ALGEMEEN

bedrijven

Op 10 februari 1921 adverteert de smid Massar uit Pijnacker met tuindersgereedschappen.

Van 18 februari 1921 is de volgende advertentie. ''Het hoogst in voortreffelijke eigenschappen en het laagst in prijs zijn de autogene apparaten van de N. V. Nederlandsche Fabriek van autogene snij- en lasch-apparaten te Pijnacker. Telefoon No. 12. Bijantoor Den Haag, Adelheidstraat 250 Tel. B. Z. 1147. Complete autogene lasch-installaties vanaf ƒ 185,-. Grote voorraad in onderdelen, Slang, Houtskoollaschijzer, Laschgietijzer, Laschpoeders enz. Reparatie-Inrichting voor alle autogene apparaten. Manometers, electrische apparaten en andere werktuigen.

Nadat te Pijnacker, bij Delft, een 40-tal ingezetenen zich aangesloten hadden bij de R. K. Coöp. Verbruiksvereeniging „Ons Doel" te Delft, omdat de prijzen van de winkelwaren zo hoog bleven, zijn in april 1921 plotseling de prijzen gedaald. 

Door het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw is aan J. Noordam onder voorwaarden vergunning verleend om enige percelen land in die polder te vervenen. G.S. heeft op 3 december 1920 één van de voorwaarden vernietigd. Het polderbestuur is tegen dit besluit in beroep gekomen bij de Raad van State. De zitting vindt plaats op 29 juni 1921.

Op 21 juli 1921 biedt kuiperij P. Wagenborg & Co, gevestigd bij het station Pijnacker, watervaten en spoelingkuipen.

Op 3 oktober 1921 is in de etalage van B. Duiverman te zien PAX schoencreme, PAXOL schoencreme en PAX meubelwas, linoleumwasen poetspommade

Op 13 december 1921 wordt gemeld dat aan Carel Bruijnis eervol ontslag is verleend bij de lasapparatenfabriek. Enig directeur is voortaan Chr. Kentie.

Op 29 december 1921 is aan de heer E.. Harkema, door burgemeester en wethouders vergunning geweigerd voor het plaatsen van een stoomketel tot reiniging van ledige vaten. De heer Harkema is in hoger beroep gegaan bij de Kroon. 

belastingen

De Minister van Financiën maakt bekend, dat op 11 januari 1921 door de ontvanger der registratie te Delft is ontvangen per post uit Pijnacker een bedrag van f 300, met een begeleidend schrijven, luidende: „Van N.N.  Gewetensgeld voor het Rijk". 

Donderdag 27 januari 1921 vergaderde de raad. Vastgesteld wordt het kohier van de schoolgelden over het eerste kwartaal. Besloten wordt de nalatige belastingbetalers zo spoedig mogelijk te vervolgen.

De raad der gemeente Pijnacker komt op 17 maart 1921 bijeen. Er wordt besloten met ingang van 1922 het innen van de plaatselijke inkomstenbelasting door het rijk te laten geschieden. Na sluiting van de openbare vergadering gaat men over tot een besloten vergadering ter behandeling van de reclames m.b.t. de hoofdelijke omslag.

De raad der gemeente Pijnacker vergaderde op 17 oktober 1921. Na behandeling van de agenda wordt de openbare vergadering gesloten en overgegaan tot een vergadering met gesloten deuren ter vaststelling van het kohier van den hoofdelijke omslag. 

De raad der gemeente Pijnacker vergaderde op 17 oktober 1921. Op voorstel van de voorzitter wordt een commissie benoemd van 3 leden, namelijk de heren J. C. J. van der Leeuw, P. van Buijsen en P. Zeeuw, om van advies te dienen tot het vaststellen van een verordening op de heffing van schoolgelden. 

De raad van Pijnacker vergadert op zaterdag 29 oktober 1921. Door de commissie van advies inzake de schoolgeldregeling worden drie verschillende tarieven van schoolgeld voorgesteld. Na breedvoerige bespreking wordt het tarief dat tussen het hoogste en het laagst voorgestelde is met 9 tegen 2 stemmen aangenomen. Dit tarief is per jaar voor één kind naar een inkomen van ƒ 1000 tot ƒ 1200 f 3,12. Het tarief klimt geleidelijk op. Bij een inkomen van f 9.000 tot f 10.000 bedraagt het schoolgeld voor één kind f 67,50. Voor het 2e, 3e, 4e en 5e kind uit hetzelfde gezin wordt een vermindering toegestaan van 20%, 40%, 60%. Het schoolgeld voor het vervolgonderwijs wordt vastgesteld op 30 cent per maand en per leerling. Bij de behandeling van deze tarieven deelt de voorzitter mede, dat alle schoolgelden, ook die van de bijzondere scholen, in 1922 in de gemeentekas vloeien, waar tegenover staat dat het onderhoud van de bijzondere scholen ook ten laste der gemeente is en dat in 1922 voor het onder|wijs buiten de jaarwedden nodig zal zijn ruim ƒ 21.000. Hierna wordt de verordening op de heffing en de invordering der schoolgelden vastgesteld.

De gemeenteraad vergaderde in december 1921. In verband met de wijziging van de Gemeentewet werd besloten geen opcenten te heffen op de rijksinkomstenbelasting, doch de heffing van den hoofdelijken omslag volgens het progressieve stelsel van thans te houden, terwijl de verordening in deze geest volgens de 'nieuwe rijkswetten opnieuw zullen worden vastgesteld en aan de Kroon ter goedkeuring worden toegezonden. 

burgerwacht

Daartoe opgeroepen door de commandant vond vrijdagavond 8 april 1921 een bijeenkomst plaats van leden der burgerwacht 0p het terrein van de conservenfabriek van de firma Blad. Het doel was te vernemen welke leden genegen waren om deel te nemen aan het schieten met scherp op de schietbanen te Delft en aan het prijsschieten dat binnenkort alhier zal plaatsvinden. Vooral door de onvoldoende publiciteit, die aan de oproep gegeven was, waren slechts weinig leden opgekomen, waarvan zich zeven opgaven voor het schieten op de banen aan de Oostsingel te Delft, waartoe de tweede en vierde zaterdagmiddag van elke maand de gelegenheid opengesteld wordt. Wat de prijswedstrijd betreft, daarvoor zal de volgende week opnieuw worden vergaderd. 

cultuur   

Op 28 januari 1921 wordt bericht dat het bestuur van de openbare leeszaal te Delft om de lust voor goede lectuur ook op het platteland op te wekken of te bevredigen en de veredelende werking er van te bevorderen, een correspondentschap in Pijnacker heeft opgericht. De heer H. Bezemer, hoofd van de openbare school no. 1, heeft zich welwillend als correspondent beschikbaar gesteld. Elken vrijdagavond van half 7 tot half 8 worden de boeken in één der schoollokalen op het dorp uitgereikt tegen een minimumcontributie van 50 cent. Ofschoon hier reeds lang een uitgebreide bibliotheek van de Christelijke Jongemannenvereniging bestaat, komen die boeken uit de aard der zaak meest onder een bepaalde kring van lezers, zodat de nieuwe gelegenheid niet overbodig mag worden geacht. Voorlopig hebben zich ruim 20 deelnemers aangemeld. 

Op woensdagavond 16 februari 1921 vond in de Christelijk Hervormde School in de Stationsstraat een uitvoering plaats van de gemengde Christelijke zangvereniging „Halleluja". De erevoorzitter, ds. C. A. de Bruin, opende de bijeenkomst met een woord van welkom tot het zeer talrijk opgekomen publiek en herinnerde er aan, hoe „Halleluja" op het concours van christelijke zanggezelschappen in Zuid-Holland, in oktober 1920 te Dordrecht gehouden, onder leiding van haar bekwame en ijverige directeur, de heer F. L. Blok, een eerste prijs mocht behalen. Na het zingen van Psalm 84, vers 6 door alle aanwezigen, bracht de vereniging vóór de pauze zes liederen ten gehore, waaronder vooral: .Zacht zingt de zee" en „Serenade van den Landsknecht" bijzonder voldeden, stukken die met veel maatgevoel en grote zuiverheid werden gezongen. Na de pauze volgden nog zeven liederen, terwijl de ernst van de zang, zowel vóór als na de pauze, werd afgewisseld door een tweetal luimige samenspraken voor acht personen, getiteld: ,,Mevrouw niet thuis"' en „Een soiree in de keuken". Beide werden vlot gespeeld, waarbij vooral de hoofdpersonen talent van uitbeelden toonden. Met dankgebed en het gezamenlijk zingen van Gezang 180, vers 5 werd de uitvoering besloten en tegen elf uur gingen de bezoekers zeer voldaan huiswaarts. De avond was een succes, zowel voor de directeur als voor de zangers en zangeressen. 

Woensdagavond 9 maart 1921 vond in de Chr. school der Nederlands Hervormd gemeente in de Stationsstraat een uitvoering plaats van onze Chr. muziekvereniging ,,Excelsior", onder leiding van de heer C. P. den Breejen uit Rotterdam. Dit fanfarekorps is onder zijn wakkere directeur in de laatste tijd hard vooruit gegaan en behaalde in de bondswedstrijd voor christelijke muziekgezelschappen in Zuid-Holland, verleden zomer hier gehouden, den eerste prijs in de derde afdeling. Met een koraal Psalm 68 vers 10 werd de uitvoering geopend, waarop de erevoorzrtter, ds. C. A. de Bruin, een welkomstwoord tot het talrijk opgekomen publiek sprak. Van de zes stukken vóór de pauze vonden no. 3 "La fiancée", fantaisie, en no. 4 ''L'oiseau-mouche", solo voor saxophone-alto, de meeste bijval. Van de vijf nummers na de pauze verwierf in het bijzonder no. 8 „Vieux camarades", een mars, veel applaus. Twee Iuimige samenspraken: ,,De burgerwacht van Knappelveer" en ,,De gouden bruiloft van Hein en Trui" gaven een aangename afwisseling. Tegen elf uur gingen de bezoekers wel voldaan huiswaarts. 

Op 16 mei 1921 wint Hallelujah op een concours in IJsselmonde de tweede prijs B met 268 punten. Excelsior behaalt daar met 282 punten een tweede plaats in de eerste afdeling fanfare.

In mei 1921 behaalt het mandolinegezelschap Concordia de eerste prijs B in de derde afdeling tijdens een concours in Diligentia in Den Haag.

Op 29 juni 1921 wint Hallelujah bij de in Dordrecht gehouden Christelijke zangwedstrijden een derde prijs bij de tweede afdeling (gemengde koren). Dirigent is de heer J. L. Blok.[De Dordrechtsche Courant 30 juni 1921 blz. 5] 

Op 15 juni 1921 wordt gemeld dat de Ned. Hervormde kerk in Pijnacker zich mag verheugen in het bezit van een kostelijk zilveren avondmaalstel, haar geschonken door de vrijvrouwen van Ruijven in 1707.   Ruijven, vroeger een afzonderlijke heerlijkheid, maakt thans het Z. W. deel van onze gemeente uit. Het bedoelde avondmaalstel bestaat uit één grote en twee kleine broodschalen en twee bekers. De beide schenkkannen van pleetzilver en de twee tinnen offerbussen zijn van later datum en behoren niet bij het geschenk. Op elk van de kleine broodschalen staat: ,,Maritien Maertensd. van Ruijve" met klimmende leeuw. Op de grote schaal: Ten dienst Pijnacker's Kerck, en stichtinghe der Vroome Is deze gift uijt liefd' van Ruijvens Hant gekoome. Anno 1707. Op deze schaal is mede een klimmende leeuw aangebracht met versierde rand. De beide geciseleerde bekers prijken met twee vogels en het opschrift: ,,Komt toe de Kerck tot Pijnacker." Aan de onderkant boven het zilvermerk staan de letters G. C. C. en er onder G. C. H. 

De Rotterdamsche Mandoline Club en de Mandolineclub „Concordia", laatstgenoemde uit Pijnacker en beide werkende onder de directie van de heer H. Smits Jr., hebben op 28 juni 1921 van haar kunnen doen blijken op een in „Imperial" aan de Kruisstraat in Rotterdam gegeven uitvoering. De zaal was nagenoeg geheel met belangstellenden gevuld, die met grote aandacht de verschillende instrumentale verrichtingen hebben gevolgd en het de musicerende dames en heren niet aan bijvalsbetuigingen hebben doen ontbreken. Pianospel en voordrachten wisselden de mandolinemuziek af. 

Onze zangvereniging ,,Halleluja". directeur de heer J. L. Blok, hoofd der Herv. Chr. school, behaalde op het woensdag 29 juni 1921 te Dordrecht gehouden concours van de bond van chr. zanggezelschappen in Zuid-Holland een 3e prijs in de 2e afdeling. Geen der mededingende verenigingen bracht het verder dan tot een 3e prijs, wel een bewijs van de hoge eisen en de strenge beoordeling der jury.  

Ons fanfarecorps „Excelsior", dat bij een vorige wedstrijd de eerste prijs in de tweede afdeling behaalde, zal deelnemen aan het concours van de Hollandse bond van Chr. harmonie- en fanfaregezelschappen, hetwelk op 10 augustus 1921 gehouden wordt op het landgoed Velserduin tusschen Velsen en IJmuiden. 21 vereenigingen zijn ingeschreven met 550 muzikanten. Na het kampen in de afdelingen heeft een marswedstrijd plaats, waaraan 8 en een Lecture a vue, waaraan 5 verenigingen deelnemen. 

Ons fanfarecorps „Excelsior" behaalde op het concours van de Hollandse bond van Chr. harmonie- en fanfaregezelschappen, dat woensdag op het landgoed Velserduin tusschen Velsen en IJmuiden gehouden werd, de 2e prijs in de 1e afdeling met 183 punten. Verleden jaar, toen het concours van die bond hier plaats had, won „Excelsior" de 1e prijs in de 2e afdeling. zodat van een mooie prestatie mag gesproken worden en tot grote voldoening van de wakkere directeur, de heer Den Breejen van Rotterdam. Door het late uur konden onze muzikanten tot hun spijt niet deelnemen aan den marschwedstrijd, waarbij zij het vorige jaar een 2e prijs behaalden. 

De R.-K. toneelvereniging "Sint Augustinus" geeft op 6 en 7 november 1921 in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan een uitvoering, die volgens de aankondiging zeer interessant en amusant belooft te worden. Het programma vermeldt: vóór de pauze opvoering van een drama in twee bedrijven, getiteld: „Guzmans zonen". De R.-K. voetbalvereniging stelt een medaille beschikbaar voor de beste speler, te beoordelen door de toeschouwers, die bij het binnenkomen van de zaal daarvoor een stemkaart ontvangen. Na de pauze komt een blijspel in twee bedrijven, getiteld; ,,Baron van Froschbein of het levende portret", terwijl aan de bezoekers „een reuzen-verrassing'' zal worden bereid direct na de pauze. Het ziet er waarlijk veelbelovend uit, vooral voor onze dorpelingen, die op dat punt nog niet verwend zijn.

Woensdagavond 23 november 1921 vond in de Chr. school der Ned. Herv. gemeente aan de Stationsstraat de eerste uitvoering plaats in het winterseizoen van de Chr. muziekvereniging „Excelsior", onder de leiding van de directeur, de heer C. P. den Breejen van Rotterdam. Daar tegelijkertijd een zanguitvoering te Delfgauw werd gehouden, waren de lokalen niet zo geheel gevuld als anders het geval was. Het programma vermeldde vijf nummers vóór en vijf na de pauze en werd ingezet met een koraal Psalm 68:10. Daarna had de opening plaats met een welkomstwoord van de ere-voorzitter ds. C.. A. de Bruin, die de bezoekers veel muzikaal genot wenste en herinnerde aan de overwinningen, reeds in menige wedstrijd door „Excelsior" behaald onder de leiding van haar wakkere, bekwame directeur. Onder de nummers vóór de pauze muntte vooral uit no. 5: „Vieux camarades", een mars, gearrangeerd door E. Larue en na de pauze trokken het meest de aandacht no 6 l' Ouverture "Marie Henriette" van L. Montagne en no. 8 „L 'Echo du bois" van V. Gallin. Het eerste deel der uitvoering 'werd besloten met een koraal, Gez. 3:1. terwijl terstond na de pauze prachtige tableaux voorstellende: de terugtocht der Hollandse grenadiers uit Rusland in 1813, zeer veel bijval inoogstten. De vereniging heeft door deze eerste uitvoering wederom haar goede naam gehandhaafd.

evenementen

Evenals in vorige jaren zal door de Chr. Jongemannenvereniging alhier, wederom in de Chr. Hervormde school aan de Stationsstraat een bazar gehouden worden, tot stijving van het fonds voor de stichting- van een eigen gebouw en wel van 1 tot en met 5 augustus 1921. Op maandag 1 augustus 1921 heeft des avonds om half 8 de officiele opening plaats door de erevoorzitter van de vereniging ds. C. A. de Bruin; het is tevens een thee- en bloemenavond. Op Dinsdag, Woensdag en Donderdag is de bazar geopend des namiddags van 2—5 uur en des avonds van 7½ —10½ uur, terwijl op vrijdagavond de uitslag van de verlotingen en wedstrijden bekend gemaakt wordt en sluiting van de bazar zal plaats hebben. De Chr. zangvereniging „Halleluja" heeft haar medewerking toegezegd en ook zal er pianomuziek weerklinken. Op de bazar kunnen de bezoekers aan verschillende spelen deelnemen, zooals sjoelbakken, electriseren, Amerikaansche hoepla, grabbelton. Er zal een schietbaan zijn voor het schieten met geweer, een grote verloting zonder nieten tegen 50 ct het lot met een prachtige hoofdprijs, popverlotingen, kaasverloting, raden naar de opbrengst van de bazar, enz. Onderwijl zullen jongedames thee, limonade, fruit en andere verversingen tegen een goede prijs te koop aanbieden. Indien het bezoek even buitengewoon is als verleden jaar, dan kan de Chr. Jongemannenvereniging weer een grote stijging van haar fonds verwachten. De opbrengst was f 1260 

Op 9 augustus 1921 heeft Delfgauw Oranjefeesten gehouden. Van verschillende huizen wapperden vlaggen. Aan de ingang van het buurtschap stond een prachtig versierde erepoort. 's Morgens hadden op een terrein kinderfeesten plaats met wedstrijden in het zaklopen, turfrapen etc. 's Middags was er een ringrijderij. Bij het ringrijden werd de le prijs behaald door A. Marel, 2e prijs W. Hazeu, 3e prijs A. Hogervorst, 4e prijs P. van Wijk, 5e prijs W. de Bruin. Voor de mooist versierde tilbury, 1e prijs A. Poot, 2e prijs W. Hazeu. Ringrijden op de fiets: le prijs mej. Veldhuis, 2e prijs mej. Lena de Bruin, 3e prijs P. van Vliet, 4e prijs M. Bakker, 5e prijs mej. N. van Vliet, 6e prijs mej. Greta van Eik, 7e prijs L. Rip, 8e prijs J. van Geest. Op het feestterrein stonden verschillende vermakelijkheden, o.a. een draaimolen. 's Avonds was er bioscoopvoorstelling waar verschillende komische films werden vertoond, 's Middags bracht de burgemeester een bezoek aan het feestterrein. De gehele avond heerste er een vrolijke feeststemming en alles verliep zonder de minste wanordelijkheid. De heer A. van Velzen, die zich bij het organiseren van deze feesten bijzonder verdienstelijk had gemaakt, komt een woord van hulde toe. 

De Oranjefeesten, op 23 en 24 augustus 1921 gehouden op een zeer geschikt, maar wat afgelegen terrein aan de Noordweg, hadden een prettig, ordelijk verloop en trokken heel wat bezoekers. Dinsdag hielden de leerlingen van de vijf scholen, ongeveer 500 in getal, voorafgegaan door ons fanfarecorps ,,Excelsior" een kleurigen optocht door de verschillende straten, waarbij zij voor de woning van de burgemeester vaderlandse liederen zongen. Zij vermaakten zich verder onder leiding van het onderwijzend personeel met onderscheidene spelen op het feestterrein. De uitslag van de daarbij gehouden wedstrijden was als volgt: 

Onderwijl werden de scholieren rijkelijk op spijs en drank onthaald. Een donderbuitje met een korten maar flinke regen viel juist nadat de kinderen het terrein verlaten hadden. Overigens was het weer gunstig en voor de jeugdige deelnemers niet te warm en drukkend. Woensdag, werd door heerlijk, fris weer begunstigd. Reeds vroeg ontstond er levendigheid in ons dorp door de feestgangers, die van vele kanten kwamen opdagen. Op het feestterrein stonden allerlei tenten, n.l. voor verversingen en schietgelegenheden. Het meest trok een luchtschommel de aandacht, vooral door het hevig lawaai dat er bij gemaakt werd. In de muziektent deed zich des morgens en des middags ons fanfarecorps horen, terwijl des avonds een Haags gezelschap optrad. Behalve verschillende ringrijderijen hadden enige volksspelen plaats, zoals mastklimmen. tobbetjesteken en wedlonen met hindernissen. Heel aardig was de optocht van de meer dan 30 tilbury's met paren voor het ringsteken, waaronder enkele zeer fraai versierd waren en wederom voorafgegaan door de muziek. De uitslag der wedstrijden was als volgt:

Na de volksspelen kwam de gekostumeerde voetbalmatch aan de beurt. De jongelui hadden zich in heel mooie, zeer verschillende pakjes gestoken. Men zag o. a. een Urker, een matroos, een toreador, een Pruisisch Ulaan, een pierrot, een Spaanse edelman, een boertje, een politie-agent en zelfs een paar dienstmeisjes. Dat deze bijzondere kledij de kwaliteit van het spel niet verhoogde is begrijpelijk. Toen de duisternis gevallen was, had op het electrisch verlicht terrein tot slot van de feestelijkheden een bioscoopvoorstelling plaats van de Haagse bioscoopmaatschappij, die zeer in de smaak viel. Jammer, dat niet allen aangename herinneringen aan de feestdag hebben. Omstreeks 5 uur toch werd bij de winkelier B. D. in de Stationsstraat, terwijl de bewoners naar het feest waren, ingebroken, vermoedelijk door forcering van de achterzijde van het huis. Naar schatting werd voor ongeveer f 100 aan gouden en zilveren voorwerpen en geld ontvreemd. Van de dader of daders tot dusver geen spoor. Het was de enige wanklank in de goed geslaagde feestviering, waarvoor het bestuur en de commissarissen der Oranjevereniging alle lof toekomt.

