, voorzitter; de heren J. van Winden, W. Kemp, Th. Lalleman, A. Koot en W. v. d. Kooy Pzn., bestuursleden; de heer P. Ruitenburg, baancommissaris [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 3] 

variaVerloren, vermoedelijk in de Dorpstraat te Nootdorp een portemonnaie, inhoudende enig klein geld en een rijbewijs ten name van A. Zegwaart, Dwarskade 16 te Pijnacker [Delftsche Courant 22 september 1937, blz. 7]. 
veeteelt en visserijOp 13 februari 1937 wordt gemeld dat bij vee van de veehouder V. in Delfgauw de zo gevreesde ziekte, de varkenspest, is geconstateerd. Het terrein is door een aanplakbiljet als „besmet terrein" aangeduid [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8].
In februari 1937 zijn vier dieren van één eigenaar besmet met varkenspest [Ned. Stcrt. 24 maart 1937, nr. 57, blz. 6]
Op 24 maart 1937 wordt bericht dat bij boer V. in Pijnacker een geval van de zo gevreesde varkenspest is geconstateerd. Deze uiterst besmettelijke ziekte heeft hier reeds twee slachtoffers gemaakt: een varken is gestorven, terwijl een ander door de  politie is afgemaakt. Beide cadavers zijn naar Delft vervoerd, waar ze vernietigd zijn [Delftsche Courant 24 maart 1937, blz. 7].
Op 25 maart 1937 wordt bericht dat als voorzitter van de Commissie tot het bevorderen van maatregelen tot een doeltreffende uitvoering van de vleeskeuringswetten, groep Delft, is benoemd mr. G. van Baren, burgemeester van Delft en tot ondervoorzitter mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker  [Delftsche Courant 25 maart 1937, blz. 7].

In maart 1937 zijn twee dieren van één eigenaar besmet met varkenspest [Ned. Stcrt. 19 april 1937, nr. 73, blz. 6]

Op 15 mei 1937 wordt gemeld dat bij de landbouwers Z. en K. aan de Klapwijkseweg in Pijnacker, is onder het vee mond- en klauwzeer geconstateerd [Delftsche Courant 15 mei 1937, blz. 3]. Op 18 mei 1937 wordt gemeld dat onder de veestapel van de landbouwer Z. een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd. Ter waarschuwing voor de aanwezigheid van deze besmettelijke ziekte is een bord geplaatst [Delftsche Courant 18 mei 1937, blz. 8].

In mei 1937 zijn dieren van één eigenaar besmet met varkenspest [Ned. Stcrt. 16 juni 1937, nr. 113, blz. 9]

Op 27 september 1937 wordt gemeld dat het aantal gevallen van mond- en klauwzeer zich in de omgeving van Delft nog dagelijks uitbreidt. Zo zijn ter gemeentesecretarie van Pijnacker reeds meer dan 100 gevallen van deze gevreesde ziekte aangegeven. De veehouders zijn van oordeel, dat nu de besmetting zo algemeen is en weldra al het vee zal zijn aangetast, de kans ook groot is, dat het mond- en klauwzeer spoedig zal zijn „uitgeziekt". De gemeenteveldwachter Bogert heeft te Delfgauw proces-verbaal opgemaakt tegen een veehouder, die geen aangifte wenste te doen van onder zijn vee heersende mond-en klauwzeer. De rijksveeartsenijkundige dienst heeft de veestapel van bovengenoemde veehouder in beslag genomen en een algemeen vervoersverbod van vee- en zuivelproducten van deze veehouder uitgevaardigd. Dit muisje zal voor de betrokkene nog een staartje hebben [Delftsche Courant 27 september 1937, blz. 6]. 
Op 4 november 1937 wordt gemeld dat in de maand september 1937 in Pijnacker bij 151 dieren mond- en klauwzeer is geconstateerd [Ned. Stcrt 4 november 1937, nr. 213, blz. 2]
Dat er hier in de omgeving in viswater van de Delftse Hengelaarsvereniging somtijds abnormale snoeken worden gevangen en dit door middel van de hengel, bewijst wel het feit, dat door de hengelaar L. Bout, woonachtig te Delft, zaterdag 6 november 1937 een snoek werd verschalkt, die een gewicht had van ruim 15 pond [Delftsche Courant 9 november 1937 blz. 8]. 
Gistermorgen 8 november 1937 ving de heer J. van Leeuwen in zijn fuik een wolhandkrab. Het gevaarlijke beest werd ter secretarie gedeponeerd. Het werd gevangen in de veilingvaart en had aanzienlijke schade aan de fuik toegebracht [Delftsche Courant 9 november 1937 blz. 8]. 






verenigingenDe Pijnackerse Schietvereniging „Steeds Vaardig" houdt 19 januari 1937 een grote feestavond in het Parochiehuis aan de Oostlaan. [Delftsche Courant 14 januari 1937, blz. 4].
Op 3 februari 1937 wordt bericht dat de heren J. v. d. Stap en J. Roques aftreden als bestuursleden van de St. Joseph Gezellenvereniging en niet herkiesbaar zijn. Kandidaten voor de jaarlijkse vergadering moeten schriftelijk bij het bestuur worden ingediend[Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
De Pijnackerse Zwem- en Poloclub zal op vrijdag 5 februari 1937 een grote feestavond houden in het café „Van Ouds het Raadhuis", aan de Oostlaan. Aan deze feestavond zal een imitatie kinderkoortje, onder leiding van een pseudo Jacob Hamel, meewerken [Delftsche Courant 27 januari 1937, blz. 4]. . Opgevoerd wordt het blijspel „Een reuze idee" van Willy Corsari onder regie van Jan Apon [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
Op 15 februari 1937 wordt gemeld dat de Pijnackerse Zwem- en Poloclub haar clubavond heeft gehouden ten huize van Vellinga in de Stationsstraat. In geanimeerde stemming is men tot laat in de avond bijeen gebleven [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 10].
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat in de gehouden jaarvergadering van de Sint Jozefsgezellenvereniging wegens periodiek aftreden van de heren C. Kluisters en W. Mol, tot bestuursleden zijn gekozen de heren Th. van Gemert en C. Kluiters [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10].
De Delfgauwse damvereniging “H.M.S” zal woensdag 3 maart 1937 in het Verenigingsgebouw een propaganda-feestavond organiseren. Onder andere zal worden opgevoerd: „Van alles wat", een revue in 16 taferelen. [Delftsche Courant 18 februari 1937, blz. 10]. 
Zaterdag 24 juli 1937 om 19.30 uur zal het eerste elftal van de sportvereniging „Pijnacker" een bijzondere wedstrijd spelen tegen een Feijenoord-combinatie, waarin o.m. de volgende spelers zullen uitkomen; J. Vrauwdeunt (internationaal), G. Krüppe, P. de Groot, J.S. Smit van het eerste elftal. De scheidsrechter is de heer H. Stad. De wedstrijd zal worden opgeluisterd door de Christelijke Muziekvereniging Excelsior en de baten ervan komen ten goede van de vereniging „Het Groene Kruis" te Pijnacker [Delftsche Courant 23 juli 1937, blz. 7]. Het is 6-2 voor Feijenoord geworden [Delftsche Courant 26 juli 1937, blz. 2].
Op 4 oktober 1937 wordt gemeld dat de schietvereniging „Schiet Vaardig" uit Pijnacker op 14, 15 en 16 oktober 1937 gaat wedstrijdschieten in Zoetermeer [Delftsche Courant 4 oktober 1937, blz. 6].
Op 24 oktober 1937 organiseert de Rotterdamse Motorclub V.V.V. een oriënteringsrit door het polderland naar de eindbestemming Poeldijk. Uit Pijnacker namen deel A. v.d. Helm en J. v.d. Meer [Rotterdamsch Nieuwsblad 25 oktober 1937, blz. 7]
Op 10 november 1937 hoopt de Christelijke Meisjesvereniging „Lydia" haar 12½-jarig bestaan te herdenken in een feestvergadering, die zal worden gehouden in het C.J.M.V.-gebouw om 19.30 uur [Delftsche Courant 8 november 1937, blz. 6]
Op dinsdag 7 december 1937 zal in één van de zalen van café „Van Ouds het Raadhuis" de jaarlijkse algemene vergadering van de Pijnackerse IJsclub worden gehouden. De agenda luidt als volgt: Opening, notulen, rekening en verantwoording, verkiezing bestuursleden wegens periodiek aftreden van de heren J. van Winden, W. Kemp, Th. Lalleman en A. Koot. Verkiezing van een bestuurslid in de vacature van de heer J. v. d. Spek, waarvoor door het bestuur wordt aanbevolen de heer J. v. d. Kooy, Oude Leede, bestuursmededelingen, rondvraag [Delftsche Courant 8 november 1937, blz. 6]
Dinsdagavond 14 december 1937 om 19.30 uur zal de schietvereniging „Steeds Vaardig" een feestavond houden in het Parochiehuis aan de Oostlaan, Medewerking wordt o.m. verleend door de humorist L. de Bruin [Delftsche Courant 11 december 1937, blz. 6]  De voorzitter, de heer C. Valkenburg, opende deze avond met een kort welkomstwoord. Daarna traden op de „Van Brakel Band" en de humorist L. de Bruin, die de talrijke aanwezigen de gehele verdere avond kostelijk hebben geamuseerd, waarvoor aan het einde een daverend applaus hun welverdiende beloning was. Na afloop van het programma was er een geanimeerd bal dat tot het middernachtelijk uur heeft geduurd. [Delftsche Courant 18 december 1937, blz. 6
Op 14 december 1937 wordt gemeld dat de Pijnackerse Zwem- en Poloclub aan het gemeentebestuur een subsidie heeft verzocht. Op de ontwerpbegroting is voor het jaar 1938 een post van ƒ 250 voor het zwembad uitgetrokken [Delftsche Courant 14 december 1937, blz. 2].
In het café „Van Ouds het Raadhuis" heeft de postduivenvereniging „Allen Welkom" alhier met medewerking van de Zoetermeerse postduivenvereniging „De Witpen" op 15 en 16 december 1937 haar jaarlijkse tentoonstelling gehouden. Keurmeester was de heer C. Apon uit Hillegersberg. De uitslag van de wedstrijd: Onbevlogen doffers (oud): 1e prijs A. Oosterom, 2e prijs P. Klos, 3e prijs E. Rietveld. Onbevlogen doffers (jong): 1e prijs. A. Oosterom, 2e prijs Gebr. van Adrichem, 3e prijs P. Bos. Onbevlogen duiven (oud): 1e prijs Jac. N. v. d. Swan, 2e prijs H. van Vliet, 3e prijs idem. Onbevlogen duiven (jong): 1e pr. P. Klos, 2e prijs Gebrs. van Adrichem. Bevlogen doffers (oud) 100-300 kilometer 1e prijs P. Bos, 2e prijs P. van Loon, 3e prijs Gebrs. van Adrichem, 4e prijs. S. van Zomeren. Bevlogen doffers (jong) 100-300 kilometer, 1e prijs P. van Loon, 2e prijs Gebrs. van Adrichem, 3e prijs Jac. N. v. d. Swan. Bevlogen duiven (oud) 100-300 kilometer 1e prijs P. Klos, 2e prijs Gebrs. van Adrichem, 3e prijs P. van Loon. Bevlogen duiven (jong) 100-300 kilometer 1e prijs Gebrs. van Adrichem, 2e prijs P. Kemp, 3e prijs R. Rietveld, 4e prijs P. Bos. Bevlogen doffers (oud) 300-800 kilometer 1e prijs P. Klos, 2e prijs E. Rietveld. De beste doffer (oud) van de tentoonstelling exposeerde de heer M.J. Koevoets. De beste doffer (jong) was van P. van Loon. De beste duif (oud) was van Jac. N. v. d. Swan en de beste duif (jong) was van P. Klos. Het grootste aantal punten werd behaald door de  Gebrs. van Adrichem [Delftsche Courant 17 december 1937, blz. 10]
De Oranjevereniging „Delfgauw" hield woensdag 29 december 1937 een belangrijke ledenvergadering in de „Bijenkorf', bij de heer J. van Buitene, onder presidium van de heer E. P. v. d. Laar. De voorzitter deelde mee, dat besloten was, te Pijnacker op de dag, waarop de blijde gebeurtenis zal plaatsvinden, wanneer dat voor 12 uur 's middags bekend is, ‘s avonds een lichtstoet te formeren. Deze stoet zal met muziek hier om half zeven worden opgesteld op het plein; er zal worden opgetrokken naar het Emmaplein te Pijnacker, waar bij aankomst een lichtmast zal worden ontstoken en toespraken zullen worden gehouden. De voorzitter verzocht een spontane deelname. Verschillende sprekers verklaarden zich tegen het plan, omdat men de mensen zo uit het dorp haalt. Daarop werd besloten zelfstandig te blijven. De voorzitter zette het bestuursvoorstel inzake contributiewijziging uiteen. Hij verklaarde ongaarne tot verhoging over te gaan, doch zag geen kans, wanneer de huidige regeling gehandhaafd blijft en wij in de onmogelijkheid blijven verkeren een terrein te krijgen, om een flink oranjefeest te organiseren. Het bestuursvoorstel, de contributie te bepalen op 6 cent per week en werklozen in de stempelweken vrij te laten, werd met algemene stemmen aangenomen. Leden boven 16 jaar betalen 50 cent per jaar. De periodiek aftredende heren A. v. Vuurde en J. Langeveld waren beide herkiesbaar. De heer A. v. Vuurde werd met algemene stemmen herkozen. In plaats van de heer J. Langeveld, werd gekozen de heer A. Prooy. De verkiezing van twee nieuwe bestuursleden had tot uitslag, dat gekozen werden de heren P. Langeveld en A. Roodenburg. Daar laatstgenoemde zijn benoeming niet aannam, werd de heer J. Langeveld gekozen. Al deze heren namen de benoeming aan. Op voorstel van de heer P. Langeveld werd besloten, door enige jongedames een collecte te doen houden ter bestrijding van de kosten bij de aanstaande gebeurtenis [Delftsche Courant 31 december 1937, blz. 18].



