ALGEMEENbedrijvenOp 4 januari 1918 wordt het faillissement van timmerman P.J. Tetteroo beeindigd wegens het verbindend worden van de enige uitdelingslijst [Ned. Stcrt. 4 januari 1918, blz. 4]Door het bestuur der Coöperatieve Veilingvereniging te Pijnacker wordt op de laatste jaarvergadering een commissie benoemd van vijf personen, tot het oprichten van een coöp. conserveervereniging. Op 20 februari 1918 vindt de eerste vergadering plaats. De commissie is van oordeel dat een zodanige vereniging in Pijnacker levensvatbaarheid zal hebben. Een definitief bestuur werd reeds gekozen waarvan de heer Pieter Bregman tot voorzitter en de heer Cornelis Machiel Rodenburg tot secretaris werden benoemd. Op een de vierde maart belegde vergadering werd na breedvoerige toelichting door de voorzitter tot oprichting besloten en door 42 personen werd reeds het ledenregister getekend. Een gunstig gelegen perceel land is gekocht, zodat Pijnacker behalve het bestaande drietal zouterijen spoedig ook een conserveerfabriek rijk zal zijn. De vereniging heet Cooperatieve Verduurzamingsvereeniging "De Kroon". Tot de oprichters behoren o.a. de voorzitter en de secretaris en Simon van der Kooy [Delftsche Courant 11 maart 1918, blz. 2; Ned. Stcrt 19 maart 1918, nr. 66, Tweede Bijvoegsel, nr. 5151; Delftsche Courant 23 maart 1918, blz. 2]Op 16 april 1918 wordt gemeld dat naast de particuliere groentenzouterij weldra een coöperatieve zouterij zal komen. In de jaarvergadering der Coöperatieve Groentenveilingvereeniging werd eerder een commissie benoemd die een onderzoek zou instellen naar het coöperatief zouten. Het rapport dat deze commissie uitbracht was zeer gunstig, zodat besloten is over te gaan tot het oprichten van een coöp. zouterij. Tot bestuursleden zijn gekozen de heren P. Bregman, voorzitter C. H. Rodenburg, secretaris; S. v. d. Kooy, penningmeester; H. Hoogens, J. Steeneveld Az., F. v. d. Wees en A. Staalduinen, bestuursleden. Het bestuur zal bijgestaan worden door vijf commissarissen, Bij de gehouden aanbesteding voor het bouwen van een gebouw, was het laagst ingeschreven door de heer N. W. Kluiters te Pijnacker voor f 12.269, aan wie het werk is opgedragen. De akte is gevoegd bij Ned. Stcrt. 1918, 155 [Delftsche Courant 16 april 1918, blz. 2]Op 10 augustus 1918 wordt bericht dat in Pijnacker "de drieweeksche zomervacantie nu wordt benut, evenals verleden jaar, om de kinderen aan het afhalen der pronkboonen te zetten. De vier hier bestaande zouterijen besteden dat werk uit aan de ingezetenen, die er voor in aanmerking komen en betalen een kwartje per zak. Of de jeugd zelve het nu wel zoo prettig vindt op die manier haar vacantie door te brengen, is niet waarschijnlijk". [Delftsche Courant 10 augustus 1918, blz. 3]Op 28 augustus 1918 wordt gemeld dat de Rotterdamse redacteur van ,,Het Volk" een onderzoek heeft ingesteld naar het inmaken van groenten in huisindustrie. Van de fabrieken, die zich met het inmaken bezig houden, geven sommigen het werk voor een deel uit. Vooral in sommige buurten worden de groenten thuis schoongemaakt en afgehaald. Over de toestanden, die daarbij voorkomen, lezen wij o.a.: In één kamer lag een lijder aan de Spaanse ziekte, die er - zei een zuster - een „longziekte" bijgekregen had. Hij hoestte akelig over de tafel naast hem, die vol bonen lag. Een vijftal jongens en meiden zat er zingende en gekkend te draden. Reeds op de kade hadden we tal van kinderen mee aan de arbeid gezien. Hier vonden we de kinderexploitatie op grote schaal, een der oude euvelen van de huisindustrie, terug. Kindertjes van vijf jaar en jonger zaten ijverig aan de arbeid. Een gang zat vol van dit jonge gespuis tussen zakken en hopen bonen. En we zagen handjes en voeten en hoofdjes, die de groene snijers beduimelden. Het was zaterdagmiddag. Hier en daar sjouwde men reeds de bonen naar binnen in een hoek van de kamer, waar ze in stank en vuil tot maandag zouden blijven. Soms zat men reeds druk aan het afhalen, de kinderen op vloer, de ouders bij de tafel en de hele kleintjes speelden met de bonen, bevuilden ze en staken ze in de mond. Een vrouw spraken we, die jaren reeds tuberculeus was. Ook zij draadde bonen. Het loon voor dit werk is, volgens de schrijver, ongeveer 90 cent per 100 kilo, terwijl twee vrouwen opgaven, ongeveer 15 kilo per uur samen te kunnen doen. Overigens meldt het artikel nog, dat de regering bij deze huisindustrie niet rechtstreeks betrokken is, en vervolgt: Het Rijk heeft, behalve de eigen fabrieken, nog een drietal andere in werking, één te Boskoop, één te Pijnacker en één te Rotterdam, die van de firma Dekkers en van den Graaf. Het was ons opgevallen, hoeveel hygiënischer deze fabriek was ingericht dan andere die we zagen. We wisten van de betere lonen en van de afwezigheid van de huisindustrie [Delftsche Courant 28 augustus 1918, blz. 2]Op 18 september 1918 is 's nachts ingebroken in de groentenzouterij van firma Blad en Prins. Gestolen zijn twee elektromotoren, vier drijfriemen en andere voorwerpen. Het bedrijf staat daardoor stil. Een investering van o.a. Jan Lamens Op 8 oktober 1918 wordt de maximumconsumptiemelkprijs vastgesteld door de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Voor Pijnacker is dit 16 cent per liter Op 8 oktober 1918 wordt de maximumconsumptiemelkprijs vastgesteld door de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Voor Pijnacker is dit 16 cent per liter Op 21 oktober 1918 meldt een advertentie: Stof, roos, onrein en neten worden afdoende verwijderd met FAX. Verkrijgbaar bij P. van Etten in Pijnacker
