ONAFWENDBARE WENDINGEN
korte verhalen, gedichten, foto-art
Michiel Hanon
ONAFWENDBARE WENDINGEN
Copyright 2025 Michiel Hanon Boeken
Auteur / foto-artist: Michiel Hanon
https://sites.google.com/view/michiel-hanon
michielmichiel2009@live.nl
Omslagontwerp: Michiel Hanon
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
INHOUD
DE NACHTRIJDER
DE LIFT
NIET OVER ONS
HET DRIETAL
DE ANDERE WERELD
TIEN TELLEN
ONAFWENDBARE WENDINGEN
AANGEPAST
DE NACHTRIJDER
John, een man van in de dertig, hield ervan om ’s nachts in zijn oude, open Amerikaanse auto in de omgeving rond te rijden. Hij genoot van de stilte en het verzette zijn zinnen. John stond in deze warme zomernacht voor de plaatselijke uitgaansgelegenheid even stil om vanuit zijn auto het vooral jonge, de zaak in- en uitgaande publiek te observeren. Hij had geen zin er zelf naar binnen te gaan; dat deed hij nog maar weinig. En alcohol drinken stond hem ook niet aan.
Twee vrouwen en een man kwamen vrolijk en niet meer zo nuchter naar buiten. De blonde dames waren in uitgaanskledij gehuld; beiden hadden een prachtige zwarte jurk aan. Ze zagen de mooie open auto natuurlijk direct staan. De man onder hen sprak John aan en vroeg ongeremd om een lift.
John gaf aan dat dat geen probleem was. Ze stelden zich aan elkaar voor. De uit het etablissement komende man zei Richard te heten, de vrouwen waren Carla en Mary. Het viel John direct op dat Richard erg met Mary aan het flirten was; zij doken samen achterin de grote auto.
Richard zei dat hij de cabriolet erg mooi vond; hij zou zo’n wagen graag ook wel eens willen besturen. Carla, het duidelijk derde wiel aan de wagen, ging voorin zitten, naast John. De bestemming werd door Mary doorgegeven. De bestuurder kreeg de indruk dat het reisdoel haar woning was.
Tijdens zijn stop bij het etablissement was het John opgevallen dat er sinds deze dag aldaar een waarschuwingsbericht van de politie aan de muur was opgehangen. Het uitgaanspubliek werd erop attent gemaakt dat er zich in de regio een seriemoordenaar ophield, die in de nacht alleenlopende jonge vrouwen oppikte en om het leven bracht. De politie adviseerde vrouwen om ’s nachts niet alleen het huis te verlaten. John wist uit de media dat deze persoon al een paar keer op overeenkomstige wijze had toegeslagen. Het bericht confronteerde hem opnieuw met de recente moord op zijn vriendin Daphne.
John had de indruk dat de drie anderen het bericht niet hadden gezien. Er werd tijdens de rit in ieder geval geen aandacht aan besteed. De twee achterin hadden het erg leuk samen. De drie personen hadden elkaar duidelijk in de uitgaansgelegenheid voor het eerst ontmoet. Carla was wat rustiger dan de andere twee. En net als Mary was zij best aantrekkelijk om te zien.
John had het datinggebeuren al langere tijd achter zich gelaten. Hij voelde geen behoefte om de plotseling naast hem verschenen “beschikbare” jongedame te gaan versieren, zoals Richard bij Mary deed. Kennelijk vond Carla dat een verfrissende situatie, want ze sprak de bestuurder uit eigen beweging aan. Ze zei hem al eens eerder in de nacht in de omgeving te hebben zien rondrijden. Carla wilde weten waarom John niet zelf de uitgaansgelegenheid was binnengegaan.
John vertelde haar tijdens het rijden over de wijze waarop hij de laatste tijd een zomernacht placht door te brengen. Hij kon al enige tijd slecht slapen. En de stilte van de nacht gaf hem vaak inspiratie. Deze opmerking leidde tot de vraag van Carla hoe hij dat bedoelde. John gaf aan dat hij een thriller aan het schrijven was. En dat was niet zijn eerste. Deze informatie was dan weer het begin van een gesprek over door hem uitgebrachte boeken.
Carla had nog niets van hem gelezen, maar was duidelijk wel geïnteresseerd. John leek haar een intrigerend persoon te zijn, iemand die ze beter wilde leren kennen. Een stuk interessanter dan Richard, die als een oppervlakkig haantje op haar overkwam. Maar ze besefte dat het nog wat moeilijk oordelen was, want hoe goed kenden ze elkaar nog maar? Mensen tonen niet direct hun ware aard, en in zo’n uitgaansgelegenheid kreeg je niet meer dan een eerste indruk van de personen die je spreekt. Maar misschien was deze Richard wel een type voor haar vriendin. Deze leek zeker geïnteresseerd in de man, hetgeen ertoe had geleid dat de drie het etablissement gezamenlijk hadden verlaten.
Het was rustig op de weg, en er was ook op deze route nergens verlichting. De opgegeven bestemming lag duidelijk een eind buiten de bebouwde kom. Bij het betreffende huis aangekomen – het was meer een soort alleenstaand zomerhuisje, maar in het donker was dat niet goed te bepalen - stapten de twee tortelduifjes als eerste uit.
“Komen jullie mee? Er is genoeg plaats voor vier”, gaf Mary naar de andere twee aan. Zij en Richard hadden wel in de gaten dat de personen voorin de auto het ook goed met elkaar konden vinden. Mary beschikte inderdaad over de sleutel; zij verdween met Richard naar binnen. John en Carla bleven nog even in de auto achter. “Zou Carla het echt leuk vinden als ik mee naar binnen zou gaan?”, dacht John.
Carla keek John op een dusdanige manier aan dat hij moest concluderen dat zijn aanwezigheid gewenst was. De twee besloten daarom ook naar binnen te gaan. John wierp de autosleutels op een laag kastje in de gang. Terwijl Carla een lege kamer indook, haalde John – op verzoek van Carla, die duidelijk ook de weg in het zomerhuisje kende - nog even een fles wijn en een groot stuk kaas uit de keuken. Mary was duidelijk een kaasliefhebber; John kon kiezen uit meerdere soorten. Daarna betrad hij eveneens dit vertrek.
Carla had er geen moeite mee zich deze nacht te laten gaan. Ze had zich al langere tijd alleen gevoeld. Carla had het idee nu eindelijk eens een serieuze, ontwikkelde en ook nog interessante man te hebben getroffen, die daarnaast niet onaantrekkelijk was. Ze dronken wijn, praatten over liefhebberijen en hoe zij in het leven stonden, en gingen uiteindelijk met elkaar vrijen.
Het andere koppel was overduidelijk in een ander vertrek met hetzelfde bezig. Althans, wat het fysieke betrof. Uit het gegil van Mary kon worden opgemaakt dat het er bij hen stevig aan toeging. Daar moesten John en Carla soms wel even om glimlachen. Bij hen verliep het samenzijn een stuk rustiger.
U dacht dat het verhaal eenvoudig en overzichtelijk zou blijven? Dan moet ik u teleurstellen. Het leven zit vol verrassingen en wendingen; soms gebeuren er onverwachte dingen. Mensen kunnen op allerlei momenten verschillende beslissingen nemen. Het verhaal kan daarom ook anders verlopen. Dan kunnen er daarna weer andere dingen gebeuren. Of niet.
In plaats van ook naar binnen te gaan, besloten John en Carla om een eindje te gaan rijden in de nacht. Zo konden zij verder praten, terwijl de andere twee ongestoord hun ding konden doen. Zoals gezegd zocht de schrijver inspiratie voor zijn nieuwe boek. Misschien levert deze rit met dit gesprek iets voor mij op, dacht John.