vervoerBij beschikking van 6 januari 1937 is door Gedeputeerde Staten wijziging gebracht in de vergunning aan J.C. de Groot te Pijnacker, inzake het in stand houden van een autobusdienst. De vergunning luidt thans: autobusdienst alleen op dorp (Veenweg-elektrische spoor), langs de Brasserskade naar Delft (station) en omgekeerd [Delftsche Courant 20 januari 1937, blz. 4]
Op 15 januari 1937 wordt bericht dat voor de instandhouding van de autobusdienst op de Oude Leede de gemeente aan de heer v. d. Burg een subsidie van ƒ 160 zal verstrekken. Deze autobusdienst is vooral ten gerieve van de te Pijnacker schoolgaande kinderen uit Oude Leede [Delftsche Courant 15 januari 1937, blz. 3]. 
Wegens het bereiken van de 60-jarige leeftijd is de heer C. Hendriks, arbeider-rangeerder bij de Nederlandse Spoorwegen, gepensioneerd. In het stationskantoor vond op 4 februari 1937 een kleine afscheidsplechtigheid plaats. De stationschef hield een korte rede, waarin hij zijn waardering uitsprak voor de door de heer Hendriks altijd getoonde werklust. Als stoffelijk bewijs van de algemene sympathie ontving de heer Hendriks een cadeau. Na een woord van dank door de scheidende uitgesproken, nam het overige spoorwegpersoneel afscheid van de populaire rangeerder.  [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 15 maart 1937 wordt het zakenleven in Zoetermeer beschreven. De firma J. van Bergen Henegouw onderhoudt door haar treindienst op Pijnacker de verbindingen van Zoetermeer met Rotterdam en Den Haag. Ook met Delft wordt een dienst onderhouden. Van de verschillende autobusondernemers was het alleen deze firma -opgericht in mei 1922-, die het hoofd boven water wist te houden en uitgroeide tot een bloeiend bedrijf, hetgeen zij ongetwijfeld voor een groot deel dankt aan de grote regelmaat, waarmee de verschillende diensten worden uitgevoerd. Het is te begrijpen, dat in een handelsplaats als Zoetermeer grote behoefte is aan goede verbindingen. ’s Zomers worden tourtrippen georganiseerd, waarvoor twee prachtige luxe touringcars beschikbaar zijn. Dit is een uitstekende gelegenheid voor reisjes van scholen, reisgezelschappen en verenigingen [De Standaard 15 maart 1937, blz. 7].
Naar wij op 12 april 1937 uit betrouwbare bron vernemen bestaan er bij de autobusonderneming van Bergen Henegouw te Zoetermeer, plannen om de bestaande autobusdienst met een nieuwe lijn uit te breiden. De autobusdienst van Delft over Pijnacker naar Zoetermeer zou dan, in verband met de opheffing van het spoorwegstation Zoetermeer-Zegwaart, uitgebreid worden met een lijn naar Gouda. Deze autobusdienst op Gouda zou dan natuurlijk in de plaats van de trein komen en de verbinding met de tussenliggende dorpen verzorgen. Ongetwijfeld zijn deze plannen voor de gehele streekbevolking uiterst belangrijk [Delftsche Courant 12 april 1937, blz. 7].
Op 20 mei 1937 wordt bericht dat de heer W. van der Velde, haltechef van de Nederlandse Spoorwegen te Wolfheze, met ingang van 1 juni 1937 zal worden bevorderd tot eerste haltechef te Pijnacker [Arnhemsche Courant 20 mei 1937, blz. 7]. 
De Duitse ballon D. Nomotta, reg. 45471, is op 23 mei 1937 om 22.25 uur geland op een weiland achter de Vlielandseweg. Deze ballon was opgestegen om 10.00 uur in Düsseldorf, en dreef over Gennep, Nijmegen. Amerongen, Amersfoort, Breukelen Woerden, Boskoop om tenslotte te Pijnacker te landen. De bemanning bestond uit de heren, Alfons Jutz, uit Stuttgart, Erich Hanbold uit Viersen en Wilfried Lippott uit Stuttgart. De bemanning overnachtte in Hotel „Van Ouds Het Raadhuis". De ballon is per spoor verzonden. Het doel was niet alleen om zo lang mogelijk in de lucht te blijven, doch tevens mocht men niet over de voormalige Zuiderzee of de Zuid-Hollandsche Eilanden varen [Delftsche Courant 25 mei 1937, blz. 10].
Op 12 augustus 1937 wordt bericht dat onder voorzitterschap van de burgemeester de autoverhuurders van Pijnacker een vergadering hebben gehouden om in kennis te worden gesteld met de door de minister vastgestelde bepalingen en tarieven. Enkele eigenaardige bezwaren zal deze reglementering voor onze gemeente met zich brengen. Zo zal de bus, die steeds de mensen van de Oude Leede naar de kerk bracht, dit bedrijf moeten staken of een officiële concessie moeten aanvragen. Een officieel busbedrijf heeft in Pijnacker uiteraard geen reden van bestaan, zodat men de bus als taxi moet gaan beschouwen en dan het hoge tarief, namelijk 30 cent, voor deze afstand moet betalen. Ook de auto van de fa. Veenendaal zal zijn bedrijf moeten staken; deze placht de mensen van de trein naar huis te rijden, doch zou zich in de toekomst eveneens aan de bepalingen voor een taxibedrijf te houden hebben [Delftsche Courant 12 augustus 1937, blz. 8]. 
Op 3 september 1937 wordt gemeld dat sedert een paar dagen iedereen, die de wachtkamer van het station in Pijnacker betreedt, aangenaam wordt verrast door bloemen op tafel, bloemen op de schoorsteenmantel en bloemen in de raamkozijnen. De anders zo ongezellige wachtkamer wordt er helemaal door opgefleurd. Het is onze nieuwe chef, de heer v. d. Velde, aan wie wij dit te danken hebben. Wij zijn er zeker van dat het Pijnackerse reizende publiek dit blijk van bloemenliefde van de nieuwe stationschef zal weten te waarderen [Delftsche Courant 3 september 1937, blz. 11].
Op 6 september 1937 wordt gemeld dat het gemeentebestuur aan de volgende personen een vergunning voor het verhuren van auto's heeft verleend: G. v. d. Burg, N. Wensveen, N. Veenendaal, W. Slootweg en P. H. v. d. Hoeven . [Delftsche Courant 6 september 1937, blz. 7] 
Op 6 september 1937 wordt gemeld dat de onbewaakte spoorwegovergang in Nootdorp dit jaar weer enige slachtoffers heeft gemaakt. Daar het uitzicht hier ter plaatse zeer slecht is, behoort deze onbewaakte overweg tot de gevaarlijkste in ons land. Verschillende gemeenten, zoals b.v. Boskoop, hebben bij dergelijke overwegen zelf een mannetje aangesteld, dat met behulp van een rode vlag of een rood licht het verkeer voor de naderende trein waarschuwt. Deze wijze voorzorgsmaatregel verdient zeer zeker algemene navolging te vinden. Indien de kleine gemeente Nootdorp dit niet kan bekostigen, dan wordt het toch tijd dat de Nederlandsche Spoorwegen maatregelen nemen, gezien de vele dodelijke ongevallen, die zich hier ter plaatse hebben voorgedaan  [Delftsche Courant 6 september 1937, blz. 7] 
Op 8 oktober 1937 wordt gemeld dat de gemeentepolitie zal overgaan tot de aanschaffing van een ralentometer. Dit instrument wijst de rencapaciteit van auto's aan en is een hulpmiddel bij de keuring van auto’s [Delftsche Courant 8 oktober 1937, blz. 12].
Ingaande 25 oktober 1937 zal het vervoer van stukgoederen van en naar Berkel, Pijnacker, Rodenrijs en Nootdorp, alsmede naar Veenweg door de Nederlandse Spoorwegen voortaan per dagelijkse vrachtautodienst in samenwerking met de N.V. A.T.O. geschieden. Van en naar spoor-, tram- en A.T.O.-stations kan vervoer met rechtstreekse bevrachting plaatsvinden [De Nederlander 15 oktober 1937, blz. 4]. 
Op 21 oktober 1937 wordt gemeld dat tijdens de herfsttocht van de K.N.A.C. de automobilisten van Delfgauw regelrecht naar Rodenrijs moesten rijden. Hierbij moest de smalle polderweg genomen worden, die velen een strafpunt bezorgde. Voor tal van automobilisten was deze taak te zwaar en kwamen zij niet langs de kortste verbinding maar over de gemeente Pijnacker in Rodenrijs aan. [Delftsche Courant 21 oktober 1937, blz. 10]
De burgemeester en de secretaris van Pijnacker zullen de derde Verkeersdag van de K.N.A.C., die op woensdag 24 november 1937 in de Residentie wordt gehouden, bijwonen. [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 10]




waterstaatOp 26 januari 1937 wordt gemeld dat de keur of politieverordening van de Oude of Hoge Polder die op 18 januari 1937 is afgekondigd, thans in werking is getreden. Overeenkomstig het polderreglement ligt deze keur gedurende drie maanden ter inzage [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2].
Op 1 februari 1937 wordt gemeld dat tot voorzitter van de Bieslandse Polder door de stemgerechtigde ingelanden is benoemd de heer H.A. Duindam uit Pijnacker [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 7] 
Het bestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker heeft in haar vergadering van 17 februari 1937 besloten alle door hem verleende vergunningen in te trekken. Zij, die een toestand hebben, die afwijkt van de in de polderkeur vervatte bepalingen en deze toestand wensen te bestendigen kunnen zich voor een vergunning wenden tot het bestuur door hiertoe een schriftelijk verzoek te doen aan de secretaris, de heer F.P.J. v. d. Burg, Uitpad 1, Pijnacker. Het bestuur zal over deze schriftelijke aanvrage beslissen en bij het verlenen van de vergunning, daaraan voorwaarden verbinden, strekkende tot bescherming van de belangen, om welke het vereiste van vergunning is gesteld. Het bestuur ziet de aanvragen om een nieuwe vergunning voor 1 juni 1937 schriftelijk tegemoet. [Delftsche Courant 20 februari 1937, blz. 8]
Op dinsdag 25 mei 1937 van 10.00 uur - 12.00 uur zal in het gewoon lokaal van de vergaderingen te Nootdorp de verkiezing plaats hebben van een heemraad voor de Polder Nootdorp in plaats van de heer A. v. d. Marel, die niet herkiesbaar is. Voorts verkiezing van vier gecommitteerde ingelanden in plaats van de heren L. Snijders, N. Struijk, A. Post en A. G. Roeling, die allen op 1 juli 1937 aan de beurt van aftreden en allen herkiesbaar zijn [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8].
Op dinsdag 1 juni 1937 om 10.00 uur zal het bestuur van den Nieuwe of Drooggemaakte polder van Pijnacker een vergadering houden met ingelanden in één van de zalen, van de heer P. Th. van Schie. De te behandelen onderwerpen luiden als volgt: 1. Vaststelling van de rekening over 1936. 2. Vaststelling van de begroting voor 1937. 3. Vaststelling van de polderlasten voor 1937. 4. Benoeming van een commissie voor het nazien van de rekening 1937. 5. Machtiging te verlenen aan het bestuur tot af- en overschrijving op de begroting dienstjaar 1937. 6. Voorstel het bestuur te machtigen om de gewone werken en leveranties, die ten laste van de begroting voor het dienstjaar 1937 zullen geschieden, voor zoveel nodig onderhands uit te besteden of uit eigen beheer uit te voeren. 7. Voorstel het bestuur te machtigen tot het, zo nodig, opnemen van kasgeld voor de dienst 1937. 8. In verband met de wijziging van het algemeen polderreglement stelt het bestuur voor een verzekering te sluiten voor het beheer van de kas van de penningmeester. 9. Mededelingen [Delftsche Courant 13 mei 1937, blz. 11]
Het bestuur van de Nieuwe of Drooggemaakte polder van Pijnacker maakt op 14 mei 1937 bekend dat de verkiezing van de molenmeester in plaats van de heer H. van Dam, die volgens rooster in dit jaar aftreedt, zal plaats hebben ten huize van de heer P. Th. van Schie, alhier, op dinsdag 1 juni 1937 van 9.30 - 11.30 uur. Zonodig zal terstond na opening van de stembus tot een nieuwe stemming worden overgegaan [Delftsche Courant 14 mei 1937, blz. 3].
Op 24 mei 1937 wordt gemeld dat wegens het bereiken van de leeftijdsgrens de heer P. Sonneveld uit Pijnacker, voornemens is af te treden als voorzitter van de Oude of Hoge Polder. Op 28 mei 1937 houdt het bestuur van deze polder een vergadering, ter gelegenheid waarvan dan een nieuwe voorzitter zal worden gekozen [Delftsche Courant 24 mei 1937, blz. 2]. 
Op 29 mei 1937 wordt gemeld dat wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd de heer P. Sonneveld Jz. is afgetreden als voorzitter van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker. In de op 28 mei 1937 gehouden vergadering van deze polder is als nieuwe voorzitter gekozen de heer Th. van Leeuwen Pzn. met 188 van de 299 uitgebrachte stemmen. De heer van Leeuwen is tevens voorzitter van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder van Pijnacker [Delftsche Courant 29 mei 1937, blz. 6].
Op 11 juni 1937 wordt bericht dat in verband met de uitgifte voor het Hoogheemraadschap van ƒ 750.000,- 3% obligaties, conversielening 1937, aan de prospectus de volgende bijzonderheden omtrent de financiële positie van het Hoogheemraadschap kunnen worden ontleend. De gelden ter dekking van de renten en aflossing van de geldlening worden, behalve uit inkomsten, die de bezittingen van het Hoogheemraadschap afwerpen, in hoofdzaak verkregen door het heffen van een omslag over de gebouwde en ongebouwde eigendommen. Krachtens art. 25 van de wet van 9 mei 1902 (Staatsblad 54) is aan deze omslag een voorrecht toegekend, dat gaat boven hypotheek en wordt gerangschikt onmiddellijk na het voorrecht van de schatkist voor de grondbelasting. Uit dien hoofde biedt de waterschapslening uit een oogpunt van veilige belegging de grootst mogelijke waarborgen, waardoor een vergelijking met andere leningen, zelfs met hypothecaire leningen, ten gunste van de waterschapslening uitvalt. Het Hoogheemraadschap heeft een algemeen beheer en een boezembeheer. Het ten laste van het algemeen beheer op heden uitstaand bedrag aan langlopende geldleningen bedraagt ƒ3.011.500,-; voor het boezembeheer is dit cijfer ƒ 856.000,-; van deze leningsschuld wordt in de tweede helft van 1937 resp. ƒ 161.000,- en ƒ 28.900,-, tengevolge van periodieke aflossing, gedelgd. In het algemeen beheer worden de ongebouwde en gebouwde, in het boezembeheer alleen de ongebouwde eigendommen aangeslagen. De aanslag van de ongebouwde eigendommen geschiedt naar de kadastrale grootte, die van de gebouwde eigendommen naar de voor de Rijksgrondbelasting vastgestelde belastbare opbrengst, die op de grondslag ƒ 300 = 1 hectare weer omgerekend wordt in hectaren. De totale omslag in beide beheren bedraagt in 1937 ƒ 9.10 per hectare ongebouwd en ƒ 1.50 per berekende hectare gebouwd, welke laatste neerkomt op 0.5% van de belastbare opbrengst gebouwd. De hoogst geheven omslag heeft bedragen voor het ongebouwd ƒ 17,- (in 1920: het gebouwd deelde toen nog niet in de omslag) en voor het gebouwd ƒ 3,70 (in 1921). Het omslagplichtig gebied omvat dat deel van de provincie Zuid-Holland, waarin o.a. de gemeenten 's-Gravenhage, Rijswijk, Voorburg, Delft, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Pijnacker, Berkel, Kethel, Vlaardingen-Ambacht, Maasland en het gehele Westland zijn gelegen. Een gedeelte van Rotterdam en de z.g. Schielandse polders in de omgeving van deze stad dragen alleen in het boezembeheer. De voormelde landstreek beslaat een oppervlakte van ruim 43.000 hectare, waarvan ruim 8000 hectare vrijdom van omslag genieten. De belastbare opbrengst gebouwd bedroeg in 1921 (het jaar, waarin het gebouwd voor het eerst in de omslag betrokken werd) bijna ƒ 29.000.000,- en is in 1937 tot ruim ƒ 54.000.000 gestegen, waarvan ruim ƒ 1.700.000,- vrijdom van omslag geniet [Delftsche Courant 11 juni 1937, blz. 1].
Op 12 juni 1937 wordt bericht dat in één van de zalen van de heer P. Th. van Schie de jaarlijkse vergadering heeft plaatsgevonden van het Bestuur met de ingelanden van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder van Pijnacker. Vooraf had de stemming plaats gehad ter verkiezing van een molenmeester in de plaats van de heer H. van Dam, die volgens rooster dit jaar aftreedt en vanaf 1919 dienst heeft gedaan. Het aantal uitgebrachte stemmen bedroeg 71. De heer Van Dam werd herkozen met 59 stemmen, terwijl er 12 blanco stemmen werden uitgebracht. De rekening over 1936 werd goedgekeurd tot een totaal ontvangsten van ƒ 12.162,44 en uitgaven van ƒ 12.066,21½, zodat er een batig saldo is van ƒ 96,22½ . De begroting voor 1937 werd vastgesteld tot een bedrag van ontvangsten en uitgaven van ƒ 19.507,30. De polderlasten voor 1937 werden bepaald op f 13,-. Tot leden van de Commissie voor het nazien van de rekening 1937 werden gekozen de heren W.  Post, A. Tas, J. van Mullem, met als plaatsvervangers de heren J.R. Kromkamp, C.J. Ruigrok en P. Noteboom. Aan het bestuur werd machtiging verleend tot af- en overschrijving van en op de begroting dienstjaar 1937. Voorts verkreeg het bestuur machtiging om de gewone leveranties, die ten laste van de begroting voor het dienstjaar 1937 zullen geschieden voor zoveel nodig onderhands uit te besteden of in eigen beheer uit te voeren. Ook werd het bestuur gemachtigd om zo noodig kasgeld voor de dienst 1937 op te nemen. In verband met de wijziging van het algemeen polderreglement werd besloten een verzekering te sluiten tot een bedrag van ƒ 2500,- voor het beheer van de kas door de penningmeester. De kosten van de reconstructie van de Noordweg zullen volgens een mededeling van het bestuur ƒ1000,- bedragen, waarvoor een lening zal worden gesloten [Delftsche Courant 12 juni 1937, blz. 7].
Op 4 september 1937 wordt bericht, dat na een gehouden verkiezing in het zesde district van het Hoogheemraadschap Delfland, hoofdplaats Pijnacker, tot hoofdingeland is benoemd de heer F.C. v. d. Burg, Jacz. te Berkel [Delftsche Courant 4 september 1937, blz. 3]
Het bestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker maakt op 19 oktober 1937 bekend, dat bij de keur of politieverordening van deze polder, ter bescherming van de polderbelangen, verschillende verbodsbepalingen zijn ingesteld volgens besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 23 november 1936. Het bestuur heeft de bevoegdheid om schriftelijke vergunning te verlenen om af te wijken van de in de keur vervatte bepalingen. Bij besluit van 17 februari 1937 heeft het bestuur voornoemd, alle vergunningen, die het heeft verleend, ingetrokken. Waar het aan het bestuur bekend is, dat nog velen een toestand hebben, die in strijd is met de in de polderkeur vervatte bepalingen, o.a. een riool of riolen in het polderwater doen uitlopen of hebben, zonder daartoe schriftelijk vergunning van het bestuur te hebben bekomen, brengt het bestuur ter kennis van belanghebbenden dat het een ieder, die een afwijking van de keur wenst te bestendigen, nog tot 1 november 1937 in de gelegenheid stelt de vereiste vergunning schriftelijk aan te vragen bij de secretaris van de polders, F.P.J. v. d. Burg, Uitpad 1, Pijnacker. Na verloop van deze termijn, dus na 1 november 1937, zal bij constatering van een toestand in strijd of in afwijking met de keur tot het opmaken van een proces-verbaal worden overgegaan [Delftsche Courant 19 oktober 1937, blz. 2].
Van de zijde van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker" schrijft men ons op 16 december 1937 het volgende: In de maand september zond het bestuur van deze polder een rondschrijven aan belanghebbenden in de genoemde polder, waarin erop gewezen werd, dat het verboden is volgens de „Algemene Polderkeur" om het polderwater op de één of andere manier te verontreinigen, hetzij door het doen uitlopen van riolen in de poldersloten of het in het water werpen van afval, vuilnis, dode beesten, enz. Alle vergunningen die daartoe waren verleend, zijn ingetrokken en een ieder, die een toestand heeft, die afwijkt van de in de polderkeur vervatte bepalingen, werd in die circulaire aangeraden zich voor een vergunning of eventuele vernieuwing daarvan tot het polderbestuur te wenden* Deze mededelingen van het bestuur van de polder, die voor velen een onaangename verrassing bleken te zijn, is tevens niet ontbloot van moeilijkheden voor de gemeente Pijnacker, die in verband met de uitbreiding van woningbouw in de kom van de gemeente een twaalftal rioleringen heeft laten aanleggen, die alle zonder meer lozen in de polderwateren in verschillende delen in de kom van de gemeente. Het behoeft geen betoog, dat het polderbestuur, dat door ingelanden van genoemden polder gekozen wordt, verplicht is de belangen van die ingelanden ten opzichte van zuiver water voor de veehouderij te behartigen. Ook dient het polderbestuur te zorgen, dat het verpachten van viswater, dat een bron van inkomsten voor de polder vormt, niet verloren gaat, doordat het water bedorven wordt door de inhoud van de riolen, die -wegens de gestadige aanwas van woningen- steeds verder de polder intrekt. De oorzaak van de dode vis, die deze zomer in grote hoeveelheden voorkwam, zal dan ook wel in gebrek aan zuiver water te zoeken zijn. Nu moet het wel verwondering wekken, dat het gemeentebestuur, dat ten volle met de bevoegdheden van het waterschap bekend is en niettegenstaande het een keur van genoemde polder was uitgereikt, geen samenwerking met het polderbestuur gezocht heeft, teneinde moeilijkheden, zoals die zich thans voordoen, te voorkomen. Een uitbreidingsplan,in hoofdzaak rond de kom van de gemeente cirkelend en liggende in een polderland met links en rechts polderwatergangen, zal moeilijk tot zijn recht kunnen komen zolang er een centraal rioleringsstelsel (dus uitlozing van alle riolen op één hoofdriool) aan ontbreekt. De bestaande toestand, waarbij de polderwaterwegen de bedorven stoffen uit talloze riolen in ontvangst hebben te nemen, kan niet langer worden getolereerd en het is de plicht van het polderbestuur om middelen te beramen, die zuiver water, ook voor het verpachte viswater, garanderen. Ook uit het oogpunt van hygiëne voor de bewoners in de kom van de gemeente moet zuiver water van het grootste belang worden geacht. Mocht de gemeente erin slagen een aannemelijk rioleringsstelsel te ontwerpen, dan kan met medewerking van het polderbestuur voor uitmaling van de rioolstoffen vanuit het hoofdriool naar het buitenwater, dat tweemaal per dag op en neervloeit, worden gezorgd. De gunstige ligging van de gemeente Pijnacker, vanwaar de elektrische treinen 20 maal per dag de reizigers in 15 minuten van en naar Rotterdam en Den Haag brengen,is het ten volle waard dat het een goed gefundeerde uitbreiding van woningbouw realiseert en daarbij niet in conflict komt met de verordening van het waterschap [Delftsche Courant 16 december 1937, blz. 6].