De aloude in Pijnacker bestaande gewoonte, dat op 5 december, Sint Nicolaasavond, groot en klein van elken stand zodanig vermomd, dat zij zelfs door hun naaste familieleden niet te herkennen zijn, de huizen langs gaan om met veranderd stemgeluid te vragen, of er ook pakjes weg te brengen zijn, geraakt min of meer in onbruik. Ditmaal waren het alleen wat kleine jongens, die de traditie in ere hielden. De grotere gaan tegenwoordig liever de herberg binnen, voorzeker geen bewijs van vooruitgang der zeden. 

geslaagden

Op 16 februari 1921 slaagt mejuffouw C.A. de Bruin uit Pijnacker, leerlinge van een bijzondere kweekschool voor het onderwijs te Rotterdam voor het examen nuttige handwerken.

Op 12 mei 1921 slaagt in Rotterdam op de Chr. Kweekschool mej. Edith Stoorvogel voor het onderwijzersexamen lager onderwijs. Ze wordt per 1 jul 1921 benoemd tot onderwijzeres aan de Chr. school te Benthuizen

Op 20 mei 1921 slaagt A. de Gidts uit Pijnacker aan de Leidse universiteit voor het doctoraal examen in de rechtswetenschappen. 

Eind juni 1921 wordt de in Pijnacker geboren en aldaar wonende A. de Gidts na de verdediging van stellingen in Leiden bevorderd tot doctor in de rechtswetenschappen.

Op 1 juli 1921 slaagt A. Sonneveld uit Pijnacker in Leiden voor het kandidaatsexamen godgeleerdheid II

Op 9 augustus 1921 slaagt J.L. Blok uit Pijnacker in Den Haag voor het examen Hoogduitsche taal L.O.

Voor het op 20 en 21 september 1921 in Amsterdam vanwege de Vereeniging voor Verzekeringswetenschap gehouden examen, ter verkrijging van het diploma van kandidaat-aotuaris hebben zich aangemeld 11 aspiranten, waarvan 5 werden afgewezen. Geslaagd is o.a. mej. H. M. Franx, uit Pijnacker.

gezondheidszorg

Op 11 januari 1921 wordt gemeld dat te Delft het een verpleegde is gelukt, uit het krankzinnigengesticht te ontvluchten. Bij Pijnacker werd de ongelukkige door een veldwachter aangehouden en naar het gesticht teruggebracht. 

Op woensdagavond 23 februari 1921 vond in het café „De Kroon" van A. J. Schuring de algemene voorjaarsvergadering plaats voor de leden van de afdeling Pijnacker van ,,Het Groene Kruis". De nieuwbenoemde voorzitter, de heer P. van Buijsen, stelde zich als zodanig in zijn openingswoord aan de leden voor en herinnerde aan de grote verdiensten van zijn voorganger, onze burgemeester Jhr. J. K. Hesselt van Dinter, die van de oprichting af de vereniging in goede banen had geleid. Het jaarverslag van de secretaris wijdde in het overzicht van het leven der vereniging in 1920 de meeste aandacht aan de verleden jaar besloten samensmelting van het ,,Groene Kruis" met de „Wijkverpleging", teneinde voor de laatste een gezonden financiële grondslag te leggen. Uit het rapport van de penningmeester over het afgelopen boekjaar bleek, dat het totaal der ontvangsten bedroeg f 2.165,87 en dat der uitgaven ƒ 1253,43 alzo een batig slot van ƒ 912,44. De heer Swart bracht als afgevaardigde naar de algemene provinciale vereniging „Het Groene Kruis", te Rotterdam in oktober 1920 gehouden, verslag van de werkzaamheden aldaar uit en mocht de dank der leden voor zijn uitvoerige en nauwkeurige mededelingen inoogsten.Uit het verslag van de wijkzuster van haar werkzaamheden over het afgeloopen jaar bleek, dat zij 1674 bezoeken heeft afgelegd met vermelding van de aard der ziektegevallen, waarvoor zij opgeroepen werd, terwijl zij een gedetailleerd overzicht gaf van de gebruikte artikelen uit het magazijn. De voorzitter dankte zuster Beer namens de vergaderden hartelijk voor haar verrichte arbeid, die door de leden meer en meer op prijs wordt gesteld. De meeste tijd ging heen met de behandeling van de door het bestuur voorgestelde wijzigingen en aanvullingen van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement, nodig geworden door de combinatie van „Het Groene Kruis" en de ''Wijkverpleging". Voordat overgegaan werd tot de verkiezing van drie bestuursleden, stelde de heer Geul namens vele aanwezigen voor tot de keuze niet van drie, maar van vijf bestuursleden te besluiten, daar z.i. de verkiezing van de heren P- van Buijsen en H. J. Daneel in de vorige ledenvergadering onwettig was. Het gehele bestuur verklaarde zich daarop solidair met beide genoemde bestuursleden en legde gezamenlijk zijn functie neer. Het zal de zaken lopende houden tot een in april uit te schrijven vergadering ter verkiezing van een nieuw bestuur. 

Woensdagavond 20 april 1921 vond in het bondshotel van Van Schie aan de Oostlaan een buitengewone vergadering plaats van de afdeling Pijnacker van het „Groene Kruis''. Deze bijzonder druk bezochte bijeenkomst was uitgeschreven ter verkiezing van een nieuw bestuur. In de voorjaarsvergadering toch had het gehele bestuur zijn ontslag genomen, omdat het zich solidair had verklaard met de twee leden, wier benoeming in de najaarsvergadering gedaan, onwettig werd geheten wegens onvoltalligheid van die vergadering. De heer Johan Prins stelde nu een motie voor van vertrouwen in het afgetreden bestuur. Ofschoon deze motie een voldoende meerderheid verwierf, achtten vele leden, voor wie de heer Van der Leeuw het woord voerde en ook het bestuur zelf een duidelijker en positiever verklaring ter vergadering nodig en verzochten een persoonlijke stemming, waartoe dan ook besloten werd. De uitslag van deze stemming was, dat wederom de meerderheid zich verklaarde voor het oude bestuur, zodat de afgetreden heren: P. van Buysen, A. W. Swart, J. W. van der Horst, H. S. Vroomans, A. van Winden, J. R. Kromkamp, J. van Winden, G. van der Kooy en H. J. Daneel in hun vorige functie werden gehandhaafd. Allen namen een herbenoeming aan. De gevallen beslissing werd door een groot deel van de aanwezigen met instemming begroet en is zeer zeker in het belang van onze bloeiende afdeling. Na het sluiten van de vergadering blee het bestuur nog enige tijd bijeen om volgens het huishoudelijk reglement de verschillende functies onderling te verdelen. De heer v. Buysen werd herkozen als voorzitter, de heer v. d. Kooy als vice-vicevoorzitter, de heer Swart als secretaris en de heer v. d. Horst als penningmeester, terwijl de heer Vroomans zich wil blijven belasten met toezicht te houden op het magazijn van verplegingsartikelen.

Door bijzondere omstandigheden kon in Pijnacker de verkoop van de Emmabloempjes ten bate van de Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging tot bestrijding der tuberculose, niet in april plaats hebben, maar werd die collecte op Hemelvaartsdag 5 mei 1921 gehouden. In korte tijd waren de 500 bloempjes verkocht en brachten een som van ƒ 67,60 op, zodat de ijverige jonge dames-verkoopsters met genoegen op haar welgeslaagde arbeid kunnen terugzien. 60 % van de netto opbrengst (er gaat 5 x ƒ 3 voor de prijs der bloempjes af) komt ten goede aan de afdeling van het „Groene Kruis" in Pijnacker, zijnde een bedrag van ƒ 31,56.

In de week van 8 mei 1921 tot 14 mei 1921 is er in Pijnacker één geval van difteritis.

In de week van 3 juli 1921 tot en met 9 juli 1921 is er in Pijnacker één geval van roodvonk.

Dinsdagavond 15 november 1921 had in het café Van Schie aan de Oostlaan de algemene najaarsvergadering plaats van de afdeling Pijnacker van de vereniging „het Groene Kruis". De voorzitter maakte bij de opening zijn verontschuldiging, dat het bestuur ditmaal om omvangrijke kosten te voorkomen de bijeenkomst had aangekondigd door op verschillende plaatsen grote, zeer duidelijke biljetten te laten aanplakken, waarop tijd, plaats en agenda der vergadering was vermeld, in plaats van de leden convocatiebiljetten thuis te zenden, zoals het nog vigeerende reglement voorschrijft. Na voorlezing van de notulen der vorige bijeenkomst ontstond bij monde van de heer Geul grote oppositie tegen de handeling van het bestuur, dat tegen de bepalingen van het reglement de vergadering onwettig had bijeengeroepen. Ofschoon de voorzitter nadrukkelijk betuigde, dat het alleen een zuinigheidsmaatregel was geweest en hier geen personaliteiten in het spel waren, bleven de tegenstanders zich verzetten en het slot was, dat de vergadering geen voortgang had. Het bestuur gaf verder te kennen, dat het voornemens is in de volgende maand een nieuwe vergadering uit te schrijven en nu per convocatiebiljet met dezelfde agenda, benevens de behandeling van de wijzigingen en aanvullingen van de statuten en het huishoudelijk reglement, zoals die door het bestuur zijn voorgesteld en voor de leden ter inzage gelegd. Een der bestuursleden, de heer Vroomans, toonde zich door de gevoerde oppositie onder de nogal heftige debatten zo verontwaardigd, dat hij onmiddellijk ontslag nam en daarop de zaal verliet.  

Eind november 1921 doet zich in Pijnacker een geval voor van meningitis

Donderdagavond 8 december 1921 vond in het café van G. C. van Schie aan de Oostlaan de algemene najaarsvergadering plaats van de leden van de afdeling Pijnacker van de vereniging ,,Het Groene Kruis". Ongeveer 49 personen waren tegenwoordig. De voorzitter deelde na opening mee , dat door het bestuur bij het centraal bureau van de Algemene Nederlandse vereniging „Het Groene Kruis“ tarieven zijn aangevraagd voor een pensioen-, invalide- en ziekteverzekering ten behoeve van de wijkzuster. Daaruit bleek, dat een pensioenverzekering de krachten van de kas verre te boven gaat, maar de verzekering tegen invaliditeit en ziekte bij de maatschappij ,.De Globe" te 's Gravenhage op een jaarlijkse uitgave van ruim ƒ 20 komt, weshalve het bestuur voorstelde tot het laatste te besluiten, waarmede de vergadering accoord ging. Door de gemeenteraad was bij de behandeling van de begroting over 1922 een subsidie van f 150 aan de afdeling verleend. De penningmeester gaf nu een overzicht van de begroting voor het dienstjaar 1922, waaruit bleek, dat de inkomsten zijn geraamd op ƒ 1885 en de uitgaven op f 2152,37½, alzo een nadelig saldo van ƒ 207.37½. Verschillende middelen werden besproken om de ontoereikende kas te stijven. De meeste bijval vond het denkbeeld het houden van een muziek- en zanguitvoering in de loop van het winterseizoen met belangeloze medewerking van de hier bestaande verenigingen op muzikaal gebied en daaraan verbonden een loterij. Het bestuur zal een en ander overwegen. Door de voorzitter werden voor het nazien der rekening over 1921 aangewezen de heren W. J. M. van Leeuwen, Gs. Sonneveld en C. Schotte en tot hun plaatsvervangers de heren K. W. Geul, G. Weerheim en W. van Diepen, die allen deze benoeming aannamen. Met grote meerderheid van stemmen werd besloten een commissie van vijf personen uit de leden te benoemen, aan welke opgedragen wordt de redactie van de wijzigingen en aanvullingen, aan te brengen in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging, nodig geworden door de combinatie van „Het Groene Kruis" met de wijkverpleging. Daartoe maakte het bestuur een dubbeltal namen op, waaruit met meerderheid van stemmen werden gekozen de heeren K.W. Geul, J. C. J. van der Leeuw, C. H. N. de Nooyer, J. Mast en G. de Wilde, die allen de opdracht aannamen en door het bestuur te gelegener tijd zullen opgeroepen worden. Bij de rondvraag verzocht de heer de Wilde uit Delfgauw om ook in de nieuwe wijk E een kist met verbandmiddelen vanwege ,,Het Groene Kruis" te plaatsen, wat door het bestuur werd toegezegd en waarvoor de openbare school aldaar de aangewezen plaats is. De heer Geul achtte het nuttig, dat de straks genoemde commissie van redactie kennis nam van de reglementen van de naastbijzijnde zusterverenigingen, wat algemeen instemming vond. Wegens het vergevorderd uur werd het uitbrengen van het verslag van de afgevaardigde naar de algemene provinciale vergadering te Rotterdam, gehouden op 27 oktober 1921, en het lezen van de inventaris van de afdeling aangehouden tot de voorjaarsvergadering. Hierna sluiting.

Op 17 december 1921 wordt bericht dat in Delft een meisje in het gasthuis is opgenomen, dat lijdende is aan typhus. Dit behoeft echter in Delft geen aanleiding tot ongerustheid te geven, wijl het een Hongaars meisje is, dat in een gezin te Pijnacker verpleegd werd. Het was eerst als ernstige zieke in het St. Hippolytusgesticht opgenomen, en later, na constatering van typhus, naar het Gasthuis getransporteerd. 

godsdienst

Op 21 maart 1921 zal voor de Nederlands Hervormde gemeente 's avonds tussen 5 en 8 uur in de consistoriekamer stemming plaats hebben over de vraag, of in de volgende tien jaren de kerkenraad of een kiescollege belast zal zijn met het beroep van de predikant en de verkiezing van ouderlingen en diakenen. Tot heden was het opgedragen aan de kerkenraad. 

Op 12 april 1921 wordt gemeld dat gedurende de zomertijd de godsdienstoefeningen in de NH kerk plaatvinden zondag om 10 uur en 14.30 uur i.p.v. 9.30 uur en 14.00 uur. Ok de zondagschool begint om 14.30 uur.

In de voormiddaggodsdienstoefening van de NH kerk op zondag 24 april 1921 trad voor de gemeente op de heer A. Kip, kandidaat tot de H. Dienst te Rotterdam om te spreken over de noden der Protestantse kerken in Noord-Frankrijk. Uit eigen aanschouwing had de begaafde spreker gezien, wat er van de 1600 bloeiende Hervormde gemeenten aldaar, na de oorlog geworden is. Naar aanleiding van het woord uit de profetieën van Jeremia: „uitlandsen zijn over de heiligdommen van des Heeren huis gekomen", vergeleek de prediker de toestand van de Franse protestantse gemeenten met die van de Joden in de Babylonische gevangenschap en hoe zij hun geboortegrond en eigendommen verwoest en uitgeplunderd terugzagen. In treffende taferelen schetste hij verschillende ontmoetingen in de zozeer bezochte streek en riep de hulp in van onze protestantse kerken, zonder welker bijstand haar geloofsgenoten in Frankrijk zich niet zouden kunnen oprichten. Aan die oproep gaf onze Hervormde gemeente gaarne gehoor, wat bleek uit het aanzienlijk bedrag van f 161, aan het eind der godsdienstoefening voor het goede doel gecollecteerd. 

De collecte voor de zending op de beide Pinksterdagen [15 mei 1921 en 16 mei 1921] in de Herv. kerk gehouden, bracht de aanzienlijke som van ƒ 392.80 op, gelijkelijk te verdelen onder de volgende corporaties: het Nederlands Zendelinggenootschap, de Ned. Zendingsvereeniging, de Utrechtsche Zendingsvereeniging en het Java-comité. Wederom bleek de offervaardigheid der gemeenteleden, waar het bijzondere collecten geldt, inzonderheid als het de zending betreft. Het hoge cijfer, het hoogste dat immer bereikt is. treft te meer, wanneer men in aanmerking neemt, dat door ongesteldheid van de predikant de Zondagmiddagdienst moest stilstaan. 

Op 28 juli 1921 wordt gemeld dat de notabelen der N.H. gemeente met algemene stemmen G. Weerheim hebben benoemd tot kerkvoogd.

Bij de aanvang van de ochtendgodsdienstoefening in de Ned. Hervormde kerk op zondag 30 oktober 1921 deelde onze predikant, ds. C. A. de Bruin, het overlijden mede van één onzer vroegere leraars, de heer Otto Schrieke, laatstelijk predikant te Enschede, die hier van 1884 tot 1888 de gemeente gediend heeft, en sprak in waarderende woorden over zijn ijver en trouw in zijn dienstwerk. Ouderen van dagen zullen zich de toen nog jonge, krachtige man herinneren, die zijn gehoor wist te boeien, zich met grote ijver aan sociale zaken wijdde en inzonderheid als secretaris voor de toen pas opgerichte vereniging tot bevordering van zondagsrust een stoer werker en grote steun was. Tevens maakte onze predikant aan zijn hoorders bekend, dat de Christelijke Jongemannenvereeniging alhier zich bereid heeft verklaard binnenkort een bijzondere collecte aan de huizen van de gemeenteleden te houden voor de zending, die tegenwoordig in grote financiele moeilijkheden verkeert. Waar hier steeds getoond wordt, dat er veel liefde voor het zendingswerk bestaat, zal die bede om hulp voorzeker niet onverhoord blijven.

Dinsdagavond 6 december 1921 zal in de consistoriekamer van de Ned. Hervormde kerk de stemming plaats hebben voor de verkiezing van twee notabelen, wegens periodieke aftreding van de heren J. Eisberg er. Chr. Notenboom, die zich beiden niet meer beschikbaar stellen wegens hoge leeftijd en lange diensttijd. De stemgerechtigde manslidmaten zullen aldus in twee komende vacatures moeten voorzien. In de laatste jaren bestaat voor die verkiezing al heel weinig belangstelling en komt hoogstens een 25-tal van de ruim 200 kiesgerechtigden ter stembus op.

Dinsdagavond 6 december 1921 had in de Gereformeerde kerk de openbare jaarvergadering plaats van de Jongelingsvereniging op Gereformeerde grondslag „Jonathan" uit Pijnacker. Na opening van de bijeenkomst en een openingswoord van de erevoorzitter, de heer M. van Assen, kwamen aan de beurt de jaarverslagen van de secretaris, de penningmeester en de bibliothecaris, afgewisseld door de behandeling van verschillende onderwerpen en voordrachten. De onderwerpen vóór de pauze waren uit de gewijde geschiedenis Bileam en art. 14 van het program der anti-revolutionaire beginselen. Na de pauze kwamen aan de beurt art. 32 der Geloofsbelijdenis en een vrij onderwerp: „Waakt en bidt." Tegenwoordig waren afgevaardigden van de zusterverenigingen te Berkel, Zegwaard en Nootdorp, van de Geref. Meisjesnaaivereniging en de Hervormde Chr. Jongemannen- en Knapenvereniging in Pijnacker. Orgelspel en gezang luisterden de bijeenkomst op, die een opgewekt verloop had en zich in een druk bezoek mocht verheugen.

Op donderdag 8 december 1921 wordt gemeld dat door de kerkeraad van de Ned. Hervormde gemeente tot ouderling is herbenoemd de heer J. Rodenburg en tot diaken gekozen de heer J. Verwaal in de plaats van het aftredende lid, de heer T. Koetsier. Als regel geldt, dat de aftredende kerkeraadsleden na hun driejarige zittingstijd niet direct herkozen worden. De heer Rodenburg echter werd tussentijds tot ouderling benoemd en heeft nu deze herverkiezing aangenomen. 

Op 10 december 1921 wordt gemeld dat door de notabelen der Ned. Hervormde gemeente te Pijnacker tot kerkvoogd is herkozen de heer P. van Leeuwen.

Dinsdagavond 27 december 1921 had onder grote belangstelling wederom in het kerkgebouw der Ned. Hervormde gemeente de Kerstfeestviering plaats voor de kinderen van de Zondagsschool onder leiding van onze predikant ds. C. A. de Bruin. Naar gewoonte was de 7 meter hoge, prachtige Kerstboom rijk verlicht en versierd. Dit deed evenals de uitgestalde, fraaie geschenken, het kinderoog tintelen van vreugde, terwijl de pilaren van het schone kerkgebouw prijkten met schilden, waarop toepasselijke opschriften, het Kerstfeest betreffende. De predikant behandelde met de kinderen de Kerstgeschiedenis en het hoofd der Chr. Hervormde school vertelde een Kerstverhaal, terwijl onder diens leiding met begeleiding van het kerkorgel een achttal liederen, voor 't merendeel meerstemmig, door de feestvierende jeugd werden gezongen. Ondertusschen had een gulle tractatie van spijs en drank plaats. Bij het heengaan kreeg elke leerling een geschenk, benevens een plaat of boekje en voor ieder huisgezin een Martha-scheurkalender. Zij, die van de school werden ontslagen, ontvingen daarenboven een bijbeltje, waarin een toepasselijke tekst geschreven stond, terwijl de minder vermogenden ook nog een of ander doelmatig kledingstuk kregen, merendeels vervaardigd door de meisjes-naaikrans onder leiding van mevrouw De Bruin. Met liefde brengen de gemeenteleden elk jaar een aardige som op voor een onbekrompen Kerstfeestviering voor kinderen van de Zondagsschool. Een woord van hartelijke dank namens de leerlingen en hun ouders aan dominee en mevrouw en aan de dames van de zondagsschool, die week aan week bijbels onderwijs geven en zich zoveel moeite getroosten voor het organiseren van dit opgewekte kinderfeest, is zeker hier niet misplaatst. 

infrastructuur

Vrijdagavond 21 januari 1921 vond in het café van Schie een algemeene vergadering plaats van de leden van de coöperatieve woningbouwvereeniging ,,Pijnacker". Bij de rondvraag verzocht de heer Swart, dat het bestuur bij de gemeenteraad zal aandringen op betere verlichting van het middelgedeelte der Stationsstraat en van de Kroonstraat. De voorzitter zei, dat de raad daarover in onderhandeling is met de electrische centrale in Delft, maar de uitvoering stuit op de hoge financiele eisen van dat electrisch bedrijf. 