Het was een bosrijk gebied, dat in de zomernacht nog eens extra uitgestorven was. Het was John duidelijk dat de vrouw naast hem hem vertrouwde. Na enige tijd stopte de man op een afgelegen plek. Hij gaf aan te werken aan een lugubere thriller, maar hij wist nog niet hoe de dader een vrouw om het leven zou gaan brengen. John gaf wat informatie over wat hij voor het boek al had bedacht. Had zij misschien een idee?
U moet er echt een beetje bij blijven, anders raakt u het spoor bijster, want we gaan weer even terug naar dat eerste spoor.
Hoewel Richard en Mary, in de woning aangekomen, weinig oog voor de andere twee hadden, begrepen zij dat John en Carla ook het huisje waren binnengegaan.
Na verloop van tijd, tijdens het vrijen, hoorden John en Carla de andere man vanuit de gang roepen: “Wij gaan even naar buiten. Een luchtje scheppen.” Hun vrijpartij was dus ten einde. John en Carla wisten dat zij vanaf dat moment alleen in de woning waren. Zij continueerden hun liefdesspel. Na enige tijd maakten zij zich los uit hun omhelzing en schonken zij hun glazen uit de inmiddels halflege fles nog eens in. Carla had wel trek in een stukje kaas. John haalde het mes tevoorschijn dat hij uit de keukenlade had meegenomen.
Maar er was nog een ander spoor, weet u nog? Laten we daar nog eens een kijkje nemen.
Carla had zeker wat suggesties voor het boek van John. Na uitgebreide uitwisseling van haar gedachten met de schrijver startte John de auto weer en reed hij weg van de verlaten plek in het bos. Via een wat andere route ging het terug naar het kleine huis. Ze waren in de tussentijd zeker naar elkaar toegegroeid en hadden een duidelijke klik samen. De twee zouden later opnieuw met elkaar gaan afspreken, daar was Carla van overtuigd.
De auto stopte voor het zomerhuisje. Na telefoonnummers te hebben uitgewisseld. nam Carla in de auto afscheid van John. De twee vroegen zich af: “Zouden de andere twee na een romantisch samenzijn inmiddels binnen liggen te slapen?” Carla liep naar het huisje; John wachtte nog even tot zij binnen was. Even later stond hij op het punt om weg te rijden, maar de voordeur van het huisje ging weer open.
Het kan zijn dat ik mij zojuist heb vergist in de inzittenden van de auto en in wat er was gebeurd. Het is ook zo donker in de nacht. Nee, ik moet eerlijk zijn, ik vergat te vertellen dat er nog een spoor is. Het verhaal kan nog op een andere manier verlopen.
Nadat de auto voor het kleine huis was gestopt, stapte Mary alvast uit, omdat Richard de auto precies wilde parkeren zoals hij deze zonder toestemming van de eigenaar had meegenomen. Zouden de andere twee – van wie niet duidelijk was hoe zij hun tijd hadden doorgebracht – inmiddels binnen liggen te slapen? Mary liep naar haar huisje. Even later stapte ook Richard uit de auto en liep hij richting de voordeur.
Het is tijd om de sporen samen te voegen en om het verhaal tot een voorlopig einde te brengen.
De man zag dat een vrouw zwaar overstuur het huisje uit kwam rennen. In het donker kon hij op die afstand nog niet onderscheiden wie zij was. De twee vrouwen leken die avond ook zo op elkaar. Hij concludeerde al snel dat er iets vreselijks moest zijn gebeurd.
Ik zet u wel aan het werk; ik hoop dat u het spoor niet bijster bent geraakt. Voelt u zich al een beetje rechercheur van politie? Bij het overdenken van de gegeven informatie neemt het aantal mogelijkheden van wat “waar” is alleen maar toe. Het is duidelijk: wat waar is, ligt in dit verhaal niet vast. Het is namelijk aan u om het volgens u juiste spoor terug te vinden en de waarheid boven tafel te halen. Het voorlopige einde van het verhaal moet een definitief einde krijgen.
DE LIFT
Hugo, een man van zeventig jaar oud, was al jaren met pensioen. Een levensfase waar hij lang naar had uitgekeken. In het begin was hij nog wel actief geweest, maar de laatste tijd kwam de man eigenlijk nergens meer. Op vakantie gaan zat er niet meer in; hij had ook al lange tijd geen relatie meer. Alle dagen leken inmiddels een beetje hetzelfde te zijn. Het enige wat Hugo nog wat kon boeien, was het oplossen van kruiswoordpuzzels.
Hugo had de stad waarin hij al vanaf zijn geboorte woonde in de loop der jaren zien veranderen. Er kwamen steeds meer auto’s in de straten; het verkeer werd drukker. Soms verdwenen huizen; ze werden vervangen door gebouwen. Nieuwe gebouwen, die in de loop der tijd steeds hoger boven de grond uitstegen.
Maar Hugo had nog wel een wens. Op een mooie, heldere dag wilde hij eens vanaf de bovenverdieping van zo’n hoog gebouw zijn stad overzien. Vandaag was zo’n dag. De man koos het openbare gebouw waarin bovenin de bibliotheek was gevestigd. Vroeg in de ochtend betrad hij de flat. Hugo stapte in de nog lege lift en drukte op de knop van de bovenste verdieping. De lift zette zich in beweging.
Merkwaardig genoeg stopte de lift onderweg. Ergens bij de derde of vierde verdieping, dat was de man niet duidelijk. De deuren gingen open. In plaats van een zaal of gang met daarop uitkomende kamers, aanschouwde hij een vrij kleine, donkere, lege ruimte.
Waar was Hugo beland? Wat was hiervan de bedoeling? Op het moment dat de man bij de knoppen op zoek ging naar een mogelijkheid om aan te geven dat de lift was gestrand, begon op de achterwand van de ruimte voor hem de projectie van iets. Het was alsof Hugo in een bioscoop naar een film stond te kijken.
In het begin was onduidelijk wat er op dit “projectiescherm” te zien was. Er verschenen vage beelden die de man niet kon thuisbrengen. Maar na korte tijd werden deze scherper. Hij ontwaarde zichzelf als jongen van een jaar of tien, samen met zijn beste schoolvriendje Willem. Hugo zag dat zij een fiets van een andere schooljongen aan het vernielen waren. Ze trapten samen het voorwiel krom.
Even later werd de projectie van deze gebeurtenis gevolgd door die van een onderhoud met zijn nog jonge ouders. De man kon zich deze domme en asociale actie nog vaag herinneren. Het was natuurlijk uitgekomen wie deze laffe daad had gedaan. Hugo hoorde zijn vader tegen hem praten.
Hij kreeg een zachte reprimande en werd opgedragen meer afstand te nemen van Willem, want deze schoolvriend had het vernielen van de fiets bedacht. Hugo was daarin slechts meegegaan. Hij was niet slecht, maar stond te veel onder invloed van Willem, die vaker van dit soort slechte ideeën had. Dat was voor Hugo’s ouders duidelijk. Van deze jongen zou wel niets terechtkomen. Hugo kon daarom maar beter verre van die kwade genius blijven. Deze woorden van zijn ouders hadden hem toen erg gerustgesteld. Hij was geen slecht mens. Maar al snel vervaagden deze laatste beelden.
Voordat Hugo goed en wel van dit tafereel was bijgekomen en hij zich kon afvragen hoe het mogelijk was dat hij deze voorstelling op een soort tussenetage kon aanschouwen, sloten de liftdeuren alweer, en zette de lift zich in beweging. Verder naar boven.
De man peinsde wat hier in hemelsnaam gaande was. Maar lang kon hij hier niet over nadenken, want de lift stopte wederom tussentijds. De deuren openden zich opnieuw, en nog een keer keek Hugo in een vrij kleine, donkere, lege ruimte, waar na korte tijd weer een soort filmprojectie zichtbaar werd.
