Pijnacker in 1936
ALGEMEENbedrijvenOp 5 februari 1936 wordt gemeld dat de Gebrs A. Benschop zich hebben laten inschrijven in het Handelsregister [Delftsche Courant 5 februari 1936, blz. 1] 
Besluit van Gedeputeerde Staten van 5 mei 1936, houdende goedkeuring van het raadsbesluit dd. 23 april 1936, tot verhuring van de kelder onder de Korenbeurs aan A.C. Overvoorde te Pijnacker [Delftsche Courant 28 mei 1936, blz. 7]
Op zondag 24 mei 1936 hoopt bode van der Ende de dag te herdenken dat hij 25 jaar geleden als bode begon [Delftsche Courant 22 mei 1936, blz. 10]
Op 22 juni 1936 wordt bouwman en veehouder J.H. van Veen uit Delfgauw Zuideinde E52 failliet verklaard [De Avondpost 23 juni 1936, blz. 5]
Op 11 augustus 1936 wordt gemeld dat H. van Kampen Jr is ingeschreven in het Handelsregister [Delftsche Courant 11 augustus 1936, blz. 2]
Op 28 oktober 1936 wordt gemeld dat Th.C. Tetteroo uit Pijnacker, de „Coöperatieve Groentenveilingvereniging Pijnacker en Omstreken”, G.A. uit Pijnacker, de  Coöperatieve Malerij en Inkoopvereniging „Pijnacker & Omstreken" G.A., uit Pijnacker. G. van Aalst uit Pijnacker, de Gezusters van Noort uit Pijnacker, de Vereniging Winterzorg uit Pijnacker en G. Thijsse uit Pijnacker de inschrijving in het Handelsregister hebben gewijzigd [Delftsche Courant 28 oktober 1936, blz. 2]
Op 10 november 1936 wordt bericht dat de inschrijving in het Handelsregister is gewijzigd van Werklieden-Vereeniging „Eigen Hulp" te Pijnacker. Coöperatieve Brandwaarborg Maatschappij „Pijnacker" G.A. te Pijnacker. Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging: „Draagt elkanders lasten” te Pijnacker en E. Huysman uit Pijnacker [Delftsche Courant 10 november 1936, blz. 1]. 
Op 15 december 1936 wordt bericht dat L. Rook en De Graaff en Coster zijn ingeschreven in het Handelsregister [Delftsche Courant 16 december 1936, blz. 4]. 
Op 23 december 1936 wordt gemeld dat de winkeliers in de gemeente Pijnacker géén gebruik maken van de toestemming om langer open te mogen blijven gedurende de feestweek in begin januari 1937. De winkels zullen dus op de gewone tijd sluiten [Delftsche Courant 23 december 1936, blz. 7]. 
belastingenVraag: Hoeveel Personele Belasting moet ik betalen voor een huur van f 30 en f 40 in de gemeente Delft en Pijnacker? Antwoord: Aannemende dat de waarde van het mobilair f 500 bedraagt, dan is u te Delft voor het jaar 1936 verschuldigd bij een huur van f 30 per maand f 52.50, bij f 35 p.m. f 66.65, bij f 40 p.m. f 83.25. Te Pijnacker is u verschuldigd respectievelijk f 90, f 108, f 126  [Delftsche Courant 22 februari 1936, blz. 8].
Zonder hoofdelijke stemming wordt door de Raad van 17 april 1936 aangenomen het voorstel tot vaststelling van de verordening op de heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Op 24 april 1936 wordt gemeld dat de politie, in samenwerking met een belastingambtenaar, een controle heeft gehouden op het aanwezig zijn van rijwielbelastingplaatjes en dat ze hierbij zeven slachtoffers hebben gemaakt [Delftsche Courant 24 april 1936, blz. 10] 
Op 9 mei 1936 wordt de vraag gesteld: Zoudt u mij s.v.p. willen inlichten over onderstaande vraag namelijk: Als men in Delfgauw (gemeente Pijnacker) woont in een huurhuis van ƒ 4.75 per week hoeveel personele belasting moet men dan betalen? Zoudt u mij op willen geven voor een gezin zonder en een gezin met 2 kinderen? Antwoord: Aannemende dat de waarde van het mobilair ƒ 300 bedraagt dan is in Pijnacker voor 1936 aan belasting verschuldigd ƒ44.10 resp. ƒ31.74 [Delftsche Courant 9 mei 1936, blz.7]. 
Dinsdagavond 30 juni 1936 kwam de gemeenteraad van Pijnacker in een openbare vergadering bijeen. Na enige discussie wordt punt 1 van de agenda, de vaststelling van het kohier van de straatbelasting, aangenomen. De raad besluit eveneens de verordening vast te stellen tot heffing van z.g. besmettelijke ziektegelden  [Delftsche Courant 2 juli 1936, blz. 8].
De inspecteur der invoerrechten en accijnzen alhier maakt  op 10 juli 1936 bekend, dat kosteloos rijwielbelasting-merken worden uitgereikt voor rijwielen, uitsluitend te berijden door hoofden van gezinnen, die voor hun beroep of bedrijf een rijwiel nodig hebben en niet in de Rijksinkomstenbelasting voor het lopende belastingjaar zijn of worden aangeslagen. Mocht het hoofd van het gezin niet voor zijn beroep of bedrijf een rijwiel nodig hebben, doch dit wel het geval zijn met een door hem aan te wijzen lid van het gezin, dat, evenals het hoofd, zelf niet in de Rijksinkomstenbelasting is of wordt aangeslagen, dan kan een belastingmerk kosteloos worden uitgereikt voor een rijwiel, uitsluitend door dat lid te berijden. Werklozen, die kunnen aantonen, dat zij hun rijwiel nodig hebben in verband met de steunregeling, en werklozen, die kunnen aannemelijk maken, dat zij hun rijwiel behoeven voor het zoeken van werk, kunnen voor toekenning van een kosteloos rijwielmerk in aanmerking komen, voor zover zij ook aan de andere eisen voldoen. Belanghebbenden wordt hierbij medegedeeld, dat door de ontvanger der Invoerrechten en Accijnzen zitting wordt gehouden voor de behandeling van de aanvragen ter bekoming van kosteloze rijwielbelasting-merken. Bij de aanvraag wordt door de ontvanger overlegging gevorderd van trouwboekje of ander bewijs van de Burgerlijke Stand waaruit kan blijken, dat de aanvrager gezinshoofd is, alsmede van een steun- of stempelboekje of daarvoor in de plaats tredend bewijs van Maatschappelijk Hulpbetoon, indien de aanvrager opgeeft werkloos te zijn. Van hen, aan wie voor het belastingjaar 1935-1936 een kosteloos merk is uitgereikt, wordt mede overlegging gevorderd van het aan hen afgegeven schriftelijk bewijs. Bij gebreke van vertoning van de gevraagde bewijsstukken wordt aan de aanvraag geen gevolg gegeven. Voor hen, die te Pijnacker en Nootdorp wonen, vindt de zitting plaats  in het lokaal van de Gemeentelijke Arbeidsbemiddeling aan de Kerkweg te Pijnacker, op de vrijdagen 17, 24 en 31 juli 1936, telkens van 19.00 uur-21.00 uur. Blijkt na het in te stellen onderzoek, dat een belastingmerk kan worden verstrekt, dan kan dit op één van de aangegeven tijdstippen aan het opgegeven adres worden afgehaald. Opgemerkt wordt, dat de formulieren uitsluitend op de aangegeven uren en op het genoemde adres verkrijgbaar zijn [Haagsche Courant 10 juli 1936, blz. 13].
Op 22 juli 1936 wordt gemeld dat bij K. B. is goedgekeurd het raadsbesluit van 17 april 1936, houdende heffing van 75 opcenten op de gemeentefondsbelasting [Delftsche Courant 22 juli 1936, blz. 3]
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat B&W de raad voorstellen over te gaan tot uitgifte van hondenbelasting-penningen, teneinde de controle op een richtige naleving van de hondenbelasting gemakkelijker te maken [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2]. 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat in de komende raadsvergadering B&W de raad een ontwerp nieuwe hondenbelasting en een ontwerp aanvulling politieverordening zullen voorleggen. Het belastingtarief van de verordening is hetzelfde gebleven; het is echter te verwachten, aldus het college, dat de door het dragen van een penning vergemakkelijkte controle, een iets hogere opbrengst tengevolge zal hebben. De opbrengst is thans, gerekend over de laatste vijf jaren, gemiddeld ƒ 875.- [Delftsche Courant 5 december 1936, blz. 8]. Ter voorkoming van misverstanden kan worden medegedeeld, dat onder waakhonden het volgende wordt verstaan: Waakhonden zijn die honden diee nooit op de openbare weg loslopen en uitsluitend worden gehouden ter bewaking van gebouwen, erven, vaartuigen, etc. . B&W beslissen hoeveel honden in enig gebouw etc., als waakhonden in de zin van de verordening kunnen worden beschouwd  [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. Ingevolge art. 4  van de nieuwe verordening zullen honden die uitsluitend voor het vangen van mollen worden gebezigd, slechts als bedrijfshond worden beschouwd indien de houder in het bezit is van een vergunning tot het vangen van mollen [Delftsche Courant 17 december 1936, blz. 8]
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat ter gelegenheid van de wijziging van de verordening op de heffing van leges ter secretarie door B&W een tarief is ontworpen voor het verkrijgen van inlichtingen bij abonnement door particulieren en niet openbare instellingen en bedrijven, hierbij uitgaande van ƒ 0,25 per inlichting als basisbedrag. Tevens acht het college het billijk het verschuldigde voor inlichtingen uit registers, gehouden voor 1900, op het dubbele van voor die uit latere registers te stellen, in verband met de meer daarvoor gevorderde tijd  [Delftsche Courant 5 december 1936, blz. 8]. 
Op 11 december 1936 wordt bericht dat voor een abonnement ter raadpleging van de dubbelen van de leggers en plans van het kadaster is, indien daarbij geen hulp van gemeentewege wordt verleend, per kalenderjaar een bedrag van ƒ25,- verschuldigd [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. 

cultuur

Zaterdag 22 februari 1936  en zondag 23 februari 1936 zal de Graal een tentoonstelling houden van kunstnaaldwerk, door eigen leden gemaakt. De tentoonstelling zal gehouden worden in het parochiehuis van Johannis de Doper [Delftsche Courant 18 februari 1936, blz. 3].
Gisteravond 26 februari 1936 hield de Zang- en Reciteerclub ,,Lofstemmen" onder leiding van P. Lamain een zeer geslaagde feestavond in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg. Ds. J.A. Meijer sprak een kort openingswoord en ging voor in gebed. Het koor zong hierna het ,,Te Deum” en ,,Ach, blijf met Uw genade". De voordrachten, die door de leden van de reciteerclub werden gehouden, vielen bij de aanwezigen zeer in den smaak. Het koor gaf op verdienstelijke wijze nog eenige zangnummers ten beste en eindigde met Schumann's „Lentelied", Door de aanwezigen werden uit volle borst gezongen Psalm 65: 8 en 9 en „Ons Volkslied". Na de pauze had de opvoering plaats van het toneelspel „Zonnedag" van P.J. de Carpentier. Dit spel werd in de historische kostuums gespeeld en boeide van het begin tot het eind. Het bestond uit drie delen: het Zonnewendefeest der Batavieren; Donkere momenten uit het fabrieksleven der vorige eeuw; Het doorgebroken licht. Ds. G.J. van Dingstee sloot -na afloop van het toneelspel- deze zeer geslaagde avond [Delftsche Courant 27 februari 1936, blz. 3]
De Levers Zeep. Maatschappij zal op 23 maart 1936 een filmvoorstelling geven in het café „Van Ouds het Raadhuis". Vertoond zullen worden de films „Die Barberino" en „De Gymnastiekschool"  [Delftsche Courant 22 februari 1936, blz. 8].
Op  9 mei 1936 wordt gemeld dat de R.K. Muziekvereniging een zeer geanimeerde jaarvergadering heeft gehouden. Uit het jaarverslag bleek, dat de onlangs gehouden fancy-fair zo een groot batig saldo had opgeleverd, dat hiervan de instrumenten, waar nodig, gerepareerd, etc., konden worden. Ten aanzien van het 5-jarig bestaan van de vereniging koestert men grote feestplannen, die op de jaarvergadering ten dele werden besproken [Delftsche Courant 9 mei 1936, blz. 6]. 
Op 1 juni 1936 wordt in Zwijndrecht een concours gehouden van de Hollandsche Bond van Chr. Harmonie-en Fanfarecorpsen. Excelsior uit Pijnacker behaalt daar in de Afdeling Uitmuntendheid Fanfare een eerste prijs  [De Dordrechtsche Courant 2 juni 1936, blz. 6]
De muziekvereniging „Excelsior" houdt zaterdagavond 13 juni 1936 van 20.00 uur-21.00 uur een concert op het Land van Blad. Er zal o.a. worden uitgevoerd de ouverture „Les trois Graces", van Cornet, waarmee op het in Zwijndrecht gehouden congres zulke mooie successen zijn behaald. Na afloop volgt nog een optocht door het dorp. [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9].
Zaterdag 11 juli 1936 heeft op het S.V.P.-terrein te Pijnacker een zeer geslaagde openluchtuitvoering plaatsgehad. Medewerking hieraan werd verleend door een drietal verenigingen, n.l. de Christelijke Zangvereniging „Halleluja" en de Christelijke Muziekvereniging „Excelsior", die onder leiding stonden van de heren A. van Mechelen uit Den Haag en Van Leeuwen uit Overschie. Voorts heeft de Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid" onder de eminente leiding van de heer W. Bot uit Den Haag, een keurige afwisseling aan het programma gegeven. Voor een vrij talrijk publiek werd geopend met een massale vrije oefening voor jongens en meisjes. Verder op de avond werd gedemonstreerd door meisjes, ringwerk en rekoefeningen resp. voor dames en heren, die een atletisch aspect boden. Er schuilen heel wat goede krachten onder „Kracht en Vlugheid", en de uitvoerende leden doen de naam der vereniging eer aan. De knotsoefeningen van de dames, als laatste gymnastiekprestatie, werd op zeer soepele wijze uitgevoerd. Zoals bij vele gymnastiekuitvoeringen het geval is, sprong ook hier het knotswerk van de dames zeer in het oog. Het rekwerk van de heren bleek ook zeer in stijl te zijn, terwijl de dames zich aan de ringen geheel thuis voelden. De élégance die damesgymnasten eigen is, kwam hier op sierlijke wijze tot uiting. Niet minder lof verdienen de muzieknummers en de keurige uitvoering van de zangnummers. De Christelijke Zangvereniging staat op bijzonder hoog peil, de harmonie in het samenzingen, registerwerk, alles was af. De opgevoerde nummers waren in goede stijl, en de gepaste uitvoering bleek de uitvoerenden goed te liggen. Voor een groot gedeelte kan dit ook gezegd worden van de harmonievereniging. Goed geschoold, verstonden de leden hun leider uitstekend. Gezien het grote succes, en de belangstelling, die hiervoor heeft bestaan, twijfelen wij niet, of de openluchtuitvoering zal weer herhaling vinden [Delftsche Courant 13 juli 1936, blz. 6]
Op 19 augustus 1936 vindt in Leerdam het Concours De Bazuin plaats. Na de officiële opening door de burgemeester om 10.00 uur, werd direct aangevangen met de afwerking van het programma. Steeds werd afwisselend zang of muziek gegeven. De opkomst van het publiek was in de middaguren bevredigend. De uitslagen van de eerste dag waren in de tweede afdeling. Christelijk Gemengd Koor Excelsior, Kampen, 314 punten, eerste prijs; Gemengd Koor Hallelujah, Pijnacker, 295 punten, tweede prijs [De Amsterdammer 20 augustus 1936, blz. 2]
Zondagavond 22 november 1936 heeft in het Parochiehuis “St. Johannes de Dooper" aan de Oostlaan, een zeer geslaagde toneeluitvoering van de Pijnackerse R.K. Toneelclub.[Delftsche Courant 23 november 1936, blz. 2]
In het café-restaurant „Van ouds het Raadhuis" vond op 2 december 1936 een filmvertoning plaats. Voor de aandachtige toeschouwers, waaronder vooral de Pijnackerse jeugd vertegenwoordigd was, werd o.a. de film over de verlovingsfeesten van Prinses Juliana en Prins Bernhard gedraaid; ook werd nog een film vertoond van de plechtige opening der Staten-Generaal door H.M. de Koningin. De boeiende en tevens leerzame natuurfilms vielen bij de aanwezigen zeer in de smaak. [Delftsche Courant 3 december 1936, blz. 2].
Op 18 december 1936 wordt bericht dat de zang- en reciteerclub „Lofstemmen" heeft een grote uitvoering gegeven in het C.J.M.V.-gebouw aan den Kerkweg. De belangstelling voor deze uitvoering was zeer bevredigend. Ds. J.A. Meijer opende deze bijeenkomst met een kort woord en heette de aanwezigen hartelijk welkom. Het programma was zeer uitgebreid en de voordrachten werden alle zeer vlot gehouden. De voordrachten werden met koorzang afgewisseld. Het opgevoerde stukje, getiteld „Het geboorte-uur van Psalm 72", viel bij de aanwezigen zeer in de smaak. Na de pauze werd een groter toneelstuk door de leden van de zang- en reciteerclub „Lofstemmen" opgevoerd. Het toneelstuk behandelde de ontvluchting van Hugo de Groot in een boekenkist uit Slot Loevenstein. De meeste spelers waren voldoende rolvast en een hartelijk applaus beloonde hen dan ook voor hun spel. De leider van de zang- en reciteerclub „Lofstemmen" komt dan ook alle eer toe voor deze zeer geslaagde avond [Delftsche Courant 18 december 1936, blz.10]. 
In 1936 had de Delftse bibliotheek 70 Pijnackerse leden die 5267 keer boeken leenden  [Delftsche Courant 25 maart 1937, blz. 2]

economieOp 27 maart 1936 wordt gemeld dat ingevolge een besluit van het dagelijks bestuur van de afdeling Zuivelsteun van de Nederlandsche Zuivelcentrale zullen voor de hierna genoemde door de Minister van Landbouw en Visserij aangewezen Zuid-Hollandse gemeenten, met ingang van 29 maart 1936 de volgende minimumprijzen per liter voor de verkoop van consumptiemelk gelden: 9 cent voor o.a. de gemeente Pijnacker [Haagsche Courant 27 maart 1936, blz. 17]
Zonder hoofdelijke stemming wordt door de Raad van 17 april 1936 aangenomen het voorstel tot vaststelling van een verordening op de keuring van waren  [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Op 5 mei 1936 wordt gemeld dat door de gezamenlijke caféhouders in Pijnacker is een adres gericht aan het college van B&W ter verkrijging van verlenging van de sluitingstijd. Terwijl het sluitingsuur thans 22.00 uur is, wordt verzocht dit te bepalen op 23.00 uur en 23.30 op zaterdag [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]. Op 13 mei 1936 wordt gemeld dat het college van B&W de gemeenteraad adviseert het sluitingsuur van de café's te Pijnacker gedurende de wettelijke zomertijd te bepalen op 11.00 uur des avonds  [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Het voorstel van B. en W. om gedurenden den lomer tijd 't sluitingsuur voor de cafés te bepalen op 11 uur, vervalt en maakt plaats voor het vérstrekkender voorstel van de heer Noorland, om het sluitingsuur voor het gehele jaar te bepalen op 23.00 uur. Na stemming wordt dit voorstel aangenomen (tegen stemden: de heren Bregman, Van Winden en G. Sonneveld)[Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7]. 
Op 15 mei 1936 wordt gemeld dat de Nederlandse Zuivelcentrale, afdeling Zuivelsteun, bekend heeft gemaakt, dat de vastgestelde minimum kleinhandel-verkoopprijzen voor consumptiemelk voor de gemeente Pijnacker, Boskoop en Waddinxveen, die tot dusver 9 cent per liter bedroegen, bij Bestuursbesluit met ingang van 17 mei 1936 nader zijn vastgesteld op 8 cent per liter [Haagsche Courant 15 mei 1936, blz. 7]. 
Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Besloten wordt geen steun te verlenen aan het Middenstandsborgstellingsfonds, aangezien daar geen nut van verwacht wordt. De heer Noorland wijst op eenzelfde poging door de regering vlak na de wereldoorlog, die ook op niets is uitgelopen [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7].
Op 25 mei 1936 wordt bericht dat in de ledenvergadering van de Hanze een verzoek  is behandeld gericht aan de plaatselijke afdeling om weer deel te nemen aan de „Mica" van dit jaar. Het bestuur meende echter afwijzend te moeten adviseren, waarmee de vergadering na enkele discussies akkoord ging. Betreffende de komende centrale raadsvergadering van 6 juni 1936 in Den Haag werd adhesie betoond aan het voorstel van Hazerswoude, terwijl als afgevaardigden de heren Verbakel en Vonk zich disponibel stelden. Het voorstel tot verhoging van de contributie van ƒ 7,- op ƒ 8,- werd aangenomen, met de bepaling, dat een korting bedongen wordt voor leden die niet kunnen betalen. De contributie zal voortaan per kwartaal geïncasseerd worden. De heer Vaas, administrateur van het Delfts Incasso- en Informatiebureau behandelde hierna de strekking van het Middenstandsborgstellingsfonds. Het bestuur van de Hanze zal zich niet neerleggen bij de houding van de gemeente Pijnacker, die steun aan het fonds weigert, en middels de heer Vaas zal een rekest aan B&W worden gezonden. Tot slot werd besloten gedurende een jaar bij het Incasso- en Informatiebureau toe te treden [Delftsche Courant 25 mei 1936, blz. 6]. 
Op 15 oktober 1936 wordt gemeld dat in de vergadering van de R. K. Middenstandsvereniging De Hanze" de voorzitter de overleden gemeente-architect, de heer P.H.C. Tettero, heeft herdacht, die gedurende tal van jaren lid van de afdeling is geweest. Tijdens de besprekingen aangaande het winterprogramma bleek de belangstelling van de leden te gaan in de richting van sociale ontwikkeling-avonden. De winkelweek, die onlangs gehouden is, liet een schuld van ƒ 225.- achter. Dit bedrag is nog steeds niet betaald. Door de slechte toestand van de Koninklijke Middenstandsvereniging was het gevaar niet denkbeeldig, dat „De Hanze" alleen aansprakelijk gesteld zou worden.Na diverse besprekingen is het gelukt tot een bevredigende oplossing te komen. De definitieve regeling wordt op 9 november 1936 bekendgemaakt. Besloten werd aan alle leden een schrijven te zenden, waarin verzocht wordt de vraag te beantwoorden over een al dan niet te houden winkelweek in het komend winterseizoen  [Delftsche Courant 15 oktober 1936, blz. 8].
Op 17 november 1936 wordt bericht dat de beide plaatselijke middenstandsverenigingen het gemeentebestuur het verzoek hebben gedaan om terug te komen op de in een vorige raadsvergadering genomen beslissing om niet deel te nemen in het middenstandsborgstellingsfonds. Het gemeentebestuur heeft thans echter wederom afwijzend op dit verzoek geantwoord [Delftsche Courant 17 november 1936, blz. 8]. 

evenementen

Op 30 april 1936 zal de Oranjevereniging een uitvoering geven in het gebouw aan de Kerkweg. Als spreker zal optreden de burgemeester van Pijnacker; mr. dr. P. H. W. G. van den Helm heeft een zeer actueel onderwerp gekozen, namelijk: Christendom, Oranje en Nationalisme [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8].
De rijvereniging „De Schieruiters", uit Overschie, hebben zaterdagavond 16 september 1936 een keurig geslaagde demonstratie gegeven op een terrein aan de Kerkweg [Delftsche Courant 21 september 1936, blz. 8]. 
Op een overtuigende wijze heeft Delfgauw op zaterdagmiddag 16 september 1936 uiting gegeven van haar verknochtheid aan het Oranjehuis. Om 14.00 uur verenigden zich 200 kinderen op het schoolplein, oder leiding van het bestuur van de Oranjevereniging. Zij werden in optocht naar het speelterrein aan het Noordeinde gebracht, waar diverse kinderspelen werden gehouden en traktaties werden aangeboden. De prijzen werden voor hardlopen, blokrapen en zaklopen, behaald door de meisjes: Jo Jansen, Willie van Zeil, A. van Baarle, L. Kerklaan, Jo Jansen en A. v. d. Brugge. Bij de jongens: J. de Bruin, N. van Baarle, W. Jansen, B. van Baarle, H. Goedhart en W. Laros. Op het schoolplein werden de kinderen door de voorzitter, de heer E.P. v. d. Laar, toegesproken en werden met een toepasselijk woord de prijzen uitgereikt. In de avonduren werd, begunstigd door het fraaie weer, een fakkeloptocht gehouden. Het bestuur in een rijtuig werd voorafgegaan door het bekende Delftse muziekcorps „St. Franciscus" en al spoedig zat de stemming er in. Door de heer v. d. Burg, eigenaar van „Ouderhoeve" werden verversingen aan het bestuur en de muzikanten aangeboden. Op het plein hield de heer v. d. Laar een toespraak, welke -niettegenstaande de geweldige drukte- met grote belangstelling werd aangehoord. De voorzitter wees op de betekenis van deze avond en schetste de grote liefde van Delfgauw voor ons Oranjehuis. Hij dankte voor de spontane deelname van schier geheel Delfgauw  [Delftsche Courant 21 september 1936, blz. 8]
Maandagavond 18 september 1936 werd in Pijnacker ter gelegenheid van de verloving van H.K.H. Prinses Juliana een Oranje-avond georganiseerd [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. De burgerij van Pijnacker heeft feest gevierd, feest gevierd op een wijze, die aantoonde hoe verknocht de burgers zijn aan het aloude Oranjehuis en hoe groot de vreugde was over de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard. De feestelijkheden werden aangekondigd door een grote lampionoptocht, waaraan niet minder dan 25 verenigingen deelnamen. De talrijke leden van die organisaties waren allen in het bezit van een lampion, terwijl door allen vaandels, vlaggen en vendels werden meegevoerd, hetgeen aan de stoet 'n vrolijk aanzien gaf. De gymnastiekverenigingen hadden bijzonder veel werk van hun afdeling gemaakt en trokken met hun praalwagen veel belangstelling. Nadat de lange stoet door het dorp was gemarcheerd werd halt gehouden voor het gebouw van de C.J.M.V., waar burgemeester van den Helm een toespraak hield, waarin hij wees op de grote verknochtheid van ons volk met het Oranjehuis. Spreker las tenslotte drie telegrammen voor, waarin gelukwensen werden uitgebracht aan de leden van het Koninklijk Huis en uiting werd gegeven aan het hartelijk medeleven van de Pijnackerse burgerij. Nadat de stoet haar rondwandeling door het dorp had voortgezet heeft de burgemeester tenslotte alle medewerkers(sters) dank gebracht. Hulde bracht spreker aan de organisatoren van deze feestavond, die — dankzij de uitstekende organisatie — zo vlot verliep [Delftsche Courant 15 september 1936, blz. 3]. 
Op 14 november 1936 wordt bericht dat de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. v. d. Helm, mede namens het Comité voor de viering van het a.s. huwelijk van onze Kroonprinses H.K.H. Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard, de leden van het gemeentebestuur en de plaatselijke kerkelijke ambtsdragers heeft aangezocht, zitting te nemen in het Erecomité [Delftsche Courant 14 november 1936, blz. 8].   Op 25 november 1936 wordt gemeld dat de organisatie voor de feestelijke viering van het huwelijk van onze kroonprinses, is als volgt: A. Het erecomité, samengesteld uit de leden van het gemeentebestuur en de kerkelijke ambtsdragers; B. het hoofdcomité, onder voorzitterschap van mr. dr. P. H. W. G. v. d. Helm, bestaande uit de vertegenwoordigers van het Comité voor Volksfeesten en de Christelijke Oranjevereniging. Het hoofdcomité is verdeeld in een elftal subcomité's, die ook Delfgauw, Oude Leede en de Katwijksebuurt bestrijken. Bijna alle verenigingen te Pijnacker zijn in deze subcomité's vertegenwoordigd, zodat vrijwel de gehele bevolking van de gemeente zich in deze organisatie weerspiegelt. De collecte voor het Nationaal Huwelijksgeschenk heeft opgebracht ƒ 182,56. Opmerkelijk is, dat Delfgauw, Oude Leede en de Katwijksebuurt tesamen ongeveer de helft van dit bedrag hebben opgebracht. De opbrengst zelf van deze collecte is de organisatoren niet tegengevallen ! [Delftsche Courant 25 november 1936, blz. 8].
Op 26 november 1936 wordt gemeld dat binnenkort in de gemeente Pijnacker een collecte zal worden gehouden voor de bestrijding van de onkosten die de komende feestelijkheden ter ere van het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard met zich mee zullen brengen  [Delftsche Courant 26 november 1936, blz. 9].
Op 26 november 1936 wordt gemeld dat de bazar van de vereniging „De Sportclub Delfgauw" een groot succes is geworden. De talrijke bezoekers bewonderden de aardige stands en er werd veel gekocht, zodat deze bazar hopelijk een batig saldo voor de Delfgauwse Sportclub zal opleveren. Een aardige verrassing voor de jeugd was de aanwezigheid van Sint Nicolaas met zijn knecht Zwarte Piet. Er waren verschillende attracties, zodat de jeugdige bezoekers zich eveneens kostelijk hebben geamuseerd  [Delftsche Courant 26 november 1936, blz. 9].. 
Op 26 november 1936 wordt gemeld dat voor de organisatie van de aanstaande feestelijkheden te Delfgauw, aldaar een subcomité is opgericht, onder voorzitterschap van de heer De Zeeuw. Dit subcomité is dus een onderdeel van het hoofdcomité, waarvan de burgemeester voorzitter is  [Delftsche Courant 26 november 1936, blz. 9].
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat in verband met het gebrek aan ruimte in het oude dorp Pijnacker zelf en de grote afstanden, de volgende drie delen van de gemeente Pijnacker: Delfgauw, Oude Leede, en Katwijksebuurt, het huwelijk van onze Prinses in eigen kring zullen vieren. Tot de organisatie van deze eigen feestavonden zijn reeds subcomité's samengesteld  [Delftsche Courant 28 november 1936, blz. 7] 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat tijdens de feestelijkheden rondom het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard in Pijnacker een lampionnenoptocht en bij gunstig weer daarvoor, een ijsfeest, zal worden gehouden. De organisatie hiervan rust in de handen van mr. De Gidts. B&W stellen de raad voor een bedrag ad ƒ 300 uit te trekken voor een traktatie van de leerlingen van alle scholen en een bescheiden illuminatie ter gelegenheid van het a.s. huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins Bernhard [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2]. 
Op 8 december 1936 wordt gemeld dat op St. Nicolaasavond opgeschoten jongens, gestoken in imitatie Sint Nicolaas-costuums, door het gehele dorp gingen en aanbelden bij de woningen om te vragen of er nog pakjes waren weg te brengen. Dit is een heel oud gebruik in Pijnacker.  [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8] 
Op 8 december 1936 wordt gemeld dat een jongetje, dat argeloos een passerende Sint Nicolaas vriendelijk goedendag zei, van de vertoornde bisschop als wedergroet een harde klap in het gezicht kreeg. De „goede" Sint bleek harde handen te hebben, want het ventje klaagde nog enige tijd na de geïncasseerde klap over pijn. Bij de politie is aangifte hiervan gedaan, zodat de Spaanse weldoener (in dit geval is misschien beter te spreken van een Spaanse driftkop) nu zelf een cadeautje zal krijgen, in de vorm van een bekeuring  [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8]
Op 15 december 1936 wordt bericht dat het programma van de feestvieringen te Pijnacker luidt: Maandag 4 januari 1937: 16.30 uur Schoolfeest met film in de Ned. Herv. School, Oude Kade; 19.00 uur Feestavond met film voor ouderen in de Ned. Herv. School, Oude Kade; 21.00 uur Feestavond met film voor ouderen in het gebouw voor Chr. Belangen, Delfgauw. 
Dinsdag 5 januari 1937: 13.00-14.00 uur Film voor R.K. schoolkinderen, Patronaatsgebouw; 14.00 Rondrit met versierde auto's. Afrit Stationsstraat; 14.00-15-00 uur Optocht schoolkinderen naar ambtswoning; 15.00-16.00 uur Film voor kinderen van de Ned. Herv. School, van de Geref. School, van de O.L.-Scholen nos. 1 en 3 in het Patronaatsgebouw; 16.30 uur Schoolfeest met film in de O.L.-School, Katwijksebuurt; 19.00 uur Feestavond met film voor ouderen in de O.L.-School, Katwijksebuurt; 20.00 uur Afrit in de Stationsstraat voor een tocht naar Den Haag voor bezichtiging van de versieringen. 
Woensdag 6 januari 1937. 14.00 uur Tentoonstelling in het Patronaatsgebouw van prenten, foto's, boekwerken enz., het Oranjehuis betreffende;19.00-20.00 uur Gelegenheid voor het bijwonen van godsdienstoefeningen in de kerken; 20.15 uur Feestavond in het Patronaatsgebouw. Toespraken, muziek, zang en voordracht. 
Donderdag 7 januari 1937.19.00 uur IJs en weder dienende, IJsfeest op de ijsbaan van de IJsvereniging. 
Vrijdag 8 januari 1937: Feestavond in het gebouw van de C.J.M.V. aan de Kerkweg. Gymnastiek en muziek. 
Zaterdag 9 januari 1937: 20.00 uur Feestavond in het Patronaatsgebouw. Gymnastiek en muziek. Er is gelegenheid tot plaatsbespreking vanaf 29 december 1936 voor de feestavonden op 6, 8 en 9 januari 1937 bij de heer J. Bloemendaal, Kerkweg, Pijnacker [Delftsche Courant 17 december 1936, blz. 8]
Op 23 december 1936 wordt gemeld dat zowel het raadhuis als de ambtswoning van de burgemeester zijn fraai versierd met groen, terwijl op beide gebouwen een verlichte Juliana en Bernard met kroon zijn aangebracht [Delftsche Courant 23 december 1936, blz. 7]. 
Op 28 december 1936 wordt gemeld dat de Delfgauwse feesten op maandag 4 januari om 19.00 uur geopend zullen worden met een filmvertoning in het gebouw aan de Schoolkade. Om 20.00 uur volgt een grote feestavond met toespraken, de Silvana-band en medewerking door verschillende artiesten. De filmvertoning zal onder leiding staan van het sub-comité, leider de heer P. Zeeuw, de feestavond zal worden geleid door de voorzitter van de Oranjevereniging „Delfgauw", de heer E. P. v. d. Laar. Des middags is er filmvertoning voor de schoolgaande kinderen te Pijnacker [Delftsche Courant 28 december 1936, blz. 3].
financiënOp 2 april 1936 wordt gemeld dat over de afgelopen maand maart de ingelegde bedragen bij de Rijkspostspaarbank ƒ 3.484,34 bedroegen; de terugbetalingen waren ƒ 6.957.86. Uitgereikt werden 7 nieuwe boekjes. [Delftsche Courant 2 april 1936, blz. 2]
Op 2 april 1936 is de werkman F. C. Roelofswaard, Middenweg 26, te Pijnacker, failliet verklaard [Haagsche Courant 3 april 1936, blz. 30]. De curator brengt op 15 mei 1936 ter kennis: 1e dat de schuldvorderingen te zijnen kantore moeten worden ingediend vóór 28 mei 1936; 2e dat de verificatievergadering is bepaald op zaterdag 13 juni 1936, om 10.00 uur in het paleis van Justitie te 's -Gravenhage [Delftsche Courant 15 mei 1936, blz. 7]
Op 5 mei 1936 wordt bericht dat gedurende de maand april aan inleggelden zijn ontvangen op de Rijkspostspaarbank ƒ 3311,80. Terugbetalingen beliepen een bedrag van ƒ 3969,71, terwijl 6 nieuwe boekjes werden uitgegeven [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]. 
Op 6 mei 1936 wordt gemeld dat in verband met de slechte tijdsomstandigheden de Algemene Ledenvergadering van de Coöperatieve  Spaar- en Leenbank heeft besloten niet over te gaan tot de bouw van een nieuw bankgebouw [Delftsche Courant 6 mei 1936, blz. 6] 
Op 27 juni 1936 wordt gemeld dat de heer N. van Overdam een verzoek aan de gemeenteraad heeft gericht om uitstel te verlenen van de betaling van zijn hypotheekrente. B&W vinden geen termen aanwezig om dit verzoek in te willigen en stellen mitsdien voor, daarop afwijzend te beschikken  [Delftsche Courant 27 juni 1936, blz. 8]
Op 3 december 1936 wordt gemeld dat de inlagen bij het bijkantoor van de Rijkspostspaarbank te Pijnacker over de afgelopen maand ƒ 11.152,75 bedroegen. Terugbetaald werd ƒ 3.471,32. Gedurende deze maand werden geen nieuwe boekjes uitgereikt [Delftsche Courant 3 december 1936 blz. 2] 
gemeenteVoor de burgerij van Pijnacker en Nootdorp was het op 20 januari 1936 een droeve dag. Want in de middag werd het stoffelijk omhulsel van haar zo zeer geliefde oud-burgemeester jhr. J. K. Hesselt van Dinter ten grave gedragen. Van de openbare gebouwen en ook van enkele particuliere woningen te Pijnacker, waar de begrafenis plaatsvond, woei de vlag halfstok. Het dorp rouwde om hem, die zovele jaren zijn beste krachten gegeven heeft voor de gemeente en nu is heengegaan. Welk een ruime plaats heeft hij weten te veroveren in de harten van de burgerij kwam wel tot uitdrukking in de grote belangstelling, die zich tegen twee uur in de omgeving van het sterfhuis concentreerde. De plaatselijke politie en de Rijksveldwacht zorgden voor de regeling van het verkeer en hielden de aanwezigen op een afstand. Zij stonden daar, de burgers. En stil zagen zij naar de woning, waarvan voor alle vensters de jaloezieën waren neergelaten. In deze woning, gelegen vlak naast het raadhuis, heeft de oud-burgemeester tal van jaren met zijn gezin geleefd, gewerkt voor het belang van zijn gemeenten en in dezelfde woning is hij gestorven. Het was ruim twee uur toen het rouwrijtuig voor het sterfhuis reed en de kist met het stoffelijk overschot in de koets werd gedragen. De zon, die tot nu toe het dorp beschenen had, ging schuil achter de steeds dichter wordende bewolking en het scheen alsof het weer meerouwde. Het klokje van de Nederlands Hervormde Kerk klepte in snelle opeenvolging zijn klanken over de huizen van het dorp en over de stille velden rondom. De droeve stoet, bestaande uit de rouwkoets en zes volgrijtuigen reed langzaam in de richting, van de begraafplaats, gelegen aan de zuidoostkant van het dorp. Daar, in de onmiddellijke nabijheid van een verweerde muur van de Nederlands Hervormde Kerk met haar schoon, oud en scheef torentje, was het graf gedolven, waar zeer vele dorpsbewoners wachten om hun gewezen burgervader de laatste eer te bewijzen.Om tien minuten over half drie arriveerde de sombere stoet op de begraafplaats, waar de kist met het stoffelijk omhulsel in de groeve werd neergelaten. .Op uitdrukkelijk verzoek waren er geen bloemen. Slechts waren er van de naaste familie twee grote kransen, welke naast het graf werden gelegd. Onder de vele personen, die rond de groeve stonden geschaard, merkten wij op: mr. dr. P.H.W.G. v. d. Helm, burgemeester van Pijnacker, de gemeentesecretaris de heer J.M.M. Heijmerikx, de wethouders en de raadsleden, de heer H.C.A.M. Schölvinck, burgemeester van Nootdorp, eveneens met wethouders en raadsleden, voorts de burgemeesters Baan van Bleiswijk, mr. J. Brunt van 's-Gravenzande, Gründemann van Berkel, Hoogenboom van Zwammerdam, Keyzer van Stompwijk, Klinkhamer van Zevenhuizen, Van Mekeren van Bergschenhoek en Middelberg van Zoetermeer; tenslotte ds. van Dingstee en ds. Meijer van Pijnacker, ds. Tonnon van Vlaardingen, pastoor Zandvliet en de heer C.H. de Gidts, gemeente-ontvanger. Ds. van Dingstee trad als eerste spreker naar voren en zei, dat het van koudheid en onverschilligheid zou getuigen als hier geen diepe dank zou worden gebracht aan de overledene voor hetgeen hij als oud-burgervader en als oud-kerkvoogd in deze gemeente is geweest voor de burgerlijke bevolking en de kerk. Doch ook dient hem dank gebracht te worden voor het woord dat hij aan de ganse gemeente heeft nagelaten: Ik vertrouw alleen op de genade van mijn God. Het goede was steeds zijn plicht, voor het verkeerde en zondige had hij nodig de genade van God door de liefde van Christus. Moge het voor de familie een troost zijn, aldus eindigde spreker, dat God, die uw vader genadig is geweest, ook de Uwe zal zijn. De volgende spreker, ds. Meijer, merkte op, dat men hier een vraag kan stellen welke om antwoord roept: Waarom heeft de overledene gewerkt, dat bij zijn graf slechts zou worden gesproken door de beide plaatselijke predikanten. Daarop meent spreker één antwoord te kunnen geven. De Spreukendichter heeft gezegd : Vreest God en eert de Koning. Jhr. Hesselt van Dinter heeft zijn aardse Koning gediend door de gemeente naar zijn beste weten te besturen. Maar vooral in het laatst van zijn leven is tot de overtuiging gekomen, dat boven het ,,eert de Koning" staat het ,,vreest God". Met dubbele kracht wordt het nu aan de gemeente toegeroepen: Ja, eerst de Koning, maar vreest toch bovenal God, de Koning der Koningen, de Heer der Heeren, want de vreeze des Heeren is de weg naar welvaart en naar de zaligheid. Tot de nabestaanden van de overledene zei spreker: God trooste u door de wetenschap, dat gij een vader hebt gehad, die de aardse Koning heeft gediend en daarvoor is beloond met het ridderschap in de Orde van Oranje Nassau, maar bovenal door het weten, dat hij heeft gezegd: Vreest God, de Koning der Koningen. Een zoon van de overledene, jhr. J.L. Hesselt van Dinter, dankte voor de grote belangstelling en voor de vele medewerking en toewijding, die zijn vader gedurende het leven heeft mogen ondervinden van de wethouders, de raadsleden en verschillende gemeentelijke instanties [Delftsche Courant 21 januari 1936, blz. 8].
PIJNACKER als plaats voor Forensen en Gepensioneerden door de Burgemeester van de Gemeente, Mr. Dr. P. H. W. G. van den HelmDe sterke groei van onze gemeente sedert het begin van deze eeuw, n.l. van 1740 inwoners in 1900 tot ruim 6450 thans, moet verklaard worden uit tal van factoren.In de eerste plaats heeft de opkomst van de tuinderij, met haar steeds meer vervolmaakte glascultuur, bevolkingsgroepen tot zich getrokken, die weer de basis werden voor een toenemende natuurlijke aanwas van bevolking. De vergroting van de gemeente in 1920 met een deel van het vroegere Vrijenban, voegde een 1100-tal inwoners toe, terwijl inmiddels de ligging onder de rook van Delft haar invloed deed gelden en ten slotte de tot stand gekomen verbinding per elektrische spoor met Den Haag en Rotterdam ook de forensen op die steden tot vestiging in Pijnacker lokte. Kunnen wij dus onze gemeente enerzijds een zeer landelijke noemen, aan de andere kant heeft zij reeds in bepaalde delen het karakter van een dorp met forensenwijken, die nog grote mogelijkheden bieden. Het binnenkort bouwrijp maken van gemeentelijke gronden kan die mogelijkheden verruimen, evenals de te verwachten vaststelling van ruime uitbreidingsplannen. Wanneer men zich afvraagt, wat biedt Pijnacker nu aan de forens, dan is het eerste en belangrijkste antwoord: een zeldzaam vlugge verbinding met drie grote steden. De bus brengt u in tien minuten in het hart van Delft. de stad van de Technische Hogeschool, van tal van inrichtingen van voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, van nijverheidsonderwijs, enz. Na 17 minuten staat U in Den Haag en nog 20 minuten later wandelt U aan het Scheveningse strand. Een dergelijke verrassende wisseling van omgeving kan men ook bereiken in de richting van Rotterdam, op welks Hofplein de elektrische spoor u eveneens in 17 minuten neerzet. Een ideale ligging dus voor hen, die hun zaken in de grote steden hebben, doch die hun woning in de landelijkheid wensen.In de gemeente zelf is er bovendien voor natuurliefhebbers veel aantrekkelijks. Vissers en jagers vinden er hun gelegenheden, beminnaars van het schoon van ons polderland kunnen hun hart ophalen aan de schilderachtig gelegen boerderijen, de verscholen wilgenplassen en poldergemalen, de vette weiden met het bonte vee, de vaarten en tochten, waar een Jaap Maris zijn smeuïge onderwerpen uitzocht, de verre verschieten, waar de fijne silhouetten van de Delftse kerktorens verwazen. Ook de praktische kant van het leven is er verzorgd: kostelijk duinwater, gas en elektriciteit kunnen in uw huis worden aangevoerd, een middenstand zorgt voor uw dagelijkse behoeften; lager onderwijs is er te kust en te keur, een opgewekt leven van kerken en verenigingen voorziet in de geestelijke behoeften. En dan niet te vergeten: Pijnacker is een arbeidsgemeente, met al de aantrekkelijkheid daarvan. Ik noem hier de belangrijke groenten- en vruchtenveiling, die het verkeer te water en te land voortstuwen en kleur en beweeglijkheid geven aan het dorpsbeeld. Al ligt ook de schaduw van de tijden om ons dorp, de bevolking heeft moed en ziet vooruit. Daarom roept zij ook een welkom toe aan de van buiten komende forensen [De Standaard 24 januari 1936, blz. 15]
Bij de berekening van de uitkering per inwoner is het garantiebedrag per inwoner f 4,1787 en de limiet per inwoner f 6,9952. De uitkering per inwoner wordt vastgesteld op f 5,9408 BRONNENkrantenNed. Staatscrt 30 januari 1933, Bijvoegsel blz. 8
Op 4 februari 1936 wordt bericht dat Pijnacker en opzichte van Den Haag en Rotterdam een buitengewoon gunstige ligging heeft en het is dan ook niet te verwonderen, dat het altoos actieve gemeentebestuur alle mogelijke maatregelen neemt om eventuele forensen uit die steden tot zich te trekken. Zo werd in de raadsvergadering van 6 januari 1936 besloten tot het aanleggen van een weg, welke dwars door de weide zal lopen, gelegen tussen de Oostlaan en de Stationsstraat. Dit gebied - het land van Blad - ligt thans braak, doch de bedoeling is aldaar ruime en gerieflijke huizen te doen bouwen, die uitermate geschikt zijn voor die stedelingen, die het buitenleven prefereren. Door deze uitbreiding zal Pijnacker als forensenplaats zeker weer in waarde winnen [Delftsche Courant 4 februari 1936, blz. 2]
Omtrent het jaar 1750 vindt men over het dorp Pijnacker vermeld: „Ten Oosten der stad Delft legt de Ambachtsheerlijkheid Pijnacker, grenzende ten Westen aan de Ambagten van Biesland en ’t Hof van Delft, ten Noorden aan Nooddorp en Hoogeveen, ten Oosten aan Rijnland en ten Zuiden aan Berkel. De grond bestaat hier veelal uit veenlanden, voomaamlijk naar den kant van Rijnland, daar vele akkers reeds uitgeveend zijn.” „De kerk van het dorp, die eene bekwame grootte en een matig hoogen spitsen tooren heeft, staat landwaarts en is met kleine huizen bezet.”De parochie van Pijnacker schijnt zich in oude tijden tot voorbij het in de naaste omgeving van Delft gelegen Poortland te hebben uitgestrekt, omdat men in de oude archieven opgetekend vindt, dat de Abdij van Koningsveld, die in Poortland stond, onder Pijnacker behoorde. Ongeveer 100 jaren later, in het midden van de vorige eeuw, vinden wij over Pijnacker vermeld, dat de bevolking van het dorp uit 1350 inwoners bestond. Deze vonden meest hun bestaan in de landbouw, de veeteelt en de handel in boter en kaas, die door de boeren uit de omgeving werd gemaakt en tot de beste kaassoorten van Delfland gerekend werd. Ook werden in de polders van het land van Pijnacker zware vette koeien gefokt en verschillende graansoorten gekweekt.Een ander middel van bestaan was toentertijd het graven van turf, van welk artikel Pijnacker jaarlijks ook enige duizenden roeden produceerde. Voorts lezen we bij dezelfde schrijver: „De Hervormden, die er 780 in getal zijn, maken met die van Ruyven en van een gedeelte van het Hof van Delft een gemeente uit die tot de klasse van ’s-Gravenhage, ring van Delft, behoort en 850 zielen onder welke 380 lidmaten telt. De eerste, die in deze gemeente het leraarsambt heeft waargenomen is geweest Abraham Jansz., die in het jaar 1583 naar Vlaardingen vertrok. Het beroep geschiedt door de kerkeraad onder agreatie van de burgemeester.” Over Pijnacker zelf vermeldt deze kroniekschrijver:„Het dorp Pijnacker, oudtijds Pinaker gespeld, ligt 2½ uur O. v. Delft, van schoone weilanden omringd. Het heeft goed gepuinde en welonderhoudene wegen en een zeer schoone ruime vaart, welke van Delft afstroomt en niet alleen aan Pijnacker, maar ook aan alle de landlieden daaromtrent wonende veel gemak en te gelijk voordeel verschaft, vermits hunne goederen zoo wel per schuit als per wagen kunnen vervoerd worden. Pijnacker wordt om zijn aangename ligging veel bezocht, vooral van degenen, welke des zomers het zoogenaamde Groote Westland, voor een speelreisje, omrijden.”De tijd van de stichting van het dorp Pijnacker is evenals zijn naamsoorsprong in de nevelen van het onbekende gehuld. Wel staat vast, dat Pijnacker een oud dorp is, dat reeds in de Middeleeuwen bestond. In een oud kloosterboek is n.l. gevonden, dat tot het jaar 1257 de pastoors van Pijnacker steeds door de Graaf werden aangesteld, doch dat ze vanaf dat jaar door de kloostervoogden van Koningsveld werden benoemd. Hieruit blijkt, dat Pijnacker reeds lang voor het jaar 1257 een, parochiekerk moet gehad hebben en dus al geruime tijd een plaats van enige betekenis was. De kerk van Pijnacker was voor de Reformatie gewijd aan Johannes den Dooper. Van de stichting en de ouderdom van deze kerk vindt men niets geboekt, maar uit het gebouw zelf valt op te maken, dat het zeer oud is. Het dak rust op 10 hele en 4 halve pilaren. De fraai bewerkte preekstoel en het doophek zijn bezienswaardigheden. Binnen de kerk boven de ingang onder de toren ziet men de wijzerplaat van een klok, rondom beschilderd met toepasselijke zinnebeelden. Daaronder las men vroeger de volgende regels:„Ach mensch, waardeer den tijd, het dierbaarste aller dingen, Den tijd, die voorwaarts gaat en nooit terug zal springen. Leer hoe de levensbaan wordt spoedig afgerend: Wèl hem, die zich aan God en Zijnen dienst gewent.Bij de plaatsing van het orgel zijn echter deze regels verdwenen. In 1791 werd bij de kerk een nieuwe catechisatiekamer gebouwd en in 1830 werd in deze kerk een orgel geplaatst, geheel bekostigd door de milde bijdragen van de gemeenteleden. Pijnacker is de geboorteplaats van de beroemde rechtsgeleerde Cornelis Pynakerus, geboren 6 juli 1570 en overleden 12 januari 1645. Deze verwierf zich een grote bekendheid als Hoogleraar in de Rechtswetenschappen aan de voormalige Universiteit te Franeker, nadat hij eerst hetzelfde ambt bekleed had te Leiden en te Groningen en als gezant van de Staten-Generaal naar Algiers en Tunis was gezonden. Ook zijn uit Pijnacker afkomstig de dichter Cornelis van Bracht uit het laatst der 17de eeuw en de landschapschilder Adam Pijnacker (1621-1673). Tweemaal, in 1773 en in 1782 werd het dorp door een hevige brand zwaar geteisterd, doch weer opgebouwd. Het wapen van Pijnacker bestaat uit een veld van azuur (blauw) met een St. Andrieskruis van goud [De Standaard 5 februari 1936, blz. 1]
Op 10 februari 1936 wordt bericht dat het gemeentebestuur van Pijnacker reeds enige tijd bezig is van Pijnacker een forensendorp te maken. Van uiterst groot belang is natuurlijk de verbinding van Pijnacker met de omliggende grote steden. De ligging van Pijnacker ten opzichte van Rotterdam, Den Haag en Delft, kan ideaal genoemd worden. Met de electrische trein is men na 17 minuten in Rotterdam en na 18 minuten in de Residentie; een geregelde busverbinding zorgt ervoor, dat men binnen 10 minuten in het hartje van de Prinsenstad is. Voor zakenlieden die hun kantoor in de grote, rumoerige steden hebben, kan het wonen in Pijnacker dus geen bezwaar zijn. Zij zullen in het landelijke gastvrije Pijnacker weer op rust komen, hun zenuwen kunnen sterken voor de enerverende arbeid; zij zullen genieten van het intieme dorpsleven. Hoe weinig stedelingen weten eigenlijk hoe knus en hoe gezond het buitenleven is. De gelegenheid om zich thans in Pijnacker te vestigen is buitengewoon gunstig. De gemeente is momenteel bezig plannen uit te voeren die o.a. inhouden het bouwen van een villawijk en stelt de grond tegen een zeer lage prijs beschikbaar. In deze nieuwe wijk zullen geen winkels gevestigd mogen worden; de Stationsstraat zal geheel tot winkelstraat gemaakt worden. De nieuwe ambtswoning van de burgemeester, architectonisch een zeer fraai gebouw, zal ook daar gebouwd worden en dienen als modelwoning. Wat het comfort betreft: duinwaterleiding, gas en elektriciteit zijn aanwezig. De gemeente Pijnacker telt thans ruim 6500 inwoners (in 1920 werd de gemeente vergroot met een deel van het vroegere Vrijenban, waardoor het aantal ingezetenen met 1100 toenam). De eenvoud, gastvrijheid en gemoedelijkheid van deze mensen zijn treffend. Duidelijk is te merken, dat de invloed van de grote steden hier nog gering is. Pijnacker is ook geen dode gemeente, de bevolking neemt steeds toe (in 1900 telde de gemeente 1740 inwoners; thans 6500); er heerst tevens een druk arbeidsleven, o.a. door de daar gevestigde groenten- en vruchtenveiling. De burgemeester van de gemeente, mr. dr. P.H.W.C. van den Helm, is een zeer vooruitstrevende figuur, die al het mogelijke doet om zijn gemeente tot nog groter bloei te brengen. Ook de natuurliefhebbers kunnen hun hart in Pijnacker ophalen aan de schilderachtige weiden met het vredig grazende vee, de pittoreske molens, de oude molens, de bochtige vaarten, de kraakzindelijke boerderijen, de uitgestrekte wilgenpiassen, etc. Over de groene weiden heen ziet men de talrijke torens van het oude Delft onbeweeglijk rechtop staan, als reuze wachters over de stad van de Prins van Oranje. De plassen van Pijnacker zijn ten allen tijde een bezoek waard. Natuurminnaars zullen zich hier, temidden van dit ongerepte landelijke schoon, volkomen thuis voelen. De beroemde schilder Jaap Maris zocht niet ten onrechte de onderwerpen voor zijn schilderijen in deze streek. Voor jagers en vissers is de omgeving van Pijnacker een waar El Dorado. Men hoeft ook geen vrees te koesteren, dat deze plassen, door de toenemende bebouwing, zullen verdwijnen - zoals dat in zo vele gemeenten gebeurt - want de Raad heeft een besluit genomen tot bouwverbod en bestemming van de wilgenplassen tot natuurreservaat [Delftsche Courant 10 februari 1936, blz. 7]
Op 11 februari 1936 wordt bericht dat Pijnacker één van de weinige gemeenten is, waarvan de gemeentebegroting goedgekeurd is. Voor de gemeente is dit een heuglijk feit, daar het o.a. bewijst, dat zij nog niet onder curatele staat van het Rijk [Delftsche Courant 11 februari 1936, blz. 2]
Op 4 maart 1936 wordt bericht dat de heer Romeijn -momenteel Rijksveldwachter te Naaldwijk- op nader te bepalen datum zal worden overgeplaatst naar de gemeente Pijnacker [Delftsche Courant 4 maart 1936, blz. 8]
Maandag 23 maart 1936 zal de raad van deze gemeente in openbare vergadering bijeen komen. De agenda vermeldt o.a.:een voorstel tot het verlenen van eervol ontslag overeenkomstig zijn verzoek aan de heer C.H.N. de Nooijer als hoofd van de O. L. school in de Katwijksebuurt; een voorstel tot benoeming hoofd O. L. school II, Katwijksebuurt; een voorstel tot benoeming van een raadhuiscommissie; een voorstel tot intrekking van het raadsbesluit dd. 6 januari 1936, inzake het aangaan van een geldlening; voorstellen tot wijziging van de begrotingen 1935 en 1936; een voorstel van de burgemeester inzake de straatnamen; een voorstel tot vaststelling van de begroting 1936 van de stichting „De Tien Gemeenten"; een voorstel tot vaststelling van de vergoeding ex. art. 101 van de L. O. wet 1920 aan de bijzondere schoolbesturen [Delftsche Courant 18 maart 1936, blz. 8].
Op verzoek van het raadslid J.C.J. van der Leeuw heeft de burgemeester bepaald, dat de raadsvergadering van 23 maart 1936 niet om 19.00 uur 's avonds, maar om 14.00 uur zal worden gehouden. In de lijst van ingekomen stukken komt o.a. een verzoek voor om de voormalige ambtswoning voor de tijd van vijf jaren te mogen huren met vijf optiejaren. Het college van B&W stelt de Raad nu voor dit verzoek in handen te stellen van een in te stellen raadhuiscommissie, omdat de behandeling van deze aangelegenheid in indirect verband staat met de raadhuisplannen. Deze commissie ad-hoc zal gehoord worden over allerlei onderwerpen, die met de raadhuisplannen in verband staan. Als voorzitter van deze commissie zal de burgemeester fungeren. Tijdsduur van de jaarlijkse commissie is thans tot 1 september 1936. Het College stelt de raad voor tot leden van deze commissie te benoemen de heren J.C.J. v. d. Leeuw, B. Noorland en C. Sonneveld [Delftsche Courant 19 maart 1936, blz. 3].
De heren G. Sonneveld en A.E. v. d. Burg zijn op 20 maart 1936 12 jaar wethouder van de gemeente Pijnacker. Dit is wel een zeer opmerkelijk jubileum en toont duidelijk aan, hoe 'n groot vertrouwen men in het bestuursbeleid van voornoemde heren stelt! Wij wensen hen toe, dat zij nóg 12 jaar zitting mogen nemen in het College van B&W en in goede gezondheid hun volle kracht kunnen blijven geven voor het welzijn van de gemeente  [Delftsche Courant 20 maart 1936, blz. 12] 
Op 20 maart 1936 wordt bericht dat de Burgemeester de raad zal voorstellen het terrein, gelegen tussen de Stationsstraat, de Kerkweg, de Oostlaan en de Haven de naam te geven van Emmapark, ter herinnering aan wijlen H.M. de Koningin-Moeder en tevens in aansluiting met de Emmastraat. Hiervan zij uitgezonderd het straatje, lopende van de Kerkweg tot aan het stempellokaal; dit zou in verband met de nabijheid van de Gereformeerde kerk Kerkstraat kunnen heten. In het Emmapark zal een doorlopende nummering zijn, die ook voor de geprojecteerde zijlanen geldt. Bij een mogelijke doorbraak aan de Oostlaan ter verbinding van de Emmabuurt en het Emmapark met het achter de R.K. kerk gelegen deel van het grote uitbreidingsplan, zou de naam St. Andrieslaan, naar het wapen van Pijnacker, kunnen worden gereserveerd. Voorts komt het gewenst voor, bekende Pijnackerse familienamen voor nog genoemde straten te bezigen. De burgemeester stelt daarom voor, de zgn. Spoorsingel, thans nog onjuist Oostlaan geheeten, van de overweg af, via het geprojecteerde gedeelte tot aan de Noordweg te dopen Burgemeester Hesselt van Dinterlaan, in verband met de omstandigheid, dat gedurende 80 jaren twee burgemeesters van die naam de gemeente Pijnacker hebben bestuurd. De tweede zijstraat van de Kerkweg zou Cornelis Pijnakerusstraat genaamd moeten worden, naar de te Pijnacker geboren rechtsgeleerde van dien naam, geboren 6 juli 1570, overleden te Franeker in 1645, hoogleraar te Leiden, Groningen en Franeker, gezant van de Republiek der Verenigde Nederlanden te Algiers en Tunis. De tweede zijstraat van de Emmastraat zou naar de te Pijnnacker geboren dichter uit het laatste van de 17e eeuw moeten worden genoemd. De Post van der Burgstraat te Delfgauw kan als zodanig officieel worden erkend, terwijl voor de overkant van de Delfgauwseweg naar Delft de naam Adam Pijnackerkade (1621-1673 landschapsschilder, geboren te Pijnacker) kan worden bestemd [Delftsche Courant 20 maart 1936, blz. 12] Over het persoonlijke voorstel van de burgemeester inzake straatnamen ontspint zich in de Raad een hele discussie. Daar in dit voorstel maar één naam van de Koninklijke Familie voorkomt, vindt de heer Lalleman, dat de koninklijke familie er maar „bekaaid" afkomt! Spreker verklaart dat de burgemeester zich op een gevaarlijk terrein begeeft, met het noemen van nieuwe straten naar bekende Pijnackerse families; spreker heeft reeds gedroomd dat er ook een straat naar hem genoemd zou worden. De nieuwe „Cornelis Pijnakerusstraat" kan spreker bijna niet goed uitspreken en hij vermoedt dan ook, dat zijn mededorpelingen dit ook niet zullen kunnen; dit bezwaar zou volgens hem alleen maar ondervangen kunnen worden, door een speciale cursus in het leven te roepen voor de juiste uitspraak van deze eigenaardige naam! De heer Huisman vindt het hele plan van de burgemeester een weinig voorbarig. Verschillende andere raadsleden opperen eveneens bezwaren tegen de nieuwe namen. Tenslotte trekt de burgemeester zijn voorstel in [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10].. 
Onder voorzitterschap van de burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, kwam de raad van deze gemeente maandagmiddag 23 maart 1936 in openbare vergadering bijeen; afwezig met kennisgeving was het raadslid C. Sonneveld. Nadat de voorzitter de vergadering met voorlezing van het formuliergebed heeft geopend, worden de notulen onveranderd goedgekeurd. De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen, behalve de ontslagaanvraag van de heer C. de Nooijer [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]. 
B&W stellen op 23 maart 1936 de Raad voor een raadhuiscommissie te benoemen, bestaande uit de heren J.C.J. v. d. Leeuw, B. Noorland en C. Sonneveld. Met grote meerderheid van stemmen wordt deze commissie door de raad benoemd [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]. 
Zonder hoofdelijke stemming worden op 23 maart 1936 verder nog aangenomen het voorstel tot machtiging van B&W om pensioengrondslagen vast te stellen; het voorstel tot machtiging verhuur woningen en het voorstel pensioengrondslag veldwachter P. v. Loon [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]
Onder voorzitterschap van burgemeester mr. dr. P. W. G. van den Helm kwam de Raad van deze gemeente op vrijdagmiddag 17 april 1936 in openbare vergadering bijeen; aanwezig alle raadsleden. De voorzitter opent de vergadering met voorlezing van het formuliergebed, waarna besloten wordt de notulen van de vorige raadsvergadering ter vaststelling tot de volgende vergadering aan te houden. De voorzitter zet vervolgens uiteen, dat gedurende de eerste maanden de kasmiddelen voldoende zijn voor de bouw van de ambtswoning, etc. De Bank van Nederlandse Gemeenten heeft echter reeds een lening toegezegd [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. Aanvulling op de notulen [Delftsche Courant 22 april 1936, blz. 8]
De raad vergadert op 17 april 1936. Aan de orde is het voorstel tot gunning van de bouw van de ambtswoning. Het college stelt de Raad voor de bouw te gunnen aan de laagste inschrijvers: perceel A, metselwerk: L. Krapels ƒ 5428 (begroot op ƒ5549,50); perceel B, timmerwerken en ijzerwerken: L. Krapels ƒ 5697 (begroot ƒ 5607); perceel C, lood- en zinkwerken: B. Reesink ƒ1215 (begroot ƒ1204); glas- en verfwerk: gebr. van Aalst ƒ 963 (begroot ƒ 1250). Voor de elektrische installatie heeft de firma Kemp ingeschreven voor ƒ 329.50 begroot op ƒ 320. De heer C. Sonneveld vraagt of de heer De Graaf ook een offerte mag maken voor de warmwaterinstallatie. De burgemeester zegt zulks toe. De heer Noorland vindt, dat men bij de grotere firma's een betere garantie heeft dan bij de kleinere. De voorzitter wijst er dan ook op, dat de architect liever een grote firma het werk opdraagt. De heer Lindeman: ik wist niet eens, dat we een architect hadden! (hilariteit). De heer Noorland zegt te hebben vernomen, dat de inschrijver Krapels slechts een stroman is van een Delftse firma. De voorzitter is hier niets van bekend. Het voorstel van B&W wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De straataanleg wordt eveneens gegund aan de laagste inschrijver, de heer A. Bijsterveld, ƒ5968 (raming ƒ6347). [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Met ingang van dinsdag 28 april 1936 zal de gemeentelijke ophaaldienst ook het vuil ophalen in de Katwijksche buurt [Delftsche Courant 21 april 1936, blz. 8]
Op 23 april 1936 wordt bericht dat het gemeentebestuur van Pijnacker heeft enige grote lichtsterke waarschuwingslampen aangeschaft, die thans in gebruik zijn genomen door de gemeentepolitie. Deze nieuwe uitrustingsstukken van de politie zullen ongetwijfeld van zeer veel nut zijn op de grote verkeerswegen die langs en door de gemeente Pijnacker gaan. Vooral de talrijke automobilisten zullen deze nieuwe lantarens zeer op prijs weten te stellen. Deze waarschuwingslampen -de zgn. Kleine Vuurtoren (deze naam is eigenlijk al welsprekend genoeg)- zijn van een zeer bijzondere constructie; het rode seinlicht gaat automatisch aan en uit en zal zeer zeker meer de aandacht van de weggebruikers trekken, dan een stationair licht dit zou doen [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]. 
Op 23 april 1936 wordt bericht dat de burgemeester te spreken zal zijn op dinsdag en donderdag van 11.00 uur 's morgens tot 12.30 uur 's middags ten raadhuize aan de Oostlaan [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]. 
Burgemeester en Wethouders van Pijnacker brengen op 25 april 1936  ter kennis van iedere ingezetene die gebruik maakt van de ophaaldienst van vuil en vuilnis, dat het voor een goed functioneren van een reinigingsdienst nodig is, dat de ingezetenen zich nauwkeurig houden aan de navolgende bepalingen: 1. Het vuil moet worden aangeboden in behoorlijk gesloten bakken; 2. De vuilnisbakken mogen niet eerder dan een uur voordat de ophaaldienst zal langskomen worden buiten gezet en moeten binnen een half uur nadat het vuil is opgehaald weer worden binnengehaald. 3. Bij grote hoeveelheden vuil zal men dit over enige keren moeten verdelen, daar anders de ophaaldienst opeens te zwaar belast wordt. 4. Er wordt uitsluitend huisvuil opgehaald (dus geen tuinafval of bedrijfsafval). 5. De bakken moeten van een zodanige samenstelling zijn, dat deze door een volwassen persoon, ook al zijn ze met vuilnis gevuld, hanteerbaar zijn [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 7]
Op 25 april 1936 wordt gemeld dat  voor de bouw van de nieuwe ambtswoning van de burgemeester en de daarbij behorende straataanleg, voorlopig de kasgelden nog voldoende zijn. De Bank van Nederlandse Gemeenten is na afloop van deze tijd bereid een lening aan de gemeente Pijnacker te verstrekken [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 7]
In 1936 wordt door de gemeente met Paulus van der Elst een overeenkomst gesloten over het ophalen van vuil en vuilnis in de gemeente Pijnacker.
Op 11 mei 1936 wordt gemeld dat Mr. J.J.A. Groeneveld, thans volontair ter secretarie, afdeling steunverlening in Pijnacker, is benoemd tot controleur van sociale zaken te Hoorn. Een ingangsdatum zal nader worden bepaald [Delftsche courant 11 mei 1936, blz. 6]. 
Op 12 mei 1936 wordt bericht dat door een comité bestaande uit enige vooraanstaande personen uit Delfgauw gisteravond een eenvoudige huldiging plaatsvond van de scheidende politiebeambte, de heer E. Sikkema, die overgeplaatst is van Delfgauw naar Pijnacker. De heer De Zeeuw heette de aanwezigen hartelijk welkom en richtte zich hierna tot de heer Sikkema. Spreker bracht hulde aan de eenvoudige politieman, die altijd rustig en nauwgezet zijn dienst had gedaan. De heer De Zeeuw wees erop, dat veldwachter Sikkema vele vrienden had, doch ook vele vijanden en dat dit laatste erop wees, dat hij steeds in het belang van de bevolking werkzaam was geweest en het kwaad gestraft had. Namens de burgerij bood spreker de gemeenteveldwachter een fraai groot bord van Delfts blauw aan, met het jaartal 1936. De heer Sikkema dankte ontroerd voor de hem bewezen hulde en verklaarde, dat het hem goed deed te bemerken, dat hij zoveel vrienden in Delfgauw had. Hij betreurde het oprecht, dat hij Delfgauw thans reeds moest verlaten, maar kon dit -wat de orde en veiligheid betrof- met een gerust hart doen, daar thans Delfgauw van vele ongure elementen gezuiverd was. De heer Sikkema verklaarde, dat een deel van de hulde op zijn chef, de burgemeester moest worden teruggebracht. Als laatste spreker voerde de burgemeester van Pijnacker het woord. Spreker sprak zijn voldoening uit over het feit, dat zijn veldwachter zoveel vrienden bleek te hebben gemaakt, daar dit wees op een juist optreden van de politiebeambte. Mr. dr. van den Helm wilde de aanwezigen er echter nog even op wijzen dat veldwachter Sikkema „geen geit aan een touwtje was", maar dat hij ongetwijfeld nog vaak de ronde in Delfgauw zou maken. Spreker hoopte, dat de opvolger van de heer Sikkema even nauwgezet zijn dienst zou doen en vol plichtsbetrachting zou zijn. De burgemeester eindigde met de wens uit te spreken, dat de heer Sikkema en zijn gezin in Pijnacker een gelukkige tijd zouden tegemoet gaan [Delftsche Courant 12 mei 1936, blz. 3].
Op 13 mei 1936 wordt bericht dat bij Raadsbesluit van 15 april 1935 werd krachtens art. 36 sub 4 van de Woningwet bepaald, dat er voor de beide kommen van de gemeente uitbreidingsplannen in voorbereiding waren. Voor een gedeelte hiervan, namelijk het oostelijk deel van het land Blad, is intussen reeds bij een raadsbesluit d.d. 6 januari 1936 een partieel uitbreidingsplan vastgesteld. Tegen de beide ontwerpen, zoals die van 14 april t/m 11 mei 1935 ter visie hebben gelegen, is slechts één bezwaar ingebracht, namelijk door de heer G. v. d. Burg te Delfgauw. Het college van B&W  stelt de Raad van de gemeente nu voor over dit bezwaarschrift afwijzend te beschikken en overeenkomstig de kaarten de uitbreidingsplannen voor de beide kommen van de gemeente en wel voor het dorp Pijnacker en voor het dorp Delfgauw vast te stellen, met uitzondering van het terrein, begrensd door: de Oostlaanvaart, door de percelen beoosten de Kerkweg, door de percelen benoorden de Stationsstraat en door de z.gn. Haven, waarvoor reeds op 6 januari 1936 een uitbreidingsplan is vastgesteld  [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. 
Vrijdag 15 mei 1936 om 15.00 uur zal de Raad van deze gemeente in openbare zitting bijeenkomen. De agenda vermeldt o.a.: Vaststelling uitbreidingsplan; overname Post v. d. Burgstraat in eigendom der gemeente; gunning centrale verwarming van de ambtswoning; wijziging algemene politieverordening; inrichting speelterrein; gunning materialen straataanleg in het Land Blad; vaststelling geheel nieuwe bouwverordening [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. 
Op 15 mei 1936 kwam om 14.00 uur de raad van deze gemeente onder voorzitterschap van de burgemeester, Mr. Dr. van den Helm, in openbare vergadering bijeen. Het raadslid C. Sonneveld was met kennisgeving afwezig. De voorzitter opent de vergadering met voorlezing van het formuliergebed, waarna de notulen ongewijzigd worden goedgekeurd. De heer J. v. d. Leeuw wijdt hierna enige gevoelvolle woorden aan de nagedachtenis van de overleden burgemeester, wijlen jhr. Hesselt van Dinter. Spreker roemt de overledene zowel als mens als in zijn functie van hoogste gemeente-magistraat. Ter ere van de nagedachtenis van wijlen burgemeester Hesselt van Dinter verheffen de raadsleden zich enige ogenblikken van hun zetels. De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen, behoudens een verzoek tot belastingvermindering waarop de raad op voorstel van B&W afwijzend beschikt. De centrale verwarming in de ambtswoning van de burgemeester wordt gegund aan de laagste inschrijver (ƒ 1.300.72; raming ƒ 1750.-); de leverantie voor de materialen voor de straataanleg wordt gegund aan de firma A. de Boo uit Delft, laagste inschrijver met ƒ 1989.60. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad aan het college van B&W een krediet te verlenen voor de inrichting van het nieuwe speelterrein. Na een geheime raadszitting van tien minuten wordt besloten, wegens de ziekte van de gemeenteopzichter, in diens plaats een persoon aan te stellen, voorlopig voor acht maanden op een salaris van ƒ 100.- Verder wordt aan B&W vergunning verleend voor het openstellen van een inschrijving voor het dempen van de sloot langs de Stationsstraat en de verkoop van een gedeelte (land Blad) tegen ƒ 2.75 per vierkante meter. Straatnamen: Land Blad zal de naam krijgen van Emmapark (voorgesteld door de burgemeester); Vanaf de heer Voogd tot het Noordeinde: Hesselt van Dinterlaan, de zijstraten van de Emmastraat Van Brachtstraat en 2) Emmadwarsstraat. In Delfgauw zal de naam Post v. d. Burgstraat gehandhaafd blijven [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7]. 
Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Betreffende het voorstel tot aanvulling van de Algemene Politieverordening merkt de heer Lalleman op, dat men niet over „behoorlijke" badkleding kan spreken, zonder dit behoorlijk duidelijk te omschrijven; tevens zal, wat thans onbehoorlijk wordt gevonden, wellicht over twee jaar heel behoorlijk worden gevonden [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7].. 
Tot tijdelijk gemeente-opzichter is met ingang van maandag 25 mei 1936 benoemd Ir. W. Zuurmond uit Den Haag [Delftsche Courant 23 mei 1936, blz. 6]. 
De toren van de N.H. Kerk is eigendom van de gemeente. De toren is uit de 13e eeuw en meet 43 meter hoog. In tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten heeft ir. Onnes, in opdracht van Rijksmonumentenzorg, een nauwgezet onderzoek ingesteld. De scheve positie van de oude toren is de laatste jaren snel erger geworden. In het jaar 1898 toonden opmetingen aan, dat de toren 1.18 meter uit het lood stond. Deze metingen werden in 1932 herhaald en toen bleek dat de toren 1.30 meter helde; dit betekent dus een toeneming van 12 cm in 34 jaar. Thans tonen de metingen een wijking van 1.33 meter aan, hetgeen dus duidt op een toeneming in steeds sneller tempo. In 4 jaar is de toren immers 3 cm schever gezakt; bij een handhaving van dit tempo zou de toren in 1970 1.585 uit het lood staan. Het onderzoek naar de toestand van de toren wordt met kracht voortgezet. Tot nu toe kon nog niet worden vastgesteld of algehele restauratie voldoende een verder overhellen van de toren in de toekomst zal kunnen verhinderen. Onder leiding van architect Onnes worden thans de proefboringen voortgezet. Op een diepte van plm. 18 meter wordt nog steeds klei opgehaald, hoewel men bij een dergelijke diepte reeds zandgrond zou hebben verwacht. De boringen zullen worden voortgezet tot de zandplaat is bereikt, waarna berekend kan worden, welke maatregelen genomen dienen te worden. om verdere verzakking van de eeuwenoude toren tegen te gaan en op welke wijze de verdere restauratie ter hand genomen kan worden. 
De gemeenteraad van deze gemeente komt dinsdagavond 30 juni 1936 om 19.00 uur ten gemeentehuize in openbare vergadering bijeen. Bij de gemeenteraad is ingediend een voorstel tot verkoop van een bouwterrein in het Emmapark. B&W stellen de raad voor een bedrag van f 600,- te voteren voor de aanschaffing van een vrachtauto, te bestemmen voor verschillende gemeentediensten.  De Chevrolet vrachtauto die de gemeente sedert 1926 in gebruik heeft, is in zo'n deplorabele toestand geraakt, dat het vehikel buiten gebruik moest worden gesteld. Door B&W is overwogen of tot algehele afschaffing moest worden overgegaan, doch zij zijn tot de conclusie gekomen dat de gemeente niet zonder vrachtauto kan. Voor het vervoer van allerlei materialen is voortdurend een voertuig nodig. De brandspuit moet door middel van een vrachtauto worden vervoerd. Overigens bestaan er vele mogelijkheden om een vrachtauto te benutten. Wanneer tot afschaffing wordt overgegaan zal gebruikgemaakt moeten worden van de ter plaatse gevestigde expediteurs, die veelal niet zo vlug hun diensten kunnen aanbieden als het eigen personeel met een eigen auto. Daarbij komt dat de gemeente geen motorrijtuigenbelasting hoeft te betalen en daardoor in zekere zin een voorsprong heeft boven iedere vervoersondernemer. Het komt B&W niet noodzakelijk voor een nieuwe vrachtauto aan te schaffen. Daarvoor bestaat niet voldoende emplooi voor de vrachtwagen. De wagen wordt matig gebruikt en daarom is aanschaf van een gebruikte, doch nog in goede staat verkerende vrachtauto voldoende. B&W geven de voorkeur aan een wagen van het fabrikaat Ford, type 4-cilinder. Er is hier ter plaatse een Ford dealer, die bereid is in zekere zin garant te zijn bij aankoop van een gebruikte automobiel. Een bedrag van ongeveer ƒ 600,- wordt voldoende geacht. B&W stellen voor het nodige krediet hiervoor toe te staan.  [Delftsche Courant 27 juni 1936, blz. 8]. 
Dinsdagavond 30 juni 1936 kwam de gemeenteraad van Pijnacker in een openbare vergadering bijeen. De voorzitter, mr. dr. P. H. W. G. van den Helm, opende de vergadering en heette iedereen welkom. Een tiental ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Besloten werd nog, over te gaan tot verkoop van een perceel grond en wijziging van het uitbreidingsplan, met betrekking tot het bouwen van het nieuwe raadhuis. De aankoop van een vrachtauto wordt aangehouden, terwijl verlening van subsidie aan twee scholen benevens enige verbeteringen mede onder de hamer door gaan. Daar de rondvraag niets bijzonders oplevert sluit de voorzitter de openbare vergadering, om in besloten zitting over te gaan [Delftsche Courant 2 juli 1936, blz. 8].