Enige tijd geleden is door Gedeputeerde Staten een aanschrijving gericht tot de eigenaren van de woningen aan de Klapwijkseweg onder deze gemeente, om die weg in betere staat te brengen, daar het onderhoud veel te wensen overliet. Dit nu is op sommige gedeelten geschied, maar met zulke grote, grove brokken puin, dat een ongeluk er reeds het gevolg van is geweest. Zaterdagochtend in de vroegte bij schemerlicht is namelijk de zwaar beladen wagen van den meelhandelaar A. Treurniet te Berkel met twee paarden bespannen even voorbij de woning van de landbouwer J. Zegwaard Jr. aan de Klapwijkseweg gekanteld en in de brede molentocht terecht gekomen. Een van de paarden is daarbij verdronken. De beide voerlui kwamen gelukkig met de schrik vrij. Voor de eigenaar een zeer onaangename en aanzienlijke schadepost. 

Donderdag 18 augustus 1921 heeft het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw bij inschrijving aanbesteed het maken van een vaste brug over de Pijnackerse vaart nabij de schutsluis met een doorvaarthoogte van 1.60 meter boven Delflands peil. Zes inschrijvingsbiljetten zijn ingeleverd, te weten A. Hoeke voor f 7.345, N.W.Kluiters f 6625, gebr. Schotte f 6050, B. van der Burg f 5980, J. Kerklaan f 5900, A. Kranenburg f 5350. De laatste vijf allen uit Pijnacker. Daar de laagste inschrijver belangrijk beneden de begroting was is het werk gegund aan de heer Kranenburg. Aangaande deze brug wordt nog opgemerkt dat het bestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker en dat van de coöperatieve groentenveilingvereniging "Pijnacker en Omstreken" er sterk op hebben aangedrongen bij het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw en bij Gedeputeerde Staten om bedoelde brug te vervangen door een ophaalbrug. Immers     wanneer de waterwerktuigen daar ter plaatse in actie zijn wordt het water daar vaak meer dan 50 centimeter boven Delfts peil opgezet, zodat vaartuigen met enige opperlast daar niet onderdoor kunnen varen. Op bovengemeld verzoek werd echter in de laatstgehouden ingelandenvergadering van de Oude- of Hoge Polder en de bestuursvergadering van den Zuidpolder van Delfgauw met meerderheid van stemmen afwijzend beschikt. Intussen blijkt uit die afwijzing, hoe weinig de ingelanden van de Oude- of Hoge Polder en het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw over hebben voor algemene belangen, aangezien de meerdere kosten, die een ophaalbrug met zich brengt, slechts ongeveer ƒ 200 per jaar zouden belopen. Beide genoemde polders, tezamen bijna 2400 hectaren groot, zijn verplicht gezamenlijk deze brug te bekostigen.

De burgemeester der gemeente Pijnacker maakt bekend, dat ter voldoening aan art. 7 der Onteigeningswet de stukken bedoeld in art. 6 dier wet, betreffende het aanleggen van een weg voor gewoon verkeer van 's Gravenhage via Delft naar Rotterdam ter Secretarie der gemeente ter inzage van een ieder zullen worden nedergelegd van 10 december 1921 tot en met 31 december 1921. Belanghebbenden kunnen gedurende die termijn, alsmede gedurende acht dagen na verloop daarvan bezwaren tegen de voorgenomen onteigening en het plan van het werk schriftelijk inbrengen bij de Minister van Waterstaat. Zij die dit bij hun bezwaarschrift verlangen, zullen in de gelegenheid worden gesteld hun bezwaren mondeling toe te lichten. De bezwaarschriften zijn vrij van zegelrecht. De Burgemeester, J. Hesselt van Dinter. 

De gemeenteraad vergaderde in december 1921. Besloten werd het paardenpad in de Pijnackerseweg vanaf het Verlaat tot Delfgauw te bestraten met keien, de kosten daarvan benevens de kosten van andere buitengewone straatwerken zullen worden gedekt door een geldlening tegen 6% af te lossen in 40 jaren. 

De gemeenteraad vergaderde in december 1921. In beginsel werd besloten tot aankoop van een hoekje grond van W. Hazeu te Delfgauw, tot verbreding van de Pijnackerse weg. 

koop en verkoop

De deurwaarders Verbeek & Abbink zullen op woensdag 2 februari 1921, 's morgens om tien uur, te Pijnacker, op het terrein van de nieuwe school aan de Oostlaan, publiek verkopen: een grote partij nieuw werkhout, als planken — ribben — 2/3 — palen, enz.

Op 21 maart 1921 wordt door J. Rip, Delfgauw nr. 99, zeer zware turf aangeboden van prima kwaliteit, tot lage prijs

Op 26 maart 1921 worden spoelingkuipen te koop aangeboden door kuiperij P. Wagenberg & Co, in Pijnacker bij het station, telefoonnummer 11. 

Openbare vrijwillige verkoping door de deurwaarders Verbeek en Abbink op woensdag 27 april 1921, 's voormiddags ten tien uur, ten huize van wijlen de heer W. Snijders, aan het Zuideinde van Delfgauw (thans gemeente Pijnacker); Diverse Vistuigen, als: grote en kleine Zegen; Paling-, Snoek- en Zeeltfuiken; IJsbijlen; Vïsblokken; Beugels.; Doggers ; Traanfournuis, enz. Te zien één uur vóór de verkoop.  

Op 20 juli 1921 heeft A. Wenink te koop 2½ bunder zwaar grasgewas aan vaarwater gelegen aan de Westlaan 163.

Op 23 augustus 1921 heeft W. Koetsier te koop 80 Weenerstoelen. Bezichtigen iedere werkdag 19.30 tot 21.00 uur

Op 6 september 1921 heeft J. J. Verburg uit Pijnacker voor zeer billijke prijzen te koop omnibusbrikken, diepe buggy's, dogcars, Delftsche tilbury's, Utrechtsche wagens en vrachtbrikjes.

Op vrijdag 7 oktober 1921 is er een openbare verkoping om gereed geld om 10.00 uur op de tuin van de heer G. van der Stoep aan de Oude Leede onder de gemeente Pijnacker, ten overstaan van den Notaris Th. P. J. Hoppe uit Delft, van pl.m. 3800 broeiramen, ongeveer 800 rietmatten, een partij planken, ribben, palen, schroten, manden, brandhout, ongeveer 15000 bloempotten, voorts mestbak, slijpsteen, kruiwagens, eggen, een vletschuit groot 13½ ton en hetgeen meer ten verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen één uur voor de aanvang van de verkoping.

Op woensdag 12 oktober 1921 is er een openbare verkoping om gereed geld op de tuin van de Heer J. Dijkshoorn aan de Zuideindseweg van Delfgauw onder de gemeente Pijnacker, ten overstaan van de Notaris H. J. J. van Buijsen te Delft, van de inventaris van een tuinderij waarbij: twee serres waarvan één gedekt met 92 éénruiters en één gedekt met kleinglas, 145 meter rails met wissel en lorrie met mestbak, twee Westlandse ijzeren schuiten met deklast, groot 6 en 7 ton, divers tuindersgereedschap, voorts: twee varkenshokken, troggen, tonnen, kuipen, palen, planken, eikenhouten kabinet, partijtje fittings en hetgeen meer ten verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen één uur voor de aanvang van de verkoping.

Openbare verkoping -om geeed geld- op woensdag 9 november 1921 om 10.00 uur, op de tuin van de F. Eigenraam, aan de Pijnackerse vaart nabij het dorp Pijnacker, ten overstaan van de Notaris Th. P. J. Hoppe te Delft, van: 800 broeiramen, ribben, planken, palen, rietmatten, kruiwagens, tuindersgereedschappen, Westlandsche schuit en hetgeen meer ten verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen één uur voor de aanvang van de verkoping.

Op 28 november 1921 worden te koop aangeboden bij inschrijving, in tien perceelen van 10 stuks, 102 iepebomen staande in de Katwijkse buurt te Pijnacker, alwaar de bomen genummerd zijn te zien. Inlichtingen te verkrijgen bij de Heer Th. van Leeuwen, waar ook de insehrijvingsbiljetten moeten bezorgd worden voor 12 december 1921.

landbouw en tuinbouw

Op vrijdag 29 juli 1921 hield de coöperatieve land- en .tuinbouwvereniging ..Ons Doel", haar gewone jaarvergadering. Na lezing en goedkeuring van de notulen van de vorige algemene vergadering volgde de voorlezing van de balans, winst- en verliesrekening. waaruit bleek, dat de zaken sinds het vorige jaar sterk vooruitgegaan waren. Omgezet werd ruim een millioen kilogram tot een waarde van bijna tweemaal honderdduizend gulden. Ook het ledental is steeds vooruitgaande en thans gestegen tot 59. In de plaats van de heer A. Notenboom, die wegens voortdurende ongesteldheid zich niet meer verkiesbaar stelde, werd als bestuurslid gekozen de heer A. Harteveld. terwijl met nagenoeg algemene stemmen de heer Gs. Sonneveld als commissaris herbenoemd werd. De voorzitter, de heer P. Sonneveld, sprak eenige waarderende woorden aan het adres van de heer A. Notenboom, die vanaf de oprichting van de vereniging zijn beste krachten aan haar wijdde en veel tot haar bloei heeft bijgedragen. Verder deelde de voorzitter nog mee dat enige maanden geleden een grote partij Amerikaanse koeken was aangekocht, circa 80.000 kilo, die door de grote stijging van de prijzen thans aanzienlijk meer waarde vertegenwoordigt. Ook waren verschillende partijen mais in voorkoop gekocht, waarvan de prijs op dit ogenblik eveneens veel hoger is. De waarde der aandelen werd op ƒ 150 bepaald en na rondvraag de vergadering gesloten. 

De bazar, die van 1 tot en met 5 augustus 1921 in de Chr. Hervormde school aan de Stationsstraat is gehouden tot stijving van het fonds voor de stichting van een eigen gebouw der Chr. }ongemannenvereniging [CJMV] alhier, heeft ruim f 200 minder opgebracht dan verleden jaar, wat door de correspondent gedeeltelijk wordt toegeschreven aan de minder gunstige toestand van het tuinbouwbedrijf, dat één der hoofdbronnen van bestaan in de gemeente is.

Vrijdagochtend 19 augustus 1921 had in het gebouw der Coöp. groentenveilingvereniging ,,Pijnacker en Omstreken" een stagnatie plaats wegens een defect in de reservator van het electrisch bedrijf op de hoek van de Westlaan, waardoor het afmijntoestel niet kon draaien en het gewone werk mondeling moest gebeuren. Telefonisch gewaarschuwd kwam er spoedig hulp uit Delft opdagen en werd het gebrek verholpen, zodat na een groot halfuur tobben alles weer zijn gewone gang kon gaan 

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Verzoek van de afdeeling Zoetermeer der Hollandsche Maatschappij van Landbouw om subsidie of een medaille voor haarin september te houden grote tentoonstelling.  

Op 7 september 1921 wordt gemeld dat de heer Starreveld uit Pijnacker een aardappel heeft gerooid die een kilo weegt. Deze reuze aardappel zal op de tentoonstelling in Zoetermeer te zien zijn. 

Op 19 september 1921 wordt bericht dat het bestuur van de coöp. groenteveilingvereeniging ,,Pijnacker en omstreken" bij genoegzame deelneming (minimum aantal leerlingen 12) wederom een tuinbouwcursus op te richten en roep daarvoor jongelieden van 16 jaar en ouder op zich vóór of op 21 september 1921 aan te melden. Met bet onderwijs waarvoor de gemeente een lokaal met vuur en licht in de openbare school op het dorp beschikbaar stelt, zullen belast worden de heren P. Miedema hoofd eener school te Delft aan de Rotterdamseweg, en T.A. Winter, hoofd der gereformeerde school in het Achterom te Pijnacker. Op 7 oktober 1921 is bekend dat zich voor de cursus een voldoend aantal leerlingen aangemeld. De week daarop namen de lessen in de openbare school op het dorp een aanvang, onder leiding van de tuinbouwleraren, de heren P. Miedema te Delft en T. A.. Winter uit Pijnacker.

Maandagavond 17 oktober 1921 is in de openbare school op het dorp de tweejarige tuinbouwcursus geopend met aanvankelijk acht leerlingen. Voor een vervolgcursus zoals deze is het minimumaantal deelnemers op zes gesteld. Tegenwoordig was het bestuur van de coöp. groentenveilingvereniging ,,Pijnacker en omstreken", van welke de cursus uitgaat. De voorzitter van de vereniging, de heer J. R. Kromkamp, sprak de leraren en de jongelui toe en wees die laatsten op hun plicht de lessen zo getrouw mogelijk en met ijver te volgen. Maandagavond treedt de heer P. Miedema uit Delft als onderwijzer op en vrijdagavond de heer T. A. Winter uit Pijnacker.  

leger

Donderdagochtend 22 september 1921 had op het raadhuis alhier de loting voor de nationale militie plaats voor de voor de gemeenten,: Pijnacker, Nootdorp, Zoetermeer, Zegwaart, Berkel, Benthuizen, Bleiswijk. De uitslag voor Pijnacker is als volgt: 1. P. J. van der Kooij, 2. Jac. Schoenmaker, 3. W. J. M. van Leeuwen. 4. J. v. d. Eijk, 5. B. Hofman, 6. L. Apon, 7. W. J. de Bruin, 8. B. de Jong 9. A. H. Janssen, 10 A. F. v. Winden, 11. C. L. van der Kooij, 12. J. van Overdam, 13. N. J. Verburg, 14. G.J.Termoshuizen, 15. J. A. de Winter, 16. P. Sonneveld, 17 M. L. van der Elst, 18 J.D. Admiraal, 19. J. J. Rensen Jzn, 20. P. Versluis, 21 C. Kouwenhoven, 22. L. Sonneveld, 23 L. Neeleman. Van deze lotelingen worden er 12 voor de dienst opgeroepen. Daar de geneeskundige keuring vooraf geschiedt, komen de lichamelijk afgekeurden en ook de vrijgestelden wegens broederdienst niet op de lijst voor. De eerste twaalf nummers zijn dienstplichtig. wellicht wordt nummer 11 als zwakzinnige nog bij nadere kennismaking afgekeurd en dan zou nummer 13 voor de betrokkene in waarheid een ongeluksnummer wezen.

Op 7 november 1921 wordt gemeld dat voor deze gemeente voor de militielichting 1922 de nrs. 1 tot en met 17 zullen worden bestemd om voor oefening in vredestijd te worden ingelijfd. Ingeval het wetsontwerp, houdende nieuwe regeling van de dienstplicht, tot wet wordt verheven, zullen de nrs. 1 tot en met 14 ter inlijving worden bestemd. Op 8 november 1921 zal in het lokaal Kerkweg nr. 57 het onderzoek van de verlofgangers van de landweer van de lichting 1920 van de gemeenten Pijnacker, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek plaats hebben. 

Op 29 december 1921 wordt gemeld dat voor de militielichting 1923 de inschrijving alhier zal plaats hebben op de secretarie op 11 januari 1922, des namiddags 1 uur. 

maatschappelijke hulpverlening

Donderdag 27 januari 1921 vergaderde de raad. Tot armmeesters in het algemeen armbestuur worden benoemd de heren A. E. van der Burg en Jb. Zegwaard. 

Op 14 juli 1921 wordt gemeld dat in de laatstgehouden driemaandelijkse bestuursvergadering van de werkliedenvereniging ,,Eigen Hulp" uit het verslag van de penningmeester, de heer P. van Buysen, over het tweede kwartaal is gebleken, dat de inkomsten gestegen waren tot een som van f 2782.20½, terwijl de uitgaven bedroegen f 155.10, zoodat er een kassaldo van ƒ 2637,10½ bestond, een vooruitgang bij het vorige kwartaal van f 182.15. De gezondheidstoestand was zeer gunstig en bij de leden te Delfgauw woonachtig was zelfs geen enkel ziektegeval voorgekomen, wat sinds het bestaan der vereniging niet was gebeurd. De spaarkas, een jaar of drie geleden opgericht en door het bestuur van ,,Eigen Hulp" beheerd, mag zich meer dan verleden jaar in een behoorlijke deelneming verheugen. 

Op 14 november 1921 wordt gemeld dat de in Pijnacker bestaande spaarkas, die geheel belangeloos beheerd wordt door het bestuur van de werkliedenvereniging "Eigen Hulp" en waaraan de ijverige penningmeester, de heer P. van Buijsen, wel het leeuwenaandeel heeft, telde het afgelopen boekjaar van november tot november 82 deelnemers, die gezamenlijk een bedrag van ruim ƒ 750 inbrachten. De inleggers sparen voornamelijk om wintervoorraad op te doen; enkelen begeerden in plaats van geld, brandstof te ontvangen, waarvan door het bestuur aan de beide hier wonende kolenhandelaars vooraf prijsopgaaf was gevraagd. 

Op 29 december 1921 wordt gemeld dat door de agent van de Raad van Arbeid te Rotterdam, de heer W. A. Kuijvenhoven uit Pijnacker, in de laatste weken in deze omgeving meer dan tachtig vrijwillige verzekeringen voor ouderdomspremie zijn afgesloten. 

misdaad

Op 12 januari 1921 wordt P.H. van de B. veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen hechtenis wegens rijden zonder licht

Op 26 januari 1921 veroordeelt de kantonrechter J.A.K. uit Pijnacker tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden zonder licht. Voorts  J. van B. uit Pijnacker tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens openbare dronkenschap.

Op 31 januari 1921 wordt tegen de niet verschenen E.F.M. uit Pijnacker in een zitting van de Haagse rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geeist van negen maanden wegens diefstal van een zak uien uit een groentendrogerij door inklimming. De straf werd op 7 februari 1921 bepaald op 6 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. 

Op 9 februari 1921 worden W.H. en P. van de V. door de kantonrechter veroordeeld tot een boete van f 2,50, subs 2 dagen wegens rijden zonder licht.

De kantonrechter in Oud-Beijerland veroordeelt in februari 1921 C.A. uit Pijnacker wegens het aanwezig zijn van gekleurde zijglazen op zijn lantaarn. In artikel 10 van het Motor- en Rijwielreglement staat: "Van de hier bedoelde lantaarns mogen ook de zijglazen niet gekleurd zijn."[De Dordrechtsche Courant 28 februari 1921 blz. 12]

Op 19 maart 1921 wordt gemeld dat Th. P. van der S. is veroordeeld tot een boete van f 2 subs een week tuchtschool wegens rijden zonder licht. 

Op 29 maart 1921 worden J. van de M. en F. de V. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van ieder f 3 subs 2 dagen wegens met een voertuig een weg halfslag berijden.

Op 4 mei 1921 wordt A. van B. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 3 dagen wegens openbare dronkenschap. Voorts P.Th. van S. en T.B. uit Pijnacker tot een boete van f 3 subs 3 dagen wegens rijden zonder licht.

Op 18 mei 1921 wordt P.S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden zonder licht.

Op 13 juli 1921 wordt L. de H. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens het rijden met een fiets zonder bel en G.J. van Z. tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens met een fiets rijden zonder licht. 

Op 27 juli 1921 worden A. van B. en J.V. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens met de fiets rijden zonder licht.

Op 10 augustus 1921 wordt L. G. v.d. A. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens met de fiets rijden zonder licht.

Op 24 augustus 1921 wordt ingebroken in de woning van de heer B. Duyverman of Duyvendak aan de Stationstraat in Pijnacker. Naast contant geld is een groot aantal gouden en zilveren sieraden ontvreemd.[De Dordrechtsche Courant 29 augustus 1921 blz. 6] 

Op 24 augustus 1921 wordt M.R. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,00 subs 1 dag wegens met de fiets rijden zonder licht.

Op 7 september 1921 worden S. van E. en P.S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,00 subs 1 dag wegens met de fiets rijden zonder licht.

Op 21 september 1921 worden J. van L. en F.A. van der M. veroordeeld tot een boete van f 2 subs 1 dag wegens het in Pijnacker in de kom der gemeente op een hondenkar zitten.  

Op 17 oktober 1921 wordt gemeld dat wegens overtreding van de ijkwet van maten en gewichten, zijn bij verschillende winkeliers in Pijnacker maten en gewichten in beslag genomen, nl. bij wed. v. d. E., J. F. de B., wed. J. v. d. K., J. v. A., J. V., W. A. K. en A. v. G. 

Op 17 oktober 1921 wordt gemeld dat door de heer K. uit Pijnacker bij de politie aangifte is gedaan van het ontvreemden van een mantel uit de vestibule van zijn woning. 

Op 5 oktober 1921 wordt W.J.K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens met de fiets rijden zonder licht. P.A.K. krijgt een boete van f 2.00 subs één dag

Op  19 oktober 1921 wordt H.W.K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,00 subs 2 dagen wegens openbare dronkenschap.

Op  19 oktober 1921 worden D.S. en J.Z.B., beiden uit Pijnacker, veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden met een rijwiel zonder licht.

Op  19 oktober 1921 worden C. van W. en G. v.d. L, beiden uit Pijnacker, veroordeeld tot een boete van f 10 subs 5 dagen wegens overtreding van de Paardenwet.

Op  16 november 1921 worden W.N.D., C.A. van V., J. de V.en A.J.F.R. beiden uit Pijnacker, veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden met een rijwiel zonder licht.