Na nogmaals wat vage beelden gezien te hebben, herkende de man zichzelf weer. Hij moest nu ergens in de dertig zijn. Zag Hugo zich niet in Parijs gelukkig rondlopen met zijn vriendin Marjet naast zich? De vrouw waar hij toen zo verliefd op was? Dat moest die lang-weekendtrip zijn geweest, die uiteindelijk zo traumatisch voor hem was geëindigd.
Ja, dat was die kleine vakantie. Want kort na dit beeld verscheen dat van de hotelkamer in de Franse hoofdstad, waarin zijn vriendin het na hun ontwaken geheel onverwacht met hem had uitgemaakt. Marjet had toen gezegd dat ze zich niet over zijn gehavende gezicht kon heenzetten. Want enige tijd daarvoor, tijdens hun relatie, was hij met zijn fiets op straat gevallen, en had hij een lelijke wond op zijn gezicht opgelopen. Van dit ongeval had hij een vrij groot litteken overgehouden. Hugo was er bepaald niet mooier op geworden.
Voor Marjet was dat dus helaas een probleem, wat zij tijdens die trip naar Parijs niet meer voor zich kon houden. De twee waren als relatie vertrokken en kwamen als gescheiden stel weer thuis. Hugo had het hier lange tijd moeilijk mee gehad.
De beelden van die hotelkamer werden gevolgd door die van een samenzijn met zijn vrienden. Hij herkende ze. Wat waren ze toen nog jong! Ja, want na thuiskomst had Hugo die vrienden opgezocht om het verlies van zijn relatie te verwerken. Ze praatten op hem in. Benadrukt werd dat karakter veel belangrijker is dan een onaantrekkelijk litteken op het gezicht. Daar zou een goede vriendin toch “doorheen kijken”! Indien dit voor haar reden was om een fijne relatie te beëindigen, was Marjet voor hem gewoon niet de juiste vrouw! Zijn vrienden hadden hem er in feite weer bovenop geholpen.
De beelden van het samenzijn met zijn vrienden werden weer vaag, en kort daarop sloten de liftdeuren opnieuw. Wederom zette de lift zich in beweging. Het ging verder naar boven. Zou deze nu wél direct doorgaan naar de gewenste bovenverdieping?
Dat was duidelijk niet het geval, want opnieuw remde de lift af om nogmaals te stoppen. De deuren gingen weer open. Daar was zijn eigen verschijning weer. Nu moest hij ergens in de veertig zijn geweest. Zat Hugo daar niet in de werkkamer van zijn leidinggevende van die tijd? Was dat niet Martin? Dat moest die keer zijn geweest dat hij te horen had gekregen dat zijn functie was opgeheven. En helaas kon men hem toen ook geen vervangend werk aanbieden. Dat was een vreselijke mededeling.
Hugo was daarna niet alleen erg bedroefd omdat hij zijn baan kwijt was, maar ook omdat hij kennelijk niet goed genoeg was om in een andere functie bij deze werkgever te kunnen blijven. Hij was vanaf dat moment erg gaan twijfelen aan zijn eigen beroepsmatige kennis en kunde. Maar dat Hugo er toen opnieuw door zijn vriendschapsrelaties bovenop was geholpen, bleek uit de aansluitende beelden die hij samen met zijn toen alweer wat oudere vrienden geprojecteerd zag. Andermaal knapte Hugo op van de bemoedigende woorden die naar hem werden geuit. Maar opnieuw vervaagden ook weer deze beelden.
Zou de lift – deze had zich na sluiting van de deuren weer in beweging gezet – opnieuw tussentijds stoppen? Wat zou hij dan weer te zien krijgen? Zou hij nogmaals op nog weer latere leeftijd een vervelende ervaring voorgeschoteld krijgen?
Nee, dit keer steeg de lift door naar de bovenste etage. Hugo slaakte een zucht van verlichting. Toen de deuren opengingen, zag de man een gang naar een dakterras. Hij stapte uit de lift en liep door deze gang. Hugo opende de buitendeur naar dit dakterras. Pas nu kon hij het prachtige uitzicht over de stad bewonderen. Hij liep tot de reling en voelde de wind door zijn nog aanwezige haren waaien. Wat was zijn stad in de loop der jaren veranderd! Hugo richtte zijn ogen op diverse herkenningspunten beneden. De man ontwaarde bekende gebouwen, en ook piepkleine auto’s, fietsers en wandelaars.
Pas nu had Hugo de gelegenheid om na te denken over de vreemde taferelen die hij in de lift op weg naar de bovenste etage had aanschouwd. Hoe kon dit gebeuren, en waarom had hij juist deze verschijningen?
Door de beelden die hij had gezien, liet Hugo zijn gedachten teruggaan in de tijd. In zijn leven was het lang niet altijd gelopen zoals hij dat zou willen. Wat moest hij vroeger veel levensenergie en hoop hebben gehad, bedacht Hugo nu, terugkijkend. Wat moest hij een groot geestelijk herstelvermogen hebben gehad. Waar haalde hij toen al die energie vandaan? Wat een grote helende rol moesten zijn vrienden vanaf zijn jongvolwassenheid daarin hebben gespeeld. Zij hadden min of meer de rol van zijn ouders in zijn jongste jaren overgenomen, realiseerde hij zich.
Zijn vrienden hadden zo vaak bevestigd dat hij het ondanks tegenslag toch goed deed. Zij relativeerden het ongeluk waarin hij leek te verkeren. De vrienden toonden hem hoe zij zo’n vervelende situatie zouden aanpakken. Bij hen had hij altijd “zijn ei kwijt gekund”, had hij zijn gedachten kunnen verzetten, en had hij zich weer kunnen ontspannen. Onder vrienden had Hugo kunnen ervaren dat de wereld groter is dan zijn probleem, had hij met leuke en humorvolle dingen bezig kunnen zijn, had hij fijne, verbindende herinneringen kunnen opbouwen. De man had zich bij hen gelijkwaardig en gewaardeerd gevoeld.
Hugo realiseerde zich ook dat het niet zo hoefde te zijn dat vrienden altijd rechtstreeks reageerden op zijn probleem. Ook was het niet nodig dat zij alles over zijn situatie wisten. Hun aanwezigheid en afleiding was vaak reeds voldoende.
Daar op dat dakterras besefte de man dat twijfel aan eigen kunde in de werksfeer en zijn fysieke onaantrekkelijkheid vanwege zijn litteken in zijn volwassen jaren de belangrijke hindernissen in het verleden waren geweest. Deze hadden zijn verdere leven getekend. Hiervan had Hugo tijdens de tocht in de lift kenmerkende voorbeelden gezien. Hij concludeerde dat het niet voor niets was geweest dat hij juist deze beelden weer voor ogen kreeg.
Hugo was weer eens met vroeger geconfronteerd. Maar de man overdacht daarboven op dat hoge gebouw nog een aantal andere zaken. Hij dacht terug aan lang geleden, toen alles beter en rustiger was, toen hij nog een toekomst voor zich had, en veel dingen nog nieuw waren. Hij dacht aan de klok die in een leven niet terug te draaien is.
Hugo besefte dat iemand op zijn leeftijd niet meer de persoon van toen is, en dat men maar één leven kan leiden. Een leven waarin altijd keuzes gemaakt moeten worden, want ook niets doen is een beslissing. Uiteindelijk moet een mens zich neerleggen bij wat het leven hem heeft gebracht. En moet men maar genieten van wat men op hoge leeftijd nog over heeft.
De man realiseerde zich weer waarom hij eigenlijk naar de bovenste verdieping van het gebouw was gegaan. De echte reden was dat hij zich had voorgenomen die dag zelfmoord te plegen. Hugo wilde zich van het leven beroven, omdat hij het leven niet meer zag zitten; hij kon er geen plezier meer uit putten.