BRONNENkranten;; Ned. St. Crt 9 oktober 1918, blz. 3; Delftsche Courant 21 oktober 1918, blz. 4
belastingenambtenarenPer 1 mei 1918 zijn de volgende ambtenaren der directe belastingen overgeplaatst: [1] kommies 2e klasse P. Kersbergen van Rijswijk naar Pijnacker, kommies 2e klasse W. Marks van Voorburg naar Pijnacker, [3] kommies 3e klasse W. Ooms van Rijswijk naar Pijnacker [Nieuwe Rotterdamsche Courant 21 april 1916; Weekblad voor de administratie der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen, jrg 47, 1918, no 2390, 20-04-1918, blz. 10] college van zettersOp de voordracht gedaan op de raadsvergadering van 4 september 1918 ter benoeming van twee leden in het college van zetters, wegens periodieke aftreding van de heren J. Eisberg en A. van Winden worden geplaatst de heren W. Koetsier en V. W. Kluiters, A. van Winden en J. Eisberg. Op een verzoek van den heer K. W. Jjeul, wordt diens jaarwedde als telefoonnouder met ingang van 1 Januari 1918 verhoogd tot ƒ750.—. Verder worden eenige ingekomen stuken behandeld [Delftsche Courant 10 september 1918, blz. 3]
hondenbelastingKohieren van de hondenbelasting, 1918-1924 [Archief Delft 01, 01.03.01, nr. 569 Gemeente Pijnacker 1612-1935, nr. 2.2.2, nr. 612]
gemeenteOp 1 januari 1918 zijn er 2613 inwoners, 1363 mannen en 1250 vrouwen In de maand januari 1918 zal in Pijnacker de verkiezing plaats hebben van een commissie uit de ingezetenen, aan wier oordeel zal worden voorgelegd een door Gedeputeerde Staten ontworpen grenswijziging van deze gemeente in verband met de opheffing van de gemeente Vrijenban [Delftsche Courant 27 december 1917, blz. 2]Op 28 februari 1918 wordt gemeld dat W. Stoorvogel is benoemd tot directeur van het distributiebureau in Pijnacker [Delftsche Courant 28 februari 1918, blz. 2]Op 22 maart 1918 wordt gemeld dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan B&W van Delft een wetsontwerp tot wijziging van de grenzen van Delft, Schipluiden en Pijnacker en opheffing van de gemeenten Hof van Delft en Vrijenban hebben aangeboden. Dit ontwerp is aan de gemeenteraad toegezonden [Delftsche Courant 22 maart 1918, blz. 2]Op 31 maart 1918 wordt gemeld dat het ontwerp van wet tot wijziging van de grenzen van de gemeenten Delft, Schipluiden en Pijnacker en de opheffing van de gemeenten Hof van Delft en Vrijenban dat door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de gemeentebesturen van de betrokken gemeenten is toegezonden gaat niet zover als indertijd door Delft was verzocht. De Haagweg onder Rijswijk is niet in deze regeling betrokken, terwijl ook naar de kant van Den Hoorn, G.S. een andere grenslijn hebben aangegeven dan gevraagd was. In de toelichting tot hun voorstel wijzen G.S. er op, dat de bebouwing van de buitengemeenten van dien aard is, dat zij als behorende bij Delft beschouwd moeten worden, hetgeen aldus door hen wordt samengevat in deze zin; ''Feitelijk is hier aanwezig een maatschappelijk geheel MET gemeenschappelijke belangen verdeeld over verschillende gemeenten''. Vooral ook achten zij de samenvoeging noódzakelijk. waar Delft het centrum vormt van de fabrieksnijverheid, die in die gemeenten wordt aangetroffen, en dus het belang van de volkswelvaart meebrengt, dat de maatregelen van overheidswege vereist voor de ontwikkeling van die industrie, uitgaan van een krachtige gemeente. Daarbij wijzen zij er op, dat reeds meermalen ontwerpen in die richting van G.S. zijn uitgegaan, doch steeds zijn afgestuit op verschil van inzicht van de opvolgende ministers van Binnenlandse Zaken, laatstelijk in 1910. De grenswijziging achten zij echter dringender geworden. Bouwgrond is bijna niet beschikbaar, gezien de weinige gronden, die in de Wippolder, na de verkoop aan het Rijk en de eventuele kazernebouw aldaar nog zal overblijven. Het argument van de tegenstanders van deze annexatieplannen, als zou Delft nog genoeg bouwgrond hebben in de Krakeelpoider en de Bieslandse Polder wordt door hen blijkbaar niet gedeeld, waar zij zeggen dat, afgezien van het feit dat deze polders wegens hun lagere ligging minder geschikt zijn voor bebouwing dan de onder Hof van Delft gelegen Voordijkshoornse Polder, het nodig is, om aan die zijden, waar de bebouwing de grens hu eenmaal heeft overschreden en nog steeds voortgaat zich uit te breiden, de grenzen te verruimen. Zij menen daarom dan ook goed te doen nu voor te stellen de onmiddellijke aan de stedelijke bebouwing aansluitende delen van de gemeenten Hof van Delft en Vrijenban zodanig af te ronden, dat zij voor geruime tijd een geleidelijke stadsontwikkeling verzekeren, zomede stroken grond aan weerszijden van de Schie onder Vrijenban, Hof van Delft en Schipluiden, waarop in de toekomst ontwikkeling van de industrie is te verwachten, over te laten gaan naar de gemeente Delft. De overblijvende gedeelten van Hof van Delft en Vrijenban worden dan te klein om op zichzelf te blijven staan, weshalve G.S. het wenselijk achten deze bij de gemeenten Pijnacker en Schipluiden onder te brengen. G.S. geven daarbij aan hoe naar hun mening de financiele zijde van de kwestie moet worden opgelost, alsmede de drinkwaterkwestie van Hof van Delft, de levering van electrische stroom aan Pijnacker en Schipluiden, het onderwijsvraagstuk en de overname van de diverse ambtenaren. Zij stellen voor de regeling te doen ingaan op 1 januari 1919 terwijl nader door hen zal worden bepaald wanneer de verkiezingen van de nieuwe raden van de gemeenten Delft, Pijnacker en Schipluiden zullen plaats hebben. Het ontwerp zelf bestaat uit 17 artikelen [De Maasbode 31 maart 1918, blz. 5]