werkgelegenheidOp 5 januari 1937 stonden bij de gemeentelijke arbeidsbeurs 200 personen uit de gemeente Pijnacker als werkloos ingeschreven. Het aantal werklozen begint de laatste tijd sterk te stijgen [Delftsche Courant 5 januari 1937, blz. 3].  
In de week van 19 januari 1937 tot 24 januari 1937 staan als werkloos bij de gemeentelijke arbeidsbeurs ingeschreven: opperlieden 5, wegarbeiders 1, grondwerkers 6, metselaars 11, timmerlieden 5, transportarbeiders 1, schilders 3, houtbewerkers 4, smeden 2, loodgieters 1, bakkers 1, tuinarbeiders 84, boerenarbeiders 16, boomkwekers 1, chauffeurs 5, stokers 1, schippers 3, kantoorbedienden 1, losse werklieden 20. . Totaal aantal werklozen: 171 [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 27 januari 1937 wordt gemeld dat de Nederlandsche Heide Maatschappij voor de werkverschaffing in de Pijnackerse polders een begroting heeft samengesteld. Deze technische begroting stelt voor de Oude of Hoge Polder een bedrag van ƒ 840,- beschikbaar aan arbeidsloon. In de Oude of Hoge Polder zal 2550 meter waterleiding worden uitgebaggerd, etc. In de Nieuwe of Drooggemaakte Polder zal 800 meter worden uitgebaggerd en 780 meter worden verbreed en uitgediept. Het arbeidsloon voor dit werk zal ƒ 800,- bedragen. Voor het uitbaggeren in de Oude of Hoge Polder van de kade van 600 meter, de Vlielandsevaart 1000 meter en de Katwijksevaart 1500 meter, is een bedrag van ƒ1750,- uitgetrokken. Het totaalbedrag aan arbeidsloon voor deze werkverschaffing in de polders bedraagt dus ƒ 3390,-. Dit extra werk zal in het begin van dit jaar worden uitgevoerd en ongetwijfeld veel bijdragen tot de bestrijding van de deprimerende werkloosheid [Delftsche Courant 27 januari 1937, blz. 4]. 
Op 3 februari 1937 wordt bericht dat deze week als werkloos bij de gemeentelijke arbeidsbeurs te Pijnacker staan ingeschreven: 6 opperlieden, 10 grondwerkers, 10 metselaars, 8 timmerlieden, 5 schilders, 4 houtbewerkers, 1 meubelmaker, 2 smeden, 1 loodgieter, 1 bakker, 2 boomkwekers, 6 chauffeurs, 1 stoker, 2 schippers, 1 kantoorbediende, 1 export-arbeider, 1 transportarbeider, 26 losse werklieden, 17 boerenarbeiders, 92 tuinarbeiders. Totaal: 196 personen. [Delftsche Courant 3 februari 1937, blz. 8]. 
De Raad van deze gemeente kwam op 5 februari 1937 bijeen. Besloten werd verder voor de kleine uitbreiding van het stempellokaal bij de Kerkweg een bedrag van ƒ 125,- beschikbaar te stellen (o.a. zal een w.c. worden aangebouwd, een wasgelegenheid zal worden aangebracht etc. [Delftsche Courant 5 februari 1937, blz. 6]. 
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs deze week 208 personen als werkloos staan ingeschreven. Hieronder zijn niet minder dan 120 werkloze tuinarbeiders [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz 8]
Op 22 februari 1937 wordt bericht dat bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs deze week als werkloos staan ingeschreven: 5 opperlieden, 8 grondwerkers, 10 metselaars, 8 timmerlieden, 2 schilders, 5 houtbewerkers, 1 smid, 1 loodgieter, 1 electricien, 1 autogeenlasser, 1 wagenmaker, 1 broodbezorger, 6 chauffeurs, 5 schippers, 1 kantoorbediende, 3 dienstboden, 26 losse werklieden en 98 tuinarbeiders. Totaal aantal werklozen 183 [Delftsche Courant 22 februari 1937, blz. 6].
Op 26 februari 1937 wordt bericht dat hoewel sedert enige jaren één van de ambtenaren ter secretarie als agent van de arbeidsbemiddeling optreedt, werd tot op heden nog nimmer iemand als agent van de arbeidsbemiddeling aangesteld. Het college van B&W stelt de raad nu voor de jaarwedde van de te benoemen agent vast te stellen op ƒ 300,- en met ingang van 1 maart 1937 tot agent voor arbeidsbemiddeling te benoemen de heer J. Jansen, adjunct-commies 1e klasse ter secretarie [Delftsche Courant 26 februari 1937, blz. 2]. 
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat in een pre-advies aan de Raad B&W voorstellen tot leden van de commissie van toezicht op het agentschap voor arbeidsbemiddeling te benoemen drie werkgevers en drie werknemers te kiezen uit de volgende alfabetische tweetallen: 1. a. N. van Adrichem en b. A. Haket, leden R.-K. Land- en Tuinbouwbond; 2. J. van der Kooy en C. Sonneveld Gzn., leden Chr. Boeren- en Tuindersbond; 3. W. Sonneveld en C. Weerheim, leden Nederlandse Tuindersbond; 4. C. Bijsterveld, lid Ned. Chr. Bouwarbeidersbond en W. Hoogerdijk, lid Ned. Chr. Landarbeidersbond; 5. A. van Leeuwen, lid R.K. Landarbeidersbond en N. Overdam, lid R.K. Bouwvakarbeidersbond; 6. P. van Ruitenburg, lid Alg. Ned. Bouwarbeidersbond en P. van Wamelen, lid Ned. Bond van Arbeiders in Land-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf. Het college adviseert tot voorzitter van deze commissie te benoemen de wethouder van sociale zaken, de heer A. v. d. Burg. Volgens art. 6, vierde lid, van de verordening geschiedt de benoeming voor de tijd van vier jaren en treedt om de twee jaren op 31 december de helft van de leden af. B&W stelt de Raad nu voor te bepalen, dat op 31 december 1938 aftreden één lid-werkgever en twee leden-werknemers, door burgemeester en wethouders bij loting aan te wijzen. Hoewel de aftredenden terstond herkiesbaar zijn, ware het wel gewenst, aldus B&W, bij een volgende periodieke benoeming zoveel mogelijk leden te benoemen uit organisaties van werknemers, die thans niet in de commissie zullen zijn vertegenwoordigd [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz 6]. In de commissie voor arbeidsbemiddeling werden gekozen de heeren: N. L. van Adrichem (R.K. Land- en Tuinbouwb.), J. M. van der Kooy (Christelijke Boeren- en Tuindersbond), W. Sonneveld (Nederlandse Tuindersbond), C. Bijsterveld (Ned. Chr. Bouwarbeidersbond; A. P. van Leeuwen (R.K. Landarb.b.), P. van Ruitenburg (Alg. Ned. Bouwarbeidersbond), terwijl tot voorzitter werd benoemd wethouder A. E. van der Burg [Delftsche Courant 3 maart 1937, blz. 8].
Op dinsdag 9 maart 1937 wordt aangevangen met het graaf- en baggerwerk in de polders van Pijnacker, welke arbeid in werkverschaffing zal geschieden [Delftsche Courant 8 maart 1937, blz. 10].
Op 18 maart 1937 wordt gemeld dat in het begin van deze week acht personen in werkverschaffing te werk zijn gesteld in de Oude of Hoge Polder in de Nieuwkoopse polder en in de Droogmaking van de Oude of Hoge polder [Delftsche Courant 18 maart 1937, blz. 7]. 
Op 19 maart 1937 behandelt de gemeenteraad een voorstel tot wijziging van de begroting dienst 1937. Hierin wordt onder meer behandeld het op de begroting brengen van de post van de werkverschaffing. De heer Van der Leeuw wil gaarne weten hoe de werkverschaffing geregeld is. De burgemeester antwoordt, dat de polders 30% betalen en dat het rijk en de gemeente 70% bijdragen, waarvan de gemeente 45,8% moet betalen. De arbeidsvoorwaarden zijn dezelfde gebleven van het vorig jaar. De heer Bregman zegt dat hem is meegedeeld, dat er in stukloon gewerkt wordt. Ook de heer Van der Leeuw heeft dit gehoord. Spreker vreest dat het in de toekomst bezwaren zal opleveren hoe de werkkrachten zijn bijeengevoegd; want er zijn toch geschoolde en ongeschoolde werkkrachten bijééngezet, wat tot het gevolg zal hebben dat de geschoolde werkkrachten plm. 140 % van het werk zullen moeten doen. Spreker vraagt zich af of de lichamelijke conditie van de tewerkgestelden van dien aard is, dat een zodanige prestatie verwacht kan worden. Wethouder Sonneveld zegt dat zoveel mogelijk geschikte mensen zijn uitgezocht. De heer Van der Leeuw zegt, „ja, zoveel mogelijk, maar er zijn erbij die het werk nimmer gedaan hebben." De burgemeester deelt mede, dat de inspecteur van de Nederlandse Heide-Maatschappij reeds tweemaal is geweest, en geeft tevens te kennen dat er een opzichter voor de werkverschaffing benoemd dient te worden. De heer Van der Leeuw heeft bij geruchte hiervan ook iets vernomen, en vraagt nu wie deze opzichter moet betalen, en wie voor deze functie in aanmerking komt. De burgemeester antwoordt hierop, dat de polders de opzichter moeten salariëren, terwijl deze opzichter door de Nederlandse Heide Maatschappij wordt aangewezen. De heer Van der Leeuw prefereert hiervoor iemand uit de gemeente. Wethouder Sonneveld denkt dat dit wel zal gaan. Het voorstel wordt vervolgens met algemene stemmen aangenomen [Delftsche Courant 22  maart 1937, blz. 12]. 
Op 3 april 1937 wordt gevraagd een bekwame tuindersknecht bij : G.P.J. van Vuurde, Pijnackersekade 204 in Pijnacker. [Delftsche Courant 3 april 1937, blz. 8]
Op 8 april 1937 wordt gemeld dat de verordening op het Agentschap van de Arbeidsbemiddeling en de Dienst der Werkloozenverzekering te Pijnacker, die vastgesteld is in de vergadering van 1 maart 1937, is door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. [Delftsche Courant 8 april 1937, blz. 10].
Gevraagd per 12 april 1937 een nette bediende, goed kunnende scheren en knippen. Aanmelden na 20.00 uur: Kerkweg 29, Pijnacker [Delftsche Courant 6 april 1937, blz. 4]
Gevraagd per 26 april 1937 een nette herenkapper, goed kunnende knippen en scheren. Adres: A.C. Post, Kerkweg 29. Pijnacker [Haagsche Courant 20 april 1937, blz. 3]
Bij de gemeentelijke arbeidsbeurs waren in de week 12 april 1937 tot en met 16 april 1937 67 mannen ingeschreven, waarvan 64 als werkloos. Geen vrouwen bevonden zich onder de ingeschreven werklozen . Het aantal werklozen in  het eerste kwartaal van het jaar is aanzienlijk hoger dan in 1936. Het vorige jaar waren er in de maanden januari, februari en maart respectievelijk 171, 185 en 98 personen werkloos. Dit jaar bedraagt het aantal werklozen over dezelfde maanden 188, 179 en 128. Aan steun werd het vorige jaar in genoemde maanden uitgekeerd: f 3938,08, ƒ4467,19 en ƒ 2525,53 tegen dit jaar ƒ3171,40, ƒ4007,35 en ƒ3467,56. In 1936 werd aan steun ƒ 10.930,80 uitgekeerd en dit jaar slechts ƒ 10.646,31. We hebben hier dus het opmerkelijke verschijnsel, dat hoewel de werkloosheid dit jaar groter is geworden, er aan steun ƒ 284,49 minder is uitgegeven dan in 1936. Dit voordelige verschil is voornamelijk te wijten aan de vermindering van de verschillende steunbedragen en aan het feit, dat hoge steuntrekkers weer werk hebben gekregen [Delftsche Courant 17 april 1937, blz. 3].
Op 22 april 1937 biedt zich aan een net buitenmeisje voor dag en nacht, geheel zelfstandig en van goede getuigen voorzien. Brieven J. Hofland, Oude Leede 90, Pijnacker [Haagsche Courant 22 april 1937, blz. 24]. 
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat het gemiddelde aantal werklozen, dat voor de steunverlening B. in aanmerking komt in deze gemeente 99 bedraagt. Voor de extra hulp aan werklozen zal ten laste van de gemeente komen een bedrag van ƒ198 [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat de heer A. J. Lindeman zijn benoeming tot lid van de Commissie van Toezicht op het Agentschap der Arbeidsbemiddeling heeft aangenomen  [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]
Op 11 mei 1937 wordt bericht dat tot volontair bij de gemeentelijke steunverlening en werkverschaffing de heer J. Gravelink te Voorburg, te werk is gesteld.  [Delftsche Courant 11 mei 1937, blz. 8]
Op 20 mei 1937 wordt gevraagd een flinke jongen voor tuinwerk bij H. van Kampen. Vlielandseweg 4, Pijnacker, telef. 101 [Delftsche Courant 20 mei 1937, blz. 5].
Op 17 juni 1937 wordt gemeld dat als volontair bij de steunverlening en werkverschaffing reeds enige tijd de heer J. Garvelink uit Voorburg werkzaam is [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 2]. 
Op 17 juni 1937 wordt gevraagd een nette dienstbode voor dag en nacht, van goede getuigen voorzien, Mevr. Joh.. Prins, Stationsstraat 53, Pijnacker [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 4].
Op 19 juni 1937 wordt gemeld dat aan de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker als werkloos ingeschreven staan: 16 bouwvakarbeiders, 4 houtbewerkers, 11 metaalbewerkers, 1 broodbakker, 4 landbouwers en 6 losse werklieden. Totaal 42 werklozen. De gevolgen van het failliet gaan van de carosseriefabriek N.V. Lamboo is in de gemeente Pijnacker zeer wel merkbaar. Het aantal bij de arbeidsbeurs ingeschreven werkloze metaalbewerkers, etc., is weer toegenomen [Delftsche Courant 19 juni 1937, blz. 3]. 
Op 23 juni 1937 wordt een kappersbediende gevraagd, goed kunnende scheren en knippen bij L.J. Vermeulen, dames- en herenkapper, Kerkweg 11, Tel. 74. Pijnacker [Delftsche Courant 23 juni 1937, blz. 4]
Op 13 augustus 1937 wordt bericht dat de Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke Dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, tevens District-arbeidsbeurs twee uit Pijnacker afkomstige leden telt, namelijk de heer K. Schellingerhout, werknemer en de heer J. Termorshuizen, werkgever [Delftsche Courant 13 augustus 1937, blz. 2]
Op 23 augustus 1937 wordt gemeld dat een tuinder in deze gemeente bij het gemeentebestuur een nieuw plan voor werkverschaffing heeft ingediend. Dit plan betreft het geheel omwerken van drie hectare tuingrond. Wanneer dit plan de vereiste goedkeuring heeft verkregen, door de gemeenteraad gesanctioneerd, zal dit voor een zestal werklozen gedurende verscheidene maanden arbeid betekenen. Naar wij van bevoegde zijde vernemen zal dit plan hoogstwaarschijnlijk de vereiste goedkeuring verwerven [Delftsche Courant 23 augustus 1937, blz. 2].
Op 31 augustus 1937 wordt gemeld dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker 122 personen als werkloos staan ingeschreven. Hieronder bevinden zich: 9 metselaars, 6 chauffeurs, 4 grondwerkers, 3 schippers, 5 boerenarbeiders en 66 tuindersknechts [Delftsche Courant 31 augustus 1937, blz. 2].
Op 20 september 1937 biedt zich aan een buitenmeisje,  liefst voor een hotel of pension, later of direct. Brieven naar: Oudeleedeweg 91, Pijnacker [Haagsche Courant 20 september 1937, blz. 8]
Op 20 september 1937 wordt bericht dat, nu het plan van werkverschaffing, ingediend door de heer Van Kampen, door de minister van Sociale Zaken is goedgekeurd, zal een tiental werklozen gedurende drie maanden weer aan de slag kunnen gaan. Het betreft hier een drie hectare grote tuinderij, die wegens de slechte drainering zestig centimeter diep moet worden omgekuild  [Delftsche Courant 20 september 1937, blz. 3]
Bij het agentschap van arbeidsbemiddeling stonden op 20 september 1937 ingeschreven: 7 metselaars, 4 timmerlieden, 2 opperlieden, 4 grondwerkers, 1 machinehoutbewerker, 1 smid, 1 autogeenlasser, 2 broodberzorgers, 2 huishoudelijke diensten, 30 tuindersknechten, . 19 boerenarbeiders, 10 verkeerswezen (stokers, chauffeurs, lossers) en 12 losse werklieden [Delftsche Courant 24 september 1937, blz. 11].
Op 20 september 1937 wordt bericht dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker de vorige week 106 personen als werkloos stonden  ingeschreven. Hieronder bevonden zich o.m.: 8 metselaars, 4 grondwerkers, 13 boerenarbeiders, 4 chauffeurs, 19 losse werklieden en 38 tuinarbeiders [Delftsche Courant 20 september 1937, blz. 7]
Op 21 september 1937 wordt gevraagd een meisje voor halve dagen. Zich te vervoegen des voormiddags bij Mevr. Beckmann, Vlielandseweg 15, Pijnacker [Delftsche Courant 31 september 1937, blz. 8].    
Op 22 september 1937 wordt gevraagd in een burgergezin een dienstbode voor dag en nacht. Niet beneden 18 jaar. Loon ƒ 25,- per maand. Briefadres nr. 10, Poste Restante, Pijnacker [De Graafschapbode 22 september 1937, blz. 8]
Op 23 september 1937 biedt zich aan een nette werkster voor twee dagen per week. Adres Westlaan 15, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 23 september 1937, blz. 14]
Bij de gemeentelijke arbeidsbeurs alhier staan op 6 oktober 1937 94 personen als werkloos ingeschreven. Hieronder bevinden zich: 7 metselaars, 6 losse arbeiders, 10 ongeschoolde fabrieksarbeiders, 14 boerenarbeiders en 29 tuindersknechts  [Delftsche Courant 6 oktober 1937, blz. 9]. 
Op 8 oktober 1937 wordt gemeld dat een kwestie, die in deze gemeente veel stof doet opwaaien voor de heer J. Lalleman, lid van de Raad voor de S.D.A.P. aanleiding is geweest de navolgende vragen te richten tot het college van Burgemeester en Wethouders. 1. Is het Uw College bekend, dat in de werkverschaffing, uitgevoerd door de Nederlandse Heidemaatschappij in de week van 27 september-2 oktober 1937 lonen zijn uitbetaald van ten hoogste ƒ 11,03 en ten minste ƒ 6,28? 2. Is Uw College ervan doordrongen dat deze lonen voor het daarvoor geleverde werk ver beneden elk peil zijn? 3. Is het Uw College tevens bekend dat van de 15 tewerkgestelden er 9 minder loon ontvangen dan hun steunbedrag in de week, voorafgaande aan hun tewerkstelling is geweest, ja dat er zelfs gevallen zijn voorgekomen, waarbij ƒ 3,05 en ƒ 2,28 minder verdiend werd dan hun steunuitkering? 4. Is Uw College niet van mening dat door deze feiten is komen vast te staan, dat het „basisuurloon" een wassen neus is, wanneer de tarieven, zoals in dit geval, te laag worden vastgesteld? 5. Is Uw College bereid een conferentie aan te vragen en voor deze gedupeerde inwoners van Pijnacker te bewerkstelligen dat zij een tarief krijgen toegewezen dat hun een behoorlijk loon waarborgt? 6. Is Uw College bereid om, wanneer deze pogingen geen succes mochten hebben, een loonbijslag te verlenen, zodat een minimum bedrag van ƒ 14,- aan inkomsten wordt bereikt? 7. Is Uw College bereid van haar bevindingen in deze voor velen zo belangrijke zaak mededeling te doen aan de Raad? [Delftsche Courant 8 oktober 1937, blz.12]
Op 8 oktober 1937 wordt gemeld dat reeds gedurende enige tijd achttien personen in werkverschaffing te werk zijn gesteld op het land van de heer Van Kampen. Een opzichter van de Heidemaatschappij houdt het dagelijks toezicht. Het werk zal ongeveer een maand duren [Delftsche Courant 8 oktober 1937, blz. 12].
Op 14 oktober 1937 wordt bericht dat in een klein gezin een nette huishoudster of flinke dagdienstbode wordt gevraagd. Brieven letter K, De Jong’s Boekhandel, Pijnacker [Delftsche Courant 14 oktober 1937, blz. 4].
Bij de gemeentelijke arbeidsbeurs alhier stonden op 14 oktober 1937  95 personen als werkloos ingeschreven. Hieronder bevonden zich 7 grondwerkers, 7 metselaars, 10 ongeschoolde fabrieksarbeiders, 19 boerenarbeiders en 29 tuindersknechts  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]