Het mooiste van zijn leven lag immers al jaren achter hem. Voor romantiek en flirten met vrouwen was geen plaats meer. Plezier en humor met vrienden waren verdwenen. Hugo kon niet meer doen wat hij vroeger altijd deed; er was fysieke aftakeling.
Maar nu hij daarboven in de wind stond, vroeg Hugo zich af wie van zijn oude vrienden nog in leven was. Had hij zijn vriendschappen de laatste jaren niet verwaarloosd? Want er waren maar weinig contacten geweest; dat had ook aan hem gelegen.
De vriendschappen waren met de jaren veranderd, serieuzer geworden, dat realiseerde hij zich terdege. Vroeger, toen ieder nog in het volle leven stond, werd er veel meer gelachen. Gezond zijn was bijna vanzelfsprekend. De vrienden waren allemaal in de loop der jaren veranderd, maar hijzelf waarschijnlijk ook. Maar waren deze veranderingen reden om het contact te verbreken? Juist ook omdat deze ontmoetingen hem vroeger kracht hadden gegeven, zeker op zijn moeilijke momenten.
Zou Hugo de hulp van zijn vrienden dan nu niet nog een keer kunnen inroepen? Vanwege zijn drastische voornemen was wel duidelijk dat hij hen toch weer nodig had. En moest hij niet opnieuw zijn eigen herstelvermogen aanspreken om uit deze lastige levensfase te komen, zoals dat in het verleden zo dikwijls was gebeurd? Of diende hij dat maar eens zonder hulp te proberen, maar met zijn vrienden in herinnering?
Daar voor die reling van het dakterras staande, kwam de man op zijn plan terug. Hij draaide om, liep door de deur naar binnen, richting lift. Hugo drukte op de knop “naar beneden”. Hij zou dit keer zonder tussentijds stoppen de veilige benedenverdieping bereiken. Buiten kwamen de namen van een paar nog levende vrienden in hem op. Vrienden met wie hij snel zou proberen weer in contact te komen. Er viel zeker het nodige bij te praten.
NIET OVER ONS
Zonder weeffouten zijn onze levens met elkaar verbonden,
want zielsverwantschap voelt als familieband.
Wij praten over jou, over mij, maar niet over ons,
want dat laatste is “doodpraten”, waar wij als de dood voor zijn.
Praten over ons is met een mond vol tanden staan;
je zou een speld kunnen horen vallen.
Zinnen schieten tekort om ons te beschrijven;
zij zouden onze band aanzienlijk tekortdoen.
Ook woorden kunnen ons niet verwoorden;
de juiste zouden niet kunnen worden opgespoord.
Als wij onze gevoelens zouden benoemen, zou niet genoeg
over onze gemoedstoestand worden opgenoemd.
Ons samenzijn blijft zonder “Wat zijn wij?”-vragen,
onbesproken in onuitgesproken woorden.
Dus zwijgen wij als het graf over de unieke wij die wij zijn,
waar niemand een wig tussen kan drijven.
Wij zijn elkaars open boek, waarin onuitwisbaar
met onzichtbare inkt liefde tussen de regels staat geschreven.
DE DRIEHOEK
Journalist Jan Steenstra kreeg van een man een tip over een mysterieuze verdwijning van drie personen. Dit was kort na de dood van diens zuster, een van dit drietal. Het betrof beginveertigers, die zich op een zeker moment op een dunbevolkt eiland, onderdeel van het eigen vaderland, vestigden. Het ging om twee mannen en één vrouw. Het was onduidelijk in welke relatie de drie tot elkaar stonden.
Er moet daar iets tussen hen hebben plaatsgevonden, want de twee mannen waren op zeker moment van de aardbodem verdwenen, en de vrouw werd – enige tijd nadat zij het eiland zal hebben verlaten - in het buitenland slachtoffer van een verkeersongeval. Zij had daar tot haar dood onder een valse naam geleefd.
De journalist werd gefascineerd door de onduidelijke omstandigheden waaronder dit allemaal had plaatsgevonden, waarbij mogelijk strafrechtelijke feiten waren gepleegd. Steenstra deed onderzoek en interviewde mensen die het drietal hadden ontmoet of gekend. Het betrof vrienden en bekenden voor het vertrek naar het eiland, en enkele getuigen op het eiland. Voorts werd met de broer van de vrouw gesproken. Helaas kreeg de journalist geen informatie over mogelijke bekendheid van de betrokkenen bij politie en justitie. Steenstra schreef er uiteindelijk een artikel over, dat werd gepubliceerd.
Zijn bevindingen kwamen op het volgende neer. In een dorp op het vasteland leerde Marleen Dolf kennen. Getuigen verklaarden Marleen met Dolf samen te hebben gezien; het leek een stel te zijn. Ook de broer van Marleen hoorde van zijn zuster dat zij een vriend had. De twee werden kennelijk een liefdeskoppel.
Er kwam echter nog een man in het leven van Marleen. Bert was een vriend van Dolf. Getuigen verklaarden ook Dolf en Bert samen te hebben gezien; ze leken bevriend met elkaar. De vrouw leerde deze tweede man dus via Dolf kennen. Er waren aanwijzingen dat na verloop van tijd ook Marleen en Bert een relatie kregen. Getuigen zagen dat ook zij samen waren, waarbij dit tweetal een meer dan bevriend stel leek te zijn.
Getuigen gaven aan dat de twee mannen uiterlijk erg verschillend waren; ook kwamen zij qua karakter niet overeen. Beiden vervulden kennelijk een behoefte van de vrouw. Het leek erop dat er in eerste instantie sprake was van overspel door Marleen. Andere bewoners zagen haar en Bert nogal geheimzinnig met elkaar doen, althans zij vonden dat de twee erg behoedzaam waren in het samenzijn.
Later werd kennelijk geaccepteerd dat de vrouw twee partners had, want getuigen zagen de drie op een liefdevolle wijze samen. Ze kregen de stellige indruk dat het drietal een liefdeskoppel was. Ook de broer van Marleen hoorde van zijn zus dat zij goed bevriend was met twee mannen. Dolf en Bert accepteerden kennelijk het delen van de vrouw. Steenstra vermoedde dat Marleen een seksuele relatie met beide mannen had, maar dat het tussen de mannen bij vriendschap bleef. Maar dat was moeilijk na te gaan.
Het drietal vertrok naar het dunbevolkte eiland, onderdeel van het vaderland, omdat hun polyamoureuze verhouding in het dorp niet werd geaccepteerd. Dit was aannemelijk, omdat dorpsbewoners er schande over spraken dat zij een driehoeksverhouding hadden. Zoiets was daar ongepast. Marleen had haar broer verteld dat zij zich in het dorp niet geaccepteerd voelde, en dat zij van plan was daar weg te gaan.
Volgens getuigen vestigde het drietal zich op een verlaten punt van het eiland. Zij leken geen van allen werkzaamheden te verrichten, maar met name Marleen beschikte kennelijk over voldoende geld om van te leven. De broer bevestigde dat Marleen vóór het vertrek naar het eiland een flinke erfenis had gekregen. Ze vertelde hem dat zij het leuk vond om een moestuin te onderhouden. Met de opbrengst hiervan hield het drietal zich mede in leven.
Steenstra concludeerde dat het leven van de drie op zeker moment een wending moest hebben ondergaan. De ingewikkelde driehoeksverhouding kon blijkbaar geen stand houden. Volgens hem moet Dolf na enige tijd Bert uit jaloezie hebben vermoord. Getuigen hadden Dolf namelijk met een pistool zien rondlopen. Op dat eiland was wapenbezit overigens niet ongewoon; men gebruikte nog weleens een wapen om beesten van zich af te houden, of om een dier te slachten.