Artikel 1 zegt dat met ingang van 1 januari 1919 gedeelten van de gemeenten Hof van Delft, Vrijenban en Schipluiden aan de gemeente Delft worden toegevoegd en dat de overblijvende gedeelten van de gemeenten Hof van Delft en Vrijenban respectievelijk bij Schipluiden en Pijnacker komen. Het artikel geeft voorts aan hoe de nieuwe grensregeling zal zijn. Artikel 2 behelst dat de bezittingen en schulden van Hof van Delft en Vrijenban en de bezittingen van Schipluiden die gelegen zijn op het aan Delft toe te wijzen deel, op Delft zullen overgaan. Een en ander wordt dan nader omschreven. Artikel 3 bepaalt dat Hof van Delft het duinwater, dat het uit Den Haag ontvangt, door bemiddeling van Delft zal blijven ontvangen, terwijl Delft verplicht is water te leveren aan het gedeelte van Hof van Delft dat bij Schipluiden gevoegd wordt tegen geen ongunstiger voorwaarden dan op 1 januari 1918 geldend waren. Gedeuteerde Staten kunnen echter van deze verplichting ontheffing verlenen. Artikel 4 omschrijft hoe de bestaande overeenkomsten voor de levering van electriciteit aan de omliggende en bij Delft te voegen gemeenten geregeld zullen worden. Delft moet vóór 1 juli 1919 met Schipluiden en Pijnacker hierin een overeenkomst treffen. Artikel 5 gelast dat de geldleningen ten bate van Hof van Delft en Vrijenban ten laste komen van Delft. Hiervan zijn uitgezonderd een lening van ƒ 900 in 1911 door Hof van Delft aangegaan voor de verbouwing van de school aan Den Hoorn en een lening groot ƒ 4500 door Hof van Delft in 1913 gesloten voor het leggen van een paardenpad in den Woudseweg. Deze beide leningen komen ten laste van Schipluiden. Verder wordt in dit artikel Delft belast met het onderhoud van een deel van de Delfgauwseweg dat nu onder Vrijenban ressorteert. Artikel 6 zegt dat de archieven van Hof van Delft en Vrijenban naar Delft gaan en dat Schipluiden en Pijnacker van die archieven kosteloos inzage kunnen nemen. Artikel 7 verplicht Delft om voor 1 februari 1919 aan Pijnacker kosteloos een nieuw bevolkingsregister te verstrekken met de namen van de personen die op 1 januari 1919 wonen op het voor die gemeente overgaand gebied van Vrijenban.Artikel 8 legt Delft de verplichting op, kinderen wonende in het van Vrijenban naar Pijnacker overgaand gebied toe 'te laten op de openbare lagere scholen zonder verhoogd schoolgeld te heffen. Artikel 9 regelt de schadeloosstelling die Delft aan Schipluiden en Pijnacker moet betalen, t. w. aan Schipluiden: ƒ 12000 in 15 jaar; aan Pijnacker ƒ 8400 ook in 15 jaar. Artikel 10 bepaalt dat Gedeputeerde Staten de verkiezing regelen van leden van de nieuwe raden van Delft, Schipluiden ën Pijnacker. Artikel 11 stelt vast dat de rijksuitkeringen ingevolge de wet van 24 Mei 1897 aan Delft, Schipluiden en Pijnacker niet zullen dalen beneden de bedragen van 1919. De vermindering volgens art. 9bis van die wet wordt voor 1919 voor Delft bepaald op ƒ 28.130, voor Schipluiden op ƒ 2990 en voor Pijnacker op ƒ 3220. Artikel 12 omschrijft het opmaken van de kiezerslijsten. Artikel 13 houdt in dat onder de namen van de betrokken gemeenten na 1 januari 1919 zullen te verstaan zijn de gemeenten, zoals die dan zullen zijn hervormd, Artikel 14 behelst regelingen in verband met de DrankwetArtikel 15 bevat regelingen in verband met de Militiewet, de Landweêrwet en de Landstormwet. Artikel 16 regelt het wachtgeld of pensioen van de burgemeesters, secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke stand van Hof van Delft en Vrijenban. Zij die geen aanspraak kunnen doen gelden op pensioen tot minstens het halve bedrag van hunne jaarwedde genieten tot uiterlijk 1 Januari 1929, ten laste van Delft een wachtgeld of bijslag op het pensioen. Het onderwijzend personeel en de ambtenaren van Hof van Delft en Vrijenban gaan over naar Delft of naar Schipluiden en Pijnacker. Artikel 17 houdt in dat de wet in werking treedt met de dag van haar afkondiging. Nu het wetsontwerp bij den raad is ingekomen, zal het bijeenroepen van de zogenaamde dubbele raad niet lang meer op zich laten wachten. Het ontwerp wordt dan in elk der betrokken gemeenten voorgelegd aan zo'n dubbele raad, die officieel: commissie uit de ingezetenen, heet. Het is alleen bij vereniging of splitsing van gemeenten dat naast de raad een tweede vertegenwoordiging uit de ingezetenen tot medewerking wordt geroepen. Voor Delft moeten 19 leden worden gekozen voor die commissie. De stemming daarvoor geschiedt met de meeste stemmen, dus zonder dat een volstrekte meerderheid in acht genomen wordt. Herstemming bestaat hierbij dus ook niet. De raad en de commissie bespreken het wetsontwerp afzonderlijk en zenden elk het resultaat der besprekingen in naar Gedeputeerde Staten, die het met hun advies doen toekomen aan de minister van Binnenlandse Zaken, die het voorlegt aan de Kamer.