Op 18 oktober 1937 wordt bericht dat de Nederlandse Heidemaatschappij momenteel bezig is verschillende plannen voor werkverschaffing in de gemeente Pijnacker uit te werken. Enige tuinders hebben reeds aanvragen ingediend om het werk op hun tuinen in werkverschaffing te mogen doen uitvoeren. De resultaten, die in de afgelopen week behaald zijn in de gemeentelijke werkverschaffing op het land van de heer van Kampen, zijn als volgt: laagste weekloon één man ƒ 12,25; hoogste loon van een ploeg van zes man f 15,52 en van een ploeg van vier man ƒ 15,05. De ploeg met het hoogste loon heeft dus praktisch een uurloon van f 31.04 behaald. Deze resultaten zijn voor de betrokkenen niet slecht te noemen  [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 6]. Bij de gemeentelijke werkverschaffing in de tuin van de heer van Kampen stijgen de lonen regelmatig. De eerste tewerkgestelden verdienden ƒ 8,- tot ƒ 9,- per week, terwijl thans reeds ƒ 15,50 kan worden uitgekeerd [Delftsche Courant 4 november 1937, blz. 6].

Op 23 oktober 1937 stonden bij de Arbeidsbemiddeling alhier in totaal ingeschreven 94 werklozen, als volgt over de beroepen verdeeld: 7 metselaars, 4 timmerlieden, 2 opperlieden, 4 grondwerkers, 1 stucadoor, 3 houtbewerkers, 2 smeden, 1 plaatwerker, 1 broodbezorger, 1 banketbakker, 34 tuinarbeiders, 1 boomkweker, 16 landarbeiders, 1 chauffeur, 4 transport-arbeiders, 2 dienstboden, 10 ongeschoolde fabrieksarbeiders en 34 tuinarbeiders [Delftsche Courant 25 oktober 1937, blz. 4]. 
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat de gemeentelijke commissie voor steunverlening aan kleine boeren zal op 5 november 1937 om 19.30 uur ten raadhuize vergaderen. Iedere kleine grondgebruiker (geen tuinder) die voor tewerkstellen op eigen bedrijf in aanmerking wenst te komen kan zich in deze vergadering aanmelden en ter plaatse de vereiste inlichtingen verstrekken. De gegeven inlichtingen moeten overeenstemmen met dit van het inventarisatieformulier mei 1937. Er zullen opgaven worden gevraagd over: de indeling van het bedrijf in kadastrale maat; de oppervlakte van het bedrijf in kadastrale maat; idem de bezaaide .oppervlakte met akkerbouwgewassen; de tuinbouwgewassen, de veestapel en de nevenverdiensten buiten het bedrijf van de grondgebruiker [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat de laatste tijd het aantal werkloozen in onze gemeenten weer toeneemt.  Bedroeg het aantal werkzoekenden twee weken geleden 80, thans is de honderd reeds overschreden. Vooral het aantal werkloze tuinarbeiders is stijgende [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]
Op 6 november 1937 wordt gemeld dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker  als werkloos ingeschreven staan 106 personen; hieronder bevonden zich 7 metselaars, 4 timmerlieden, 5 opperlieden, 1 schilder, 4 grondwerkers, 1 stukadoor, 2 houtbewerkers, 2 smeden, 1 banketbakker. 1 broodbezorger, 37 tuinarbeiders, 2 boomkwekers, 23 landarbeiders, 1 stoker, 4 transportarbeiders, 9 geschoolde fabrieksarbeiders en 2 dienstboden [Delftsche Courant 6 november 1937, blz. 3]
Op 11 november 1937 wordt gemeld dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker op 11 november 1937 116 personen als werkloos staan ingeschreven. Hieronder bevinden zich: 7 metselaars, 19 losse werklieden, 19 boerenarbeiders en 39 tuindersknechts [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 10]. Op 11 november 1937 stonden bij de Arbeidsbeurs in Pijnacker ingeschreven 116 personen, verdeeld over de verschillende vakken als volgt: 7 metselaars, 4 timmerlieden, 5 opperlieden, 7 grondwerkers, 1 schilder, 1 stucadoor, 2 houtbewerkers, 1 smid, 1 bakkersknecht, 1 broodbezorger, 39 tuindersknechts, 19 boeren-arbeiders, 19 losse werklieden, 4 groentenpakkers/ schippers, 1 boomkweekersknecht, 1 stoker, 1 chauffeur, 2 dienstboden [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 10].