Omtrent de dezer dagen vermiste Elisabeth Glapski, kan nog het volgende worden medegedeeld Donderdagmorgen 24 november 1921 kreeg de Haagse recherche bericht van het niet arriveren in haar dienstbetrekking te Honsholredijk. Hoewel het geval niet direct de Haagse recherche aanging, nam zij toch het onderzoek op zich. Natuurlijk werd gedacht aan een geval van blankeslavinnenhandel. Vastgesteld werd, dat het meisje niet op 19, doch op 23 november in ons land was gekomen via Zevenaar. Verder spoor ontbrak. Do rechercheur begaf zich nu naar Honsholredijk en kwam op het idee om te vragen naar eventuele brieven, geschreven door Elisabeth Glapski aan haar patrcon. Er bleek inderdaad een brief aanwezig en hieruit kon worden opgemaakt, dat het meisje op haar 12de jaar verblijf had gehouden te Pijnacker. Dit lichtpunt werd niet verwaarloosd en, te Pijnacker aangekomen, trof men daar dan ook het meisje aan bij een familie, te wier huize zij enige jaren geleden had vertoefd. Deze familie, die goed bekend staat, heeft met dit geval verder niets te maken. Dank zij het optreden van de rechercheur mocht het de recherche gelukken een 10-tal uren na de aangifte van vermissing, het meisje aan te houden. Haar angstige moeder kon per telegram worden gerustgesteld. Zij is overgebracht naar Den Haag en zal door de zorgen der politie worden teruggebracht onder het ouderlijk gezag, want.....dit muisje had nog een staartje. Dankzij het persbericht meldde zich bij de politie aan een reiziger uit de trein, waarmee het meisje gereisd had in de avond van 23 november 1921 van Zevenaar naar Den Haag. De reiziger had het meisje in conversatie gezien met een Duitser. Aan de hand van de gegevens van die reiziger werd deze Duitser, genaamd W., op verzoek van de Haagse recherche gisteren in Rotterdam aangehouden en overgebracht naar Den Haag, daar het meisje na verhoor erkende, met W. te hebben gelogeerd in een hotel hier ter stede. W. had tijdens de reis van het meisje vernomen, dat dit niet wist hoe ze vanuit Den Haag naar Honsholredijk te komen en, gezien het vergevorderd uur, stelde hij voor haar een hotel aan te wijzen, waarin zij de nacht van 23 op 24 november 1921 kon verblijven. Waarschijnlijk wist hij het meisje over te halen, met hem daarin de nacht door te brengen. W.'s zaak zal door de zedenpolitie worden behandeld, waarna hij naar Duitsland zal worden uitgeleid. De eigenaar van het hotel is geverbaliseerd wegens het niet invullen van zijn gasten op de nachtlijst.

Op  30 november 1921 wordt G. v.d. K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2,50 subs 2 dagen wegens rijden met een rijwiel zonder licht.

Op 22 december 1921 wordt P.F.B. uit Pijnacker door de Haagse rechtbank veroordeeld tot een boete van f 10 subs 10 dagen wegens belediging van mej. Post uit Pijnacker. 

Op 29 december 1921 wordt gemeld dat door de politie proces-verbaal is opgemaakt tegen H. L. V., J. M. v. d. B. beiden wonende te Berkel, C. v. d. K. te Schiebroek, H B. te Zegwaart, A. J. v. d. T. en W. J. B. beiden te Delft, wegens half slag rijden. Tegen L. A. wegens het rijden zonder licht en M. A. T. wegens openbare dronkenschap, beiden wonende alhier. 

nutsvoorzieningen

De Directeur van de Fabrieken van Gas, Electriciteit en de Waterleiding der gemeente Delft deelt mede, dat sinds 1 januari 1921 als vertegenwoordiger van het Electriciteitsbedrijf in het stroomgebied Pijnacker is opgetreden de Heer W. Kemp. Door hem zullen dus de kwitanties worden aangeboden, terwijl men zich tevens tot hem dient te wenden bij gebreken in de stroomvoorziening. 

De raad der gemeente Pijnacker kwam op 17 maart 1921 bijeen. Op een verzoek van het G. E. B. te Delft om over te gaan tot contractwijziging en om den prijs van de te leveren stroom voor electriciteit ter afwijking van de overeenkomst te willen vaststellen op 40 cent behalve de kolenclausule, wordt afwijzend beschikt. Ook op een verzoek van H. Welling om een electrisch net aan te leggen naar zijn woning wordt afwijzend beschikt.  

De raad der gemeente Pijnacker kwam op 23 mei 1921 bijeen. Door de schaarste aan goed drinkwater zullen pogingen worden aangewend daarin verbetering te brengen door op enkele punten in de gemeente het water van grote gebouwen in putten op te vangen en duinwater van Delft te betrekken, hetwelk per schuit zal worden aangevoerd. 

Watergebrek. Deze week zal wederom van gemeentewege een schuit met leidingwater uit Delft in de kom der gemeente rondvaren on de ingezetenen goed drinkwater te verschaffen, waaraan bij velen grote behoefte bestaat. Vooral in de nog jonge Stationsstraat en de daarin uitkomende Dwars- of Kroonstraat laten kwaliteit en kwantiteit van het drinkwater veel te wensen over, zodat die maatregel van het gemeentebestuur door de bewoners aldaar zeer gewaardeerd wordt. 

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Verzoek van drie bewoners der buurtschap Oude Leede om doortrekking van het electrisch net. Daar dit verzoek niet voldoende is toegelicht, wordt besloten het aan te houden en nadere inlichtingen in te winnen. 

De gemeenteraad vergaderde in december 1921. De voorzitter deelde mee, dat het verstrekken van duinwater in de afgelopen zomer heeft gekost f 368.50. 

onderwijs

Woensdagochtend 19 januari 1921 is de nieuwe R. K. school aan de Oostlaanvaart, tegenover de R.K. kerk ingewijd. De plechtigheid ving aan met een pontificatemis, opgedragen door de vicaris-generaal van het bisdom Haarlem, daarbij o.a. geassisteerd door de deken van Delft. De vicaris hield daarop een rede, waarin monseigneur vooral wees op het grote voorrecht van de gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs en vervolgens de genodigden. het kerkbestuur, het dagelijks bestuur van de gemeente, de architect, de aannemer van het werk en het onderwijzend personeel, toesprak. Daarna had, zowel van buiten als van binnen de wijding plaats. De hoofdingang was met vlaggen en planten versierd, terwijl de jeugd in één van de lokalen verenigd was. Na de inzegening verenigden de genodigden zich in de ruime pastorie tot een gezellig samenzijn waarbij enige verversingen werden rondgediend. Het kolossale gebouw bevat zes flinke lokalen. De langgerekte vorm wordt enigszins gebroken door een klokketorentje, waarop een fraai kruis. Achter de school bevindt zich een ruime speelplaats, waarvan een gedeelte door een sierlijke betimmering overdekt is. Boven de hoofdingang is een fraai raam in gekleurd gebrand glas aangebracht met de beeltenis van St. Jan, de patroon van de kerk en de school. De uitvoering van het werk doet de hoofdaannemer, de heer N. W. Kluiters uit Pijnacker, alle eer aan. 

Donderdag 27 januari 1921 vergaderde de raad. Aan de heer G. W. Zweers, onderwijzer aan de O. L. school no. 3 wordt met ingang van 1 april 1921 eervol ontslag verleend. Verder worden vastgesteld een regeling aangaande schoolgaande kinderen uit Delft die hier de O. L. school no. 3 bezoeken en een omtrent de kinderen uit deze gemeente die in Nootdorp schoolgaan. Voorts is er een Koninklijke beslissing, afwijzende het beroep van de raad tegen het besluit van G.S. tot instandhouding van de O. L. school no. 2. 

De schoolvereniging der Nederlands Hervormde gemeente hield op vrijdagavond 4 februari 1921 in het schoolgebouw in de Stationsstraat haar jaarvergadering. In zijn openingswoord herinnerde de voorzitter, ds. C. A. de Bruin, aan de grote materieele voordelen door de nieuwe wet verkregen en sprak de wens uit, dat het geestelijk karakter van de bijzondere scholen daaronder niet zou lijden. Dan gedacht de voorzitter het groot verlies dat de vereniging in het afgelopen jaar geleden had door het plotseling overlijden van het ijverige bestuurslid de heer W. van Herk. Het jaarverslag van de penningmeester getuigde van een gunstige financiele toestand. De aftredende bestuursleden, de heren J. R. Kromkamp en P. Bregman Jr., werden als zodanig herbenoemd en in de vacature-Van Herk werd gekozen de heer J. Mast. Na afloop der vergadering volgde de jaarlijkse verloting ten bate van de school. De hoofdprijs, een gehaakte sprei, viel ten deel aan mej. Ockhorst, op no. 277. 

De raad der gemeente Pijnacker komt op 17 maart 1921 bijeen. Wordt benoemd tot onderwijzer aan de O. L. school no. 3 de heer C. Leertouwer, met 4 stemmen, terwijl de heer D. H. Boekesteyn 3 stemmen verkreeg. 

Donderdagavond 31 maart 1921 vond in de openbare school no. 1 op het dorp het eindexamen plaats van de deelnemers aan de tuinbouwcursus, uitgaande van de Coöperatieve Groentenveilingvereeniging Pijnacker e. o. Van de 16 jongelui, die zich in 't najaar van 1919 voor de 2-jarige cursus opgaven, bleven er slechts vier tot het einde toe getrouw, een bewijs, hoe weinig dat onderwijs nog door velen wordt gewaardeerd en ontmoedigend voor de ijverige, bekwame onderwijzers. Het onderzoek werd bijgewoond door de heer Wiersma, rijkstuinbouwconsulent in het Westland, en de heren ]. R. Kromkamp en C. Rodenburg, bestuursleden der veilingvereniging, terwijl onze eerste wethouder, de heer M. van Winden, het gemeentebestuur vertegenwoordigde. Aan het eind van het examen kon het diploma, waarin verklaard wordt, dat de deelnemers met vrucht het onderwijs hebben gevolgd, uitgereikt worden aan L. Sonneveld Jr., A.A. Tiel Groenestege, J. Apon en A. van Winden. De heer Wiersma wenste daarop de geslaagden geluk en zei, dat zij nu niet moeten denken volleerd te zijn, maar pas aan 't begin staan en dus hun studie, vooral in de praktijk, moeten voortzetten. Hij hoopte, dat zij het geleerde practisch zullen toepassen en later lust mogen gevoelen ook een cursus voor volwassenen te volgen. Het examen werd afgenomen door de heer Smit, tuinbouwleraar in Den Haag; de andere leraar, de heer Miedema, van Delft, was door ongesteldheid verhinderd aanwezig te zijn. Als een bewijs van waardering voor het genoten onderwijs boden de leerlingen aan hun beide onderwijzers een aardig, doelmatig souvenir aan.

Op woensdag 20 april 1921 vergaderde de raad van deze gemeente. Op een verzoek van het L. T. B. om de zomertijd op de O. L.-scholen niet in te voeren werd op advies van B&W afwijzend beschikt. Op een vraag van het gemeentebestuur van Delft betreffende kinderen uit Delft hier schoolgaande, besloot men de prijs van ƒ 25 per kind per jaar voor 1921 te handhaven. Aan Gedeputeerde Staten zal vrijstelling worden gevraagd voor het geven van lichaamsoefeningen op de O.L.-scholen. Onderwijzer C. Leertouwer heeft zijn benoeming aangenomen en dat voor een tijdelijke leerkracht aan de O L. school no 2  B en W. nog niet hebben kunnen slagen.

Op 26 mei 1921 is de uitslag van het onderzoek vanwege de Schoolraad bekend. Geslaagd is o.m. Tj. Winter, hoofdonderwijzer in Pijnacker voor de aantekeningen D., C.N.S.en Ger.Sch.

Daartoe opgeroepen voor 2 juni 1921 door de burgemeester, jhr. J. K. Hesselt van Dinter. kwamen 20 van de 27 ouders van de schoolgaande kinderen op de openbare lagere school no. 1 in het dorp in één van de lokalen aldaar bijeen om te komen tot de oprichting van een oudercommissie, zoals die door de nieuwe wet op het lager onderwijs is voorgeschreven. Nadat de burgemeester een uiteenzetting had gegeven van het doel van deze nieuwe instelling, ging men tot de verkiezing van bedoelde commissie over. Benoemd werden de heren: H. J. Daneel, P. Kooy, Joh. Lamens, J. Sonneveld Lz., Joh. Rensen, A. Zegwaard Uz. en Jac. Zegwaard Ez., die later de functies van voorzitter en secretaris enz. onderling zullen verdelen. 

Op 18 juni 1921 wordt gemeld dat het verzoek om een hypothecair voorschot van f 2.000 door de Vereniging voor de School met de Bijbel uit Pijnacker niet voor inwilliging vatbaar is. 

Op 8 juli 1921 wordt gemeld dat ongeveer 20 kinderen uit Delft de openbare school in Delfgauw bezoeken, die sinds de annexatie ressorteert onder de gemeente Pijnacker. De gemeenteraad van Pijnacker kon niet tot vaststelling komen van het bedrag dat de gemeente Delft voor die kinderen aan Pijnacker zou moeten betalen. Wel wilde de raad er aanvankelijk in berusten dat ƒ 25 per kind per jaar gegeven werd, maar men hield zich het recht voor deze regeling elk jaar op te zeggen. B. en W. van Delft willen een geheel andere regeling welke bepaalt dat voor elk kind de kostprijs zal worden betaald. Zij kunnen daarom het voorstel van de Pijnackerse gemeenteraad niet aanvaarden en stellen nu de gemeenteraad hier ter stede voor slechts éen jaar ƒ 25 per kind te betalen om dan aan Gedeputeerde Staten machtiging te vragen tot het vaststellen van een regeling met de gemeente Pijnacker, omtrent toelating van kinderen uit de ene gemeente op scholen in de andere gemeente.

Donderdag 21 juli 1921 hebben de kinderen van de hoogste drie klassen der openbare school no. 1 op het dorp, benevens de leerlingen, die met april de school verlieten, onder geleide van de beide onderwijzers en de onderwijzeres, een uitstapje naar Rotterdam gemaakt. Het frissche zomerweer, zonder de drukkende hitte der laatste dagen begunstigde het genotvolle, leerzame schoolreisje, waarvoor de kinderen reeds lang van te voren ijverig gespaard hadden. De dierentuin, het witte huis, de plantage en openbare speeltuinen werden bezocht en een heerlijke boottocht door de havens gemaakt, zodat de jonge reizigers des avonds vermoeid, maar vol van het genotene huiswaarts keerden. Dank zij de goede voorbereiding en de uitstekende leiding liep alles in de beste orde af.

Op 28 juli 1921 wordt bericht dat de heer A. Brinkman, onderwijzer aan de Chr. Hervormde school in de Stationsstraat, in gelijke betrekking is benoemd aan de A. F. de Savornin Lohman-school te Scheveningen. De heer Brinkman is zeven jaar aan de Chr. school alhier werkzaam geweest en hoopt op 1 november 1921 in zijn nieuwe functie te treden.

Op 17 augustus 1921 wordt gemeld dat de in Berkel en Rodenrijs geboren mej. T. Klapwijk is m.i.v. 1 oktober 1921 benoemd tot onderwijzeres aan de gereformeerde school in Pijnacker wegens de ontslagaanvrage i.v.m. het aanstaande huwelijk van mej. M. Taal. Mej. Klapwijk is op dat moment onderwijzeres op de gereformeerde school in Wolfheze.

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Hierna werden nog eenigo kleine, weinig beduidende zaken behandeld, waaronder alleen van enig belang is, dat door Ged. Staten goedkeuring is verleend aan de schoolgeldregeling voor de kinderen te Delft, die op Delfgauw de school bezoeken. 

Op 14 september 1921 wordt bericht dat op de voordracht ter benoeming van een onderwijzeres aan de O. L. school no. 3 te Pijnacker zijn geplaatst de dames M. Dekker uit Nieuwpoort, A. W. Gravendeel uit Krimpen aan den IJssel en A. C. Uhlhorn uit 's Gravenhage. 

Op donderdag 15 september 1921 vergaderde de gemeenteraad. Tot onderwijzeres aan de O. L. school 3 wordt benoemd mejuffrouw M. Dekker, uit Nieuwpoort. Besloten wordt het voormalig schoolgebouw te Delfgauw voor de tijd van een jaar aan diverse verenigingen in gebruik te geven tegen een vergoeding van ƒ 150. 

Op 5 oktober 1921 wordt gemeld dat door het bestuur van de Hervormde Schoolvereniging in Pijnacker zijn bij het gemeentebestuur de plannen ingediend en de benodigde gelden aangevraagd voor de stichting van een tweede bijzondere school van die vereniging. De school zal bezocht worden door + 40 kinderen, waarvan velen reeds op de bestaande bijzondere school school gaan. Worden de gelden daarvoor door de raad toegestaan dan is het plan deze school te stichten in de buurtschap Oude Leede. De gemeente zal dan rijk zijn 7 scholen, 3 voor openbaar lager onderwijs en 4 voor bijzonder lager onderwijs, en waar te beginnen met 1922 alle kosten van onderwijs voor rekening der gemeente zijn, behoeft het zeker geen betoog dat de onderwijskosten in deze kleine gemeente zeer hoog zullen worden. 

Op 17 oktober 1921 wordt gemeld dat op de voordracht tot het benoemen van een onderwijzeres aan de O.L. school no. 3 zijn geplaatst: No. 1. A. W. Gravendeel, onderwijzeres te Krimpen a. d. IJssel; No. 2. A. C. Uhlhorn, uit 's Gravenhage; No. 3. M. J. A. M. van Geelen, uit Dordrecht. De raad der gemeente Pijnacker benoemt tot onderwijzeres aan de O. L. school no. 3 mej. A. W. Gravendeel. 

Op 19 oktober 1921 wordt gemeld dat aan het vervolgonderwijs op de openbare school no. 1 zeventien leerlingen zullen deelnemen. Voor de chr. hervormde school, de rooms-katholieke school en de gereformeerde school bedragen die cijfers respectievelijk 17, 9 en 7. 

Op 20 oktober 1921 wordt gemeld dat uit een drietal onderwijzers [C.A. van Uchelen, L. Zwemstra en F. Numan] de eerstgenoemde afkomstig uit Hilversum onder goedkeuring van de inspecteur is benoemd tot onderwijzer aan de Ned. Herv. school in de Statonsstraat [hoofd: J.L. Blok

De raad van Pijnacker vergadert op zaterdag 29 oktober 1921. In behandeling komt het verzoek van het bestuur van de Ned. Herv. schoolvereniging om rond f 45000 beschikbaar te stellen voor een te bouwen school aan de Oude Leede, onder welk bedrag nog niet is begrepen de waarde van het bouwterrein, wel de kosten van inrichting. Uit een bij de stukken gevoegde staat blijkt dat 29 ouders verklaren hun kinderen tot een totaal van 73 naar die school te zullen zenden. De heren Zeeuw, van de Velden en P. Sonneveld pleiten voor met hetoog op de grote afstand die vele kinderen uit de buurtschap moeten afleggen naar één van de bestaande scholen, terwijl vele ouders aldaar en uit het Zuideinde van Delfgauw verlangen dat hun kinderen bijzonder onderwijs ontvangen. Door andere leden wordt daartegen aangevoerd dat deze schoolvereniging reeds een bijzondere school in de kom der gemeente heeft en dat toch de kinderen uit diezelfde buurtschap, welke de overige scholen bezoeken een even grote afstand hebben af te leggen. Door velen wordt ook betreurd, dat dit bestuur en het bestuur van de vereniging tot instandhouding van een school met den bijbel, het vorige jaar niet tot overeenstemming hebben kunnen komen om gezamenlijk aan de Oude Leede een school te stichten. In het midden wordt ook gebracht, dat alle drie de politieke richtingen hier een eigen school hebben, terwijl er drie openbare scholen zijn, dat de bouw van een zevende school niet alleen voor de gemeentekas zeer bezwarend is, doch ook het gevolg heeft, dat andere scholen enigszins ontvolkt worden. De heer Van der Leeuw zegt, dat hier de school wel zeer wenselijk is, doch niet noodzakelijk. Na nog enige bespreking wordt de discussie gesloten en tot stemming over het al- of niet toestaan van het gevraagde krediet overgegaan. Met 7 stemmen tegen 3 wordt het voorstel niet aangenomen; de heer Van der Leeuw had zich voor de stemming verwijderd. 

De raad van Pijnacker vergadert op zaterdag 29 oktober 1921. De heer Van der Velden zegt, dat hij met de gemeente-opzichter het nieuwe schoolgebouw te Delfgauw heeft bezocht naar aanleiding van het meegedeelde in de vorige vergadering, als zouden er aan die school vele gebreken zijn. Spreker deelt mee wat er aan die school moet gebeuren. Besloten wordt een en ander in het voorjaar te herstellen. Hierna wordt de vergadering gesloten. 

De raad van Pijnacker vergadert op zaterdag 29 oktober 1921. Aan de vereeniging tot stichting en instandhouding van een school met den bijbel, werd een premie toegekend van ƒ 2000.— 

Op 17 november 1921 wordt gemeld dat de raad van de gemeente Delft heeft aangenomen het voorstel van B&W tot vaststelling van een regeling met de gemeente Pijnacker omtrent de toelating van kinderen uit deze gemeente op de openbare lagere scholen van de gemeente Pijnacker. De gemeente Delft wil aan Pijnacker ƒ 25 per jaar per kind vergoeden. 

Op 23 november 1921 wordt gemeld dat door B&W ter openbare kennis is gebracht, dat iedere ingezetene gedurende de loop van deze maand den loop bij G.S. zijn bezwaren kan inbrengen tegen het raadsbesluit, waarbij de aangevraagde subsidie voor de bouw van een chr. hervormde school in de Oude Leedsche buurt geweigerd is. Voor belanghebbenden liggen alle stukken deze zaak betreffende, kosteloos op de secretarie ter inzage. Ook circuleert onder de burgerij een adres aan Gedep. Staten met verzoek het raadsbesluit te handhaven om de hoge kosten van het onderwijs voor de gemente met haar zes reeds bestaande scholen en de omstandigheid, dat de chr.-historische partij al een school in de kom gemeente bezit.