De raad van Pijnacker vergaderde op dinsdag 21 mei 1918. Afwezig waren de heren A van Winden, C. Koetsier en A. Harteveld. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Aangehouden wordt het kohier van de hoofdelijke omslag. Besloten wordt om aan mejuffrouw A. W. Groenendal een gratificatie te geven van ƒ 40 voor de waarneming der 3 hoogste klassen, gedurende de ziekte van de heer A. W. Swart. Ingekomen is het verzoek om ontslag van den heer J. D. Wassink als lid van de commissie tot wering van schoolverzuim, wegens vertrek uit de gemeente. Benoemd worden tot leden van deze commissie, de heren C. H. N. de Nooyer en J. L. Blok. Vastgesteld wordt het kohier van de hondenbelasting voor 1918. Daarna bespreekt de voorzitter het ontwerp van wet tot wijziging van de grenzen der gemeente Pijnacker en geeft enkele inlichtingen betreffende de financiele toestand. Besloten wordt maandagavond de eindbeslissing te nemen. Op 24 mei 1918 is het ontwerp van wet tot wijziging van de grenzen van de gemeente Pijnacker door de commissie, die benoemd was ingevolge art. 131 der Gemeentewet, met algemene stemmen verworpen. Op 30 juli 1918 wordt gemeld dat de directeur van het levensmiddelenbureau in Pijnacker, de heer Stoorvogel, is geverbaliseerd wegens het frauduleus vervoeren van kaas naar een familielid in Delft. In februari 1918 is W. Stoorvogel benoemd tot directeur van het distributiebureau in Pijnacker. Stoorvogel reageert in de Nieuwe Rotterdamsche Courant nadat het bericht in vele kranten in heel Nederland is gepubliceerd, als volgt: "Mag ik u even inlichten. dat uw bericht over frauduleus vervoer van kaas schromelijk overdreven is. De kwestie is deze: In mijn pakhuis had ik één Leidsche kaas bewaard, gekocht door mijn zuster, te Delft woonachtig. Deze kaas, ruim een jaar oud en dus gekocht lang voor deze soort in distributie was, zond ik reeds een week geleden naar mijn zuster in Delft, per bode, bij wien ze toen in bezit is genomen. Van een proces-verbaal weet ik echter niets af". Op diezelfde dag leest men in het noorden van het land het bericht met de aanhef: "Al weer één", verwijzend naar een Schiedamse affaire met een dergelijke directeur, maar de Delftsche Courant bericht te hebben vernomen dat "dit geval niet te vergelijken is met de handelingen van den directeur te Schiedam en hier is geen sprake van fraude of boos opzet. Een familielid van den heer Stoorvogel te Delft kocht lang geleden, toen er nog geen kaasdistributie was, van hem een oude kaas en vroeg den heer Stoorvogel de kaas in zijn pakhuis in Pijnacker te bewaren. De vorige week verzocht de bloedverwante om nu de kaas per bode op te zenden naar Delft. Dit geschiedde, maar onderweg werd de bode aangehouden en proces-verbaal volgde". Op de op 4 september 1918 gehouden vergadering van de gemeenteraad waren tegenwoordig vijf leden. Afwezig waren de heren P. Sonneveld en C Koetsier. De voorzitter opent de vergadering. De notulen van de laatstgehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Op 12 september 1918 wordt gemeld dat de gemeenteraden en dubbele raden van de gemeenten Hof van Delft, Vrijenban, Schipluiden en Pijnacker tegen het voorstel voor een grenswijziging hebben gestemd.
Stukken betreffende woonwagens en woonschepen, 1918-1922 [Archief Delft 01, 01.03.01, nr. 569 Gemeente Pijnacker 1612-1935, nr. 2.2.7, nr. 902]
BRONNENkranten;;; Delftsche Courant 6 april 1918, blz. 1; Ned. Staatscourant 16 mei 1918, blz. 5; Delftsche Courant 23 mei 1918, blz. 2; Delftsche Courant 27 mei 1918, blz. 3; De Tijd 30 juli 1918, blz. 3; Haagsche Courant 31 juli 1918, blz. 6; Delftsche Courant 31 juli 1918, blz. 3; Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant 31 juli 1918, blz. 3; Nieuwe Rotterdamsche Courant 31 juli 1918, blz. 2; Nieuwsblad van het Noorden 31 juli 1918, blz. 1; Delftsche Courant 1 augustus 1918, blz. 3; Delftsche Courant 10 september 1918, blz. 3; De Tijd 13 september 1918, blz. 6
geslaagdenOp 13 juli 1918 slaagt N.L. de Nooyer uit Pijnacker in Utrecht voor het MULO-diploma A.Op 12 december 1918 slaagt A, Sonneveld uit Pijnacker aan de Leidse Universiteit voor het examen Hebreeuwse taal- en letterkunde en Israel en/of het propedeuse-examen godgeleerdheid.BRONNENkrantenDe Maasbode 15 juli 1918, blz. 6; Delftsche Courant 15 juli 1918, blz. 3; De Maasbode 13 december 1918, blz. 5; Delftsche Courant 13 december 1918, blz. 2gezondheidszorgOp 28 mei 1918 zijn in het gezin van landbouwer G. van der Meer twee gevallen van roodvonk. Op 31 mei 1918 is er een geval van roodvonk bij L. Bos op de Westlaan en een geval bij D. Kouwenhoven in de Katwijksebuurt. Eind juni zijn er vier gevallen. In de eerste en tweede week van juli twee gevallen. Eind augustus 1918 is er nog één geval van roodvonk. In de week van 4 tot 10 september 1918 is sprake van één geval van difterie en van één geval van roodvonk. In de week 11-17 september 1918 zijn er twee gevallen van roodvonk. In de week van 2-8 oktober 1918 zijn er twee gevallen van difterie en één van roodvonkBRONNENkrantenDelftsche Courant 28 mei 1918, blz. 3; Delftsche Courant 31 mei 1918, blz. 3; Ned. Stcrt. 11 juli 1918, blz. 9; Ned. Stcrt. 17 juli 1918, blz. 17; Ned. Stcrt 29 augustus 1918, blz. 7; Ned. Stcrt 11 september 1918, blz. 7; Ned. Stcrt 18 september 1918, blz. 7; Ned.Stcrt, 9 oktober 1918, blz. 9