Op 11 november 1937 wordt bericht dat de werkloze S., die bij de heer Van Kampen te werk was gesteld, is geschorst, omdat hij de bevelen van de opzichter weigerde op te volgen. De man was reeds herhaalde malen gewaarschuwd [Delftsche Courant 11 november 1937, blz. 6]. 
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat de minister van Sociale Zaken een nieuw plan van werkverschaffing in de tuin van de heer Van Atten heeft goedgekeurd. Het betreft hier het verbeteren van ongeveer een halve hectare tuingrond. De overheidssubsidie bedraagt 70 %; er moet zoveel mogelijk in akkoord worden gewerkt, tegen een zodanig loon (zgn. stukloon), dat bij flink werken 28 cent per uur kan worden verdiend [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 6]. De voorzitter deelt op 14 december 1937 verder nog aan de raad mee, dat met de uitvoering van het plan in werkverschaffing bij de heer Van Atten reeds is begonnen en dat de kosten ƒ 90 voor de gemeente bedragen [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].

Op 26 november 1937 wordt gemeld dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker deze week stonden ingeschreven als werkloos 128 personen. Hieronder bevonden zich: 6 grondwerkers; 7 metselaars; 3 opperlieden; 3 timmerlieden; 2 schilders; 1 stucadoor; 3 houtbewerkers; 1 smid; 1 electricien; 1 broodbezorger; 1 banketbakker; 45. tuinarbeiders; 31 landarbeiders; 2 boomkwekers; 1 stoker; 1 chauffeur; 4 groentenpakkers; 2 dienstboden 13 ongeschoolde fabrieksarbeiders  [Delftsche Courant 26 november 1937, blz. 7].
PERSONENOp 4 januari 1937 wordt meegedeeld dat de onderwijzer E. Jongebreur is verhuisd van Pijnacker naar Delft , Delfgauwseweg 317 [Delftsche Courant 4 januari 1937, blz. 3]
Op 5 januari 1937 wordt gemeld dat W. Zegwaard naar Delft is verhuisd. Ingekomen: zijn H. Doets uit Goedereede; G. Glintmeijer uit Bergschenhoek; A. Stockmann uit Delden [Delftsche Courant 5 januari 1937, blz. 3].  

Op 5 januari 1937 wordt gemeld dat M.W. Schuring is verhuisd van Pijnacker naar Fijnaart [De Grondwet 5 januari 1937, blz. 7]
Op 7 januari 1937 wordt bericht dat H. Does is verhuisd van Goedereede naar Pijnacker [De Banier 7 januari 1937, blz. 6]
Op 8 januari 1937 wordt in Delft Coenraad Leonard Jansen geboren. Hij is een zoon van W.H. Jansen en E.M.A. van der Drift. Ze wonen Post van der Burgstraat 23 in Pijnacker [Delftsche Courant 9 januari 1937, blz. 10]
Op 12 januari 1937* overlijdt Jacobus Gerardus de Vreede (57 jaar) uit Pijnacker in Noordwijkerhout. Hij is de echtgenoot van Helena Maria van Lint. Hij is een zoon van Hendrik de Vreede en Catharina Maria van der Knaap.
Op 15 januari 1937 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren: Hendrika van der Toolen, dochter van T. van der Toolen en A. Vlok; Aartje Kaizer, dochter van H. Kaizer en A. Rensen; Gerrit de Heus, zoon van G. de Heus en N. Sonneveld; Philippina van der Vliet dochter van Ph. van der Vliet en A. v. d. Berg.  De navolgende personen hebben zich in de gemeente gevestigd: J. de Bruin van Zoetermeer; P. Hofland van Den Haag; K. de Jong van Nootdorp en W. Hoogendoorn van Nootdorp. Vertrokken: J. van Geest naar Den Haag; A. Parhan naar Rotterdam; F. Leijendekker naar Den Haag; H. de Roo naar Delft [Delftsche Courant 15 januari 1937, blz. 3].
Op 16 januari 1937 wordt gemeld dat de fabrieksarbeider H. de Roo met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 139 [Delftsche Courant 16 januari 1937, blz. 11]
Op 23 januari 1937 wordt gemeld dat de politieagent P. van der Stoep is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Lange Geer 10a. De bootsman P. Jansen is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker  naar Delft, Oosteinde 146a [Delftsche Courant 23 januari 1937, blz. 2]
Op 23 januari 1937 wordt medegedeeld dat  bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's Gravenhage van 15 september 1936 het huwelijk van Cornelis Lalleman, metaalbewerker, en Geertje Buurveld, beiden wonende te Pijnacker, door echtscheiding ontbonden is verklaard [Ned. Stcrt. 23 januari 1937, blz. 6]
Op 23 januari 1937 wordt Johannes Mazer geboren in Delft. Hij is een zoon van J.C. Mazer en J.J. Kerkvliet. Ze wonen in Delfgauw, Post van der Burgstraat 20 [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]
Op 26 januari 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: J.L. Elenbaas naar Wilnis; P. van der Stoep naar Delft; W.L. Egberts naar Lisse; P.G.M. Beening naar Den Bosch; P. Jansen naar Delft. Ingekomen: K. de Jong van Nootdorp; W.C. Hoogendoorn van Nootdorp; H. J. J. M. Moet van Berkel; N. Oosterom van Rijswijk  [Delftsche Courant 26 januari 1937, blz. 2]

Op 27 januari 1937 worden in Pijnacker geboren: Cornelis Johannes Hofman, zoon van S. Hofman en M. Olieman. Johannes Geertrudes van Winden, zoon van A. van Winden en W. van Rijn. Ondertrouwd zijn: G. Plasmeijer en M.C. Boerlage. Overleden zijn: J. Prooij, 84 jaar, en C. Wijsbroek, 82 jaar [Delftsche Courant 27 januari 1937, blz. 6].
In de leeftijd van 67 jaar is in Pijnacker overleden de heer G.F. Verburg. De overledene is ruim 40 jaar als sluiswachter bij de Polder in dienst geweest en werd door iedere schipper uit deze omtrek gekend [Delftsche Courant 28 januari 1937, blz. 7]
Op 29 januari 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: J. Smit naar Overschie, J, van Rooijen naar Voorhout en A. van der Heijden naar Delft. Ingekomen zijn: B. van Loeve van Sliedrecht, F. Notenboom van Naaldwijk en M. Post van Overschie [Delftsche Courant 29 januari 1937, blz. 10].
Op 30 januari 1937 trouwt Gerardus Plasmeijer in Pijnacker met Maria Cornelia Boerlage [genealogie.voorouder.nl]
Op 1 februari 1937 wordt gemeld dat de dienstbode A.M.G. van der Heijden is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Zuideinde 15. Koopman G.Ph.M.Mustert is met zijn vrouw verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 242, naar Pijnacker Delfgauwseweg E116. De chauffeur G. Poot is verhuisd van Delft, Kloosterkade 97, naar Pijnacker, Delfgauwseweg E155 [Delftsche Courant 1 februari 1937, blz. 6]
Op 2 februari 1937 overlijdt in Voorburg de op 3 februari 1839 in Pijnacker geboren Pieter Treurniet. Hij is een zoon van Willem Treurniet en Jaapje Olieman
Bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Dordrecht van 3 februari 1937 is het huwelijk van Albertus Cornelis Weygertze, wonende te Zwijndrecht, en Elisabeth Vollenhouw, zonder beroep, verblijvende te Pijnacker, door echtscheiding ontbonden verklaard, met alle wettelijke gevolgen daarvan [Ned. Stcrt. 13 maart 1937, nr. 49, blz. 6].
Op 4 februari 1937 wonen in Pijnacker H. van Kampen en M.A van Kampen-van der Feyst. Hij is een  zoon van Jan Pieter van Kampen en C. van Kampen-v.d. Struyf [Delftsche Courant 4 februari 1937, blz. 4]
Op 4 februari 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren:: Mathijs Rip, zoon van B. Rip en D. Verkade; Geertruida Wilhelmina Westerhof, dochter van J.W. Westerhof en C.W. Lammers; Willem Bastiaan van der Stoep, zoon van P. van der Stoep en P.H. Olden; Willem Jacobus Johannes Hazeu, zoon van A.C. Hazeu en K. Rensen; Arnoldus Adrianus Oudegeest, zoon van A. Oudegeest en R. Krebbeks; Taake Jacob de Vroed, zoon van A. de Vroed en K. van Lingen. Ondertrouwd zijn: W. van Herk en W. Ravenek. Getrouwd zijn: G. Plasmeijer en M.C. Boerlage. Overleden zijn: Gerardus Franciscus Verburg, 76 jaar; Taake Jacob de Vroed zoon van A. de Vroed en K. van Lingen, 3 dagen [Delftsche Courant 4 februari 1937, blz. 10].

Op 4 februari 1937 overlijdt in Delft de ongehuwde 64-jarige Petrus de Wit. Hij woont in Pijnacker op het Uitpad [Delftsche Courant 8 februari 1937, blz 2]

Op 6 februari 1937 wordt gemeld dat de weduwe M.A. van Baarle-Bos met haar gezin is verhuisd naar Delft, Oranjestraat 26, vanuit Pijnacker [Delftsche Courant 6 februari 1937, blz. 11]
Louisa Cornelia Maria VerlegOp 6 februari 1937 wordt in …. Louisa Cornelia Maria Verleg geboren. Ze is een dochter van ……. Louisa trouwt op in met …. de Koning. Hij is gebooren op… Hij is een zoon van …..………………………………………=Louisa overlijdt op 19 april 2011 in …=ze is begraven in Pijnacker op de Sint JanshofBRONNENgeraadpleegde bronnenFamilySearch [Pijnacker, Documenten, blz. 7]internet FamilySearch
Jacoba Maria Theresia SunderOp 7 februari 1937 wordt in … Jacoba Maria Theresia Sunder geboren.  Roepnaam Trees. Ze is een dochter van …  Jacoba trouwt op in met ...... van der Kooij…………………………………………......................=Jacoba overlijdt op 30 april 2009 in….=ze is begraven in Pijnacker op de Sint JanshofBRONNENgeraadpleegde bronnenFamilySearch [Pijnacker, Documenten, blz. 7]internet FamilySearch



Op 8 februari 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: M. Bos naar Delft; K. Klompe naar Rotterdam en M. Boerlage naar Alkemade. Ingekomen zijn: A. Gras van Brielle, J. van Dorp van Zoetermeer, G. Mustert van Delft, G. Poot van Delft, B. Veldhuis van Winschoten, A. Bakker van Lekkerkerk en F. van Eijk van Nootdorp. [Delftsche Courant 8 februari 1937, blz 7]
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Johanna Maria van Winden, dochter van C. van Winden en M. van der Stap [Delftsche Courant 9 februari 1937, blz. 8]
Op 9 februari 1937 wordt gemeld dat stationschef L.J. van Leeuwen met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Boekelo, F 173-1 [Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant 9 februari 1937, blz 6]
Op 10 februari 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: C. den Hollander naar Middelharnis, J. Bontje naar Alkemade, W. van Heijst naar Hoge en Lage Zwaluwe en W. van Mullem naar Berkel en Rodenrijs. Ingekomen is: G.C.C. Treels van Naaldwijk.[Delftsche Courant 10 februari 1937, blz. 2]
Op 13 februari 1937 wordt gemeld dat kantoorbediende S. J. Struijk, is verhuisd naar Delft, Hugo de Grootstraat 174, vanuit Pijnacker [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 2]
Op 13 februari 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: A. Th. B. Koot, naar Rotterdam; W. Ravenek, naar Zwijndrecht; T. C. van Oor]t, naar Delft. Ingekomen: M. A. Plym, van 's-Gravenhage [Delftsche Courant 13 februari 1937, blz. 8]. 
Op 14 februari 1937* overlijdt Petrus Adrianus van Dijk (40 jaar). Hij is de  echtgenoot van Cornelia Maria Anthonia Ammerlaan. Petrus is tuinder in de Oude Leede. Hij is een zoon van Adrianus Johannes van Dijk en Margaretha van der Meer.
Op 16 februari 1937 wordt bericht dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: C. Tas naar Berkel, M. Suijker naar Berkel, E. Reicholdt naar Boxmeer, J. Mastenbroek naar Rotterdam, J. Clauset naar Anvers (B.), J. Langelaan naar Berkel. Ingekomen zijn: C. Benschop vanuit Lopik, C. de Booij vanuit Nootdorp en H. Kruls vanuit Leiden.[Delftsche Courant 16 februari 1937, blz. 2].
Op 20 februari 1937 wordt bericht dat T.C. van Oort met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 202 [Delftsche Courant 20 februari 1937, blz. 2]
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat de arbeider N. van Wamelen met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Bleijswijkstraat 39 Veldarbeider J. W. van Baarle en zijn vrouw zijn verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oosteinde 80. J. Verberg is verhuisd van Delft, van Bossestraat 80, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 38. De fabrieksarbeider A.W. Mathlener is met zijn gezin verhuisd van Delft, Simonsstraat 35, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 76 [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 2].
Op 1 maart 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: J. Pauw naar Ede, G. Paalvast naar Den Haag, G. ten Brummelen Rijk naar Den Haag, A. Rosing naar Eindhoven, N. van Wamelen naar Delft, J. van Baarle naar Delft. Ingekomen: G. van Meijer van Alphen a. d. Rijn, A. Noordam van Zoetermeer, M. Niederere van Breukelen, S. Schipper van Rotterdam, J. Weijers van Arnhem en J. Verberg van Delft [Delftsche Courant 1 maart 1937, blz. 10]. 
Op 2 maart 1937 wordt gemeld dat E. Houtsma, is verhuisd naar Schipluiden, B135 vanuit Pijnacker, B136; [Delftsche Courant 2 maart 1937, blz. 8]
Op 6 maart 1937 wordt gemeld dat C.J. de Booy is verhuisd van Nootdorp naar Pijnacker [Delftsche Courant  6 maart 1937, blz. 8]
Op  11 maart 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: E. Houtsma naar Schipluiden, G. Westreenen naar Rotterdam, J. den Dekker naar Berlicum, J. de Vreede naar Nootdorp. Ingekomen: J. W. Theunissen van 's Hertogenbosch, G.A. Pauwelsen van Nieuwkoop [Delftsche Courant 11 maart 1937, blz. 2]. 
Op 13 maart 1937 wordt gemeld dat A. Breevoort, analyst rubberdienst, met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker, Noordeinde 59. De fabrieksarbeider A. S. Kooy is met zijn gezin verhuisd naar Delft, van Bossestraat 52, vanuit  Pijnacker, Zuideinde E38 [Delftsche Courant 13 maart 1937, blz. 11] 
Op 17 maart 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: K. Oosterwijk met zijn gezin naar Den Haag; A. Marx naar Den Haag; C. Remmerswaal naar Den Haag; M. van Beveren naar Zoetermeer en A. Breevoort naar Delft. Ingekomen: A. Mathlener met zijn gezin vanuit Delft en R. Dingenouts [Delftsche Courant 17 maart 1937, blz. 8]. 
Op 17 maart 1937 overlijdt in Pijnacker de in 1851 in Nootdorp geboren Laurens van Es 