Evenals verleden jaar bezocht Sint Nicolaas ditmaal op dinsdagavond 6 december 1921 met zijn trouwe knecht de openbare school op het dorp. Vol blijde, maar ook angstige verwachting beidde het jonge volkje hun komst. Bij het binnentreden van de eerwaardige bisschop met zijn geleide in het schoollokaal heerste er een eerbiedige stilte, die weldra in grote luidruchtigheid overging, toen de heilige elk kind toesprak en Zwarte Piet onderwijl ieder lekkernijen en een passend geschenkje in de handen stopte. Merkwaardig was het dat de goede Sint van elke leerling de tekortkomingen en zwakke punten wist op te noemen en hen aanmaande in het vervolg die fouten te overwinnen. Vele ouders der scholieren en enige genodigden woonden de vrolijke partij bij. Het was een prettig feest en aan het onderwijzend personeel en de ingezetenen, die het er door hun geldelijke gaven toe in staat stelden, komt een woord van dank toe, namens de verblijde kinderschaar. 

onheil

In de Jacob Gerritstraat kreeg op 21 januari 1921 een juffrouw uit Pijnacker een flauwte. Zij werd in de winkel van den heer K. M. binnengedragen en later naar Pijnacker vervoerd. 

Op 21 juni 1921 wordt bericht dat de schipper A. J. Z. uit Pijnacker in Den Haag bij het voortbomen van zijn schuit in de Zuid-Buitensingel is gevallen. Een agent heeft hem door het toesteken van zijn sabel gered. 

Op dinsdagmiddag 6 september 1921 terwijl de vrouw des huizes een boodschap bij een buurvrouw deed en de man afwezig was, brak er brand uit in de hooiberg achter de woning van J. Rensen Pz. aan de Zuidweg. Toen de vrouw weer in huis kwam, had de brand reeds zo ver om zich heengegrepen, dat de schuur in lichterlaaie stond en ook het woonhuis was aangetast. Met moeite werden door ijlings toegeschoten rappe handen de voornaamste meubelen van beneden naar buiten gebracht, maar boven was niets meer te redden. De spoedig aangerukte motorbrandspuit die voor het eerst dienst deed, voldeed uitstekend. Zij gaf binnen twee minuten na aankomst water. De spuit kon echter niets meer redden en alleen het smeulende hooi en riet nat houden, daar na het instorten van het dak slechts de vier kale muren aanwezen, waar de woning gestaan had. Omtrent de oorzaak van de brand is nog niets zekers bekend; daar hij echter in de hooiberg is begonnen, is de veronderstelling niet gewaagd, dat hij door onvoorzichtigheid van spelende kinderen is aangekomen . Het huis en de schuur waren verzekerd evenals de inboedel, hoewel de laatste laag; de hooiberg echter niet. Persoonlijke ongevallen van mens of dier hadden gelukkig niet plaats. Het zo plotseling van een woning beroofde gezin heeft bij goedhartige buren een tijdelijk onderkomen gevonden.

Dinsdagmiddag 6 september 1921 werd een paard van de landbouwer P Zegwaard Jz., aan de Klapwijkseweg door een horzel gestoken, terwijl het voor een wagen stond, waarop hooi geladen werd. Het dier begon achteruit te lopen en kwam met wagen en al in de sloot langs de weg terecht. Met veel moeite gelukte het, het paard weer op het droge te krijgen. Na enige uren is het dier echter gestorven, wat voor de eigenaar een groot verlies is.  

Donderdagavond 8 september 1921 tegen schemertijd vond in Delfgauw een ongeval plaats met de vrachtauto van de heer G. C. .van Schie uit Pijnacker, die terugkeerde van het filiaaI te DeIft, zijn fabriek van limonade en gazeuse op de Brabantse Turfmarkt. Doordat de chauffeur op zeker ogenblik de macht over zijn stuur verloor, raakte de auto in een diepe, maar gelukkig droge sloot langs de weg. Met behulp van toegesnelde dienstvaardige Delfgauwenaars werd het voertuig op de wal gebracht. Behalve enige niet ernstige materiële schade, hadden geen persoonlijke ongevallen plaats en weldra kon men verder ongestoord de weg naar Pijnacker vervolgen. 

Op 10 oktober 1921 wordt bericht dat onze dorpsgenoot schipper J. v. L., dinsdag op zijn terugreis van Rotterdam in het Mallegat te Delft, het vaarwater tussen de Schie en het Kanaal, het ongeluk een knoop van een opgehaalde kabel te geraken en zoo voorover in het water te storten. Met enige moeite gelukte het hem op te halen. In bewusteloze toestand werd hij naar het Gasthuis vervoerd. Hoewel het eerst zich niet ernstig liet aanzien, bestaat er vrees voor longontsteking. Met het oog op zijn leeftijd [69 jaar] zijn toestand enigszins zorgwekkend genoemd worden. 

Op 28 oktober 1921 wordt gemeld dat onze dorpsgenoot de bouwman D. K., aan de Klapwijkseweg, in Rotterdam het ongeluk trof, dat hij, uit een winkel komende, van achteren door een motorfiets werd aangereden en bewusteloos neerviel met een gapende wond aan het voorhoofd nabij het rechteroog. In de naastbijzijnde politiepost gebracht, werd hem een eerste verband aangelegd en daarna in het ziekenhuis aan de Coolsingel verder verpleegd. Tot bewustzijn gekomen kon hii naar zijn woning worden vervoerd. Gelukkig kon onze geneesheer de wond voor niet gevaarlijk verklaren, terwijl het oog, waarvoor men eerst vreesde, niet is aangedaan. De motorfiets, waarvan de berijder door de schok zijn stuur verloor, was danig beschadigd. Maar voor de aangeredene liep het ongeval boven verwachting goed af. Gezien de omstandigheden, waaronder het gebeurde had het wel dodelijk kunnen zijn geweest. 

Op 28 oktober 1921 wordt gemeld dat door de hevige storm van zaterdagnacht 22 oktober 1921 de ophaalbrug over de Delfgauwse vaart tegenover de tuinderij van de heer L. van Geest geheel uit elkander geslagen is. 

Het stormweer van zondag 6 november 1921 heeft ook hier heel wat schade aangericht. Behalve de talloos vele afgewaaide dakpannen, de ingestorte schoorstenen en omgeworpen hekwerken, de omgewaaide of zeer sterk hellende bomen. de afgebroken telefoonpalen langs de Delftse weg, de ware razzia, die de storm heeft gehouden onder de ruiten van de warenhuizen en in de broeiramen, waarbij geen enkele tuinder gespaard bleef, hadden nog grotere rampen plaats. Van de bouwman C. W. Haket aan de Vlielandseweg werd de koeienstal geheel vernield. Het rieten dak was nog zopas grondig gerepareerd, en de wind wierp het plat op de grond. Met moeite konden de aanwezige beesten nog bijtijds naar buiten gedreven worden. Hetzelfde ongeluk trof de landbouwer J. C. Verburg op het Hoogsche Blok, terwijl bij J. van der Spek in de Oude Leede het warenhuis instortte en daarbij een tentwagen verpletterde. In de Katwijksche Buurt werd door het omwaaien van twee zware populieren de ophaalbrug vóór de woning van de heer H. van Dam vernield. Gelukkig hadden bij dit al geen persoonlijke ongevallen plaats. 

Donderdagochtend 17 november 1921 reed de landbouwer L. A. uit Pijnacker in een karretje, waarin nog drie personen zaten het Oosteinde te Delft af, toen een van de bomen van het voertuig brak en het paard tegen een daar staande paal botste. Hoewel de voerman onder het dier geraakte, kwam hij er toch ongedeerd af. Ook de drie inzittenden, die gelukkig in de kar, welke stand hield, konden blijven zitten, kwamen met de schrik vrij. Het bovendeel van het karretje was echter geheel vernield en het paard, dat aan de hand naar huis geleid werd, heeft vooral aan de poten belangrijke wonden opgedaan, zodat het de vraag is, of het voor verdere diensten geschikt zal zijn. 

Maandagochtend 28 november 1921 ging het paard van de steenkolenhandelaar J. Vons in de Stationsstraat met de gelukkig lege wagen op hol. Het dier scheen blijkbaar het lange wachten te vervelen en rende de straat uit, dwars over de Kerkweg, zo dat het met het voer-tuig in de langs de weg lopende sloot terecht kwam. De voerman wist met behulp van enige voorbijgangers het beest en de wagen spoedig op het droge te krijgen. Gelukkig was de jeugd uit de school in de Stationsstraat nog niet buiten en kwamen geen persoonlijk; ongevallen voor. Het paard scheen weinig of geen last van zijn val en koud bad te hebben gehad en ook de wagen had slechts weinig schade bekomen. 

Vrijdagmiddag 2 december 1921 kwam een sergeant-majoor van het garnizoen te Delft, die zich per rijwiel van Berkel naar zijn woonplaats begaf op de Overgauwseweg onder de gemeente Pijnacker zo ongelukkig met fiets en al op het harde ijs van de langs die weg lopende vaart te vallen, dat zijn rechterarm geheel ontwricht was. Toevallig bevond hij zich dicht bij een huis aan deze vrij eenzame weg, zodat zijn ongeval spoedig bemerkt werd en men hem hulpvaardig per voertuig naar de dokter te Pijnacker aan de Kerkweg bracht. Daar bleek de breuk van ernstige aard te zijn. De dokter, geassisteerd door zijn zoon, medisch student, had geruime tijd nodig om de arm weer in het lid te brengen. Zelfs moest de patiënt, om het werk te vergemakkelijken, gechloroformiseerd worden. Eerst tegen middernacht kon hij per auto naar Delft worden vervoerd 

onroerend goed

Op 7 januari 1921 is te koop of te huur een vrij herenhuis, met tuin te Pijnacker, 15 minuten van Rotterdam, 3 minuten van het station. Adres Stationsstraat 233, aldaar eventueel meubels over te nemen. 

Op 18 januari 1921 zijn twee nieuw gebouwde herenhuizen met tuin te koop in Pijnacker, Stationsstraat 288

Donderdag 27 januari 1921 vergadert de raad. Besloten wordt een perceeltje grond, liggende te Delfgauw te verhuren aan C. Poot voor ƒ 0,50 per roede. 

Vrijdagavond 21 januari 1921 vond in het café van Schie een algemeene vergadering plaats van de leden van de coöperatieve woningbouwvereeniging ,,Pijnacker". De voorzitter zei in zijn openingswoord, dat deze buitengewone vergadering uitgeschreven was op verzoek van de woninghuurders in de zogenaamde Kroonstraat, met het oog op de hun berichte huurverhoging. Ingekomen was een ministerieel schrijven met de mededeling. dat de huur van de 13 bestaande huizen met ingang van 1 januari 1921 met 15 a 20% moest worden verhoogd. De voorzitter lichtte een en ander nader toe en merkte op, dat de huurders in 't begin is medegedeeld, dat in de toen bestaande crisistijd de huur te laag was en in normaler tijden zou verhoogd worden. Nu de lonen zoveel beter zijn, achtte de minister een huurverhoging noodzakelijk, daar toch door rijk en gemeente een bedrag van ƒ 2600 moet bijgepast en de wekelijkse huursom op een zesde deel van 't weekloon mag gesteld worden. De heer H. van der Salm had bezwaren tegen zijn verhoging. De voorzitter vroeg daarna of de huurders na de gegeven toelichtingen bereid waren de verhoogde huur te betalen. Allen antwoordden hierop bevestigend. De voorzitter deelde mede, dat de huurprijs der 12 in aanbouw zijnde woningen minstens f 5 per week zal bedragen en de subsidie door de gemeenteraad is verleend op voorwaarde, dat afgeweken wordt van de verloting onder en door de gegadigden en het bestuur de woningen eerstens zal toewijzen aan hen die er 't meest behoefte aan hebben en verder zelf de overblijvende huizen bij loting zal aanwijzen. 

Van Buijsen, notaris te Delft, is voornemens op donderdag 24 februari 1921 bij veiling en op donderdag 3 maart 1921 bij afslag, beide dagen des voormiddags om 11 uur, in het Venduhuis te Delft publiek te verkopen: Twee perceelen weiland gelegen in de Droogmaking van de Noordpolder van Delfgauw, onder de gemeente Pijnacker (vroeger Vrijenban), kad. sectie B, nrs. 595 en 597 tezamen groot 2.16.50 H.A. met recht van uitweg naar de Noordeindseweg van Delfgauw en naar de Noordpoldervaart. Laatstelijk verhuurd geweest aan de heer P. Huisman, thans vrij van huur. In bod gesteld op f 5.000. Te aanvaarden vrij van huur dadelijk na de toewijzing. Betaling der kooppenningen op 1 april 1921 met bijvoeging van een maand rente der koopsom ad 6% 's jaars. Te bezichtigen iedere werkdag. Nadere inlichtingen geeft genoemde notaris Hypolitusbuurt 28. 

Ten overstaan van Notaris De Gidts te Pijnacker, zullen op de woensdagen 6 april 1913 en 13 april 1921, om 11.00 uur, in het Bondshotel te Pijnacker, in het openbaar vrijwillig worden verkocht de gebouwen en terreinen te Pijnacker, van de Coöp. Verduurzamingsvereeniging, allergunstigst gelegen aan de haven, spoorbaan en station der Z. H. E. Spoor, met de daarin aanwezige machineriëen, groot ruim 1,5 hectare, bijzonder geschikt voor alle ruimte behoevende bedrijven. Aanvaarding 15 mei 1921. De gebouwen met 1,5 hectare land werden in bod gebracht op f 10.625, waarna verhogingen, respectievelijk van ƒ 4000, ƒ 375 en f 2000 volgden, zodat het geheel alsnu staat op f 17000, ten name van de heer P. Sonneveld te Pijnacker. De definitieve verkoop van de groentenzouterij „de Kroon", die woensdagochtend 13 april 1921 plaats moest hebben, is niet doorgegaan en tot nader order uitgesteld. Inmiddels is het bij de veiling uitgebrachte bod van f 17.000 met f 8.000 verhoogd. Op woensdag 27 april 1921 in de voormiddag had in het Bondshotel van VanSchie aan de Oostlaan de definitieve verkoop plaats van de gebouwen en terreinen van de groentenzouterij, welke veertien dagen geleden tot nader order uitgesteld was geworden. De heer P. Sonneveld, alhier, mijnde het geheel f 10 boven de in bodstaande som van f 25000 af. Naar wij vernemen is de zouterij met annexen voor dit bedrag toegewezen aan een combinatie van zes personen uit deze gemeente, waartoe o. a. de heer P. Sonne-veld behoort.

Op woensdag 20 april 1921 vergaderde de raad van deze gemeente. Voor woningbouw besloot men in uitgaaf en ontvangst ƒ 181,239.42 op de gemeentebegroting 1921 te plaatsen. 

Op 7 mei 1921 wordt bij koninklijk besluit nr. 22 de r.-k. coöperatieve woningvereeniging ,,St. Jan" te Pijnacker toegelaten als vereeniging uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting werkzaam. De statuten zijn ogenomen in het Bijvoegsel bij de Ned. St. Crt. 5 januari 1921, nr. 3 onder nr. 666

Wegens vertrek worden op maandag 9 mei 1921 in één zitting vrijwillig in het openbaar verkocht twee herenhuizen in de Stationsstraat, in 1920 nieuw gebouwd, met tuin, groot 400m2 elk, in Pijnacker bij het station der Z.H.E. Spoor, voorzien van alle gemakken. Eigendom van J.A. Apon. Dadelijk te betrekken. Het onbewoonde pand is verkocht voor f 13.710 aan G. Weerheim uit Koudekerk aan de Rijn. Het bewoonde huis kwam in trekgeld op f 14.000, werd verhoogd met f 1800 en niet afgemijnd.

Op 12 mei 1921 wordt gemeld dat aan de gemeente Pijnacker een premie is verstrekt van f 2000 voor eén woning.

H. J. J. van Buijsen, Notaris te Delft, is voornemens op woensdag 25 mei 1921 bij veiling en op woensdag 1 juni 1921 bij afslag, beide dagen om 11 uur, in het koffiehuis „het Raadhuis" te Pijnacker, publiek te verknopen: een blok best wei- en bouwland met laan, gelegen in de Nieuwe Polder in de Katwijkse Buurt, uitkomende aan de Katwijkse Laan, onder de gemeente Pijnacker, tesamen groot 18 hectaren, 80 aren, 20 centiaren, waarvan ruim 13 hectaren weiland, met het recht van gebruik van 1.75.24 hectare weiland in den Welpolder (onverdeeld eigendom van de Nieuwe Polder) te veilen in 6 percelen, terwijl bij de afslag verschillende combinaties zullen plaats hebben. Verhuurd tot Kerstmis 1921. Betaling 1 juli 1921, waartegen de koper de helft van de huurpenningen zal genieten. Bezichtiging iedere werkdag. Nadere inlichtingen geeft genoemde notaris, Hypolitusbuurt 28. Later verschoven naar 1 juni 1921 en 8 juni 1921. De percelen zijn in bod gesteld als volgt: [1] groot 2.68 hectare ƒ 6600 [2] groot 3.54.90 hectare f 5500 [3] groot 2.80 hectare f 6700 [4] groot 3.56.30 hectare f 5500 [5] groot 2.73.70 hectare f 7000 [6] groot 3.47.30 hectare f 5200. Combinatie der perceelen voor behouden. 

Op 1 juli 1921 wordt in Pijnacker te koop aangeboden een huis, in oktober te betrekken, bestaande uit twee kamers en suite, keuken, vier slaapkamers en verdere gemakken. Koopsom f 10.000

Op 1 juli 1921 wordt gemeld dat aan A. Harteveld uit Pijnacker een bedrag van f 2.280 is toegekend voor de bouw van twee woningen.

Op 19 augustus 1921 wordt een huisje of 500m2 grond te koop gevraagd in de nabijheid van het station.

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Verzoek van de heer A. Massar tot aankoop van bouwterrein aan de zuidzijde der Stationsstraat ter breedte van 12 meter en van de heren N. van Overdam en F. A. van der Meer een gelijk verzoek aan de noordzijde dier straat. Op voorstel van de heer van der Leeuw wordt besloten het bouwterrein aan Massar te verkopen, mits hij, met het oog op een later te bouwen smederij achter zijn woning, naast zijn huis een open ruimte van minstens 4 meter zal houden voor het plaatsen van rijtuigen enz. Daar vroeger bepaald is, dat aan de noordzijde der Stationsstraat alleen grotere huizen mogen komen, kan aan het verzoek der heren van Overdam en van der Meer niet voldaan worden. Zij zullen echter naast het verkochte aan Massar bouwterrein kunnen kopen voor f 4 de m2. Delftsche Courant 26 augustus 1921, blz. 3

Op 25 augustus 1921 vraagt P.K. uit Pijnacker hoe in het dorp een huurcommissie kan worden ingesteld. De krant adviseert hem een verzoek te doen aan B&W of, als dit geen gevolg heeft, aan G.S.

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Verzoek van de woningbouwvereniging "Pijnacker" om intrekking van het raadsbesluit waarbij twee leden van de raad als gedelegeerden aan het bestuur zijn toegevoegd. B&W zijn van mening dat de raad niet moet terugkomen op de eenmaal gevallen beslissing, die genomen is met goedvinden van het bestuur der bouwvereeniging. De beide gedelegeerden uit de raad geven hierop nadere toelichting omtrent hun verhouding tot genoemd bestuur met het gevolg, dat het voorstel van B&W, om de gedelegeerden te handhaven met algemeene stemmen aangenomen wordt. 

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van 't pand wijk B. W. 08 in de Nieuwkoopsche buurt, bewoond door N. Tetteroo. De raad verenigt zich met het voorstel van de voorzitter om de verhuurster te sommeren binnen 6 weken de gebreken aan de woning te herstellen, daar anders tot onbewoonbaarverklaring zal worden overgegaan. 

Op 27 augustus 1921 wordt gemeld dat de Ned. Herv. Schoolvereniging een bijdrage van f 2.000 ontvangt voor de bouw van een pand.

Verkoping wegens sterfgeval. H. J. J. van Buijsen, Notaris te Delft, is voornemens op woensdag 28 september 1921 bij veiling en op woensdag 5 oktober 1921 bij afslag, beide dagen des voormiddags elf uur, in het Koffiehuis „Het Raadhuis" te Pijnacker, publiek te verkopen: [1] Een Burgerwoonhuis en Erf met Tuin en stenen schuur, aan de oostzijde van de Kerkweg nr. 66 te Pijnacker, kad. Sectie C, nr. 1906, groot 3.50 Aren. Bevattende beneden: gang in het midden, twee voorkamers, serre, keuken en aangebouwd schuurtje, boven: zolder met beschoten kap en voorkamer. In bod gesteld op f 6.275. [2] Een perceel Bouwgrond beplant met bomen, aan de Nieuwkoopseweg te Pijnacker, kad. Sectie C, nr. 12, groot 2.94 Aren. In bod gesteld op f 310. De percelen zijn te aanvaarden vrij van huur, perceel 1 geheel ontruimd, bij de betalingen der kooppenningen op 1 november 1921. Te bezichtigen op maandag en dinsdag vóór de veiling des nam. van 2-5 uur en op de dagen van veiling en afslag van 9-11 uur. Nadere inlichtingen geeft genoemde notaris, Hypolitusbuurt 28. 

Op 13 september 1921 wordt gemeld dat de gemeente Pijnacker van het Rijk een bedrag van f 1200 heeft ontvangen voor woningbouw.

Op vrijdag 7 oktober 1921 wordt gemeld dat de prijzen van gewone burgerhuizen hier althans nog niet dalende zijn, bleek woensdag bij de verkoping van een dergelijke woning aan den Kerkweg door notaris Van Buijsen te Delft. Indertijd gebouwd voor een som van ruim f 2000, is er later voor een f 1000 aan opgeknapt en verder goed onderhouden. Op de veiling verleden week kwam het huis in trekgeld op f 6265, waarop nog twee verhogingen, elk van ƒ 300, volgden. Op de verkoping werd het afgemijnd op een bedrag van ƒ 6875, zodat het de koper met de verschillende onkosten op ongeveer ƒ 7500 komt. Het zeer geriefelijk ingerichte herenhuis aan de Stationsstraat daarentegen, dat voor een paar jaren voor ƒ 23000 werd neergezet, werd op de verkoping in mei van dit jaar opgehouden en later voor ƒ 16000 te koop aangeboden, zonder liefhebbers te kunnen vinden. Nu staat het wederom te koop, maar gegadigden doen zich nog niet op. Voor zulk soort huizen schijnt dus weinig animo te bestaan en is de prijs aanmerkelijk gedaald. Misschien doet de minder voordelige stand daar ook wel het zijne aan toe. 