De gemeenteraad van Pijnacker kwam maandagavond 27 juli 1936 in een openbare vergadering bijeen. Om ruim 19.00 uur opende de burgemeester een voltallige raad met het formuliergebed. De notulen werden met enige bemerking vastgesteld, waarna de ingekomen stukken voor kennisgeving werden aangenomen. Aan de orde was subsidieverlening aan het Comité van Tien, als exploitant van de zweminrichting. Langdurige bespreking over de toekenning van het voorgestelde bedrag aan de Zwem en poloclub, die in wezen de propagandiste is van de zwemsport. In verband met het vergevorderd seizoen wordt dit jaar de bijdrage bepaald op ƒ50.-, welk bedrag, ruggespraak houdend met het comité en met inachtneming van nader te bepalen voorwaarden wordt toegekend. Acte van tegenstand getekend door de heren van  Winden en v. d. Burg. De vrachtautokwestie wordt onderwerp van zeer uitvoerige en uiteenlopende discussie. Het voorstel van B&W tot aanschaffing van een andere gebruikte automobiel wordt verworpen met 3 stemmen voor. Besloten wordt de bestaande auto te handhaven, onder aantekening van de verrichte werkzaamheden buiten diensten als tractor voor de brandspuit. Aangenomen wordt het voorstel tot subsidie ad ƒ 188.- tot voorziening in de kosten voor extra (B) steun aan werklozen. De voorzitter deelt nog mede, dat publieke aanbesteding zal worden gehouden voor bestrating, riolering van de Kerkweg en verbetering van het houten hulpbruggetje. De wethouder Sonneveld doet mededeling omtrent demping van de tochtsloot aan de Stationsstraat. B&W worden gemachtigd hier naar goeddunken te handelen. De heren v. d. Vaart, Huisman en v. d. Burg worden benoemd in een commissie voor ambtenarenzaken. De rondvraag levert nog enkele zaken op van ondergeschikt belang. Hierna gaat de raad over tot een geheime zitting [Delftsche Courant 28 juli 1936, blz. 8] 
De Raad der gemeente Pijnacker komt op donderdag 13 augustus 1936, om 19.00 uur ten gemeentehuize in vergadering bijeen ter mededeling van ingekomen stukken en ter behandeling van de navolgende agenda: 1. Voorstel tot benoeming van den heer J.P. Lalleman in de Commissie voor ambtenarenzaken. In de vorige raadsvergadering is tot lid van de Commissie voor Ambtenarenzaken benoemd, de heer E. Huysman. Van den heer Huysman is bericht ontvangen, dat hij deze benoeming niet aanneemt. B&W stellen daarom voor in deze vacature te benoemen, de heer J.P. Lalleman. Zij delen nog mee, dat in deze commissie reeds zitting hebben de heren F. P. J. van der Burg en C.M. van der Vaart. 2. Voorstel tot goedkeuring van de rekening over 1935 van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, 3. Voorstel tot wijziging van de begroting 1936 van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. 4. Voorstel tot wijziging van  de gemeentebegroting 1936. 5. Voorstel tot verhuring van de voormalige ambtswoning en het treffen van enkele tijdelijke voorzieningen in het Raadhuis. Inzake dit voorstel verwijzen B&W naar het rapport van de burgemeester betreffende het Raadhuisvraagstuk dat enkele dagen geleden werd toegezonden. B&W nemen de daarin onder F genoemde „tijdelijke voorzieningen" over als een voorstel van het college en stellen voor aldus te besluiten. 6. Voorstel tot vaststelling van het kohier van de hondenbelasting 1936. 7. Voorstel tot het verlenen van een vergoeding aan de tijdelijke gemeente-opzichter voor kantoorhuur. In de raadsvergadering van 15 mei 1936 werd bepaald, dat de tijdelijke gemeenteopzichter een vergoeding zou ontvangen van ƒ 100,- per maand. B&W hebben voor een goede uitvoering van de dienst de tijdelijk gemeente-opzichter verplicht in deze gemeente een lokaliteit te huren, waar hij spreekuur kan houden en zijn diverse andere werkzaamheden, die binnenshuis moeten geschieden, zal kunnen verrichten. De tijdelijk gemeente-opzichter heeft thans de beschikking over de voorkamer van het perceel Noordweg 4, waar hij ƒ 15,- per maand voor moet betalen. B&W achten het billijk, dat de gemeente deze huur aan de gemeente-opzichter vergoedt. Van de gemeente-opzichter Tetteroo is een aanvraag ontvangen, om zijn ziekteverlof (verleend tot 15 augustus 1936) nog met drie maanden te willen verlengen. In verband daarmee stellen B&W voor aan de tijdelijk gemeente-opzichter een vergoeding te verlenen van ƒ 15,- per maand voor kantoorhuur. Het toegestane krediet van ƒ 600,- voor de vervanging van de heer Tetteroo, wordt daardoor verhoogd met 6 x  ƒ 15,- = ƒ 90,-.8. Voorstel tot vaststelling van algemene voorwaarden bij de verkoop van bouwterrein [Delftsche Courant 10 augustus 1936, blz. 8]. 
Dinsdagavond 25 augustus 1936 kwam de raad van Pijnacker in een openbare vergadering bijeen. Voor een voltallige raad opende om 19.30 uur precies de locoburgemeester Sonneveld op gebruikelijke wijze de vergadering. De onbelangrijke agenda vermeldde het voorstel tot verkoop van percelen grond van het land Blad. Zoals één van de raadsleden terecht opmerkte, was het houden van deze vergadering eigenlijk overbodig, daar B&W reeds gemachtigd was in een vorige vergadering om tot verkoop te besluiten. Desalniettemin leverde het agendapunt een uitgebreide discussie op. Het optierecht maakte een belangrijk onderwerp van bespreking uit. Na veel heen en weer gepraat werd besloten het voorstel van B&W, de percelen te verkopen tegen ƒ 5,- per vierkante meter, en met optierecht ad ƒ 5,50, te aanvaarden. De rondvraag leverde geen onderwerpen van belang op, dus sloot de voorzitter de vergadering [Delftsche Courant 26 augustus 1936, blz. 7]
Op 14 september 1936 wordt gemeld dat de burgemeester van Pijnacker zijn ambtsbezigheden heeft hervat  [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. 
De gemeenteraad komt vrijdagavond 6 oktober 1936 om 19.00 uur ten gemeentehuize in openbare vergadering bijeen. Vóór het behandelen van de agenda, herdacht de voorzitter de blijde viering van het verlovingsfeest van H.K.H. Prinses Juliana, waarna hij enige woorden van herdenking wijdde aan het overlijden van de gemeente-opzichter, de heer Tetteroo, die tot volledige tevredenheid en waardering van het gemeentebestuur zijn plicht gedurende tal van jaren vervulde. 1. De gemeente-ontvanger heeft eervol ontslag uit deze functie gevraagd. B&W stellen voor dit ontslag eervol te verlenen. Verleend. Na een artikelsgewijze behandeling werd, nadat enige wijzigingen waren aangebracht, de instructie voor de gemeente-ontvanger vastgesteld. B&W stellen de raad bovendien voor de door de gemeente-ontvanger te stellen zekerheid te bepalen op ƒ 10.000,-.[Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 9]2. Door J.W. Westerhof, Stationsstraat 59, is een aanvraag ingediend om te kopen een gedeelte van het bouwterrein aan de Stationsstraat tussen het gebouw van het Groene Kruis en het huis van de heer v. d. Salm. B&W stellen voor het gevraagde perceel bouwgrond te verkopen tegen een prijs van ƒ 5,- per m² [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 9]3. B&W stellen de raad voor recht van uitweg te verlenen aan de heer H. Lammers, Vlielandseweg 41. De heer Noorland had ernstige bezwaren tegen het voorstel van B&W om aan de heer Lammers recht van uitpad te verlenen, daar dan geregeld zeer zware tractoren over de weg vervoerd zullen worden. Rioolbuizen, gasleidingen e.d. zullen weldra schade lijden, die met ƒ 10,- vergoeding niet hersteld kan worden. Spreker had geen bezwaar tegen een uitpad, maar wel tegen een te zwaar verkeer. Dit was voor de heer Huisman aanleiding voor te stellen dat op deze weg een bord geplaatst moet worden, waarbij een verkeer, zwaarder dan drie ton, verboden wordt. B&W. trokken het voorstel terug en zullen het in de volgende vergadering gewijzigd aan de orde stellen [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 5]4. B&W stellen de raad voor een tweetal geldleningen aan te gaan, tezamen groot ƒ 148.000,-, pariekoers, rente 4½%.5. Bij de gemeenteraad is van B&W een verzoek ingekomen voor een krediet te verlenen aan het Gasbedrijf ten behoeve van de aanschaf van doorstroomapparaten. 6. B&W stellen de raad voor een voorlopig krediet van f 150 te verlenen ten behoeve van de eventuele restauratie van de gemeentetoren. Verleend.7. B&W stellen de raad voor de verzoeken van een drietal bijzondere schoolbesturen in te willigen om uitkering van de afkoopsom, bedoeld in art. 205 der L.O.-wet 1920. Nadat meerdere leden de voordelen, die uit deze nieuwe regeling voortsproten, hadden aangetoond, werd het voorstel van B&W aanvaard.8. B&W verzoeken de gemeenteraad een voorlopig krediet beschikbaar te stellen ten behoeve van een elektriciteitsaangelegenheid. 9. Ook hier ter plaatse worden maatregelen genomen inzake de luchtbescherming. B&W stellen thans voor een krediet van f 250 te verlenen ten behoeve van een luchtbeschermingsdienst. Verleend.10. Bij de gemeenteraad is van B&W een voorstel ingekomen tot verlening van een bijdrage aan het bestuur van de Vereniging voor Middelbaar Onderwijs, Handelsonderwijs en Voorbereidend Hoger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Rotterdam wegens het bezoeken van haar Chr. H.B.S. „Henegouwerplein" door J.W. Prins, een leerling uit Pijnacker.  De gemeente is niet verplicht deze subsidie te verstrekken, doch B&W stellen op billijkheidsgronden voor op het verzoek gunstig te beschikken in die zin, dat per jaar en per leerling hoogstens ƒ 25,— zal worden verleend, tenzij uit de exploitatierekening mocht blijken, dat met een minder bedrag kan worden volstaan. [Delftsche Courant 7 oktober 1936, blz. 1; Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 5].
Op 10 oktober 1936 wordt bericht dat een architect van Rijksmonumentenzorg, ir. Onnes, deze week een bezoek aan Pijnacker heeft gebracht, teneinde aldaar de toestand van de scheve toren der kerk in ogenschouw te nemen. De onderbouw van de toren -die zich onder de grond bevindt- vertoont bijna geen tekenen van verval en is bijna nog geheel intact. Zelfs scheuren zijn niet waar te nemen. Er bestaat dan ook kans dat de toren behouden kan worden, hoewel de kosten van restauratie vrij hoog zullen zijn. De toren helt namelijk bijna één meter over en slechts een algehele restauratie zal in staat zijn het dreigend gevaar voor doorbreken van de toren te keren. Over de toestand van de toren zal aan Rijksmonumentenzorg een uitvoerig rapport worden uitgebracht. Bij het onderzoek was namens het gemeentebestuur burgemeester mr. dr. P.H.W.C. van den Helm aanwezig [Haagsche Courant 10 oktober 1936,  blz. 13]. 
Op 15 oktober 1936 wordt gemeld dat in verband met de vacature „gemeenteontvanger", die is ontstaan door ontslagname van de heer de Gidts,  de raad een openbare vergadering heeft gehouden. De voordracht van B&W luidde: 1. Jhr. J. E. Hesselt van Dinter, ambtenaar ter secretarie, 2. Adr. Huysman, 2e ambtenaar ter secretarie. De stemming wees uit, dat Jhr. J. E. Hesselt van Dinter met algemene stemmen gekozen was. Nadat de gekozene de zuiverings- en ambtseed had afgelegd, sprak de voorzitter een woord van felicitatie en hoopte dat de bestaande prettige samenwerking bestendigd zou blijven. In het kort schilderde spreker de taak van de ontvanger, die een officieel karakter draagt. De oud-ontvanger zal -zolang de gemeente geen kantoor heeft- zijn ruimte beschikbaar stellen. Na een kort woord van dank van Jhr. Hesselt van Dinter, werd de vergadering gesloten [Delftsche Courant 15 oktober 1936, blz. 8]. 
Op 4 november 1936 wordt gemeld dat voor de functie van tijdelijk ambtenaar ter secretarie zich 112 sollicitanten hebben aangemeld [Delftsche Courant 4 november 1936, blz. 8]
De gemeenteraad komt op vrijdag 10 november 1936 om 19.00 uur, ten gemeentehuize in openbare vergadering bijeenonder voorzitterschap van Mr. Dr. P. v. d. Helm. Na opening met gebed werd door de voorzitter mededeling gedaan van de ingekomen stukken, die voor kennisgeving werden aangenomen. 1. Over het al dan niet verlenen van het recht van uitpad aan de heer Lammers, ontspint zich enige discussie. Het college van B&W is van oordeel, dat geen recht van uitpad verleend kan worden, daar enige jaren geleden het toenmalige gemeentebestuur aan de firma Pauw en 't Hart de toezegging heeft gedaan dit recht niet te verlenen. 2. Het zekerheidsbedrag voor de gemeente-ontvanger wordt bepaald op ƒ 6000.—. 3-4. Het voorstel tot aanvulling van de veldwachtersverordening en het voorstel tot wijziging van de verordening, bepalende de uren waarop het bureau van den Burgerlijke Stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn, worden door de Raad zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5. De jaarwedde van de nieuwe gemeente-opzichter zal ƒ 1900-ƒ 2300 bedragen met een tweejaarlijkse periodieke verhoging van ƒ 200.-. Bij het vaststellen van de jaarwedderegelingwenst de heer Lalleman de tweejaarlijkse salarisverhoging veranderd te zien in een eenjaarlijkse. Dit voorstel wordt gesteund door de heer v. d. Leeuw; in stemming gebracht wordt het voorstel door de vergadering verworpen (v. d. Leeuw en Lalleman voor). Na uitvoerige discussies worden verschillende artikelen van de nieuwe instructie voor de gemeente-opzichter gewijzigd. De instructie wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, evenals het voorstel tot wijziging van de begroting 1936. Bij de rondvraag klaagt de heer Noorland over de slechte straatverlichting. Evenals in meerdere dorpen heerst hier ook de gewoonte om bij volle maan de straatverlichting niet te ontsteken. Het komt vanzelfsprekend nogal eens voor dat de maan schuil gaat achter de wolken. Dat een dergelijke verlichting het verkeer ten zeerste belemmert is duidelijk en daarom zijn de klachten legio. De voorzitter zegt toe deze kwestie in de desbetreffende commissie te zullen behandelen. Hierna sluit de voorzitter de openbare vergadering en wordt overgegaan tot besloten zitting. 6. B&W stellen de raad voor om te besluiten tot verkoop van bouwterrein in het Emmapark.  De aanvrager Joosse uit Den Haag is bereid ƒ 4.— in plaats van ƒ 3.50 per m² te betalen, mits de straat in het Emmapark wordt doorgetrokken in de loop van het jaar 1937. De Raad besluit tot deze verkoop en willigt tevens in de aanvraag van de heer Oost, die 633 gemeentegrond wil kopen tegen ƒ 5.— per  + ƒ 200.—. Hierdoor vervalt het contract met de heer Bos en kan onmiddellijk met het bouwen begonnen worden. 7. B&W hebben bij de gemeenteraad een voorstel ingediend tot het benoemen van twee ambtenaren van de Burgerlijke Stand. In  de vergadering gaan stemmen op om de burgemeester en de gemeentesecretaris voortaan uitsluitend met het voltrekken van de huwelijken te belasten. Na stemming worden de volgende heren benoemd: de gemeentesecretaris J.M.M. Heijmerikx (11 stemmen), Jansen (11) en De Jong (10). B&W stellen voor om met ingang van 15 november 1936 eervol ontslag te verlenen aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand Jhr. J.F. Hesselt van Dinter. De heer D.J. Jansen is benoemd tot tijdelijk ambtenaar ter secretarie alhier. 8. Verschillende veilingschippers hebben geklaagd dat zij met hun schuit de Coöperatieve Groentenveiling „Pijnacker en Omstreken" niet meer kunnen bereiken. Er bestaan thans plannen dat de vaart zal worden uitgediept. Over de uitvoering in werkverschaffing worden onderhandelingen gevoerd. Bij de gemeenteraad is een voorstel van B&W ingekomen inzake het verlenen van een krediet ten behoeve van werkverschaffing in de polders. De bespreking van het voorstel brengt de gemoederen van de raadsleden danig in beroering. De heer Lalleman verklaart de noodzaak van de uitdieping van de vaarten niet in te zien, temeer daar zij aan de polderkeur voldoen. De heer van Winden is het echter niet met de vorige spreker eens en zet uiteen dat deze uitdieping in werkverschaffing een belangrijke bestrijding van de werkloosheid is. De heer Lalleman brengt dan naar voren, dat de vaarten aan de poldervoorschriften voldoen en toch niet goed blijken te zijn, gezien de klachten van de groentenschippers. ... de fout ligt dus bij de polderbesturen, aldus spreker. Een amendement van de heer Lalleman wordt in stemming gebracht, maar de stemmen staken, zodat het gehele voorstel tot de volgende vergadering wordt aangehouden. 9. De ijsclub „Voorwaarts" heeft thans de beschikking gekregen over een gunstig gelegen terrein achter de Pauwmolen. Er zullen ter plaatse enkele technische voorzieningen worden getroffen, opdat deze winter een goede ijsbaan gegarandeerd zal zijn. 10. Ten behoeve van de brandweer zullen in de Stationsstraat enkele brandkranen worden geplaatst. 11. In de Zuidpolder te Delfgauw werden drie stropers door de politie op heterdaad betrapt. Proces-verbaal werd opgemaakt. 12. Het Bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon te Pijnacker is thans niet meer gevestigd in het  raadhuis, doch bij de heer jhr. J. Hesselt van Dinter, Westlaan 34. Belanghebbenden worden verzocht aanvragen etc., uitsluitend aan dit nieuwe adres te richten [Delftsche Courant 11 november 1936, blz. 7; Delftsche Courant 14 november 1936, blz. 8]. In de openbare zitting van de gemeenteraad van 13 november 1936 werd door de voorzitter, mr. dr. P.H. W. G. van den Helm, meegedeeld, dat is besloten het verzoek van de heren Joosse en Bijsterveld in te willigen. Aan genoemde heren was bij raadsbesluit van augustus 1936 een stuk gemeentegrond aan het Emmapark verkocht. De heren Joosse en Bijsterveld hadden nu tot het gemeentebestuur het verzoek gericht dit raadsbesluit weer in te trekken [Delftsche Courant 16 november 1936, blz. 4]. In verband met zijn benoeming tot ge meente-ontvanger is aan den heer jhr. J Hesselt van Dinter eervol ontslag verleend als ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Tot ambtenaren van de Burgerlijke Stand in Pijnacker zijn thans benoemd de heren: J. M. M. Heijmerikx, gemeentesecretaris; De Jong en D. Jansen, beiden ambtenaar ter gemeentesecretarie. Nadat nog was medegedeeld, dat de bestaande commissie voor Ambtenarenzaken, waarvan de heer F. v. d. Burg en v. d. Vaart lid zijn, met één lid, de heer B. Noorland, was uitgebreid, sloot de voorzitter de vergadering. [Delftsche Courant 16 november 1936, blz. 4].
Op 17 november 1936 wordt bericht dat ten gemeentehuize de volgende door Gedeputeerde Staten goedgekeurde raadsbesluiten zijn ontvangen: de raadsbesluiten van 9 oktober 1936 tot het aangaan van een tweetal geldleningen; begrotingswijziging 1936 no. 6 en het raadsbesluit inzake den verhuur van strookjes grond aan de Zwanenkampen [Delftsche Courant 17 november 1936, blz. 8].
Op 21 november 1936 wordt gemeld dat binnenkort van het gemeentebestuur een oproep zal verschijnen voor sollicitanten naar de betrekking van gemeente-opzichter. Aan deze betrekking is een salaris verbonden van ƒ 1900—ƒ 2300 per jaar. [Delftsche Courant 21 november 1936, blz 8]. Op 23 november 1936 wordt gemeld dat het gemeentebestuur heeft bepaald, dat de nieuwe gemeente-opzichter in het bezit moet zijn van het diploma bouwkundig ingenieur van de T.H. te Delft of van het diploma voor bouwkunde van een erkende Nederlandse Middelbare Technische School. [Delftsche Courant 23 november 1936, blz. 2]
Op 23 november 1936 wordt gemeld dat de heer J.D.J. Jansen uit Roosendaal is benoemd tot ambtenaar ter gemeentesecretarie te Pijnacker [Dagblad van Noord-Brabant 23 november 1936, blz. 9] 
Op 25 november 1936 wordt gemeld dat de raadsbesluiten, genomen in de gemeenteraadsvergadering van 13 november 1936 betreffende de verkoop van gemeentegrond in het Emmapark door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd [Delftsche Courant 25 november 1936, blz. 8].
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat voor de functie van gemeente-opzichter te Pijnacker zeer veel animo blijkt te bestaan. Ten stadhuize zijn thans 179 schriftelijke sollicitaties binnengekomen. Aan deze betrekking is een jaarwedde van ƒ 1900,- tot f 2300,- verbonden [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
Op maandag 7 december 1936 zal een vergadering van de Commissie voor Ambtenarenzaken plaatsvinden. Deze commissie voor ambtenarenzaken bestaat uit de heren van der Vaart, F. v. d. Burg en Noorland [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
De Raad van deze gemeente zal op dinsdagavond 8 december 1936  om 19.00 uur ten raadhuize bijeenkomen in een openbare vergadering. De agenda vermeldt onder meer: benoeming begrotingscommissie; werkverschaffing in de polders. En vaststelling van de voorlopige gemeenterekening. De gewone dienst op de gemeente-rekening sluit met een batig saldo van ruim ƒ 13.000,-. De president van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage heeft de heren J.M.M. Heijmerikx, G. de Jong en D. Jansen beëdigd als ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Pijnacker. In de vergadering zal door het college van B&W een voorstel worden ingediend tot wijziging van de huidige verordening betreffende de hondenbelasting. Met het verouderde stelsel zal worden gebroken en de bedoeling is hondenpenningen in te voeren [Delftsche Courant 30 november 1936, blz. 7]. 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat de gemeenterekening over 1935 sluit met een batig saldo van ƒ 13.386,71 in de gewone dienst en ƒ 17.495,90 in de kapitaaldienst. B&W stellen de raad voor tot leden van de begrotingscommissie te benoemen de heren J.C.J. van der Leeuw, B. Noordland en C. Sonneveld. B&W delen voorts de raad mee, dat de met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten gesloten rekening-courantovereenkomst, krachtens welke tot een maximum van ƒ 31.000 kasgelden kunnen worden opgenomen voor buitengewone uitgaven, op 31 december 1936 afloopt. Met het oog op de nog in uitvoering zijnde en de in den loop van het volgend jaar uit te voeren werken tot het bouwrijp maken van het z.g. land „Blad", stellen B&W voor te besluiten met de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten opnieuw een rekening-courantovereenkomst aan te gaan tot een bedrag van ten hoogste ƒ 20.000 voor buitengewone uitgaven, zulks voor de duur van het werk in 1937. Op 4 december 1936 wordt gemeld dat het B&W gewenst voorkomt, dat de door de raad vastgestelde voorwaarden voor de verkoop van bouwterrein door de gemeente worden verscherpt. Onder meer is de boete op verzoek van Gedeputeerde Staten verhoogd tot ƒ 1.000. Het komt het college van B&W gewenst voor, dat de door de raad op 13 augustus 1936 vastgestelde Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van bouwterrein door de gemeente Pijnacker, worden verscherpt. Een gewijzigd artikel 12 wordt daarbij voorgesteld. Voorts is de boete, vermeld in artikel 13, op verzoek van Gedeputeerde Staten verhoogd tot ƒ 1000. [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2]. 
Op 7 december 1936 wordt gemeld dat door Gedeputeerde Staten de volgende raadsbesluiten zijn goedgekeurd: het raadsbesluit van 13 november inzake grondverkoop; raadsbesluit d.d. 30 augustus tot verhuur van terrein aan J. Z.; raadsbesluit begrotingswijziging 1936 no. 7; raadsbesluit 13 november tot vaststelling zekerheidsbedrag gemeente-ontvanger, de raadsbesluiten tot grondverkoop aan J. F. v. Oost en Th. Joosse. Gedeputeerde Staten hebben voor de tijd van zes maanden verdaagd de beslissing op het raadsbesluit ten aanzien van de vaststelling van de uitbreidingsplannen dorp Pijnacker en dorp Delfgauw [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8].
Op 7 december 1936 wordt gemeld dat bij de gemeenteraad een verzoek is ingekomen van A.W. Notenboom te Overgauw om in aanmerking te mogen komen voor de verzorging van de straatverlichting [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8]  
Op 7 december 1936 wordt gemeld dat in verband met het a.s. huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard B&W de Raad zullen voorstellen de post 242b, waarop momenteel nog ƒ 40,- staat, met ƒ 300,- te verhogen voor een traktatie voor de leerlingen van alle scholen en een bescheiden illuminatie  [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8]  
Op 8 december 1936 wordt gemeld dat het aantal inwoners van de gemeente Pijnacker zich de laatste jaren zeer sterk uitbreidt. Sinds januari van dit jaar is de bevolking alweer met 200 toegenomen: op 1 januari 1936 bedroeg het aantal inwoners 6521, tegen nu ruim 6700! Ongetwijfeld is de toename van het aantal ingezetenen voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de nieuwe richtlijnen die door het huidige gemeentebestuur worden gevolgd [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8] 
Dinsdagavond 8 december 1936 zal ten Raadhuize de overdracht plaatsvinden van een portret van de  oud-burgemeester van de gemeente Pijnacker, Jonkheer Hesselt van Dinter aan het gemeentebestuur. De overdracht zal geschieden door mevrouw de douairière Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8]. 
Gisteravond 8 december 1936 kwam de Raad van deze gemeente onder voorzitterschap van burgemeester Van den Helm in openbare vergadering ten Raadhuize bijeen; afwezig was het raadslid C. Sonneveld. Na opening met gebed werden de notulen ongewijzigd vastgesteld en de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. Het voorstel tot verlening van een krediet ten behoeve van de werkverschaffing in de polders is met 6 stemmen voor en 4 tegen, door de Raad aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming worden aangenomen de voorstellen Van B&W tot vaststelling van een verordening op de heffing en op de invordering van een hondenbelasting en tot wijziging van de Algemene Politieverordening. De voorzitter deelt mede, dat de heer C. Sonneveld niet in de Begrotingscommissie wenst gekozen te worden en stelt in zijn plaats voor de heer Bregman. Overeenkomstig het voorstel van B&W. wordt besloten. Bij de behandeling van het voorstel van B&W tot wijziging van no. 9 van de begroting 1936, merkte het raadslid Van Winden op dat de post leermiddelen is verhoogd, hij vraagt de reden hiervan. De voorzitter antwoordt hierop, dat een reorganisatie dringend noodzakelijk was, daar het leermateriaal onvoldoende en verouderd was. De post autokosten van de politie wordt door verschillende raadsleden te hoog gevonden. De burgemeester licht het voorstel inzake het verlenen van een recht van uitweg aan de heer Lammers toe. De heer L. stelt een stuk grond van 10 meter breed en 10 meter lang ter beschikking van de gemeente. Dit stuk zal dan tot publieke weg worden gemaakt en de auto's van de heer Lammers e.a. zullen hier kunnen keren. De heer Van Winden wil dat de heer L. een stuk grond van 20 meter aan de gemeente afstaat, daar dat dan pas tegen het recht van uitpad zou opwegen. De heer v. d. Leeuw merkt hierbij op: „Dan kan hij pas zijn draai krijgen!" (Hilariteit). Het voorstel wordt aangehouden. De voorstellen tot wijziging van de legesverordening en tot vaststelling van de algemene voorwaarden voor de verkoop van bouwterrein, worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het voorstel van B&W om het perceel Westlaan 22 te huren voor gemeentelijke doeleinden wordt door de Raad niet erg gunstig ontvangen. Wethouder Sonnevelt deelt mede, dat de eigenaar dit perceel wil verhuren voor ƒ 10 per week. Ook de schuur achter het huis zal dan op kosten van de eigenaar voor de doeleinden, door de gemeente aan te wijzen, geschikt gemaakt worden. Als voordeel voert de wethouder o.a. aan, dat de gemeente een gedeelte van dit perceel weer aan derden kan verhuren. De heer v. d. Leeuw kant zich ten zeerste tegen dit voorstel van het College en heeft zowel praktische als financiële bezwaren. De heer B. Noorland acht deze lokaliteit wel geschikt voor het bureau van de gemeente-ontvanger en dat van de gemeente-opzichter en juicht vooral de centralisatie toe. Voor raadsvergaderingen vindt spreker dit perceel echter ongeschikt. Verschillende andere raadsleden hebben eveneens bezwaren tegen dit voorstel, dat wordt aangehouden. Als laatste punt van de agenda wordt het voorstel van B&W tot het aangaan van een rekening-courantovereenkomst behandeld. Over de met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten gesloten rekening-courantovereenkomst wordt besloten tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst voor een bedrag van ten hoogste f 20.000 voor buitengewone uitgaven, zulks voor de duur van het werk in het jaar 1937. Het door de voorzitter toegevoegde agendapunt: voorstel tot vaststelling van het aanvullingskohier hondenbelasting, wordt door de Raad eveneens z.h.st. aangenomen. Na de rondvraag sluit de burgemeester de openbare vergadering en wordt overgegaan tot geheime zitting [Delftsche Courant 9 december 1936, blz. 4]
Onder grote belangstelling heeft op 8 december 1936 in het Raadhuis de aanbieding plaatsgevonden van een portret van de oud-burgemeester Jonkheer J. K. Hesselt van Dinter aan het gemeentebestuur van Pijnacker. De raadsleden waren voor deze korte plechtigheid om 6.45 uur 's avonds tezamen gekomen, onder voorzitterschap van mr. dr. P. H. W. G. van den Helm. Van de familie van de oud-burgemeester waren aanwezig mevrouw de douairière Hesselt van Dinter, Jonkheer J.E. Hesselt van Dinter en Jonkh. J. Hesselt van Dinter. Mevrouw de douairière Hesselt van Dinter werd in de gelegenheid gesteld om op het portret van wijlen haar echtgenoot aan te bieden en zei het een grote eer te vinden, dat dit portret een plaats in de raadszaal van de gemeente Pijnacker zou krijgen, waar haar echtgenoot zelf ruim 40 jaar de gemeenteraadsvergaderingen had geleid. Burgemeester mr. dr. P. H. W. G. van den Helm dankte de schenkster in gevoelvolle woorden voor het aangeboden portret en verklaarde uit naam van allen op dit geschenk grote prijs te stellen. Namens de gemeenteraadsleden voerde het oudste raadslid, de heer van Winden, het woord. Spreker memoreerde de uitstekende samenwerking die altijd had bestaan tussen de oud-burgemeester Hesselt van Dinter en de Raad. De heer B. Noorland dankte mevrouw de douairière eveneens voor het geschonken portret en noemde mevrouw Hesselt van Dinter de moeder van de gemeente Pijnacker. Nadat ook jonkheer Hesselt van Dinter nog het woord had gevoerd, was deze korte plechtigheid weer ten einde [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. 
Op 11 december 1936 wordt gemeld dat de laatste tijd veel wordt gesproken over de noodzaak van een nieuw raadhuis voor de gemeente Pijnacker. Deze toekomstplannen, hoe ook toe te juichen, schijnen het gemeentebestuur echter geheel het huidige raadhuis te doen vergeten. De zogenaamde wachtkamer beneden biedt geen zitgelegenheid en is, ondanks de hevige kou, totaal onverwarmd. Medelijden met de bezoekers voor de gemeentesecretaris, die men in dit vertrek laat wachten, is dan ook zeer zeker op zijn plaats [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. 
Op 8 december 1936 wordt gemeld dat aan de heer van Adrichem, die voor de gemeente een terrein voor storting van het gemeentevuil beschikbaar heeft gesteld, niet een vergoeding van ƒ 40,-, doch van ƒ 50,-  zal worden toegekend [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11].  
Op 14 december 1936 wordt gemeld dat als gevonden voorwerp is aangegeven een groot bruin dekkleed, vermoedelijk van een vrachtwagen afgevallen. Het dekkleed is ter gemeentesecretarie aan de Oostlaan terug te bekomen                                                                           Als volontair ter gemeentesecretarie aan de Oostlaan is thans te werk gesteld de heer J. J. Hoogenboom, woonachtig te 's-Gravenhage  [Delftsche Courant 14 december 1936, blz.10]. 
Op 21 december 1936 wordt gemeld dat het laat gereedkomen van de ontwerp-begroting zijn oorzaak vindt in het feit, dat de rekening van de gemeente over 1935 niet meer door de met ingang van 16 oktober 1936 eervol ontslagen gemeente-ontvanger is gereed gemaakt. Dit werk is ter gemeentesecretarie verricht en eerst op 26 november 1936 is de rekening aan het college van B&W aangeboden. Wanneer we de ontwerpbegroting 1937 vergelijken met de cijfers van 1936, dan zijn in hoofdzaak de volgende verschilpunten te constateren: Een ongunstige invloed op de dienst 1937 hadden de volgende factoren:1. De uitkering uit het gemeentefonds bedraagt, in verband met de daling van het garantiebedrag minder, globaal ƒ 1400,-; 2. De verschillende belastingopbrengsten moesten tezamen lager worden beraamd ƒ 6500,-;  3. de bijdragen voor het bezoeken van het gymnasium te Delft zijn hoger ƒ1500,-;  4. de subsidie voor Maatschappelijk Hulpbetoon is voor 1937 hoger ƒ 2500,-;  5. het geraamd nadelig saldo van het gasbedrijf is hoger ƒ 1300,-.   Dus totaal een nadelig verschil van ƒ 13.200,-. Daar tegenover staan de volgende voordelige verschilpunten: 1. het geraamd voordelig saldo van de dienst 1935 is hoger dan dat van 1934 ƒ 3000; 2. het jaarlijks voordeel na de afkoop ingevolge art. 205ter van de L.O.-wet 1920 in vergelijking met de oude vergoedingsbedragen is globaal ƒ 2800,—. Totaal ƒ 5800,—. Doordat verschillende posten van uitgaaf lager kunnen worden geraamd, b.v. de vergoeding van de kosten van instandhouding van bijzondere scholen en enkele inkomsten hoger zijn geraamd, is ten slotte een sluitende begroting verkregen, echter zonder dat, in tegenstelling met de begroting voor 1936 op welke ƒ 3000,- werd gereserveerd, een bedrag wordt uitgetrokken voor toevoeging aan de algemene reserve, maar ook zonder dat bedoelde reserve behoeft worden aangesproken. Slechts is beschikt over het bedrag van ƒ 1500,-, dat in 1936 in het bijzonder werd gereserveerd voor het opnieuw teren van de wegen in 1937. Het totaal van de geraamde inkomsten en uitgaven van de gewone dienst bedraagt ƒ 223.662,74. In de kapitaaldienst is opgenomen een raming van de kosten van het bouwrijp maken van het tweede gedeelte van het z.g. Land Blad (Emmapark). In verband met de mededeling van Gedeputeerde Staten bij schrijven van 23/26 juni 1936, dat voor deze gemeente de verhouding tussen schuldenlast en draagkracht zodanig is, dat bijzondere voorzichtigheid bij het doen van nieuwe kapitaalsuitgaven gebiedend noodzakelijk is en dat kapitaalsuitgaven, die niet ten volle als rendabel kunnen worden aangemerkt en niet strikt onvermijdelijk kunnen worden geacht, achterwege zullen moeten blijven, merkt het college van B&W. op, dat deze uitgaven van bouwrijp maken op zichzelf ten volle als rendabel zijn te beschouwen. De totale kapitaalinkomsten en -uitgaven bedragen ƒ 5905,91. De begroting van inkomsten en uitgaven voor den dienst van 1937 is thans met een uitvoerige memorie van toelichting verschenen. Het is voor de eerste maal dat de gemeente Pijnacker met een dergelijke uitgebreide begroting voor de dag komt. Aan deze 154 bladzijden tellende begroting is zeer veel werk geweest en een woord van lof voor de gemeentesecretaris en de betreffende ambtenaar is zeer zeker op zijn plaats [Delftsche Courant 21 december 1936, blz.7] . De gemeenterekening van het jaar 1935 sluit af met een batig saldo van ƒ 13.386.71, welk bedrag, in afwachting van de definitieve vaststelling van de rekening door Gedeputeerde Staten, wordt geraamd. Betreffende de uitkering uit het gemeentefonds werd in het jaar 1935 ƒ 34.590,69 en voor het jaar 1936 is dit geraamd op ƒ 32.570,32. De gemeenten ontvangen een bijdrage van 75 % van de jaarwedden van de burgemeester en de secretaris, tot een maximum van ƒ 3000. De huur van de ambtswoning van de burgemeester is bepaald op het bedrag van de rente plus ƒ 4000 tot een maximum van ƒ 850. Door Gedeputeerde Staten zal waarschijnlijk ƒ 540 van de jaarwedde van de burgemeester worden afgetrokken voor het gebruik van de ambtswoning. Volgens door Gedeputeerde Staten gegeven aanwijzingen behoort, wanneer in vorige jaren gedane kapitaaluitgaven nog niet definitief zijn gedekt, ten laste van de gewone dienst een afschrijving daarop door middel van een bijdrage aan de kapitaaldienst plaats te vinden tot een bedrag, dat wegens aflossing verschuldigd zou zijn, indien een geldlening daarvoor was gedaan. Voor de in 1936 gebouwde ambtswoning van de burgemeester is nog geen geldlening aangegaan. Dientengevolge is in de gemeentebegroting op dit volgnummer een bedrag van ƒ 500 uitgetrokken, in plaats van de, zo reeds een lening was gesloten, verplichte aflossing, terwijl op de post van onvoorziene uitgaven een bedrag van ƒ 850 is gereserveerd, dat wegens rente nodig zal zijn, zodra de geldlening wordt aangegaan. Het nadelige saldo van het Gasbedrijf, dat overgebracht moet worden naar de volgende dienst wordt thans geraamd op ƒ1.131,72. Het voordelig saldo in het vorige jaar wordt geraamd op ƒ 883,82. De ontvangsten en uitgaven van de Gemeentelijke Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon bedroegen het vorige jaar ƒ42.173,12 en worden thans geraamd op ƒ 10.000 [Delftsche Courant 21 december 1936, blz. 7]
Op 23 december 1936 wordt gemeld dat de begrotingscommissie, bestaande uit een drietal raadsleden, zal donderdag 24 december 1936 vergaderen, ter bespreking van de thans gereedgekomen gemeentebegroting [Delftsche Courant 23 december 1936, blz. 7]. 
Op 30 december 1936 kwam de gemeenteraad om 9.00 uur  in openbare vergadering bijeen. Voorzitter: burgemeester mr. dr. P.H.W.G. van den Helm. Afwezig zonder kennisgeving wethouder A. E. v. d. Burg. De voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen van de vergadering van 8 december met een kleine wijziging aangaande het amendement Lalleman worden goedgekeurd. Bij de ingekomen stukken is een schrijven van de R.-K. Middenstandsvereniging inzake de toetreding tot het Middenstandsborgstellingsfonds. B&W stellen voor dit schrijven in hun handen te stellen voor het geven van preadvies. De heer van Winden wil gaarne weten hoe deze zaak tot stand is gekomen en hoe de werking is. De voorzitter wil ook meer gegevens, hij heeft cijfers gehoord die ontstellend zijn en wil onderzoeken of de nood zo groot is als wordt beweerd. De heer Noorland zegt dat dit moeilijk gaat, men zal dan alle gevallen afzonderlijk moeten onderzoeken. Er wordt besloten volgens voorstel van B&W. Verder wordt aangenomen een schrijven van Gedeputeerde Staten, waarbij de huur van de ambtswoning van de burgemeester op 15 procent wordt bepaald. Een schrijven terzake van de gemeente-ontvanger, een schrijven terzake de rekening-courant-overeenkomst met de Bank van Nederlandse  Gemeenten, een schrijven van Gedeputeerde Staten betreffende wijziging bouwverordening, een schrijven van de heer G.F.M. v. d Burg betreffende de autodienst op de Oude Leede zullen bij de begroting worden behandeld.Aan de orde is dan punt 1 van de agenda: Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening van inkomsten en uitgaven voor de dienst 1935. De voorlopige rekening is als volgt: Gewone dienst: Ontvangsten ƒ 233.151,93 Uitgaven 219.765,27 Ontvangsten Uitgaven Batig saldo ƒ 13.386,66 Kapitaaldienst Ontvangsten ƒ 37.588,69; Uitgaven ƒ 20.092,79 Batig saldo ƒ 17.495,90 De heer van Winden vindt de post autohuur veel te hoog. De heer de Leeuw vraagt of het waar is dat de gemeente 8 cent voor een kleine wagen en 10 ct. per kilometer voor een grote wagen betaalt. De voorzitter bevestigt dit en deelde mee dat dit nog tarieven zijn van 1935. De heer van Winden vestigt de aandacht op de hoge kosten voor schoonhouden van de school te Delfgauw. Hij wil de leegstaande lokalen van die school verhuren aan bijzondere schoolbesturen. De heer F. v. d. Burg had gaarne gezien dat er een commissie benoemd was voor het nazien van de boeken. De voorzitter zegt dit nu reeds te hebben gewild, doch het moest achterwege blijven door de beperkte tijd. Daarna wordt de rekening goedgekeurd. 2. Voorstel tot wijziging veldwachtersverordening. De heer de Leeuw vraagt wat deze wijziging inhoudt. De voorzitter antwoordt dat de wijziging betreft het doortellen van de dienstjaren in vroegere functies. De Commissaris der Koningin wil hierbij voor de capitulanten een uitzondering gemaakt zien. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 3. Voorstel tot vaststelling van de verordening regelende de verdeling van de werkzaamheden tussen de verschillende ambtenaren van de Burgerlijke Stand. Aangenomen. 4. Voorstel tot vaststelling van de regeling inzake de salarissen en titulatuur van de ambtenaren ter secretarie. De heer Lalleman heeft op de salarissen niets aan te merken, hij zag echter gaarne een typiste met vaste aanstelling op de secretarie. Wethouder G. Sonneveld wil in verband met de kosten eerst eens even afwachten. Verder voorziet dit voorstel in een benoeming van twee ambtenaren, die reeds in dienst der gemeente zijn. Als plaatsvervangend secretaris stonden op de nominatie de heren: A. Huysman en J.D. Jansen. De heer A. Huysman werd benoemd met algemene stemmen. 2. Plaatsvervangend gemeente-ontvanger: hiervoor stonden op de nominatie de heeren G. de Jong en J.D. Jansen. De heer G. de Jong werd met algemene stemmen benoemd. De benoeming van de beide ambtenaren treedt resp. 1 januari 1937 en 1 februari 1937 in werking. 5 en 6. Uitbreidingsplan. De heer de Leeuw vraagt of wij met het uitbreidingsplan niet in een kringetje ronddraaien. Eerst was er een groot plan, toen kwam er een plan voor Delfgauw. Daarna een plan voor de kom en nu weer een plan. De voorzitter antwoordt dat het te maken plan de hoofdzaken zal betreffen. Het gehele gebied van de gemeente wordt erin betrokken. De heer F. v. d. Burg wil de onkosten op de kapitaalrekening plaatsen daar de eerste 50 jaar er toch niets van zal komen. Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen. 7. Voorstel benoeming gemeente-opzichter. Hiervoor stonden op de nominatie de heren ir. W. Seurmond te 's Gravenhage, thans tijdelijk opzichter te Pijnacker; J. Wagenaar, Hengelo en H. J. Bonardt, Delft. Hiervoor ging de raad in geheime zitting. Na heropening van de openbare zitting deelde de voorzitter mee dat er nog geen benoeming had plaatsgehad. Men zou de sollicitanten meedeelen dat zij bij een eventuele benoeming eerst een jaar op proef moeten werken. Bij de rondvraag wenst geen van de leden het woord. Tot slot wenst de voorzitter de leden een „prettig uiteinde en een gelukkig nieuwjaar." De heer van Winden dankt de voorzitter voor diens wensen en wenst hem wederkerig hetzelfde. Hierna werd de vergadering gesloten [Delftsche Courant 31 december 1936, blz. 15] .
Op 19 mei 1937 wordt bericht dat behalve om zijn scheve toren Pijnacker ook vermaard begint te worden wegens zijn grote geboortecijfer. In het maandblad van de Zuidhollandse Vereniging „Het Groene Kruis" troffen wij toevallig een lijstje met de geboortecijfers van alle gemeenten in de provincie Zuid-Holland over het jaar 1936 aan. Hieruit bleek ons, dat het kleine Pijnacker procentsgewijs aan de spits staat wat de geboorte toename betreft. De gemeente Pijnacker telde het vorige jaar 6704 zielen en boekte 225 nieuwgeborenen, waarvan zeven doodgeborenen en één kindje stierf binnen de veertien dagen. De zuigelingensterfte bedraagt in dit forensendorp 0.45 %. Vergelijken we de andere gemeenten van Zuid-Holland met Pijnacker, dan komen we tot de conclusie, dat we een recordhoudster ontdekt hebben. De gemeente Rijswijk bijv. komt met een bevolking van 17.282 zielen, dus bijna drie maal zo groot als die van Pijnacker, niet boven de 217 geboorten en blijft er dus 8 beneden het aantal geboorten in Pijnacker. De zuigelingensterfte in Rijswijk bedraagt 1.42 procent. De gemeente Alkemade heeft met een bevolking van 6283 een totaal aantal geboorten van 176; Bodegraven: bevolking 6606, geboorten 129; Boskoop: bevolking 7887, geboorten 135; Hillegom: bevolking 11.601, geboorten 207; Leerdam: bevolking 8997, aantal geboorten 151; Maassluis: bevolking 9371, geboorten 193; Oegstgeest: bevolking 8686, geboorten 149; Overschie: bevolking 9762, geboorten 176; Sassenheim: bevolking 5950, geboorten 138; Voorschoten: bevolking 6610, geboorten 123; Wassenaar 16.696 met slechts 229 geboorten; Woerden: bevolking 8486, geboorten 205; IJsselmonde: bevolking 8018 met een aantal geboorten van 159. Uit deze enkele voorbeelden blijkt dus wel, dat Pijnacker wat de geboortetoename betreft verreweg aan de spits staat. Verschillende Zuidhollandse gemeenten met een aanzienlijke grotere bevolking blijven dus onder het totaal aantal geboorten van Pijnacker. In deze gemeente schijnt men met de bevolkingstoename dan ook terdege rekening te houden, daar voortdurend huizen worden gebouwd. In het nieuwe villapark, het Emmapark, staan thans reeds tal van woningen [Delftsche Courant 19 mei 1937, blz. 8]. 
Op 24 september 1937 wordt bericht dat de gemeenterekening over 1936 sluit met een batig saldo van ƒ 6209.86 in de gewone dienst, de kapitaaldienst heeft een batig saldo van ƒ 6672.69 [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6]. 
Over de voorlopig vast te stellen gemeenterekening over het jaar 1936 ontspint zich in de raadsvergadering van 14 december 1937 een uitvoerige discussie. Een geheim rapport van de Commissie vindt veler instemming [Delftsche Courant 15 december 1937, blz. 8]
Op 2 augustus 1939 wordt gemeld dat de gemeenterekening over het jaar 1936 door Gedeputeerde Staten thans definitief is vastgesteld [Delftsche Courant 2 augustus 1939, blz. 8]. 
BRONNENarchievenSA Delft, arch.nr. 569 Gemeente Pijnacker 1612-1935, inv. nr. 949internetkrantenDe Dordrechtsche Courant 21 augustus 1936, blz. 5; De Dordrechtsche Courant 10 oktober 1936, blz. 10; De Dordrechtsche Courant 25 oktober 1936, blz. 11
geslaagdenBij de in januari 1936 gehouden examens slaagde voor het Mercurius-diploma Boekhouden mej. J. A. Tiel Groenestege [Delftsche Courant 9 januari 1936, blz. 2]
Aan de volgende dames is in februari 1936 het einddiploma van de cursus in koken, verbandleer enz. uitgereikt. Het tweejarig diploma verwierven mej. Admiraal-Overvoorde, Pijnacker en Pieternella Rodenburg te Delfgauw. Het eenjarig diploma werd uitgereikt aan Annetje Blok uit Pijnacker [Delftsche Courant 6 februari 1936, blz. 3]. 
Op 20 juli 1936 wordt gemeld dat voor het toelatingsexamen van het Gymnasium te Delft zijn geslaagd C. de Gidts en C. van der Marel, beide leerlingen van de O.L. school te Delfgauw [Delftsche Courant 20 juli 1936, blz. 4]. 
Op 31 juli 1936 wordt bericht dat C. Krul uit Pijnacker is geslaagd voor het diploma tweejarige meisjesdagcursus op de R.K. Vakschool voor meisjes “Sint Agnes” in Delft [Delftsche Courant 31 juli 1936, blz. 2]
Op 5 augustus 1936 wordt gemeld dat mevrouw W.M. Smits uit Pijnacker in Utrecht is geslaagd voor het examen Engels M.O. Akte A [De Amsterdammer 5 augustus 1936, blz. 4]
Op 21 augustus 1936 wordt gemeld dat in Utrecht W.M.C. Theunissen uit Pijnacker is geslaagd voor het examen Frans L.O. [De Amsterdammer 21 augustus 1936, blz. 4]
Op 11 september 1936 wordt gemeld dat in Amsterdam 159 kandidaten aan het examen van de Algemene Nederlandsche Politiebond hebben deelgenomen. Er zijn 119 kandidaten afgewezen. P. van der Stoep uit Pijnacker behoort tot de geslaagden [Het Vaderland 11 september 1936, blz. 3]