godsdienstOp 4 maart 1918 is dr. D.J. van Katwijk predikant in de gereformeerde kerk van Pijnacker.Op 4 september 1918 wordt gemeld dat aan de heer L. Raar uit Delft de bouw en de levering is opgedragen van een twee klaviers pedaalorgel in de gereformeerde kerk van Pijnacker. BRONNENkrantenProv. Overijsselsche en Zwolsche Courant 4 maart 1918, blz. 7; Delftsche Courant 4 september 1918, blz. 2
koop en verkoopOp 2 februari 1918 biedt warmoezier M. Welling een hooiberg van vijf roeden te koop aan.Op 24 april 1918 worden om 9.30 uur aan de woning van C. Bregman aan de Overgauw in Pijnacker vrijwillig openbaar verkocht 7 kalfkoeien, 6 kalfvaarsen, 4 vaarkoeien en 3 melkkoeien en bouw- en melkgereedschap, waaronder een boerenwagen, kapwagen, mestkar, Deense karns, pekel-, slobber- en voerbakken, stierketting, kaasstandaards, etc. etc.Op 24 juli 1918 is er een grote paardenmonstering. De heren M. van Segeren en A. Stehouwer uit Rotterdam komen om 5- tot 12-jarige paarden te kopen, bestemd voor cavalerie- en artilleriepaarden voor het Hollandse leger, zowel warmbloed als koudbloed van verschillende kleur. Er zullen hoge prijzen betaald worden. De heren starten om 6.00 uur in Bergschenhoek en eindigen om 16.05 uur in Schiedam. Ze zijn om 11.25 uur in Pijnacker bij het raadhuis.Op 21 december 1918 is bij Jac. Benschop uit de Oude Leede te koop een Amerikaans orgel, merk Tabouret, met zeven registers, voor f 135 BRONNENkrantenDelftsche Courant 2 februari 1918, blz. 8; Delftsche Courant 3 april 1918, blz. 3; Delftsche Courant 19 juli 1918, blz. 4
landbouw en tuinbouwOp 21 maart 1918 komt de Plattelandersbond in de Stads Doelen in Delft bijeen. Onderwerp is het belang dat er in Provinciale Staten en de Tweede Kamer leden worden gekozen die voldoende thuis zijn op het gebied van de land- en tuinbouw. Er is een kandidatenlijst opgemaakt voor politiek linksen en een voor politiek rechtsen. De kiesverenigingen hebben de kandidaten onderaan de lijst geplaatst. Daarmee is de kans gering dat ze verkozen zullen worden. J. Termoshuizen uit Pijnacker maakt deel uit van een commissie die de oprichting van een afdeling van de bond in Delft moet voorbereiden.In 1918 is de Coöperatieve Verduurzamingsvereeniging "De Kroon" uit Pijnacker lid van de Nederlandse Tuinbouwraad. Het aantal leden van de coöperatie is 67; secretaris is C.M. Rodenburg uit Pijnacker [De tuinbouw; officieel orgaan van den Nederlandschen Tuinbouwraad, jrg 6, 1918, no 48, 29-11-1918, blz. 2]BRONNENkrantenDelftsche Courant 21 maart 1918, blz. 2
misdaadOp 10 januari 1918 wordt voor de Haagse rechtbank een maand gevangenisstraf geeist tegen tuindersknecht F. van der M. uit Pijnacker omdat hij met twee anderen onder Delft enige koperen melkbussen heeft gestolen. Het vonnis is een maand voorwaardelijk met een jaar proeftijd onder vergoeding van de veroorzaakte schade. Op 22 januari 1918 behandelt de Rotterdamse rechtbank de zaak tegen twee jongelui uit Pijnacker. H. W. K. en J. K., die zich in het najaar van 1917 ergerlijk hebben aangesteld, in de nabijheid van de Zweth. Zij zochten ruzie met twee heren en een dame, die in de richting Rotterdam reden met de fiets. Het kwam tot een formele vechtpartij, waarbij duchtig werd geslagen en geschopt. De beide beklaagden hadden de mensen, die niets kwaads in de zin hadden tegen een muur teruggedrongen, waar zij zich te weer stelden met hun fietspompen. De dame scheen nogal erg onder de indruk te zijn en riep luidkeels „Moord". Op dit gehuil kwam een kastelein toeschieten, die de jongelingen 's middags drank had geschonken en hij ontzette de verschrikte „toeristen". De kastelein in kwestie scheen nog al een kordaat persoon te zijn, want hij hield de twee boosdoeners zolang vast, tot de politie kwam uit Overschie. de jongelui verklaarden, dat zij totaal onschuldig waren, zij waren aangereden en later lastig gevallen door het fletsrijdende gezelschap. De officier van justitie verwonderde zich er over, dat dergelijke daden van geweld konden plaats hebben in een beschaafd land en achtte het gepleegde feit zeer ergerlijk; met het oog hierop requireerde hij tegen de eerste beklaagde 6 weken en tegen de tweede 2 weken gevangenisstraf. In de nacht van zaterdag 2 maart 1918 op zondag 3 maart 1918 is onder Pijnacker 42 meter koperdraad van de voedingskabel der Z. H. E S. M. gestolen. De kabel loopt van de centrale naar de scheiding van het net in Pijnacker. Tengevolge hiervan werd het treinverkeer zondag aanmerkelijk gestoord en moesten 20 treinen uitvallen. Een locomotief deed ter plaatse van de onderbroken leiding dienst om de wagens verder te brengen. Om ongeveer half zes zondagavond was het geregeld verkeer hersteld. Op 5 maart 1918 staat voor de Haagse Rechtbank wegens een overtredng van de Distributiewet 1916 terecht W.J.B. uit Pijnacker, huisvrouw van van E. Ze heeft macaroni verkocht boven de maximumprijs. Geeist wordt een boete van f 25 subs 20 dagen hechtenis. De straf wordt f 15 boete subs 10 dagen Op 23 april 1918 staat J. H. v. d. H., een 18-jarige tuinmansknecht uit Delft terecht. Hij heeft op 17 december 1917 in Pijnacker het lood uit de broeiramen van W. gestolen en dat lood verkocht. Beklaagde bekent. De officier vraagt tegen beklaagde, die heel wat diefstallen op zijn geweten heeft, een gevangenisstraf van 3 maanden. Op 23 april 1918 staan B. te Delft en B. te Pijnacker terecht. Ze hebben een vat tarwemeel verhandeld. De politie, die achter deze transactie kwam, maakte proces-verbaal op. In den nacht van dinsdag 28 mei 1918 op woensdag 29 mei 1918 is ingebroken in de Nederlandsche apparatenfabriek alhier. Voor ƒ 300 tot f 400 is er ontvreemd