Op 15 oktober 1921 wordt door het Rijk aan A. en M. Massar een bedrag van f 2850 toegekend voor de bouw van twee woningen.

Notaris Th. P. J. Hoppe te Delft, is voornemens op maandag 17 oktober 1921 bij veiling en op maandag 24 oktober 1921 bij afslag, telkens om 19.00 uur, in het Venduhuis der Notarissen aan de Voldersgracht te Delft, in het openbaar te verkopen: [1] Een goed doorwerkte Tuin met Warenhuis, pl. m. 1000 Ramen, Schuur op stenen voet, ongeveer 200 Ramen, waaronder kool- en slaplanten, gelegen langs de Pijnackerse vaart, bij het kadaster der gemeente Pijnacker bekend als sectie G, nrs. 1360 en 1362, te zamen groot 1.11.20 hectare. Grondlasten f 12,81. In bod met verhoging gesteld op f 12.000, [2] Een goed doorwerkten Tuin, gelegen als voren, ten oosten van perceel 1, kad. bekend gemeente Pijnacker, als sectie G, nrs. 1361 en 1364, te zamen groot 0.99.20 hectare. Grondlasten ƒ 6,11. Polderlasten ƒ 12,-. Delfl. Sluisgeld ƒ 12,50 per hectare. In bod met verhoging gesteld op f 7.800 De perceelen zijn te aanvaarden onmiddellijk na de toewijzing; betaling kooppenningen op 24 december 1921, met bijvoeging van 6 % over de koopsommen vanaf de dag van aanvaarding tot op de dag van betaling. De percelen zijn dagelijks te bezichtigen op de gewone uren. Nadere inlichtingen worden verstrekt ten kantore van Notaris Hoppe, Nickersteeg te Delft. 

De raad der gemeente Pijnacker vergaderde op 17 oktober 1921. Op een verzoek van de heer Bouwman om de prijs van de grond aan de Stationstraat te bepalen op f 5 per m2. in plaats van ƒ 5.50 wordt afwijzend beschikt. Besloten wordt het perceeltje grond door J. Bregman in publieke veiling gekocht en dat de gemeente van plan was te kopen, doch door Bregman weer aan de gemeente overgedaan wil worden, onder voorwaarde hij een vrij pad daarvan krijgt, niet te kopen. 

Op 20 oktober 1921 zijn in Pijnacker voor zelfbewoning te koop ruime huizen met tuin voor f 10.500. Hypotheek mogelijk tot 75%. Brieven naar Betcke, Slagveld 3 in Rotterdam.

Op 20 oktober 1921 wordt gemeld dat voor het bouwen van woningen met ijkssteun in Pijnacker veel liefhebberij bestaat, meer nog dan in andere gemeenten in de omtrek. Aan de volgende personen werd voor woningbouw reeds een premie toegekend door de Minister van Arbeid: M. Welling Czn. ƒ 1800, C. Bijsterveld f 1800, Ned. Herv. Schoolvereniging f 2000 (onderwijzerswoning), A. Harteveld f 2280 voor 2 woningen, P. van Sliedregt ƒ 1600, P. J. Anemaet ƒ 1600, J. Verwaal ƒ 1700, N. van Overdam f 1575, P. Koene ƒ 1575 en gebr. Massar voor 2 woningen ƒ 2850, N. van Overdam f 4200 hypotheek, bouwkrediet f 3780; F. van der Meer f 4200 hypotheek. bouwkrediet f 3780

Op 14 november 1921 is te huur een nieuw burgerwoonhuis onder de gemeente Pijnacker nabij de stad. Alleen zij met klein gezin komen in aanmerking. Na overeenkomst direct te aanvaarden Adres: bur. v. d. blad. 

Ten overstaan van Notaris De Gidts te Pijnacker, zal bij veiling, verhoging en afslag, in één zitting, op woensdag 23 november 1921, om 11.00 uur, in het Bondshotel in Pijnacker, in het openbaar worden verkocht: een Winkel- en Woonhuis, Schuur, open Grond en Poort, waarin onheugelijke jaren met succes een zaak in Kruidenierswaren, Schrijfbehoeften, Kramerijen enz. enz., aan de Oostlaan te Pijnacker, groot 264 m2.

Openbare verkoping van een bouwmanswoning met tuin en weiland en weg aan de Dwarskade onder de gemeente Pijnacker. Notaris HOPPE te Delft, is voornemens op maandag 9 Januari 1922 bij veiling en op maandag 16 januari 1922 bij afslag, telkens des namiddags om 19.00 uur, in het Venduhuis der Notarissen, aan de Voldersgracht te Delft, in het openbaar te verkopen een tuinmanswoning met erf, Schuren, Stalling, Tuin- en Weiland en Weg, in de gemeente Pijnacker, aan de Dwarskade, bij het kadaster dier gemeente bekend in sectie E no. 971, 1089, 1090, 1091 en 1655, groot 1,39.08 H.A. Grondlasten ƒ 24,22. Polderlasten ƒ 10,- per hectare en Delflands sluisgeld ƒ 16,10 per hectare. 

In 1921 worden aan de Emmastraat (toen nog Kroonstraat) de woningen met de even nummers tot de hoek van de Van Brachtstraat gebouwd, genummerd A253 tot A277 (info van Annette Theeuwsen-Kardol)

In 1921 worden aan de Emmastraat (toen nog Kroonstraat) de woningen met de even nummers tot de hoek van de Van Brachtstraat gebouwd, genummerd A253 tot A277 (info van Annette Theeuwsen-Kardol)

Bewoners sedert de bouw in 1921:

Emmastraat 2

fam. Kool

mmastraat 4

fam. Kaptein

Emmastraat 6 

fam Mosterd.

Emmastraat 8

fam. Dekker; fam Buijs

mmastraat 10 

fam. Noppen

Emmastraat 12 

van Schijndel; Hans Droog

Emmastraat 14

mevr. van Buijtene

mmastraat 16

fam. Kouwenhoven

Emmastraat 18

fam. Kaiser.

Emmastraat 20

fam. de Boe

Emmastraat 22

fam. Vons

Emmastraat 24

Terre des Hommes

openbaar vervoer

Op oudejaarsavond heeft onze trouwe omnibus zijn laatste rit vice-versa Delft gedaan, nu de gemeente Delft haar jaarlijkse subsidie heeft ingetrokken. De ondernemer kan daardoor de zaak niet meer voortzetten en legt het bijltje er bij neer. Wij herinneren ons de vreugde, die er heerste, toen voor een 30-tal jaren de omnibusdienst op Delft geopend werd, die onze geïsoleerde plaats met het wereldnet verbond. En al is door de electrische die isolering opgeheven, de verbinding met de „stad" per voertuig is verbroken tot groot verdriet en ongerief van de meer ouderen van dagen, die hun connecties met Delft in stand houden, daar hun familie en kennissen hebben en hun vaste winkels nog niet in Rotterdam en Den Haag zoeken. Zal een ander opstaan en het gestaakte bedrijf wederom opvatten? Wij vreezen zeer. Mocbt het nu eens zoo ver komen, dat een sinds lang gekoesterde wens vervuld werd, nl. de oprichting van een autobusdienst van Delft over Pijnacker naar Zoetermeer. Wij waren gebaat en Delft kreeg een gemakkelijker en sneller verbinding met het staatsspoor, indien die bus reed op stoptreinen te Zoetermeer. Zal het een vrome wens blijven? 

Op 1 maart 1921 is de chef van het station van het electrisch spoor, de heer R. K. van Breda, overgeplaatst naar Beesd (G.). Gedurende zijn 7-jarig verblijf in Pijnacker heeft de heer Van Breda zich vele vrienden verworven door zijn welwillend optreden tegenover het publiek. De vrijzinnige kiesvereniging, verleden jaar opgericht, verliest in hem een ijverige, nauwgezette secretaris. Zijn opvolger als chef is de heer Smits, uit Vlijmen (N.-Br.). 

politiek

Op dinsdagavond 8 maart 1921 hield de Christelijk-Historische Kiesvereniging in de Chr. Hervormde school aan de Stationsstraat een ledenvergadering. De voorzitter opende de bijeenkomst met gebed en een woord van welkom aan de aanwezigen. Hij deelde mede, dat de kiesvereniging de naam had gekregen van ,,Voor Vorstenhuis en Vaderland" en gaf na nog enkele mededeelingen, het woord aan de secretaris, de heer J. Bregman, tot voorlezing van de notulen van de vorige vergadering, welke onveranderd onder dankzegging werden goedgekeurd. Het jaarverslag van de secretaris getuigt van de bloei der vereniging, welker ledental thans tot 222 is geklommen, waaronder vele vrouwen. De penningmeester moest in zijn finantieel verslag meedelen, dat er een tekort is van ruim f 50. Het voorstel, het bestuur met 2 leden uit te breiden wegens vergroting der gemeente door de annexatie van een deel van Vrijenban, werd aangenomen, waarna men tot stemming overging. De heer G. Sonneveld }r. werd herkozen als voorzitter. In de vacatureG. Weerherm werd benoemd de heer W. Hazeu van Delfgauw en tot nieuwe bestuursleden de heren J. Dijkshoorn en J. Eigenraam. Na nog enige besprekingen over de aanstaande gemeenteraads-verkiezingen. sloot de heer Bregman de vergadering met dankgebed. 

Voor de verkiezing van de gemeenteraad is door G.S. als datum van kandidaatsstelling vastgesteld 16 mei 1921 en voor een eventuele stemming 30 juni 1921. Als datum, waarop de nieuwe raad voor het eerst bijeen komt, is vastgesteld 8 september 1921. Wegens het groot aantal kiezers en de uitgestrektheid der gemeente is deze in 4 stemdistricten verdeeld: Stemdistrict I omvat de wijken A en B en de Dwarskade, Stemdistrict II omvat de Katwijksche buurt, Stemdistrict III omvat de Oude Leede en Stemdistrict IV omvat het nieuwe gedeelte met uitzondering van de Dwarskade. 

De tijdstippen van de kandidaatstelling en eventuele stemming voor leden van de nieuwe gemeenteraad zijn gewijzigd. Kandidaatstelling is in plaats van 16 mei 1921 gesteld op 23 mei 1921 en stemming van einde juni op begin juli. 

Woensdagavond 18 mei 1921 had in het vergaderlokaal der Hervormde gemeente aan den Kerkweg een ledenvergadering plaats der vrijzinnige kiesvereeniging ,, Vooruitgang". De voorzitter, de heer Johan Prins, betreurde in zijn openingswoord de geringe opkomst van de leden, waaronder enkele dames, en herinnerde aan het groot verlies, dat de jeugdige vereniging geleden had door het vertrek uit de gemeente van de secretaris, den heer R. K. van Breda, die zo'n groot aandeel in de voorbereidende werkzaamheden van de oprichting had gehad. Uit het jaarverslag van de waarnemend secretaris, de heer H. J. Daneel, bleek o.a. dat de vereniging thans 89 leden telt. Uit de rekening en verantwoording van de pennngmeester, de heer J. Sonneveld Lz., kwam men te vernemen, dat de ontvangsten bedroegen f 56.75 en de uitgaven f 39.50, alzo sluitende met een batig saldo van ƒ 17.25. Een commissie, bestaande uit de heren P. van Buysen, H. Bezemer en J. van der Spek, belastte zich met het nazien van de boeken en bevond deze accoord, waarop de rekening onder dankzegging aan de penningmeester werd goedgekeurd. De periodiek aftredende bestuursleden, mej. A. W. Groenendal en de neer H. Franx, werden als zodanig herkozen en de heer Daneel bij acclamatie tot secretaris benoemd. Door de uitbreiding van de gemeente werd het getal bestuursleden, volgens een bepaling in het huishoudelijk reglement, van 7 op 11 gebracht,, terwijl er 2 vacatures bestonden dóór het vertrek van de heren Van Breda en De Swart. Tot nieuwe bestuursleden werden gekozen de heren L. Olieman, A. de Gidts en A. Teunisse en voor Delfgauw de heren H. J. Sonneveld Arendz, Johan van der Velden, P Sonneveld Az. en W. van Leeuwen. Eindelijk werd een voorlopige lijst van candidaten voor de aaanstaande gemeenteraadsverkiezing opgemaakt en daarop na breedvoerige bespreking geplaatst: P. van Buysen (aftredend raadslid), H. J. Sonneveld Arendz. (Delfgauw), Johan van der Velden, C. A. Jager (Delfgauw). A. de Gidts, mevr. Van der Horst-Warburg, P. van der Maren en As. Zegwaard. Bij de rondvraag werden verschillende propagandamiddelen besproken, o.a. het verspreiden van circulaires tot aanbeveling van de kandidaten. Daarna werd de vergadering gesloten. 

Bij de op 23 mei 1921 gehouden kandidaatstelling voor de verkiezing van elf leden van de gemeenteraad werden de volgende kandidaten gesteld: Door de Christ. Hist. partij de heren P. Zeeuw, M. van der Velden, P. Sonneveld, C. Weerheim, S. van der Kooi, mej. H. Schotte, mej. J. Hoogendam, de heren W. Hazeu, W. van Diepen, P. Bregman, J. Hast en J. R. Kromkamp. door de Vrijzinnige partij: P. van Buysen, H. J. Sonneveld, J. van der Velden, C. A. Jager, A. de Gidts, mevr. M. H. van der Horst-Warburg en de heer P. van der Marel; door de R.'K. partij: M. van Winden, J. C. J. van der Leeuw, G. P. de Vreede, A. C. van der Burg, mej. E. H. Lemmers, de heren C. van Winden, F. Ruigt, W. van Winden en W. D. van der Burg; door de anti-revolutionnaire partij: de heren G. van der Stoep, F. van Duyn en P Rensen: door een groep kiezers: de heren H. van Dam, Th. van Leeuwen en W. Ravenek. De stemming zal plaats hebben op 7 juli 1921 

In het begin dezer week zijn op verschillende plaatsen in de kom der gemeente aan de muren grote biljetten aangeplakt met het beeld van een werkman, die, met de rechtervoet vooruit en een kruis in de opgeheven rechterhand, met den pauselijke wimpel zwaait, waarop de woorden "R. Kath. Arbeidersbeweging". onder het beeld staat het volgende opschrift: "Christenstrijders, Broeders, Makkers, Bouwers van de Maatschappij, werkers, die nog slaapt, wordt wakker, en strijdt medein onze rij: Tegen de reactie". Hieruit schijnt te volgen, dat deze arbeidersbeweging zich aansluit bij het verlangen der S.D.A.P. Dat niet ieder deze oproep welgevallig is, blijkt o.a. uit het feit, dat het papier op het dorp bij de hervormde kerk is afgescheurd en allicht ook reeds op andere plaatsen.

Op 2 december 1921 wordt gemeld dat in de voorbije week een algemeene ledenvergadering heeft plaatsgehad van de Chr. Historische kiesvereniging van Pijnacker in de Chr. school der Ned. Hervormde gemeente aan de Stationsstraat. Aan de orde was het stellen van zes kandidaten voor de Kamerverkiezingen. Een lijst van zes personen werd samengesteld. Daarop volgde een bespreking over de aanhangige Land- en tuinbouwarbeidswet. Besloten werd zich aan te sluiten bij het voorstel der Unie, nl. in die bedrijven de tienurige werkdag toe te laten. Nadat nog besloten was een spreker te laten optreden voor de propaganda, werd die vergadering met dankzegging gesloten.

post en telefoon

Het hulppost- en telefoonkantoor is overgebracht naar het pand wijk A no. 244 in de Stationsstraat, waar het een ruimer en doelmatiger onderkomen heeft gevonden dan op zijn vorige standplaats in het Noordeinde [nu Noordweg] het geval was. Ten gerieve van de Laanbewoners zal nu een brievenbus op de hoek van de Westlaan en het Noordeinde geplaatst worden.

Het hulppost-, hulptelegraaf en hulptelefoonkantoor te Pijnacker zal te rekenen vanaf 1 juni 1921 op werkdagen zijn opengesteld van 1 april—30 september van 8.00 tot 15.30 uur en van 18.00 tot 19.30 uur. Voorts van 1 oktober tot 31 maart van 8.00 tot 12.00 uur, van 14.00 tot 15.30 uur en van 18.00—19.30: 

De alom bekende bezuinigingsrace bij de posterijen eist ook in Halle [bij Zelhem, Gld.] haar slachtoffers. Daar worden van de vier bestellers er twee overgeplaatst, namelijk A. Middeldorp naar Pijnacker en A. J. Vredenberg naar Apeldoorn, ingaande 16 oktober 1921. Er wordt in Halle ter compensatie een rijwieldienst ingevoerd.

sport

Door enige protestantse jongelui, meest uit de werkmansstand, is hier een voetbalvereniging opgericht. De reeds enige tijd bestaande katholieke voetbalclub neemt geen andersdenkenden als leden aan. Aanvankelijk telt de nieuwe vereniging een 26-tal deelnemers, waaruit het volgende bestuur is gekozen: R. van Baarle. voorzitter; J. P. Lalleman. secretaris; W. Kemp, penningmeester; J. Versluis, algemeen secundus en A. Kranenburg en P. Veerman, commissarissen. Dit bestuur laat thans bij de ingezetenen een lijst circuleren om giften voor de aanschaffing van het nogal dure materiaal, waartoe de vereniging zelve niet bij machte is. Over 't algemeen vindt het streven van deze jongelieden om de vrije zaterdagmiddag te besteden aan de beoefening van het sterkende, lenig makende voetbalspel in plaats van die in ledigheid of in de herberg door te brengen, bijval bij de burgerij en wordt er op de lijst druk getekend. Een stuk weiland langs de Stationsstraat is hun voorlopig door de eigenaar als oefenterrein toegewezen. Van 1921 tot 1922 is er de neutrale voetbalvereniging P.U.V. (Pijnackersche Unitas Voetbalvereeniging), ook Unitas. Voorts is er van 1921 tot 1925 een R.K. voetbalvereniging H.D.S, ook V.I.O.S.

Donderdag 27 januari 1921 vergaderde de raad. Op een verzoek van de voetbalvereniging ,,Unitas" om subsidie wordt afwijzend beschikt. 

Maandagavond 18 april 1921 zal door bemiddeling van de voetbalclub ,,Unitas" en de R. K. vereniging V. I. O. S. alhier in het café van Van Schie aan de Oostlaan door een bondsleider een lezing worden gehouden over het voetballen, voor welke lezing alle belangstellenden vrije toegang hebben.

Zou ik op 7 juni 1921 als medelezer van uw geëerd blad een kleine plaatsruimte voor het volgende mogen verzoeken ? Zondag speelde de Delfgauwsche voetbalclub O. D. S. S. tegen Unitas te Pijnacker, doch de behandeling welke de leden daar hebben ondervonden is beneden alle kritiek. Sport, gezond en goed, moet oorzaak zijn dat spelers en beoefenaars homogeen met elkander omgaan en niet zooals daar het geval was, door na afloop de leden te bedreigen op een pak slag en wat dies meer zij. Neen, dat pleit niet voor de humaniteit van Unitas. Sport moet spel blijven en mag niet ontaarden in dergelijke practijken. Duidelijk werd gedurende den wedstrijd vernomen krachtuitdrukkingen als ,,slaat ze maar dood" en zoo al meer, terwijl de scheidsrechter bemoeilijkt werd. Op die manier Ioopen de spelers de kans dat hun persoon voor den bal wordt aangezien en zij de sporen van hun arbeid op hun aangezichten naar huis mede nemen. Neen, sport is spel, doch laat dat edel zijn, ieder in de waarde laten waar hij in is, men moet tegen z'n verlies kunnen, en elkander als sportbroeders eeren en hoog achten. Unitas knoopt dit in het oor en leert wat aan in humaniteit en manieren. Hartelijk dankend, Een ooggetuige. Er volgt een reactie. Mijnheer de Redacteur, Ondergeteekende verzoekt u hierbij een plaatsje in uw blad, bij voorbaat miin dank. Langs dezen weg wilde ik gaarne eenige inlichtingen geven aan den inzender van het stukje over „Sportontaarding" ( Ooggetuige"). ,,Ooggetuige" schrijft dat hij duidelijk het geroep heeft gehoord van: „Trap ze maar dood" enz. Maar, nu vraag ik aan „Ooggetuige": kan „Unitas" het helpen, dat het publiek (die dat geroepen heeft) niet gediend is van het rugbyspel, dat de Delfgauwenaars vertoonen ? Want zooals de centervoor van O. D. I. S. op den keeper van „Unitas" toeholde, met z'n vuisten vooruit en in de knockhouding, dan geloof ik, dat zoo'n persoon geen slecht figuur zou maken in een rugbypartii. Dan schrijft ,.Ooggetuige'': „Men moet tegen z'n verlies kunnen". Ik geloof daar O. D. I. S. nu verloren heeft, dat het nu genoeg gebleken is wie wel en wie niet tegen zijn verlies kan. Hierbij geloof ik genoeg gezegd te hebben van een door O. D I. S. zoo oneerlijk gespeelden wedstrijd. Mijn hartelijke dank voor de plaatsing. J. P. Lalleman. Secretaris voetbalvereeniging. „Unitas". (Slot der discussie. — Red.).

Op 15 augustus 1921 wordt gemeld dat T.A. Winter uit Pijnacker een door de krant opgegeven damprobleem juist heeft opgelost. Eveneens op 17 oktober 1921.

Op zaterdagmiddag 3 september 1921 had op het terrein van de Delftsche korfbalclub D. E. S. III aan de Rotterdamseweg een wedstrijd plaats van die vereniging met de Pijnackersche korfbalclub, met de uitslag dat Pijnacker won met 2-0. 