gezondheidszorgIn de periode 26 januari 1936-1 februari 1936 kent Pijnacker één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 5 februari 1936, nr. 25, blz. 4]. In de periode 16 februari 1936-22 februari 1936 eveneens [Ned. Stcrt. 26 februari 1936, nr. 40 blz. 5] In de periode 15 maart 1936-22 maart 1936 betreft het één geval van roodvonk [Haagsche Courant 27 maart 1936, blz. 13]. In de periode 29 maart 1936-4 april 1936 zijn er twee gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 8 april 1936, nr. 70, blz. 6]. In de periode 10 mei 1936 tot en met 16 mei 1936 is er één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 20 mei 1936, nr. 98, blz. 6]. In de periode 24 mei 1936 tot en met 30 mei 1936 zijn er twee gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 4 juni 1936, nr. 98, blz. 6]. In de periode 7 juni 1936 tot en met 13 juni 1936 is er een geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 4 juni 1936, nr. 98, blz. 6]. In de periode 5 juli 1936-11 juli 1936 is er één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 15 juli 1936, nr. 136, blz. 4]. In de periode 26 juli 1936 t/m 1 augustus 1936 is er in Pijnacker één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 5 augustus 1936, nr. 151, blz. 4]. In de periode 2-8 augustus 1936 is er één geval van roodvonk [Ned. Stcrt 12 augustus 1936, nr. 156, blz. 4]. In de periode 16 t/m 22 augustus 1936 zijn er in Pijnacker twee gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 26 augustus 1936, blz. 8]. In de periode 23 t/m 29 augustus 1936 zijn er vier gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 2 september 1936, nr. 170, blz. 4].  In de periode 20 t/m 26 september 1936 is er één geval van roodvonk [Ned. Stcrt. 30 september 1936, nr. 190, blz. 9]. In de periode 27 t/m 3 oktober 1936 zijn er vier gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 7 oktober 1936, nr. 195, blz. 5]. In de periode 11 t/m 17 oktober 1936 zijn er vier gevallen van roodvonk [Ned. Stcrt. 21 oktober 1936, nr. 205, blz. 4]
Op 25 februari 1936 hield de afdeling Pijnacker van het Groene Kruis een algemene ledenvergadering in de zaal van de heer Van Schie. De voorzitter sprak een kort openingswoord; staande hoorde de vergadering zijn herdenkingsrede aan over de oud-burgemeester, wijlen Hesselt van Dinther, die zeer veel in het belang van de vereniging had gedaan en de oud-penningmeester, wijlen Cornelis Visser, die het vorige jaar door een ongeluk om het leven was gekomen. De notulen van de vorige vergadering werden onveranderd goedgekeurd. De secretaris merkte in zijn jaarverslag op, dat 1935 geen slecht jaar voor het „Groene Kruis" was geweest; spreker memoreerde de gehouden bazar onder leiding van mevr. Hesselt van Dinther, het nieuwe wijkgebouw en de viering van het 25-jarig bestaan. Spreker dankte de feest- en propagandacommissie voor de gedane arbeid en betrok ook de doktoren en wijkzuster in zijn dank. De secretaris bracht eveneens een woord van hulde aan de nagedachtenis van de verongelukte penningmeester. Hierna verklaarde de voorzitter van de kascommissie, dat de kas was gecontroleerd en in orde bevonden. De voorzitter gaf een kort overzicht van de financiën van de vereniging; het bezit van de vereniging bedroeg thans f 9790. Op voorstel van de voorzitter werd ingesteld een reservefonds, groot f 200, tot aflossing van de hypotheek. Voorlezing werd gedaan van een ingekomen brief, geschreven door een dankbare patiënt. Vervolgens werd overgegaan tot verkiezing van drie bestuursleden, wegens periodieke aftreding van de heren A.H. Goldberg, G. de Wilde en J.H. Vonhof, die alle drie herkozen werden. Als penningmeester werd gekozen de heer W. van Diepen. De voorzitter verklaarde zeer verheugd te zijn over deze benoeming en feliciteerde de vergadering met haar goede keus. Na het verslag van de wijkzuster sloot de voorzitter de vergadering [Delftsche Courant 26 februari 1936, nr. 107, blz. 8]
B&W van Pijnacker maken op 20 juni 1936 bekend, dat de gelegenheid is opengesteld tot kosteloze inenting of herinenting op 25 juni 1936 om 16.00 uur, in de O.L. school III te Delfgauw en om 15.30 uur in de O. L. school I te Pijnacker [Delftsche Courant 20 juni 1936, blz. 7].
In het Parochiehuis aan de Oostlaan zal de vereniging „Het Wit-Gele Kruis", afdeling Pijnacker, van 2 t/m 5 augustus 1936 een fancy fair houden. Door de gemeente is reeds vergunning verleend tot het houden van een loterij, alsmede tot het organiseren van verschillende vermakelijkheden, die hieraan verbonden worden, zoals kinderoperette, theeschenkerij, oliebollen- en poffertjeskramen, benevens enige andere kermisattracties [Delftsche Courant 29 juni 1936, blz. 8]. Het programma van de fancy-fair welke volgende week ten bate van het Wit Gele Kruis wordt gehouden luidt als volgt: Zondag en Maandag 2 en 3 Augustus kinder-operette; Dinsdag en Woensdag 4 en 5 Augustus tuinfeest. Voorts in de Parochie gelegenheid tot het bezichtigen der prijzen der verloting [Delftsche Courant 31 juli 1936, blz.10] 
In de periode 30 augustus t/m 5 september 1936 is er een geval van roodvonk en een geval van de ziekte van Weil [Ned. Stcrt. 9 september 1936, blz. 6] 
Op 14 september 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker pogingen worden aangewend om te komen tot de oprichting van een Rode Kruis-afdeling  [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. 
Zondag 1 oktober 1936 wordt in Pijnacker een speldjesdag georganiseerd ten bate van Herwonnen Levenskracht. De vereniging Herwonnen Levenskracht is op 15 juni 1913 opgericht als instelling van de RK vakbeweging. De doelstelling van deze vereniging was het bestrijden van tuberculose onder arbeiders. Plaatselijke comités werden opgericht om geld voor het fonds bijeen te brengen en plaatselijk voor zieken te zorgen. Herwonnen Levenskracht had een eigen sanatorium, Berg en Bosch, gevestigd in Apeldoorn en later in Bilthoven [Delftsche Courant 25 september 1936, blz. 3]. 
Op 3 oktober 1936 wordt gemeld dat op 9 maart 1935 het R. K. Consultatiebureau voor moeilijke kinderen is geopend. Het gaat uit van de Zuid-Hollandse Commissie voor Geestelijke Gezondheid te Rotterdam. Het bureau is gevestigd in het Rerum Novarumhuis (Volksbondsgebouw) aan de Westersingel 14 en houdt zitting iedere zaterdag van 14.00-15.00 uur en staat onder leiding van dr. L. Franke, psychiater uit Wassenaar en mej. mr. dr. M. v. d. Lugt, psychologe/pedagoge uit Rotterdam. In het eerste verslagjaar werden ingeschreven 139 patiënten, waarvan 90 jongens en 49 meisjes, voornamelijk woonachtig te Rotterdam, doch ook enigen te Schiedam, Delft, Bergschenhoek, Pijnacker en Vlaardingen. De meeste ouders meldden zich eigener beweging, de overigen werden naar het bureau verwezen door de geestelijkheid, schoolhoofden, schoolartsen, de kinderpolitie, de kinderrechter, doktoren, etc. De leeftijd varieerde van 1-21 jaar. Speciaal naar het intellect werd in ongeveer de helft van de gevallen een psychotechnisch onderzoek ingesteld. In negen gevallen werd een psychiatrisch rapport op verzoek van kinderrechter, kinderpolitie of voogdijraad uitgebracht. Op verzoek van de ouders werden, middels het bureau, verschillende kinderen in opvoedingsgestichten of pensionaten geplaatst. In verreweg de meeste gevallen waren de kinderen lichamelijk gezond. Ondervoeding, in verband met armoedige omstandigheden, kwam bij enkele gevallen voor. Drie gevallen met adenoide vegetatie werden naar de polikliniek van de oor-, neus- en keelarts verwezen, tweemaal werd rachitis, eenmaal epilepsie en eenmaal kinderverlamming geconstateerd. Door de maatschappelijke medewerksters, mej. A. Derksen en mej. W. Stronk werden circa 400 huisbezoeken afgelegd. Het verslag wijdt hier waarderende woorden aan en komt tenslotte tot de conclusie, dat het afgelopen jaar ten duidelijkste bewezen heeft welk een sociale nood op het terrein van de opvoeding van het moeilijke kind in katholiek Rotterdam heerst. De dringende bestaansnoodzakelijkheid van het Bureau is dan ook niet twijfelachtig. Door de moeilijke tijdsomstandigheden echter, werd het Bureau in zeer vele gevallen verhinderd, die maatregelen te nemen die noodzakelijk waren, zelfs de bestaansmogelijkheid van het bureau blijft veel zorg baren [De Volkskrant 3 oktober 1936, blz. 3]
De in Delfgauw zo bekende afdeling van de Christelijke Vereniging voor de Verpleging van lijders aan vallende ziekte te Haarlem en Heemstede, hoopt dinsdag 13 oktober 1936 een filmavond te geven in het Verenigingsgebouw aan de Schoolkade. Tijd noch moeite is gespaard, om in deze film het beste te bereiken. De film voor volwassenen begint om 19.30 uur. De speciale kinderfilm begint om 16.30 uur [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 5]
Op 15 december 1936 wordt bericht dat in de gemeente Pijnacker zijn gedurende het jaar 1936 28 gevallen van roodvonk voorgekomen en 1 geval van de ziekte van Weil. Deze 29 patiënten zijn alle geheel genezen [Delftsche Courant 18 december 1936, blz. 8]. 
Op woensdag 16 december 1936 zal in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan een film vertoond worden, getiteld: „Herwonnen Levenskracht” . Deze film propageert de bestrijding van t.b.c. in Nederland.  [Delftsche Courant 30 november 1936, blz. 7]
In de week van 13 tot en met 19 december 1936 is er één geval van roodvonk [Nederlandsche Staatscourant 23 december 1936, nr. 250, blz. 4]

godsdienst

In het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg hield de burgemeester van Pijnacker gisteravond 11 maart 1936 een lezing over het zendingswerk in Suriname. De avond werd geopend met het zingen van enige psalmen, waarna Ds Dingstee voorging in gebed en de talrijke aanwezigen hartelijk welkom heette. Hierna verkreeg de spreker van de avond het woord. Mr. dr. van den Helm hield een boeiende voordracht over het liefdewerk van de Hernhutters in ons Suriname en spreker kon vol deskundigheid over de Surinaamse toestanden spreken, daar hij jarenlang bestuursambtenaar in dit gewest is geweest. Spreker memoreerde de moeilijke tijd van 200 zendelingen in Suriname en sprak zijn grote bewondering uit voor de eenvoud van deze ware predikers van het woord Gods. De burgemeester wekte de toehoorders op, de collecte voor het zendingswerk van de Zeister Broedergemeente naar vermogen te gedenken. Na de pauze werden op het witte doek diverse Surinaamse tafereeltjes geprojecteerd, welke door Mr. dr. v. d. Helm werden toegelicht [Delftsche Courant 12 maart 1936, blz. 7] 
Op 7 april 1936 wordt gemeld dat een broeder-missionaris van de orde van Mill Hill, Brits Oost-Afrika Oeganda, heeft in het parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan, een zeer interessante lezing met lichtbeelden gehouden over het missiewerk in Oost-Afrika. Spreker gaf zijn aandachtig gehoor een duidelijk beeld van de talrijke moeilijkheden en bekommernissen, die dit liefdewerk met zich meebrengen. Aan de hand van enige fraaie lichtbeelden zette spreker uiteen, hoe nodig het missiewerk in dit gebied is en hoe heilzaam het werkt. Bij de vertoonde lichtbeelden waren prachtige natuuropnamen. Onder de talrijke aanwezigen merkten wij o.a. op Z.E.H. pastoor Zandvliet, de gemeentesecretaris J. M. M. Heijmerikx en wethouder v d. Burg [Delftsche Courant 7 april 1936, blz. 10]. 
Zondag 26 juli 1936 was de jaarlijkse reis, ditmaal naar Brabant. In Den Bosch bezichtigden wij de beroemde St. Jan. Na een tocht door bos en langs vennen gebruikten we in "De Bocht” het middagmaal. Om half elf waren we weer in Pijnacker [Kolpingsblad, jrg 24, 1936, no 4, 15-08-1936, blz. 4]
Op 3 september 1936 vertrokken uit het Moederhuis „Mariënburg" van de congregatie van de Zusters van Jezus, Maria en Jozef in Den Bosch met de boottrein de  Lloyd-Rapide naar Marseille en vandaar met het motorschip Dempo van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd naar Nederlands Indië de zusters Maria Crescentia de Vreede uit Pijnacker naar Soekaboemi (Java), Maria Theresia Josepha Lupcke uit Rotterdam en Maria Benigna Wakkers uit Deventer naar Menado (Celebes) en Maria Rumolda van Schijndel uit Naaldwijk naar Tomohon (Celebes) [Provinciale Noordbrabantsche  en ‘s Hertogenbossche Courant 29 augustus 1936, blz. 19]
Op 14 september 1936 wordt gemeld dat een R.K. propagandaclub een bijeenkomst heeft gehouden, waarin de heer J. v. d. Leeuw, secretaris van de afdeling van de R.K. Staatspartij, een opwekkend propaganda-woord heeft gesproken en de leden van de propagandaclub opgewekt tot het voeren van krachtige propaganda voor de R.K. beginselen, ook in het staatkundig leven  [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. 
Op 22 september 1936 wordt bericht dat de heer K. Luyendijk, kandidaat in De Lier is beroepen tot hulpprediker bij de Nederlands Hervormde kerk in Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 22 september 1936, blz. 18] en benoemd [Delftsche Courant 29 september 1936, blz. 10]
Men deelt ons op 28 oktober 1936 mee, dat het restant van de 5% obligatielening ad ƒ 47.500 van het R.K. kerkbestuur van de H. Joannes de Doper te Pijnacker op 2 november 1936 wordt afgelost met 4 maanden lopende rente en betaalbaar is bij de N.V. Haagsche Bankvereeniging, Anna Paulownastraat 93, Den Haag [Haagsche Courant 28 oktober 1936, blz. 16]
Zondag 19 november 1936 herdenkt dominee C.A. de Bruin. emeritus predikant in Den Haag de dag waarop hij 45 jaar geleden het predikambt In de Nederlands  Hervormde Kerk aanvaardde. Cornelis Arnoldus de Bruin werd op 23 augustus 1862 in Leiderdorp, waar zijn vader een bekend godsdienstonderwijzer was, geboren. Drie jaar bezocht hij een kostschool in Gelderland om vervolgens theologie te gaan studeren. Hij bezocht daartoe het gymnasium te Assen en studeerde vervolgens aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om in 1891 kandidaat te worden in Drente. Uit tal van beroepen werd dat naar 't Woudt b|j Delft aangenomen, waar dominee de Bruin 13 november 1891 zijn intrede deed, sprekende over Handelingen 8:33. In 1894 vertrok dominee de Bruln naar Pijnacker,  waar hij zijn grootste krachten heeft kunnen ontplooien en de gemeente tot bloei mocht brengen. Onder zijn leiding ontstond een wijdvertakt verenigingsleven. Dominee de Bruin was tijdens zijn verblijf in Pijnacker ook lid van het classicaal bestuur van 's-Gravenhage. In november 1930 zag dominee de Bruin zich genoopt zijn arbeid neer te leggen. Hij preekte afscheid met Mattheus 11:28 en vestigde zich metterwoon in Den Haag. Hoezeer zijn arbeid In Pijnacker werd gewaardeerd, getuigt wel het feit dat deze gemeente hem levenslang boven zijn rijkspensioen een jaarlijkse toelage van duizend gulden toezegde, met de bepaling dat na zijn dood zijn gade, als zij dan nog in leven is, op deze toelage eveneens tot haar dood rekenen kan [Het Vaderland 13 november 1936, blz. 2]