Steenstra bedacht dat Dolf er waarschijnlijk niet meer tegen kon dat hij voor Marleen niet de enige was, en dat hij zich misschien inbeeldde dat de vrouw steeds meer naar Bert trok. Getuigen gaven daarenboven aan dat Bert op zeker moment op het eiland niet meer werd gezien. Kennelijk had Dolf na zijn daad Bert daar ergens begraven. Het was dunbevolkt gebied en zoiets kon gemakkelijk ongezien voor anderen plaatsvinden.
De vrouw zal veel van Bert hebben gehouden en kon het daarom niet verkroppen dat Dolf zoiets had gedaan. Ze ging hem in de ogen van Steenstra steeds meer haten en schoot Dolf, mogelijk na een felle ruzie, met haar jachtgeweer neer. Ze zal hem ergens op het eiland hebben begraven. Hier waren meerdere aanwijzingen voor. Zo liet Marleen haar broer telefonisch erg geëmotioneerd weten dat het leven op het eiland haar niet meer beviel, dat er problemen met de mannen waren, en dat ze zou teruggaan naar het vasteland. Ze wilde er verder niets over zeggen. Getuigen hadden Marleen met een jachtgeweer gezien. Ook Dolf werd daarna niet meer op het eiland aangetroffen.
Marleen zou volgens Steenstra daarna op enigerlei wijze het eiland hebben verlaten. Ook getuigen verklaarden dat de vrouw niet meer werd gezien. Vanaf dat moment was hun onderkomen op het eiland verlaten. Vanwege de moord die zij had gepleegd, moet Marleen in het buitenland zijn ondergedoken. Haar broer verklaarde dat Marleen geen contact meer met hem opnam; ook hij kon haar niet meer bereiken. Na enige tijd is zij bij een verkeersongeluk om het leven gekomen. Volgens de politie gebruikte de vrouw in dat land een valse naam. Maar haar ware identiteit kon worden achterhaald, en de broer kon over haar dood worden geïnformeerd. Er waren geen aanwijzingen dat Marleen gedurende haar verblijf in het buitenland nog een nieuwe relatie kreeg.
Pas na het verschijnen van het artikel van de journalist, waaruit bleek dat het duidelijk was geworden dat enkele mensen op het eiland waren verdwenen, vond er aldaar een politieonderzoek plaats. De bevindingen van Steenstra werden daarbij mede in ogenschouw genomen.
Uit politiedossiers en rechtbankverslagen bleek het volgende. Alle drie hadden een crimineel verleden en een gevangenisstraf uitgezeten. Marleen en Dolf hadden samen aan oplichting bij internetdaten gedaan. De vrouw werd zogenaamd gekoppeld aan een man, die verliefd op haar werd. Daarna werd hij door het tweetal financieel “uitgekleed”. Volgens Marleen kwam het idee van Dolf; hij leidde ook de activiteiten. Marleen had bij de politie en de rechter aangegeven dat zij hierbij door Dolf werd meegesleurd. Dolf had echter verklaard dat het idee en de initiatieven van beiden kwamen. De rechter had geconcludeerd dat de vrouw sterk onder invloed van de man stond.
Dolf moet in de gevangenis Bert hebben leren kennen. Zij verbleven in die periode in dezelfde instelling. Bert was veroordeeld voor afpersing. Na de gevangenisstraf kwamen de vrouw en Dolf weer samen. Ook Bert voegde zich bij hen.
Politieonderzoek na de dood van de vrouw leverde het volgende op. Geen van de eilandbewoners had melding bij de politie gedaan omtrent het opeenvolgend verdwijnen van het drietal. Daarom was het onderzoek pas zo laat op gang gekomen.
Op het eiland werden geen sporen gevonden die leidden naar een eventueel graf van één of beide mannen. Er werden twee wapens gevonden, een pistool en een jachtgeweer, waarmee een moord gepleegd zou kunnen zijn. Op de wapens werden afdrukken gevonden van waarschijnlijk een man, respectievelijk een vrouw. Onderzoek van deze wapens gaf geen verder uitsluitsel. De politie bevestigde dat de vrouw vóór vertrek naar het eiland een flinke erfenis had ontvangen, en dat zij daarmee bij niet al te hoge uitgaven lange tijd zou kunnen leven.
De drie waren naar het eiland gegaan, omdat zij als ex-criminelen in het dorp niet werden geaccepteerd. Het was de vrouw die dit wilde. Dit bleek uit een verklaring van een bekende van haar. Ze schaamde zich ervoor dat ze zich in het verleden door een slechte man had laten leiden. Toch had zij niet de kracht zich van Dolf los te maken. Ook kon zij niet verhinderen dat Dolf met Bert bevriend was.
De politie vermoedde dat de twee mannen de vrouw na ontslag uit de gevangenis naar het eiland waren gevolgd om daar verder van haar te profiteren. Ze wisten dat Marleen er financieel goed bij zat, en dat zij erg beïnvloedbaar was. De twee mannen roken geld en klampten zich al vóór vertrek naar het eiland aan de vrouw vast. Dolf en Bert deden kennelijk alsof ze erg op haar gesteld waren. Het ging volgens de politie niet om een liefdesdriehoeksverhouding. Daar waren onvoldoende aanwijzingen voor.
De mannen “gebruikten” haar waarschijnlijk ook seksueel. Het was niet duidelijk of zij dit wel fijn vond. De vrouw kon ook niet alleen zijn; dat had zij eerder bij politie en rechter aangegeven. De politie dacht dat Marleen in feite slachtoffer was geworden van waar zij in het verleden zelf mee bezig was geweest. Ze zou financieel gaan worden uitgekleed door de mannen, die later echter onderling ruzie gekregen moeten hebben.
Aangezien het criminelen betrof, zou de ene man er na enige tijd toe zijn overgegaan de andere man te vermoorden. Het onderzoek van Steenstra in ogenschouw nemende, was het het meest waarschijnlijk dat Dolf Bert had omgebracht. Dolf kreeg in de ogen van de politie spijt van zijn vriendschap met Bert; deze liep hem kennelijk te veel voor de voeten. Uiteindelijk wilde hij zelf met al het geld ervandoor kunnen gaan. Waarschijnlijk werd de daad verricht met het aangetroffen pistool, omdat getuigen hem daar wel mee hadden gezien.
Uit het gesprek dat Marleen vóór haar vertrek van het eiland met haar broer had, kon volgens de politie worden opgemaakt dat zij van de verdwijning van de man op de hoogte werd gesteld. Na de moord op Bert zou de vrouw zich waarschijnlijk hebben gerealiseerd wat de intentie van de mannen was. Ze moet de overgebleven man, mogelijk in een vlaag van woede, om het leven hebben gebracht. Waarschijnlijk met het gevonden jachtgeweer, omdat getuigen haar daar wel mee hadden zien lopen.
Hierna zal zij van het eiland zijn verdwenen, om in het buitenland onder valse naam verder te kunnen leven. Helaas kwam zij daar bij een verkeersongeval om, zodat zij niet meer door de politie over het gebeuren op het eiland kon worden gehoord.
Een criminoloog kwam later op basis van al deze gegevens tot een aantal conclusies, welke hij in een artikel publiceerde. Hij bracht naar voren dat meerdere politiefunctionarissen het hoofd hebben gepijnigd over wat er zich op dat eiland had afgespeeld. Ook daarna nog als cold case. Het is nooit tot een oplossing gebracht.
De twee mannen werden nimmer gevonden, en de vrouw kon geen uitsluitsel meer geven. Hoewel in de (onzekere) gezichtspunten van zowel de journalist als de politie de mannen ergens op het eiland begraven moeten liggen, en de vrouw het hazepad had gekozen, leidde het onderzoek van de politie voor het overige tot andere conclusies dan dat van de journalist. Hoewel bij de politie de vrouw een crimineel verleden bleek te hebben, was zij uiteindelijk misschien meer als slachtoffer dan als dader te zien.