aan koper en zilver. De inbrekers hadden zich toegang tot de fabriek weten te verschaffen door het openschuiven van een raam. Op 11 juni 1918 veroordeelt de rechtbank in Middelburg de 25-jarige timmermansknecht C.L.B. uit Pijnacker tot een boete van f 15, subs 15 dagen. Op 6 juli 1918 wordt gemeld dat de werkman P.R. uit Delft is gearresteerd omdat hij in Pijnacker een fiets zou hebben gestolen. Twee dagen later wordt de Delftse tuindersknecht J. H. de H. gearresteerd wegens verdenking van diefstal van twee fietsen in Pijnacker. De H. krijgt een jaar gevangenisstraf.Op 12 augustus 1918 neemt de Pijnackerse politie bij enige landbouwers een groot aantal eieren, ongeveer 300 kilo boter en 81 kazen in beslag. Deze produkten zijn achtergehouden om buiten de distributie te worden verkocht. Op 16 september 1918 wordt gemeld dat F.J.V. uit Pijnacker is betrapt op frauduleus vervoeren van kaas. Er is proces-verbaal opgemaakt en de kaas is in beslag genomen.Op 18 september 1918 is 's nachts ingebroken in de groentenzouterij van firma Blad en Prins. Gestolen zijn twee elektromotoren, vier drijfriemen en andere voorwerpen. Het bedrijf staat daardoor stil. Eén van de investeerders in dit bedrijf is Jan Lamens van de winkel op het adres Stationsstraat 33.Op vrijdag 4 oktober 1918 om 14.00 uur is de door draaddiefstal verbroken telefoonverbinding tussen Delft en Pijnacker weer hersteld. Op 8 oktober 1918 is het weer raak. Er is langs de Delfgauwseweg 400 meter telefoondraad weggehaald.Op 9 oktober 1918 wordt gemeld dat de tuindersknecht K.F. S. is aangehouden. Hij wordt ervan verdacht bij landbouwer van B. uit Pijnacker een halve mud [0,5 hectoliter, rond 35 kg] aardappelen te hebben gestolen. Op 30 oktober 1918 wordt L.J. van der E. uit Pijnacker veroordeeld tot f 5 boete of 1 wegens verboden uitvoer.Op 4 december 1918 staat de 35-jarige M.J.B. uit Den Haag terecht voor de Haagse rechtbank. Hij zou op 7 september 1918 in Pijnacker een bus olie hebben gestolen. Hij beweert de bus langs de weg te hebben gevonden, maar een ploegbaas van de H.S.M., ene Plovidons, had gezien dat de man de bus wegnam van een spoorbrug waar enige schilders bezig waren met verven. Er wordt twee maanden gevangenisstraf tegen hem geëist. Deze straf wordt vervolgens op 9 december 1918 opgelegd.
BRONNENkrantenHaagsche Courant 10 januari 1918, blz. 9; Haagsche Courant 16 januari 1918, blz. 7; De Maasbode 23 januari 1918, blz. 2; De Maasbode 4 maart 1918, blz. 2; Prov. Geldersche en Nijmeegsche Courant 5 maart 1918, blz. 2; De Maasbode 26 maart 1918, blz. 6; De Maasbode 23 april 1918, blz. 7; Delftsche Courant 25 april 1918, blz. 2; Delftsche Courant 31 mei 1918, blz. 3; Middelburgsche Courant 11 juni 1918, blz. 2; Delftsche Courant 6 juli 1918, blz. 2; Delftsche Courant 8 juli 1918, blz. 3; De Maasbode 12 augustus 1918, blz. 2; Delftsche Courant 20 augustus 1918, blz. 3; Delftsche Courant 16 september 1918, blz. 3; Algemeen Handelsblad 18 september 1918, blz. 1; Haagsche Courant 8 oktober 1918, blz. 5; Delftsche Courant 9 oktober 1918, blz. 2; Delftsche Courant 9 oktober 1918, blz. 2; Nieuwe Rotterdamsche Courant 31 oktober 1918, blz. 4; Delftsche Courant 4 december 1918, blz. 2; De Maasbode 10 december 1918, blz. 6
nutsvoorzieningenOp de raadsvergadering van 4 september 1918 komt in behandeling het betrekken van electrische stroom voor de buurtschap ''De Oude Leede", van de gemeente Delft. Den directeur van het Gemeentelijk eiectrisch bedrijf Delft was er op gewezen dat de kostenberekening in zijn schrijven van 11 juli 1918 slechts liep over een afstand van 875 meter, en dat het wenselijk was dat de gehele buurt, voorzover deze bebouwd was, daarvan profijt had, en dat de Raad daarom gaarne een opgaaf der kosten had, indien de leiding doorgetrokken werd tot nabij de woning bewoond door J. Kostering. Bij schrijven van 3 september 1918 zegt de directeur bereid te zijn het bovennet door te trekken, echter met ijzerdraad, waarvan de kosten zullen zijn voor 200 meter f 426.50 en voor 500 meter f 1060.—. De voorzitter zegt te vermoeden dat tot aan de woning van J. Kostering 500 meter meer zal zijn dan aanvankelijk berekend was. De voorzitter zegt dat hij, hoewel de kosten zeer hoog zijn, veel gevoelt voor aansluiting dezer buurtschap, vooral bij den tegenwoordigen petroleumnood. De totale kosten over een afstand van 1375 meter bovennet voor verlichting, waarvan 875 meter zal worden gemaakt met koperdraad en 500 meter met ijzerdraad zullen volgens opgaaf van het G. E. B. bedragen f 17596,50. Bij de stemming verklaren alle leden zich voor aansluiting.In dezelfde vergadering van 4 september 1918 wordt behandeld het verzoek van J. R. Kromkamp en drie anderen om de Katwijkerlaan aan het eiectrisch net aan te sluiten. Er wordt besloten te informeren wat de kosten daarvan zijn. BRONNENkrantenDelftsche Courant 10 september 1918, blz. 3