infrastructuurOp 7 januari 1936 wordt bericht dat de bewoners van de Post v. d. Burgstraat aan de Noordeindseweg hebben aan de gemeente Pijnacker een verzoek gericht, om deze straat, welke vooral door het aanleggen van waterleidingen in een heel slechte toestand verkeert, te herstellen [Delftsche Courant 7 januari 1936, blz. 8]
Op 15 januari 1936 wordt bericht dat tot dusverre moesten publicaties in Delfgauw worden aangebracht op een oud bord, dat niet voorzien was van een afsluiting waardoor veel van den inhoud verloren raakte. Thans beschikken wij over een nieuw bord, met een praktische afsluiting waardoor de aankondigingen goed tot hun recht komen  [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 7].
De toestand van de Post v. d. Burgstraat is op 6 februari 1936 heel slecht, putten en gaten maken daar het verkeer zeer moeilijk, zodat ophalen een dringende eis is geworden  [Delftsche Courant 6 februari 1936, blz. 3]. 
Op 22 februari 1936 wordt gemeld dat nog dit voorjaar in Pijnacker zal worden begonnen met het aanplanten van bomen en het aanleggen van plantsoenen; de Nederlandsche Sierteelt Centrale zal hierbij haar medewerking verlenen   [Delftsche Courant 22 februari 1936, blz. 8].
Op 24 februari 1936 wordt bericht dat binnenkort een aanvang zal worden gemaakt met het uitbaggeringsplan -goedgekeurd door de minister- voor de omstreken van deze gemeente. Uitgebaggerd zullen worden de vaarten en sloten van de Nieuwe Drooggemaakte Polder, Oude Polder, Zuidpolder, etc. [Delftsche Courant 24 februari 1936, blz. 2]
Op 23 maart 1936 nemen de plannen voor de stratenaanleg in het zgn. Land van Blad en het bouwen van de nieuwe ambtswoning vastere vormen aan. Naar wij vernemen zijn de voorbereidende maatregelen al zover gevorderd, dat over ± 3 weken aanbesteding zal plaatsvinden  [Delftsche Courant 23 maart 1936, blz. 4] 
Op 21 april 1936 wordt bericht dat de volgende personen hebben ingeschreven voor de straataanleg in het Land van Blad: Lalleman ƒ 6273,-; De Wilde ƒ 6125,-; Schürinck ƒ 6100,-; A. Bijsterveld ƒ 5968,- (De raming bedroeg ƒ 6347,-). Op voorstel van B&W heeft de raad het werk gegund aan de laagste inschrijver, de heer Bijsterveld [Delftsche Courant 21 april 1936, blz. 8]
Op 23 april 1936 wordt bericht dat bezwaren tegen het uitbreidingsplan schriftelijk bij de secretaris der gemeente Pijnacker moeten worden ingediend [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8].
Tot en met zaterdag 25 april 1936 om 12.00 uur bestaat er voor alle ingezetenen van de gemeente Pijnacker gelegenheid in te schrijven voor het vervoer van 200 à 300 kubieke meter grond van het zwembad naar de sloot bij het zgn. Land Blad. Gesloten couvert ten raadhuize inleveren. Inlichtingen bij de gemeente-opzichter [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]. Voor het vervoer van 200 à 300 m³ grond van de zweminrichting naar het z.g. Land van Blad hebben de volgende personen ingeschreven: Gebr. W. en E. Kemp ƒ 97,-; C. H. Stolk en J. van Beek ƒ 114.75; Z. Boerlage ƒ 117,-; W. van Wamelen ƒ117.90; M. Welling ƒ 124.95; W. Klein ƒ 150,-; J. v. d. Meer ƒ 134.-; A. van Heyningen ƒ 155,-; T. v. d. Elst en A. Starreveld ƒ 160,-; A. de Bruyn ƒ 180,-; J. Moerkerken ƒ 180,-; C. van Leeuwen ƒ190.50; Keizer ƒ 196.36; W. van Dommelen en J. v. d. Kooy ƒ 235.70; J. van Atten en H. de Wissel ƒ 245,-. [Delftsche Courant 29 april 1936, blz. 8].
Op 5 mei 1936 wordt bericht dat in de nieuwe ontwerptekening, omvattende het uitbreidingsplan in Delfgauw, komt onder meer voor een in projectie zijnd stratenplan. Behalve enige plantsoenen ter verfraaiing van het bouwplan zijn enige wegen ontworpen waarvan één vanuit de Post v. d. Burgstraat zal doorlopen naar de provinciale weg. Een speelterrein is mede in het plan opgenomen, terwijl het voorts in de bedoeling ligt het dorpskarakter door de nieuwbouw niet te verstoren, doch deze in aangepaste stijl te voltrekken [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]. Na herhaaldelijke correspondentie met deze eigenaar heeft de heer Van der Burg de gemeenteraad bericht gezonden, dat hij bereid is de Post van der Burgstraat kosteloos in eigendom en onderhoud aan de gemeente af te staan. B&W stellen de raad voor deze straat op nadere voorwaarden over te nemen.  [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7]
Op 13 mei 1936 wordt gemeld dat B&W bij de raad van de gemeente Pijnacker een voorstel hebben ingediend ter zake de vaststelling van een uitbreidingsplan van die gemeente. In verband met een uitbreidingsplan van de gemeente Pijnacker en de daaronder ressorterende gemeente Delfgauw hebben B&W aan de raad een voorstel voorgelegd tot overname in eigendom en onderhoud van de Post van der Bergstraat [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. 
Op 13 mei 1936 wordt bericht dat bij de brug voor de spoorwegovergang door de zorg van het gemeentebestuur een stopstreep zal worden aangebracht. Deze maatregel is zeer toe te juichen, daar hier het verkeer overgaat van en naar Delft, Zoetermeer en Berkel [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]
Daar de toekomstige bebouwing van het land Blad vaste vorm heeft aangenomen zullen in de op 15 mei 1936 te houden raadsvergadering van de gemeente Pijnacker de gunning van de leverantie van voor de bestrating benodigde materialen, alsmede een voorstel tot uitbreiding van het licht- en gasnet besproken worden. Daar het plan bestaat ook een speelplaats aan te leggen zal de raad een voorstel tot kredietverlening voor de oprichting hiervan worden voorgelegd [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. 
Uit het Register van wegen en paden van de gemeente Pijnacker, dat krachtens de Wegenwet door elke gemeente moet worden opgemaakt en dat gereed gekomen is, ontlenen wij de volgende cijfers, die een idee geven van het uitgebreide wegennet van de gemeente. Pijnacker bezit op 10 juni 1936 ruim 37 kilometer aan verharde wegen, naast 1250 meter onverhard. De rijwielpaden hebben tezamen een lengte van ruim 12 kilometer, terwijl de voetgangers 11 kilometer tot hun beschikking hebben. De totale lengte van alle deze wegen beloopt ruim 63 kilometer, waarmee deze gemeente verhoudingsgewijs een goed figuur maakt [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9] 
Op 11 juni 1936 wordt bericht dat binnenkort in Pijnacker een aanvang wordt gemaakt met de reconstructie van de Noordweg, die in zeer deplorabele toestand verkeert. De weg is in beheer bij het polderbestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9]
Op 11 juni 1936 wordt bericht dat in het plantsoen op het Land van Blad ter hoogte van de nieuwe burgemeesterswoning enkele rustieke banken zullen worden geplaatst. [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9]
De gemeenteraad komt op 30 juni 1936 bijeen. B&W stellen de raad voor wijziging te brengen in de bestemming van enige bouwblokken van het vastgestelde uitbreidingsplan Pijnacker.  Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben verdaagd hun beslissing op het raadsbesluit tot kosteloze overname van de Post v. d. Burgstraat. Bij de gehouden aanbesteding voor afrastering van een gedeelte van het Emmapark werd als volgt ingeschreven: Gebrs. Schotte ƒ484, G.B. Lagerwey ƒ 470, P. Kas ƒ 468, Gebrs. v. d. Burg ƒ 395. B&W hebben het werk aan de laagste inschrijvers gegund. Het wegdek in het Noordeinde van Delfgauw is thans gereed gekomen. Nadat eerst alle kuilen flink waren gevuld, is over de teerlaag een grote hoeveelheid fijn brik aangebracht. Bij de gemeenteraad is ingediend een voorstel tot verkoop van een bouwterrein in het Emmapark [Delftsche Courant 27 juni 1936, blz. 8].
Op 11 juli 1936 wordt gemeld dat de herstellingswerkzaamheden aan de Noordweg te Pijnacker zijn voltooid. De talrijke gaten en kuilen, voorheen aanwezig, zijn geëgaliseerd, en het geheel is met keigruis bedekt. Hoewel de weg zeer smal is, is deze thans voor auto's zeer goed te berijden. Een urgente verbetering is thans verwezenlijkt en het wegennet van Pijnacker is er weer fraaier door geworden [Delftsche Courant 11 juli 1936, blz. 8].
Op 22 juli 1936 wordt gemeld dat ter bevordering van een betere circulatie van het water, de vaart achter de Stationsstraat zal worden gedraineerd [Delftsche Courant 22 juli 1936, blz. 3]
Op 21 september 1936 wordt gemeld dat B&W hebben aanbesteed het maken van een brug, het aanleggen en gedeeltelijk vernieuwen van een straat, met bijkomende werken. Ingeschreven werd als volgt: Th. Lalleman ƒ 2447,-; A. Bijsterveld ƒ 2290,-; A. Kranenburg ƒ 2340,-; N. Overdam ƒ 2476,-; A. J. Schuring ƒ 2549,-, allen te Pijnacker; Theuns, Delft, ƒ 2249,—; De Geus, Stompwijk, ƒ 1742,—. De gunning is aangehouden [Delftsche Courant 21 september 1936, blz. 8].
Op 21 september 1936 wordt gemeld dat in het zogenaamde Bezuiden een gedeelte van de wegberm is losgescheurd en in de sloot terechtgekomen. Met behulp van palen heeft men van gemeentewege getracht verdere verzakking te voorkomen [Delftsche Courant 25 september 1936, blz. 3]
Op 23 oktober 1936 wordt bericht dat de werkzaamheden op het land van Blad zo goed als beëindigd zijn. Het dempingswerk is gereed gekomen, terwijl ook de rioleringswerken zo goed als voltooid zijn. Met de werkzaamheden voor een nieuw te bouwen brug aan de Kerkweg is een aanvang gemaakt  [Delftsche Courant 23 oktober 1936, blz. 3].
Op 13 november 1936 wordt gemeld dat in de Stationsstraat thans van gemeentewege parkeerbordjes zijn geplaatst. Veel verandering in het straataspect veroorzaken deze bordjes niet, daar bijna geen enkele automobilist zich er aan stoort! Ongetwijfeld is, vooral in den beginne, een streng toezicht door de politie noodzakelijk [Delftsche Courant 13 november 1936, blz. 9]
Op 1november 1936 wordt gemeld dat gezien de grote afstand die nu bestaat tussen de brandkranen in de Stationsstraat, zal een tweetal nieuwe brandkranen aangebracht worden. In geval van brand zal het dan voor de brandweer veel gemakkelijker zijn de brandende percelen te bereiken.  [Delftsche Courant 16 november 1936, blz. 4]. 
Op 18 november 1936 wordt bericht dat de nieuwe weg door het Emmapark, die o. a. langs de ambtswoning van de burgemeester loopt, zal met het oog op brandgevaar van brandkranen worden voorzien [Delftsche Courant 18 november 1936, blz. 7]
Op 23 november 1936 wordt gemeld dat de weg die de gemeenten Pijnacker en Nootdorp verbindt, verkeert in een zeer slechte toestand. Het slechte deel van deze verbindingsweg is voornamelijk in de gemeente Nootdorp gelegen. Onder Nootdorp vertoont deze weg diepe kuilen en is op vele plaatsen bijna onberijdbaar. Door het storten van grind heeft men getracht het wegdek te verbeteren, doch men is hierin maar zeer matig geslaagd. Voorts wordt gemeld dat verschillende inwoners van deze gemeente de laatste tijd klagen over de slechte straatverlichting. Vooral de Katwijksebuurt vindt zich als het stiefkind binnen de gemeente behandeld! Doch ook in het centrum van Pijnacker mankeert er vaak heel wat aan de Straatverlichting", zo ontbreekt bijvoorbeeld een behoorlijke verlichting bij het station [Delftsche Courant 23 november 1936, blz. 2].
Op 27 november 1936 wordt bericht dat het land Blad, het huidige Emmapark, jarenlang braak heeft gelegen. Reeds lang bestond het plan, dat hier een soort villapark zou verrijzen. De nieuwe ambtswoning van de burgemeester opende de rij en thans staan in het Emmapark reeds 4 andere huizen. Voor het bouwen van vier middenstandswoningen en 3 gewone woonhuizen is reeds vergunning gevraagd en verleend. Door het Emmapark is een nieuwe weg aangelegd, die modern verlicht wordt door grote booglampen. Aan de kant van het station zijn plantsoenen aangelegd, die de aantrekkelijkheid van het Emmapark ten zeerste verhogen  [Delftsche Courant 27 november 1936, blz. 2]. 
Naar wij op 8 december 1936 vernemen bestaan er plannen om ook het deel van het zgn. Land Blad langs de Oostlaan tot bouwgrond te bestemmen en hierop villa's en andere woningen te zetten. Mochten deze plannen werkelijkheid worden, dan zal het Emmapark een waar villapark worden [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8]. 
Op 11 december 1936 wordt bericht dat de woningbouw in het Emmapark thans nog steeds in volle gang is. De nieuwe ambtswoning van de burgemeester is niet lang alleen in het park gebleven en het Emmapark telt nu reeds 12 woningen, waarvan enige hiervan nog in aanbouw zijn. In de onlangs gehouden vergadering van de gemeenteraad heeft het raadslid, de heer Huisman, geklaagd over de slechte toestand van de Hesselt van Dinterlaan. In de weg zijn talrijke kuilen en het wegdek is op vele plaatsen zeer zacht. Vooral bij regen is de weg zeer slecht en in een ware modderpoel herschapen [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. 
Op 14 december 1936 wordt gemeld dat van verschillende zijden de laatste tijd erg is geklaagd over de slechte straatverlichting in Pijnacker. Ook in de onlangs gehouden vergadering van de gemeenteraad hebben enige raadsleden op de onvoldoende straatverlichting gewezen. In het oude dorp zelf is men niet tevreden over het huidige verlichtingstelsel en de buitendelen van de gemeente helemaal niet. Vooral de Katwijksebuurt voelt zich wat de verlichting betreft, het stiefkind van de gemeente Pijnacker. In de vergaderingen van de gas- en elektriciteitscommissie is deze kwestie besproken en er zullen maatregelen ter verbetering genomen worden. De commissie voor het Gemeentelijk Gas- en EIectriciteitsbedrijf heeft voorzieningen voor een betere straatverlichting in studie genomen. Het wegdek van het eerste gedeelte van de weg naar de woonhuizen van Pauw in 't Hart verkeert in een minder goede toestand. Ook het trottoir verkeert op vele plaatsen in zeer slechten staat. Van gemeentewege zal hierin verbetering worden gebracht.  [Delftsche Courant 14 december 1936, blz.10].
koop en verkoopOp 21 januari 1936 worden twee tweedehands carriers te koop aangeboden. Te bevragen L. Rook, Vlielandseweg B85a, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad  21 januari 1936, blz. 16]
Op 5 maart 1936 is een papegaai te koop, mooie groene vogel (tam). Tegen elk aannemelijk bod. Bij v. d. Pol, Pijnackerseweg 284, Pijnacker [Delftsche Courant 5 maart 1936, blz. 8]
Op 20 maart 1936 is te koop een  B.S.A. motorrijwiel, 5 p.k.. keerkoppeling, 1933, met nat. bewijs.  Te bevragen op Stationsstraat 50 in Pijnacker. Niet zondags [Haagsche Courant 20 maart 1936, blz. 11]
Op 31 maart 1936 is  te koop een goed onderhouden 3½-spels Harporgel voor slechts f 65. Te bevragen bij Jac. Bregman, Katwijksebuurt C99 in Pijnacker [De Banier 31 maart 1936, blz. 4]
Op 6 april 1936 wordt te koop gevraagd een gebruikte gesloten bakfiets, in goede staat, tegen een lage prijs, kleine maat. J. Lamens, Kerkweg, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 6 april 1936, blz. 15]
Op 12 mei 1936 zijn een goed onderhouden kinderwagen en box met matras te koop. Adres: Pijnackerseweg 286, Pijnacker [Delftsche Courant 12 mei 1936, blz. 4] 
Op 30 juni 1936 is op Stationsstraat 33 in Pijnacker een nieuwe bakkerscarrier te huur [Delftsche Courant 30 juni 1936, blz. 10] 
Op 9 juli 1936 is een Fongers rijwiel te koop, weinig gebruikt. Torpedonaaf, kettingkast, allweather uitvoering. Voorts een elektrische ventilator. Tegen elk aannemelijk bod. Pijnackerseweg 284, Pijnacker. 
Op 18 juli 1936 is een jonge Ierse Setter te koop, kampioen afstamming, 7 weken oud. Kennel Corcado. Stationsstraat 38, Pijnacker [Delftsche Courant 18 juli 1936, blz. 8] 
Op 4 augustus 1936 is een DCZ te koop, 5 p.k., z. k., F. N. Motor van 30, nieuwe banden en kettingen en accu ƒ 25. Adres: A. van Herk, Katwijkselaan  C8, Pijnacker [Haagsche Courant 4 augustus 1936, blz. 19]
Op 5 september 1936 is te koop een zo goed als nieuwe Harley Davidson, 3½ p.k.., zijklepper [“Liberator”]. Stationsgarage, Pijnacker [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 8]
Op 15 oktober 1936 zijn in Pijnacker duizend raamstijlen te koop bij G.H. Lindenburg, Zuiderstraat 24 in Pijnacker. [Delftsche Courant 15 oktober 1936, blz. 8]
Op 24 oktober 1936 wordt te koop aangeboden een Ierse setter. Teefje. Kampioenafstamming. Kennel Corcado, Stationsstraat 38, Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 24 oktober 1936,, blz. 8]
Op 1 december 1936 staat te koop een oude kruissnarige piano of te ruilen met een  gebruikte motor. Na 17.00 uur te bevragen op Stationsstraat 57 in Pijnacker [Haagsche Courant 1 december 1936, blz. 12] .
Op 23 december 1936 zijn als kerstgeschenk te koop twee prima Pekingeezen, zwarte teef, bruine reu, respectievelijk 1 en 1½ jaar oud, ƒ 30 per stuk. Adres: Vlielandseweg 57. Pijnacker [Haagsche Courant 23 december 1936, blz. 12].
landbouw en tuinbouwDe Minister van Landbouw en Visscherij heeft voor het tijdvak van 1 januari 1936 tot en met 31 december 1936 benoemd in de commissie van advies, bedoeld in artikel 3, onder 8e„ van het Crisis-Organisatiebesluit 1933 voor zaken betreffende consumptiemelk; tot plaatsvervangend deskundig lid: E. Huysman, te Pijnacker en heeft bepaald, dat het secretariaat van voornoemde commissie zal worden waargenomen door het Landbouw-Crisis-Bureau van het Departement van Landbouw en Visscherij te ’s-Gravenhage [De Standaard 3 januari 1936, blz. 7]
Teneinde te komen tot een Collectieve regeling van de arbeidsvoorwaarden zal op woensdag 15 januari 1936 in het Parochiehuis te Pijnacker een gecombineerde vergadering worden gehouden. De besturen van de Landarbeidersbonden en die van de verschillende werkgeversorganisaties zijn voor deze vergadering uitgenodigd  [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 7].
De Coöperatieve Groentenveiling „Pijnacker en Omstreken" deelt op 22 februari 1936 mee, dat dinsdag en vrijdag a.s. geveild zal worden [Delftsche Courant 22 februari 1936, blz. 8].
Op 24 februari 1936 wordt gemeld dat van lieverlede in de tuinen meer leven in de brouwerij komt, hoewel het wintergoed zo ongeveer verdwenen is, komen uit de stookkassen nieuwe producten. Met deze week te beginnen zal dan ook in Pijnacker dinsdag en vrijdag weer worden geveild. Het inrichten van volkstuintjes is in Delfgauw in dit voorjaar sterk toegenomen. Achter de Post v. d. Burgstraat is een heel terrein hiervoor klaar gemaakt. Op zichzelf is dit geen bezwaar daar werklozen hierin een aangename en gezonde verpozing vinden, doch men heeft gemeend dat de huidige tuinbouwhandel hier sterk onder lijdt, omdat meermalen producten die men over heeft, voor zeer lage prijzen van de hand worden gedaan. m dit te voorkomen worden juist op de veilingen grote kwantums vernietigd. Op de a.s. jaarvergadering van de tuindersvakbond te Haarlem worden voorstellen tot beperking deze tuintjes behandeld [Delftsche Courant 24 februari 1936, blz. 2]
Voor de op maandag 2 maart 1936 in Haarlem te houden algemene vergadering van de tuindersvakgroep van de L.T. B. hebben verscheidene afdelingen voorstellen ingediend [...]. De afdelingen Delft, Pijnacker en Loosduinen dringen aan op maatregelen tegen volkstuinen, die een grote hinder vormen voor de bonafide tuinbouw rondom de grote steden, alsmede voor de groenten- en fruithandel. De afdeling Loosduinen wil bij eventuele maatregelen de tuintjes voor werklozen ongemoeid laten. In het pre-advies geeft het bestuur toe, dat werkloosheid en verminderde lonen een prikkel te meer zijn om in eigen behoeften aan groenten te voorzien middels volkstuintjes. Of deze uitbreiding echter een concurrentie van den bonafide tuinbouw zal betekenen, betwijfelt het bestuur, omdat deze cultuur veelal wordt beoefend door dilettanten in veelal minder gunstige omstandigheden wat betreft ligging, de huur per roe gemiddeld hoger is, e.d. Daarnaast wil het bestuur met de afdeling Loosduinen de werklozen gaarne in de gelegenheid blijven stellen hun tijd daar door te brengen. Mocht op den duur deze cultuur leiden tot excessen, dan zal het bestuur ordening in het volkstuintjes wezen voorstaan [Nieuwe Haarlemsche Courant 23 februari 1936, blz. 3]
Op 13 maart 1936 wordt bericht dat voor de gemeente Pijnacker de loonregeling van de L.T.B. door de drie Landarbeidersorganisaties is aanvaard. Het loon is bepaald op ƒ 16,50 per week [De Volkskrant 13 maart 1936, blz. 3].
Op vrijdag 13 maart 1936 is op de veiling in Pijnacker verhandeld Sla, 1e soort ƒ3,20-ƒ6,10 per 100 krop; Sla, 2e soort ƒ1,40-ƒ2,10 per 4 kilo;  Bloemkool 1e soort 10-14 cent per stuk, Bloemkool 2e soort 5-7 cent per stuk. Bospeen ƒ22 per 100 bos. Andijvie ƒ13,70 per 100 kilo. Spinazie ƒ15.40 per 100 kilo. Selderij ƒ2,70-ƒ3,80 per 100 bos. Prei ƒ1,20-ƒ1,80 per 100 bos. Knolselderij ƒ3,80 per 100 stuks  [Delftsche Courant 14 maart 1936, blz. 7]. 
Bij de rondvraag in de vergadering van de raad op 23 maart 1936 vraagt de heer Van der Vaart vraagt of de oude tuinbouwregeling nog geldt; de voorzitter antwoordt hierop bevestigend en wijst er tevens op, dat een nieuwe regeling op komst is  [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]
De eerste wagonladingen sla werden dit seizoen op 27 maart 1936 verzonden door de firma L.K. van der Gaag, groenten- en fruitexporteur. De twee wagons waren bestemd voor Duitsland, dat nog steeds de grootste afnemer van het groenten- en fruitcentrum in Pijnacker blijft, ondanks de vele beperkende en belemmerende maatregelen van de huidige Duitse regering [Delftsche Courant 27 maart 1936, blz. 7]
Op 31 maart 1936 wordt bekend dat P. Huisman uit Pijnacker is bevorderd naar de tweede klas van de Rijkslandbouwwinterschool in Dordrecht  [De Dordrechtsche Courant 31 maart 1936, blz. 1 ]
Op 22 april 1936 wordt bericht dat in de laatste dagen weer een débacle is ontstaan in de handel in sla. Vele honderdduizenden kroppen zijn op de veilingen doorgedraaid.  Als hoofdzaak van dit débacle wordt aangegeven het feit, dat Duitsland in het laatst van de vorige week geen voldoende “Genehmigungen” beschikbaar stelde, zonder welke de Nederlandse exporteurs hun produkten niet kunnen invoeren. Aan de veiling Westerlee in De Lier bleven in drie veilingdagen 42.000 kroppen onverkocht; in Naaldwijk 60.000 kroppen, die goedgekeurd waren voor de consumptie en nog 24.000 die afgekeurd werden. In Pijnacker draaiden op één dag 24.000 kroppen door [De Nederlander 22 april 1936, blz. 6]
Op 23 april 1936 werden op de veiling „Pijnacker en Omstreken" de eerste tomaten aangevoerd. De prijs bedroeg ƒ 0.24 per pond [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8].
Op 23 april 1936 is de benoeming tot leraar aan de Tuinbouwschool te Naaldwijk afgekomen van ir. C. v. d. Helm uit Delfgauw [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]. 
Ter veiling „Pijnacker en Omstreken" te Pijnacker werden vrijdagmiddag 1 mei 1936 de eerste aardbeien aangevoerd door de kwekers B. en J. Smit uit Zoetermeer. Deze vruchten werden volgens de nieuwste methode gekweekt door deze kwekers, namelijk met neonverlichting. Deze eerstelingen brachten ter veiling 13 cent per stuk op [Delftsche Courant 4 mei 1936, blz. 7]
Op 15 juni 1936 wordt gemeld dat het koelen van fruit in de laatste jaren een urgent punt voor de huurders is geworden, daar veel goed in de gewone handelstijd vrijwel waardeloos is. Thans hebben wij een moderne koelinrichting te Nootdorp gekregen, gunstig aan weg en water gelegen en van hier zeer gemakkelijk te bereiken. Het koelhuis „Arctic" van de heer J. Post voorziet in een grote behoefte van onze omgeving [Delftsche Courant 15 juni 1936, blz. 3] 
Op 24 juni 1936 wordt gemeld dat bij verschillende tuinders de komkommer- en meloenoogst voor een groot gedeelte als verloren kan worden beschouwd, daar de laatste tijd veel last wordt ondervonden van z.g. spint. Het witkalken van de ramen is slechts een beperkt voorbehoedmiddel  [Delftsche Courant 24 juni 1936, blz. 3]  
Op 4 juli 1936 wordt gemeld dat de tuinarbeidersbonden in Pijnacker overeenstemming hebben bereikt over een collectief contract met de L.T.B. Zulks was evenwel onmogelijk met de C.B.T.B. en de N.T.B. Vandaar dat de Minister van Landbouw en Visserij de niet bij de L.T.B. aangesloten tuinders tot overleg verplicht heeft. Op 1 juni 1936 waren deze werkgevers voor een bespreking uitgenodigd. Van de ruim 100 tuinders waren er slechts ongeveer 30 aanwezig. Besloten is, dat deze zaak zo mogelijk verder met de besturen van C.B.T.B. en N.T.B. geregeld zal worden [De Amsterdammer 4 juli 1936., blz. 2].
Op 7 juli 1936 wordt gemeld dat te koop worden gevraagd ongeveer 5000 mergkoolplanten door A. Bregman, Klapwijkseweg B21, Pijnacker [Delftsche Courant 7 juli 1936, blz. 4].
Op 27 juli 1936 wordt bericht dat onder voorzitterschap van de heer Q. A. Nederpel uit Loosduinen, de Kring Rotterdam, Berkel, Pijnacker en Loosduinen van de Veilingvereniging in Den Haag een vergadering heeft gehouden, waarin de moeilijke toestand van de tuinbouw is besproken. De voorzitter wees erop dat momenteel aan de veilingen vele duizenden komkommers en massa's andere artikelen onverkocht blijven. De directe inkomsten van de tuinders blijven beneden peil, zodat geen bestaansmogelijkheid meer bestaat. Het wordt noodzakelijk geacht dat de Minister zo spoedig mogelijk toestemming verleent tot het verstrekken van een voorschot-uitkering. De laatste weken moeten tal van tuinders hun personeel ontslaan, en ontstaan moeilijkheden met leveranciers. Aanvankelijk leek het dat de toestand wat gunstiger zou verlopen, doch in juli is een ongunstige wending gekomen. De doorgaande contingenteringen werken vernietigend. Het werd nodig geacht dat een algemene vergadering door de tuinbouw wordt belegd, om de toestand te bespreken. Het uitbetalen van een behoorlijk gestelde richtprijs zal ernstige gevolgen kunnen voorkomen. Ook de enorme verschuivingen in de teelten zouden op deze wijze voorkomen kunnen worden [De Standaard 27 juli 1936, blz. 5]
Op 5 september 1936 wordt gemeld dat ook hier ter plaatse grote partijen groenten onverkoopbaar blijven. De tuinbouw geeft hier -evenals in andere centra- een somber beeld  [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 7]. 
Op woensdag 21 oktober 1936 vindt om 10.00 uur op de tuin van de heer A. W Ruygrok, aan de Noordweg bij de ijsbaan te Pijnacker ten overstaan van notaris mr. C. Plet uit Pijnacker openbare verkoop tegen contant geld plaats van een tuinderij-inventaris, bestaande uit: 1500 ramen (Amerikaans grenen lijsten), schroten en palen voor 3000 ramen, betonnen schotten, ribben, 300 rietmatten, twee platte kruiwagens, een draagberry, een drie ton's ijzeren schuit, negen gegalvaniseerde platen, gieters, een partij bloempotten, enig gereedschap en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebracht. Verkoper staat af aan koper de teeltvergunning voor ramen en grond [Delftsche Corant 17 oktober 1936, blz. 4]
Gisteravond 20 november 1936 hielden de leden van de afdeling Delft van de Land- en Tuinbouwbond een vergadering in café „De Sportvriend” te Delfgauw. De voorzitter de heer S. de Vreede opende de vergadering, waarna een bespreking plaatsvond over het looncontract. De heer Termoshuizen besprak het nut van de proeftuinen, de vergadering sprak zich in die zin uit, dat de proeftuin L. H. Glasdistrict in een grote behoefte voorziet, vooral wat het punt bestrijdingsmiddelen aangaat. Daarna kwam in behandeling de agenda voor de vergadering van de tuindersvakbond te Haarlem op woensdag 28 november 1936. Besloten werd de kandidaturen van de aftredende bestuursleden te steunen. De heer W. Termoshuizen zal de afdeling op deze vergadering vertegenwoordigen. Daar van de rondvraag geen gebruik werd gemaakt sloot de voorzitter de vergadering, welke zeer goed bezocht was, op de gebruikelijke wijze [Delftsche Courant 21 november 1936, blz 8].
Op 21 november 1936 wordt gemeld dat het college van B&W aan het bestuur van de Coöperatieve Groentenveiling „Pijnacker en Omstreken" vergunning heeft verleend voor het bouwen van een fustloods op het terrein van de veiling [Delftsche Courant 21 november 1936, blz 8] 
Op 27 november 1936 wordt bericht dat het bestuur van de Coöperatieve Groentenveiling „Pijnacker en Omstreken" plannen koestert om de groentenveiling uit te breiden. De zeer moderne veiling voldoet nu nog niet geheel aan de eisen, maar zal over enige jaren, indien de tuinbouw rondom Pijnacker zich blijft uitbreiden, ongetwijfeld te klein worden. De groentenveiling van Pijnacker behoort thans reeds tot de grootste groentenveilingen van Zuid-Holland  [Delftsche Courant 27 november 1936, blz. 2]. 
In het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis" zal dinsdagavond 15 december 1936 een lezing met gekleurde lichtbeelden worden gehouden door de heer S. Lantinga, tuinbouwmedewerker van de Vara. Het programma bestaat uit de volgende drie delen: Bloemen en planten voor iedereen; beelden uit de land- en tuinbouw en natuurtaferelen  [Delftsche Courant 14 december 1936, blz.10]..

leger

Op 13 mei  1936 wordt gemeld dat bij de raad door BW een voorstel is ingediend tot het verlenen van een subsidie aan de Bijzonder Vrijwillige Landstorm [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Aangaande het verlenen van subsidie aan de B.V.L. verklaart de heer Lalleman zich hier zeer beslist tegen. Ook de heer van Winden vindt dat men „dan wel aan de gang kan blijven met subsidie te verlenen". Met 6 tegen 4 stemmen wordt het voorstel van B&W aangenomen . [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7]. 
In de maand juni 1936 zal in Pijnacker de collecte gehouden worden voor het fonds ter aanmoediging en steun van de gewapende dienst in Nederland. Dit fonds is reeds zeer oud; het werd opgericht na de slag bij Waterloo en is bestemd voor de oud-militairen  [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8].
Op 12 november 1936 wordt gemeld dat het college van B&W de Raad een voorstel zal voorleggen tot het vragen van ontheffing van de verplichting, opgelegd in artikel 179, tweede lid, van de  Gemeentewet inzake het capitulantenstelsel [Delftsche Courant 12 november 1936, blz. 3]
In het gebouw van de bloemenveiling te Rodenrijs zal dinsdag 15 december 1936 een propaganda-avond van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm worden gehouden. Als sprekers zullen optreden de heren: prof. jhr. De Savornin Lohman (lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal), luitenant-kolonel J. P. Boots en reservekapitein D.J. Karres. Tevens zal de film „De Landstorm rond Oranje" en „De B.V.L.-Landdag te Alphen" vertoond worden [Delftsche Courant 14 december 1936, blz.10].

maatschappelijke hulpverlening

Op 23 januari 1936 wordt gemeld dat een commissie is benoemd, waartoe mensen zich kunnen wenden wanneer, in verband met de in een ministeriële circulaire geregelde aanvullende steun aan boeren en tuinders, blijkt, dat de gemeente en armenzorg moeten ingrijpen. Deze commissie bestaat uit de heren: W. Termoshuizen, E.P. v. d. Laar, W. Bruine en A. v. d. Marel [Delftsche Courant 22 januari 1936, blz. 2] 
Op 25 januari 1936 wordt gemeld  dat ten behoeve van Crisis Comité A en van Winterhulp, opgericht door Crisis Comité B, zullen er in de komende dagen intekenlijsten worden aangeboden ter inzameling van gelden. De opbrengst zal worden besteed als volgt: 2/3 komt aan het Crisis Comité A, voor het geven van bedrijfsondersteuning in geld aan de crisis-slachtoffers onder werkgevers en zelfstandige werkers; 1/3 komt aan de door Crisis Comité B opgerichte Winterhulp, ter verstrekking van kleding, dekking en schoeisel aan werklozen en andere behoeftigen. Het comité, onder leiding van de burgemeester mr. dr. P. H. W. G. v. d. Helm, vertrouwt dat allen naar vermogen zullen bijdragen [Delftsche Courant 25 januari 1936, blz.3]
Op 25 januari 1936 wordt gemeld dat de werkliedenvereniging „Eigen Hulp", haar jaarvergadering houdt op maandag 27 januari 1936 in het Bondshotel van Schie. De, agenda bevat o.m. bestuursverkiezing wegens periodiek aftreden van de heren G. de Wilde Th. C. Tetteroo en W. Stoorvogel. Verder moet er op deze avond worden beslist over het bestuursvoorstel of er al dan niet een Varia-avond zal worden gegeven  [Delftsche Courant 25 januari 1936, blz. 3] 
Op 7 mei 1936 wordt gemeld dat door de Gemeentelijke Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon in Pijnacker bij de gemeenteraad is ingediend de rekening over het jaar 1935. Deze rekening sluit met een totaal aan ontvangsten van ƒ 43.689,01 [Delftsche Courant 7 mei 1936, blz. 7]
Op 11 mei 1936 verneemt de krant vernemen dat de plannen van het gemeentebestuur van Pijnacker om te komen tot een regeling, waarbij de doorgedraaide groenten ter beschikking van de werklozen en armlastigen zullen komen, in een vergevorderd stadium verkeren. Natuurlijk is dit streven, om op een gezonde manier de kosten van gemeente en Rijk te verminderen, zeer toe te juichen. De doorgedraaide producten zijn, zooals bekend, het eigendom van de Nederlandsche Veilingcentrale. Nu dringt zich ongetwijfeld bij velen de vraag op : Waarom krijgen de werklozen, die toch geen koopkracht hebben, deze producten niet ? Vele handelaren van tegenwoordig leven in een voortdurende vrees, dat de markt overvoerd zal worden en zij daardoor hun prijs zullen moeten laten zakken, dat zij geen voldoende of zelfs helemaal geen winst meer uit de producten zullen kunnen halen. Geeft men het surplus echter aan de werklozen, dan behoeven deze handelaren geen vrees te koesteren, dat de markt overvoerd zal geraken en de verschillende gemeenten zullen daardoor de steun kunnen verlagen, zodat zowel Rijk als gemeente op minder hoge lasten komen te zitten. De werklozen moeten voor deze doorgedraaide producten 3 cent per kilo betalen. Teneinde echter te voorkomen, dat de betreffende gemeente met een voorraad doorgedraaide producten blijft zitten, moeten de werklozen natuurlijk van hun kant een bepaalde afname garanderen [Delftsche Courant 11 mei 1936, blz. 6] Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Wegens de zeer grote administratieve beslommeringen en kosten voor de gemeente kan het plan om de doorgedraaide groenten tegen lage prijs ter beschikking van de werklozen te stellen niet doorgaan [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7]. 
Op 11 juni 1936 wordt bericht dat B&W een werkloze van steunverlening hebben uitgesloten, omdat hij opzettelijk neveninkomsten had verzwegen. [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9]
Woensdag 15 juli 1936 komen de oudjes van Pijnacker aan de beurt om een dagje uit rijden te gaan. Het wordt een mooie lange dag, met Oostvoorne of Rockanje als bestemming. Het comité zal nog nader bijeenkomen. Een collecte hiervoor gehouden, heeft ruim ƒ 300,- opgebracht [Delftsche Courant 11 juli 1936, blz. 8]
Op 27 juli 1936 wordft bericht dat ingevolge de ministeriële circulaire d.d. 29 januari 1936 gedurende 1936 aan de werklozen voor extra hulp (B-steun), ƒ 2,40 per werkloze mag worden beschikbaar gesteld. Het Rijk draagt ƒ 2,20 bij, mits de gemeente ƒ 2,- voor haar rekening neemt. Het Rijk draagt bij voor een aantal werklozen, berekend naar het aantal ingeschrevenen over de eerste 10 maanden van 1935. Te Pijnacker bedraagt dit aantal 94, zodat de uitgave over 1936 dus komt op 94 x f 2,- = ƒ 188,-. De steun is bedoeld tot leniging van de bijzondere gebreken. B&W stellen voor dit bedrag toe te staan [Delftsche Courant 27 juli 1936, blz. 8]
De Raad van de gemeente Pijnacker komt op donderdag 13 augustus 1936 bijeen. Ter visie ligt de rekening 1935 van de gemeentelijke dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. De rekening sluit met een bedrag van ƒ43.689,01 aan ontvangsten en uitgaven. De commissie, benoemd tot het nazien der jaarrekening van de dienst over 1935, bestaande uit de heren J.P. Lalleman en M. Boerefijn, heeft bij schrijven van 13 april 1936 verklaard deze rekening in goede orde te hebben bevonden. Bij schrijven van 1 augustus 1936 heeft de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon een opgave doen toekomen van de uitgaven over het eerste halfjaar 1936, welk bedrag ongeveer ƒ 5000,- bedraagt. In verband met de vele ziektegevallen, verzoekt het bestuur het toegekende subsidie voor 1936 met ƒ 3000,— te verhogen. B&W stellen voor het gevraagde subsidie toe te kennen [Delftsche Courant 10 augustus 1936, blz. 8]. 
Op 25 november 1936 wordt gemeld dat de leden van het thans opgeheven Crisiscomité zich als Comité voor Winterhulp hebben geconstitueerd en het werk van het vorige jaar voortgezet. De goederen die opgehaald zullen worden, zal het Comité verdelen onder alle behoeftigen van Pijnacker, die daarvoor in aanmerking wensen te komen. Deze week nog zal een inzameling worden gehouden [Delftsche Courant 25 november 1936, blz. 8]..
Zaterdag 5 december 1936 heeft de collecte Winterhulp in de gemeente plaats gevonden. Onder leiding van de dames van het comité is reeds een inzameling van gedragen kleren, schoeisel, etc. gehouden [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8]
Op 18 december 1936 wordt bericht dat de vereniging „Winterzorg" in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis", aan de Oostlaan, een vergadering heeft gehouden. De belangstelling voor deze vergadering was zeer bevredigend. Aan de orde was het kiezen van een nieuw bestuur, daar het oude en bloc aftrad. Met grote meerderheid werd het aftredende bestuur door de vergadering herkozen. Uit het verslag van de secretaris bleek, dat de vereniging, wat het ledenaantal betreft, zeer sterk vooruit ging. Aan de hand van de cijfers die de secretaris mededeelde, bleek dat het aantal leden vooral de laatste tijd sterk was gestegen. Uit een en ander bleek duidelijk, dat de vereniging „Winterzorg" in de gemeente Pijnacker zeer op zijn plaats is en dat haar werk in brede lagen wordt gewaardeerd [Delftsche Courant 18 december 1936, blz.10]. 
Op 30 december 1936 wordt bericht dat de vorige week een aanvang is gemaakt met het verstrekken van soep aan werklozen. Door de zeer grote vraag is deze wijze van voedselvoorziening een zeer groot succes geworden. Het comité heeft dan ook besloten dat in het vervolg elke week soep zal verstrekt worden. Zij, die voor dit schone doel een bijdrage willen geven, kunnen zich in verbinding stellen met de penningmeester jhr. Hesselt van Dinter [Delftsche Courant 30 december 1936, blz. 7]. 

misdaad

Bij Koninklijk besluit van 6 januari 1936, nr. 53 is benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Delft mr. C. Plet, notaris te Pijnacker. [Ned. Stcrt. 7 januari 1936, nr. 4, blz. 1]
Op 8 januari 1936 wordt N. van W. veroordeeld tot een boete van f 1 subs 2 dagen, N.R. en C.V. krijgen een boete van f 3 subs 2 dagen, H.M. van H. krijgt een boete van f 2,50  subs  2 dagen. Allen zijn afkomstig uit Pijnacker en pleegden een overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 11 januari 1936, blz. 3].
Op 8 januari 1936 hadden twee jongelui uit Pijnacker terecht gestaan, omdat ze hadden gelopen op verboden terrein, waarvan mr. v. d. Hoeven de eigenaar is. De verdachten hadden toen gezegd, dat zij toestemming hadden om er te lopen. De pachter van liet terrein, de veehouder J. B. uit Pijnacker, wordt op 15 januari 1936 als getuige gehoord. Kantonrechter: Hebt u toestemming gegeven ? Getuige: Ik mag geen toestemming geven en doe het ook niet. De verdachten zeggen dan dat B. heeft gezegd, dat hij hen niet weg zal jagen Kantonrechter: Wat doen jullie op dat land? Verdachte: Wij zijn werkloos en wilden daar mollen vangen. De ambtenaar van het O.M. vindt, dat verdachten best konden weten, dat zij op het terrein, dat een natuurmonument is, niet mochten lopen. Hij eist voor ieder ƒ 10,- subs. 8 dagen hechtenis. Eén van de verdachten: B. staat te liegen. Kantonrechter: Je mag wel oppassen. Verdachte: Hij had gezegd, dat we er mochten lopen. Kantonrechter: Boete van ƒ 10,- subs. 5 dagen. En ik zou er nu in het vervolg maar vandaan blijven [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 1].
Op 15 januari 1936 wordt J.H. v.d. K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs. 3 dagen [Delftsche Courant 18 januari 1936, blz. 2]
Op 29 januari 1936 wordt een inwoonster van Pijnacker wegens het rijden zonder licht veroordeeld tot een boete van f 1 subs 1 dag hechtenis [Delftsche Courant 29 januari 1936, blz. 2]
Op 29 januari 1936 wordt P.W. B. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van 2 maal f 2 subs 2 maal 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 1 februari 1936, blz. 11]
Op 25 februari 1936 wordt gemeld dat tegen drie personen proces-verbaal is opgemaakt wegens overtreding van de Jachtwet. Met kracht wordt tegen het stropen -dat de laatste tijd toegenomen is- opgetreden [Delftsche Courant 25 februari 1936, blz. 2].
Op 26 februari 1936 wordt P.B. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van 2 maal f 2  subs 2 maal 2 dagen wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 2 maart 1936, blz. 1]
De Haagse rechtbank heeft op 15 oktober 1936 de colporteur A. O. en de schoenmaker B. P. V. beiden uit Rotterdam, thans gedetineerd, die in Pijnacker enige personen onder valse voorwendselen hebben bewogen tot afgifte van geldbedragen ten behoeve van een instelling van weldadigheid, elk veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf  [De Dordrechtsche Courant 16 oktober 1936, blz. 9]
De kantonrechter in Delft heeft op 19 maart 1936 J. v. d. B. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 80, subs. 50 dagen hechtenis wegens melkvervalsing en deze man tot dezelfde straf van f 80, subs. 50 dagen, wegens het afleveren van melk zonder voldoende vetgehalte. De ambtenaar van het O.M. had in beide gevallen een geldboete van f 100, subs. 60 dagen geëist [De Banier 19 maart 1936, blz. 3] 
Op 20 maart 1936 wordt gemeld dat door de gemeenteveldwachter te Delfgauw twee venters zijn aangehouden, die blijkbaar hun verdiende geld aan Bacchus hadden geofferd. Voor eigen veiligheid werden zij in verzekerde bewaring gesteld. Bij nader onderzoek bleek echter, dat de gemeentepolitie een zeer goede vangst had gedaan, daar één van de venters, A., in het politieblad gesignaleerd stond en nog drie maanden gevangenisstraf tegoed had! De man werd op transport naar Den Haag gesteld, waar hij zijn straf thans zal moeten uitzitten [Delftsche Courant 20 maart 1936, blz. 12]
Voor de kantonrechter te Delft stond op 27 maart 1936 H.J. G. terecht wegens het vissen in verboden water bij Pijnacker, in gezelschap van twee andere personen. Hij werd er tevens van beschuldigd een snoek van 35 centimeter (dus kleiner dan 40 centimeter) te hebben opgehaald en deze niet in het water te hebben teruggeworpen. De verdachte verdedigde zich door vol te houden, dat hij niet bij die twee mensen hoorde, die wel gevist hadden; uit nieuwsgierigheid was hij naar hun „geknoei" gaan kijken. H.J. G. voerde verder tot zijn verdediging aan, dat de twee anderen op de sommatie van de veldwachter waren weggelopen en dat hij  -onbewust van enig kwaad- vrijwillig naar de veldwachter was toegegaan. De ambtenaar van het O.M. adviseerde de kantonrechter eerst de verbalisant te horen, waartoe de kantonrechter besloot en de zaak verdaagde  [Delftsche Courant 27 maart 1936, blz. 7]
Op 3 april 1936 wordt gemeld dat door de gemeenteveldwachter S. proces-verbaal is opgemaakt tegen een persoon, die zonder vergunning kievitseieren raapte. Het is zeer toe te juichen, dat de politie streng optreedt tegen de overtreders van de Vogelwet, daar anders diverse vogelsoorten spoedig uitgeroeid zouden worden [Delftsche Courant 3 april 1936, blz. 3].
Op 1 april 1936 wordt H. v.d. S. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 4 subs 4 dagen wegens overtreding van de Politieverordening Delft. J. van W. uit Pijnacker heeft de Motor- en Rijwielwet overtreden; hij krijgt een boete van f 2 subs 2 dagen [Delftsche Courant 4 april 1936, blz. 11].
Op 15 april 1936 wordt J.H. v.d. K.  uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs een dag wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 11]
Op 22 april 1936 wordt P. W. van H. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 2 subs een dag wegens overtreding van de Leerplichtwet  [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 10]  
Op 29 april 1936 is P.H. W. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 6 dagen wegens overtreding van de Warenwet Delftsche Courant 4 mei 1936, blz. 11]
Op 1 mei 1936 wordt gemeld dat bij de tuinder G. in de nacht van 30 april 1936 is ingebroken en voor een grote waarde aan geld ontvreemd. De burgemeester heeft als hoofd van de gemeentepolitie in samenwerking met de Rijkspolitie een onderzoek ingesteld. Tot nu toe is men de dader echter nog niet op het spoor kunnen komen [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 6]. Ook ten huize van de weduwe v. d. Kooy is door onbekend gebleven inbrekers een inbraak gepleegd. Doordat de bewoonster gerucht hoorde en op onderzoek uittoog, namen de ongenode gasten de vlucht [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 7]. 
Op 6 mei 1936 wordt bericht dat iemand uit Den Haag als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig te ver naar links had uitgehaald, waardoor een wielrijder, die zich rechts van de weg bevond, aangereden werd. Het slachtoffer van deze aanrijding, een motorhersteller uit Pijnacker, verklaarde alleen maar een wondje aan de enkel opgelopen te hebben, doch dit was van weinig betekenis. Verdachte: Mag ik weten hoe groot de snelheid van de wielrijder was ? Kantonrechter.: Wat verstaat u onder een grote snelheid? Verdachte: 20 à 25 kilometer. Kantonrechter: Nou, dat is wel wat veel. Verdachte: Dat was het ook, en getuige reed inderdaad hard. Ik heb hèm niet aangereden, hij heeft mij aangereden. Kantonrechter (die de indruk heeft, dat het slachtoffer wat bezijden de waarheid is) tot getuige: Jongmens, zou je je verklaringen niet herzien? De ambtenaar van het O.M. achtte het niet uitgesloten, dat de aangeredene onvoorzichtig gereden zou hebben, doch de verklaringen van de getuigen zijn zó pertinent, dat de schuld van de verdachte toch wel vaststaat. Spreker eiste daarom f 5.- of 5 dagen hechtenis. De kantonrechter was het niet met deze beslissing eens en daarom sprak hij verdachte vrij [Delftsche Courant 6 mei 1936, blz. 2]
Op 20 mei 1936 worden J.L.H. en P. v.d. T., beiden uit Pijnacker, veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 25 mei 1936, blz. 2]
Op 27 mei 1936 wordt bericht dat in Pijnacker een timmerman uit Den Haag op verboden grond had gelopen en bovendien aan de verbalisant een valse naam had opgegeven. Verdachte: Die naam kwam me ineens voor de mond. Ik heb jarenlang met de persoon gewerkt wiens naam ik genoemd heb. Kantonrechter: Ik werk met zoveel mensen samen. Stel je voor, dat ik, wanneer ze m'n naam vroegen, er uit die tienduizend anderen die ik ken, een willekeurige koos en me daarvoor uitgaf. Het O.M. vond de beweringen van verdachte zeer kinderachtig. Voor het feit, dat hij over verboden grond liep, eist spreker slechts ƒ1 of 1 dag, maar voor het opgeven van een valse naam vraagt hij ƒ 10 of 8 dagen hechtenis. De kantonrechter kan zich met de eerste eisch verenigen, maar de plaatsvervangende hechtenis van de tweede veranderde hij in 20 dagen [Delftsche Courant 27 mei 1936, blz. 2]. Op deze dag krijgt C.L. uit Pijnacker een boete van f 3 subs 6 dagen wegens overtreding van de Motor-en Rijwielwet [Delftsche Courant 30 mei 1936, blz. 11]
Op 3 juni 1936 wordt A. van G. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subsidiair 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 6 juni 1936, blz. 2]
Op 20 juni 1936 wordt gemeld dat kwaadwilligen een dam hebben doorgestoken, die het slootwater uit een gegraven greppel moest houden, bestemd om de riolering in te leggen. De politie onderzoekt het geval. [Delftsche Courant 20 juni 1936, blz. 7].
Op 17 juni 1936 wordt J.H. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs. 3 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 20 juni 1936, blz. 11]
Op 22 juni 1936 wordt gemeld dat bij de politie van Pijnacker aangifte is gedaan van oplichting en verduistering. Een zekere van B., wonende te Pijnacker, is als verdacht hiervan gearresteerd en voor de hulpofficier van ustitie van Pijnacker geleid. B. heeft bekend, dat hij voor een verzekeringsmaatschappij, voor welke hij werkzaam was, onrechtrnatig gelden heeft geïnd en andere ontvangen gelden verduisterd. De verduisterde gelden zijn tot een groot bedrag opgelopen. Verdachte is in verzekerde bewaring gesteld te Pijnacker, vanwaar hij waarschijnlijk zal worden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Den Haag, om voor de Officier van Justitie te worden geleid [Rotterdamsch Nieuwsblad 22 juni 1936, blz. 10] 
Op 29 juni 1936 wordt gemeld dat de politie een persoon heeft gearresteerd, die goederen heeft onttrokken aan een failliete boedel. Tegen een aannemer is proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding van de Veiligheidswet, daar hij bij een in aanbouw zijnde villa verzuimd heeft zogenaamde schriksteigers aan te brengen. Door de controleurs van de Arbeidsinspectie, die dit feit constateerden, is tevens vastgesteld, dat ook geen stortplank aanwezig was. Deze ernstige overtredingen zullen de aannemer duur komen te staan [Delftsche Courant 29 juni 1936, blz. 8].
Op 1 juli 1936 wordt iemand uit Pijnacker geverbaliseerd omdat hij al fietsend een paard met zich meevoerde. Verdachte beweerde dat hij dit moest doen van zijn baas. Het paard moest namelijk naar de smid. Kantonrechter: U bent toch wel oud genoeg om tegen uw baas te zeggen: „Baas, dat mag niet"! Het O.M. eiste f 2.- of 1 dag hechtenis, maar verdachte vroeg vrijspraak, omdat hij in loondienst was. O.M.: Ach man schei toch uit, je weet toch zelf wel dat zoiets gevaarlijk is. Verdachte: Ik wist heus niet dat het niet mocht. Ik kan het heus niet betalen. Kantonrechter: Dan gaat u maar naar uw baas toe, want daar verschuilt u zich steeds achter. Vonnis conform de eis [Delftsche Courant 1 juli 1936, blz. 1]
Op 1 juli 1936 worden wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet veroordeeld  T.L. uit Pijnacker tot een boete van f 3 subs 2 dagen, de inwoners M.M. en J.B. krijgen een boete van f 2 subs 1 dag [Delftsche Courant 4 juli 1936, blz. 11]. 
Op 8 juli 1936 wordt J.M. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 3 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 13 juli 1936, blz. 2]
Op 29 juli 1936 wordt J.K. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 1 subs 2 dagen wegens overtreding van de Delftse Politieverordening en C.S. uit Pijnacker tot een boete van 2 x f 2 subs 2 x 2 dagen [Delftsche Courant 1 augustus 1936, blz. 11]
Op 19 augustus 1936 wordt iemand uit Pijnacker veroordeeld door de kantonrechter. Hij zou daar met een auto gereden hebben, waaraan met een touw een achterstel was bevestigd, dat ging slingeren en daardoor gevaar voor het publiek opleverde. Het touw was later gebroken, waardoor het achterstel bijna op enkele schoolkinderen was ingereden. Het O.M. vroeg ƒ 20.- of 10 dagen hechtenis. Vonnis ƒ 15.- boete of 5 dagen hechtenis [Delftsche Courant 19 augustus 1936, blz. 2]
Op 26 augustus 1936 wordt A. v.d. S. uit Pijnacker veroordeeld wegens openbare dronkenschap tot een boete van f 15 subs 8 dagen [Delftsche Courant 31 augustus 1936, blz. 2]
Op 3 september 1936 wordt bericht dat verschillende landbouwers in Pijnacker en omgeving bij de politie aangifte hebben gedaan van diefstallen van fruit uit de boomgaarden. De politie is er thans in geslaagd een vijftal jongelieden van 14-16 jaar aan te houden, die bij de landbouwer A. uit Pijnacker pruimen hadden ontvreemd. Voorts is in Pijnacker een inbraak gepleegd in de kantine van de veiling. Er werden voornamelijk dranken en snoeperijen ontvreemd. Als verdacht hiervan heeft de gemeentepolitie enige jongelieden aangehouden, die de daders bleken te zijn [Delftsche Courant 3 september 1936, blz. 7].
Op 2 september 1936 wordt J.N. van A. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 7 september 1936, blz. 2].
Op de nieuwe Rijksweg naar Overschie mag men niet met een fiets rijden. Natuurlijk wel op het rijwielpad, maar niet op de grote weg. Een jongeman uit Pijnacker heeft dat toch gedaan en wordt op 16 september 1936 door de kantonrechter veroordeeld tot ƒ 1,- subs. 1 dag. De eis was ƒ 2,- subs. 2 dagen [Delftsche Courant 16 september 1936, blz. 2] 
Op 16 september 1936 wordt W.H. B. uit  Pijnacker wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet veroordeeld tot een boete van ƒ 7.50 subs. 4 dagen [Delftsche Courant 19 september 1936, blz. 11].
Op 29 september 1936 wordt gemeld dat de politie sinds enige tijd jeugdige delinquenten op het spoor is, die zich geregeld schuldig maken aan straatschenderijen en kleine diefstallen. Een viertal is reeds op heterdaad betrapt en in bewaring gesteld [Delftsche Courant 29 september 1936, blz.10].
Op 1 oktober 1936 wordt gemeld dat de colporteur A.O., en B.P. V., beiden uit Rotterdam, thans gedetineerd, hebben terecht gestaan wegens oplichting. Zij hebben namelijk op 24 juli 1936 in Pijnacker enige ingezetenen bewogen tot het storten van een bijdrage in een busje, ten behoeve van een liefdadig doel, waarbij zij ook een krantje achterlieten. Terwijl de gevers niet beter wisten, of zij offerden ten behoeve van het zwakzinnige kind, bleek achteraf, dat zij door de mannen, die zich in een uniform met emblemen gestoken hadden, waren bedrogen, en dat het geld door hen ten eigen bate was aangewend. Volgens O. zou hij door de omstandigheden gedreven door V. op het denkbeeld zijn gebracht. De officier van justitie, eiste tegen O., die reeds eerder is veroordeeld, 8 maanden en tegen V. 6 maanden gevangenisstraf. Uitspraak 16 oktober 1936 [Haagsche Courant 1 oktober 1936, blz. 1]. De rechtbank legt op 15 oktober 1936 ieder vier maanden gevangenisstraf op [Haagsche Courant 15 oktober 1936, blz. 14]. 
Wegens overtreding van de Verordening op de tapperijen te Pijnacker is J.C. G. uit Pijnacker op 30 september 1936 veroordeeld tot een boete van ƒ 1,- subs. een dag [Delftsche Courant 5 oktober 1936, blz. 6].
Op 7 oktober 1936 wordt W.J.M.V. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 25 subs 10 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 9]
Op 11 oktober 1936 wordt J. B. uit Pijnacker wegens overtreding van de Visserijwet veroordeeld tot een boete van ƒ 1 subs. 1 dag. H.P. uit Pijnacker krijgt een boete van f 10 subs 6 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet  [Delftsche Courant 19 oktober 1936, blz. 7].
Een loswerkman uit Pijnacker had zonder toestemming van de bezitter in binnenwater gevist. Vreemd genoeg wist hij wel, dat hij er niet vissen mocht, maar hij deed het omdat hij werkloos was en niets te doen had. Het O.M. eiste tegen hem ƒ 2,- of 1 dag hechtenis. O.M.: U bent gedetineerd hè, want u hebt voor een andere zaak nog 20 dagen tegoed. Die ene dag zal er dan nog wel bij kunnen. Dat gaat in een moeite door. U betaalt die boete toch niet. Verdachte verzekerde de boete wel te zullen betalen als er maar een beetje af zou gaan. Iedere dag hechtenis is er één en tenslotte helpen alle kleine beetjes! De kantonrechter week daarom af van de eis en legde op 14 oktober 1936 een boete op van f 1,- of 1 dag hechtenis, zodat het nu voor verdachte wel mogelijk zou zijn de boete te betalen [Delftsche Courant 14 oktober 1936, blz. 8]
Op 19 oktober 1936 wordt bericht dat de gemeentepolitie van Voorburg, Nootdorp en Stompwijk heeft het onderzoek naar het complot van de „Zwijntjesjagers", die tientallen rijwielen uit Den Haag, Rijswijk, Voorburg en Delft ontvreemdden en die te Nootdorp, Pijnacker en Stompwijk van de hand deden, met kracht voortgezet. Het resultaat van dit onderzoek is, volgens de Residentiebode, geweest, dat tegen niet minder dan twaalf personen proces-verbaal werd opgemaakt wegens diefstal of heling van rijwielen, terwijl het aantal gestolen rijwielen tot 132 is opgelopen. De hoofddader was een zekere v. d. P. uit Voorburg, die onder zijn kornuiten bekend stond als „Toon, de fietsenman". Deze nam gewoonlijk het moeilijkste deel van de arbeid voor zijn rekening. Hij ging er gewoonlijk zelf op de gestolen karretjes vandoor en bezorgde deze bij zijn verschillende „connecties" op het platteland. Hier werden de rijwielen van enkele onderdelen ontdaan, zonodig opnieuw gelakt of van een andere kleur voorzien en desnoods opnieuw met andere onderdelen opgetuigd, zodat het buitengewoon moeilijk was voor de eigenaren  -toen eenmaal tientallen rijwielen in beslag waren genomen- hun eigen karretje te herkennen. „Toon, de fietsenman" bleek op zijn terrein een deskundige te zijn, want men kon bij hem een rijwiel bestellen van een bepaald „merk" en stipt binnen een week kon men er op rekenen het bestelde thuisbezorgd te krijgen. Hierdoor is het gekomen, dat verschillende personen in v. d; P. een rijwielhandelaar zagen en onbewust een gestolen rijwiel kochten. Slechts de lage prijs, waarvoor de rijwielen vaak werden verhandeld - kon achterdocht wekken, alhoewel v. d. P. en zijn kornuiten „zakelijk" genoeg waren om de prijs niet al te laag te stellen. De twaalf personen, die door de politie wegens diefstal en heling van de rijwielen -onder aanvoering van „Toon, den fietsenman”- zijn aangehouden, zijn bijna allen in Nootdorp en Stompwijk woonachtig. Na verhoor en proces-verbaal zijn zij weer op vrije voeten gesteld. Degenen die zich de laatste dagen op het politiebureau in Voorburg hebben vervoegd om aangifte te doen van vermissing van hun rijwiel, kunnen zich daar thans komen overtuigen of hun eigendom onder de gestolen rijwielen aanwezig is. Dit laatste wil echter nog geenszins zeggen dat zij thans reeds over hun wettig eigendom de beschikking krijgen. Hierop moet de beschikking van de Justitie nog worden afgewacht [Nieuwe Venlosche Courant 19 oktober 1936, blz. 7]
In de nacht van vrijdag op zaterdag 17 oktober 1936 is ingebroken bij de burgemeester van Pijnacker, mr. dr. P.H.W.G. van den Helm. De daders hebben zich aan de achterkant van het huis toegang verschaft. Er worden slechts vermist een klein bedrag uit een beursje en een geldkistje, waarin papieren waren opgeborgen. Het kistje is later teruggevonden in een heg van één van de belendende huizen [Rotterdamsch Nieuwsblad 19 oktober 1936, blz. 6].
Een veehouder uit Pijnacker, J.H. van V., die in juni 1936 in staat van faillissement is verklaard, heeft diverse bezittingen o.m. de opbrengst van een veestapel die hij door zekere M. had laten verkopen, alsmede een grote hoeveelheid stalgerij, niet als baten opgegeven, niettegenstaande de curator, die hem niet vertrouwde, hem nog 24 uur gelegenheid had gegeven om een aanvullende opgave te verstrekken. Hij had o.m. de curator medegedeeld, dat de opbrengst van de veestapel, ongeveer ƒ 2000,- hem door vrouwen te Rotterdam, met wie hij omgang had gehad, afhandig was gemaakt. Verdachte, die zich voor de Haagsche rechtbank van de domme hield, beweerde niet geweten te hebben dat hij alles moest opgeven. Zijn standpunt was, als men de storm ziet aankomen, moet men zorgen dat de boel binnenkomt. Dit standpunt vond geen steun bij het O.M. dat tegen verdachte wegens bedrieglijke bankbreuk 1½  jaar gevangenisstraf eiste. Mr. Herbert Polak pleitte clementie, op grond dat verdachte naar slechte raadgevers heeft geluisterd en hij reeds genoeg is gestraft door het voorarrest en het verlies van al zijn bezittingen [Delftsche Courant 29 oktober 1936, blz. 10]. In november 1936 wordt de veehouder van V.  uit Pijnacker door de Haagse rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens bedrieglijke bankbreuk [Delftsche Courant 12 november 1936, blz. 10] . 
Wegens verduistering, meermalen gepleegd, stond op 29 oktober 1936 terecht de gedetineerde 39-jarige gewezen hoofdagent van „De Volkskrant” P. M. van B uit Pijnacker. Verdachte, die een volledige bekentenis aflegde, heeft in Bergen op Zoom, waar hij gedurende vier jaren als hoofdagent van de N.V. optrad, verschillende geldbedragen, tot een totaal van ongeveer f 1500.— geïncasseerd en ten eigen bate aangewend. Hij vluchtte daarop naar België, doch de directie, medelijden hebbende met zijn gezin, trof een regeling met hem en stelde hem in staat in het onderhoud daarvan te voorzien, door hem aan te stellen in Pijnacker. Het verduisterde bedrag zou hij op zeer lange termijn mogen afbetalen. Van B. beloonde deze tegemoetkomende houding met opnieuw verduisteringen te plegen en eigende zich een bedrag van 1150.- toe. Het O.M. waargenomen door jhr. mr. van Asch van Wijck, wees er op, dat verdachte niet uit nooddruft handelde, maar het geld besteedde aan wijntje en trijntje. Verdachte heeft wel heel bedenkelijk gereageerd op de grootmoedige houding van de directie en, rekening houdend met een ingekomen reclasseringsrapport, vorderde de officier 1½ jaar gevangenisstraf. Mr. Peek verzocht de rechtbank het nog eenmaal met verdachte  te proberen en vroeg een voorwaardelijke straf [De Avondpost 29 oktober 1936, blz. 11; De Nederlander 29 oktober 1936, blz. 2]. In november 1936 wordt de gewezen hoofdagent van De Volkskrant N.V.,  P.M. van B. uit Pijnacker wegens verduistering van gelden van de NV door de Haagse rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf [Delftsche Courant 12 november 1936, blz. 10]
Op 4 november 1936 worden J.P. van S. en J.W. van S., beiden uit Pijnacker, veroordeeld tot ieder 6 maal ƒ 2 subs. 6 dagen wegens overtreding van de Arbeidswet .P.Th. van S. uit Pijnacker krijgt een boete van ƒ 10 subs. 3 dagen wegens overtreding van de Jachtwet [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 11]
Gisternacht 5 november 1936 werd door de beide gemeenteveldwachters van Pijnacker en Delfgauw in de Oude Leede een drietal beruchte visstropers, woonachtig te Delft, vanwege het vissen in een anders viswater en zonder voorzien te zijn van een akte bekeurd. Een grote hoeveelheid vis en een viszegen werd in beslag genomen [Delftsche Courant 6 november 1936, blz. 10].
Op 12 november 1936 wordt gemeld dat een zekere L. uit Pijnacker, die in beschonken toestand een auto had bestuurd en slingerend over de weg had gereden door de kantonrechter is veroordeeld tot een boete van  f 150 subs. 3 maanden hechtenis en intrekking van het rijbewijs voor de tijd van één jaar [De Volkskrant 12 november 1936, blz. 3].
Op 18 november 1936 houdt de kantonrechter zitting. “Ik ben niet aangereden, maar aangerede”, zegt de persoon, die in verzet is gekomen tegen een vonnis van de kantonrechter. De man bedoelde hiermee te zeggen, dat hij geen aanrijding had veroorzaakt, maar aangereden was. Volgens de dagvaarding heeft verdachte echter op 28 augustus 1936 op de Delfgauwseweg als wielrijder een aanrijding veroorzaakt. De motorrijder, een 18-jarig jongmens uit Pijnacker wordt als getuige gehoord en verklaart, dat de verdachte, toen hij naar links wilde, niet tijdig genoeg de richting aangaf. Ambtenaar (tot verdachte): “Keek u eerst niet om?” Verdachte : “Ik heb 'r niet op gelet”. Ambtenaar : “U moet tijdig richting aangeven en daarbij eerst even nagaan of er verkeer vlak achter u komt”. De volgende getuige is de 18-jarige kantoorbediende G. van A. uit Rotterdam. Hij heeft gezien, dat verdachte naar links wilde gaan en op dat moment de motorrijder zag aankomen. Hij weifelde toen en ging terug, zodat hij door de motor werd aangereden. Als verdachte gewoon zou hebben doorgereden zou er niets zijn gebeurd. De verdachte zegt, dat hij nog op het rijwielpad reed toen de motorrijder tegen hem opbotste. De ambtenaar van het O.M. is van mening dat verdachte een aantal fouten heeft gemaakt, terwijl hem er slechts één ten laste is gelegd. Verdachte had in geen geval terug mogen keren, toen hij de motorrijder zag naderen. De kantonrechter wil rekening houden met de schadevergoeding, die hem nog wacht en daarom de straf verminderen tot ƒ 5,- subs. 5 dagen en wijst er met nadruk op, dat dit vonnis zeer mild is [Delftsche Courant 18 november 1936, blz. 8].
Op 18 november 1936 wordt D. J. v. d. K. uit  Pijnacker veroordeeld tot ƒ 5 subs. 5 dagen wegens overtreding van de Leerplichtwet [Delftsche Courant 21 november 1936, blz. 8]
Op 21 november 1936 wordt gemeld dat de rijksveldwachter R. proces-verbaal heeft opgemaakt tegen twee slagers en een bakker, allen woonachtig te Pijnacker, wegens overtreding van de Arbeidswet. Door de politie is ook proces-verbaal opgemaakt tegen de Hagenaar H. wegens overtreding van de Visserijwet. Tevens werd proces-verbaal opgemaakt tegen een inwoner wegens overtreding van de vuurwapenwet [Delftsche Courant 21 november 1936, blz 8].
Op 25 november 1936 wordt gemeld dat een te Delft wonende student onder de gemeente Pijnacker met een motor heeft gereden zonder een rijbewijs te bezitten. De verdachte voerde aan dat hij motorrijden aan het leren was. De ambtenaar merkt op, dat het leren motorrijden op een openbare weg gevaarlijk is en eist ƒ 3 subs. 2 dagen, waarmee de kantonrechter akkoord gaat [Delftsche Courant 25 november 1936, blz. 4]  
Op 26 november 1936 wordt gemeld dat door de gemeentepolitie een inwoner van Delft is bekeurd wegens het vissen met een zgn. palingschaar in de Zuidpolder. Het verboden vistuig is in beslag genomen [Delftsche Courant 26 november 1936, blz.9].
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat de groentehandelaar K., die in de morgen van 27 november 1936 een paar klanten bediende, naar zijn wagen terugkerend, tot de onaangename ontdekking kwam dat zijn gewichten waren gestolen [Delftsche Courant 28 november 1936, blz. 7]. 
Op 2 december 1936 wordt J.W. uit Pijnacker veroordeeld tot een boete van f 3 subs 2 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 5 december 1936, blz. 2]. 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat op ergerlijke wijze de hond van de heer V. uit de Stationsstraat door onbekenden is mishandeld. De toestand van de hond was dusdanig, dat hij per auto naar de hondenkliniek te Delft moest worden vervoerd. De politie stelt een onderzoek in naar de identiteit van deze laffe dierenbeulen [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
Op 7 december 1936 wordt gemeld dat  de gemeentepolitie proces-verbaal heeft opgemaakt tegen enige personen inzake overtreding van de Visserijwet. Een werpnet is in beslag genomen, terwijl de reeds gevangen vis weer in het water is geworpen [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8] 
Op 15 december 1936 wordt bericht dat dezer dagen hier is aangehouden de 70-jarige S. wiens opsporing werd verzocht door de burgemeester van Pijnacker, in verband met een reeks inbraken, aldaar gepleegd. S. is door de gemeentepolitie van Veur naar Pijnacker op transport gesteld [Het Volk 15 december 1936, blz. 2].          
Op 18 december 1936 wordt bericht dat de caféhouder V. B. te Pijnacker is bekeurd door de gemeentepolitie wegens overtreding van de verordening op de tapperijen. De politie heeft proces-verbaal opgemaakt tegen twee stropers wegens het jagen met ongeoorloofde middelen. De „jagers" hadden een groot net gespannen, waar zij de hazen in trachtten te jagen. Het net is door de politie in beslag genomen [Delftsche Courant 18 december 1936, blz. 10]. 
Op 29 december 1936 wordt gemeld dat van de heer G. v. d. Burg, Uitpad te Pijnacker gisteravond een luxe personenauto merk Citroen in Den Haag is ontvreemd. De heer v. d. Burg had de wagen geparkeerd om naar de versiering en de verlichting te gaan kijken en bij terugkomst kwam hij tot de ontdekking dat de auto verdwenen was. Van de diefstal werd aangifte gedaan bij de politie [Delftsche Courant 29 december 1936, blz. 8].
Op 29 december 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker door de politie tegen een zestal personen proces-verbaal is opgemaakt wegens het niet binnen 8 dagen aangeven aan de gemeentesecretarie van hun verhuizing binnen de kom van de gemeente. Daar het publiek over het algemeen in de mening verkeert dat van verhuizing binnen de kom van de gemeente geen aangifte behoeft te geschieden, verzoekt men ons hierop nogmaals de aandacht te willen vestigen [Delftsche Courant 29 december 1936, blz. 8].