Een samenleven van twee mannen en een vrouw kan er anders uitzien als er louter van buitenaf naar wordt gekeken. Gewone burgers zien een ander verloop voor zich dan politiefunctionarissen. Niet vergeten moet worden dat getuigenverklaringen het verkeerd kunnen hebben. Het is bekend dat de betrouwbaarheid van getuigen vaak laag is. Tenslotte behoefden de eerdere uitlatingen van het drietal bij verhoren door de politie en in de rechtszaal niet de waarheid of de volledige waarheid te zijn. Marleen kan haar broer onvoldoende of verkeerd hebben geïnformeerd.
De criminoloog opperde de vraag of beide “groepen” wellicht werden geleid door vooroordelen, door een tunnelvisie. Misschien werkt het bij burgers een beetje als bij complottheorieën: als je maar lang genoeg een ongefundeerde visie deelt, gaan sommige mensen er vanzelf in geloven.
Uiteindelijk blijft ook het verhaal vanuit het perspectief van de journalist, met getuigenissen van gewone burgers, mogelijk. Maar zou er niet nog een derde zienswijze zijn omtrent wat er zich op het eiland heeft afgespeeld? Omdat dit verhaal grotendeels is gebaseerd op getuigenissen, blijft het in waarschijnlijkheden gehuld. Er is geen sluitend bewijs dat de twee mannen zijn omgebracht. Mogelijk zijn de drie op andere wijze uit elkaar gegaan. Een of beide mannen zouden op enig moment het eiland kunnen hebben verlaten, om zich vervolgens daar ergens onopvallend te vestigen. De onderzoeken van de journalist en de politie hebben kennelijk niets gevonden over wie wanneer de overtocht naar het vasteland heeft gemaakt.
Op verzoek van de criminoloog heeft de broer van Marleen met behulp van onder andere bankafschriften haar vermogen en uitgaven onderzocht vanaf het moment dat zij zich in het buitenland vestigde. De broer heeft gevonden dat haar vermogen bij aankomst al nagenoeg nihil was. Ze moet daar van weinig geld hebben geleefd. Het drietal had nooit haar volledige erfenis tijdens het verblijf op het eiland erdoor kunnen draaien. De mogelijkheden daartoe waren in dit onherbergzame gebied eenvoudigweg te beperkt.
In de loop der tijd heeft het gebeuren op het eiland in de media geleid tot felle polemieken van voor- en tegenstanders van bepaalde theorieën omtrent wat er zich heeft afgespeeld. Nog weer andere standpunten werden geopperd, waaronder die waarvan de waarschijnlijkheid ver te zoeken is. Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat hun zienswijze over wat er op het eiland heeft plaatsgevonden de enige ware is. Kennelijk is een persoonlijke overtuiging voor hen belangrijker dan bewijs en wetenschap.
Dus wat is de waarheid in dit geheel? Het zal wel nooit duidelijk worden. Anders dan in de meeste misdaadverhalen worden deze moordzaken, althans wordt de verdwijning van twee mannen, niet definitief opgelost.
DE ANDERE WERELD
Steven, een voor velen charismatische veertiger, die door een vergissing bij het boeken van zijn vakantiereis via een bustrip voor het eerst in een populaire badplaats in het buitenland komt, ziet direct dat een verblijf in dit toeristenoord niets voor hem is. Het is een moderne badplaats, die louter ten behoeve van het buitenlandse toerisme van klein vissersplaatsje is omgevormd tot massaal verblijf voor strandgasten. Maar hij zal er toch een aantal dagen moeten verblijven.
Op zijn dag van aankomst ontmoet Steven op het terras van zijn hotel de gebruinde landgenoot en leeftijdgenoot Marco. Hij lijkt het prototype van de voor deze badplaats bedoelde vakantieganger te zijn. Ze raken met elkaar in gesprek. Marco geeft aan dat hij al vijfentwintig jaar op vakantie in deze badplaats komt. Hij heeft het van klein naar groot zien veranderen, en noemt alle voordelen van deze transitie.
Uit de bewoordingen van Marco maakt Steven op dat deze vakantiegast een liefhebber is van een luie vrije tijd. Hij boekt altijd in ditzelfde hotel zijn all-in-vakantie. Hij kent alle prijzen, weet wat in welke tijdsperiode de beste of goedkoopste aanbieding is, en kent in het stadje uiteraard blindelings de weg. Marco weet waar alle belangrijke gebouwen en winkels te vinden zijn.
Iedere vakantiedag verloopt voor hem op gelijke wijze. Na het ontbijt begeeft Marco zich naar het strand, waar hij tot vier uur in de middag blijft liggen op een bij steeds hetzelfde bedrijf gehuurd strandbedje. Want na dit tijdstip gaat in deze tijd van het jaar in de badplaats de wind wat opzetten. Hij steekt daarna de boulevard weer over, om in het hotel te douchen en zich om te kleden.
Vervolgens neemt Marco plaats op het hotelterras, tot het tijd is om het diner in hetzelfde verblijf te gebruiken. Hierna maakt hij nog een korte avondwandeling. Tot het tijd is voor het gebruikelijke hotelentertainment, waar hij zich onderhoudt met hem inmiddels bekende vakantiegenoten uit eigen land. Het zijn mensen die jaarlijks ook in dezelfde periode hun vakantie in dit hotel boeken. Marco gaat nooit mee met excursies en hij verdiept zich niet in de cultuur van het land van verblijf.
Steven, van zijn kant, geeft aan dat hij op geheel andere wijze zijn vakanties pleegt door te brengen, en dat hij eigenlijk per ongeluk in deze badplaats is terechtgekomen. Hij gruwelt van de wijze waarop zijn landgenoot zijn vakantie doorbrengt, maar laat dit niet merken. “Ieder zijn lol”, denkt hij. Hoewel Steven niet de illusie heeft dat zijn manier van vakantie houden als aantrekkelijk bij Marco overkomt, vertelt hij wel het een en ander over zijn voorkeuren.
Steven zegt dat hij houdt van een actieve vakantie, dat hij graag historische objecten bezoekt en deelneemt aan leerzame excursies met gidsen. Hij houdt van uitdagingen, van steeds wat nieuws uitproberen. Omdat hij een brede belangstelling heeft, verdiept hij zich graag in plaatselijke gewoonten, en leert hij bij voorkeur ook locals kennen. Steven is inmiddels overal ter wereld geweest. Ieder land heeft weer zijn specifieke kenmerken, dat boeit hem.
Steven ziet aan het gezicht van Marco dat zijn vakantievoorkeur hem totaal niet aanstaat. Hij wijdt er daarom maar niet te veel over uit. Na de ontmoeting met zijn landgenoot denkt Steven: “Waarom blijven mensen tot hun dood steeds eerdere vakanties herhalen? Gaan ze de plek als een tweede thuis ervaren? Zijn ze dan nooit nieuwsgierig naar een andere wereld? Met niet alleen andere plaatsen, maar ook andere mensen. Een wereld die zij nog niet kennen, die ze nog moeten ontdekken.”
Het is duidelijk dat Marco en Steven in geheel verschillende werelden leven. Maar de plaatselijk goed bekende Marco geeft aan om Steven de volgende dag te willen helpen met het vinden van een apotheek. Dat is dan weer handig, Marco kent de weg. Steven vraagt zich af of hij op zijn beurt Marco ergens van dienst mee zou kunnen zijn. In ieder geval niet met hem enthousiast maken voor wat meer variatie in het doorbrengen van zijn vakantie!