Jan Frederikus StolkOp 20 maart 1937* overlijdt in Pijnacker door een noodlottig ongeval Jan Frederikus Stolk. Hij is de echtgenoot van L.A. Stolk. Ze hebben een zoon, Boy. BRONNENoverige bronnenCBG Verzamelingen fa
Op 24 maart 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Hanna van der Does, dochter van C. van der Does en G. Spijker; Pieter Willem Neeleman, zoon van C. Neeleman en D. de Ruiter; Wouter Corstiaan van Aalst, zoon van W. van Aalst en N. Klomp. Overleden is Laurens van Es, 87 jaar, weduwnaar van A. van der Meijden [Delftsche Courant 24 maart 1937, blz. 7]
Op 27 maart 1937 wordt gemeld dat de weduwe P. Oosterhoff-Hoole met haar gezin is verhuisd naar Delft, Oosterstraat 31, vanuit Pijnacker en J.M. Weijers naar Delft Oosterstraat 31, vanuit Pijnacker; koopman H.P. van Baarle is verhuisd van Delft Oosteinde 104, naar Pijnacker, Zuideinde E90 [Delftsche Courant 27 maart 1937, blz. 1].
Jan GroenOp 30 maart 1937 wordt in Pijnacker geboren Jan Groen. Hij is een zoon van ... en .... Jan trouwt op ...in...met Marry de Mik. Ze wordt geboren op... Ze is een dochter van .... Jan en Marry krijgen kinderen..........................................-Jan overlijdt op 9 mei 2018 in Nootdorp (81 jaar). BRONNENinternethttps://www.telstar-online.nl/nieuws/actueel/90445/jan-groen-overleden?rediroverige bronnenCBG Verzamelingen; Collectie Delft; Google Search naam
Op 31 maart 1937 overlijdt Catharina Ripping. Ze is een dochter van Cornelis Ripping en Wilhelmina Maria van der Wel.
Op 31 maart 1937 overlijdt in Delft in het Oude en Nieuwe Gasthuis de 58-jarige ongehuwde Wilhelmina Petronella Vollebregt. Ze woonde Uitpad 13 [Delftsche Courant 1 april 1937, blz. 4]
Op 2 april 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker is geboren Johanna van der Salm, dochter van G.C. van der Salm en C. Vons. Ondertrouwd zijn J.Th. Hazeu en A.M. Vons [Delftsche Courant 2 april 1937, blz. 3]. Op 1 april 1937 herdacht het echtpaar G. Sonneveld-Visser de dag, waarop het voor 45 jaar in het huwelijk trad. De jubilerenden mochten op deze dag vele blijken van belangstelling ontvangen, vooral ook van officiële zijde, daar de heer Sonneveld reeds tal van jaren wethouder van deze gemeente is [Delftsche Courant 3 april 1937, blz.. 7]. 
Op 5 april 1937 wordt bericht dat de metselaar L. G. van Dam is verhuisd van Delft, Brasserskade 184,  naar Pijnacker, Post v. d. Burgstraat 8 en de studenten A. en C. Volker, zijn verhuisd van Delft, Oostsingel 155 naar Pijnacker, Westlaan 61 [Delftsche Courant 5 april 1937, blz. 7]
Op 6 april 1937 wordt gemeld dat L.H.F. Wirtz, is verhuisd naar Schipluiden, A159 vanuit Pijnacker, E203 [Delftsche Courant 6 april 1937, blz. 8] 
Op 9 april 1937* overlijdt in Pijnacker Dirk Wilhelmus van Atten (38 jaar). Zijn echtgenote is J. van Atten-Hoogendam. Ze wonen Stationsstraat 1 [CBG Verzamelingen fa]
Op 13 april 1937 wordt in Delft Henriette Hendrika van den Brink geboren. Ze is een , dochter van J.Ch. van den Brink en H.J. de Graaf. Ze wonen in  Pijnacker, Vrijenbansestraat 18 [Delftsche Courant 14 april 1937, blz 2] . 
Op 15 april 1937 wordt gemeld dat in Delft Henriette H. van den Brink is geboren. Ze is een dochter van J.Ch. van den Brink en H.J. de Graaf Pijnacker, Vrijenbanselaan 18 [De Volkskrant 15 april 1937, blz. 3] . 
Op 17 april 1937 wordt bericht dat de boekhouder J.Th. Hazeu met zijn vrouw is verhuisd  van Pijnacker naar Delft, Boeroestraat 17. Fabrieksarbeider G. van Bommel is verhuisd van Delft Sint Aldegondestraat 27, naar Pijnacker, Vrijenbansestraat 34 [Delftsche Courant 17 april 1937, blz. 11]
Op 18 april 1937 wordt geboren Maria Cornelia Johanna Ammerlaan
Op 22 april 1937 zijn in Delft ondertrouwd de 22-jarige tuindersknecht K. Rietveld uit Pijnacker, Uitpad 14, en de 25-jarige A. Tromp uit Delft, Rotterdamscheweg 129 [Delftsche Courant 23 april 1937, blz. 2]
Op 24 april 1937 wordt bericht dat de bioloog S. Broekhuizen is verhuisd van Delft, Kloosterkade 194, naar Pijnacker, Pijnackerseweg E246 [Delftsche Courant 24 april 1937, blz. 11].
Op 2 mei 1937 hopen de heer en mevrouw Joh. Lamens—Bazuin de dag te herdenken waarop zij 40 jaar geleden in de echt verbonden werden [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Op 4 mei 1937 wordt gemeld dat baron Ph. van Harinxma Thoe Slooten, werkzaam ter gemeentesecretarie, op 11 mei 1937 in het huwelijk zal treden met mej. W.H. Mangelaar Meertens te Scheveningen [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 7]. Bij de huwelijksvoltrekking van Baron Ph. van Harinxma thoe Slooten, werkzaam ter gemeentesecretarie van Pijnacker, met mej. W. H. Mangelaar Meertens, waren -naast vele andere belangstellenden- mede aanwezig de burgemeester, de gemeentesecretaris, de heer J.M.M. Heijmerikx en andere gemeente-ambtenaren van Pijnacker. [Delftsche Courant 19 mei 1937, blz. 8]. 

Op 4 mei 1937 wordt bericht dat M.C. van Vliet is verhuisd van Pijnacker, D183 naar Schipluiden B134 [Delftsche Courant 4 mei 1937, blz. 10]
Op 10 mei 1937 wordt bericht dat banketbakker F.J.J. van Velzen is verhuisd naar Delft, Beestenmarkt 3, vanuit Pijnacker; E. Vollenhouw, gehuwd met A.C. Weijgertze, is verhuisd naar Delft, Trompetstraat 84, vanuit Pijnacker; tuinder N. Straver is verhuisd naar Delft, Trompetstraat 84, vanuit Pijnacker; stoker A. de Bruin is verhuisd van Delft, C. Fockstraat 35, naar Pijnacker, Delfgauwseweg E131 [Delftsche Courant 10 mei 1937, blz. 7]
Op 13 mei 1937 trouwt Maria Sieben in Pijnacker met Wim van der Wilden. Zij woont Willem van Windenstraat 4 in Pijnacker. Hij woont Phoenixstraat 72 in Delft. De huwelijksvoltrekking vindt plaats om 9.00 uur in de Parochie van de H. Johannes de Doper te Pijnacker [CBG Verzamelingen fa; De Maasbode 27 april 1937, blz. 8; ]
Op 15 mei 1937 vestigt zich in Pijnacker fabrieksarbeider Leonardus Gerardus van der Helm met Sara Blijleven. Ze wonen aanvankelijk in Pijnacker waar in 1927 en in 1928 een kind wordt geboren. Ze verhuizen op .... naar Nootdorp. Daar wordt in 1930 en in 1931 een kind geboren. Ze verhuizen op 2 december 1931 naar Rijswijk, Haantje 6, waar in 1932 hun vijfde kind wordt geboren. Op 15 mei 1937 verhuizen ze naar Pijnacker, Dwarskade F8 [Collectie Delft]
Op 15 mei 1937 wortdt gemeld dat A. Rietveld-Tromp is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 129, naar Pijnacker, Vlielandseweg 116; boerenarbeider H.J.M. v. d Beek is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 214, naar Pijnacker, E 211 [Delftsche Courant 15 mei 1937, blz. 3]
Tijdens Pinksteren op 16 mei 1937 verlooft Gré van den Dool uit De Lier met Engel Boerefijn, Oude Leedeweg D72 [CBG Verzamelingen fa]

Op 20 mei 1937 hopen de heer en mevrouw A. van Wamelen-Struyk hun 40-jarig huwelijksfeest te herdenken [Delftsche Courant 7 mei 1937, blz. 10] . 
Op 20 mei 1937 wordt bericht dat  A.M.C. van Winden is verhuisd van Schipluiden B192 naar Pijnacker, Nieuwkoopseweg B133;  J.M. Winkes is verhuisd van Schipluiden D78 naar Pijnacker, Katwijkselaan C8, Pijnacker [Delftsche Courant 20 april 1937, blz. 8]
Op 24 mei 1937 wordt gemeld dat de arbeider bij de glasfabriek J. Groeneweg met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, De Genestetstraat 1; C. Hackert is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Billitonstraat 21; M.P.W. van der Wilden-Sieben is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Schimmelpenninckstraat 23; de bakker J.F.A. de Vreede is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Schimmelpenninckstraat 23; de boerenarbeider F.G. Lelieman is verhuisd van Pijnacker naar Delft,  Buitenwatersloot [Delftsche Courant 24 mei 1937, blz. 7]
Op 28 mei 1937 wordt gemeld dat  N. Gouma is verhuisd van Pijnacker naar Vlaardingerambacht, Zouteveenseweg 6 inw. [Nieuwe Vlaardingsche Courant 28 mei 1937, blz. 6]
Op 29 mei 1937 wordt gemeld dat metaaldraaier J. van Blitterswijk is verhuisd van Delft, Willemstraat 3, naar Pijnacker, Vrijenbanselaan 26 en rijkswerkman J. v. d. Weij, is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 87, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 14 [Delftsche Courant 29 mei 1937, blz. 11]
Op 1 juni 1937 wordt gemeld dat S.M.F. van der Burg is verhuisd naar Nootdorp, Nieuwkoopseweg 229, vanuit Pijnacker;  S.M. Oudshoorn is verhuisd van Nootdorp, Nieuwkoopseweg 228, naar Pijnacker [Delftsche Courant 1 juni 1937, blz. 8]. 
Op 2 juni 1937 zeggen A. Huisman en Jo van Berkel, mede uit naam van hun ouders, dank voor de bij hun huwelijk ondervonden belangstelling. Pijnacker, 2 juni 1937, Westlaan 56 [De Standaard 3 juni 1937, blz. 10;  CBG Verzamelingen fa].
In het tijdvak van 9 juni 1937 tot en met 16 juni 1937 hebben zich in Delft gevestigd: de caféhouder J.J. Balk met zijn gezin vanuit Pijnacker op Oosteinde 149; huishoudster F.A. Langeweg vanuit Pijnacker op Oosteinde 149; brievenbesteller J.G. Dol  vanuit Pijnacker op Delfgauwseweg 213. Uit Delft vertrokken J.H. Klijn, Paardenmarkt 12, naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E229; de kantoorbediende Q.W. Groenewegen, C. Fagelstraat 46, naar Pijnacker, Post v. d. Burgstraat 10 [Delftsche Courant 19 juni 1937, blz. 7]
Op 16 juni 1937 wordt gemeld dat de dienstbode A. Dobrai is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Spoorsingel 61; de fabrieksarbeider G. Steenbergen is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Brasserskade 109; de rijwielhersteller J.Chr. v. d. Brink is met zijn  gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Beestenmarkt 29; de behanger H.C. van Meekeren is verhuisd van Delft, Oude Delft 201, naar Pijnacker, Stationsstraat 46; de dienstbode F.M. de Vreede is verhuisd van Delft, Willem de Zwijgerstraat 16, naar Pijnacker, Pijnackerseweg E278 [Delftsche Courant 16 juni 1937, blz. 8] 
Op 17 juni 1937 wordt gemeld dat zich in Pijnacker hebben gevestigd: J. van Blitterswijk vanuit Delft; C. Kempenaar vanuit Wateringen; A. Stoorvogel vanuit Uithoorn; M. v. Winden vanuit Stompwijk. Vertrokken zijn: J. Kuyten naar Hillegersberg; A. Stolk naar Rotterdam; A. v. d. Sman naar Rotterdam; P. Remmerswaal naar Berkel; L. Verburg naar Nootdorp; J. v. d. Brink naar Delft; H. de Koning naar Nootdorp en E. v. d. Meer naar Nootdorp [Delftsche Courant 17 juni 1937, blz. 2]. 
Op 19 juni 1937 wordt gemeld dat G.A. Schotte-Verhaar is verhuisd van Oegstgeest naar Pijnacker D105 [Leidsch Dagblad 19 juni 1937, blz. 7] 
Op 19 juni 1937 wordt gemeld dat ingekomen zijn: A. Trommel van Delft; E. Schurink van Schipluiden; N. Keijzer van Zevenhuizen; Ch. Kranz, van Hillegersberg; M. Ruijgrok, van Bleiswijk; F. de Vreede, van Delft; W. v. d. Velden, van Renkum; A. Knuist van Voorburg; D. Kole, van Zelhem; J. Klijn, van Delft [Delftsche Courant 19 juni 1937, blz. 3