nutsvoorzieningen

De heer B. Noorland onderwerpt op 23 maart 1936 de begroting 1936 van de stichting drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten" aan een kritische beschouwing; spreker vindt dat er „muziek" zit in deze begroting! Hij stelt voor een verlaging van 10%. De heer Lalleman sluit zich bij de vorige spreker aan. Het raadslid E. Huijsman stelt de raad voor, bij het bestuur van de drinkwaterleiding een verzoek in te dienen tot nadere gegevens; na enige discussie wordt dit voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen  [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]
Op 2 april 1936 wordt gemeld dat de vaart langs de Oostlaan, die voor alle scheepvaart een tijdlang gesloten is geweest, thans weer is opengesteld. Door de Stichting Drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten" zijn ten behoeve van de drinkwaterleiding van Pijnacker twee nieuwe zinkstukken in de vaart aangebracht.[Delftsche Courant 2 april 1936, blz. 2].
Zaterdagavond 4 april 1936 gingen in deze gemeente om 19.00 uur plotseling alle elektrische lampen uit, zodat een werkelijk „Egyptische duisternis" heerste. Begrijpelijkerwijze kwam deze storing op de drukke zaterdagavond zeer ongelegen voor de winkeliers, ook de straten waren volslagen donker en binnenshuis moest men zich met petroleumlampen, etc., behelpen. Pas om 22.00 uur was het defect in de elektrische centrale verholpen [Delftsche Courant 7 april 1936, blz. 10]. 
De raad vergadert op 17 april 1936. De heer van Winden zou gaarne zien, dat gedurende de zomermaanden de straatlantaarns niet werden aangestoken, ter bezuiniging. De heer Lalleman vraagt zich af of dit wel in het belang van de zedelijkheid is (hilariteit) [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
De raad vergadert op 17 april 1936. Bij de rondvraag ontspint zich een heftige discussie over de hoge waterprijzen; de heer Noorland concludeert o.a. dat de Stichting Waterleiding „De Tien Gemeenten" niet met cijfers durft te komen! Enige andere raadsleden spreken hun verwondering uit over het uitblijven van de aangevraagde proefbalans over 1935 [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Op 14 mei 1936 wordt gemeld dat in verband met het onderzoek van de rekening 1934 en een voorlopige verlies- en exploitatierekening over 1935 van het waterleidingbedrijf „De tien gemeenten", B&W de raad voorstellen de Waterleidingcommissie met drie leden uit te breiden  [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7].
Op 14 mei 1936 wordt gemeld dat het G.E.B. aan het gemeentebestuur heeft bericht dat de kosten van uitbreiding van het elektrisch net met inbegrip van een kabel voor de straatverlichting ƒ 1980,- zullen bedragen, terwijl voor het plaatsen van gietijzeren lantaarnpalen ƒ 60,- per paal wordt berekend. De directie van het G.E.B. is bereid een deel van de kosten voor haar rekening te nemen. De palen worden echter te duur geacht. B&W stellen dienaangaande de raad voor over te gaan tot noodzakelijke uitbreiding [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7]. Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Het voorstel tot uitbreiding van het elektrisch leidingnet en gasnet (land Blad) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen; enige leden verklaren het zeer vreemd te vinden, dat het G.E.B. te Delft de kosten niet kon verlagen, doch wel bereid was ƒ 480.- voor haar rekening te nemen [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7]. 
Op 15 mei 1936 komt de raad bijeen. Op voorstel van B&W wordt de huidige Waterleidingcommissie uitgebreid met drie raadsleden: de heren E. Huysman, J. Lalleman en B. Noorland. Naar aanleiding hiervan merkt de heer v. d Burg op, dat hij het ten zeerste betreurt, dat niet alle raadsleden in de gelegenheid zijn gesteld om deze belangrijke besprekingen bij te wonen. De voorzitter antwoordt hierop, dat een commissie van 11 leden te groot zou worden, doch dat tegen de aanwezigheid van de andere raadsleden vast geen bezwaar zou worden gemaakt door het Waterleidingbestuur. De heer Noorland vindt de waterleidingkwestie te belangrijk om besprekingen, zonder ruggespraak te kunnen houden met de andere raadsleden, te voeren. De heer Huysman verklaart gaarne een proefbalans en de statuten te willen ontvangen [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz. 7].
Op de dinsdagavond 30 juni 1936 gehouden vergadering van de gemeenteraad van Pijnacker kwam onder andere de waterleidingkwestie ter tafel. De heer B. Noorland bracht verslag uit van de commissievergadering. Voor de eerste maal zijn thans de statuten aan de leden ter inzage gegeven. Hieruit bleek, dat de leden van de stichting het recht hebben inzage van de boeken en rekeningen te verlangen. Daar dit nog nimmer is geschied, hebben de leden bezwaar de begroting goed te keuren. Het betrof hier echter een voorlopige goedkeuring, waarmee de raad zich tenslotte verenigde, op voorwaarde dat de voormalige en huidige commissieleden zich met  elkander verstaan teneinde tot een statutenwijziging te komen. Aan de orde was vervolgens de vaststelling van de rekening van het gasbedrijf over 1935. Behalve dat verzuimd is de rekening aan de gascommissie voor te leggen heeft de indiening te laat plaats gehad, zodat het voorstel door B&W werd teruggenomen [Het Vaderland 1 juli 1936, blz. 13]
Op 11 juli 1936 wordt gemeld dat de colleges van B&W, alsmede de administratieve en technische leiders van de gemeenten Maassluis, Naaldwijk, Kethel en Spaland, Pijnacker, Stompwijk, Veur en Monster dezer dagen een bezoek hebben gebracht aan de gebouwen van het G.E.B. te Delft. Rondgeleid door de directeur, ing. Swartwout de Hoog en de adjunct-directeur, ir. van Heloma en toegelicht met tekeningen, kregen de genodigden een fraaie indruk van het modern geoutilleerde bedrijf. Grote bewondering werd vrij algemeen aan de dag gelegd voor de nieuwe aanwinst, de 9000 P.K. Ljongstrom turbogenerator. Na afloop van de excursie dankte de burgemeester van Naaldwijk, de heer Th. P. J. Elsen, voor de ontvangst [Delftsche Courant 11 juli 1936, blz. 8]. 
Op 16 juli 1936 wordt gemeld dat het met de waterleiding De Tien Gemeenten, die Pijnacker, Zoetermeer, Berkel enz. van drinkwater voorziet, niet geheel naar wens van de aangeslotenen schijntte gaan. Van tijd tot tijd verschijnt een deel van de burgerij uit de diverse gemeenten, waarvan Berkel evenwel de kroon spant, op de strafzitting van de Delftse kantonrechter, om gevonnist te worden over hun verzuim om de verplichte aansluiting te gedogen. De voornaamste verdediging bestaat in het feit dat er geen geld is om de hoge kosten te betalen. Een huurwaarde van ƒ 6 en een waterleidingbedrag van f 12 per drie maanden vond ook de rechter niet mis. Verschillende verdachten waren reeds eerder gestraft, doch tot aansluiting op de waterleiding waren zij niet te bewegen. In de meeste gevallen werd de boete ook nu weer op ƒ 5 gesteld; voor enkele hardnekkigen werd het bedrag hoger [Rotterdamsch Nieuwsblad 16 juli 1936, blz. 15]
Op 10 oktober 1936 wordt gemeld dat de Gascommissie heeft aan B&W een rapport doen toekomen, waarin erop wordt gewezen, dat de commissie naar middelen uitgezien heeft om de afname van gas te doen stijgen. Weliswaar begint de afname zo langzamerhand te vermeerderen, doch dat neemt niet weg dat nog steeds op een aanzienlijk verlies moet worden gerekend. Getracht zal nu worden om door middel van het verkopen van doorstroomapparaten deze aan verbruikers in huurkoop af te staan. Deze apparaten zullen aan verbruikers, die daarvoor interesse hebben, worden afgestaan voor een totaal bedrag van ƒ 48,-, te betalen in maandelijkse termijnen van ƒ 2,-, terwijl bij de plaatsing ƒ2,- vooruit moet worden gestort. Het ligt in het voornemen de plaatsing van deze doorstroomapparaten aan de installateurs in handen te geven [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 1]. 
Op 24 november 1936 wordt gemeld dat in verband met de klachten, die wij te Berkel en Rodenrijs vernomen hadden, hebben wij ons gewend tot de directeur van de Stichting „De Tien Gemeenten", de heer A. H. Goldberg Jr. te Pijnacker, die zich onmiddellijk bereid verklaarde ons een uiteenzetting van de zaak te geven. Vroeger, toen de mensen in deze streek uitsluitend waren aangewezen op water uit pompen, regenputten en sloten, werden er talrijke klachten over de toestand van het water vernomen, aldus de heer Goldberg. Voor de verschillende gemeenten afzonderlijk kon er geen sprake zijn van een gemeentelijke waterleiding vanwege het geringe aantal aansluitingen, omdat zoiets op een financieel fiasco zou zijn uitgelopen. Daarom werd ongeveer negen jaar geleden door de vertegenwoordigers van een tiental gemeenten in deze omgeving overleg gepleegd, hetgeen leidde tot de oprichting van de Stichting “De Tien Gemeenten". Voor de oprichting werd een bedrag van 1½  miljoen geleend, waarvan natuurlijk rente en aflossing moet worden betaald. Het liet zich dus aanzien, dat de lasten voor de Stichting aanzienlijk zouden zijn en daarmee werd dan ook rekening gehouden. Behalve dat elke aangesloten gemeente zich garant verklaarde voor de rente en aflossing, werd in de bouwverordening de bepaling opgenomen, dat elk perceel, gelegen op een afstand van minder dan 100 meter van de openbare weg, aan de waterleiding moet zijn aangesloten en aangesloten moet blijven. Door deze verordening werden de bewoners dus verplicht een aansluiting aan de drinkwaterleiding te aanvaarden. Wat de tarieven betreft, meende de heer Goldberg, dat deze niet lager kunnen worden gesteld. In de negen jaren, dat de Stichting in werking is, zijn de tarieven trouwens reeds tweemaal met tien procent verlaagd. Het maken van winst is niet de bedoeling, maar er moet worden gezorgd dat men „er uit" kan komen. Niet vergeten mag worden, dat men op verschillende plaatsen hoofdbuizen heeft liggen, soms van 5 tot 6 kilometer lengte, zonder één aansluiting. Het is begrijpelijk, dat dit hoge kosten met zich meebrengt. Op een desbetreffende vraag deelde de heer Goldberg mede, dat de Stichting inderdaad een oppervlaktetarief toepast. Zo bestaan er 44 tarieven, gebaseerd op de oppervlakte van de woning. Het laagste tarief bedraagt ƒ 7,-, het hoogste ƒ 51,- per jaar, waarvoor dan een bepaalde hoeveelheid water mag worden gebruikt. Zo heeft iemand, die f 51,- betaalt recht op 90 m³ , terwijl voor elke m³ welke daarboven wordt gebruikt, een bedrag van ƒ 0,20 verschuldigd is. De gemiddelde woning is ingedeeld in klasse 22, waarvoor ƒ 28,- per jaar wordt betaald met recht op 51 m³ water. Bij de betaling, zo voegde de heer Goldberg hieraan toe, wordt de grootst mogelijke soepelheid betracht. Er zijn personen, die bijvoorbeeld een kwartje of 20 cent per week komen betalen. Met de financiële belangen van de aangeslotenen wordt terdege rekening gehouden en in de meeste gemeenten heeft men dan ook van de mensen absoluut geen last. Het is voornamelijk in Berkel en Rodenrijs, waar actie tegen de waterleiding bestaat. Volgens de directeur zijn daar enige raddraaiers, die elke gelegenheid te baat nemen om tegen de waterleiding te stoken. Deze personen schijnen echter niet te beseffen, aldus de heer Goldberg, dat zij daarmee schade berokkenen aan de goedwillenden. Want, indien er niet betaald wordt, zal de gemeente het benodigde geld uit belastingen moeten halen, omdat zij zich garant heeft verklaard. Wij hebben de directeur tenslotte de vraag gesteld, of het waar is, dat gedurende enige jaren 15 % van de gemaakte winst onder het personeel werd verdeeld. De heer Goldberg antwoordde, dat dit inderdaad juist is. In de statuten van de Stichting was de bepaling opgenomen, dat een zeker percentage van de te maken winst jaarlijks onder het personeel zou worden verdeeld. Het bleek echter, dat het te verdelen bedrag zo hoog was, dat men tenslotte besloot de betreffende bepaling te schrappen. Met een technisch ambtenaar van de waterleiding hadden wij ook nog een kort onderhoud. Uiteraard wenste deze ambtenaar niet breedvoerig op deze kwestie in te gaan, doch wel wees hij erop, dat het naar zijn mening voor een groepswaterleiding als „De Tien Gemeenten" noodzaak is dwang op te leggen. Want, zo redeneerde hij, werd een aansluiting niet verplicht gesteld, dan zouden de velen, die over regenputten of anderszins beschikken, de waterleiding eenvoudig „uitlachen". De ambtenaar merkte nog op, dat de betaling steeds zo billijk mogelijk wordt geregeld en hij besloot met te zeggen dat de directeur in dit opzicht bijna al te goed voor de mensen is. Bij het door ons ingestelde onderzoek hebben wij de overtuiging gekregen, dat de directeur van de Stichting „De Tien Gemeenten" inderdaad de grootst mogelijke soepelheid in acht neemt, indien hem blijkt, dat aangeslotenen werkelijk niet bij machte zijn de rekeningen te voldoen. Zelfs menen wij ons te herinneren, dat de heer Goldberg persoonlijk voor de Delftse kantonrechter heeft getuigd ten gunste van personen, wier wanbetaling op onmacht berustte. Toch moeten wij erkennen, dat de tarieven van de waterleiding op ons -zacht uitgedrukt- een zeer eigenaardige indruk hebben gemaakt en dat wij de bezwaren, die gerezen zijn tegen het oppervlaktetarief, dat met veel of weinig gebruik absoluut geen rekening houdt, volkomen kunnen begrijpen. Wij zijn niet blind voor de motieven, die het bestuur van de Waterleiding hebben genoopt, een dergelijk tarief op te stellen en aansluiting te verplichten. Maar toch vragen wij ons af, of een meer billijke tariefregeling, waarbij duidelijker het waterverbruik een rol speelt, niet gewenst moet worden geacht om aan de zeker niet geheel en al ongegronde ontevredenheid van verschillende aangeslotenen een einde te maken. Wellicht zou een tariefwijziging in die zin een vermindering van inkomsten betekenen, doch uit hetgeen wij vernamen, menen wij te mogen opmerken, dat de winsten, die door de Stichting „De Tien Gemeenten" worden gemaakt, niet onbevredigend mogen worden genoemd [Delftsche Courant 24 november 1936, blz. 9]
Op 24 september 1937 wordt bericht dat de jaarrekening van het gasbedrijf over 1936 sluit met een verliessaldo van ƒ 5241.93. De rekening ligt met alle bijlagen in het raadhuis ter inzage  [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6] .
Op 24 september 1937 wordt gemeld dat de stichting Drinkwatervoorziening ,,De Tien Gemeenten" de rekening over het dienstjaar 1936 ter voorlopige vaststelling ingezonden. B&W hebben aan de Raad voorgesteld de rekening voor 1938 goed te keuren. De cijfers zijn: Voor de gewone dienst ƒ 178.340.60, voor de kapitaaldienst ƒ 190.268.82 [Haagsche Courant 24 september 1937, blz. 6] 
onderwijsOp 5 februari 1936 wordt gemeld dat over de gemeenschappelijke regeling ingevolge art. 19 van de Lager Onderwijswet 1920 tussen de gemeenten Pijnacker en Nootdorp nog geen algehele overeenstemming was bereikt m.b.t. de grootte van het aan deze gemeente door Nootdorp te betalen bedrag per leerling, in de regeling op f 24 bepaald, en voor wat betreft de aftrek van het door de ouders te betalen schoolgeld van het totaal door Nootdorp te vergoeden bedrag, dat Pijnacker niet bereid was toe te staan. Het resultaat van bedoelde onderhandelingen is nu geweest, dat Pijnacker genegen is de vergoeding per leerling van i 24 tot f 20 te verlagen en de regeling voorts nog in dier voege te wijzigen, dat op de in totaal door Nootdorp te betalen vergoeding wordt afgetrokken het door de ouders betaalde schoolgeld [Delftsche Courant 5 februari 1936, blz. 8].
Naar wij op 18 februari 1936 vernemen zal heer de Nooyer -hoofd van de openbare school aan de Katwijksestraat- met ingang van 1 april 1936 het onderwijs vaarwel zeggen, in verband met zijn ouderdom. Dit heengaan zal ongetwijfeld door velen betreurd worden, daar de heer de Nooyer zeer lange tijd bij het lagere onderwijs in de gemeente is werkzaam geweest [Delftsche Courant 18 februari 1936, blz. 3].
Op 24 februari 1936 wordt bericht dat, nu vanwege het aanstaande vertrek van de heer De Nooyer, hoofd van de neutrale lagere school in de Katwijksebuurt, deze plaats vacant is gekomen, het gemeentebestuur een oproep heeft geplaatst in het onderwijzersblad „De Vacature". Tot nu toe hebben zich nog slechts weinig sollicitanten aangemeld. [Delftsche Courant 24 februari 1936, blz. 2]
Op 23 maart 1936 wordt tot hoofd van de L. O. School II benoemd de heer D.W. Theri uit Veere, met 8 van de 10 stemmen [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10].
Woensdagavond 25 maart 1936, zal in het café-restaurant van Van Schie aan de Oostlaan de huldiging plaatsvinden van de heer De Nooijer, het scheidende hoofd van de openbare Lagere School in de Katwijksebuurt. Naar wij vernemen is tot tijdelijk hoofd van de O. L. School II (Katwijksebuurt), door B&W benoemd met ingang van 1 april 1936 de heer J. Veersen te Leiden [Delftsche Courant 20 maart 1936, blz. 12]
In het café-restaurant Van Schie vond op 25 maart 1936 de huldiging plaats van de heer C.H.N. Nooijer door de afdeling Pijnacker van het volksonderwijs. De heer Nooijer is thans 45 jaar in dienst geweest van het O.L. onderwijs; zijn eerste school kreeg hij in Ooltgensplaat, vervolgens Krabbendijke, Vlissingen, Lekkerkerk, Moordrecht en ten laatste Pijnacker. De heer De Nooijer heeft in deze laatste gemeente 20 jaar gestreden voor zijn Openbare School; steeds werden er door de Christelijke partijen aanvallen op zijn school gedaan, maar steeds stond de heer De Nooijer paraat om deze aanvallen af te slaan. Vele verenigingen zullen het betreuren, dat hij de gemeente op 1 april 1936 gaat verlaten, want in talrijke besturen zal door zijn heengaan een lege, moeilijk te bezetten plaats ontstaan; de heer De Nooijer was o.a. bestuurslid van het Groene Kruis, de woningbouwvereniging, voorzitter van de afdeling Pijnacker van het Volksonderwijs, etc. Op de gehouden huldigingsavond gaven velen blijk van hun waardering voor de persoon van de heer De Nooijer. Aanwezig waren talrijke bestuursleden, ouders, etc., en ook de onderwijzeres van de O.L. School, mej. M. Boode, ontbrak natuurlijk niet. De secretaris van de afdeling, de heer Noorland, heette de aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder de afgevaardigde van de afdeling Nootdorp van het Volksonderwijs, de heer Casteleijn. Spreker wees erop, dat de gemeenteraad van Pijnacker reeds tweemaal besloten had tot opheffing van de openbare, dus nationale, school, hoewel dr. Colijn zulks nadrukkelijk verboden had. De heer De Nooijer werd als stoffelijk blijk van waardering een zeer fraaie schemerlamp aangeboden, terwijl zijn vrouw, die wegens ziekte niet aanwezig kon zijn, bloemen thuis gestuurd kreeg. Het schoolhoofd dankte ontroerd voor de vele sympathie-betuigingen die hij had mogen ontvangen; hoewel hij nu met pensioen moest gaan en in Dordrecht ging wonen, zou zijn hart toch altijd in Pijnacker blijven bij zijn oude O.L. school; gaarne nam de heer De Nooijer het hem aangeboden erevoorzitterschap aan. Nadat de heren Van Vliet, Gesseling, Casteleijn en Noorland nog het woord hadden gevoerd, werden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld persoonlijk van het algemeen beminde schoolhoofd afscheid te nemen. Wij denken wel, dat deze afscheidsavond onvergetelijk zal blijven voor de heer De Nooijer. [Delftsche Courant 27 maart 1936, blz. 7]
Een laatste huldiging door Burgemeester en Wethouders op 1 april 1936.. Reeds tweemaal moeten wij schrijven over huldigingen van den heer De Nooijer; echter, alle goede dingen bestaan uit driëen en zo vond dan ook gisteravond het laatste feestelijke afscheid plaats. Vele ouders en oud-leerlingen waren naar de Katwijksebuurt getogen, om door hun tegenwoordigheid blijk te geven van hun grote sympathie voor de heer De Nooijer. Zeer op prijs werd gesteld de aanwezigheid van het hoofd der gemeente, mr. dr. van den Helm. Na een kort openingswoord van de heer Van Dam — voorzitter der Oudercommissie — verkreeg de onderwijzeres van de school het woord. Met enkele gevoelvolle woorden verhaalde mej. Boode van de leegte die ontstond door het heengaan van de heer De Nooijer. Spreekster dankte het hoofd ook voor de prettige samenwerking die tussen hen had geheerst bij het lesgeven. Namens de ouders bood mej. Boode het hoofd een fraaie mahoniehouten secretaire aan. Hierna sprak de heer Koetsier enige waarderende woorden over de heer De Nooijer als particulier, steeds stond de heer De Nooijer gereed zijn medemensen daadwerkelijk te steunen, aldus spreker. Als laatste spreker voerde de burgemeester het woord. Hij verklaarde verheugd te zijn met te kunnen constateren, dat de ouders zo achter hun Openbare School stonden. Mr. dr. v. d. Helm noemde deze school „een brokje cultureel leven" en sprak de wens uit, dat het de heer De Nooijer in zijn verdere leven heel goed zou gaan. Zichtbaar ontroerd dankte de gehuldigde de sprekers voor hun waarderende woorden en goede wensen.[Delftsche Courant 2 april 1936, blz. 2]
De gemeentesecretaris leest in de raadsvergadering van 17 april 1936 de ingekomen stukken voor: a. een schrijven van Gedeputeerde Staten waarbij de gemeente tot 1 januari 1938 vrijgesteld wordt van het geven van onderwijs in het vak lichamelijke oefeningen, behoudens dat aan school I en II wel onderwijs zal worden gegeven in vrije en orde-oefeningen; b. een schrijven van de heer Theri te Veere, waarin hij onder dank zijn benoeming als hoofd van de O.L. school II aanneemt. Deze stukken worden door de Raad voor kennisgeving aangenomen [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Op 1 mei 1936 wordt gemeld dat indertijd door G. J. H. een verzoek tot de gemeenteraad is gericht, waarbij adressant om een tegemoetkoming in de kosten van vervoer van zijn leerplichtige kind naar de bijzondere school te Berkel verzocht. De heer H. deed dit verzoek in verband met de Lager Onderwijswet van 1920 art. 13. De raad van de gemeente Pijnacker heeft op dit adres afwijzend beschikt; de heer H. is toen in beroep gegaan bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Dit college heeft met handhaving van het betreffende besluit van de gemeente Pijnacker het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 6]. 
Op 14 mei 1936 wordt gemeld dat tot onderwijzer aan de Hervormde School is benoemd J. Faber uit Rotterdam [De Nederlander 14 mei 1936, blz. 2]
Op 4 juni 1936  wordt in Zoeterwoude een Christelijke Bewaarschool geopend in het gebouw van de oude Christelijke school met ongeveer zeventig leerlingen. Tot hoofd werd benoemd mej. Blok uit Pijnacker [De Nederlander 4 juni 1936, blz. 2]
Op 16 juni 1936 wordt gemeld dat mej. C.G. Snaauw uit Pijnacker in benoemd tot onderwijzeres in Ter Aa op de school met J.W. Hörst als hoofd [De Standaard 16 juni 1936, blz. 4]
Op 17 juni 1936 wordt gemeld dat E.G. Tetteroo uit Pijnacker is geslaagd voor het examen Akte Lager Onderwijs op de R.K. Kweekschool Sint Lucia in Rotterdam [Het Vaderland 17 juni 1936, blz. 3]
Op 24 juni 1936 zal het hoofd van de Gereformeerde School te Pijnacker, de heer Lodewijk Kooijman, de dag herdenken, waarop hij 25 jaar geleden bij het Christelijk onderwijs in dienst trad. Het bestuur van de school zal belangstellenden in de gelegenheid stellen de jubilaris geluk te wensen. Er is woensdagavond receptie van 19.00 uur tot 20.30 uur [De Standaard 18 juni 1936, blz. 4]. De heer Kooijman, die op 13 juni 1911 slaagde voor zijn examen, werd diezelfde dag benoemd tot onderwijzer aan de Groen van Prinstererschool te Rotterdam Charlois. In 1916 werd hij onderwijzer aan de Dr. H. Bavinckschool te Rotterdam-Noord, om vanaf 1 oktober 1922 als hoofd te Pijnacker op te treden. De jubilaris is een bekende figuur in de Gereformeerde Jeugdbeweging. Hij is lid van het Bondsbestuur van de Gereformeerde Jongelingsbond, oud-secretaris van de afdeling Zuid-Holland en lid van het moderamen en voorzitter van de afdeling Zuid-Holland van Gereformeerde Jeugdleiders. Hij bekleedt voorts een groot aantal functies op het terrein der jeugdbeweging en van der A.R. Partij in zijn woonplaats [De Standaard 23 juni 1936, blz. 4].  Ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum is woensdagavond de heer L. Kooijman, hoofd der Chr. school te Pijnacker, op grootse wijze gehuldigd. In het feestelijk versierde schoolgebouw werd de jubilaris met familie ontvangen door vertegenwoordigers van de afdeling Zuid-Holland van de Nederlandse  Bond van Jongerenverenigingen op Gereformeerde Grondslag, van het Bestuur van de Bond zelf, alsmede door een afgevaardigde van de G. J. L. O. Als sprekers van die bonden traden op de heren Schuijt, v. d. Bruggen en van Rijn, terwijl namens de kerkenraad ds. Meijer zijn gelukwens aanbood. Als eerste spreker schetste de heer Lamaens voor het personeel van de school de jubilaris als een grote pedagogische kracht, die door zijn hard werken zich bemind heeft weten te maken bij leerlingen, personeel en andere belanghebbenden. Met raad en daad stond de heer K. steeds een ieder ter zijde, en in tijden van voorspoed, doch ook van ellende had hij zich als een vriend doen kennen. Zijn vele nuttige werkzaamheden, ook indirect verband houdende met de school, had hij, dankzij zijn scherp inzicht, tot goede resultaten zien worden. Behalve op onderwijsgebied, heeft de heer Kooijman zich op het terrein opvoeding van de jeugd zeer onderscheiden. Een werkzaam aandeel heeft hij gehad in den arbeid der verschillende jongelingsbonden en jeugdleidersorganisaties. Als leerkracht van bijzonder formaat is de jubilaris dan ook door genoemde heren op uniforme wijze geprezen en had hij begrijpelijk een aantal stoffelijke bewijzen van waardering in ontvangst te nemen. Enige boekwerken, benevens andere geschenken heetten een kleine uiting der algemeene waardeering. Nadat de jubilaris ontroerd dank gebracht had, was men nog intiem bijeen [Delftsche Courant 25 juni 1936, blz.  8]
De gemeenteraad komt op 30 juni 1936 bijeen. Op 14 april 1936 is ingekomen een verzoek van het bestuur van de R.K. Meisjesschool om medewerking ingevolge art. 72 van de L.O.-wet 1920 voor aanschaffing van nieuwe leermiddelen wegens vermeerdering van het aantal leerlingen. Het hiertoe strekkend voorstel is reeds geplaatst op de agenda van de raadsvergadering, welke gehouden is op 15 mei 1936, doch is toen door ons afgevoerd omdat het voorbereidend onderzoek niet tijdig was gereed gekomen. In overleg met de inspecteur van het lager onderwijs en het schoolbestuur is een nieuwe aanvraag ingediend, welke is teruggebracht tot meer normale eisen. De kosten worden geraamd op ƒ 110,-. B&W kunnen zich thans met de ingediende aanvrage verenigen en stellen voor de gevraagde medewerking te verlenen. Eveneens is een verzoek om medewerking ingekomen op 12 juni 1936 van het Bestuur van de Nederlands Hervormde Schoolvereniging voor aanschaffing van nieuwe leermiddelen wegens vermeerdering van het aantal leerlingen van de school aan de Stationsstraat. De kosten van deze nieuwe leermiddelen worden geraamd op ƒ 52,-. B&W. kunnen zich met deze aanvrage verenigen en stellen voor ook deze medewerking te verlenen [Delftsche Courant 27 juni 1936,blz. 8]
Op 27 juni 1936 wordt gemeld dat G. Stout uit Rotterdam is benoemd tot onderwijzer in Pijnacker. Hij is kwekeling met akte [De Nederlander 27 juni 1936, blz. 2] 
De heer Theri uit Veere, die zoals wij meldden als hoofd van de O.L. school II aan de Katwijkerlaan is benoemd, zal op 1 juli 1936 in dienst treden  [Delftsche Courant 29 juni 1936, blz. 8]
Op 15 juli 1936 wordt gevraagd voor de Christelijke Bewaarschool te Pijnacker, tegen 1 september 1936 een tijdelijk hoofd, met kans op vaste aanstelling. Nederlands Hervormd Salaris ƒ 50.- per maand. Brieven aan de secretaris: Cor Sonneveld, Pijnacker E285 (Post Delft) [De Nederlander 15 juli 1936, blz. 4] 
Op 15 juli 1936 wordt gemeld dat mej. Dönszelmann tot onderwijzeres aan de Hervormde school in Pijnacker is benoemd [De Nederlander 15 juli 1936, blz. 8]
Op 20 juli 1936 wordt gemeld dat in de dezer dagen gehouden ledenvergadering van de afdeling Pijnacker van de vereniging Volksonderwijs de heren Thery en Verhoeven tot bestuurslid zijn gekozen en na vrije stemming mej. A. Boode [Delftsche Courant 20 juli 1936, blz. 4]. 
Op 6 augustus 1936 wordt tot hoofd van de Christelijke Bewaarschool in Pijnacker benoemd mej. A.E. v. d. Waal uit Hoek van Holland [De Nederlander 6 augustus 1936, blz. 3]
In oktober 1936 stelt het college van B&W voor om met het oog op de betaling van de afkoopsommen  ex art. 205 van de Lager Onderwijs wet 1920  een geldlening aan te gaan van f 148.000, rente bij parikoers 4,25%. Het bedrag zal in twee gelijke delen worden geleend bij Olveh en Nillmij 
Op 6 oktober 1936 stellen B&W de raad voor de heer D.W. Theri, hoofd van de openbare school nr. 2, als opvolger te benoemen van de heer C.H.N. de Nooijer als lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim  [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 5].
Naar wij op 7 december 1936 vernemen bestaan er plannen om, gezien de talrijke feesten rondom het huwelijk van de Prinses, de Kerstvakantie op de scholen alhier te verlengen tot en met de nationale feestweek in het begin van de maand januari van het volgende jaar [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8]. 