Maar Marco blijkt niet alleen in de badplaats te zijn. Hij heeft een vrouw bij zich, Annette. Deze vrouw was na het strandbezoek van de twee een boodschap gaan doen. Ze voegt zich wat later bij het duo op het terras. Het wordt Steven niet duidelijk of zij ook samenwonen of getrouwd zijn. Hij vraagt er maar niet naar. Ook Annette leert Steven daarna wat beter kennen, omdat het drietal nog een tijdje op het terras doorkletst. Annette voelt duidelijk meer dan Marco het charismatische van Steven aan. Ze hangt een beetje aan zijn lippen.
De drie treffen elkaar de volgende middag wederom op het terras van het hotel, waarbij het elkaar beter leren kennen wordt voortgezet. Omdat Marco nog een dringende boodschap moet doen, houden Steven en Annette elkaar vanaf dat moment alleen gezelschap. Tot Stevens verbazing maakt Annette gebruik van de afwezigheid van Marco door onverwacht aan te geven dat zij een overstap wil maken naar “de andere wereld”, zoals zij dat noemt, waarvan zij denkt dat Steven deel uitmaakt. Ze blijkt minder iemand van “altijd hetzelfde” te zijn dan Marco.
Annette doet daarna een boekje open over hoe Marco in elkaar zit. Ze geeft aan dat zij het leven met hem als een gevangenis ervaart. Via een lang verhaal wordt duidelijk hoe het “altijd hetzelfde” leven van Marco in elkaar zit.
Annette beschrijft Marco als “sympathiek, maar saai”. Hij heeft thuis en op vakantie altijd dezelfde maaltijdvoorkeur. Hij is een echte ambtenaar, houdt niet van verandering, ook niet in zijn beroep. Hij gaat voor zekerheid. Marco ziet altijd “beren op de weg” als hij iets onbekends moet doen, als hij ergens naar moet zoeken, indien er onverwachte dingen gebeuren. Bij vrije uren is zijn dagindeling thuis altijd dezelfde. Hij heeft maar een beperkte belangstelling. Marco heeft geen interesse in musea, concerten, festivals of iets dergelijks. Annette krijgt hem nergens mee naartoe. Als ze in de zomerperiode niet op vakantie zijn, ligt Marco thuis in de tuin ook het liefst in de zon.
Marco heeft één grote hobby, en dat is kruisboogschieten. Hier besteedt hij wekelijks vele uren aan op de club. Hij weet er alles van en is er ook goed in. Op deze club ontmoet hij steeds dezelfde vrienden met een gelijke hobby. Voor het overige heeft Marco een beperkte vriendenkring. Deze man verblijft al sinds zijn geboorte in dezelfde woonomgeving. Hij zal nooit naar een andere stad verhuizen.
Annette heeft het een beetje gehad met deze saaie manier van leven; ze is nieuwsgierig naar “de wijde wereld”. En ze voelt aan dat Steven een man van de wereld is. Uit zijn uitlatingen maakt ze op dat hij een brede belangstelling voor cultuur en natuur heeft, en thuis regelmatig concerten en musea bezoekt. Steven houdt ervan steeds iets nieuws te doen. Hij vindt het uitdagend om risico’s te nemen, ook in zijn werk als zakenman. Het schrikt hem niet af om soms helemaal opnieuw te beginnen. Daar zou ambtenaar Marco nimmer aan beginnen!
Annette merkt dat Steven bepaalde mensen aantrekt, dat hij een geboren leider is, met een open mind. En dat hij zekere anderen kan enthousiasmeren. Hij heeft vele vrienden en kennissen in binnen- en buitenland.
Na dit gehoord te hebben, overweegt Steven of hij Annette op zijn verdere reis mee zal nemen, maar hij wil haar eerst een test afnemen. Steven wil eerst weten of zij wel echt flexibel is, of zij wel “niet altijd hetzelfde” is, zoals zij beweert. Ze zal tenslotte al een tijd met Marco samen zijn; dan ben je in zekere zin toch ook uit hetzelfde hout gesneden.
Steven geeft aan dat Annette eerst een aantal vragen van hem moet beantwoorden. Haar zal ter plaatse een kleine test worden afgenomen. Hij vertelt Annette een blauwe maandag psychologie te hebben gestudeerd; daar heeft hij deze tic aan overgehouden. Steven vraagt daarom enkele minuten de tijd om deze test in elkaar te zetten. Hij gaat aan het werk en stelt de vrouw daarna de volgende vragen:
“Stel dat jouw vaste vakantiebestemming volgend jaar niet beschikbaar is. Wat zou je doen?”
Annette: “Marco zou wachten tot het weer kan, maar ik zou een vergelijkbare bestemming zoeken.”
Steven: “Dus je zou niet iets totaal nieuws proberen?”
Annette: “Nee, dat niet.”
“Oké, de volgende vraag:
Wat doe je als je favoriete restaurant ineens gesloten is?”
Annette: “Marco eet dan liever thuis of hij stelt het uit. Ik zou een ander restaurant zoeken dat ongeveer hetzelfde aanbiedt.”
Steven: “Dus je zou niet een keuken of plek proberen die je nog nooit hebt uitgeprobeerd?”
Annette: “Nee, dat niet.”
“Dan nu de laatste vraag:
Hoe voel je je meestal wanneer er onverwachte veranderingen in je routine optreden?”
Annette: “Marco voelt zich dan gestrest en ongemakkelijk. Ik ben dan eerst even oncomfortabel, maar ik pas me meestal wel aan.”
Steven: “Het is dus niet zo dat je dat juist leuk of interessant vindt.”
Annette: “Nee, dat nou ook weer niet.”
Annette komt er bij deze test volgens de bevindingen van Steven redelijk van af, in ieder geval beter dan Marco zou doen. Maar het kan zeker beter. Hij vertelt haar dit en beschrijft waarom de uitslag niet optimaal is. Maar ze heeft nog zeker een kans. Steven gaat erover nadenken.
Annette heeft zojuist kennisgemaakt met een merkwaardige gewoonte van Steven: zijn testjes. Daar laat hij zich door leiden, daar vertrouwt hij op. Het is een kennelijk noodzakelijk houvast in het leven, het kompas waarop hij vaart. Zo heeft ieder wel zijn onverwachte karaktertrek.
Steven geeft aan zijn tests wel vaker in situaties te gebruiken waarin hij wil weten hoe iemand in het leven staat. Hij heeft daarvoor altijd zijn middelen bij zich, of flanst deze anders ter plaatse in elkaar. Als de testuitslag van een vrouw grotendeels samenvalt met zijn eigen score, dus als de wereld waarin deze persoon leeft met de zijne overeenkomt, dan voelt hij al gauw dat hij een beetje verliefd op haar is. Of tenminste dat zij bij hem past. De test stelt dus vast of hij een relatie met de vrouw zal kunnen aangaan. Liefde staat voor Steven gelijk aan een hoge score op zijn zelfontworpen test.
In het geval van Annette bepaalt de uitslag of Steven haar zal meenemen op zijn reis. Hij vraagt zich echter af of er bij haar nog iets anders kan meespelen. Steven is al langer op zoek naar een reisgenote of levensgenote, en hij gaat daarbij niet over één nacht ijs. Annette heeft bij Steven namelijk ook aangegeven niet alleen te kunnen zijn. Ze kan niet zonder levenspartner.
Steven vraagt zich daarom af of Annette misschien met hem mee wil, omdat ze op sleeptouw wil worden genomen, omdat ze een meeloper is, een “aanplakker”, en dus geen initiatiefnemer. Volgens Steven is hier een tweede tweedeling aan de orde. Het gaat nu niet om wel of niet “altijd hetzelfde”, maar om wel of geen initiatief hebben, om wel of niet creatief zijn.