Op 21 juni 1937* overlijdt Michaël van Winden (80 jaar). Hij is de weduwnaar van Adriana Adegeest. Michaël is lid van de Derde Orde van H. Vader Franciscus. Ze wonen Katwijkerlaan C3 BRONNENgeraadpleegde bronnenCBG Verzamelingen fa
Op 23 juni 1937 wordt in Pijnacker Dirk Hendrik Kaptein geboren. Roepnaam Dick. Hij trouwt et Riet Marks.Ze krijgen twee kinderen: Marianne en Annemieke. Riet overlijdt op 10 november 2011. Dirk overlijdt op 30 oktober 2020 in Deventer [Mensenlinq]
Op 23 juni 1937 trouwt in Pijnacker de op 15 november 1916 in Pijnacker Jannetje Westmaas met de 27-jarige Wilhelmus Schuurman Hess [www.westmaas.net]
Op 26 juni 1937 hoopt het echtpaar H. Pluim-van der Elst de dag te herdenken, waarop zij 25 jaar geleden in de echt werden verbonden [Delftsche Courant 1 juni 1937, blz. 8]. 
Op 30 juni 1937 wordt gemeld dat de melkrijder A. v. d. Wulp is verhuisd van Delft, Noordeinde van Delfgauw 62a, naar Pijnacker, Pijnackerseweg 273E; melkrijder A. Prooi, is verhuisd van Delft, Noordeinde van Delfgauw 62a, naar Pijnacker, Pijnackerseweg 273E; oliehandelaar A.L. de Boo is verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 216, naar Pijnacker, Emmapark 2 [ Delftsche Courant 3 juli 1937, blz. 2].
Op 3 juli 1937  wordt gemeld dat in Delft is overleden de 84-jarige Arij C. Vermeulen, weduwnaar van J.M. Moons, Pijnacker Zuideinde van Delfgauw 16e [De Volkskrant 3 juli 1937, blz. 3]
Op 6 juli 1937 overlijdt in Pijnacker na een kort doch smartelijk lijden Willem Arend Gravestein. Het gezin woont op C88 [De Banier 8 juli 1937, blz. 4]
Op 6 juli 1937* verlooft notaris mr. C. Plet uit Pijnacker met de Delftse M. du Chattel [CBG Verzamelingen fa]
Op 6 juli 1937*  trouwt Emilius Wilhelmus van Dijk uit Stompwijk met Clazina Maria Adriana Ammerlaan. Hij ias een zoon van Johannes Cornelis van Dijk en Maria Janson. Zij is een dochter van Leonardus Ammerlaan en Maria Catharina Bremmer. 
Op 7 juli 1937 wordt bericht dat D. Kole is verhuisd van Zelhem D28 naar Pijnacker [Zutphensche Courant 7 juli 1937, blz. 6] 
Op 7 juli 1937 wordt gemeld dat A.C. Janssen is verhuisd van Zoetermeer naar Pijnacker [De Nederlander 7 juli 1937, blz 10].
Op 7 juli 1937 wonen in Pijnacker ds. J.A. Meijer en IJ. Meijer-Wiersman. Op die dag overlijdt in Zeist zijn 67-jarige vader, gereformeerd emeritus predikant Jakob Meijer [De Standaard 8 juli 1937, blz. 10]
Op 10 juli 1937 wordt gemeld dat veeschipper M.L. Otting is verhuisd van Delft,  Rotterdamseweg 474, naar Pijnacker,- Ackersdijkseweg 167.; tuinder A.J. Bos, verhuisde van Delft, Noordeinde van Delfgauw 60 naar Pijnacker, Westlaan 15 [Delftsche Courant 10 juli 1937, blz. 3]
Op 13 juli 1937 worden in Pijnacker geboren: Simon Broekhuizen, zoon van S. Broekhuizen, en J.J. Voskuil; Maria Willemientje, dochter van W. Bazuin en M.H. Dullaard; Antonius Cornelis Adrianus Boerlage, zoon van P.J. Boerlage en M.H.J.A. van der Goes; Paulina Sara, dochter  van W. van Baarle en J. Rensen. Ondertrouwd zijn: L. Vlaardingerbroek en H. Huurman; P. van Leeuwen en T. de Hoog. Getrouwd zijn: A. Staleman en B.P. Verboom [Delftsche Courant 13 juli 1937, blz. 8].
Op 14 juli 1937 wordt gemeld dat zich in Pijnacker de navolgende personen hebben gevestigd: A. de Pater, vanuit Nieuwerkerk aan den IJssel; C. Hillenaar, vanuit Den Haag; D. Veenendaal, vanuit Abcoude Proostdij; J. van der Weij, vanuit Delft: J. van Blitterswijk, vanuit Delft. Vertrokken zijn uit Pijnacker: J.P. Hogervorst naar Maasland; L.P. van der Elst naar Stompwijk; Jacob Bakker naar Zoetermeer; E. Gijsen naar Delft; M.W. van Meurs,naar Wateringen; J.J. Grijsen naar Delft; A.H. van Zandwijk naar Den Haag; E.M. Weerheim naar Overschie; H.M. Tetteroo naar Schipluiden; W.C. Hoogendoorn naar Nootdorp [Delftsche Courant 14 juli 1937, blz. 3]. 
Op 14 juli 1937 wordt bericht dat N. Verhoeff is verhuisd van Zoetermeer naar Pijnacker [De Nederlander 14 juli 1937, blz. 10]
Op 17 juli 1937 wordt bericht dat de landbouwer C. van Dongen is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Dr. Schaepmanstraat 45 [Delftsche Courant 17 juli 1937, blz. 2].
Op 25 juli 1937 wordt geboren Leonardus Theodorus Ammerlaan
Pieter Jan LamainOp 31 juli 1937* overlijdt in Pijnacker Pieter Jan Lamain (28 jaar). Zijn echtgenote is K. Lamain-Vliegen. Ze hebben twee kinderen: Janny en Miesje. Het gezin woont in de Willem van Windenstraat. Pieter is onderwijzer aan de gereformeerde school BRONNENgeraadpleegde bronnenCBG Verzamelingen fa

Op 31 juli 1937 zal het 25 jaar geleden zijn dat het echtpaar Johannes Lamens en Bastiana Helena Ruis in het huwelijk trad [Delftsche Courant 23 juli 1937, blz. 7]. 
Op 4 augustus 1937* gaat C.S. de Jong uit Schipluiden in ondertrouw met A. Huysman, Hesselt van Dinterlaan 9   [De Avondpost 5 augustus 1937, blz. 5].

Op 5 augustus 1937* zijn Pieter Sonneveld en Trijntje Sonneveld 50 jaar getrouwd. Ze wonen Westlaan 30 [CBG Verzamelingen fa]


Op 5 augustus 1937 wonen in Pijnacker W.Ph. Monteau en C.A. Monteau-van Hattem [Rotterdamsch Nieuwsblad 6 augustus 1937, blz. 12] 
Cornelia Elisabeth Verburg trouwt op 5 augustus 1937* in Pijnacker met Joan Albert Anton Henri Alexander Vernimmen. Hij wordt geboren in 1895 in Zwolle. 
Op 6 augustus 1937 wordt gemeld dat de 21-jarige vloermonteur Petrus van Geel, 21 Johanna Paulinalaan 26, in Delft in ondertrouw is gegaan met de 20-jarige Johanna Martina Francisca van der Stap uit Pijnacker, Post v. d. Burgstraat 22 [Delftsche Courant 6 augustus 1937, blz. 2].
Op 9 augustus 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: C.M. Kouwenhoven naar Monster; D.B. Oskam naar Oostvoorne; D.A. Griffijn, naar Delft; A.J. v. d. Meer naar Nootdorp; P.J. Paulusse naar Den Haag; de verpleegster C. Hoogenboezem van Pijnacker naar Delft, Koningsplein 27; Van der Stap naar Delft. Ingekomen: P. Kars van Rotterdam; A.M.C. Cohen van Overschie, H. Wermeester van Rotterdam; G. Zwaans van Rotterdam; H.L.B. Bruns van Delft [Delftsche Courant 9 augustus 1937, blz. 8].
Op 10 augustus 1937* overlijdt in Delft Catharina Maria van der Valk uit Pijnacker [58 jaar]. Ze is de echtgenote van Gerardus Willebrordus de Vreede. Ze is een dochter van Cornelis van der Valk en Johanna van Leeuwen   [Delftsche Courant 13 augustus 1937, blz. 2]

Op 12 augustus 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Sara Zegwaard, dochter van E. Zegwaard en P. J. Rodenburg; Pieter Arie Kas, zoon van A.P. Kas en C.P. Hogervorst;  Petrus Cornelis in ‘t Veen, zoon van H. In 't Veen en J.C.J.G. in 't Veen. Ondertrouwd zijn: Cornelis Simon de Jong, 24 jaar en Aagje Huysman, 22 jaar Getrouwd zijn: J.J.A.H.A. Vernimmen, 42 jaar en C.E. Verburg, 35 jaar; G.M.J. Soeterbroek, 23 jaar en J.C.M. Schilte, 20 jaar [Delftsche Courant 12 augustus 1937, blz. 8].
Cornelis Leonardus Haket Op 12 augustus 1937 wordt in Pijnacker geboren Cornelis Leonardus Haket. Roepnaam Cees. Hij is een zoon van ------------------------Cornelis overlijdt op 30 mei 2017 in Hospice Bennekom in Bennekom-de advertentie wordt onderschreven door Margreeth van der Veldt, Ericapark 49, Bennekom-Cees wordt begraven op natuurbegraafplaats "Heidepol"
Op 14 augustus 1937 wordt gemeld dat de koopman H.P. van Baarle met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Cellebroerstraat 5; de huishoudster C. M. van der Stap is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Rotterdamseweg 304; de student P. Kruithof, van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 214 [Delftsche Courant 14 augustus 1937, blz. 11]

Jannetje BoerOp 14 augustus 1937* overlijdt in Pijnacker Jannetje Boer. Ze is de weduwe van C. Ooms. Ze woont Noordweg 28BRONNENgeraadpleegde bronnen CBG Verzamelingen fakrantenRotterdamsch Nieuwsblad 16 augustus 1937, blz. 12]

Op 14 augustus 1937 wordt geboren Maria Catharina Ammerlaan


Op 16 augustus 1937 verhuist Cornelia A. Verburg van Pijnacker, Oostlaan 8 naar Sittard, Vouwerweg 17 [De Limburger 16 augustus 1937, blz. 7]
Op 17 augustus 1937 zijn verloofd: Fien Jansen uit Delft, Koningsplein 27 en Maarten den Uijl Wzn uit Pijnacker, Oudeleedeweg D88 [Emmer Courant 17 augustus 1937, blz. 7]
Op 18 augustus 1937 trouwt Cornelis Simon de Jong in Pijnacker met de in Vlaardingen geboren Aagje Huysman [De Avondpost 5 augustus 1937, blz. 5].
Op 19 augustus 1937 overlijdt in Pijnacker Willem Koetsier. Hij is op 10 november 1858 in Zoetermeer geboren

Op 21 augustus 1937 wordt gemeld dat D.A. Verburg is verhuisd van Delft, Markt 9a naar Pijnacker, Delfgauw E90  [Delftsche Courant 21 augustus 1937, blz. 11]
Op 24 augustus 1937 wordt bericht dat de navolgende personen  de gemeente hebben verlaten: J.J. van Dijk, naar 's-Gravenhage; B.P. Verboom naar Rotterdam; T. de Hoog naar Waddinxveen; W. de Heer naar Overschie; C. van Dongen naar Delft; O. Smolenaars naar Zoetermeer; J. v. d. Hoek naar Nootdorp; J.W. Rijkers naar Den Haag; C.M. Kouwenhoven naar Monster; D.B. Oskam naar Oostvoorne; D.A. Griffijn naar Delft; A.J. v. d. Meer naar Nootdorp; P.J. Paulusse naar Den Haag; C. Hoogenboezem naar Delft; v. d. Stap naar Delft. Ingekomen zijn: J.P. van Velzen van Zoetermeer; H. Kerkvliet van Den Haag; N. Verhoeff van Zoetermeer; A. v. d. Enden van Overschie; J. Fresco van Voorburg; M. C. Lubsen van Amsterdam; M. L. Otting van Delft; Joh. Bos van Delft; A.H.A. Dolman van Heiloo; C.G. Oskam van Utrecht, P. Kars van Rotterdam; A.M.O. Cohen van Overschie; R. Wermeester van Rotterdam; G. Zwaans van Rotterdam; H.L. Bruns van Delft [Delftsche Courant 24 augustus 1937, blz. 8]. 
Op 25 augustus 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Maria Catharina Anna Ammerlaan, dochter van P.A.G. Ammerlaan en C.J. Schinkel; Antje Bazuin, dochter van A. Bazuin en M. v. d. Elst. Clazius de Bie, zoon van H.J. de Bie en J. van Door. Overleden zijn:W. Koetsier, 87 jaar. J. Boer, 81 jaar. Getrouwd zijn: Corn. S. de Jong, 24 jaar, en A. Huisman, 22 jaar .[Delftsche Courant 25 augustus 1937, blz. 8].
Op 2 september 1937 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren: Peter Rook, zoon van L. Rook en A. van den Berg; Martinus Tieleman van Diepen, zoon van J. van Diepen en M. v. d. Toolen; Pieter Leendert van Buitenen, zoon van J. van Buitenen en P. de Ruyter; Ludewina Wilhelmina Tas, dochter  van W. Tas en L. Ruygt; Jacoba van der Elst, dochter van C. v. d. Elst en M. Muilwijk [Delftsche Courant 2 september 1937, blz. 3]
Op 2 september 1937 gaat de 24-jarige G. Krijger in Rotterdam in ondertrouw met de 21-jarige jongedochter G.H. van den Berg uit Rotterdam [Rotterdamsch Nieuwsblad 3 september 1937, blz. 7]