Zaterdagavond 17 september 1921 had een wedstrijd plaats tussen de Pijnackerse korfbalclub en een gemengd twaalftal van D. K. C. te Delft op het voetbalterrein aan de Noordweg, voor deze gelegenheid welwillend aan de zustervereniging afgestaan. Al spoedig bleken de Delftenaren sterker dan onze dorpsgenoten en namen met 1-0 de leiding. Doch Pijnacker weerde zich dapper en toen de rust inging was de stand onveranderd. Na de rust had Delft de wind, die vrij sterk was, mee en geraakte nu ver in de meerderheid. De eindstand was 6-2, gewonnen door D.K.C.

Op 11 oktober 1921 wordt bericht dat aangezien de Delftsche competitie verzet is, speelde de voetbalvereniging Unitas I uit Pijnacker in plaats van voor de competitie een wedstrijd tegen Delft IV op het Delft-veld aan het Jaagpad om een zilveren medaille. uitgeloofd door een supporter van Unitas. Laatstgenoemde vereniging mocht het genoegen smaken deze, na een 2-1 overwinning, mee naar huis te nemen. Een mooie prestatie voor onze dorpsvoetballers.

Zondag 16 oktober 1921 speelde de voetbalvereniging Unitas I uit Pijnacker haar eersten competitie-wedstrijd met het eerste elftal van haar dorpsgenoot O.D.I.S. uit Delfgauw met de uitslag 1-0. Unitas II hield een vriendschappelijke wedstrijd tegen het eerste elftal Z.Z.V.V. uit Zoetermeer met het resultaat 0-2. Met ingang van 20 november 1921 gaat Unitas een nieuw veld bespelen, het eigendom van de heer C. W. Haket aan de Vlielandseweg en vlak bij het tegenwoordige terrein gelegen. 

De wedstrijd van onze voetbalvereniging Unitas I met Concurrent III te Delft, die voor zondag 6 november 1921 op het programma stond en op het terrein aan de Noordweg in Pijnacker zou worden gehouden, is wegens het stormweer niet doorgegaan. Voortaan zal de voetvalvereniging Unitas spelen onder de letters P. U. V., d. w. z. Pijnackersche Unitas Voetbalvereniging. 

Zaterdagavond 12 november 1921 vergaderde de Pijnackersche Korfbalclub en werd het volgende bestuur gekozen: J. Bellinga, voorzitter; M. van Baarle (Stationsstraat 252), secretaris; W. J. van der Horst, penningmeester en mej. C. de Bruin, als vertegenwoordigster van de dames. De vereniging zal spelen onder de naam ,,Hedmmi" (Houd er de moed maar in) in groen-witte kleuren en brengt een eerste en tweede twaalftal in het veld

Vrijdagavond 2 december 1921 wordt in het café van de heer G. C. van Schie aan de Oostlaan een ledenvergadering gehouden van de afdeling Pijnacker van de Zuid-Hollndse IJsvereniging. De agenda vermeldt: Rekening en verantwoording over 1920 door de secretaris-penningmeester, de heer A. F. Tetteroo en verder bespreking van de plannen van de vereniging voor het ingetreden winterseizoen. Inmiddels wekt het bestuur de ingezetenen op alsnog als lid der afdeling toe te treden, daar de vroeg ingetreden vorst vermoedelijk grote financiele offers van de vereniging, die alsdan tevens als werkgeefster optreedt, vergen zal. 

Op vrijdag 2 december 1921 werd vanwege de afdeling Pijnacker van de Zuid-Hollandse IJsvereniging een ringrijderij op schaatsen voor paren gehouden op de veenplas van de heer P. van Buysen in het Zuideinde. Er waren twintig deelnemers en deelneemsters. De 1e prijs, ad ƒ 15, werd behaald door mej. Elisabeth van Beveren en de heer Henk Zegwaard; de 2e, ad ƒ 10, door mej. M. Adegeest en de heer A. Lalleman; de 3e. ad ƒ 7.50, door mej. A. Lamens en de heer Th. Lalleman; de 4e, ad ƒ 5, door mej. C. van der Eyk en de heer M. Bakker, en de 5e, ad ƒ 2.50, door mej. P. Rodenburg en de heer R. Rodenburg. Op dinsdag 6 december 1921 zal op dezelfde plaats een hardrijderij op schaatsen worden gehouden voor leden van de ijsvereniging om prijzen van ƒ 25, ƒ 20, ƒ 15, ƒ 10, ƒ 5 en ƒ 2.50, om 14.00 uur. Woensdagmiddag had reeds op de Oostlaanvaart een hardrijderij op schaatsen plaats voor de schooljeugd, verdeeld in twee groepen: jongens van 9 jaar en jonger, waarbij 6 deelnemers, en knapen van 10 jaar en ouder, waarvoor zich 20 liefhebbers aanmelden. Hier ook ging het om geldprijsjes. 

Niettegenstaande de stevige dooi en het druilerige weer, ging dinsdagmiddag 6 december 1921 de hardrijderij op schaatsen op de Veenplas in het Zuideinde voor leden van de afdeling „Pijnacker" van de Zuid-Hollandse IJsvereniging toch door. Er namen 20 personen aan deel. De prijzen werden gewonnen als volgt: Th. Lalleman, le prijs ad. ƒ 25; D. Slootweg, 2e prijs, ad. f 15; A. P. Tetteroo, 3e Prijs ad. f 10; P. van Ruitenburg, 4e prijs ad. f 5; A. van Vliet, 5e prijs ad. ƒ 2,50. Als bijzonderheid valt nog te vermelden, dat de rit om prijs en premie afgelegd werd in 12¾ seconden. 

Zondag 18 december 1921 werd in Pijnacker het nieuwe voetbalveld in het Noordeinde geopend met een competitiewedstrijd tussen Concurrent III uit Delft en onze club P. U. V. I welke ontmoeting met een 1-1 gelijk spel eindigde. In de rust werd het nieuwe terrein officieel geopend met een openingsrede van de heer Van Zijl. Hij schetste in korte trekken de levensloop van P. U. V. en dankte de ingezetenen, die ingetekend hadden op de lijst om giften voor het opknappen van het nu in gebruik genomen speelveld, waarvoor circa ƒ 60 was ontvangen. Op die wijze was de last voor de vereniging verlicht. Ten slotte verklaarde hij met een driewerf „Hoezee voor P. U. V." het terrein voor geopend. Nog valt te melden dat P. U. V. voortaan zal spelen onder de naam D. O. G., d.w.z. Door Ontspanning Genot, in de hoop dat hiermee een einde zal zijn gekomen aan de naamsverandering, daar dit reeds de tweede maal is, dat het oude „Unitas" verdoopt is geworden.

Op Tweede Kerstdag 26 december 1921 speelde onze voetbalclub D. O. G. I tegen D. H. C. te Delft. In een ruw gespeelde wedstrijd wist D. O. G. te zegevieren met 2-1. Tijdens het spel ging het er, vooral langs het „lijntje", verre van vriendschappelijk aan toe. Het woord „boeren" schijnt bij de D. H. C.-supporters een geliefkoosde uitdrukking te zijn: immers zij gebruikten dat woord veel en meestal van enige hatelijke termen vergezeld. Niettegenstaande dat, hebben de „boeren" hun plaats op de ranglijst tegenover de „stadsen' gehandhaafd. 

Van 1921 tot 1922 is er de neutrale voetbalvereniging P.U. V. (Pijnackersche Unitas Voetbalvereeniging) ook Unitas. Voorts is er van 1921 tot 1925 een R.K. voetbalvereniging H.D.S ook V.I.O.S  [http://resources.huygens.knaw.nl/]

varia

Op 10 mei 1921 herdacht onze oudste inwoonster, de weduwe J. Lindenburg op het dorp, haar 92e vrjaardag onder gelukkige omstandigheden. Zij is nog in het ongestoord bezit van haar zintuigen en helder van geest. Zij leest, naait, breit en stopt liefst zonder bril en hoort nog als de beste. Alleen het lopen gaat niet meer, zodat zij zich slechts in haar huis en de allernaaste omgeving kan bewegen. Ofschoon in het geheel niet met aardse middelen gezegend, ontbreekt het haar in het bescheidene aan niets, dankzij de goede zorgen van haar kinderen, terwijl een bij haar inwonende kleindochter haar tot trouwe hulp en gezelschap is. Een schaduw op de feestdag is het onlangs plotseling overlijden van haar oudste dochter op 70-jarige leeftijd, wat haar natuurlijk diep geschokt heeft. 

Op 28 juli 1921 is van Beurden uit Pijnacker, Kerkweg 44, tussenpersoon bij de verkoop van premie-obligaties. Per stuk f 10,25; een halve f 5,25. Er worden 200 premies uitgeloot. De hoofdpremie bedraagt f 250.000.

veeteelt

Op 20 januari 1921 is J. van der Meer uit Pijnacker wederverkoper van het middel Bubus. Het geneesmiddel dat "na het kalven het navuil doet afkomen".

Op 15 april 1921 wordt gemeld dat onder het vee van landbouwer J. de J. in Pijnacker mond- en klauwzeer is uitgebroken.

Op 22 april 1921 wordt gemeld dat onder de paarden van melkrijder J. in 't V. schurft geconstateerd

Op 8 augustus 1921 wordt een dagelijkse hoeveelheid van 500 liter melk te koop aangeboden. Brieven onder letter M naar het hulppostkantoor in Pijnacker.

Op 25 november 1921 wordt gemeld dat de districts-veearts te Delft op de veemarkt rotkreupel heeft geconstateerd bij twee schapen, afkomstig van een landbouwer uit Pijnacker. De dieren zijn afgemaakt.

verenigingen

Op 5 januari 1921 worden de statuten gepubliceerd van de Roomsch Katholieke Coöperatieve Woningvereeniging "Sint Jan" te Pijnacker. Oprichters zijn: spoorbeambte Johannes Carolus Josephus van der Leeuw, koopman Franciscus Ruygt, spoorbeambte Adrianus Theodorus Olsthoorn, werkman Arnoldus Theodorus van der Klein en technicus Willem Jacobus Maria van Leeuwen. Een van de getuigen is veehandelaar Jacobus van Winden.

Dilettantenverenigingen hebben, wordt op 15 januari 1921 gemeld, evenals zovele gezelschappen van beroepsartisten, meestal te kampen met financiele tekorten. Om zich daaraan te ontworstelen, heeft de fanfarevereniging „Excelsior" in Pijnacker een verloting georganiseerd van 400 nummers met 25 prijzen, ter waarde van ƒ 75. In korte tijd waren alle loten geplaatst en hebben het corps een bate van ruim ƒ 150 opgeleverd. De hoofdprijs, twee fraaie schilderijen, viel ten deel aan de heer J. Noordam uit de Oude Leedsche buurt. 

Donderdagavond 20 januari 1921 vond in de Hervormd kerk een bijeenkomst plaats, waarin optraden de heren Hoogcweg, directeur van het militair tehuis te 's-Gravenhage, en Scheps, om het doel en streven der nationale vereniging ,,Pro Rege" uiteen te zetten en daarvoor belangstelling en leden te winnen. Onze predikant, ds. C. A. de Bruin, leidde met gebed en gemeenschappelijk psalmgezang de sprekers bij het matig opgekomen publiek in, terwijl voor en tussen de spreekbeurten het christelijk zanggezelschap ,,IIalleluja" zich deed horen. ,,Pro Rege", ontstaan tijdens de mobilisatie, wil de jongeling bij intrede in de kazerne sterken in de strijd tegen zoveel, dat hem op zedelijk en godsdienstig gebied omlaag tracht te trekken. De heer Hoogeweg gaf treffende voorbeelden uit zijn praktijk in kazerne en hospitaal, die duidelijk bewezen welke gevaren de jongeman bedreigen door zijn dikwijls verdorven omgeving. De heer Scheps betoogde, dat, zolang de toestand in Europa is zoals nu, een leger noodzakelijk is, maar dan ook zo betrouwbaar mogelijk, wat alleen het geval kan zijn, wanneer de soldaat zijn christenplicht begrijpt en volbrengt. De beide vaardige sprekers werden met grote belangstelling aangehoord. Een slotwoord werd uitgesproken door ds. H.W. Becht, predikant der gereformeerde kerk, die de aanwezigen opwekte toe te treden tot een burgerafdeling van ,,Pro Rege'', waarvan de minimumcontributie 50 cent bedraagt, en eindigde met dankgebed. Bij de uitgangen der kerk konden de toehoorders zich als lid opgeven, met het gevolg dat voorlopig 55 personen verklaarden lid te worden van de nieuwe afdeling ,,Pro Rege" in Pijnacker. De collecte, aan de kerkdeuren gehouden voor dit nuttige werk, bracht ruim f 38 op. 

Op woensdagavond 2 februari 1921 vond de algemene ledenvergadering van de werkliedenvereniging „Eigen Hulp" plaats. Deze vereniging telt thans een 240-tal deelnemers. De voorzitter kon in zijn openingswoord van de gestadige bloei der vereniging gewagen en wekte de aanwezigen op om ieder in zijn kring nieuwe leden te winnen. Haar werkzaamheden strekken zich thans uit over het geheel gebied van de vergrote gemeente Pijnacker en enkele gezinnen die in Nootdorp vlak aan de grens wonen. Na voorlezing door de secretaris van de notulen van der vorige jaarvergadering en goedkeuring daarvan bracht de heer F. J. Sonneveld, namens de commissie tot nazien der rekening over 1920, daarvan verslag uit. Uit dit verslag bleek, dat de inkomsten in dat jaar door contributies enz. gestegen waren tot ee n som van f 4179,89 terwijl de uitgaven bedroegen ƒ 1694.85, waaronder f 1540.—, aan ziekengeld. Er blijft -alzoo een voldoend reservefonds aanwezig. doch was het saldo, bij het vorige jaar vergeleken, met ƒ 333.28 verminderd, wegens de bijzonder talrijke en langdurige ziektegevallen in het afgelopen jaar. De drie aftredende bestuursleden, de heren W. Stoorvogel, H. S. Vroomans en G. de Wilde, werden herkozen. Na het officieel gedeelte bleef het zeer talrijk opgekomen publiek, waarbij ook de vrouwen of meisjes der leden, nog geruimen tijd bijeen om te genieten van komische voordrachten, door enkele leden van het toneelgezelschap „Sint Augustinus" alhier ten beste gegeven.

Donderdagavond 1 februari 1921 hield de Chr. Jongemannenvereniging ,,Onze hulp is in den naam des Heeren" haar 20e jaarvergadering. De lokalen der Chr. Hervormde school in de Stationsstraat waren meer dan vol, zodat een flinke, eigen vergaderzaal waarlijk geen overdaad zou wezen. Uit het jaarverslag van de secretaris kon men o.m. vernemen, dat het ledental thans 40 bedraagt. De avond werd gevuld met voordrachten, samenspraken en een interessante lezing van de voorzitter der vereniging. den heer A. Sonneveld, getiteld: ,.Moedeloosheid, moed overmoed." Een goed gespeelde pantomime was iets nieuws op het programma en vond veel bijval. Onze mandolineclub ..Concordia". onder leiding van de heer Smits, van Rotterdam, verleende haar gewaardeerde medewerking maar van die zachte, liefelijke muziek ging veel verloren door het zeer hinderlijke rumoer achter in de lokalen. Ook liet een mannenkoortje, uit een 12-tal leden van onze chr. zangvereniging ..Halleluja" gevormd, onder de directeur. de heer T. L. Blok. een paar nummertjes horen. De zusterverenigingen te Zoetermeer, Berkel en Nootdorp waren door afgevaardigden vertegenwoordigd. Wegens het vergevorderd uur moest. een deel van het programma onuitgevoerd blijven. Met een pakkend slotwoord en dankgebed besloot de voorzitter de jaarvergadering. 

Op 1 maart 1921 wordt gemeld dat in Pijnacker een afdeling van de Gereformeerde vereniging voor drankbestrijding is opgericht met aanvankelijk 11 leden. 

Ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan gaf de afdeling Delfgauw van de ijsvereniging „Voorwaarts", op woensdag 6 april 1921 een feestavond in het voormalig schoolgebouw. De erevoorzitter, de heer C. van Koppen, die voor de functie van voorzitter bedankt had en die 25 jaar lid geweest was van „Voorwaarts", opende de feestavond met een welkom en een woord van dank aan alle leden die de vereniging hadden gesteund en die deze genoeglijke avond hadden voorbereid. De toneelvereniging „St. Augustinus" van Pijnacker gaf daarna toneelstukken en voordrachten te horen, die zeer in de smaak vielen. Nadat het programma was afgewerkt, sloot de vicevoorzitter de bijeenkomst. Er bleef toen nog gelegenheid voor dansen en daar tussen door gaven enige leden nog voordrachten. 

Op 8 juni 1921 vond de algemene vergadering van de Coöperatieve Boerenleenbank te Pijnacker plaats in de vergaderzaal der Hervormde kerk aan den Kerkweg. Van de 103 leden waren er 51 tegenwoordig. De voorzitter heette in zijn openingswoord de aanwezigen welkom en wijdde enige waarderende woorden aan de heer A. Notenboom, die als bestuurslid ontslag genomen heeft, voor alles, wat hij in het belang der Leenbank heeft gedaan. Algemeen werd goedgevonden om hem namens het bestuur en de leden een waarderend schrijven te zenden. Tot zijn vreugde kon de voorzitter mededelen, dat de instelling zich in een voortdurende bloei verheugen mag. Na lezing en goedkeuring van de notulen van de vorige jaarvergadering, had de vaststelling van de rekening en balans over 1920 plaats Hieruit bleek, dat de totale omzet anderhalf millioen gulden bedroeg en aan spaargelden ontvangen was een som van , f 266.212,38. Als bestuurslid, plaatsvervangende bestuursleden en lid van de raad van toezicht werden gekozen of herkozen de heren A. Harteveld, J. R. Kromkamp en G. Weerheim en jhr. J. K. Hesselt van Dinter. De rentevoet voor ingebracht spaargelden werd op 4,5% en voor schulden op 5,5% gebracht. Zo mogelijk zullen voortaan voorschotten worden verstrekt tot een maximum van f 10.000 (vroeger van f 5000). Het salaris van de kassier werd op ƒ 1000 vastgesteld en zijn zittingstijd bepaald op maandag- en vrijdagavond van 7 tot 8.30 uur. Bij de rondvraag werden nog enkele opmerkingen gemaakt en vragen gedaan, waarna de voorzitter de vergadering sloot.

Op 14 juli 1921 wordt gemeld dat het bestuur van de Oranjevereniging, onder voorzitterschap van het raadslid de heer J. C. J. van der Leeuw, welke vereniging zich ten doel stelt de verjaardag van H. M. de Koningin feestelijk te herdenken en het nationaliteitsgevoel op te wekken, heeft voorlopig besloten op 23 augustus 1921 een feest voor de scholieren en de volgende dag een volksfeest te doen plaats hebben. In een conferentie met de hoofden der verschillende scholen is aan het onderwijzend personeel de algehele leiding van de feestelijkheden van de schoolkinderen verzocht en welwillend door hen aanvaard. 

De gemeenteraad vergaderde op maandag 22 augustus 1921. Aanvraag van de Oranjevereniging ,,Delfgauw" om subsidie voor het op 9 augustus gehouden feest. Ne enige discussie wordt besloten het verzoek aan te houden en te behandelen bij een eventuele aanvraag van de Oranjevereniging op het dorp voor gelijknamig doel. 

Op 28 september 1921 wordt gemeld dat wegens gebrek aan lokaliteit de Chr. Jongeliedenvereeniging in Pijnacker, de schakel tusschen de knapen- en de jongelingsvereeniging van de Chr. Jongemannenbond, reeds enige tijd wasopgeheven. Door welwillende beschikking van de heren kerkvoogden van de Ned. Hervormde gemeente is thans het lokaal van de voormalige naaischool aan de Kerkweg ten gebruike gegeven. De Jongeliedenvereeniging is van groot belang om de overgang voor de jongelui van 15 tot 17 jaar van de knapen- tot de jongelingsvereeniging te vergemakkelijken. De heer H. Melissen uit Pijnacker, rijksambtenaar bij de belastingen, zal als leider optreden. A.s. zondagavond hoopt men het nieuwe lokaal in gebruik te nemen. De jongelui van genoemde leeftijd worden nu tot deelneming opgeroepen en de gemeente om door hun gaven de vereniging in staat te stellen zich behoorlijk te installeren. 

Op 26 oktober 1921 wordt gemeld dat uit enige mededelingen van de Chr. Jongemannenvereniging in Pijnacker aan haar begunstigers blijkt, dat het fonds tot stichting van een eigen gebouw, bij elkander gebracht door de vijf achtereenvolgende jaren gehouden bazars, gestegen is tot een bedrag van f 4708.82½. De pas wederom opgerichte jongeliedenvereniging, die in de voormalige naaikamer aan de Kerkweg een onderkomen gevonden heeft, mocht voor haar installatie de aanzienlijke som van rutm ƒ 200 ontvangen op de lijsten, die men onder de gemeenteleden had laten circuleren. Geheel afzonderlijk van de gewone leesbibliotheek is een ledenbibliotheek ingericht, bestaande uit 80 nummers, met het doel de leden in de gelegenheid te stellen zich op sociaal- en maatschappelijk gebied te ontwikkelen en het maken van lezingen en inleidingen tot verschillende onderwerpen te bevorderen. Zo werken knapen-, jongelieden-en jongelingsvereniging samen om de leden, na het verlaten van de zondagsschool, van de kinderlijke tot de mannelijken leeftijd in christelijken geest op te voeden, van verkeerde gezelschappen af te leiden en vooral in de lange winteravonden nuttig en aangenaam bezig te houden.

BRONNEN

waterstaat

Op 13 april 1921 wordt gemeld dat in Pijnacker enige watermolens worden afgebroken en vervangen door electrische turbines. Er zal dus weer iets van het karakteristieke Hollandsche landschap verdwijnen. 