onderwijsOp 11 januari 1918 wordt gemeld dat H.C. Beekman is benoemd tot onderwijzer aan de Ned. Herv. school te Pijnacker. Op 29 augustus 1918 wordt een volledig kosthuis gevraagd voor een onderwijzer. Liefst kom van de gemeente. Geen was. Een aparte zit-slaapkamer vereiste. Brieven met prijs aan H.C. Beekman, Stationsstraat 225Op 15 april 1918 slaagt mej. M. Taal uit Pijnacker voor de akte L.O.Op 20 april 1918 slaagt mej. P. Franx uit Pijnacker in Den Haag voor de akte L.O.Op 15 november 1918 wordt gemeld dat mej. P. Franx uit Pijnacker is geslaagd voor het examen vrije- en orde-oefeningen.BRONNENkrantenHaagsche Courant 11 januari 1918, blz. 7; Algemeen Handelsblad 16 april 1918, blz. 2; De Tijd 22 april 1918, blz. 6; Delftsche Courant 29 augustus 1918, blz. 4; Nieuwe Rotterdamsche Courant 15 november 1918, blz. 4onroerend goedOp 20 februari 1918 en 27 februari 1918 worden in Pijnacker in het openbaar en vrijwillig verkocht vier percelen, gunstig gelegen aan het water van de Vlielandseweg, Noordweg en langs de Tochtsloot in Pijnacker, bij het station der Z.H.E.M. en de groentenveiling. Geschikt voor villabouw. Perceel 1 is in bod op 20 februari 1918 gekomen voor f 5700 verhoogd met f 300; perceel 2 voor f 5400; perceel 3 f 5500 verhoogd met f 500; perceel 4 voor f 3300Op 7 februari 1918 wordt te koop aangeboden weiland op de grens van Pijnacker. Direct te aanvaarden. Ruim 18 hectare prachtig hoog weiland, uitstekend geschikt voor tuinderij.Op 27 maart 1918 en 5 april 1918 worden geveild en verkocht [1] vanwege hoge leeftijd van de eigenaar het van ouds bekende, beklante koffiehuis met vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein, genaamd "De Zon" aan de Vlielandseweg, in bod op f 6100 en [2] wegens verandering in zaken de in volle werking zijnde ijzersmederij met woonhuis, geschikt voor een kleine fabriek, geheel nieuw gebouwd aan de Vlielandseweg in Pijnacker, in bod op f 8200 en [3] een woonhuis met stalling voor tien koeien aan de Zuidweg, verhuurd voor f 3 per week, in bod op f 2300. Op 27 maart 1918 is te koop 3 hectare best weiland, uitstekend geschikt om te scheuren. Ook zeer gunstig gelegen voor tuinderij. Te bevragen bij P. van der Marel, graan- en meelhandel in Vrijenban [Delftsestraatweg, LA] bij station Pijnacker aan de electrische spoor. Op 20 april 1918 is aan de Noordweg in Pijnacker te koop een partij weiland groot één hectare 50 are 20 centiare. In bod voor f 6.325. Afslag op 24 april 1918 in het Bondshotel.Op 26 april 1918 wordt in het Bondshotel verhuurd voor een jaar ruim 3 hectaren gescheurd best weiland achter de Kerkweg in Pijnacker, in percelen van elk 100 roe. Te bepoten met aardappelen of bruine bonen. Nadien op 30 april is de advertentie opnieuw geplaatst. Te bevragen bij P. Bregman Pz. uit Pijnacker.Bij Koninklijk Besluit van 20 april 1918, nr. 46 is toegelaten als vereniging, uitsluitend in het belang van verbetering van de volkshuisvesting werkzaam, de vereniging Woningbouwvereeniging Pijnacker, gevestigd te Pijnacker, waarvan de statuten zijn opgenomen in het bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van 18 juli 1917, nr. 166, onder nr. 999In de raadsvergadering van 4 september 1918 is aan de orde het verzoek van de bouwvereniging om subsidie voor de bouw van 16 woningen. De heer J. G. Ravenek, verschijnt met goedvinden van de raad ter vergadering om de plannen en tekeningen toe te lichten. Nadat deze de vergadering heeft verlaten wordt het voor en tegen nog eens besproken; daarna wordt met algemene stemmen, in beginsel, besloten het gevraagde voorschot te verleenen; de voorzitter zal eerst nog eens informeren of de gegeven cijfers juist zijn. Op 6 november 1918 en 13 november 1918 worden vrijwillig openbaar geveild, verhoogd en afgeslagen [1] een perceel best weiland met het recht van weg naar de Onderweg in de Katwijksebuurt in Pijnacker, groot 1,5 hectare, [2] een nog nieuw woonhuis met schuur, erf en tuin aan de Vlielandseweg in Pijnacker,groot 1200 m2, en [3] drie percelen tuingrond, ieder van één akker, naast het woonhuis, ieder 1000 m2Op 7 december 1918 wordt aanbesteed het verleggen en ophogen van enige percelen bouwland, gelegen aan de Tweemolentjeskade in Vrijenban. Uit Pijnacker komen twee inschrijvers; M. Verhagen en M. Welling.Op woensdag 8 januari 1918 wordt om 10.00 uur in het Bondshotel voor 5 jaar verhuurd 4,5 hectare weiland [dijk] in de Helpolder, de bermen langs de Noordweg en de Nieuwkoopseweg en een tuin in de Katwijkse buurtBRONNENkrantenDelftsche Courant 2 februari 1918, blz. 4; Delftsche Courant 7 februari 1918; Delftsche Courant 23 februari 1918, blz. 7; Delftsche Courant 16 maart 1918, blz. 6; Nieuwe Rotterdamsche Courant 26 maart 1918, blz. 4; Delftsche Courant 4 april 1918, blz. 3; Delftsche Courant 20 april 1918, blz. 10; Delftsche Courant 23 april 1918, blz. 4; Delftsche Courant 26 april 1918, blz. 3; Delftsche Courant 30 april 1918, blz. 4; Ned. Stcrt 3 mei 1918, blz.. 10; Delftsche Courant 10 september 1918, blz. 3; Delftsche Courant 19 oktober 1918, blz. 3; Delftsche Courant 7 december 1918, blz. 2; Delftsche Courant 28 december 1918, blz. 3politiekDe heer S. van der Heide uit Delft is in december 1918 door de Chr. Hist. kiesvereeniging te Pijnacker kandidaat gesteld voor de Provinciale Staten.BRONNENkrantenDelftsche Courant 30 december 1918, blz. 2
post en telefoonIn de tweede helft van januari 1918 kan de postdienst een brief geadresseerd aan J.W. Konmeer niet bezorgen. Waarschijnlijk is Kommer bedoeld. In de tweede helft van februari 1918 gaat het om een brief gericht aan S. Brondhorst, hetgeen waarschijnlijk Brandhorst moet zijn.Op een ter vergadering van 4 september 1918 behandeld verzoek van de heer K. W. Geul, wordt zijn jaarwedde als telefoonhouder met ingang van 1 januari 1918 verhoogd tot ƒ 750De directeur-generaal der posterijen en telegraphie maakt bekend dat het hulptelegraaf-en hulptelefoonkantoor te Pijnacker, met ingang van 2 Januari 1919, tijdelijk op werkdagen zal zijn opengesteld van 8.00 uur tot 13.00 uur, van 14.00 uur tot 16.00 uur en van 18.00 tot 19.00 uur.