onheilOp 25 januari 1936 wordt bericht dat op de Maassluiseweg onder de gemeente Maasland week bij het passeren van twee elkander tegemoet komende vrachtauto’s een chauffeur niet voldoende uit. Het voorwiel van een zandauto, bestuurd door E.H. uit Haarlem, raakte het achterwiel van een melkauto, bestuurd door A. van Veen uit Pijnacker. De aanrijding was zo hevig, dat de kannen van de melkauto vlogen, doch de chauffeur wist zijn voertuig op de weg te houden. De zandauto reed echter in volle vaart in de Vliet. Toegeschoten omwonenden konden de chauffeur redden. De auto is later met behulp van een kraanwagen gelicht [Rotterdamsch Nieuwsblad 25 januari 1936, blz. 5]
Zaterdagavond 22 februari 1936 omstreeks 22.30 uur slipte in Pijnacker een onbekend gebleven automobilist bij het nemen van een bocht, met het gevolg dat hij in het water terecht kwam. Het ongeluk gebeurde waarschijnlijk door de gladheid en door te grote snelheid in de bocht. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De auto kon niet op eigen kracht wegkomen, waarop hij door een kraanwagen naar Den Haag werd gesleept  [Delftsche Courant 25 februari 1936, blz. 2].
Zaterdagmorgen 29 februari 1936 omstreeks 10.30 uur, had de 66-jarige landbouwer Gerrit Bade, wonende aan het Noordeinde te Delfgauw, een boodschap gedaan bij de maalderij Ons Doel te Pijnacker. Op de terugweg viel hij op de Westlaan van zijn fiets. Hij bleef bewusteloos en aan het hoofd gewond liggen. Een dokter constateerde, dat Bade door een beroerte was getroffen. Het slachtoffer werd met een vrachtauto naar huis vervoerd. Daar aangekomen bleek de man reeds te zijn overleden [Rotterdamsch Nieuwsblad 2 maart 1936, blz. 10]
Zondagmorgen 8 maart 1936 was de 10-jarige B., wonende op de Vlielandseweg, aan het spelen gegaan met een volle bus carbid! De jongen had vrij spel, want de ouders waren naar de kerk. Hij nam een handje carbid uit de bus, legde het op de deksel en goot er water bij en trachtte tenslotte het carbid aan te steken. Dit lukte maar al te goed! Er was ook water in de volle bus gekomen en met een hevige knal explodeerde het ontstane gas. De knaap kreeg de gloeiende massa in het gezicht en liep met een bebloed gezicht heftig schreeuwend naar buiten; toegesnelde buren brachten hem naar de dokter, die hem onmiddellijk naar een oogarts in Delft stuurde. De toestand van de jongen is thans bevredigend en het gevaar voor de ogen is geweken. Dit mag voor de ouders wel een waarschuwing zijn, dat zij, indien zij een kind alleen thuis laten, alles wat gevaar kan opleveren goed wegsluiten [Delftsche Courant 11 maart 1936, blz. 4].
Op 7 april 1936 wordt gemeld dat een 15-jarige knaap uit Gouda geheel verkleumd en uitgeput van vermoeidheid bij de burgemeester om hulp kwam vragen. Mr. dr. v. d. Helm ontfermde zich over de jongen, die verklaarde dat hij naar de bollenvelden had willen gaan. In plaats van een vlak veld met kleurige bloemen, zag hij na een paar uur de woelige Scheveningse zee voor zich. Zijn verbazing valt te begrijpen! Van Scheveningen is hij in Naaldwijk terecht gekomen in plaats van in het vurig verlangde Hillegom. De zwervende bloemenzoeker is tenslotte over Rijswijk in Pijnacker terecht gekomen, waar hij -zoekensmoe- zich in uitgeputte toestand bij de burgemeester meldde. Deze heeft hem door de veldwachter per trein naar huis (Gouda) laten brengen. Wanneer onze jonge vriend vannacht van bloembollen heeft gedroomd, dan zal het wel een nachtmerrie zijn geweest ! [Delftsche Courant 7 april 1936, blz. 10]. 
Op 13 april 1936 omstreeks 9.00 uur is de 22-jarige dienstbode C. Ditmers, wonende in de Anjerstraat, toen zij, zonder voldoende op het verkeer te letten, in de Van der Takstraat de rijweg tussen de beide vluchtheuvels bij de Willemsbrug overstak, aangereden door een melkauto. bestuurd door de 33-jarige W. van W.  uit Pijnacker. De voorwielen ging over de voetgangster heen en door krachtig remmen kon de bestuurder van de auto voorkomen, dat zij niet door de dubbele achterwielen werd geraakt. Mej. Ditmers bekwam kneuzingen aan de linkervoet en verwondingen aan het hoofd. Per auto van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst werd zij naar het Ziekenhuis aan de Coolsingel vervoerd en na aldaar behandeld te zijn, naar huis gebracht [Rotterdamsch Nieuwsblad 14 april 1936, blz. 21]
Woensdagmiddag 15 april 1936 is voor het station te Pijnacker om 12.30 uur een goederentrein ontspoord. De oorzaak van het ongeval is te wijten aan een defect aan de wissel. Een kort ogenblik waren de seinpalen buiten werking gesteld, daar deze hier corresponderen met de wissels. Persoonlijke ongevallen deden zich niet voor; de materiële schade is niet zo ernstig als zich eerst liet aanzien. In het treinverkeer ontstond enige stagnatie, die eerst werd opgeheven toen de arbeidersploeg uit Pijnacker de wissel had vrijgemaakt [Haagsche Courant 17 april 1936, blz. 15]
Op 17 april 1936 wordt gemeld dat in Delfgauw bij V. S. een binnenbrand heeft gewoed. Door krachtig ingrijpen kon de brand beperkt worden, zodat slechts één kamer uitbrandde. De oorzaak van de brand was het vlam vatten van een vloerkleedje [Delftsche Courant 17 april 1936, blz. 2].
Gisteravond 21 april 1936 is bij H. aan de Westlaan brand ontstaan, terwijl hij bezig was een blik benzine leeg te gieten in een auto. Het vuur greep in een ommezien om zich heen en de vrees voor aantasting van het gehele huizenblok was niet denkbeeldig. Met behulp van zijn buren wist H. door het werpen van zand en zout, het vuur te blussen [Delftsche Courant 22 april 1936, blz. 8]. 
Gisteravond 22 april 1936 waren de heren W. Bade en G. de Vreede bezig met het laden van een mestkar, toen eensklaps de zware mestwagen kantelde en in de put terecht kwam. De heer De Vreede, die in de put stond, kreeg de wagen op het lichaam. Door ijlings terzijde te springen liep hij enkel een geblesseerde schouder op [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]..Op 23 april 1936 wordt bericht dat een jongen uit Delft, die op de Schoolkade in Delfgauw te dicht langs het water liep, is uitgegleden en in het water gevallen. Toesnellende dorpelingen konden hem nog net op tijd op het droge trekken [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8].
Gistermiddag 28 april 1936 omstreeks 16.00 uur wilde de heer R. uit Pijnacker met zijn paard en wagen, een voor hem rijdende wagen passeren. Hij zag daarbij echter niet dat van de andere kant een auto naderde, met gevolg, dat een botsing volgde. Het paard bekwam hierbij enige snijwonden aan de rug, terwijl de auto licht werd beschadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. [Delftsche Courant 29 april 1936, blz. 8]
Bij de familie M. viel vrijdagmiddag 1 mei 1936 een brandend petroleumstel om, waardoor het tafelkleed vlam vatte. Met water trachtte men de brandende petroleum en het kleedje te blussen, hetgeen natuurlijk niet lukte en het brandend oppervlak slechts deed toenemen. Tenslotte slaagde mevrouw M. erin met een wollen deken dit gevaarlijke binnenbrandje te doven [Delftsche Courant 4 mei 1936, blz. 7] 
De 20-jarige A.J. uit Delft reed gisteravond 3 mei 1936 op de weg tussen Delfgauw en Pijnacker met zijn fiets tegen een boom, waardoor de jongeman over de afrastering sloeg en zijn knie zo hevig bezeerde, dat hij per auto naar Delft moest worden gebracht. De fiets was slechts licht beschadigd [Delftsche Courant 4 mei 1936, blz. 7]
Zondagavond 3 mei 1936 om 19.45 uur reed de heer E. van der Kooij uit Pijnacker met een personenauto die hij gehuurd had van de Binda-garage in Den Haag, met grote snelheid op de Bovendijk in Overschie in de richting van de Hofweg. Vermoedelijk omdat hij met te grote snelheid heeft gereden, heeft hij bij het nemen van de bocht in de nabijheid van de Berkelse brug de macht over het stuur verloren, waardoor hij met veel vaart in een langs de weg gelegen tuin van de heer C. reed. De auto botste tegen een boom en werd aan de voorzijde totaal vernield. De auto werd met een kraanwagen weggesleept. De bestuurder van de auto kwam met de schrik vrij.  Hij vertelde dat het ongeluk te wijten was aan het niet goed werken van de remmen. Maar de politie heeft proces-verbaal opgemaakt wegens rijden met te grote snelheid [De Banier 4 mei 1936, blz. 3]
Zondagavond 3 mei 1936 had de heer W.H. de onvoorzichtigheid een brandende sigaar in zijn jaszak te steken, met het gevolg, dat zijn jasje in brand geraakte. Door handelend optreden wist hij zich echter voor brandwonden te vrijwaren [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]
Maandagmiddag 4 mei 1936 is het 5-jarig zoontje van de familie B. uit Delfgauw door een hond in de onderlip gebeten [Delftsche Courant 6 mei 1936, blz. 6].
Op 6 mei 1936 wordt gemeld dat de nieuwe Rijksweg onder de gemeente Pijnacker is een auto bij het achteruitrijden in de sloot terecht gekomen. De bestuurder wilde draaien en reed hiertoe achteruit, maar naar het schijnt te ver. Met behulp van een kraanwagen uit Delft werd de wagen op het droge gebracht en vervolgens weggesleept. De bestuurder kwam met een nat pak vrij [Delftsche Courant 6 mei 1936, blz. 6].
Op 8 mei 1936 wordt gemeld dat de autobus, die geregeld de kinderen uit Nootdorp naar de Lagere school in Pijnacker brengt, is aan de Noordweg in het water terecht gekomen. Aangezien de bus juist de kinderen ging halen en dus leeg was, kreeg alleen de bestuurder een nat pak [Delftsche Courant 8 mei 1936, blz. 6]. 
Gistermiddag 8 mei 1936 om ongeveer 15.00 uur ontstond brand in de schuur van den heer H. van Manen, mede in gebruik bij de heer T. Versteeg, in de Katwijksebuurt in Pijnacker. De schuur brandde tot de grond toe af, daar het de inmiddels gewaarschuwde brandweer onmogelijk was, de brand te bereiken, omdat de slangen te kort waren. Met emmers water wist men echter uitbreiding te voorkomen. De gehele inhoud van de schuur, waaronder drie fietsen, wasgoed en huisraad, ging mede verloren. Om zes uur laaide het vuur weer op, doch dat werd spoedig geblust [Rotterdamsch Nieuwsblad 9 mei 1936, blz. 12] 
Gistermiddag 13 mei 1936 nam een kleine windhoos bij de tuinder K. 25 ruiten mee, die totaal vernield werden. De verzekering dekt de schade [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7]
Op 14 mei 1936 wordt gemeld dat door de elektrische trein, die om 6.45 uit Den Haag vertrekt, een koe van de heer Verhulst is gegrepen en gedood [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7]
Op de Delfgauwseweg te Pijnacker reed een motorrijder, die op de duo een passagier meevoerde, op 22 mei 1936 tegen een auto aan. De duorijder werd van zijn zitplaats afgeslingerd en liep inwendige kneuzingen op. Het slachtoffer van dit ongeval werd met een bekkenfractuur naar het Diaconessenhuis te Rotterdam overgebracht. De auto en de motor werden licht beschadigd [Delftsche Courant 23 mei 1936, blz. 6]. 
Op 23 mei 1936 wordt gemeld dat paard en wagen van de melkhandelaar S. H. in het water terecht kwamen toen het dier plotseling achteruit liep. Met vereende krachten is men er in geslaagd het paard weer op het droge te helpen. De wagen was licht beschadigd [Delftsche Courant 23 mei 1936, blz. 6]. 
Op 20 juni 1936 wordt gemeld dat een paard van de heer N. op hol is geslagen, geïrriteerd door kettingen, die de eigenaar aan de benen van het paard had gedaan, om te voorkomen, dat het dier onrechtmatige wandelingen zou maken. De uitwerking was averechts. Nadat het paard enige prikkeldraadversperringen had genomen, belandde het in de tuin van G., waar ongeveer 20 ruiten werden vernield. Het paard bekwam slechts een onbeduidend snijwondje aan een achterbeen [Delftsche Courant 20 juni 1936, blz. 7].
Maandagmiddag 22 juni 1936 omstreeks 14.00 uur heeft een aanrijding plaatsgehad tussen een vrachtauto van de heer J. B. uit Pijnacker en een paard en wagen. De auto ondervond beschadiging aan het rechterspatbord [Delftsche Courant 24 juni 1936, blz. 3]  
Op 22 juli 1936 wordt gemeld dat één dezer dagen een luxe auto, bestuurd door V. uit Zoetermeer, in de Vlielandsevaart is gereden. De bestuurder kon nog juist bijtijds de wagen verlaten en is met de schrik vrijgekomen [Delftsche Courant 22 juli 1936, blz. 3]
Op 13 augustus 1936 rond 11.30 uur loopt het 1½-jarig dochtertje van Overmeer plotseling de weg op. Ze wordt geschept door een passerende vrachtauto van expediteur B. uit Amsterdam. Het kind is met een schedelbasisfractuur onder de vrachtauto vandaan gehaald en bij de ouders gebracht. Enige uren later is  ze aan haar verwondingen overleden [De Dordrechtsche Courant 14 augustus 1936, blz. 2; Rotterdamsch Nieuwsblad, 14 augustus 1936, blz. 2; Delftsche Courant 15 augustus 1936, blz. 8]
Op 1 september 1936 wordt bericht dat de landbouwer v. d. W. met zijn paard en wagen te water is geraakt. Met behulp van verschillende omstanders slaagde men er na zeer veel moeite in paard en wagen weer op de kant te brengen. Een luxe auto en een carrier kwamen op het gevaarlijke kruispunt in het dorp met elkaar in botsing. De bestuurders kwamen met de schrik vrij, doch de beide vehikels werden vrij ernstig gehavend [Delftsche Courant 1  september 1936, blz. 8].
Op 4 september 1936 wordt bericht dat de heer K., door de zon verblind, op het Zuideinde is aangereden tegen de auto van de heer W.. Zijn rijwiel werd gehavend, terwijl ook de auto licht beschadigd werd.De smidsknecht G. kreeg bij zijn werkzaamheden een stukje ijzer in het oog. Nadat dr. van der Horst de eerste hulp had verleend is G. naar het ziekenhuis vervoerd. [Delftsche Courant 4 september 1936, blz. 7].
Op 5 september 1936 wordt gemeld dat mej. M.H. in de Stationsstraat door een auto, bestuurd door de chauffeur van dokter van der Horst, is aangereden. Zij viel van haar rijwiel en beliep ernstige kneuzingen en lichte verwondingen [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 7]. 
Op 14 september 1936 wordt gemeld dat twee jongens -een zekere J. Kr. en P.M.- op straat hevige ruzie hebben gemaakt. Kr. maakte zich zó kwaad, dat hij een stuk hout greep en daarmee M. te lijf ging. Door omstanders werden de vechtenden gescheiden [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. 
Op 14 september 1936 wordt gemeld dat in de Katwijksebuurt een vrachtauto en een luxe auto tegen elkaar zijn gebotst. Beide wagens bekwamen averij [Delftsche Courant 14 september 1936, blz. 10]. 
Op 21 september 1936 wordt gemeld dat de wielrijder E. uit Delft na een heftige botsing in Pijnacker in het water is gevallen. Met moeite kon de man de wal bereiken  [Delftsche Courant 21 september 1936, blz. 8]. 
Op 25 september 1936 wordt gemeld dat bij het snijden van glas de tuindersknecht de J. een glasscherf in de bovenarm heeft gekregen. Door een collega is hij verbonden [Delftsche Courant 25 september 1936, blz. 3]. 
Op 25 september 1936 wordt gemeld dat een bakfiets van de bakker R., doordat de bakkersknecht vergeten had de rem op het voertuig te zetten, in het water is gereden. De inhoud, bestaande uit tal van broodjes, werd in een minimum van tijd in waterbrood veranderd [Delftsche Courant 25 september 1936, blz. 3]
Op 17 oktober 1936 wordt bericht dat vanmorgen enige knechts en de chauffeur van de groenten-exporteur J.W. van der Sande uit Rotterdam een angstig ogenblik hebben beleefd.. Bij het passeren van de onbewaakte overweg tussen Pijnacker en Leidschendam sloeg plotseling de motor van de vrachtauto af juist op het moment dat een trein naderde en de vrachtauto zich midden op de spoorbaan bevond. Enkele knechts hadden nog net gelegenheid van de auto af te springen. De chauffeur, de heer B. Sanders, slaagde er gelukkig op het laatste ogenblik in, de motor weer aan de gang te brengen en op het nippertje aan een wisse dood te ontsnappen. Op slechts een halve meter afstand raasde de trein langs de auto heen. In de auto zaten behalve de chauffeur nog zes personen, die een angstig avontuur hebben meegemaakt, doch er gelukkig met de schrik zijn afgekomen [Rotterdamsch Nieuwsblad 17 oktober 1936, blz. 13].
Op 28 oktober 1936 wordt gemeld dat bij de landbouwer H. uit Pijnacker is tijdens een kort onweer de bliksem geslagen in een oude schuur. Door het fel neerstromende regenwater werd een begin van brand -door de blikseminslag ontstaan- geblust  [Delftsche Courant 28 oktober 1936, blz. 7]Op 28 oktober 1936 wordt gemeld dat door onbekende oorzaak een auto, staande in de garage van de heer P. aan de Kerkweg, in brand is geraakt. De motorspuit was vrij spoedig ter plaatse, waarna het brandje kon worden geblust. De auto is geheel uitgebrand  [Delftsche Courant 28 oktober 1936, blz. 7]
Op 28 oktober 1936 wordt gemeld dat een grote partij eenruiters van de tuinder van G. die opgestapeld stonden, doch blijkbaar niet voldoende vastgezet waren, is vernield. De hevige wind schijnt onder de ramen geslagen te zijn en heeft vele finaal opgenomen en honderd meters verder neergesmakt [Delftsche Courant 28 juli 1936, blz. 7]
Op 7 november 1936 wordt gemeld dat een bestelauto van de P.T.T. op de hoek van de Noordweg en Westlaan een vrachtauto, komende uit Delft, heeft aangereden. De vrachtauto werd enige meters meegesleurd en kwam tegen de brugleuning terecht. Beide auto's hadden schade. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 4]. Op 13 november 1936 wordt gemeld dat de P.T.T. hoogstwaarschijnlijk zal moeten opdraaien voor een nieuwe brugleuning te Pijnacker! Bij de botsing van enige dagen geleden werd de leuning van de brug over de vaart langs de Oostlaan (schuin tegenover het Raadhuis!) geheel vernield door de postauto. De bestuurder van deze bestelauto van de posterijen had een van rechts komende vrachtauto geen voorrang verleend [Delftsche Courant 13 november 1936, blz. 9]
Op 7 november 1936 wordt gemeld dat de 5-jarige Gr. van D. spelenderwijze in een achter de ouderlijke woning gelegen sloot is terecht gekomen. Het meisje werd gelukkig opgemerkt door de landbouwer van H., die er in slaagde het meisje tijdig op de wal te brengen [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 4]
Op 7 november 1936 wordt gemeld dat de heer B., die met zijn vrachtauto op de hoek van de Nieuwkoopsebuurt te ver voor een wielrijder uitweek, met zijn auto in een sloot is gereden. Het voertuig bleef, wonder boven wonder, half boven de sloot hangen. Na veel moeite is men er in geslaagd de auto uit haar benarde positie te bevrijden [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 4]
Op 18 november 1936 wordt bericht dat door de politie proces-verbaal opgemaakt tegen twee personen, die -zonder een vergunning van de Commissaris van de Koningin te bezitten- op heterdaad werden betrapt op het vangen van mollen nabij de Brasserskade [Delftsche Courant 18 november 1936, blz. 7]
In de Katwijksebuurt vond gisterochtend 20 november 1936 omstreeks 11.00 uur een vrij hevige botsing plaats tussen twee vrachtauto's. S. de W. uit Bergschenhoek kwam uit de richting Berkel en reed tegen een vrachtauto uit Reeuwijk op, die van links komend, hem geen voorrang verleende. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Van de uit de richting Delft komende vrachtwagen was het voorspatbord geheel verbogen, de as gebroken en de rem defect geraakt. De gemeentepolitie heeft proces-verbaal opgemaakt [Delftsche Courant 21 november 1936, blz 8]
Op 23 november 1936 wordt gemeld dat een wielrijder uit Delft, de heer V. P., gisteravond met zijn fiets van de berm langs de Westlaan reed en kwam te vallen. De heer V. P. liep enige ontvellingen op; de fiets werd ernstig beschadigd [Delftsche Courant 23 november 1936, blz. 2]
Op donderdag 26 november 1936 wordt gemeld dat een jongetje, dat sinds maandag uit Rotterdam werd vermist, door de politie in Pijnacker is aangetroffen. Het knaapje deed een verward verhaal over de door hem beleefde avonturen op zijn reis van Rotterdam naar Pijnacker ! De jeugdige Rotterdamse avonturier is weer op transport naar het ouderlijk huis gesteld [Delftsche Courant 26 november 1936, blz. 9].. 
Op 3 december 1936 wordt bericht dat een melkvrachtwagen uit Delft, waarschijnlijk door een plotseling defect aan de stuurinrichting, in de vaart langs de Westlaan is terechtgekomen. Niet minder dan 1200 liter melk gingen in het water verloren. De vrachtwagen nam bij zijn duik in het water nog een boom mee; de auto werd vrij ernstig beschadigd en moest door een kraanwagen op 't droge worden gehesen. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. [Delftsche Courant 3 december 1936 blz. 2] 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat de brug over de vaart langs de Oostlaan tegenover het raadhuis weer is hersteld. Men vermoedt dat de P.T.T. deze dure reparatie zal moeten betalen, daar de beschadiging van de brug geschied is door een bestelauto der posterijen. De bestuurder van den postwagen had een vrachtauto, welke van rechts kwam, geen voorrang verleend [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
Hedenmorgen, 8 december 1936, omstreeks 9.30 uur reed bij het kruispunt Rijksweg-Hofweg in de richting Den Haag een vrachtauto, bestuurd door de 27-jarigen L. van H. uit Pijnacker. Hij wilde links afslaan, maar op dat moment kwam met een snelheid van 70 kilometer uit de richting Den Haag de 37-jarige C. v. d. P., directeur van de Verkoopcentrale van Unilever uit Rijswijk, met zijn personenauto aangereden. Van der P. remde en stuurde naar links, doch wegens de gladheid van de weg slipte , zijn wagen en botste met grote kracht tegen de vrachtauto aan. Beide wagens, maar vooral de personenauto, werden zeer ernstig beschadigd. De heer Van der P. kreeg snijwonden en bovendien een wond aan het rechteroog, waardoor hij zich onder behandeling van een oogarts moest stellen. Zijn passagier, de heer W F.C. D. uit Den Haag, zat in de personenauto bekneld en moest eruit gehakt worden. Het bleek dat hij zijn rechterbeen gebroken had. Deze gewonde is naar het ziekenhuis in Den Haag overgebracht. De auto’s zijn door de politie in beslag genomen [Het Volk 8 december 1936, blz. 3].
De 13-jarige J. van W. uit Zoetermeer, die zich maandagmorgen 14 december 1936 per rijwiel naar school begaf, werd in Pijnacker door een rukwind opgenomen en in de vaart langs de Vlielandseweg geslingerd. De jongen kon zelf weer op het droge kruipen en kwam met de schrik vrij [Delftsche Courant 17 december 1936, blz. 8] 
Op zaterdagochtend 26 december 1936 rond 10.00 uur heeft op de Vlielandseweg een ernstig ongeval plaatsgevonden, dat grote materiële schade heeft veroorzaakt. Een luxe wagen, afkomstig uit Gouda, wilde een vrachtwagen, bestuurd door de heer A. snijden. De heer A, een aanrijding vrezende, remde uit alle macht, waardoor de vrachtwagen een halve slag omsloeg. Achter deze vrachtwagen kwam een tweede vrachtwagen, bestuurd door de heer W. uit Pijnacker. Deze kon een aanrijding niet meer voorkomen en reed bovenop eerstgenoemde vrachtwagen, met het gevolg, dat beide vrachtwagens ernstig beschadigd zijn. Een zoontje van de heer A., die naast hem zat, bekwam een ernstige kaakfractuur, verder zijn er geen persoonlijke ongelukken bij voorgevallen. De beide zwaar beschadigde wagens zijn later door een kraanwagen weggesleept. De bestuurder van de luxe wagen is doorgereden [Delftsche Courant 28 december 1936, blz. 3].
onroerend goedDe notarissen Jhr. J. L. Stern te 's-Gravenhage en mr. C. Plet te Pijnacker, zijn voornemens op vrijdag 10 januari l936, om 11.00 uur, in Café „Van Ouds het Raadhuis" te Pijnacker, publiek te verkopen: De bouwmanswoning in de Katwijkse buurt No. 50, te Pijnacker, een perceel tuinland en diverse percelen wei- en bouwland daarbij gelegen, benevens een perceel weiland in den Heipolder aldaar, ingezet als volgt: een perceel tuinland op ƒ2.800,-, de bouwmanswoning met aanhorigheden op ƒ 3.700.-, enige percelen wei- en bouwland groot 5.83.90 hectare., 5.87.80 hectare en 5.87.10 hectare. op respectievelijk f 6.650.-, ƒ 6.600.- en ƒ 6.900.- en een perceel weiland in de Heipolder op ƒ 2.400.- [Delftsche Courant 4 januari 1936, blz. 4].
Op 10 januari 1936 zijn [nog steeds] vrije huisjes te huur voor ƒ5.30 en ƒ 4:60 per week in Pijnacker, nabij het station, rondom tuin. zonnig. Bevragen op Vlielandseweg B76a, Pijnacker of Honingerdijk 127a, Rotterdam [Rotterdamsch Nieuwsblad 10 januari 1936, blz. 8; Rotterdamsch Nieuwsblad 6 maart 1936, blz. 16]. Op 20 maart 1936 zijn de huurprijzen f 5,00 resp f 4,30  per week [Rotterdamsch Nieuwsblad 20 maart 1936, blz. 7]
Op 13 januari 1936 is te koop in Pijnacker een landhuis op 5 minuten lopen van het station, vraagprijs ƒ 3500. Met moestuin en vruchtbomen. Huurvrij vanaf april.  Te bevragen bij Reitsma, Allard Piersonstraat 55b, Rotterdam. Telefoon 37082 [Rotterdamsch Nieuwsblad 13 januari 1936, blz. 8; Rotterdamsch Nieuwsblad 14 februari 1936, blz. 12]. 
Op 14 januari 1936 wijzen B&W van Pijnacker belanghebbenden er op dat voorzichtigheid geraden is bij de aankoop van bouwterrein. Wanneer men er zich vóóraf niet van overtuigt, dat inderdaad de aan te kopen grond gebruikt kan worden als bouwterrein, dan zijn onaangename verrassingen niet uitgesloten. Een ieder verschaffe zich dus tijdig de zekerheid, dat een bouwplan op het aan te kopen terrein toelaatbaar is. Pijnacker, 14 januari 1936. Burgemeester en wethouders voornoemd, De burgemeester, P.H.W.G. van den Helm. De secretaris, Heijmerikx [Rotterdamsch Nieuwsblad 15 januari 1936, blz. 16].
Op 15 januari 1936 wordt bericht dat in de laatst gehouden gemeenteraadsvergadering is besloten het gemeenteterrein, het z.g. land van Blad, bouwrijp te maken. Dit bouwterrein zal worden verkocht uitsluitend voor het bouwen van villa's en landhuizen. De nieuwe ambtswoning van de burgemeester zal de eerste villa zijn die gebouwd zal worden. Door dit plan, waarmee een bedrag van ruim f 30.000 is gemoeid, zal aan zeer veel werklozen voor geruime tijd werk verschaft worden [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 7]. 
Op de woensdagen 26 februari 1936 en 4 maart 1936, zal telkens om 11.00 uur in Café “Van Ouds het Raadhuis" aan de Oostlaan te Pijnacker, ten overstaan van Notaris mr. C. Plet, de openbare verkoping plaatsvinden van [1]. een goed onderhouden woonhuis aan het Noordeinde van Delfgauw nr. 212, bevattende drie kamers, een keuken, een bijkeuken, een zolder met twee kamers, voorzien van electrisch licht en water, met voortuin en achtertuin, een stenen stal voor 25 koeien met cementen mestput, drie varkenshokken op cementen voet, een hooiberg, een schuur, een kippenhok, een weg en weiland, kad. nr. F475 en F783, samen groot 62.74 are. Aanvaarding 1 april 1936, ontruimd en vrij van huur. Lasten per jaar in totaal f 35.30. Betaling kooppenningen op 1 april 1936. [2]. Het huis met voor- en achtertuin aan de Westlaan 51 te Pijnacker, kad.nr. C2924, groot 3.06 are: een kamer en suite, een serre, een keuken, boven: vier kamers. Tuin met vruchtbomen, schuur en kippenhok. Verhuurd tot 1 juli 1936 voor ƒ35.- per maand. Aanvaarding en betaling kooppenningen op 1 april 1936. Lasten per jaar f 38.77. Nadere inlichtingen ten kantore Westlaan 31. Tel. 86. Hypotheek beschikbaar  [Delftsche Courant 8 februari 1936, blz. 4]. Het in veiling gebrachte woonhuis, boerderij, weiland enz. in het Noordeinde 212 alhier is ingezet op ƒ6.100. De afslag is bepaald op woensdag 4 Maart in café „Het Raadhuis" te Pijnacker [Delftsche Courant 2 maart 1936, blz. 2]. 
Dinsdag 25 februari 1936 zal ir. Riemens om 19.00 uur in ht Parochiehuis „Johannes de Doper'' een lezing over de waarde van het gronddomein houden [Delftsche Courant 21 februari 1936, blz. 2]. 
Op 21 maart 1936 zijn in Pijnacker mooie zonnige landhuizen te koop met  rondom tuin. Koopsom f 3850. Huur f 28, in het mooiste gedeelte van Pijnacker. Bevragen op Westlaan 54 [Rotterdamsch Nieuwsblad 21 maart 1936, blz. 8]
Woensdagavond 25 maart 1936 zal de woningbouwvereniging „Pijnacker" een algemene vergadering houden. Deze avond zal o.a. officieel afscheid worden genomen van de heer De Nooijer en tevens zal een nieuwe functionaris benoemd worden [Delftsche Courant 23 maart 1936, blz. 4]
Op 25 april 1936 is in Pijnacker een huis te huur, Westlaan 56, met vier  grote  en twee kleine kamers met keuken, enz. met mooie voor- en achtertuin voor ƒ 30.- per maand. Bevragen bij C.M. v. d. Vaart, Westlaan 57. Dagelijks te zien, behalve op zondag [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 8]  
Op 1 mei 1936 wordt gemeld dat men op het zgn. Land van Blad druk in de weer is met het voorbereidende graafwerk voor de bouw van de nieuwe ambtswoning van de burgemeester, die de eerste zal zijn van een heel nieuw villacomplex. De opzichterskeet is reeds opgericht en het materiaal is aangekomen. In het najaar hoopt men, dat de ambtswoning voltooid zal zijn  [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 6] 
Op 5 mei 1936 wordt bericht dat in verband met de toekomstige bebouwing van het Land van Blad men doende is met het aanvoeren van grond en zand, tot demping van de aanwezige sloot. Voor de bouw van de nieuwe burgemeesterswoning, vallende onder het uitbreidingsplan van Pijnacker, heeft men de eerste toebereidselen getroffen. De grond is afgebakend, terwijl het materiaal nog niet aanwezig is. Zoals uit het uitbreidingsplan bekend is zullen in de omtrek nog enige fraaie plantsoenen worden aangelegd [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]. 
Op 13 mei 1936 wordt bericht dat op 29 januari 1934 een ontwerp bouwverordening is vastgesteld. Gedeputeerde Staten hadden hiertegen echter een aantal bezwaren. In het nieuwe ontwerp is zoveel mogelijk aan deze bezwaren tegemoet gekomen. Ook zijn daarin verwerkt de wijzigingen en aanvullingen van de „model-bouwverordening", bedoeld in de circulaire van Gedeputeerde Staten. Tenslotte zijn de bepalingen van de verordening betreffende de beschikbaarheid van drinkwater in woningen vastgesteld in raadsvergadering van 16 oktober 1934, naar deze verordening overgebracht. Het college van B&W adviseert de Raad dit ontwerp goed te keuren, daar aan de algemene normen, voorkomende in de provinciale „model-bouwverordening" zoveel mogelijk aansluiting is gezocht, zonder dat daardoor de bijzondere plaatselijke geaardheid, gewoonten en gesteldheid in het gedrang zijn gekomen  [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]. 
Op 25 juli 1936 wordt bericht dat aan het gemeentebestuur een aanvraag  is gericht van een tweetal Haagse bouwondernemers, de heren J.H. Bos en E. Cusiël, om een perceel grond te kopen in het Emmapark. Deze ondernemers hebben daarbij een plan ingediend om op dat perceel een dubbel landhuis te bouwen. Het verlangde terrein ligt tegenover de ambtswoning van de burgemeester en grenst met de achterzijde aan het perceel van de heer Kentie. Ingevolge de voorgeschreven wijze van bebouwing is het niet geoorloofd onmiddellijk op de grens van het plantsoen te bouwen, doch moet een strook grond ter breedte van 6 M. onbebouwd blijven, die voor tuin bestemd is. Aanvragers wensen een terrein met een frontbreedte van 22.40 meter, terwijl de diepte ongeveer 23 meter bedraagt. Benodigd is alzo een oppervlakte van ongeveer 515 m². B&W zijn voornemens de raad in besloten vergadering uitvoerig omtrent de koopcondities in te lichten [Delftsche Courant 25 juli 1936, blz. 6]
Op 1 augustus 1936 zijn nog enige royale herenhuizen met voortuin en grote achtertuin te huur, Vlielandseweg 17/33 te Pijnacker, f 30. per maand, met bad en wastafel. Sleutels no. 7 bij Blok. Bevragen bij W.J. Smit, makelaar, Gedempte Botersloot 17 Rotterdam, telefoon 54565-15625 [Rotterdamsch Nieuwsblad 1 augustus 1936, blz. 16].
Notaris Mr. C. Plet te Pijnacker is voornemens op de woensdagen 26 augustus 1936 en 2 september 1936, telkens om 11.00 uur, in Café „Van Ouds het Raadhuis" te Pijnacker publiek te verkopen : Een warmoezierstuin met daarop staand warenhuis aan het Noordeinde van Delfgauw nr. 227, kad. Pijnacker F112, F113, F114, F442, F444 en F774, samen groot 97.73 are. Ingezet op f 3.900. Aanvaarding: de tuin dadelijk na toewijzing voor zover ontruimd; het huis op 2 oktober 1936. Betaling koopsom 2 oktober 1936. Lasten in totaal per jaar ƒ 50.89. Bezichtiging elke werkdag, inlichtingen ten kantore. telefoon 86 [Delftsche Courant 8 augustus 1936, blz. 4; Delftsche Courant 29 augustus 1936, blz. 4]
Op 15 augustus 1936 zijn in het nieuwe Emmapark in Pijnacker, bij het station en het nieuwe raadhuis te koop moderne landhuizen in aanbouw. Voordelig en schitterend wonen. Hypotheek aanwezig. Bevragen Stationsstraat 31 in Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 15 augustus 1936, blz. 4].
Op 5 september 1936 is in Pijnacker voor ƒ 32,50 per maand te huur een vrij huisje met een voortuin en een grote achtertuin, beneden een kamer en suite en een grote keuken; boven: drie  kamers en een volledige badkamer, een grote zolder, dicht bij electrische spoor Rotterdam-Den Haag. Te bevragen: Vlielandseweg 58b, Pijnacker [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 8]
Notaris mr. C. Plet uit Pijnacker is voornemens om op de woensdagen 4 november 1936 en 11 november 1936 om 11.00 uur, in Café “Van Ouds het Raadhuis” te Pijnacker, publiek te verkopen het goed onderhouden huis met poort, werkplaats met bergzolder, schuren en open grond met kippenhok aan de Noordweg 8 te Pijnacker, kad.nr. C2052, groot 2.53 are. Het huis bevat 4 kamers, alcove [=prieel], bijkeuken, kelder en is voorzien van elektrisch licht en waterleiding. Aanvaarding bij de betaling van de kooppenningen op 11 december 1936. Grondlasten in totaal per jaar ƒ 25.54. Ruime hypotheek beschikbaar [Delftsche Courant 17 oktober 1936, blz. 4]. In bod gezet op f 3200 [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 2]
Op 14 november 1936 is in Pijnacker te koop of te huur een nieuw gebouwd landhuis met een voortuin en een grote achtertuin, badkamer, enz Vlielandseweg I7 bij het station. Bevragen bij W.J. Smit, Makelaar Woningbureau Gedempte Botersioot 17, Tel. 54565, Rotterdam [Rotterdamsch Nieuwsblad 14 november 1936, blz 20].
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat ten overstaan van notaris Plet te Pijnacker  de woning van de heer C. Jansen, Hoogenweg 2, groot 2.300 hectare, verkocht voor ƒ 35.020. De woning is niet in zijn geheel verkocht, doch in verschillende percelen uiteengevallen [Delftsche Courant 28 november 1936, blz. 7]. 
Op 23 december 1936 wordt gemeld dat In dit jaar de volgende bouwvergunningen zijn verleend: 11 woonhuizen, 12 schuren, 1 loods, 2 garages, 17 warenhuizen, 1 koeienstal, 1 verwarmingskast, 2 trekkasten en 1 ketelhuis; 10 verbouwingen, 5 bijgebouwen, 2 verplaatsingen, 1 herbouw en 2 vernieuwingen. Twee woonhuizen in de gemeente werden gesloopt [Delftsche Courant 23 december 1936, blz. 7]. 

politiek

De kiesverenlging „Eben-Haëzer" kwam op 20 januari 1936 in vergadering bijeen. Na de gebruikelijke opening heette de voorzitter de aanwezigen met een toepasselijk woord naar aanleiding van het gelezene, welkom. Hierna werden de notulen gelezen en goedgekeurd. De secretaris en penningmeester brachten jaarverslag uit; de rekening van de penningmeester werd in orde bevonden. In de plaats van de tweede voorzitter, de heer A. Westmaas, die tussentijds heenging, werd gekozen de heer N. Sluiter. Aan de beurt van aftreden waren de secretaris en de penningmeester. De secretaris werd herkozen, terwijl in de plaats van de penningmeester, die zich niet meer beschikbaar stelde, werd gekozen de heer Valkenburg. Hierna brachten de afgevaardigden verslag uit van de Statenkring Gouda. Na de rondvraag sloot de voorzitter met gebed, nadat gezongen was Ps. 119 : 1 [De Banier 21 januari 1936, blz. 6]
De afdelingen Zuid-Holland en Noord-Brabant van de vereniging van Christelijk Historische leden van gemeentebesturen, zullen op zaterdag 1 februari 1936 om 14.30 uur in het gebouw „De Eendracht”, Goudseweg 130 te Rotterdam vergaderen. De agenda vermeldt o.m. een inleiding van mr. dr. P.H.G.W. van den Helm, burgemeester van Pijnacker, over het onderwerp: „De invloed van de structuur van een volk op den staatsvorm” [De Nederlander 20 januari 1936, blz. 7] 
Op 21 februari 1936 wordt gemeld dat degenen die de Algemene Vergadering van de Christelijk Historische Unie wensen te bezoeken en nog niet in het bezit zijn van een kaart, kunnen daarvoor terecht bij de heer G.B. Sonneveld, Overgauw D28. Bovendien zij vermeld dat D.V. maandag 2 maart 1936 voor de kiesvereniging „Eben Haëzer" hoopt te spreken de heer D. van Leeuwen van Alphen aan den Rijn in de bovenzaal van het C.J.M.V.-gebouw. Vrienden en belangstellenden zijn welkom; ook van omliggende plaatsen [De Banier 21 februari 1936, blz. 7]
De Staatkundig Gereformeerde kiesvereniging „Eben Haëzer" hoopt [Deo Volente] op 25 september 1936 om 20.00 uur, in het gebouw aan de Kerkweg in vergadering bijeen te komen. Door de penningmeester zal een referaat worden gehouden. In de plaats van de secretaris, die wegens huishoudelijke omstandigheden heeft bedankt, moet een nieuw bestuurslid gekozen worden [De Banier 28 september 1936, blz. 5]. Maandagavond hield de kiesvereniging „Eben-Haëzer" de aangekondigde ledenvergadering. De voorzitter opende de vergadering met gebed en las Psalm 119: 1-24, waarna gezongen werd Psalm 119 : 1. De notulen werden gelezen en goedgekeurd. De penningmeester hield een referaat over „Calvijn". Tot bestuurslid werd gekozen de heer J. Vlasveld. De heer J. Gravesteijn bracht verslag uit van de gehouden Algemene Vergadering. Hierop volgde een propagandabespreking, waarna de voorzitter sloot met gebed. Hieronder doen wij nogmaals de namen en adressen van de secretaris en penningmeester volgen: secretaris: W. Valkenburg, Kerkweg 65d, Pijnacker; penningmeester: J. Vlasveld, Oude Leede, post Delft [De Banier 1 oktober 1936, blz. 5]

Op 29 september 1936 wordt gemeld dat in de gehouden vergadering van de R.-K. Staatspartij de heren A. Ruigt, J.C. v. d. Leeuw en F. van Schie tot bestuursleden zijn gekozen. De voorzitter deelde mee, dat thans in Delfgauw een speciale propagandacommissie is benoemd. Na vaststelling van het program van actie werden tot afgevaardigden naar de Kamercentrale te Leiden benoemd de heren E. G. Tiel Groenestege en A.E. v. d. Burg  [Delftsche Courant 29 september 1936, blz.10]. 
Mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker, spreekt op 5 oktober 1936 om 19.30 uur in Nootdorp in ,Nove” in het kader van de cursus voor de Christelijk-Historische kiesverenigingen Pijnacker, Berkel en Nootdorp over het onderwerp “Het vraagstuk van het geldwezen en de waardevermindering van de gulden” [De Nederlander 5 oktober 1936, blz. 9]
De kiesvereniging van de S.G.P. kwam op 4 november 1936 in vergadering bijeen om 19.30 uur. De voorzitter opende op de gebruikelijke wijze; gezongen werd Psalm 25 : 7, en gelezen Psalm 33. In een kort openingswoord werd ook dank gezegd aan de afgetreden secretaris G.B. Sonneveld voor het zeer vele, dat hij gedurende vijf jaar voor de vereniging gedaan heeft. De notulen worden goedgekeurd. Na enkele mededelingen refereerde de secretaris over het onderwerp „Ongeloof en Revolutie". Daarna worden afgevaardigden gekozen voor de verschillende vergaderingen. De kandidatenlijst voor de Tweede Kamer werd daarna opgesteld. De voorzitter sloot hierna de vergadering met gebed, nadat nog gezongen was Psalm 73: vers 13 [De Banier 5 november 1936, blz. 6].
De afdeling Pijnacker van de R.K. Staatspartij heeft Op 1 december 1936  een grote propaganda-avond gehouden in het Parochiehuis „St. Johannes de Doper" aan de Oostlaan. Deze vergadering was zeer goed bezocht. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. de gemeentesecretaris van Pijnacker op, de heer J.M.M. Heijmerikx. De spreker van de avond was Zijn Eerwaarde Pater Borromeus de Greeve. Deze bekende spreker en propagandist had als onderwerp gekozen: „Rotsvaste Eenheid". De duidelijke gloedvolle rede van Pater Borromeus de Greeve werd door alle aanwezigen met de grootste belangstelling gevolgd [Delftsche Courant 3 december 1936 blz. 2]. 
Op maandag 7 december 1936 wordt in Pijnacker een vergadering van de C.H. kiesvereniging gehouden. De voorzitter, de heer Weerhelm Sr., opent de vergadering, laat  Psalm 25, vers 2 zingen en leest Mattheus 25, vers 1 tot en met 13 en gaat voor in gebed, waarna hij  een toepasselijk woord spreekt naar aanleiding van het geleden schriftgedeelte. De notulen worden gelezen en goedgekeurd, Vervolgens wordt meegedeeld, dat het gebouw van de C.J.M.V. ons geweigerd is voor het houden van een openbare vergadering. Daarna volgt een inleiding over het onderwerp „Calvijn'.  Na de pauze wordt beraadslaagd over het houden van een vergadering waarbij een spreker zal spreken. Indien de vergadering niet In het openbaar gehouden kan worden, dan zal men een vergadering in besloten kring houden. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed nadat gezongen Is Psalm 73 vers 12 [De Banier 10 december 1936, blz. 6]

post, radio en telefoon

Op 13 mei 1936 heeft de Pijnackerse Radio-distributie-onderneming plannen tot inschakeling van een derde station; thans kunnen de aangeslotenen slechts de beide Nederlandse stations beluisteren. Welk buitenlands station eventueel ingeschakeld zal worden, staat nog niet vast [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 8]
Op 23 mei 1936 wordt bericht dat de heer J Kluiters, die in Delfgauw 40 jaren lang houder is geweest van het hulppostkantoor der posterijen, onze plaats heeft verlaten om in Delft van een welverdiende rust te gaan genieten. De heer Kluiters, die om zijn bereidwilligheid hier algemeen bekend en gezien was, mocht van de inwoners bij zijn heengaan veel blijken van belangstelling ontvangen [Delftsche Courant 23 mei 1936, blz. 6].
Naar wij op 29 juni 1936 vernemen zal in de besteldienst van de posterijen voor zover het betreft de Delfgauwseweg, waar o.a. gevestigd zijn de malerij van de firma van der Marel, alsmede de woning van de directeur van de Waterleidingmaatschappij een belangrijke wijziging worden gebracht. Dit gedeelte behoorde tot voor 1920 onder de voormalige gemeente Vrijenban, en werd sindsdien nog steeds vanuit Delft bediend. Dit verzuim zal thans binnenkort worden hersteld, hetgeen de bewoners van die buurt zeer ten goede zal komen [Delftsche Courant 29 juni 1936, blz. 8],
Te Delfgauw E173 is ten huize van P. A. Kluiters, stationhouder voor de postdienst, ingaande 1 juli 1936 een telegraafstation met bestelling en een telefoonstation gevestigd. Het telegraaf-telefoonstation Delfgauw is opengesteld op werkdagen van 8.00 tot 20.00 uur; op zon- en feestdagen geen dienst [Delftsche Courant 2 juli 1936, blz. 8].
Op 20 juli 1936 wordt gemeld dat de houder van het hulpkantoor der Posterijen in het desbetreffende pand een schoenenwinkel heeft geopend. Dit is de eerste winkel in deze branche te Delfgauw [Delftsche Courant 20 juli 1936, blz. 4].
Op 18 november 1936 wordt bericht dat het aantal abonnees op de Rijkstelefoon in Pijnacker snel toeneemt. Bijna 120 personen zijn thans op het telefoonnet aangesloten, hetgeen voor een gemeente van 6500 inwoners zeer zeker niet gering is. De z.g. nachtverbinding is hier, in tegenstelling met vele andere gemeenten, geheel gratis [Delftsche Courant 18 november 1936, blz. 7]
Op 20 november 1936 wordt gemeld dat in de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer over de postbegroting voor het dienstjaar 1937 de Minister o.a. zijn aandacht wijdt aan de telefoon op het platteland. Ongetwijfeld is het van zeer groot belang, dat het platteland o.a. door de telefoon uit zijn isolement is verlost. Door vestiging van publieke telefoonstations, het plaatsen van telefooncellen en door het scheppen van een gelegenheid tot telefoneren voor het publiek bij een aangeslotene ter plaatse, is het mogen gelukken, aldus de memorie van antwoord, het gebruik van de telefoon ook ten plattelande in ruimere kring te vergemakkelijken en wel in die mate, dat nagenoeg voor een ieder in den lande, die daaraan overdag of des nachts behoefte heeft, dat gebruik mogelijk is. De minister gelooft niet, dat ons land ten deze bij andere landen ten achter staat. Hij wil evenwel gaarne doen nagaan, of er gevallen zijn, waarin door het plaatsen van een telefooncel de boven aangeduide toestand nog meer kan worden bevorderd [Delftsche Courant 20 november 1936, blz. 10]. 
Op 18 december 1936 wordt bericht dat wethouder G. Sonneveld voortaan telefonisch is te bereiken onder nummer 125. Deze telefonische aansluiting is op kosten van de gemeente geschied. Hiertoe werd in de onlangs gehouden vergadering van de gemeenteraad besloten [Delftsche Courant 18 december 1936, blz. 8].

 sportOp donderdag 30 januari 1936 houdt de Christelijke  Gymnastiekvereniging „K. en V." haar jaarvergadering in de bovenzaal van het C.J.M.V.-gebouw. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de vereniging zal na afloop van de huishoudelijke vergadering een gezellige feestavond voor de leden gegeven worden [Delftsche Courant 25 januari 1936, blz.3]
De spelers van voetbalelftal Pijnacker 1 worden op 10 februari 1936 de “groenbroeken” genoemd [Haagsche Courant 10 februari 1936, blz. 15]
Nadat de ijsbaan de vorige dag voor de schaatsliefhebbers was opengesteld en verlicht, hield de ijsclub gistermiddag 12 februari 1936 een ringrijderij voor paren. Hierdoor was de toeloop op de ijsbaan echter zo groot, dat zij reeds om 16.00 uur ontruimd moest worden. Eveneens moest 's avonds de baan gesloten blijven. De teleurgestelde liefhebbers van de ijssport hadden hun toevlucht maar gezocht op de talloze tochten en sloten [Delftsche Courant 13 februari 1936, blz. 3]
Op 13 februari 1936 wordt gemeld dat het ijs zeer onbetrouwbaar is op verschillende plaatsen, bleek uit de zeer vele gevallen waarin mensen door het ijs zakten. Ons kwamen meer dan een tiental gevallen ter ore zonder ernstige afloop. Aan de Noordweg echter zakte een drietal jongens, allen kinderen van de heer Van Sch., tegelijk door het ijs. Eén van de jongens schoot onder het ijs. Door een voorbijganger, die juist per fiets aan kwam rijden, trachtte de jongens te redden. Hij mocht dit genoegen smaken. Echter zakte hij bij zijn reddingspoging door het ijs, zodat hij eveneens een koud nat pak bekwam [Delftsche Courant 13 februari 1936, blz. 3]
Op 28 februari 1936 wordt gemeld dat B.J Vonhof uit Pijnacker een goede oplossing heeft ingezonden voor een in de krant opgenomen schaakprobleem [Aaltensche Courant 28 februari 1936, blz. 7]
In de grote zaal van de heer van Schie zal zaterdagavond 25 april 1936 de tweede algemene ledenvergadering van de Pijnackerse zwem- en poloclub worden gehouden. Na afloop van de vergadering volgt een gezellig samenzijn [Delftsche Courant 24 april 1936, blz. 10]
Op 25 april 1936 maakt het bestuur van de zwembadstichting bekend, dat het zwembad hoogstwaarschijnlijk op 25 mei 1936 zal worden opengesteld. De prijzen van de abonnementen zijn als volgt: een gezin (man en vrouw) ƒ 8,-per seizoen, tevens zijn hierbij inbegrepen de kinderen beneden 18 jaar. Kinderen boven 18 jaar ƒ 2,-; individuele aanvragers: 1e persoon ƒ 4,-; 2e persoon ƒ 4; 3e persoon ƒ 3,- en 4e persoon ƒ2,-. Bij geen gezinskaart kinderen beneden 18 jaar: 1e kind ƒ3,-, 2e kind ƒ 2,- en alle anderen ƒ 1,50 [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 7]
Maandag 27 april 1936 hield de Pijnackerse Zwem-en Poloclub haar tweede  algemene ledenvergadering in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis". De voorzitter, de heer Valk, heette de aanwezigen hartelijk welkom. Hierna las de secretaris het jaarverslag voor, hetwelk ongewijzigd door de vergadering werd goedgekeurd. Uit het verslag van de penningmeester bleek, dat er een batig saldo was van ƒ 11.24. Nadat ook het verslag van de penningmeester door de vergadering was goedgekeurd, werd overgegaan tot bestuursverkiezing: de periodiek aftredende mej. Vermeulen stelde zich niet herkiesbaar, in haar plaats werd gekozen de heer J. Marrée. De heer W. Stoorvogel Jr. werd herkozen en aanvaardde zijn benoeming. Vervolgens werd aan de orde gesteld de bespreking van enige interne kwesties en plannen voor het komende seizoen. Van het Stichtingscomité: het Comité van Tien, was een schrijven binnengekomen, dat het plan bevatte, om eind juli een groot zwemfeest voor de leden van de club te organiseren en eind augustus een zwemfeest dat voor iedereen toegankelijk is. Het laatste punt van de agenda, de rondvraag, werd snel afgehandeld. Enige vragen over de tarieven werden door de voorzitter beantwoord, waarna deze de vergadering sloot. Onder de tonen van het Pijnackerse Muziekgezelschap bleven de vergaderden nog enige tijd gezellig bijeen. Mej. v. d. Zalm zong enige liederen en werd door Lies Prins op verdienstelijke wijze aan de piano begeleid. Nadat de heer J. Apon enige voordrachten ten beste had gegeven, werd het muziekensemble in een jazzband herschapen en werd gelegenheid tot dansen gegeven [Delftsche Courant 29 april 1936, blz. 8]
Zaterdag 2 mei 1936 zullen voor de eerste maal de pas gereed gekomen tennisbanen bespeeld worden; reeds enige clubs zijn gevormd. De meeste leden van deze clubs zijn nog beginnelingen, zodat men geen vrees behoeft te koesteren „een gek figuur" te slaan met het te hanteren tennisracket ! [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 7]
Op 1 mei 1936 wordt gemeld dat de Pijnackersche Postduivenvereniging „Allen Welkom" een wedvlucht heeft gehouden over een afstand van 121 kilometer. De startplaats was Vilvoorde in België; starttijd 8.30 uur. Om 10.45.23 kwam een duif van de heer E. Rietveld als eerste aan. 1, 12 E. Rietveld; 2, 7 P. Bos; 3, 14 K. Rietveld; 4, 6, 15; 16 A. Oosterom; 5, 8 P. van Loon; 9, 10, 13 B. Verschoor; 11 R. Verschoor. [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 6]
Op 5 mei 1936 wordt gemeld dat door het Comité van Tien de nieuwe tennisbanen feestelijk voor het sportlievende publiek zijn opengesteld. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. de burgemeester, mr. dr. van den Helm en familie op. De voorzitter van het Comité van Tien, mr. A. de Gidts, heette de aanwezigen hartelijk welkom. Spreker memoreerde het feit, dat hij een jaar geleden op het terrein hiernaast gestaan had, namelijk bij de opening van het zwembad. Hij  wees op het grote belang van dit tennispark voor de gemeente Pijnacker. Hierna voerde de burgemeester het woord, die hulde bracht aan het particulier initiatief, dat dit werk tot stand had gebracht. Ook bracht spreker hulde aan de eigenaar van het land, de heer Prins. Nadat ook de heer Stoorvogel een korte feestspeech had gehouden, opende mr. De Gidts met den eersten slag het tennisveld [Delftsche Courant 5 mei 1936, blz. 7]
Het secretariaat van de voetbalvereniging Pijnacker is op 6 juni 1936 gevestigd ten huize van de heer J. Ros, Emmadwarsstraat 13, Pijnacker [Haagsche Courant 6 juni 1936, blz. 26]
Dokter J.A. Bos uit Pijnacker doet op 13 juni 1936 op het schietpark “Sint Hubertus” in Tilburg mee aan een skeetwedstrijd. In de eerste wedstrijd met 7 standen, 3 doubletten en 20 duiven eindigde dr Bos op de vijfde plaats. In de kleiduivenwedstrijd met hoog-, halfhoog- en laagvliegers en 15 duiven werd hij opnieuw vijfde [Nieuwsblad van het Zuiden 15 juni 1936, blz. 9]
Op 19 juli 1936 wordt in Nootdorp de R.K. Sportdag gehouden.Op het sportveld zullen gymnastiek en athletiek demonstraties gehouden worden. De deelnemende verenigingen zijn, behalve de gymnastiek- en voetbalafdeling V.O.G.E.L. uit Nootdorp, de voetbalvereniging R.V.V. uit Den Haag en de R.K. Gymnastiekvereniging uit Pijnacker. Reeds mocht van de burgemeester H.C.A.M. Schölvinck toezegging ontvangen worden van een beschikbaar te stellen beker, van de voorzitter van het hoofdbestuur, de heer A.C. van der Helm een lauwertak en van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de R.K. voetbalvereniging V.O.G.E.L., de heer L. Mooijman, eveneens een lauwertak. Het geheel belooft een schitterende demonstratie te worden [Delftsche Courant 19 juni 1936, blz. 6] 
Zaterdag 11 juli 1936 heeft op het S.V.P.-terrein te Pijnacker een zeer geslaagde openluchtuitvoering plaatsgehad. Medewerking hieraan werd verleend door een drietal verenigingen, n.l. de Christelijke Zangvereniging „Halleluja" en de Christelijke Muziekvereniging „Excelsior", die onder leiding stonden van de heren A. van Mechelen uit Den Haag en Van Leeuwen uit Overschie. Voorts heeft de Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid" onder de eminente leiding van de heer W. Bot uit Den Haag, een keurige afwisseling aan het programma gegeven. Voor een vrij talrijk publiek werd geopend met een massale vrije oefening voor jongens en meisjes. Verder op de avond werd gedemonstreerd door meisjes, ringwerk en rekoefeningen resp. voor dames en heren, die een atletisch aspect boden. Er schuilen heel wat goede krachten onder „Kracht en Vlugheid", en de uitvoerende leden doen de naam der vereniging eer aan. De knotsoefeningen van de dames, als laatste gymnastiekprestatie, werd op zeer soepele wijze uitgevoerd. Zoals bij vele gymnastiekuitvoeringen het geval is, sprong ook hier het knotswerk van de dames zeer in het oog. Het rekwerk van de heren bleek ook zeer in stijl te zijn, terwijl de dames zich aan de ringen geheel thuis voelden. De élégance die damesgymnasten eigen is, kwam hier op sierlijke wijze tot uiting. Niet minder lof verdienen de muzieknummers en de keurige uitvoering van de zangnummers. De Christelijke Zangvereniging staat op bijzonder hoog peil, de harmonie in het samenzingen, registerwerk, alles was af. De opgevoerde nummers waren in goede stijl, en de gepaste uitvoering bleek de uitvoerenden goed te liggen. Voor een groot gedeelte kan dit ook gezegd worden van de harmonievereniging. Goed geschoold, verstonden de leden hun leider uitstekend. Gezien het grote succes, en de belangstelling, die hiervoor heeft bestaan, twijfelen wij niet, of de openluchtuitvoering zal weer herhaling vinden [Delftsche Courant 13 juli 1936, blz. 6]
Op 17 juli 1936 wordt gemeld dat het bestuur van de S. V. P. een groots programma heeft samengesteld. Wat de voetbalsport betreft, ligt het in de bedoeling deze zoveel mogelijk te propageren, en aangemoedigd door een serie successen -men herinnere zich slechts het verdiende gelijkspel tegen D. S. O. uit Zoetermeer- wordt een reeks wedstrijden uitgeschreven, die het doel beogen het spelpeil van S. V. P te verhogen, en tevens meer animo voor de sport op zich zelf ta wekken. Zaterdag a.s. om 19.30 uur vindt b.v. op het S. V. P. veld te Pijnacker de revanchewedstrijd plaats tussen S. V. P. en D. S. O. Beide ploegen zullen het uiterste doen, om de eer te behouden en te herstellen. De scheidsrechter is de heer P. Gagestein. Een spannende strijd wordt verwacht [Delftsche Courant 17 juli 1936, blz. 6] 
Op 2 augustus 1936 doet W. Rijnbeek uit Pijnacker mee aan de ronde van T/ilburg bij de nieuwelingen [Nieuwe Tilburgsche Courant 25 juli 1936, blz. 8]
Op 5 augustus 1936 wordt bericht dat de postduivenvereniging „Allen welkom" een wedvlucht heeft gehouden vanuit Bergen (België;  afstand 177 kilometer). De duiven werden gelost om 11.15 uur. Eerst aankomende duif vloog binnen om 13 uur 13 min. 7 sec. Uitslag verder: P. Kloos 1, 4, 10; J. Suik 2, 3; A. Oosterom 5, 6, 9; gebrs. Hoogenboezem 7; E. Rietveld 8. Zondag volgt een wedvlucht vanuit Quievrain (afstand 185 kilometer) [Delftsche Courant 5 augustus 1936, blz. 6] 
Op 31 augustus 1936 zal het bekende Comité van 10 uit Pijnacker een sportdag organiseren op het terrein aan het Noordeinde. Verschillende verenigingen hebben al medewerking toegezegd. Op het programma staan wedstrijden in zwemmen, voetbal, korfbal, tennissen, gymnastiek en atletiek [Haagsche Courant 13 augustus 1936, blz. 18]
Op 5 september 1936 wordt gemeld dat de Pijnackerse dam- en schaakvereniging „Dascha" heeft besloten om bij voldoende deelname een jongerenafdeling op te richten. Op 14 september 1936 vangen de clubavonden weer aan [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 7]. 
Op 14 oktober 1936 wordt gemeld dat het secretariaat van de voetbalvereeniging Pijnacker is gevestigd bij de heer J. Bos, Emmadwarsstraat 13 te Pijnacker [Haagsche Courant 14 oktober 1936, blz. 11]. 
Op 14 oktober 1936 wordt gemeld dat één dezer dagen de Delftse D.H.C. atletiek- commissie van de Nationale Technische Commissie van de K.N.A.U. de toestemming heeft gekregen om de a.s. Kerst-veldlopen internationaal te verwerken. Het is namelijk dit jaar de 10e maal dat D.H.C. haar welbekende K.V.D. gaat organiseren en in verband met dit tweede lustrum willen de groen-zwarten iets bijzonders brengen. De eerste inschrijving is zelfs reeds binnen, namelijk die van een 41-jarige veteraan, de heer M.J. Hoogendijk te Pijnacker [Delftsche Courant 14 oktober 1936, blz. 7]
Naar aanleiding van de incidenten tijdens de wedstrijd Pijnacker-S.V.C. 2 heeft het bestuur van de Haagse Voetbalbond een ernstige waarschuwing gericht tot de voetbalvereniging Pijnacker [Haagsche Courant 23 oktober 1936, blz. 21]
Op 24 oktober 1936 wordt bericht dat de eindstand van de tweede zaterdagmiddagschaakcompetitie te Pijnacker luidt: 1 en 2  A. Baljeu 4½ uit 6 Delft  en K. G. Lub 4½ uit 6 Delfgauw3. C. v. d. Vaart 4 uit 6 Amsterdam 4. D.W. van Atten 3½ uit 6 Pijnacker 5. G. Lorenz 3 uit 6 Delft 6. P. Vermeer 1½ uit 6 Zoetermeer 7. A. de Graaf 0 Rijswijk Een bijzondere attractie was wel het deelnemen van de oud-kampioen van Pijnacker e.o. de heer C. v. d. Vaart, die thans in Amsterdam woonachtig is [Delftsche Courant 24 oktober 1936, blz. 7].
Op 10 november 1936 wordt gemeld dat de afdeling Delfgauw van de Z.H. IJsvereniging van de heer A. Kerklaan een perceel land, groot 1.25 hectare heeft gekocht, en daar thans bezig  is een ijsbaan aan te leggen. Het terrein gelegen op 100 meter van het viaduct Pauwmolen, uitkomende aan de Rijksweg, is ook vanaf Delft snel te bereiken. Er worden vier ijsbanen aangelegd, lang 200 meter. en breed 10 meter en een kinderbaan groot 55 meter bij 25 meter [Delftsche Courant 10 november 1936, blz. 2].
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat de Pijnackerse Zwem- en Poloclub de vorige avond in het café-restaurant „Van Ouds het Raadhuis" aan de Oostlaan een zeer geslaagde avond heeft gehouden .De opkomst van de leden was bevredigend en er heerste een zeer geanimeerde stemming  [Delftsche Courant 28 november 1936, blz. 7].
Op 30 november 1936 wordt bericht dat de Pijnackerse Postduivenvereniging „Allen Welkom" thans bezig is met het treffen van voorbereidingen tot het houden van een postduiven- en sierduivententoonstelling omstreeks Kerstmis. Deze tentoonstelling zal worden gehouden in de zaal van de heer A. Schuring aan de Westlaan [Delftsche Courant 30 november 1936, blz. 7] 
Voor een stampvolle zaal heeft de Pijnackerse Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid" in het gebouw aan de Kerkweg woensdagavond  2 december 1936 haar jaarlijkse grote uitvoering gegeven. De voorzitter, de heer C. Sonneveld, heette alle aanwezigen hartelijk welkom en in het bijzonder de afgevaardigden van verschillende  verenigingen. Spreker bracht tevens een woord van hulde aan de leider en trainer van „Kracht en Vlugheid", de heer W. Bot. Onder vrolijke marsmuziek waren de kleuters keurig in een rij het podium opgemarcheerd, gevolgd door de andere leden van de gymnastiekvereniging. Grote hilariteit verwekte het feit, dat een tweetal zeer kleine gymnastjes de commando's van de leider niet begreep en doodrustig bleef zitten. Het nummer vaandelzwaaien viel bij de aanwezigen zeer in de smaak. De vrije oefeningen door de kleine en grote jongens uitgevoerd, getuigden van een langdurige training. Het kleutemummer: „Twee Emmertjes Water halen" was alleraardigst. Zeer hinderlijk was echter het opstaan in de zaal van verschillende personen! De verschillende nummers van het uitgebreide programma werden in een vlot tempo afgewerkt, waarbij o.a. de prestatie van de dames-gymnasten te prijzen viel. De ingewikkelde oefeningen die bijna alle onberispelijk werden uitgevoerd, getuigden van een langdurige training. Het muzikale gedeelte van de avond stond onder leiding van de heer B. Storm. Ds. Dingstee sloot deze zeer geslaagde avond met een krachtig propagandawoord voor de Christelijke Gymnastiekvereniging „Kracht en Vlugheid” [Delftsche Courant 3 december 1936, blz. 2] 
De postduivenvereniging. „Allen Welkom" hield op 25 en 26 december 1936 een tentoonstelling. De ruim 100 vogels waren verdeeld in 10 klassen. De bekroningen over al deze klassen werden behaald als volgt: Jac. Suik, vijf 1e, een 2e, een 3e en een 4e prijs, tevens mooiste oude en jonge duif. E. Rietveld: twee 1e, twee 2e, een 3e, een 4e en een 5e prijs, tevens mooiste oude doffer. P. Klos: een 1e, twee 2e, drie 3e en twee 4e prijzen, tevens de mooiste jonge doffer. A. Oosterom, drie 2e en twee 3e prijzen; Gebrs. Adrichem: een 1e prijs. P. van Loon een 1e prijs. P. Bos: een 2e prijs. D. van der Elst een 2e en een 3e prijs. Alle le en 2e prijzen ontvingen tevens een ereprijs, die door de ingezetenen was geschonken. [Delftsche Courant 28 december 1936, blz. 3].
Op 26 december 1936 vonden in Delft de DHC veldlopen plaats. In de veteranenklasse eindigde N.J. Hoogendijk uit Pijnacker op de 13e plaats. De tijd van de winnaar was 13.45.8 [Delftsche Courant 28 december 1936, blz. 7]