Op 3 september 1937 wordt gemeld dat  A.J. van der Meer is verhuisd van Pijnacker naar Nootdorp, Veenweg 14  [Delftsche Courant 3 september 1937, blz. 11]
Op 5 september 1937 wordt geboren Johannes Jacobus Ammerlaan
Jacob Willem de la VieterOp 8 september 1937 wordt in Pijnacker Jacob Willem de la Vieter geboren. Hij is een zoon van Adriaan de la Vieter [1905 Boma-...] en Jacoba Burki [1906 Den Haag]. ……………………………….-Jacob is ….
BRONNENinternetGA Den Haag
Op 11 september 1937 wordt gemeld dat broodbakker R.J. van Dam is verhuisd van Delft, Vlamingstraat 26, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat  28; M. G. Tetteroo is verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 78, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 28 [Delftsche Courant 11 september 1937, blz. 11]
Op 11 september 1937 overlijdt in Bethel te Delft de in Pijnacker, Westlaan 23, wonende Adriana van Buijsen [Delftsche Courant 13 september 1937, blz. 4]
Op 13 september 1937 wordt gemeld dt J. F. van Dorp met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Zoetermeer en W. Jongerius van Zoetermeer naar Pijnacker [De Nederlander 13 september 1937, blz. 8; Delftsche Courant 14 september 1937, blz. 2]
Op 16 september 1937* wordt in Pijnacker Hans van der Horst geboren. Hij is een zoon van ...van der Horst en ... van der Horst- van Manen [CBG Verzamelingen fa; De Avondpost 17 september 1937, blz. 5]
Op 18 september 1937 wordt bericht dat de melkverkoper A.C. Hazeu met zijn gezin is verhuisd naar Delft, Noordeinde van Delfgauw 60, vanuit Pijnacker; de chauffeur Chr. Verburgh is verhuisd naar Delft, Gasthuislaan 142. vanuit Pijnacker; E.J. Monster-Vermaas vanuit Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 142; de veehouder J. H. van Veen is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oostblok 40 [Delftsche Courant 18 september 1937, blz. 10]
Op 20 september 1937 wordt vermeld dat in Pijnacker zijn geobren: Wilhelmina Maria, van der Hulst,  dochter van S. van der Hulst en C. van Leeuwen; Johannes Jacobus, Ammerlaan, zoon van P. Ammerlaan en C. Olsthoorn; Arnoldus Wilhelmus de Winter, zoon van F. de Winter en M. van Leeuwen; Theodorus Johannes Antonius Kouwenhoven, zoon van C. Kouwenhoven en M. Hoogendijk; Jacobus Wilhelmus van Rijn, zoon van J. van Rijn en A. van Vliet; Jacob Willem de la Vieter, zoon van A. de la Vieter en J. Burkt. Ondertrouwd zijn: P. de Engelsman en A. Dobrai  [Delftsche Courant 20 september 1937, blz. 3]
Op 24 september 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn ondertrouwd: W. van der Ende en C.J. Koppert. Bevallen zijn: N. Neeleman-Neeleman van een dochter; J.A.F. van der Lans-Duijnisveld van een zoon; M Sonneveld-van der Kijk van een zoon; J.J. H. van der Horst-van Manen van een zoon.. Overleden is: A. van Buijsen, 77 jaar [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6] 
Op 25 september 1937 verhuist de remonstrantse accountant W. Zwaan met gezin van Pijnacker, Westlaan 52, naar Dordrecht, Ceramstraat 84. Daar houdt hij ook kantoor [De Dordrechtsche Courant 29 september 1937, blz. 1; De Dordrechtsche Courant 5 oktober 1937, blz. 5]
Op 28 september 1937 wordt gemeld dat A. Huijsman is verhuisd van Pijnacker Hesselt van Dinterlaan 9 naar Schipluiden D98; A. de Vetten is verhuisd van Schipluiden B50 naar Pijnacker, Noordweg 38 [Delftsche Courant 28 september 1937, blz. 9]
Op 30 september 1937 wordt gemeld dat J.C. v. d. Kley is verhuisd van Zoetermeer naar Pijnacker [De Nederlander 30 september 1937, blz. 7]
Op 1 oktober 1937 wordt gemeld dat in Vlaardingen, Trekkade 51, is komen wonen de uit Pijnacker afkomstige J.N. van Adrichem, tesamen met de uit Rijswijk [Z.-H.] komende mej. C.J. W. van Adrichem [Nieuwe Vlaardingsche Courant 1 oktober 1937, blz. 6]
Op 3 oktober 1937* zijn M. Boerefijn en F. de Haan 25 jaar getrouwd. Ze wonen Oude Leedeweg D72. [CBG Verzamelingen fa; De Standaard 18 september 1937, blz. 14]
Op 4 oktober 1937 wordt gemeld dat de 24-jarige Pieter Mast uit Pijnacker in Overschie is getrouwd met de 24-jarige Wilhelmina Treurniet uit Overschie [De Maasbode 4 oktober 1937, blz. 11]
Op 5 oktober 1937 wordt gemeld dat A. Huijsman is verhuisd van Pijnacker, Hesselt van Dinterlaan 9, naar Schipluiden D98; C.J. Koppert is verhuisd van Pijnacker F3 naar Schipluiden D17 en A. de Vetten, van Schipluiden B50 naar Pijnacker, Noordweg 38 [Delftsche Courant 5 oktober 1937, blz. 10]
Op 6 oktober 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Cornelis van Erven, zoon van H. van Erven en G. Franke; Gerarda Elizabeth Theresia van der Hoeven en Wilhelmus Antonius Petrus van der Hoeven, dochter en zoon van A. van der Hoeven en J. Hoogendijk; Willem van Aalst, zoon van G. van Aalst en J. Westhoek; Anna Maria van Bostelen, dochter van P. van Bostelen en P. Stekelenburg;; Johanna van Beek, dochter van A. van Beek en J. van Paassen. Ondertrouwd zijn F. Louwerse en N. van der Stoep. Getrouwd: W. van den Ende en C. Koppert [Delftsche Courant 6 oktober 1937, blz. 9]
Op 6 oktober 1937 gaat Pieter Schuurman Hess uit Delft, Buitenwatersloot 124  in ondertrouw met Sophia Wilhelmina Bos uit Pijnacker, Westlaan 15. De inzegening van het huwelijk zal plaatsvinden op 20 oktober 1937 om 14.30 uur in Pijnacker door de weleerwaarde Heer ds. G.J. van Dingstee. Het toekomstige adres is Jacob Catsstraat 64 in Delft [Delftsche Courant 6 oktober 1937, blz. 3]
Op 18 oktober 1937 wordt bericht dat de glas-in-loodwerker C.A. Jongeneel met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Molslaan 37; fabrieksarbeider G. van Battum is verhuisd van Delft, Gasthuislaan 45, naar Pijnacker, Delfgauwseweg E145; fabrieksarbeider W.J. v. d. Schot is verhuisd van Delft, Beestenmarkt 14, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 24 [Delftsche Courant 18 oktober 1937, blz. 8]
Op 19 oktober 1937 woont C. Noordermeer op het adres Emrnadwarsstraat 6, Pijnacker.[De Volkskrant 19 oktober 1937, blz. 3]

Op 23 oktober 1937* wordt Marcus de Koning kerkelijk meerderjarig. Het gezin woont Emmastraat 40  [CBG Verzamelingen fa]


Op 23 oktober 1937 wordt bericht dat tuinder T. van Dijk is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Hugo van Rijkenlaan 13; L. van Es van Pijnacker naar Delft, Oude Delft 173; bakker A. Hilkhuijsen van Pijnacker naar Westerstraat 40 [Delftsche Courant 23 oktober 1937, blz. 8]
Op 23 oktober 1937 wordt gemeld dat de bouwkundig ingenieur P.J. de Gruijter is verhuisd van Pijnacker naar Zwolle, van Nagellstraat 11 [Overijsselsch Dagblad 23 oktober 1937, blz. 7] 
Op 26 oktober 1937 overlijdt in Pijnacker “na een langdurig en smartelijk lijden” de 60-jarige Jacoba van Buijtene-Hazeu [Delftsche Courant 26 oktober 1937, blz. 4]
Op 26 oktober 1937 wordt gemeld dat de 68-jarige Marijntje van der Schee in Delft is overleden. Ze is de echtgenote van A. den Braver.. Ze wonen in Pijnacker, Kerkweg 69 [De Volkskrant 26 oktober 1937, blz. 3].
P. IlmerOp 19 oktober 1935 vestigt de in Ermelo geboren civiel landmeter P. Ilmer zich in Oosterbeek, Utrechtseweg  91. Op 28 oktober 1937 vertrekt hij naar Pijnacker [Arnhemsche Courant 29 oktober 1937, blz. 10]
Op 31 oktober 1937 overlijdt in Delft de 64-jarige in Pijnacker wonende Willemijntje van der Ende. Ze is de weduwe van D. Dijkshoorn [Delftsche Courant 2 november 1937, blz. 2]
Op 1 november 1937 wordt gemeld dat S.W. Bos is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Jac. Catsstraat 64 [Delftsche Courant 1 november 1937, blz. 4]
Op 5 november 1937 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: G. Glintmeijer naar Bergschenhoek, A. Degenhardt naar Delft, K. Lekkerkerk en M. A. Kouwenhoven naar Rijswijk, F. I. v. d. Burg naar Waddinxveen, L. van Es naar Delft, C. A. Jongeneel naar Delft, G. C. Opdam naar Stompwijk, P. J. de Gruyter naar Zwolle, T. van Dijk naar Delft, C. C. Oskam naar Overschie, E. A. Verleun naar Den Haag, A. C. Schuurmans naar Berkel, J. van Dijk naar Hazerswoude, J. van Blitterswijk naar Delft. Ingekomen zijn: S. Verweer van Lopik, A. Vonk van Voorschoten, E.G.M. Kuyten van Berkel, L.M. Verburg van Nootdorp, B.J. van Scheyndel van Bergschenhoek, M.H. Vermasen van Overschie, A. van Winden van Berkel, J. Dam van Stompwijk, G. van Battum van Delft, G. Daamen van Overschie, C. Koornneef van Berkel, W.J. v. d. Schot van Delft, C.C. de Jager van Leeuwarden, M. du Chattel van Amersfoort, D.H. Zonnevijlle van Rotterdam.  [Delftsche Courant 5 november 1937, blz. 11]
Op 6 november 1937 wordt gemeld dat de metaaldraaier A.A. de Jel met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Bagijnhof 82; de arbeider F.A.C. van Lier is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oosteinde 87 [Delftsche Courant 6 november 1937, blz.11]
Wim StensOp  12 november 1937wordt in Pijnacker geboren Wilhelmus Gerrit Stens geboren. Roepnaam Wim. Hij is een zoon van Wilhelmus Gerrit Stens (1905-1998) en Hendrika Johanna Heere (1904-1998). ...............................-Wim overlijdt op....2002 in VoorburgBRONNENliteratuurAnnette Theeuwsen-Kardol, De Stationsstraat in Pijnacker, Pijnacker 2014, blz. 369
Op 15 november 1937 wordt bericht dat zich in Pijnacker hebben gevestigd G. van Leeuwen, B186 vanuit Nootdorp, Dorpsstraat 97; M. Maan, A87 vanuit Schiedam, Nieuwe Maasstraat 20; J. Eikelenboom, B103 vanuit 's-Gravenhage, Pansierstraat 6; J. Paauwe, A164a vanuit De Lier, Wilhelminastraat E30. Vertrokken is: P. Dijkshoorn, van A96 naar Zwijndrecht, Ondijksche rijweg 225e [Delftsche Courant 15 november 1937 blz. 3]. 
Heden 19 november 1937 overleed tot onze diepe droefheid, na een korte ongesteldheid, tijdig voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden, onze goede, zorgzame Moeder, Behuwd- en Grootmoeder, Mejuffrouw Johanna de Vreede, weduwe van de Heer  Arnoldus van Bregt in de ouderdom van 79 jaar. Pijnacker: H. J. van Bregt; Delfgauw: C. M. D. van Bregt-van der Meer en kinderen; Kerkrade: Th.G. van Bregt, J.A. van Bregt-Sassen Clingh; Delfgauw: J. J. Duijndam-van Bregt, H. A. Duijndam en kinderen; Delft: S W.P. van Bregt. Delft, 19 november 1937, Delfgauwseweg 93.Bidden in het Cenakel Simonsstraat op Zaterdag, Zondag en Maandagavond 20.00 uur. De H.H. Uitvaartdiensten zullen gehouden worden in de Parochiekerk H. Sacrament, Simonsstraat, op dinsdag 23 november 1937. De gelezen H.H. Missen 7.30-8.15 uur, en te 10.00 uur de gezongen H. Mis van Requiem, waarna S I begrafenis vanuit de kerk [Limburger Koerier 20 november 1937, blz. 3]
Op 22 november 1937 wordt gemeld dat de broodbakker L. H. Dijkgraaf met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Frederik Hendrikstraat 2; J.H.A. de Jong, loswerkman, van Delft, St. Olofslaan 11, naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E213; de kruideniersbedeinde J.H.G. Nadorp, van Delft, Voorstraat 94a, naar Pijnacker, Stationsstraat 54 [Delftsche Courant 22 november 1937, blz. 2]
Tiny van der KooijOp 24 november 1937 wordt in …. Tiny van der Kooij geboren. Ze is een dochter van …. Tiny trouwt op in met … Kleijn. Hij is geboren op…. Hij is een zoon van ….…………………………………………..=Tiny overlijdt op 30 december 2013 in…. =ze is begraven in Pijnacker op de Sint JanshofBRONNENgeraadpleegde bronnenFamilySearch [Pijnacker, Documenten, blz. 6]internet FamilySearch

Op 26 november 1937 wordt gemeld dat uit deze gemeente zijn vertrokken: J.A.P. Muulink, naar Amsterdam; L.N. Dijkgraaf, naar Delft; A.J. Fransen, naar Rijswijk; H.G. v. d. Meer, naar Veur; Ingekomen zijn: T.M. Gilhuis vanuit Utrecht; P.P. v. d. Ende vanuit Monster; J. v. d. Bulk vanuit Berkel en J. v. d. Sman vanuit Berkel [Delftsche Courant 26 november 1937, blz. 7].
Op 6 december 1937 wordt gemeld dat G.N. van der Stap met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Willemstraat 60; koperslager W. Lustig verhuisde met zijn gezin van Pijnacker naar Delft, Crommelinlaan 8 [Delftsche Courant 6 december 1937, blz. 6].
Op 8 december 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker in ondertrouw zijn gegaan: H. van Kampen Jr, Oude Leede D142 en H.A. Meurs, Vlielandseweg 4 [Delftsche Courant 8 december 1937, blz. 4]        
Op 11 december 1937 wordt gemeld dat de smid A.F.A. Gordijn is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oude Langendijk 5 [Delftsche Courant 11 december 1937, blz. 7]
Op 15 december 1937 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn getrouwd L. v. d. Mark en W. P. van der Kleij. Geboren zijn: Alida Cornelia Wilhelmina Bernadina de Roo, dochter van A. de Roo en M.M. Overgaag; Catharina Wilhelmina Johanna Kleijn, dochter van J. Kleijn en C. Henneken [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8].
Op 15 december 1937 wordt bericht dat de navolgende personen zich in de gemeente hebben gevestigd: C. Fehres vanuit Rotterdam; C. van Zweden vanuit Rotterdam, en L. Kastelein vanuit Waarden. Vertrokken zijn: C. Roozenboom naar Naaldwijk; P. Willemsteijn naar Delft; G. v. d. Stap naar Delft, en W. Lustig naar Delft [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 3]
Op 20 december 1937 wordt gemeld dat slager W. van Baarle is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Vlouw 19; timmerman C. Dijkshoorn is verhuisd van Delft, Verlengde Singelstraat 66, naar Pijnacker, Ackersdijk D276; dienstbode A.F. Rebel, is verhuisd van Delft, Oostsingel 180, naar Pijnacker, Westlaan 32 [Delftsche Courant 20 december 1937, blz. 10].
Op 21 december 1937 wordt gemeld dat A. de Vetten is verhuisd van Pijnacker, Noordweg 38 naar Schipluiden B50; P.C. Bettings is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker, B 30 naar Schipluiden C37. [Delftsche Courant 21 december 1937, blz. 7Pieter BronmeijerOp  24 december 1936 wordt  Pieter Bronmeijer in Pijnacker geboren. Hij is een zoon van J. Bronmeijer en E.G. Bronmeijer-van Reeuwijk..................................-op 24 april 1944 overlijdt Pieter in Pijnacker op 7-jarige leeftijd. -het gezin woont in 1944 op het adres Delftsestraatweg 113 in Pijnacker
BRONNENkrantenDelftsche Courant 22 april 1944, blz. 1
Op 24 december 1937 wordt bericht dat bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam,eerste kamer, van 15 november 1937 het huwelijk, bestaan hebbende tussen Maria Josephina Jacobina Cornelia Roumen, wonende te Rotterdam, verblijvende te Pijnacker, en Pieter Marie Weeda, wonende te Rotterdam, door echtscheiding is ontbonden verklaard, zulks met alle gevolgen daaraan door de wet verbonden. Rotterdam, Leuvehaven 64. De Procureur van eiseres, mr. E. van Haersma Buma [Ned. Stcrt 24 december 1937, nr. 249, blz. 6]
In ’s-Gravenhage is op woensdag 24 december 1937 in de ouderdom van 75 jaar overleden dominee C.A. de Bruin, emeritus predikant van de Nederlands Hervormde Kerk, laatstelijk te Pijnacker, waar hij van 1894 tot 1930 het Woord heeft bediend. Voordien stond hij enige jaren in ’t Woud. De begrafenis zal plaats vinden maandagmiddag om 13.15 uur op Nieuw Eik en Duinen, nadat Ds. K.H.E. Gravemeijer in het sterfhuis een rouwdienst heeft geleid [De Standaard 24 december 1937, blz. 4].
Op 27 december 1937 wordt gemeld dat de leerling verpleegkundige T. Rip is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oostsingel 180 [Delftsche Courant 27 december 1937, blz. 2]
In 1937 wordt geboren Hanny van der Does. Ze overlijdt op 26 oktober 1992 in Pijnacker. Ze woont op het adres Oude Leedeweg 19, 2641 NL Pijnacker.Zus Jo getrouwd met een De Vogel                                    Zus Nel met een van den BergBroer Cor getrouwd met Miep Treurniet Zus Rina
In 1937 verhuist Jacob Fresco van Rotterdam naar Pijnacker. Roepnaam Jacques. Hij is in 1920 getrouwd met Wilhelmine Herborn [1896-1966]. Roepnaam Ottilie