BRONNENkrantenDelftsche Courant 4 februari 1918, blz. 3; Delftsche Courant 5 maart 1918, blz. 3; Delftsche Courant 10 september 1918, blz. 3; Ned. St.Crt 27 december 1918, blz. 1
variaOp 10 januari 1918 wordt de Pijnackerse veldwachter P. van Loon in Den Haag bekroond met een eerste prijs en twee eervolle vermeldingen voor zijn kanarievogels. BRONNENkrantenHaagsche Courant 11 januari 1918, blz. 6
veeteeltBij de veehouders is het met de voorraad veevoeder niet erg rooskleurig gesteld. Terwijl de sloten met ijs bedekt zijn, liepen zaterdag 2 maart 1918 in den omtrek van Pijnacker en Voorburg reeds melkkoeien in de wei.In november 1918 is bij drie boerenbedrijven mond-en klauwzeer aangetroffen.BRONNENkrantenDelftsche Courant 12 maart 1918, blz. 3; Ned. Stcrt. 17 december 1918, blz. 12
verenigingenOp 16 november 1918 vraagt de Chr. Mandolineclub uit Pijnacker een Directeur. brieven te zenden aan M. van der Koog, Westlaan 176 in PijnackerBRONNENkrantenRotterdamsch Nieuwsblad 16 november 1918, blz. 3
vervoerIn 1918 is er driemaal daags omnibusvervoer van en naar Delft vanaf Hotel "t Scheepje".Op 6 november 1918 staat op de agenda van de raad van Delft een voorstel van B&W tot toekenning van een subsidie uit de gemeentekas aan W.J. van Noort te Pijnacker tot instandhouding van zijn omnibusonderneming tussen Pijnacker en Delft. Het voorstel wordt aangenomen.BRONNENkrantenDe Maasbode 19 januari 1918, blz. 7; Delftsche Courant 2 november 1918, blz. 1; Delftsche Courant 7 november 1918, blz. 3
waterstaatOp vrijdag 10 juli 1918 wordt in Cafe van Schie aanbesteed het bouwen van een pompstation voor de electrische bemaling van de Droogmakerij in de Zuidpolder van Delfgauw. Gegadigden wonende in Nootdorp en Pijnacker en zij die zijn uitgenodigd worden verzocht hun inschrijvingsbiljetten in te leveren op donderdag 18 juli 1918 vóór 18.00 uur. Het werk wordt gegund aan de laagste inschrijver, Gebrs. C. en Th. Schotte voor f 20.356. Ook N.W. Kluiters en A.Kranenburg deden mee voor resp. f 22.500 en f 21.400BRONNENRotterdamsch Nieuwsblad 8 juli 1918, blz. 17; De Maasbode 20 juli 1918, blz. 4; Rotterdamsch Nieuwsblad 22 juli 1918, blz. 4
werkgelegenheidOp 10 januari 1918 wordt door winkelier N.J. Notenboom uit de Oude Leede voor terstond een dienstbode gevraagd. Op 25 februari 1918 vraagt de Nederlandsche Fabriek van Autogene Snij- en Laschapparaten halfwas metaaldraaiers, op 16 april 1918 instrumentmakers en op 13 juli 1918 een jongste bediende voor het kantoor in Pijnacker.Op 5 oktober 1918 vraagt Corn. Blad's Groentendrogerij en Conservenfabriek terstond flinke werklieden en een stoker. Aanmelden maandagmorgen tussen 9 en 12 uur.Op 17 oktober 1918 worden per direct gevraagd instrumentmakers en halfwas instrumentmakers bij de Nederlandsche Fabriek voor Autogene snij- en laschapparaten. Hoog loon en reiskosten Den Haag-Pijnacker. Voorts autogeen lassers die tevens plaatwerkers of bankwerkers zijn. Attesten van bekwaamheid en gedrag vereist.Op 16 november 1918 vraagt H. Franx uit de Katwijkse Buurt een bekwame smidsknecht, bekend met hoefbeslag.BRONNENkrantenDelftsche Courant 10 januari 1918, blz. 4; Rotterdamsch Nieuwsblad 25 februari 1918, blz. 12; Rotterdamsch Nieuwsblad 16 april 1918, blz. 3; Rotterdamsch Nieuwsblad 13 juli 1918, blz. 11; Delftsche Courant 5 oktober 1918, blz. 4; Delftsche Courant 17 oktober 1918, blz. 4; Rotterdamsch Nieuwsblad 18 oktober 1918, blz. 11; Delftsche Courant 16 november 1918, blz. 4; Rotterdamsch Nieuwsblad 9 december 1918, blz. 4