veeteelt

Op de Paasveetentoonstelling gehouden  in Delft op 2 april 1936. Bij het vee gemest met hard voeder won W. van Leeuwen uit Delfgauw een tweede prijs in de categorie schotten met vier brede tanden en A. Zeeuw uit Delfgauw een eerste prijs bij de dikbillen. Bij het vee gemest met spoeling won H.A. Duyndam uit Delfgauw een tweede prijs in de categorie koeien [Delftsche  Courant 2 april 1936, blz. 1]
Naar de Nederlandse Zuivelcentrale meedeelt, wordt met ingang van 8 juli 1936 voor de gemeenten Pijnacker en Gorinchem de minimumkleinverkoopprijs voor consumptiemelk verhoogd tot 9 cent per liter [De Telegraaf 7 juli 1936, blz. 6]

verenigingen

De ijsvereniging „Voorwaarts" te Delfgauw vierde op 22 januari 1936 op feestelijke wijze en onder zeer grote belangstelling haar 40-jarig bestaan. Geen plaatsje was er meer onbezet in het keurig versierde verenigingslokaal aan de Schoolkade, waar de „Hurry Matrozen" met hun vrolijke muziek voor een gezellige stemming zorgden. Onder de aanwezigen werden opgemerkt de heren: mr. dr. van den Helm, burgemeester, Sonneveld, wethouder, Dieken, bestuurslid van de Z.H. IJsbond en voorts ereleden en afgevaardigden van zusterverenigingen. De voorzitter van de feestcommissie de heer Van Dissel heette de aanwezigen van harte welkom en wel speciaal de burgemeester en de wethouder. Voorts riep hij een welkom toe aan het lid van het hoofdbestuur van de bond, de vertegenwoordigers van de afdeling Nootdorp en de veteranen die 40 jaar lid van de vereniging zijn. Spreker deed vervolgens een beroep op de aanwezigen lid te worden. Eerst met een groot aantal leden zal kunnen worden gekomen tot de verwezenlijking van de plannen voor een eigen ijsbaan. De voorzitter de heer P. Kas sprak hiema een feestrede uit, waarin hij een overzicht gaf van hetgeen in de loop der jaren is geschied. In 1895 gingen stemmen op voor oprichting van een ijsclub. Dat was geen wonder. Want de ijssport is de mooiste sport die bestaat. Er werd dan ook een comité gevormd en, nadat verscheidene malen was vergaderd, werd de vereniging met 150 leden opgericht en zij sloot zich aan bij de Z.H. IJsbond. Het ledental steeg al spoedig. In 1898 reeds werd de uitnodiging ontvangen om medewerking te verlenen aan een sportrevue, die werd bijgewoond door de Koningin. In die dagen schafte de vereniging zich een prachtig vaandel aan, dat op plechtige wijze werd onthuld door burgemeester Saaijmans Vader. De vereniging nam nog steeds in bloei toe en wanneer er goed ijs was werden zeer genoeglijke wedstrijden gehouden. Gedurende de oorlogsjaren liep het ledental terug en in 1920 kreeg de vereniging een grote slag tengevolge van de annexatie van Vrijenban bij Delft. Nadien bleef het ledental gedurig teruglopen en einde 1925 gingen er stemmen op om de vereniging te ontbinden. Gelukkig geschiedde dit niet en in 1926, toen het flink winterde, ging het ledental eindelijk weer de hoogte in en deze toestand bleef tot op heden toe vrijwel bestendigd. Woorden van dank sprak spreker tenslotte tot mr. dr. van den Helm voor zijn aanwezigheid en verzocht hem het beschermheerschap op zich te willen nemen. Aan de ereleden, die veertig jaren lid van de vereniging zijn, werd een herinnering aangeboden. Het zijn de heren C. van Koppen, C. Groenewegen, J. van Gelderen en B. Kerklaan (deze laatste was niet aanwezig). Nadat de nieuwe beschermheer mr. dr. van den Helm een oorkonde was aangeboden, zei de heer van den Helm dat hij zeer dankbaar was voor het beschermheerschap en trok vervolgens een parallel tussen het leven en de ijssport. In het leven heeft men licht en donkerte; in de ijssport kou en warmte. Kou van buiten, doch warm enthousiasme van binnen. Spreker wenste de vereniging veel voorspoed en hoopte eens op de schaats van Pijnacker naar Delfgauw te kunnen komen. Door de heer Van Dissel werd met een hartelijk toespraakje de voorzitter een bloemstuk aangeboden in verband met het feit, dat hij dit jaar zijn zilveren jubileum als bestuurslid viert. Voorts las de heer Van Dissel enige schriftelijke gelukwensen voor, o.a. van de voorzitter van de Z.H. IJsbond. De jubilerende vereniging werd ter gelegenheid van haar jubileum gelukwensen aangeboden door de neer Dieken namens de Z.H. IJsbond, die de voorzitter en de .jubilerende ereleden een eremedaille en een oorkonde toezegde; voorts door een afgevaardigde van de vereniging Nootdorp, de heer C. van Koppen namens de ereleden en de voorzitter van de damvereniging “Delfgauw". Het officiële gedeelte van de avond was hiermee voorbij en een gezellig feestprogramma ving aan, dat werd verzorgd door het gezelschap Venzelaar. Verschillende toneelstukjes werden voorgedragen, die bij de aanwezigen zeer in de smaak vielen en dan ook met een flink applaus werden beloond. Ook gaf het gezelschap een schetsje ten beste, waarin het wel en wee van de vereniging naar voren werd gebracht. En wat heeft het publiek gelachen om het sprekende standbeeld! Het feestprogramma was werkelijk aardig verzorgd en voor de vele aanwezigen is het een ,zeer genoeglijk avondje geworden. De ijsvereniging „Voorwaarts" kan met .gerechtvaardigde trots op de viering van dit veertigjarig bestaan terugzien [Delftsche Courant 22 januari 1936, blz. 2]
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan hield de Gereformeerde Jongelingsvereniging Jonathan op 24 januari 1936 een feestelijke jaarvergadering in de grote zaal van het C.J.M.V.-gebouw. De zaal was flink bezet toen om 19.30 uur de voorzitter van de vereniging, de heer P. Bloemendaal, de vergadering opende. Door de heer D. Slappendel werd een inleiding gehouden over het onderwerp „Het Koninkrijk der Hemelen". Verder werd er opgevoerd „Hoe onze tegenstanders ons zagen". Het woord werd gevoerd door de burgemeester, afgevaardigden en oud-leden. Enkele voordrachten wisselden het geheel af. Ds. J.A. Meijer sprak een pakkend slotwoord en sloot deze geslaagde avond met dankgebed [Delftsche Courant 25 januari 1936, blz. 3].
De Jongelingsvereniging „Eben Haëzer" uit Delfgauw gaf op 5 februari 1936 een welgeslaagde uitvoering in het gebouw aan de Schoolkade. De zaal was aardig bezet. Aardige stukjes gaven de tonelisten ten beste, die meermalen een welverdiend applaus oogstten [Delftsche Courant 6 februari 1936, blz. 3]. 
De Gereformeerde knapenvereniging „David" en de Gereformeerde meisjesvereniging „Blandina" hielden woensdagavond 5 februari 1936 een gecombineerde jaarvergadering in het C.J.M.V.-gebouw aan de Kerkweg. Om 19.30 uur opende de voorzitter — de heer Kooijman — de vergadering. ,De aanwezigen zongen enige psalmen, waarna de heer Kooijman voorging in gebed. De voorzitter wees de vergadering er op, dat Jezus Christus gaarne gehuldigd werd door de volwassenen, maar nog veel liever door de kinderen en zuigelingen. Hierop volgden de jaarverslagen van de beide verenigingen. De secretaris van de knapenvereniging had behalve een jaarverslag ook een feestlied gemaakt, hetwelk te zijner ere door de vergadering werd gezongen. Ds. J.H. Meijer sprak namens de kerkenraad en wenste de beide verenigingen een door God gezegend jaar toe. Enige jeugdige recitanten wisten soms wel het begin, doch niet het eind van hun voordracht; telkens hielp de voorzitter hen echter weer vriendelijk op streek, onder hartelijk gelach van de vergadering. De zangnummers van de meisjes oogstten veel bijval. Na de pauze wees de heer Kooiman op het grote nut van de Gereformeerde zomerkampen. Een tableau, voorstellend een kampavond, uitgevoerd door de knapenvereniging, viel bij de aanwezigen zeer in de smaak. Vooral de meisjes hadden veel werk gemaakt van hun voordrachten en droegen ze over het algemeen vlotter en fleuriger voor dan de jongens. Het propaganda-tableau door de Meisjesvereniging getuigde van een langdurige voorbereiding en werd dan ook beloond met een hartelijk applaus. Dominee Meijer sprak tenslotte het dankgebed uit, waarop de voorzitter deze zeer geslaagde vergadering sloot [Delftsche Courant 7 februari 1936, blz. 3] 
Op 7 februari 1936 wordt gemeld dat B&W toestemming hebben verleend aan de Christelijke Jongensclub Sursumi uit de Oude Leede, voor het houden van een verloting [Delftsche Courant 7 februari 1936, blz. 3] 
Op 17 april 1936 wordt gemeld dat de postduivenvereniging “Allen Welkom” deze week haar eerste wedstrijd van het seizoen heeft gehouden. De duiven waren alle naar Lage Zwaluwe gebracht, waar zij om precies 9 uur werden losgelaten. Het was een aardig gezicht hoe de vogels reageerden op het plotseling herkrijgen van hun vrijheid in een voor hen volslagen onbekende omgeving. Zonder aarzelen vingen zij echter de 39 kilometer lange reis naar huis aan. De eerste duif kwam in Pijnacker aan om 9 uur 42 min. 31 sec. en behoorde aan de Gebr. van Adrichem; 2, 4, 6, 7, 8, 14, 17 A. van Oosterom; 3, 5, 13, 16 E. Rietveld; 9, 11, 12, 15, 19 B. Verschoor; 10 Bos; 18 P. Klos; 20 R. Verschoor. De prijzen bestonden uit ± 100 eieren; de pouleprijzen vielen toe aan de Gebr. Van Adrichem en P. Klos. Het bestuur heeft thans een wedstrijd georganiseerd voor a.s. zondag vanaf Breda, dus over een afstand van 52 kilometer [Delftsche Courant 17 april 1936, blz. 2]. 
De Christelijke Jonge Mannen Vereniging en Meisjesvereniging zullen op 5 mei 1936 een gecombineerde vergadering houden in het gebouw aan de Kerkweg. De Burgemeester van Pijnacker zal een lezing houden over zijn reisindrukken en lichtbeelden vertonen over Noorwegen [Delftsche Courant 23 april 1936, blz. 8]. 
Op 23 mei 1936 wordt bericht dat in de vorige vergadering van de Pijnackerse Zwem- en Polo-club de bestuursverkiezing een verloop heeft gehad, dat niet ten volle voldeed aan de reglementen van de vereniging, zodat een herverkiezing moest plaats vinden. Bij deze herstemming werd de heer J. Mario in het bestuur benoemd. In de kascommissie zijn benoemd de heren J. Swagers en J. Prins Jr. De vereniging zal deelnemen aan de op 31 augustus 1936 te houden sportdag [Delftsche Courant 23 mei 1936, blz. 6]. 
De Christelijke Jongemannenvereniging „Soli Deo Gloria" organiseert op woensdagavond 4 oktober 1936 een jubileumavond in het Verenigingsgebouw. Als sprekers zullen optreden mr. dr. F.H.G.W. van den Helm, burgemeester, ds. Dingstee en de heer Gordeau [Delftsche Courant 29 september 1936, blz.10]. 
Op 15 oktober 1936 om 20.00 uur houden de gereformeerde jeugdverenigingen in Rijsoord een propaganda-avond in de Gereformeerde kerk. Spreker zal zijn Lod. Kooijman uit Pijnacker. Begin december 1936 spreekt hij in Meerkerk op de leidersvergadering van de afd. Zuid-Holland van de Ned. Bond van Jongelingsverenigingen op Gereformeerde Grondslag over "Onze Roeping" [De Dordrechtsche Courant 14 oktober 1936, blz. 5; De Dordrechtsche Courant 5 december 1936, blz. 6].
De Christelijke Jongemannenvereniging „Soli Deo Gloria" uit Delfgauw heeft gisteravond 30 september 1936  in haar verenigingsgebouw op feestelijke wijze haar 12½-jarig jubileum herdacht. De jubilerende vereniging kan bij de herdenking van dit heugelijke feit weerzien op een periode van strijd en zorg, maar ook van steun en bemoediging, en daarom behoeft het niet te verwonderen, dat talrijke vrienden en belangstellenden de gelegenheid hadden aangegrepen, om deze avond van feestelijk gedenken bij te wonen. Niet alleen uit kerkelijke kringen en verenigingen doch ook van andere zijde heeft men van zijn belangstelling blijk gegeven. Zo mochten wij onder de aanwezigen de erevoorzitter, de edelachtbare heer mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, burgemeester van Pijnacker, opmerken, die in een kernachtig openingswoord de vereniging gelukwenste en haar de hoge beginselen, die zij heeft uit te dragen, voorhield. Verder is nog gesproken door ds. G. J. van Duynstee over het onderwerp: „Het communisme in de eerste Christengemeente", terwijl de heer H. Gordeau, lid van het bondsbestuur, het woord voerde over: „Loopen in de Loopbaan". Het solo-mannenkwartet „Sonore" uit Rotterdam heeft op zeer gewaardeerde wijze haar medewerking verleend. Met het zingen van het bondslied is de zeer geslaagde en goed bezochte bijeenkomst gesloten [Delftsche Courant 1 oktober 1936, blz. 3]
De C.J.M.V. „Soli Deo Gloria" uit Delfgauw zal a.s. woensdag 28 oktober 1936 een filmavond geven in het gebouw aan de Schoolkade, getiteld: De zending in Suriname. De burgemeester van Pijnacker zal hierover een inleiding houden, en de film verder toelichten [Delftsche Courant 28 oktober 1936, blz. 7]
Gisteravond, 8 december 1936, hield de Oranjevereniging Delfgauw een algemene vergadering in de Bijenkorf. De voorzitter, de heer E. P. v. d. Laar, opende de vergadering met een woord van voldoening over de welgeslaagde feesten in oktober. Onze bewoners hebben op de meest enthousiaste manier blijk gegeven mee te leven met ons vorstenhuis. Na vaststelling van de notulen werd de contributie vastgesteld op 10 cent per maand. Zij zal ook in het vervolg maandelijks worden opgehaald. Het punt bestuursverkiezing werd van de agenda afgevoerd. Besloten werd dit in de jaarvergadering te behandelen. Omtrent de op hand zijnde feesten werden breedvoerige besprekingen gehouden. Tot een vast besluit is men op deze vergadering nog niet gekomen. Het bestuur werd machtiging verleend naar bevind van zaken te handelen. Na nog enige huishoudelijke besprekingen sloot de voorzitter met een toepasselijk woord de vergadering [Delftsche Courant 9 december 1936, blz. 4].
Op 30 december 1936 werd de 36e jaarvergadering gehouden van de CJ.M.V. gecombineerd met de 2de jaarvergadering van de Chr. Meisjesvereniging „Lydia". Om 19.30 opent de heer J. Doelen (bij ontstentenis van ds. G.J. Dingstee) de vergadering met gebed en een welkomstwoord. Daarna* wordt behandeld het jaarverslag van de beide verenigingen, dat met algemene stemmen wordt aangenomen. Hierna volgt zang door de meisjesvereniging o.a. werd gezongen het Engelkoor uit Elias van Felix Mendelssohn. Dit nummer werd heel goed gezongen. Verder werd de avond nog gevuld met toneelspel en zang. De zaal was tot de laatste plaats bezet. Aan het applaus kon men wel horen, dat de aanwezigen zich kostelijk amuseerden [Delftsche Courant 31 december 1936, blz. 2].

vervoerOp 9 december 1936 wordt bericht dat het treinverkeer op de lijn Den Haag-Pijnacker-Rotterdam was gisteravond tengevolge van de ongunstige weersgesteldheid een beetje in de war gelopen. Verschillende treinen waren ruim een kwartier te laat, zeer tot ongerief van de reizigers. [Delftsche Courant 9 december 1936, blz. 4]

waterstaat

Woensdag 10 juni 1936 vergaderden de stemgerechtigde ingelanden en bestuur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker. De voorzitter, de heer P. Sonneveld, opende en gaf het woord aan de secretaris, de heer F. v. d. Burg, voor het lezen van de notulen en het jaarverslag. Beide verslagen werden goedgekeurd, terwijl wij uit het jaarverslag het volgende naar voren brengen: De totale ontvangsten bedroegen ƒ19.911,40, de uitgaven ƒ 19.847,72½, zodat een batig saldo van ƒ 63,67½ overblijft. De begroting van het jaar 1936 is geraamd op inkomst en uitgaaf aan de hand van de cijfers van het afgelopen jaar. Veel achterstallige polderlasten zijn nog te vorderen, doch deze zijn oninbaar tengevolge van de gewijzigde overeenkomst met Delfland. De reconstructie van de polderwegen zal in het komend jaar de volle aandacht van het bestuur hebben. De begroting beloopt ƒ 5900,-, welke als volgt wordt gedekt: ƒ1600,- wordt geput uit de opbrengst van te verkopen grond, terwijl voor het restant een geldlening bij particulieren wordt gesloten. Hiervoor is het bestuur gemachtigd. De rente bedraagt 4½%. De omslag van de polderlasten zal ƒ 10,- per hectare bedragen. Benoemd werden tot leden van de commissie tot het nazien van de rekening de heren J.F. Bregman, G. Langelaan en G. van Dijk, terwijl als hun plaatsvervangers werden aangewezen de heren K. IJsberg, J. Kostering en J. Ammerlaan. Het gewijzigde ambtenarenreglement werd aangenomen, terwijl ten slotte het bestuur gemachtigd werd de werken in 1936 in eigen beheer te doen uitvoeren en eventueel kasgeldleningen bij de Boerenleenbank aan te gaan. Hierna volgde sluiting. [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9]
Op 28 oktober 1936 wordt gemeld dat op 10 november 1936 en daarop volgende dagen in de Oude of Hoge polder van Pijnacker schouw zal worden gehouden  [Delftsche Courant 28 oktober 1936, blz. 7]
Op 7 december 1936 wordt gemeld dat de herziene algemene Keur van de Oude of Hoge Polder van Pijnacker thans door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij beschikking van 26 november 1936 is goedgekeurd [Delftsche Courant 7 december 1936, blz. 8]  
werkgelegenheidOp 15 januari 1936 wordt bericht dat in de laatstgehouden gemeenteraadsvergadering is besloten het gemeenteterrein, het z.g. land van Blad, bouwrijp te maken. Dit bouwterrein zal worden verkocht uitsluitend voor het bouwen van villa's en landhuizen. De nieuwe ambtswoning van de burgemeester zal de eerste villa zijn die gebouwd zal worden. Door dit plan, waarmee een bedrag van ruim f 30.000 is gemoeid, zal aan zeer veel werklozen voor geruime tijd werk verschaft worden [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 7]. 
Op 15 januari 1936 wordt bericht Voor het eerst zullen ook in onze gemeente vele werklozen te werk worden gesteld in het tuinbedrijf met loontoeslag. Het loon hiervoor is vastgesteld op f 16.50 per week. Dankzij deze maatregel zijn verschillende werklozen te werk gesteld kunnen worden [Delftsche Courant 15 januari 1936, blz. 7]. 
Naar wij vernemen is met ingang van 3 februari 1936 op het bureau voor steunverlening en werkverschaffing aangesteld de heer mr. J.J.A. Groeneveld  [Delftsche Courant 4 februari 1936, blz. 2]
Op 8 februari 1936 wordt voor terstond gevraagd een flinke halfwas-tuindersknecht bij: J.G. van Beveren, Verlaat, Pijnacker [Delftsche Courant 8 februari 1936, blz. 8]
Op 24 februari 1936 wordt bericht dat bij het uitbaggeren van de vaarten door de werkverschaffing een 18-tal werklozen te werk zal worden gesteld. Dit is in de gemeente de eerste maal, dat van de werkverschaffing gebruik wordt gemaakt. Hoogstwaarschijnlijk zal het werk begin maart een aanvang nemen [Delftsche Courant 24 februari 1936, blz. 2]
Op 5 maart 1936 is er het volgende ingezonden stuk: Mijnheer de Redacteur. Gaarne zou ik onderstaand stukje geplaatst willen zien in De Bouwer als ingezonden. Bij voorbaat mijn dank. Hoe op ’t ogenblik door sommige patroons (en arbeiders) omgesprongen wordt met de lonen en arbeidsvoorwaarden, mag uit het volgende blijken. In de gemeente Pijnacker, onder de rook van Rotterdam, wordt een landhuisje gebouwd en de heer Mosterd, machinaal houtbewerker, Dahliastraat 1b te Hillegersberg, is daarvan de aannemer. De heer Mosterd had het metselwerk mondeling uitbesteed aan ondergetekende, wonende te Pijnacker voor de prijs van ƒ 270. Maar toen er een contractje afgesloten zou worden bleek, dat de heer Mosterd, die het aantal stenen enz. had uitgetrokken, zich bij het specificeren had vergist met een nul, waardoor het aantal opgegeven steen steeg van schraal 30.000 op plus minus 40.000. Natuurlijk gingen wij daar niet mee accoord dan op voorwaarde, dat de meerdere steen bijbetaald zou worden. Maar dat was er niet bij. De heer Mosterd verklaarde, dat hij dan het werkje zou geven aan een Rotterdammer, nader gebleken Gebr. Akerlijn, voor ƒ 275 niet tegen 30.000, maar tegen plus minus 40.000 steen, dan was hij gelijk van die flauwekul (z’n eigen woorden), zoals regenverzuim en verdere sociale bepalingen, af. Dat de heer Mosterd niet van plan was een redelijk loon te betalen, kwam uit, toen wij aanboden dan het werkje in daggeld te willen maken tegen P.-contractloon. Daar kwam niets van. Het was deze heer te doen om het risico van de aannemer op de arbeider af te schuiven. Gebeurt wel meer, zult u zeggen. Als men nu rekent, dat aan dat landhuisje, dat geheel vrij staat, dus rondom schoon werk, in Engels verband gaat met drijfsteen en pannen meegereken'd ± 40.000 steen, 200m2 voegwerk, terugvoegen, leggen en aansluiten van riolering, het verstrekken van hulpmateriaal, kuipen, ladders, steigerhout, enz., het vervoer van en naar het werk daarvan, het geven van hulp voor het stellen van kozijnen en balklagen, het blussen van kalk en het maken van een put daarvoor, daarbij het risico voor regenverzuim en de kosten voor de sociale bepalingen, dan kan een bouwvakarbeider, die heeft leren rekenen, wel uitmaken, hoe ons bouwvak door zulke beunhazen ondermijnd en verpest wordt. Door de plaatselijke aannemers wordt over ’t algemeen de L.C.C. goed nageleefd. Doorsnee loon voor een metselaar is ƒ 26.-. Maar men kan zich de moeilijkheden voorstellen waarin zij gebracht worden door zulke beunhazerij om nog werk van de markt te halen. Wij kunnen wel eens lezen in ons vakblad over het aannemen van werkjes door baasjes van het platteland in de steden en daar de boel komen bederven, maar het is wel het toppunt, dat het hier net andersom is en de bouwvakarbeiders, die het L.C.C. willen handhaven, op de keien moeten blijven door de praktijken van bovengenoemde patroons. Het is dan ook te hopen, dat de Arbeidsinspectie een waakzaam oog laat gaan over zulke bouwerijen, daar het met de arbeiderstijd enz. ook wel knudde zal wezen. Pijnacker, 22 februari 1936, Bondsnrs. 36562 en 36564 [De Dordrechtsche Courant 14 maart 1936, blz. 6; De bouwer; orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Bouwarbeidersbond, jrg 17, 1936, no 10, 05-03-1936, blz. 3]
Op 14 maart 1936 wordt in Pijnacker een tuindersknecht gevraagd. Brieven onder nr. 98 bij De Jong's Boekhandel in Pijnacker. 
Na enige discussie wordt op 23 maart 1936 door de Raad aangenomen het voorstel van B&W inzake het verlenen van een krediet ten behoeve van een beplanting door jeugdwerklozen  [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]
Kleermaker v.d. Pol, Pijnackerseweg 284 vraagt op 31 maart 1936 per direct een leerling en halfwas voor fijn werk [Delftsche Courant 31 maart 1936, blz. 10]
Op 17 april 1936 wordt gemeld dat de alhier gehouden collecte ten bate van het jeugdige werklozenfonds „Jong Holland snakt naar werk" ƒ 373.35 heeft opgebracht [Delftsche Courant 17 april 1936, blz. 2]. 
Op 17 april 1936 is de brandweer uitgerukt terwijl zij wist, dat er nergens brand was! Loos alarm? Oefening? Neen, de brandweer is deze maal uitgerukt om de pas geplante bomen en struiken te begieten, die door de jeugdige werklozen op het voormalige land van Blad in de grond zijn gezet [Delftsche Courant 17 april 1936, blz. 2].
De raad vergadert op 17 april 1936. De burgemeester deelt mee, dat bij het tewerkstellen van werklozen in werkverschaffing het Rijk niet de volledige  60% betaalt, doch dat de gemeente hiervan 48,1% moet betalen; de resterende 40% betaalt het polderbestuur. Tevens is een schrijven van de Minister van Sociale Zaken binnengekomen, waarbij toestemming wordt verleend voor verlenging van de werkverschaffing tot 1 juni 1936. De heer Lalleman verklaart dat hij er tegen is, dat men vóór 1 juni 1936 nieuwe werkobjecten aanvangt die langer zullen duren, daar het huidige loon te laag is. De burgemeester deelt de raad verder mee, dat door hem persoonlijk drie werklozen zijn aangesteld bij de plantsoenenaanleg, daar de hoeveelheid planten groter bleek te zijn, dan men oorspronkelijk had verwacht. De heer van der Leeuw hoopt, dat voortaan rekening zal gehouden worden met de verschillende godsdienstige richtingen. Het voorstel van B&W inzake nieuwe werkobjecten wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen  [Delftsche Courant 18 april 1936, blz. 8]. 
Op 25 april 1936 wordt gemeld dat volgens een beschikking van de minister van Sociale Zaken aan de arbeiders in de werkverschaffing werkzaam bij de polders, voor het gebruik van eigen waterlaarzen een vergoeding wordt toegekend van ƒ 0,40 per man [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 7] 
Op 1 mei 1936 wordt gemeld dat door de Rooms Katholieke, de Christelijke en de Neutrale Bouwvakarbeidersorganisaties aan de gemeenteraad het schriftelijk verzoek is gericht, om voortaan bij het tewerkstellen van werklozen, er op te letten, dat het werk hetwelk tot het bouwvak behoort ook verricht wordt door werkloze bouwvakarbeiders en niet, zooals thans is gebeurd, door werkloze tuinarbeiders [Delftsche Courant 1 mei 1936, blz. 6]. 
Op 18 mei 1936 wordt gemeld dat in de Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke Dienst voor Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te Delft op 31 december 1935 voor de buitengemeente Pijnacker zitting hebben K. Schellingerhoudt en J. Termorshuizen [Delftsche Courant 18 mei 1936, blz. 2]
Op 28 mei 1936 biedt zich als werkster aan een net meisje van 18 jaar. Adres Oude Leede 85, Pijnacker [Delftsche Courant 28 mei 1936, blz. 11]. Herhaald op 11 juni 1936, voorkeur voor omgeving Hillegersberg [Rotterdamsch Nieuwsblad 11 juni 1936, blz. 15]
Op 11 juni 1936 wordt bericht dat de aanleg van de plantsoenen, die door jeugdige werklozen is uitgevoerd, op de begroting is geraamd op ƒ 500,-, welke post is uitgetrokken. Het gemeentebestuur van Pijnacker kreeg de mededeling van de minister van Sociale Zaken dat deze opzet door het Rijk met subsidie zal worden gesteund [Delftsche Courant 11 juni 1936, blz. 9]
Op 15 juni 1936 zijn bij H. van  Kampen Jr., Zaadhandel in Pijnacker Le Cerf planten te koop. Tevens twee flinke jongens gevraagd [Delftsche Courant 15 juni 1936, blz. 4].
Op 17 juni 1936 wordt voor direct gevraagd een flinke jongen, leeftijd circa 15 jaar. Aanmelden donderdagmorgen tussen 9.00 en 10.00 uur bij de firma G.C. van  Schie van 1894 te Pijnacker [Delftsche Courant 17 juni 1936, blz. 4]
Op 7 augustus 1936 biedt zich aan een eerste herenkapper, kan ook dames knippen. Brieven naar  G.J. Sonneveld, Emmastraat 5, Pijnacker, via de Agent van het Rotterdamsch Nieuwsblad [Rotterdamsch Nieuwsblad 7 augustus 1936, blz. 20].
Op 5 september 1936 biedt zich aan een net meisje, oud 15 jaar, voor dag en nacht. Brieven J. Rensen, Kerkweg 109, Pijnacker [Delftsche Courant 5 september 1936, blz. 8]
Op 16 september 1936 wordt gemeld dat in Zoetermeer een intercommunale commissie voor werkverschaffing is opgericht. In deze commissie hebben zitting de burgemeesters van Berkel-Rodenrijs, Bergschenhoek, Benthuizen, Bleiswijk, Moerkapelle, Nootdorp, Pijnacker en Zoetermeer, alsmede enkele andere vooraanstaande autoriteiten in de streek. Deze commissie is in het leven geroepen op aandrang van de rijkscommissie van advies voor werkverschaffing en werkverruiming in de provincie Zuid-Holland, met het doel om door het betrekken van ook niet-ambtelijke instanties in het vraagstuk van de bestrijding van de werkloosheid en het opsporen van objecten voor werkverschaffing, te trachten in Zuid-Holland meer dan tot nu toe in deze voor de bevolking zo belangrijke aangelegenheid iets tot stand te brengen. De taak van de commissie zal inzonderheid bestaan in het opsporen van objecten voor werkverschaffing en werkverruiming, het voorbereiden van vakcursussen enz. [Delftsche Courant 16 september 1936, blz. 6]
Op 5 oktober 1936 wordt voor direct gevraagd een flinke herenkapper. Indien niet voldoende vakkennis, dan is het onnodig zich aan te melden. A. C. Post, Kerkweg 29, te Pijnacker [Rotterdamsch Nieuwsblad 5 oktober 1935, blz. 24; Delftsche Courant 13 oktober 1936, blz. 4]
Op 12 november 1936 wordt gemeld dat thans in Pijnacker als werkloos bij de gemeentelijke arbeidsbeurs ingeschreven staan 140 personen. Bij vergelijking met het vorige jaar is het aantal werklozen niet ongunstig hoog te noemen [Delftsche Courant 12 november 1936, blz. 3]
Op 17 november 1936 wordt bericht dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs te Pijnacker thans als werkloos ingeschreven staan: 6 opperlieden, 1 boomkweker, 1 wegenbouwer, 1 stoker, 3 chauffeurs, 3 schippers, 3 dienstboden, 17 losse werklieden, 12 metselaars, 8 grondwerkers, 5 timmerlieden, 3 schilders, 2 houtbewerkers, 1 smid, 1 banketbakker, 13 boerenarbeiders en 62 tuinarbeiders. Totaal staan dus 142 personen als werkloos ingeschreven [Delftsche Courant 17 november 1936, blz. 8].. 

Op 20 november 1936 wordt bericht dat van de zijde van de groenteschippers reeds herhaalde malen er over is geklaagd, dat de vaarten diee naar de Coöperatieve Groenten- en Fruitveiling „Pijnacker en Omstreken" voeren, te ondiep zijn voor hun schuiten. Toch voldoen deze vaarten geheel aan de betreffende voorschriften van de polderbesturen. Thans houdt het gemeentebestuur van Pijnacker zich bezig met het trachten te vinden van een bevredigende oplossing. In een preadvies aan de Raad meende het college van B&W. te moeten medewerken aan werkverschaffing in de polders, daar de toestand van de werkloosheid het nog blijft eiscen, dat van overheidswege het scheppen van passende werkgelegenheid wordt bevorderd. De verzoeken van de besturen van enige polders, ondersteund door het bestuur van de Veilingvereniging gaven aanleiding daartoe. De financiële regeling zou ongeveer gelijk zijn aan die van het vorige jaar. De polderbesturen nemen op zich 40% van de kosten, terwijl bij gunstige beslissingen de overige 60 % ten laste van de Overheid, met name Rijk en Gemeente zullen komen. Vermoedelijk zal deze 60 % zodanig worden verdeeld, dat het Rijk daarvan ongeveer 61 % voor zijn rekening neemt. De regeling van het werk en van de lonen geschiedt dan overeenkomstig de Rijksbepalingen. Toen over dit voorstel van het college van B&W. in de jongstleden gehouden raadsvergadering werd gestemd, bleken de stemmen te staken. In de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering zal dit voorstel dus automatisch aan de orde worden gesteld.  [Delftsche Courant 20 november 1936, blz. 10]. 
Op 25 november 1936 wordt gemeld dat deze week bij de gemeentelijke arbeidsbeurs te Pijnacker 150 personen als werkloos zijn ingeschreven. Vooral het aantal werkloze tuinarbeiders is groot [Delftsche Courant 25 november 1936, blz. 8].
Over de eerste elf maanden van het jaar 1935 werd door de gemeente aan werklozensteun uitgekeerd ƒ 29.478,92. Dit jaar werd van januari tot en met de maand november aan werklozensteun uitgekeerd, een bedrag van ƒ27.099,06. Dit wijst dus op een belangrijke vermindering van de uitgaven; aan werklozensteun werd dit jaar dus, vergeleken bij het vorige jaar, ƒ2.379,86 minder uitgekeerd [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8] 
Voor de maand november van dit jaar bedroeg het gemiddelde aantal werklozen per week: 138. Van de laatste vijf jaar is dit op één na het laagste gemiddelde: slechts in november van het jaar 1934 werd een lager gemiddelde bereikt, nl. 134 werklozen per week. Het gemiddelde aantal werklozen per week in de maand november bedroeg in 1932 173, in 1933 158 en in 1935 145. Gedurende deze tijd waren er dus in het jaar 1932 de meeste werklozen [Delftsche Courant 8 december 1936, blz. 8] 
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat in deze week bij de gemeentelijke arbeidsbeurs in Pijnacker 153 personen als werkloos ingeschreven staan. Vergeleken bij het vorige jaar is het aantal werklozen thans niet ongunstig groot te noemen [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
Op 4 december 1936 wordt gemeld dat in de vorige vergadering van de gemeenteraad, die onvoltallig was, de stemmen staakten over het amendement van den heer Lalleman, dat tot strekking had aan het voorstel van B&W de voorwaarde te verbinden, dat de lonen in de werkverschaffing in de polders niet minder mogen zijn dan de vorige keer. Blijkt dit wel het geval te zijn na ontvangst der ministeriële goedkeuring, dan dient eerst overleg te worden gepleegd met de raad. Het amendement zal thans in de vergadering van dinsdag a.s. aan de orde komen [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2]. 
Op 11 december 1936 wordt bericht dat bij de gemeentelijke arbeidsbeurs deze week als werkloos ingeschreven staan 142 personen, inwoners van de gemeente Pijnacker. De kerstgave die de werklozen dit jaar zullen ontvangen zal bedragen 25% van het bedrag, hetgeen de betrokkene van 13 tot 29 december zal uitgekeerd krijgen. Dus 25%. van de werkelijke en niet van de theoretische steunuitkering. De arbeiders die geplaatst zijn bij de werkverschaffing zijn van deze regeling uitgesloten. Voor degenen die kasuitkeringen ontvangen, geldt een afwijkende regeling [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11]. 
Op 14 december 1936 wordt gemeld dat binnenkort een aanvang zal worden gemaakt met de werkverschaffing in de polders. Voor het uitdiepen beneden keurvoorschrift van de Vlielandse Vaart en de Laanvaart luidt de begroting: ƒ 500; het uitdiepen beneden keurvoorschrift van de Katwijkse vaart zal ongeveer ƒ 750 kosten en het uitdiepen eveneens beneden keurvoorschrift van de Nieuwkoopse Vaart ƒ 175. Een tocht in de Nieuwe of Drooggemaakte Polder zal vervroegd op de voorgeschreven keurdiepte gebracht worden en hiervoor is begroot ƒ 300. Ten slotte is voor het uitdiepen beneden keurvoorschrift in de Droogmaking in de Oude of Hoge Polder een bedrag van ƒ 400 bepaald. Door het uitdiepen van de verschillende vaarten beneden keurvoorschrift zal tevens tegemoet worden gekomen aan de klachten van de groentenschippers. Er waren reeds verschillende klachten binnengekomen, dat de groentenschippers met hun zwaar beladen schuiten de Coöp. Groenten- en Fruitveiling „Pijnacker en Omstreken" bijna niet meer konden bereiken, daar de toegangsvaarten te ondiep waren voor hun schuiten [Delftsche Courant 14 december 1936, blz.10].

PERSONEN

Op 3 januari 1936 wordt geboren Helena Agnes Maria.BRONNENkranten
C. VisserOp 3 januari 1936 overlijdt C. Visser (70 jaar) uit Pijnacker. Hij is een week geleden in Schiebroek door een auto geschept  en ernstig gewond geraakt BRONNENkrantenDe Dordrechtsche Courant 3 januari 1936, blz. 5
Johan Karel Hesselt van DinterOp 16 januari 1936* overlijdt in Pijnacker de oud-burgemeester en secretaris van Pijnacker en Nootdorp jkhr Johan Karel Hesselt van Dinter (71 jaar). Zijn echtgenote is J.C. van der Kaaden. Ze hebben drie kinderen: J.L. getrouwd met H.P.C. de Lange; C.V.A. getrouwd met J..D. Backer en -in Pijnacker- J.E. getrouwd met A. van Beveren. oud . Toen de overledene in 1897 in deze functie alhier benoemd werd, volgde hij zijn vader op, die aan deze gemeente 40 jaren zijn werkkracht had gegeven. 76 achtereenvolgende jaren dus hebben de dorpen een Hesselt van Dinter aan het hoofd gehad, gedurende welke periode grote veranderingen hebben plaats gevonden. Onder leiding van burgemeester Hesselt van Dinter is hier veel tot stand gekomen, waarvan wij o.a. noemen de oprichting van een eigen elektriciteitsbedrijf, toetreding tot de Drinkwaterleiding ,,De Tien Gemeenten". Dat de overledene bij de dorpsgenoten in hoog aanzien stond is ondubbelzinnig gebleken bij de huldiging in 1933 bij zijn afscheid als burgemeester van de gemeente Nootdorp. Zeer zeker zullen vele Nootdorpers niet achter willen blijven den overledene bij] de begrafenis op maandag a.s. des namiddags om 14.00  uur op de Nederlands Hervormde begraafplaats te Pijnacker de laatste eer te bewijzen om aldus uiting te geven aan hun gevoelens, die zij ten opzichte van wijlen jhr. Hesselt van Dinter hadden. Ten teken van rouw hangt aan het Raadhuis van Nootdorp de vlag halfstok tot en met de dag van de begrafenis.BRONNENkrantenDelftsche Courant 17 januari 1936, blz. 6overige bronnenCBG Verzamelingen fa
Op 18 januari 1936 wordt gemeld dat de koopman C. van der Werf met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, van Gaalenlaan 8. Loswerkman J. Vrijbloed is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Van Gaalenlaan 8. De weduwe A.P. Judels-de Roo is met haar dochter verhuisd van Pijnacker naar Delft, Adriaan Pauwstraat 49. De smid B.F. Teunissen is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Kloosterkade 214. F.A. Langeweg is verhuisd van Delft, Markt 20, naar Pijnacker, Delfgauw E148 [Delftsche Courant 18 januari 1936, blz. 11].

 Jacobus Alfonsius Theodorus van DijkOp 22 januari 1936* overlijdt Jacobus Alfonsius Theodorus van Dijk (1 jaar). Jacobus is een zoon van Jacobus Cornels Leonardus  van Dijk en Elizabeth Maria Petronella Ammerlaan.
Philippus UythovenOp 23 januari 1936* zijn Philippus Uythoven en Adriana Paaymans uit Pijnacker 45 jaar getrouwd. Ze wonen Emmastraat 22 BRONNENkrantenCBG Verzamelingen fa
Op 25 januari 1936 wordt gemeld dat de gepensioneerde J.H. Haket met zijn vrouw is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Willemstraat 3. De commies directe belastingen K. van Dijke is verhuisd van Delft, Delfgauwseweg 311, naar Pijnacker, Zuideinde van  Delfgauw E83b. Bootsman P. Jansen is verhuisd van Delft, Odulphusstraat 41, naar Pijnacker, Post van de Burgstraat 4 [Delftsche Courant 25 januari 1936, blz. 11]
Johanna Cornelia Petronella AmmerlaanOp 25 januari 1936 wordt geboren Johanna Cornelia Petronella Ammerlaan.BRONNENkranten
Maria Aria Lalleman.Op 30 januari 1936* wordt in Pijnacker geboren Maria Aria Lalleman. Ook Mieke. Ze is een dochter van Jac. P. Lalleman en Lena Lalleman-Smit. Ze wonen Emmadwarsstraat 43 BRONNENkrantenCBG Verzamelingen fa; Mieke van der Kuij
Cock VerheulOp 31 januari 1936 wordt in … Cock Verheul geboren. Cock is overleden op 18 april 2023 in Pijnacker ……………………….BRONNENinternethttps://www.memori.nl/gedenkplaats/cock-verheul/
Op 1 februari 1936 wordt gemeld dat H. Windmeijer met zijn vrouw is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Pootstraat 20. De pakknecht M. van der Most is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Anna Beijerstraat 25 [Delftsche Courant 1 februari 1936, blz. 11]
Op 15 februari 1936 wordt gemeld dat de dienstbode M.C. Degenhardt is verhuisd van Delft, Nieuwe Plantage 71, naar Pijnacker, Emmastraat 18 [Delftsche Courant 15 februari 1936, blz. 11]
Op 15 februari 1936 wordt gemeld dat P.J, Rutten is verhuisd van Pijnacker naar Doesburg [Zutphensche Courant 15 februari 1936, blz. 4].

Gerrit Hendrik Bade

Op 29 februari 1936 overlijdt Gerrit Hendrik Bade (66 jaar)

Op 5 maart 1936 wonen in Pijnacker J.J. Veder en G.J. Veder-van Welij met hun kinderen[De Telegraaf 5 maart 1936, blz. 12]
Op 7 maart 1936 wordt gemeld dat de dienstbode G. Meijer is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Oostplantsoen 1a [Delftsche Courant 7 maart 1936, blz. 11]
Op 11 maart 1936 wordt bericht dat de navolgende personen zich in de gemeente hebben gevestigd: A. Huizer, gekomen van Hardinxveld; N. van Mullem, gekomen van Zegwaart; M. P. Westphal, gekomen van Rotterdam. Vertrokken zijn: G. Meyer, naar Delft; A. Köhler, naar Schipluiden [Delftsche Courant 11 maart 1936, blz. 4]. 
Op 11 maart 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Jacobus Antonius Ruigrok, zoon van F.A. Ruigrok en J.A. van Winden; Adriana Helena Gerarda vanWinden, dochter van J.G. van Winden en M. de Koning; Mario José Jacqueline Heijmerikx, dochter van J.M.M. Heijmerikx en C.C.M. Kuipers. Overleden zijn: G.H. Bade, 66 jaar; P. Minke, 55 jaar, gehuwd met A. Kostense [Delftsche Courant 11 maart 1936, blz. 4].
Op 14 maart 1936 wordt gemeld dat de marktkoopman J.C. Overvoorde met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft Westerstraat 82. Rijwielhersteller J.C. van den Brink is verhuisd van Delft, Beestenmarkt 31, naar Pijnacker, Zuideinde Delfgauw 49.   H.J. de Graaff is verhuisd van Delft, Keurenaerstraat 2, naar Pijnacker, Zuideinde Delfgauw 40  [Delftsche Courant 14 maart 1936, blz. 7]
Op 17 maart 1936 wordt bericht dat de student G.J.R. Zeegers is verhuisd van Pijnacker naar Wageningen, Stationsstraat 14 [Arnhemsche Courant 17 maart 1936, blz.  10]
Op 17 maart 1936 wordt gemeld dat de navolgende personen zich in de gemeente hebben gevestigd: J.D. van Vuurde en gezin, gekomen van Schiebroek; J.Ch. v. d. Brink, gekomen van Delft; H.J. de Graaf, gekomen van Delft. Naar Schipluiden vertrekken A. Köhler, D91, vanuit Pijnacker, E23. C.A.J. Ruigrok, B170 vanuit Pijnacker, Noordweg 45 [Delftsche Courant 17 maart 1936, blz. 2].
Op 24 maart 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Gijsbertus van Beurden, zoon van N.H. van Beurden en Th. Hunnego; Hendrikus Quak, zoon van A. C. Quak en J.M. Wijmaalen; Johannes Anthonius Godefridius Rijnbeek, zoon van H.J. Rijnbeek en A. A. W. Vercruijsse; Adrianus Johannes Maat, zoon van L.A. Maat en P. Stigt. Overleden zijn: J. Stolk, 17 jaar; J.E. de Wit, 31 jaar, gehuwd met E.W. van Dijke [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 2]
Op 24 maart 1936 wordt gemeld dat de navolgende personen zich in de gemeente hebben gevestigd: J.C.H. v. d. Marel, gehuwd met L. Sonneveld, gekomen van Nootdorp; H. Mangold, gekomen van Axel; M. G. Remijn, gekomen van Naaldwijk; J. Brinkman en gezin, gekomen van Monster. De gemeente hebben verlaten: J. Harthoorn en gezin, vertrokken naar Den Haag; P. Faaij, vertrokken naar Voorhout; wed. M. J. Reumer, geb. Van Zwet, vertrokken naar Delft. [Delftsche Courant 24 maart 1936, blz. 10]
Op 30 maart 1936 wordt gemeld dat de venter J.C. Ruijshoek is verhuisd van Pijnacker naar Delft Paardenmarkt 10; de dienstbode A.C.M. Tetteroo is verhuisd van Delft, Rotterdamseweg 414 naar Pijnacker, Kerkweg; de tekenaar A.H. Boskamp is verhuisd van Delft, Frederik Hendrikstraat 125, naar Pijnacker, Delfgauwseweg E75; A.M. v.d. Broek is met Boskamp meeverhuisd [Delftsche Courant 30 maart 1936, blz. 10]

Begin april 1936 verhuist Cornelis H.N. de Nooijer met echtgenote van Pijnacker naar Dordrecht [De Dordrechtsche Courant 8 april 1936, blz. 6] 

Op 6 april 1936 wordt gemeld dat de kapper P.Q.C. Tetteroo is verhuisd van Delft, Koningsplein 35, naar Pijnacker, Kerkdwarsstraat 7. deksorteerder P. Zoutendijk is met zijn gezin verhuisd van Delft, Gasthuislaan 158,, naar Pijnacker, Zuideinde van Delfgauw [Delftsche Courant 6 april 1936, blz. 2]

Aart RensenOp 7 april 1936 wordt in Pijnacker Aart Rensen geboren. Hij is een zoon van Nicolaas Rensen [7 januari 1908 Pijnacker-.....] en Maria Alberdina Smolenaars [15 december 1909 Zegwaart-....]. Hij trouwt op…in..met Jane Nicolaas. Ze is geboren op…in….. Ze is een dochter van …… Aart en Jane krijgen negen kinderen [Henny Rensen; Nico Rensen …..-21 maart 2022]…………………………=Aart is ……=ze wonen op de Kerkweg, later Esdoornlaan  =Jane overlijdt op 27 januari 2012 in …..BRONNEN
Op 7 april 1936 wordt in Delft Josephus Cornelis van Rijn. Hij is een zoon van J.J. van Rijn en A.C.M. van Vliet. Ze wonen in Pijnacker, Overgauw 18 [Delftsche Courant 9 april 1936, blz. 2]
Op 9 april 1936 wonen D. v.d. Lugt en H.M. v.d. Lugt-Scheepmaker in Pijnacker [Delftsche Courant 9 april 1936, blz. 12]
Op 11 april 1936 wordt bericht dat N. Welling is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Bagijnhof 70. En M.J. Reumer-van Zwet van Pijnacker naar Delft, van der Mastenstraat [Delftsche Courant 11 april 1936, blz. 11]
Op 11 april 1936 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren: Leonardus Jozef Bruinen, zoon van H. Bruinen en A. Kluiters; Wilhelmina Maria Catharina van Winden, dochter van F. van Winden en Th. Tas [Delftsche Courant 11 april 1936, blz. 15]
Op 17 april 1936 overlijdt in Delft de in Pijnacker wonende Maria Anna Boerlage [46 jaar]. Haar echtgenoot is A.O. Otten [Delftsche Courant 20 april 1936, blz. 1]
Jacoba Maria Halkes

Op 21 april 1936 overlijdt Jacoba Maria Halkes, de echtgenote van Wilhelmus Hubertus Van Bergen Henegouw. 