Op 15 april 1921 wordt gemeld dat het bericht over de afbraak van watermolens te Pijnacker niet geheel juist is. De watermolens zijn voor een groot deel reeds 5 jaar geleden afgebroken. Voor de acht watermolens zijn toen vier electrische gemalen in de plaats gekomen. De laatste en wel een der fraaiste molens viel drie jaar geleden aan de slopers ten offer. Als herinnering aan de afgebroken typisch Hollandsche bouwwerken zijn in de raadskamer van Pijnacker een aantal fotographieën met afbeeldingen van die molens opgenomen. Naar onze correspondent meldt, geldt de bewuste afbraak de laatst overgebleven watermolen namelijk die van Huisman in het voormalige Vrijenban, die ook door een electrisch gemaal wordt vervangen. 

In mei 1921 is tot voorzitter van de Nieuwe of Drooggemaakte Polder van Pijnacker is door ingelanden verkozen de heer Th. van Leeuwen uit de Katwijkse Buurt, zoon van de wegens meer dan zeventigjarige leeftijd afgetreden voorzitter, de heer P. van Leeuwen, die gedurende 36 jaren in deze functie met ere de polderbelangen heeft behartigd.  

Op de vrijdag 27 mei 1921 gehouden verkiezing van een bestuurslid voor de Oude- of Hoge polder van Pijnacker, werd gekozen de heer P. van der Meer, in de plaats van de heer C. Persoon, die wegens te hoge leeftijd niet meer verkiesbaar was. De voorzitter van voornoemde polder, de heer P. Sonneveld, bedankte de heer Persoon voor de trouwe diensten, die hij gedurende dertig jaren als bestuurslid de polder heeft bewezen. 

Op 5 juli 1921 wordt gemeld dat in de nieuwe of drooggemaakte polder van Pijnacker had enige tijd geleden door het onklaar geraken van een zeer lange houten duiker een soort doorbraakje plaats, waardoor de vaart in de Nieuwkoopse buurt droogliep. Het bestuur van genoemden polder heeft nu , met het oog op de enorme kosten, besloten het water voorlopig voor een jaar een andere uitweg te geven en dan te zien wat er tot algeheel herstel nodig zal zijn. 

Donderdag 18 augustus 1921 heeft het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw bij inschrijving aanbesteed het maken van een vaste brug over de Pijnackerse vaart nabij de schutsluis met een doorvaarthoogte van 1.60 meter boven Delflands peil. Zes inschrijvingsbiljetten zijn ingeleverd, te weten A. Hoeke voor f 7.345, N.W.Kluiters f 6625, gebr. Schotte f 6050, B. van der Burg f 5980, J. Kerklaan f 5900, A. Kranenburg f 5350. De laatste vijf allen uit Pijnacker. Daar de laagste inschrijver belangrijk beneden de begroting was is het werk gegund aan de heer Kranenburg. Aangaande deze brug wordt nog opgemerkt dat het bestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker en dat van de coöperatieve groentenveilingvereniging "Pijnacker en Omstreken" er sterk op hebben aangedrongen bij het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw en bij Gedeputeerde Staten om bedoelde brug te vervangen door een ophaalbrug. Immers     wanneer de waterwerktuigen daar ter plaatse in actie zijn wordt het water daar vaak meer dan 50 centimeter boven Delfts peil opgezet, zodat vaartuigen met enige opperlast daar niet onderdoor kunnen varen. Op bovengemeld verzoek werd echter in de laatstgehouden ingelandenvergadering van de Oude- of Hoge Polder en de bestuursvergadering van den Zuidpolder van Delfgauw met meerderheid van stemmen afwijzend beschikt. Intussen blijkt uit die afwijzing, hoe weinig de ingelanden van de Oude- of Hoge Polder en het bestuur van de Zuidpolder van Delfgauw over hebben voor algemene belangen, aangezien de meerdere kosten, die een ophaalbrug met zich brengt, slechts ongeveer ƒ 200 per jaar zouden belopen. Beide genoemde polders, tezamen bijna 2400 hectaren groot, zijn verplicht gezamenlijk deze brug te bekostigen.

Op 3 december 1921 wordt aangekondigd de verhuring bij inschrijving, voor de tijd van vijf achtereenvolgende jaren, aanvangende Kerstmis 1921 en eindigende Kerstmis 1926, van een perceel dijk, groot 3:77:10 hectare, toebehorende aan en gelegen in de Drooggemaakte Bieslandse Polder, gemeente Pijnacker. Belanghebbenden worden verzocht hun inschrijvingsbiljetten in te leveren vóór of op donderdag 22 december 1921, uiterlijk om 10.00 uur, ten kantore van de secretaris, Poortlandlaan 74, te Delft, terwijl de voorwaarden van deze verhuring ter lezing liggen bij de Voorzitter van de polder, de heer M. van Beveren te Pijnacker. Het Bestuur van de Drooggemaakte Bieslandse Polder, De secretaris, Ph. J. Bukman.

werkgelegenheid

Op 15 januari 1921 biedt mej. Joh. van der Sman, een net R.K. meisje, zich wegens omstandigheden als dienstmeisje aan per 1 maart 1921.

Op 25 februari 1921 wordt bij N. J. Notenboom, winkelier, Oude Leede te Pijnacker, per 1 mei een dienstbode beneden 16 jaar gevraagd. 

Op 13 april 1921 worden autogeen lassers gevraagd bij de Autogene snij- en laschapparatenfabriek

Op 25 april 1921 vraagt de Nederl. Fabriek van Autogene Apparaten te Pijnacker voor direct bekwame en halfwas autogene lassers, benevens enige leerlingen voor de instrumentmakerij. Persoonlijke aanmelding te Pijnacker. 

Op 29 juli 1921 biedt zich aan een dagmeisje van buiten. Adres: G. Lamboo uit Pijnacker.

Op 5 september 1921 worden bij de Manheimer houtwolfabriek in Pijnacker 20 of 30 flinke kistenmakers gevraagd. Hoog loon. Aanmelden aan de fabriek.

Op 12 november 1921 biedt een juffrouw zich aan voor de huishouding of liefst als huishoudster. Reacties naar Nieuwkoopseweg B89

Op 26 november 1921 b. z. a. net persoon, 31 jaar, v.g.g.v. als tuindersknecht, veilingschipper of voor ander vast werk met woning of noodwoning, tegen januari of februari. Adres: Oude Leede 66, Pijnacker.

Op 7 december 1921 vraagt P. van der Marel uit Pijnacker per direct een bekwaam molenaar. Loon f 4 per week.

PERSONEN

M. Hogervorst 

Jan Arie van der Salm

Op 17 februari 1921* wordt in Pijnacker geboren Jan Arie van der Salm. Hij woont in Vlissingen.

Op 2 maart 1921 gaat Arie Cornelis Post uit Pijnacker in ondertrouw met Adriana Blijleven uit Benthuizen. Ze trouwen op 17 maart 1921. Arie is een zoon van Arie Cornelis Post en Lamberta Maria van Aalst. Adriana is een dochter van Abraham Blijleven en Aagje den Hertog. Zie verder over hem onder 1897

A. Koene

Op 30 maart 1921 wordt gemeld dat werkman A. Koene is verhuisd van Delft, Dr. Schaepmanstraat 10 naar Pijnacker, Westlaan.

Apolonia Verbakel

Op 31 maart 1921* overlijdt in Pijnacker Apolonia Verbakel (70 jaar). Apolonia is een dochter van Wilhelmus Cornelis Verbakel en Margaretha Ammerlaan. Ze is de echtgenote van Jacobus van der Ploeg. 

Jaapje Rodenburg

Op 2 april 1921* overlijdt in Delfgauw Jaapje Rodenburg. Ze is de echtgenote van Van Woerden. 

A. van der Horst

Op 5 april 1921 wordt gemeld dat A. van der Horst in de laatste week van maart is verhuisd van Delft, Houttuinen 15, naar Pijnacker, Kerkweg.

H. Trinthamer

Op 8 april 1921 wordt gemeld dat aannemer H. Trinthamer in de eerste week van april is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 257

C.A.J. Ammerlaan

Op 9 april 1921 gaat C.A.J. Ammerlaan [27 jaar] in Delft in ondertrouw met landbouwer A.J. van Winden

J. van der Burgh

Op 19 april 1921 wordt gemeld dat slager J. van der Burgh is verhuisd van Delft, Kruisstraat 29, naar Pijnacker, Delfgauw nr. 138a

Arnoldus Jozephus van Winden 

Op 27 april 1921* trouwt Arnoldus Jozephus van Winden uit Hof van Delft (26 jaar) met Cornelia Aloisia Johanna Ammerlaan (28 jaar). Arnoldus is een zoon van Gerrit van Winden en Johanna Barbara van Steenderen. Cornelia is een dochter van Jacobus Ammerlaan en Johanna Maria Petronella Vermeulen.

Leonardus Johannes Kouwenhoven

Op 29 april 1921* trouwt  (38 jaar) Leonardus Johannes Kouwenhoven met Catharina Maria van Schie (20 jaar). Leonardus is een zoon van Petrus Arnoldus Kouwenhoven en Jacoba Ammerlaan.  Catharina is een dochter van Franciscus Jacobus van Schie en Helena Kneppers.

H. Arnoldussen

Op 29 april 1921 wordt gemeld dat de TH-tuinman H Arnoldussen in de laatste week van april  is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Bagijnhof 44 

Joannes Gerardus Frensch 

Op 30 april 1921* overlijdt in Pijnacker Joannes Gerardus Frensch (9 mnd). HIj is een zoon van Jacobus Frensch en Wilhelmina de Vreede.

Jan Willem Aris van der Horst

Op 4 mei 1921* trouwt in Pijnacker Jan Willem Aris van der Horst met Wilhelmina  Johanna Carolina Groenendal. Hij is een zoon van Willem Isaac van der Horst en Engelina Eelmau. Zij is een dochter van Jan Groenendal  en Wilhelmina Treffers. 

Johannes Adrianus Lipman

Op 4 mei 1921* trouwt Johannes Adrianus Lipman uit Wateringen (29 jaar) met Anthonia Theodora van der Helm uit Vrijenban (23 jaar). Johannes is een zoon van Adrianus Bartholomeus Lipman en Maria Ammerlaan. Anthonia is een dochter van Johannes Petrus van der Helm en Maria Magdalena Groenewegen.

Willem Jacobus van der Eijk

Op 6 mei 1921* trouwt de in 1893 geboren Willem Jacobus van der Eijk in Pijnacker met Cornelia Zegwaard. Hij is een zoon van Cornelis van der Eijk en Maria van der Wel. 

J.L. Hesselt van Dinter

Op 12 mei 1921* trouwt Jkhr J.L. Hesselt van Dinter uit Pijnacker met Helene P.C. de Lange. [CBG Verzamelingen fa]

Cornelis Andries Reichholdt 

Op 16 mei 1921 wordt in Pijnacker geboren Cornelis Andries Reichholdt (Cok) Cornelis Andries Reichholdt trouwt met Mien Mastenbroek. 

A. van der Eijk

Op 21 mei 1921 wordt gemeld dat boerenknecht A. van der Eijk is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Rotterdamseweg 60

A. Poot

Op 21 mei 1921 wordt gemeld dat stratenmaker A. Poot [27 jaar] uit Delft in Delft in ondertrouw is gegaan met A. van der Velden [27 jaar] uit Pijnacker.

C.P. van Vliet

Op 27 mei 1921 wordt gemeld dat de fabrieksarbeider C.P. van Vliet is verhuisd van Pijnacker naar Delft, van der Madestraat 48

S.P. van Baarle

Op 27 mei 1921 wordt gemeld dat de dienstbode S.P. van Baarle is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Brabantse Turfmarkt 73.

Alie Blijleven

Op 29 mei 1921 wordt in Pijnacker geboren Alie Blijleven. Ze is een dochter van Frans Blijleven en Neeltje den Braver. Alie Blijleven trouwt op 6 juli 1949 in Pijnacker met Albertus van Lienden (Bart). Hij woont in Berkel, Meerweg 1. Zij woont Oude Leedeweg 17 in Pijnacker. Ze krijgen geen kinderen.

BRONNEN

L. Blok

Op 10 juni 1921 wordt gemeld dat L. Blok, zonder beroep, is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oranje Plantage 1

C.R.M. van Dierendonck

Op 10 juni 1921 wordt gemeld dat C.R.M.van Dierendonck, zonder beroep, is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Brabantse Turfmarkt 32

Th M. van Adrichem

Op 10 juni 1921 wordt gemeld dat arbeider Th.M. van Adrichem, is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 107

P.C.M. Meijer

Op 13 juni 1921 wordt gemeld dat dienstbode P.C.M. Meijer is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 25 naar Pijnacker, Delfgauwseweg. 

M.J. Jager

Op 13 juni 1921 wordt gemeld dat dienstbode M.J. Jager is verhuisd van Delft, Zuiderstraat 31 naar Pijnacker, Delfgauwseweg. 

Ernst Kuhlmann

Op 16 juni 1921 vraagt een net persoon, Duitser Ernst Kuhlmann, Kroonstraat 256 in Pijnacker een net burgerlijk kosthuis, liefst alleen inwonend, in omtrek H. Spoor, geen beroepskosthuis

Jacob van der Kooij

Op 22 juni 1921 trouwt Jacob van der Kooij met Jansje van Buijtene.

Jan Willem Bezemer

F.A. Tetteroo

Op 2 juli 1921 wordt gemeld dat de directeur van de Hanzebank in Bodegraven F.A. Tetteroo [25 jaar] in Delft is ondertrouwd met A.M. van den Akker [23 jaar]

N.N. Lamens

Op 10 juli 1921 wordt Pijnacker levenloos geboren N.N.  Lamens. Het is een kind van Johannes Lamens en Bastiana Helena Ruis.

A. Dekker

Op 11 jul 1921 wordt gemeld dat dienstbode A. Dekker is verhuisd van Delft, Tweemolentjesvaart 1, naar Pijnacker, Delfgauwseweg 97c

J.D. Backer 

Op 21 juli 1921* trouwt tweede luitenant der genie J.D. Backer uit Utrecht, Kemperstraat 16 in Pijnacker met jkvr. C.V.A. Hesselt van Dinter. 

Jaapje van der Spek

Op 21 juli 1921 overlijdt in Pijnacker Jaapje van der Spek [76 jaar]. Ze is de weduwe van Leendert Schotte. In het dorp wonen dan de kinderen M. Schotte, C. Lalleman-Schotte en C. Schotte.

Antonius Vlooswijk

Op 22 juli 1921 trouwt Antonius Vlooswijk uit Jutphaas (46 jaar) met Jacoba Apolonia van Leeuwen (36 jaar). Antonius is een zoon van Johannes Vlooswijk en Alida van Droogenbroek. Jacoba is een dochter van Cornelis van Leeuwen en Martina Ammerlaan.

A. Massar

Op 23 juli 1921 wordt bericht dat de smid A. Massar [25 jaar] uit Pijnacker in Delft in ondertrouw is gegaan met C. W. Oostendorp. 

M. Massar

Op 23 juli 1921 wordt bericht dat de smid M. Massar [28 jaar] uit Pijnacker in Delft in ondertrouw is gegaan met M. H. Bergen

Jannetje Post

Op 2 augustus 1921 wordt in Pijnacker geboren Jannetje Post. Ze is een dochter van Corstiaan Post en Gerritje Verhoef. Zie over hen, geboorten 17 december 1883. Jannetje trouwt op .... in.... met Paulus Vlaardingerbroek. Hij wordt geboren in Zoetermeer. Hij is een zoon van Hendrik Vlaardingerbroek

Nelis Lugtigheid

Op 4 augustus 1921 wordt in Nootdorp geboren Nelis Lugtigheid. Hij treedt in Duitse krijgsdienst en verliest na de oorlog zijn Nederlanderschap. Hij woont in Pijnacker.

Frans Manger 

Op 5 augustus 1921 wordt in Delft geboren Frans Manger. Aangifte wordt gedaan door opperwachtmeester Klaas van der Vliet uit Zoeterwoude (50 jaar). Frans is een zoon van Jacob Cornelis Manger en Maartje Eijgenraam. Frans Manger is ongehuwd 

Hendrik Alexander Veder

Op 7 augustus 1921 wordt in Pijnacker Hendrik Alexander Veder geboren. Hij is een zoon van ...Veder en....van Wely. 

Wilhelmina Theodora Johanna  van der Stap

Op  7 augustus 1921 wordt in Pijnacker geboren Wilhelmina Theodora Johanna van der Stap (Mien). Ze is een dochter van ..... Mien van der Stap trouwt op ... in.... met Jan Rutten. Hij wordt geboren. Hij is een zoon van..... Wilhelmina en Jan krijgen acht kinderen. 

A. Koolmees

Op 8 augustus 1921 vestigt wagenmaker A. Koolmees uit Pijnacker zich in Dordrecht, Hof De Vriendschap 13.

A. de Graaf

Op 10 augustus 1921 woont A. de Graaf met zijn echtgenote N. Heesterman en kinderen in Pijnacker.

Adriaan van der Vorm

Op 19 augustus 1921* overlijdt in Pijnacker Adriaan van der Vorm. Hij is een zoon van Otto van der Vorm en Pieternella Lamens. Hij is de echtgenoot van Jenneke Hoogeveen. 

Jacoba Boerefijn 

Op 4 september 1921 wordt in.... geboren Jacoba Boerefijn. Ze is een dochter van Martinus Boerefijn en Fijtje de Haan. Jacoba Boerefijn verlooft in augustus 1945* verlooft uit Pijnacker (Co), met C.A. Kijzerwaard uit Berkel (Cor).

J. de Graaf

Op 9 september 1921 wordt gemeld dat boerenknecht  J. de Graaf is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Verlengde Singelstraat 22

Willem Hendrik Johannes Droppert

Op 22 september 1921 wordt in Pijnacker geboren Willem Hendrik Johannes Droppert. Hij overlijdt op 24 september 2018 in Traer, Tama County Iowa USA

P. Eijgenraam

Op 22 september 1921 wordt bericht dat warmoezier P. Eijgenraam is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 13a. 

Op 22 september 1921 wordt bericht dat de ploegbaas van de Ned. Spoorwegen A. van Hooydonk is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Noordelijk Avenue 3. 

Cornelis Adrianus Hogervorst

Op 23 september 1921* trouwt in Pijnacker Cornelis Adrianus Hogervorst met Maria Cecilia de Vreede uit Vrijenban. Ze is een dochter van Franciscus de Vreede en Martina Ruigrok. Hij is een zoon van Roelof Hogervorst en Elisabeth Ham.

A.J. de Bruin

Op 15 oktober 1921 wordt bericht dat mej. A.J. de Bruin in Delft in ondertrouw is gegaan met de bankwerker C.J.S. Schimmel [24 jaar]

W. Klinkenberg

Op 21 oktober 1921 wordt gemeld dat de dienstbode W. Klinkenberg is verhuisd van Delft, Hertog Govertkade 10 naar Delfgauw

M. van Buuren

Op 28 oktober 1921 wordt gemeld dat landbouwer M. van Buuren is verhuisd van Pijncker naar Delft, Vrouwenrecht 5 

J.F. Peeters

Op 2 november 1921 wordt gemeld dat werkman J. F. Peeters is verhuisd van Delft, Pieterstraat 129 naar Pijnacker, Zwethkade 3a.

A. Verwey

Op 3 november 1921 wordt gemeld dat loswerkman A. Verwey is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Aschvest 14.

M.v.d. Boom

Op 3 november 1921 wordt gemeld dat M.v.d. Boom is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Willemstraat 27.

U.A. van Heijkoop

Op 15 november 1921 wordt gemeld dat tuinder U.A. van Heijkoop is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Raam 42.

J. Sanders

Op 15 november 1921 wordt gemeld dat de dienstbode J. Sanders is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Raam 42.

L. Lalleman

Op 18 november 1921 wordt gemeld dat metselaar L. Lalleman is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 1a

C.J. de Groot

Op 25 november 1921 wordt gemeld dat werkman C.J. de Groot is verhuisd van Delft, Verversdijk 43a, naar Pijnacker, Brasserskade 34

W.J. Admiraal 

Op 2 december 1921 wordt gemeld dat de timmerman W.J. Admiraal is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 1h

A.J. Schimmel-de Bruin

Op 2 december 1921 wordt gemeld dat A.J.Schimmel-de Bruin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Tuinstraat 17.

Johannes van der Eijk

Op 4 december 1921* overlijdt in Delfgauw de in 1856 geboren Johannes van der Eijk. Hij is echtgenoot van Wilhelmina Maria Notenboom. 

J. van der Kooy

Op 21 december 1921 wordt gemeld dat timmerman J. van der Kooy is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Gasthuislaan 129a

Menskje van den Berg

In 1921 wordt geboren Menskje van den Berg. Ze is een dochter van .......Menskje van den Berg trouwt op... in... met Johannes Nicolaas Notenboom. Hij is een zoon van ...... Menskje en Johannes krijgen kinderen (Niek J. en Clasien, Daan en Hennny, Piet en Wil, Joke en Roon, Adrie en Gerda, Enny en Leen). Johannes overlijdt op 7 juni 1975. Menskje overlijdt op 25 oktober 2004 in Pijnacker

Jacqueline Maria Verbakel

In 1921 wordt in Pijnacker geboren Jacqueline Maria Verbakel. Ze is een dochter van Adrianus Johannes Verbakel. Jacqueline Maria Verbakel trouwt met ....van Grieken. Ze  krijgen kinderen [Yvonne, Erica, George]. Jacqueline overlijdt op 13 april 2001 in Piner's Nursing Home, Napa, California, USA. Ze wordt begraven op Tulocay Cemeter

[FamilySearch]

Gerrit Pieter van der Eijk

Op.....1921 wordt in Pijnacker geboren Gerrit Pieter van der Eijk. Hij is een zoon van Pieter van der Eijk en Ariena Johanna Sonneveld. Gerrit Pieter van der Eijk is ongehuwd.

Gerrit Jacob van Rheenen

Op.......1921 wordt in Stompwijk geboren Gerrit Jacob van Rheenen. Hij is een zoon van Jan Jacob van Rheenen en Cornelia Saarberg. Gerrit Jacob van Rheenen trouwt met Jannetje Anthonia Camijn.

Johannes Antonius  Olsthoorn