Op 22 april 1936 zijn in Pijnacker komen wonen: A. Post vanuit Rotterdam ; A. van Haastrecht vanuit Nootdorp; M. Huurman vanuit Overschie; A. Boskamp met zijn echtgenote vanuit Delft; A. Soeterbeek vanuit Voorburg; P. Tetteroo vanuit Delft; P. Zoutendijk met zijn gezin vanuit Delft; H. Iburg met echtgenote vanuit Hillegersberg; M. de Bruijn vanuit Soest. De volgende personen hebben Pijnacker verlaten: E. Kok met zijn gezin naar Nootdorp; H. Hoeben met zijn gezin naar Nootdorp ; N. Vons naar Maassluis; C. Poot met zijn gezin naar Nootdorp (wed. S. Spierenburg); J. Groeneweg naar Hazerswoude; A. Trommel naar Delft [Delftsche Courant 22 april 1936, blz. 8] 
Op 25 april 1936 wordt gemeld dat de huishoudster A.A. Trommel is verhuisd van Pijnacker naar Delft Nassauplein 54. A.P. Ham-Oudshoorn is verhuisd van Delft, Wateringsevest 48, naar Pijnacker, Middelweg 24  [Delftsche Courant 25 april 1936, blz. 8]  
Op 29 april 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn ingekomen: P. Kuypers van Rotterdam; A. van Voorthuyzen van Zeist; P. Oudshoorn van Delft; M. Prent van Voorschoten; A. de la Vieter en echtgenote van Voorburg. Vertrokken zijn: T. Oosterom en kind naar Bolsbroek; G. Willems naar Den Ham; J. van Baarle en gezin naar Delft; B. Heller naar Apeldoorn; C. v. d. Knaap naar Monster. [Delftsche Courant 29 april 1936, blz. 8]
Op 30 april 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Pieter Rensen, zoon van P. Rensen en G. Verschoor; Helena Catharina Lalleman, dochter van F. Lalleman en M. Rensen. Ondertrouwd zijn: G. Lindenburg, 23 jaar en W. v. d. Stoep, 24 jaar; J. Lamens, 25 jaar en W. Huurman, 22 jaar Gehuwd zijn: P. Visser, 24 jaar en M. Meurs, 24 jaar. Overleden zijn: J. Halkes, 55 jaar, echtgenoot van  W. van Bergen Henegouw; M. Rutten, 46 jaar, echtgenoot van A. Rutten; M. Weijgertse, 1 jaar [Delftsche Courant 30 april 1936, blz. 9]
Op 2 mei 1936 wordt gemeld dat tuinder J. van Baarle met zijn gezin is verhuisd van  Pijnacker naar Delft, Dr. Schaepmanstraat 53; M. Poot is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Agnetapark 84; autogeen lasser L.P. Schouwstra is verhuisd van Delft, Schaepmanstraat 51 naar Pijnacker, Zuideinde Delfgauw E58 [Delftsche Courant 2 mei 1936, blz. 11]
Op 7 mei 1936* wordt in Pijnacker geboren Hanneke van der Horst. Ze is een dochter van ...van der Horst en .. van der Horst-van Manen [CBG Verzamelingen fa; Haagsche Courant 12 mei 1936, blz.  26]
Op 7 mei 1936* trouwt in Pijnacker Jacobus Lamens (25 jaar) met Maria Hendrika Huurman uit Hillegersberg. Hij is een zoon van Johannes Lamens en Maartje Bazuin. Zij is een dochter van Willem Huurman en Leentje Bazuin.
Op 8 mei 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Martinus Petrus van Schie, zoon van F. van Schie en B. Mooijman; Adrianus Gerardus Kerklaan, zoon van G. Kerklaan en J. Bierhus; Maria Johanna van Leeuwen, dochter van G. van Leeuwen en M. v. d. Balk; Adrianus Aloisius Maria Tas, zoon van W. Tas en L. Ruijgt. Ondertrouwd zijn: R. Kromkamp, 28 jaar en J. Mast, 26 jaar. Overleden zijn: levenloos aangegeven kind van J. van Velde en B. Versloot [Delftsche Courant 8 mei 1936, blz. 2]
Op 9 mei 1936 wordt gemeld dat glassnijder J. van de Berg met zijn gezin is verhuisd van Delft, Nieuwe Schoolstraat 14, naar Pijnacker, Delfgauw [Delftsche Courant 9 mei 1936, blz.11]
Op  9 mei 1936 wordt gemeld dat zich In de gemeente hebben gevestigd: C. v. d. Moon en echtgenote gekomen vanuit Rotterdam; P. Brosens vanuit Princenhage; J.C. Hooymans met zijn gezin vanuit Bodegraven; N. de Bruin vanuit Zoetermeer; M.J. van Winden vanuit Putten; J. v. d. Berg met zijn gezin vanuit Delft. Vertrokken zijn: A. Spriel en gezin naar Rotterdam; H.M. Kostering naar Delft; M. C. Degenhardt naar Den Haag.[Delftsche Courant 9 mei 1936, blz. 6].
Op 11 mei 1936 wordt in Delft Wilhelmus Hendricus de Jong geboren. Hij is een zoon van Adrianus de Jong en M.J. Lindeman. Ze wonen in Delfgauw, Noordeinde E230 [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 2]
Op 13 mei 1936 wordt gemeld dat in P/ijnacker zijn getrouwd: J. Lamens, 25 jaar en M. Huurman 22 jaar; G. Lindenburg 23 jaar en W. v. d. Stoep, 21 jaar. Geboren zijn: Arie Simon Post, zoon van S. Post en E. v. d. Veen; Cornelia Catharina Maria de Bulk, dochter van Th. de Bulk en M. v. Scheijndel; Jacobje Rika Korf, dochter van F. Korf en G. Vlogtman; Martinus Petrus Timmers, zoon van C. Timmers en J. de Wit; Jacob Zegwaard, zoon van E. Zegwaard en P. Rodenburg; Hanneke van der Horst, dochter van W. v. d. Horst en J. v. Manen. Overleden zijn de inwoners J. Hofland, 82 jaar in Delft; als levenloos aangegeven kind van A. Kas en C. Hogervorst eveneens in Delft. M. Overmeer, 84 jaar. in Berkel [Delftsche Courant 13 mei 1936, blz. 4]
Op 14 mei 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Arie Simon Post, zoon van S.A. Post en E.G. van Veen; Cornelia Catharina v.d. Bulk, dochter van Th. v. d. Bulk en M.J. van Scheijndel; Jacobje Rika Korff, dochter van F. Korff en G. Vlogtman. Martinus Petrus Timmers, zoon van C. Timmers en J.B. de Wit; Jacob Zegwaard, zoon van E. Zegwaard en P.J. Rodenburg; Hanneke van der Horst, dochter van W. van der Horst en J.J.H. van Manen. Getrouwd zijn: Jacobus Lamens en Maria Hendrika Huurman; Gerardus Hendrik Lindenburg en Willempje v. d. Stoep. Overleden is: Jacobus Hofland, 82 jaar [Delftsche courant 14 mei 1936, blz. 7]
Op 16 mei 1936 wordt gemeld dat de dienstbode H.M. Kostering is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Schieweg 37 [Delftsche Courant 16 mei 1936, blz.11]
Op 20 mei 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Maria Jacoba de Groot, dochter van J.C. de Groot en H.J.F. Verbeek; Petronella Vliegen, dochter van P.G. Vliegen en J. Hagers; Jasper van Atten, zoon van D.W. van Atten en J. Hoogendam;  Alphons Andreas Petrus Remorie, zoon van A. Remorie en M.M. Lafeber; Gerard van Herk, zoon van A. van Herk en S.E. de Bruin; Gerritje van Velde, dochter van J. van Velde en S. Bregman;  Adriana Hendrika Maria van Winden, dochter van A.P. B. van Winden en M.J. Ammerlaan. Ondertrouwd zijn: F. Vink 23 jaar en J. v. d. Elst 23 jaar; T.J. Lexmond, 26 jaar en A.W.T. van Veen 22 jaar. Getrouwd zijn: R. Kromkamp, 28 jaar en J. Mast, 26 jaar [Delftsche Courant 20 mei 1936, blz. 6]
Op 20 mei 1936 wordt gemeld dat H. van der Stap is verhuisd van Pijnacker E272 naar Schipluiden A4. J. van Baarle is verhuisd van Schipluiden B198a naar Pijnacker, Delfgauw E170 [Delftsche Courant 20 mei 1936, blz. 10]

Op 22 mei 1936 wordt in Pijnacker geboren Lena van der Elst. Ze is een dochter van Teunis van der Elst en Alida van den Berg. Lena van der Elst trouwt op 20 juli 1962 in Pijnacker met Pieter Horeweg (Peet). Hij wordt geboren in Overschie op 4 juli 1933. Hij is een zoon van Pieter Horeweg en Sophia Adriana Jacoba Hofland. .........................-Lena overlijdt op 1 juni 2005 in Pijnacker.-Lena zit op de lagere school aan de Kerkweg. Ze loopt vaak even langs bij opa Huibert van der Elst en oma Stoffels die daar wonen. Opa heeft een eigen hoekje in huis. Hij zit aan een klein tafeltje met daarop een asbak en een pijp. Het tafeltje staat bij een raam dat uitkijkt op een stuk tuin gelegen tussen twee schuren. In die tuin lopen kippen. Lena bezoekt in 1947 haar oma vaak. Oma is dan ziek en ligt op bed. Lena gaat dan bij oma werken De mat uitkloppen, de tegelvloer dweilen, de bijkeuken en de straat aanvegen en het keukenraampje zemen. Ze mocht een keer een zakje snoepjes halen bij winkelier Lamens aan de overkant. Ze hebben samen heel lang met de snoepjes gedaan Oma bewaarde ze in de bedstee. Oma klaagde nooit. Ze overlijdt op 26 februari 1947, dan 73 jaar oud. Ze is begraven achter de kerk. Lena gaat als ze op het kerkhof nog steeds kijken op het plekje waar ooit bleoemen voor haar oma lagenBRONNENliteratuurHuibert van der Elst en Ben Buitendijk, De Genealogie van der Elst, 2005, blz. 18
Op 23 mei 1936* wordt in Pijnacker geboren Margje van der Elst. Ze is een dochter van Hendrik van der Elst en Hendrika Rensen. Margje van der Elst trouwt op 25 mei 1960 in Utrecht met Sjaak van der Velden. Hij wordt geboren in Utrecht op 1 november 1936. Hij is een zoon van Job van der Velden en Maria Jacoba Alen..................................................Sjaak overlijdt in Maartensdijk op 28 augustus 1986
Op 30 mei 1936 wordt bericht dat fabrieksarbeider A. van Berkel is verhuisd van Delft, Kantoorgracht 6a, naar Pijnacker, Delfgauwseweg E141 [Delftsche Courant 30 mei 1936, blz. 11]
Aart van DoornOp 1 juni 1936 wordt geboren Aart van Doorn. Hij is een zoon van..... Aart van Doorn trouwt met Tonny Brokkelkamp. Ze wordt geboren op.... Ze is een dochter van ....en ......Aart en Tonny krijgen twee kinderen [Jan van Doorn; Henk van Doorn]. ................................-Aart is ambtenaar bij de gemeente. -het gezin woont op het adres Theodora Versteeghlaan 12 in Pijnacker.-Aart overlijdt op 6 mei 2014 in Pijnacker. -hij wordt op maandag 12 mei 2014 begraven op het kerkhof aan het Koningshof.-zoon Jan van Doorn wordt geboren op.... Hij heeft een relatie met Milly.. Ze krijgen een kind [Michelle]-zoon Henk van Doorn wordt geboren op..... Hij heeft een relatie met Miranda. Ze krijgen twee kinderen [Larissa en Sabine]
BRONNENinternetkrantenoverige bronnenFamilySearch
Op 4 juni 1936 gaat de 32-jarige schoenmaker P.A. Kluiters uit Pijnacker, E173 in Delft in ondertrouw met de 27-jarige M.C. van Dorsten uit Delft, Vlamingstraat 68b [Delftsche Courant 5 juni 1936, blz. 2].

Nellie SelderbeckOp 5 juni 1936 vertrekt het schip de Statendam vanuit New York naar Europa. Aan boord is mej. Nellie Selderbeck. Ze reist naar Pijnacker, G55 
BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl
Op 6 juni 1936 wordt gemeld dat de dienstbode L.A.M. Ruijgt is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Binnenwatersloot 21. De dienstbode H.M. van der Meer is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Brasserskade 2. De weduwe J.Th.J. Weber is met haar gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft, Annastraat 22. De kaaskoopman W. Hoogland is met zijn gezin verhuisd van Delft, Raamstraat 88, naar Pijnacker Emmastraat 28. De fabrieksarbeider W.F. Kila is met zijn gezin verhuisd van Delft, Jan Willem Frisostraat 66 naar Pijnacker Zuideinde van Delfgauw 67 [Delftsche Courant 6 juni 1936, blz. 3]
Op 9 juni 1936 wordt gemeld dat F.G. Lelieman is verhuisd van Schipluiden B167 naar Pijnacker, Zuideinde [Delftsche Courant 9 juni 1936, blz. 8]
Op 11 juni 1936 gaat de 26-jarige W. Mast uit Pijnacker in Rotterdam in ondertrouw met de 21-jarige Rotterdamse H. van Vliet [Rotterdamsch Nieuwsblad 12 juni 1936, blz. 9]
Op 20 juni 1936 wordt gemeld dat de loswerkman C.J. de Groot met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Rietveld 208. Schoenmaker J.A. Kluiters is met zijn gezin verhuisd van Pijnacker naar Delft Cornelis Trompstraat 21.  C. Treels is met zijn gezin verhuisd van Delft, De Genestetstraat 4, naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E212 [Delftsche Courant 20 juni 1936, blz. 11]
Op 24 juni 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Adriana Helena Maria van Winden, dochter van C.J. van Winden en A.P.E. van der Ham; Maria van Hark, dochter van W. van Hark en T. Kranenburg; Alida Maria Verburg, dochter van L.L. Verburg en G.M. Suijkerland; Pieter Klaas Das, zoon van J.C. Das en K.E. Broer;  Wilhelmus Cornelis de Vreede, zoon van J.A. de Vreede en H.A. Geelen. Getrouwd zijn: L.J.H. van Dam en J.P. Kramer [Delftsche Courant 24 juni 1936, blz. 8]
Op 27 juni 1936 wordt gemeld dat de tuinder P. Overvoorde is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Westerstraat 82. Kweker P. van der Laan in verhuisd van Delft,, H/ugo de Grootstraat 134, naar Pijnacker, E297. M.C. van Dorsten is verhuisd van Delft, Vlamingstraat 68b, naar Delfgauw E173. J.J. van Dijk is verhuisd van Scheepmakerij 69 naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E216 [Delftsche Courant 27 juni 1936, blz. 11]
Arie Simon van der KooijOp 30 juni 1936 wordt in Pijnacker geboren Arie Simon van der Kooij. Hij is een zoon van Willem van der Kooij en Jacoba Post. Arie trouwt op 10 mei 1962 in Amsterdam met Annie Catsburg. Ze wordt geboren op.... Ze is een dochter van ..... Arie en Annie krijgen kinderen [Mario van der Kooij 27 januari 1965; Sandra van der Kooij 3 april 1970]........................................................................Arie Simon van der Kooij groeit op met zijn vriend Wim van der Elst. Hij gaat naar de openbare lagere school aan de Katwijkerlaan 115 in Pijnacker. Als hij veertien jaar is gaat hij werken op de tuinderij van Gerard Droppert aan de Stationsstraat in Zoetermeer in de polder bij het land van Wim van Dam. In 1951 werkt hij enige tijd bij carrosseriebedrijf De Rijke in Rotterdam. Hij krijgt deze baan via bemiddeling van Cees Been, een buurjongen. In 1952 wordt hij fietsenmaker bij Kees Slootweg in de Stationsstraat in Pijnacker. Kees is de broer van zijn toekomstige zwager Wim Slootweg. In 1953 gaat hij werken bij Jawico als wagenjongen, voor f 17.50 per week werktijden van 60-75 uur. Z'n vader werkt daar ook. Jawico heeft een conrtract met Sterovita om kratten gesteriliseerde melk te vervoeren van de melkcentrale in IJsselmonde naar de melkfabriek in Amsterdam-Noord. Hiervoor heeft Jawico een zware dump MACK met aanhanger aangeschaft. Hiermee wordt dag en nacht gereden, iedere rit 30 ton flessen melk. Vaak was Arie bijrijder bij baas Wim van Wijk. De route was altijd Pijnacker - Rotterdam - IJsselmonde (laden) - Rotterdam - Den Haag (door de stad) -  Wassenaar (oude rijksweg) - Sassenheim - Amsterdam. Met het IJ-veer achter het Centraal Station oversteken, lossen en dan terug naar Pijnacker. Daar neemt een nieuwe chauffeur de MACK over. Op het kantoor van de Melkcentrale Amsterdam Noord werkt Annie Catsburg als administratief medewerkster. Het klikt tussen de twee. In 1957 gaat Arie inwonen bij de familie Catsburg. Vader Catsburg heeft een melktransportbedrijf. Hij vervoert melkprodukten van de Melkcentrale naar diverse zuivelwinkels in Noord-Holland. Arie gaat bij Catsburg werken. Ze gaan na hun trouwen wonen in het sousterrain van een Zaans houten huis aan de Buiksloterdijk in Amsterdam-Noord.  Catsburg stopt met het bedrijf. Arie gaat werken bij Van Baarssen Bouwmaterialen in Amsterdam - Noord. Vanaf midden 1964 tot 1974 rijdt hij in een 12 tons vrachtauto van het merk INTERNATIONAL. Ze krijgen twee kinderen [Mario 1965; Sandra 1970]. In 1974 wordt hij chauffeur op een Ford Transit bij schildersbedrijf Wilkons B.V. in Amsterdam - Noord, een schilder van schepen. Het bedrijf komt in de malaise. Hij gaat in 1979 werken bij verhuisbedrijf Hulshoff in Amsterdam. Vanaf 1985 heeft hij daar een vaste vrachtwagen, een DAF 2500 turbo. 
Op 2 juli 1936 is de winkelbediende S. van der Klis uit Delft, Caspar Fagelstraat 58, in Delft in ondertrouw gegaan met L.A. Jaarsveld uit Pijnacker, Zuideindseweg E89 [Delftsche Courant 3 juli 1936, blz. 2] 
Op 11 juli 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Albertus van Bostelen, zoon van P. van Bostelen en P.D.M. Stekelenburg; Pleun Aart Bevaart, zoon van A. Bevaart en P. v. d. Vliet; Arie Simon van der Kooij, zoon  van W. van der Kooij en J. Post;  Hermanus Johannes Daniël Slurink, zoon van J. Slurink en J. Blei [Delftsche Courant 11 juli 1936, blz. 8]
Op 16 juli 1936 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren: Corstiaan Sonneveld, zoon van C. Sonneveld en M. v. d. Eyk; Mathilda Martina Elisabeth Haket, dochter van J.L. Haket en M.C. van Dijk; Maria Quizina Heinsbroek, dochter van G.J. Heinsbroek en C.M. Kester; Magdalena Degenhardt, dochter van A. J. Degenhardt en P. van Wamelen [Delftsche Courant 16 juli 1936, blz. 8]
Op 17 juli 1936 wordt gemeld dat de 27-jarige R.A. Sonneveld uit Pijnacker in Rotterdam in ondertrouw is gegaan met de 18-jarige S. Seinen  [Rotterdamsch Nieuwsblad 17 juli 1936, blz. 10]
Op 16 juli 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Corstiaan Sonneveld, zoon van C. Sonneveld en M. v. d. Eyk; Mathilda Martina Elisabeth Haket, dochter van J.L. Haket en M.C. van Dijk; Maria Quizina Heinsbroek, dochter van G.J. Heinsbroek en C.M. Kester; Magdalena Degenhardt, dochter van A.J. Degenhardt en P. van Wamelen [Delftsche Courant 16 juli 1936, blz. 8].
Maria Neeltje NotenboomOp 21 juli 1936 wordt in Delfgauw geboren Maria Neeltje Notenboom. Roepnaam Riet. Ze trouwt op....in... met Niek Weijgertse. Hij wordt geboren op..... Hij is een zoon van ...... Maria en Niek krijgen kinderen [Arjan Weijgertse]............................-zoon Arjan heeft partner Helma; hij woont in Barendrecht-Niek overlijdt op.....1991-Maria overlijdt op 5 januari 2018 in DelftBRONNENinternethttps://www.telstar-online.nl/nieuws/algemeen/88319/riet-weijgertse-notenboom-overleden; http://familieberichten.nl/en/memorial/WilhelmusAloisiusMaria-Scholtes/453084/1overige bronnenCBG Verzamelingen; FamilySearch; Wie WasWie; Google Afbeeldingen
Op 22 juli 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Cornelis v.d. Berg, zoon van M. Mostert en C. v. d. Berg; Marten Adriaan Beijneveld, z. van P.M. Beijneveld en J.S. van Dreumel; Maria v.d.Berg, dochter van C. v. d. Berg en W. Weerheim. Ondertrouwd zijn: P. v. d. Spek en C.G. v. d. Kooij. Overleden is: M. Degenhardt 1 dag [Delftsche Courant 22 juli 1936, blz. 3]
Op 25 juli 1936 wordt bericht dat J.P. Kramer is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Voldersgracht 6; L.A. Jaarsveld is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Cornelis Trompstraat 23; G. van Treuren is ververhuisd van Delft, Rietveld 110 naar Pijnacker Zuideinde B53 [Delftsche Courant 25 juli 1936, blz. 3]
Arie RensenOp 27 juli 1936 wordt in Delfgauw geboren Arie Rensen. Hij is een zoon van ..... Arie trouwt op ....in.... met Nieta van Kampen. Ze wordt geboren op.....  Ze is een dochter van ..... Arie en Nieta krijgen kinderen [Peter met ... en kinderen Tim en Michiel; Ron met Nel en kinderen Leon met Myrna, Michel, Debbie; Tim met Monique en kinderen Mike, Tim Stijn, Luca; Erwin met Joni en kinderen Merel en Max]. ...............................-Arie overlijdt op 18 maart 2018 in Vlaardingen (81 jaar).  BRONNENinternethttps://www.telstar-online.nl/nieuws/algemeen/89632/arie-rensen-overledenoverige bronnenCBG Verzamelingen; Collectie Delft; Google Search naam
Op 30 juli 1936* trouwt J.H. Beckmann met A.C.M. van Wordragen. Ze wonen vanaf 1 augustus 1936 op Vlielandseweg 15 [CBG Verzamelingen fa]
Op 1 augustus 1936 wordt gemeld dat deksorteerder P. Zoutendijk met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Achterom 123 [Delftsche Courant 1 augustus 1936, blz. 2] 

Elisabeth Hendrika Dannijs 

Op 3 augustus 1936 overlijdt in Delft Elisabeth Hendrika Danniijs [68 jaar]. Echtgenote van C.H. de Gidts uit Pijnacker [Delftsche Courant 5 augustus 1936, blz. 2]
Anna Maria Engelberta TermorshuizenOp 7 augustus 1936 wordt in ... geboren Anna Maria Engelberta Termorshuizen. Roepnaam Anneke. Ze wordt geboren op.... Ze is een dochter van ..... Anna trouwt op ...in....met Bram de Boo. Hij wordt geboren op ..... Hij is een zoon van ... Anna en Bram krijgen kinderen....................................-Anna overlijdt op 8 juni 2018 in Rotterdam.BRONNENinternethttps://www.telstar-online.nl/nieuws/algemeen/90935/anneke-de-boo-termoshuizen-overledenoverige bronnenCBG Verzamelingen; Collectie Delft;  Google Search naam
Op 8 augustus 1936 wordt gemeld dat de dienstbode G. van Gool is verhuisd van Pijnacker naar Delft, Kloosterkade 8. T.H.-assistent H. Bosscher is met zijn vrouw verhuisd van Pijnacker naar Delft, Delfgauwseweg 204. Fabrieksarbeider W.F. Kila verhuisde met zijn gezin van Pijnacker naar Delft, de Genestetstraat 13. De T.H.-bediende J.J.P. van der Meer verhuisde met zijn gezin van Delft, Delfgauwseweg 157, naar Pijnacker E240 [Delftsche Courant 8 augustus 1936, blz. 2]
Op 11 augustus 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Elisabeth Nooteboom, dochter van P. Nooteboom en P. Verheul; Antje van Gorsel, dochter van C.N. van Gorsel en T. Hoekstra; Cornelis van Swieten, zoon van W. van Swieten en A.J. Kalis; Petrus Wilhelmus Maria, zoon van W. Haket en G.M. van Dijk; Anna Maria Engelberta Termorshuizen, dochter van W. P. Termorshuizen en G.J. Toussaint. Ondertrouwd zijn: N.F. Kluiters en M.H.M. van Veen. Getrouwd zijn: W. Valkenburg en J.B. v. d. Zalm; J.P. v. d. Kley en J.A.P. Kerklaan [Delftsche Courant 11 augustus 1936, blz. 7]. 
Op 12 augustus 1936* trouwt in Pijnacker Leonardus Gerardus Antonius de Vreede met Adriana Emerentia Maria Tetteroo. Hij is een zoon van Johannes Wilhelmus de Vreede en Maria Clazina Verburg. Ze is een dochter van Theodorus Cornelis Tetteroo en Anna Maria Vroomans. 

Op 13 augustus 1936* trouwt Willem Dirk Poot (25 jaar) met Urmiena Cornelia van der Eijk.

Op 19 augustus 1936 wordt gemeld dat de 53-jarige M. v.d. Meer-Helm is overleden [De Morgen 19 augustus 1936, blz. 6]
Op 21 augustus 1936 wordt gemeld dat de verpleegster C.M. Boender is verhuisd van Pijnacker naar Wolfheze 2, Wolfheze [Arnhemsche Courant 21 augustus 1936, blz. 10]
Op 24 augustus 1936 wordt gemeld dat J.M. Paassen, Odulphusstraat 12, Delft is verhuisd naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 65e. En naar datzelfde adres de koopman A.C. van Beek, Trompetstraat 63, Delft [Delftsche Courant 24 augustus 1936, blz. 2] 
Op 26 augustus 1936*  zijn W. Hoogerdijk en N. Hoogerdijk -Nieuwland 40 jaar getrouwd. Ze wonen Oude Leedeweg [CBG Verzamelingen fa]
Op 27 augustus 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Geertruida Martina Maria van der Hoeven, dochter van A.C. van der Hoeven en J.M. Hogendijk; Hendrik Petrus van der Meer, zoon van J.G. van der Meer en J.M. van Beek; Arie Jacob Vermeer, zoon van H. Vermeer en L.W. Vrijenhoek; Gottlieb George Hugo Rossbach, zoon van Th.H.G. Rossbach en E. Putzig; Steintje van Leeuwen, dochter van H. van Leeuwen en D. Rozenboom; Franciscus Petrus van der Meer, zoon van F.A. van der Meer en P.J. den Hollander. Getrouwd zijn: N.F. Kluiters en M.H.M. van Veen [Delftsche Courant 27 augustus 1936, blz. 8]

Johanna Pieternella Kersbergen

Op 28 augustus 1936* overlijdt in Pijnacker Johanna Pieternella Kersbergen. Ze is de echtgenote van Hendrik Frans Koornneef. Ze wonen Oude Leedeweg D46BRONNENgeraadpleegde bronnenCBG Verzamelingen fa krantenDe Standaard 29 augustus 1936, blz. 10]
Op 28 augustus 1936 wordt bericht dat de 28-jarige kassier F.W. van der Helm uit Pijnacker, Westlaan 1, in Delft in ondertrouw is gegaan met de 26-jarige J.G.C. Termorshuizen uit Delft, Delfgauwseweg 193 [Delftsche Courant 28 augustus 1936, blz. 3] 
Op 1 september 1936 overlijdt in Capelle aan den IJssel de in Pijnacker geboren Willem Pieter van der Kooij. Hij is de echtgenoot van de in Nieuwerkerk aan den IJssel geboren Aaltje van Leeuwen. Zie 24 september 1867.
Op 2 september 1936 wordt gemeld dat N. Gouma is verhuisd van Schipluiden, D114, naar Pijnacker, Dorp 123 [Delftsche Courant 2 september 1936, blz. 8]
Op 3 september 1936 wordt gemeld dat A.M.Post is verhuisd van Pijnacker naar Nootdorp [Delftsche Courant 3 september  1936, blz. 7]
Op 3 september 1936 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren: Arie v.d. Kley, zoon van A.J. v. d. Kley en M.J. Verheul; Nelly Maria Elisabeth van Lien, dochter van J. van Lien en E.C. Datema; Maria Johanna Vermeulen, dochter van J.W. Vermeulen en E.M. v. d. Hoff; Pieter Bos, zoon van P. Bos en G. v. d. Elst; Johanna Cornelia v.d. Vorm, dochter van M. v. d. Vorm en J.C. v. d. Elst; Lena Janna Bijsterveld, dochter van C. Bijsterveld en J.S.M. Maat [Delftsche Courant 3 september 1936, blz. 7].
Op 3 september 1936 gaat de 23-jarige C.J. van der Eijk uit Pijnacker, E101 in Delft in ondertrouw met de 27-jarige T.H.-technicus P. v.d. Zee uit Delft, Molslaan 24 [Delftsche Courant 4 september 1936, blz. 3] 
Op 7 september 1936 wordt gemeld dat de onderwijzer E. Jongbreur is verhuisd van Delft, Lipkensstraat 14, naar Pijnacker, Westlaan 56 [Delftsche Courant 7 september 1936, blz. 8]
Op 15 september 1936 wordt gemeld dat de heer P. Kruithof is verhuisd van Kampen, Uitenhage de Miststraat 5, naar Pijnacker [Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 15 september 1936, nr. 2]
Davinus Verweij Op 19 september 1936 wordt in Pijnacker geboren Davinus Verweij. Ook Vinus. Hij wordt gedoopt op 1 november 1936 in Pijnacker. Hij is een zoon van Cornelis Verweij en Teuntje Gravesteijn. Davinus Verweij trouwt op 5 september 1962 in Eindhoven met Johanna Maria Glabbeek. Roepnaam Annie Ze wordt geboren op 12 maart 1938. Ze is een dochter van .....Glabbeek en Frederika van Maurik Davinus en Johanna krijgen kinderen [Cornelia Johanna Verweij; Freddy Verweij 12 augustus 1965 Delft-.....; Erik Verweij 16 september 1969 Delft].............................................-Davinus is ..... 
BRONNENinternethttp://archiver.rootsweb.ancestry.com/th/read/gen-benelux/1997-05/0863358149
STAMVADER
VOOROUDERSCornelis Verweij (vader) wordt geboren op 6 maart 1906 in Buren. Teuntje Gravesteijn (moeder) wordt geboren op 14 maart 1910 in Pijnacker. Cornelis en Teuntje (ouders) trouwen op 23 maart 1932 in Pijnacker. Ze krijgen tien kinderen [Martha Casina Verweij; Arie Verweij; Davinus Verweij; Geertruida Verweij; Hendrik Antonie Verweij; Elisabeth Apolonia Verweij; Cornelis Adrianus Verweij; Teuntje Gerdina Verweij; Gerdina Verweij; Pieternella Cornelia]
Op 21 september 1936 wordt gemeld dat A.A.G. Marx is verhuisd van De Lier naar Pijnacker [Delftsche Courant 21 september 1936, blz. 8]
Op 23 september 1936 wordt J.M. v. d. B. uit  Pijnacker veroordeeld tot een boete van  ƒ 3,- subs. 3 dagen wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet [Delftsche Courant 26 september 1936, blz. 6]
Catharina Helena PootOp 25 september 1936 wordt in Delft Catharina Helena Poot geboren. Roepnaam Tiny. Ze is een dochter van W. Poot en H. Verboon uit Pijnacker, Schoolkade E104 [Delftsche Courant 28 september 1936, blz. 10]. Cathrina Helena Poot trouwt op 30 juli 1958 in Pijnacker met Cornelis Johannes Weerheim. Ze wonen in de Oude Leede .
Op 26 september 1936 wordt bericht dat C.J. van der Eijk is verhuisd naar Delft, , Thorbeckestraat 19, vanuit Pijnacker. J.G.C. Termorshuizen is verhuisd van  Delfgauwseweg 193, naar Pijnacker, Vlielandseweg 19. Brievenbesteller J.G. Dol, is verhuisd van Delft, Fortuinstraat 13, naar Delfgauw, Vrijenbanstraat 54. J. Smit is verhuisd van Delft, Koningin Emmalaan 49, naar  Delfgauw, Vrijenbanstraat 54  [Delftsche Courant 26 september 1936, blz. 6]
Theodorus Cornelus Tettero Op 26 september 1936* overlijdt Theodorus Cornelus Tettero (49 jaar). Hij is de echtgenoot van A.M. Tettero-Vroomans. BRONNENgeraadpleegde bronnenCBG Verzamelingen fa
Op 26 september 1936 wordt bericht dat in Delft is overleden de ongehuwde, 65-jarige Helena v. d. Stap uit Pijnacker [De Volkskrant 26 september 1936, blz. 3].

Op 30 september 1936 wordt bericht dat in Pijnacker zijn geboren Helena de Bruijn, dochter van Willem de Bruijn en E. Klinge; Davinus Verweij, zoon van C. Verweij en T. Gravesteijn; Lena Hoogerdijk, dochter van L. Hoogerdijk en G. M. 't Hart;  Geertruida Johanna Maria Kouwenhoven, dochter van C. Kouwenhoven en M. P. Hoogendijk;  Maria Alida Theresia van Winden, dochter van A.P.F. van Winden en A.A.C. Verburg; Wilhelmina Munniksma, dochter van D. Munniksma en W. Heijnen; Damianus Anthonius van der Maarel, zoon van A.C.A. van der Maarel en A.N. van der Loos. Getrouwd zijn J. Groen en A.N. Parhan; J. de Bruijn en A.C. Kunz [Delftsche Courant 30 september 1936, blz. 7] 
Op 5 oktober 1936 wordt gemeld dat de metselaar W. van Doerdam is verhuisd naar Delft, Burgwal 59, vanuit  Pijnacker. W.L. en J.J. Gluijsen zijn verhuisd  van Delft, Rotterdamseweg 1, naar Pijnacker, Pijnackerseweg E248B. T.H.-bedeinde W.J.P. Mulder is met zijn  gezin verhuisd van Delft, Cornelis Trompstraat 92, naar Pijnacker, Post van den Burgstraat 18 [Delftsche Courant 5 oktober 1936, blz. 6]
Op 6 oktober 1936 wonen Jhr. J.E. Hesselt van Dinter en A. Hesselt van Dinter-van Beveren in Pijnacker. Zij is een dochter van de op 6 oktober 1936 overleden Martinus van Beveren. Aanvankelijk gehuwd met Catharina van Schie, later met A.C.van der Marel [Haagsche Courant 7 oktober 1936, blz. 18]
Op 7 oktober 1936 wonen in Pijnacker F.J.C. Bettenhaussen en C. Bettenhaussen-de Roo. Zij is een dochter van Marc de Roo en Anna Maria Lammers [Delftsche Courant 7 oktober 1936, blz. 4]
Op 7 oktober 1936 overlijdt in Delft de 18 maanden oude Cornelis Wilhelmus Heinsbroek uit Pijnacker, Zwethkade D189 [Delftsche Courant 9 oktober 1936, blz. 2]
Op 10 oktober 1936 wordt gemeld dat de chauffeur A.C. Quak met zijn gezin is verhuisd naar Delft van Bleijswijkstraat 47, vanuit Pijnacker. Metselaar W. van Overdam is met zijn vrouw verhuisd naar Delft, Burgwal 59, vanuit Pijnacker. Monteur G. van Halderen is met zijn gezin verhuisd naar Delft, Van der Brugghenstraat 8, vanuit  Pijnacker [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 9]
Op 10 oktober 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Adriana Theresia van Dijk, dochter van J.J. van Dijk en J.A.C. van Paassen; Jan Jacob Brinkman, zoon van J. Brinkman en D. Rensen. Tom Philippus van Bilsen, zoon van C.A. van Bilsen en F.M.J.E. Tetteroo; Wilhelmina van Kampen, dochter van J.P. van Kampen en N.A. Jongerius; Willem Zielman, zoon van A. Zielman en N. van Mullem; Petrus Theodorus, v.d. Haas, zoon van P.T. v. d. Haas en F.M. van Stein; Theodorus Nicolaas v.d. Burg, zoon van T.C. v. d. Burg en C.W.M. Overdevest. Overleden zijn: Theodorus Cornelis Tetteroo, 49 jaar — H. v. d. Stap, 65 jaar [Delftsche Courant 10 oktober 1936, blz. 4]
Op 13 oktober 1936* overlijdt in Leiden Margaretha de Vreede (69 jaar). Ze is de echtgenote van Theodorus Maria Stap. Ze is een dochter van Wilhelmus de Vreede en Johanna van der Helm.
Op 16 oktober 1936 wordt gemeld dat de 32-jarige tuinder J.F. de Hoog uit Pijnacker, Oude Leede D147 in Delft in ondertrouw is gegaan met de 25-jarige P.C. Kooijman uit Delft, Kloosterkade 188 [Delftsche Courant 16 oktober 1936, blz.1]. 
Op 16 oktober 1936 wordt gemeld dat A.C. Kunz vanuit Pijnacker is verhuisd naar Rozenlaan 101 in Vlaardingerambacht [Nieuwe Vlaardingsche Courant 16 oktober 1936, blz. 6]
Op 19 oktober 1936 wordt gemeld dat de bediende in een sociëteit L. Bloom met zijn gezin is verhuisd naar Delft, Nassaulaan 123, vanuit Pijnacker en A.W. van Tol met zijn gezin van Delft, Molslaan 125, naar Pijnacker, Westlaan 51 [Delftsche Courant 19 oktober 1936, blz. 7]
Op 21 oktober 1936* wordt in Huize De Vogelweide geboren Edward William Veder. Hij is een zoon van Joh.J. Veder (1880 Valkenburg-1961 Pijnacker) en .....Verder-van Wely [CBG Verzamelingen fa; Het Vaderland 22 oktober 1936, blz. 6]
Op 24 oktober 1936 wordt bericht dat de dienstbode M. Metzelaar is verhuisd naar Delft, Maarten Trompstraat 3, vanuit Pijnacker. Tuinder J. Termorshuizen verhuist met zijn vrouw van Delft, Delfgauwseweg 193, naar Pijnacker, Westlaan 41. FabrieksarbeiderJ L. Jansen verhuist van Delft, Verwersdijk 51, naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E192. C. Vonk, Delfgauwseweg 52, naar Pijnacker, Noordeinde van Delfgauw E192. Fabrieksarbeider P.C. van Steenbergen verhuist met zijn gezin van Delft, J. W. Frisostraat 25, naar Pijnacker E136 [Delftsche Courant 24 oktober 1936, blz. 11]
Op 25 oktober 1936 wordt in Delft Jan Dekker geboren. Hji is een zoon vanW. Dekker en J. van de Merwe. Ze wonen in Pijnacker, Emmastraat 16 [Delftsche Courant 27 oktober 1936, blz. 2].
Op 29 oktober 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren Johanna Maria Frederika van Gent, dochter van J. van Gent en M. Muylwijk; Paulus Hendrik Huis in ‘t Veld, zoon van L.A.P. Huis in 't Veld en P. Veldwijk; Cornelia Dijkshoorn, dochter van W. Dijkshoorn en A. Ripping; Arnoldus Drop, zoon van A. Drop en J. v. d. Elst; Edward William Veder, zoon van J.J. Veder en G.J. van Wely; Maria Johanna Roozenburg, dochter van C. Roozenburg en M.M. Gouweleeuw [Delftsche Courant 29 oktober 1936, blz. 10]
Helena Johanna Maria HaketOp 1 november 1936 wordt in Pijnacker Helena Johanna Maria Haket geboren. Roepnaam Lenie. Ze is een dochter van ….. Helena trouwt op in met Wim van Leeuwen. Hij wordt geboren op … Hij is een zoon van …. Helena en Wim krijgen kinderen [Linda, Bart en Conny].…………………….-Wim overlijdt op 3 oktober 2015-Helena overlijdt op 22 april 2022 in Den HaagBRONNENinternet
Op 3 november 1936 wordt gemeld dat C.A.J. Ruigrok is verhuisd van Schipluiden, B170 naar Pijnacker, Noordweg 45 [Delftsche Courant 3 november 1936, blz. 6].
Op 4 november 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Gerardus Antonius van Winden, zoon van G.J. van Winden en A.M. Heinsbroek; Albert Hendrik van Maren, zoon van C. van Maren en H. Clements; Jacob van Wijk, zoon van M. van Wijk en W.G. Hazeu. Ondertrouwd zijn: A.W. 't Hoen en A.H.W. Tas. Overleden is: P. Schippers, 87 jaar. [Delftsche Courant 4 november 1936, blz. 8]
Op 7 november 1936 verhuist F. Langeveld Overdijk naar Delft, Oosteinde 134, vanuit Pijnacker; P.C. de Hoog-Kooijman is verhuisd van Delft, Kloosterkade 188, naar Pijnacker, Oude Leede D140; de koperslager W. Lustig is met zijn gezin verhuisd van Delft, De Vriesstraat 31, naar Pijnacker, Post van der Burgstraat 22 [Delftsche Courant 7 november 1936, blz. 4]
Op 11 november 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn geboren: Adriana Kemp, dochter van W. Kemp en A. Kaiser; Cornelia Catharina Maria Bynsdorp, dochter van M.F. Bynsdorp en M.C. Overdevest; Anna Catharina Cornelia van Adrichem, dochter van N.L.M. van Adrichem en J.P.J. v. d. Wilk; Helena Johanna Maria Haket, dochter van J.M. Haket en C.P. van Eyk; Jacoba Maat, dochter van C. Maat en N. Heemskerk [Delftsche Courant 11 november 1936, blz. 7].
Op 14 november 1936 wordt bericht dat C. Volker met zijn zoon is verhuisd naar Delft,  Oostsingel 155, vanuit Pijnacker; winkelier W. v. d. Smit is verhuisd van Delft, Graswinkelstraat 66, naar Pijnacker, Emmastraat 28 [Delftsche Courant 14 november 1936, blz. 11]
Op 17 november 1936 wordt bericht dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: weduwe C. Overdijk-Francine, C. Volker en A. Volker, allen naar Delft. Ingekomen zijn: L. van der Elst uit Stompwijk; C. Schenkel uit Berkel; P. van Steenbergen uit Delft; J. Kela uit Delft; M. van Steenbergen uit Delft; J. Bontje uit Delft; A. Zwetsloot uit Delft; G. van der Poel uit Stompwijk; A. Schoep uit Barendrecht en M. de Lange uit Barendrecht  [Delftsche Courant 17 november 1936, blz. 8] 
Op 20 november 1936 wordt gemeld dat de volgende personen de gemeente hebben verlaten: J. de Groot, naar Berkel en Rodenrijs; A. Ruigrok, naar Bergschenhoek. Ingekomen zijn: J. v.d. Eijk, van Kethel en Spaland; F. van Dorp, van Ede; C. Ruigrok, van Schipluiden; H. Huijsmans, van Berkel; A. van der Burg, van Berkel; A. A. Huijsmans, Berkel; W. Lustig, van Delft; H. van Wezel, van Delft en G. Lustig van Delft. [Delftsche Courant 20 november 1936, blz. 10]. 
Op zaterdag 21 november 1936 zullen de heer en mevrouw J. Sonneveld en S. van Velzen feestelijk de dag herdenken waarop zij 40 jaar geleden in de echt werden verbonden. [Delftsche Courant 20 november 1936, blz. 10].
Op 23 november 1936 wordt gemeld dat uit de gemeente de volgende personen zijn vertrokken: W. de Bock naar Den Haag en L. Avervoorde naar Beverley in England. Ingekomen zijn: Th. v. Veen uit De Lier, P. Koopman van Delft, W. v. d. Smit van Delft, H. Maasbommel van Hillegersberg, E. Lustig van Delft, B. Lustig van Delft, C. Lustig van Delft, E. Bil van Hillegersberg, E. Maasbommel van Hillegersberg en C. Maasbommel van Hillegersberg [Delftsche Courant 23 november 1936, blz. 2]
Op 24 november 1936 wordt in Pijnacker geboren Johanna Cornelia F. van der Pol. Ze is een dochter van ... In juli 1953 woont ze in Diepenveen, Tjoene 34.
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat de volgende personen de gemeente hebben verlaten: Th. van Veen naar Den Haag; K. Brussard naar Schiebroek; J. Rechters naar Stompwijk, A. Geelen naar Haarzuilen. Ingekomen zijn: W. van Manen van Veenendaal; J. Apdam van Zoetermeer, H. van Elst van Delft, B. Vliegenthart van Delft en M. de Bruin van Delft [Delftsche Courant 28 november 1936, blz. 7]. 
Op 28 november 1936 wordt gemeld dat stucadoor B. Vliegenthart uit Delft,  Simonstraat 22, is verhuisd naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 70 en M. de Bruin, van Delft, Zuiderstraat 268, naar Pijnacker, Vrijenbanstraat 70 [Delftsche Courant 298 november 1936, blz. 11] . Jansen J.D is verhuisd van Domineestraat 9 te Roosendaal en Nispen  naar Pijnacker, Vlielandseweg 56 [De Grondwet 28 november 1936, blz. 10]
Op 30 november 1936 wordt gemeld dat in Pijnacker zijn getrouwd: A. W. 't Hoen en A. H. W. Tas. Geboren zijn: Arie Gravesteyn, zoon van A. Gravesteyn en A. de Bruin; Suzanna Rensen, dochter van A.C. Rensen en S. van Aalst  [Delftsche Courant 30 november 1936, blz. 7] 
Op 1 december 1936 wordt gemeld dat A.M.C. van Winden is verhuisd naar Schipluiden, B192a vanuit Pijnacker, B133 [Delftsche Courant 1 december 1936, blz. 2]. 

Op 1 december 1936 overlijdt in Pijnacker Pieter van Leeuwen

Op 4 december 1936 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: C. Verschoor naar Rotterdam; E. Verschoor, H., C., F., en P. Verschoor, allen naar Rotterdam; J. van Houte naar Delft; M. Stroecken naar Rotterdam; A. Zielman en N. van Mullem beiden naar Berkel; W. Mulder, J. Licht, J. Scheulderman en G. Mulder, allen naar Delft; M. Roeun, H., M. G. en J. Weeda, allen naar Schiedam. Ingekomen zijn: M. van Stein uit Wassenaar; A. van Woerden uit Haarlem; J. Greeve, M., G., C., Th., en J. J. Greeve, allen uit Berkel; A. van Baarle uit Berkel; J. Jansen uit Roosendaal; G. van Veldhuisen uit Utrecht [Delftsche Courant 4 december 1936, blz. 2].
Op 5 december 1936 wordt bericht dat de weduwe J.W. Willemsteijn-van Houte is verhuisd naar Delft, Vlamingstraat 71, vanuit Pijnacker; de T.H.-bediende W.J.P. Mulder met zijn gezin naar Delft, Nieuwelaan 28 vanuit Pijnacker [Delftsche Courant 5 december 1936, blz. 11]
Op 11 december 1936 wordt gemeld dat de navolgende personen de gemeente hebben verlaten: A. Tas naar Naaldwijk, W. Bakelaar naar Ouddorp, J. v. d. Berg naar Delft, S. Wijnmalen naar Delft, J. v. d. Berg, C. v. d. Berg en S. v. d. Berg, allen naar Naaldwijk. Ingekomen zijn: J.C. Manger vanuit Tiel, M. Eijgenraam, J. Manger, F. Manger, W. Manger en J.M. Manger, allen vanuit Tiel. Ondertrouwd zijn: Gerrit van Herk en Adriana Stofberg. Geboren zijn: Walter Pieter Hendrik van Diemel, zoon van G.W. van Diemei en K.M. Brinker. Cornelis Lindenburg, zoon van H.G. Lindenburg en L. Neeleman. Trijntje Anna van Buitenen, dochter van L.C. van Buitenen en M. v. d. Stoep. Overleden is: Pieter van Leeuwen, 88 jaar, weduwnaar van Geertje Riem [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11].
Op 11 december 1936 wordt gemeld dat met ingang van 9 december 1936 de heer P. van der Stoep uit Pijnacker is benoemd tot agent van politie in de gemeente Delft [Delftsche Courant 11 december 1936, blz. 11].
Op 12 december 1936 wordt gemeld dat de glassnijder J. van den Berg met zijn gezin is verhuisd van Pijnacker naar Delft,  Jacob Catsstraat 37 [Delftsche Courant 12 december 1936, blz. 11
Op 14 december 1936 overlijdt in Delft  de 29-jarige in Pijnacker wonende Machtildes Adriana de Heijde. Echtgenote van F.C. van Oort, Vrijenbansestraat 76, Delfgauw [Delftsche Courant 15 december 1936, blz. 2] 
Op 17 december 1936 wordt gemeld dat de navolgende personen Delfgauw hebben verlaten: koopman A.C. Jense met zijn vrouw naar Delft, Brabantse Turfmarkt 18; B.W.E. Mohlenbruch naar Delft; A. van Rensen naar Berkel (Z.-H.); W. van Herk naar Zwijndrecht. Ingekomen is: J. den Dekker van Valkenswaard [Delftsche Courant 17 december 1936, blz. 8; Delftsche Courant 19 december 1936, blz. 11]. 
Op 22 december 1936* verlooft Arie Boerefijn uit Pijnacker Oude Leedeweg D72 met Bets Mostert uit Vaardingen. [CBG Verzamelingen fa]

Op 26 december 1936 wordt in Pijnacker geboren Geertruida Marijke van Beveren. Ze is een dochter van J.S. van Beveren en W.J. van Beveren-Kranenburg [Volk en Vaderland 8 januari 1937, blz. 8]



Op 31 december 1936* zijn W.J. Nowee en M. Nowee-Turfboer 12,5 jaar getrouwd. Ze hebben een dochter Martha  [CBG Verzamelingen fa]

In december 1936 verhuist W. van Herik van Pijnacker naar Zwijndrecht, Rotterdamseweg 170  [De Dordrechtsche Courant 7 januari 1937, blz. 12]