Annette wordt daarna ook hierin door Steven een spontaan in elkaar gezette test afgenomen:
“Bedenk zoveel mogelijk verschillende toepassingen voor een paperclip.”
Annette: “Ik kan niets bedenken.”
“Dat is niet erg. Hier is nog een vraag:
Stel dat je in een team zit. Jouw team heeft een idee waar jij zelf niet achter staat, maar iedereen is enthousiast. Wat doe je?”
Annette: “Ik zou het niet weten. Ik zou maar meegaan met de anderen. Dat is het makkelijkst.”
“Oké, dat is een optie. Dan nog een vraag:
Bedenk zelf één vraag die ik jou zou kunnen stellen om jouw creativiteit of originaliteit te tonen, en geef daar ook meteen je antwoord op.”
Annette: “Ik heb geen idee. Ik kan nergens op komen.”
“Is ook moeilijk. Nu de laatste vraag:
Beschrijf een gebruiksvoorwerp dat in huis handig zou zijn, maar volgens jou nog niet bestaat.”
Annette: “Dat kan ik niet bedenken. Ik heb thuis alles wat ik nodig heb.”
Op deze tweede test zakt Annette als een baksteen, stelt Steven vast. Maar voordat hij de resultaten en zijn beslissing aan de vrouw kenbaar maakt, gebeurt er iets wat hun gesprek verstoort. Het is inmiddels eind van die middag, en Marco keert terug van het doen van zijn boodschap. Hij voegt zich bij het duo.
Als Marco van Annette hoort dat haar zojuist een tweetal tests is afgenomen, voelt hij aan dat er iets vreemds tussen beiden gaande is. Marco is erg “aards”; hij gelooft niet in psychologisch gewauwel en testjes. Hij vertrouwt deze Steven al langer niet en vindt dat deze man te veel invloed op zijn vrouw heeft. Probeert hij Annette van hem af te pakken?
Voor Marco is een eventueel vertrek van Annette een grote verandering in het leven. Dat is niets voor hem! Een schrikbeeld! Ja, Marco maakt zich hier zo druk over dat hij ter plaatse een hartaanval krijgt. Het ziet er slecht uit. Een taxi wordt direct opgeroepen en het drietal spoedt zich naar het plaatselijke ziekenhuis, waar Marco direct wordt opgenomen. Hij zal ten minste enkele dagen moeten blijven.
Annette zoekt hem de volgende dag met Steven weer op. Zij bemerkt dat zich bij haarzelf vanaf de opname van Marco een “verzorgingsinstinct” ontwikkelt. Dit is nieuw voor haar. Steven observeert dit. Als hij de verandering in haar gedrag omschrijft, wordt dit door Annette bevestigd.
Steven biedt aan haar te testen op “de schaal van verzorging”, zoals hij dat noemt. Dat zou voor haar de derde test worden. Maar die zogenaamde tests hebben Marco al veel te veel stress gegeven, constateert Annette. De vrouw – nog onwetend van de uitslag van de tweede test - heeft daarom genoeg van deze opgaven en bedankt voor nog een derde. Als zij later het ziekenhuis verlaten, helpt Annette Steven in plaats van Marco nog wel even met het vinden van een apotheek.
Marco zal nog twee dagen ter observatie in het ziekenhuis moeten blijven. Daarna kan hij op zijn hotelkamer verder revalideren. Voor het eerst beleeft hij niet een vakantie van “altijd hetzelfde”. Annette geeft aan dat ze de komende tijd haar nieuw gevonden taak naar eer en geweten zal gaan uitoefenen.
Steven begrijpt dat hij zijn reis verder alleen zal moeten vervolgen. Dat wees de tweede test al uit. Hij zal de volgende dag uit de badplaats vertrekken. Na dit voor hem weinig uitdagende intermezzo kan het avontuurlijke deel van zijn vakantie beginnen.
Voor Steven leven Annette en hijzelf in te verschillende werelden. De oversteek naar de zijne is voor haar te groot. Hij verwacht dat deze vrouw zich met haar nieuwgevonden karaktereigenschap beter in de wereld van Marco zal thuisvoelen.
TIEN TELLEN
De Onmachtige wil de wereld helpen, al is het maar een beetje. Want er is veel ellende. Maar hij weet niet hoe. Hij ontmoet de Almachtige. De Onmachtige helpt hem en hij mag een wens doen. Hij vraagt de Almachtige de mens altijd eerst tot tien te laten tellen, alvorens te handelen. Deze besluit om alle klokken in de wereld tien seconden vooruit te draaien; zo lijkt zij tien tellen dichter bij het einde van haar bestaan. Deze bedenktijd heeft alleen zin als de mens nu begint met tot tien te tellen.
ONAFWENDBARE WENDINGEN
Frans was een man van in de veertig, beeldend kunstenaar en schrijver, die graag een sauna bezocht. Op een dag leerde hij in een bubbelbad van zijn geliefde sauna drie mooie jonge vrouwen kennen. Ze raakten al gauw met elkaar in gesprek. De man werd gevraagd naar zijn beroep. Frans vertelde daar het een en ander over en hij verwees naar zijn website, waarop zijn verhalen waren te lezen en foto’s van zijn schilderijen waren afgebeeld. Na enige tijd namen de meiden afscheid van Frans, omdat zij nog een andere faciliteit wilden bezoeken.
Frans gaf wel vaker het adres van zijn website aan iemand door, maar meestal hoorde hij er later nooit meer iets van. Dit keer echter wel. De jongedames bleken zijn website te hebben bezocht en zeer gecharmeerd te zijn van zijn werk. Want een van hen nam namens het drietal via het e-mailadres op de website contact met hem op. Ze nodigen hem uit in hun huisje, waar ze sinds kort met nog twee andere jonge vrouwen samenwoonden.
Frans was blij verrast en ging erheen op de afgesproken datum. Hij werd hartelijk ontvangen. De kunstenaar vertelde nog wat meer over zijn werk en ging in op vragen van de vrouwen. Deze bleken nog steeds zeer geïnteresseerd. Het leek Frans alsof ze hem een beetje om zijn werk aanbaden. De klik die Frans met de vrouwen in de sauna ervoer, bleek er nog steeds te zijn.
Op een gegeven moment gaf een van de vrouwen aan dat de groep hem graag als wat oudere man bij hen in huis wilde hebben. Het zou hun “gemeenschap” vervolmaken als Frans bij hen zou komen wonen. Daar hadden ze al vóór de gemaakte afspraak overleg over gepleegd. Beter een wat oudere man dan een of meer jongere, was hun argument. Die laatsten gingen zich toch te veel als haantjes gedragen. Daar moesten de vrouwen niets van hebben.
Frans wist niet wat hem overkwam en ging direct op het voorstel in. Hij hoefde daar niet over na te denken. Het bij deze groep mogen intrekken leek te mooi om waar te zijn. Hij zag zichzelf al een voor een of met meerderen tegelijk met al deze aantrekkelijke jonge vrouwen het bed delen. De kunstenaar was zich ervan bewust dat hij wat ouder was, maar dat leek voor hen geen probleem te zijn.
Enige tijd later werd de daad bij het woord gevoegd: Frans trok bij de jongedames in. Deze bleken erg intiem met elkaar te zijn, en, na zijn komst, ook met hem. Wat dat betreft had hij zich hun samenzijn niet verkeerd voorgesteld. Door zijn hogere leeftijd was er geen jaloezie in deze groep. Daar hadden de vrouwen geen last van, maar Frans op zijn beurt ook niet. De man was daarenboven makkelijk in de omgang; hij ging zich niet als leider van de groep gedragen. Een voorman was hij ook niet, ondanks zijn charisma, dat kennelijk aan zijn kunstenaarschap was te danken.
Frans bleef het goed met de vrouwen vinden; hij voldeed aan hun wens van een mannelijke aanvulling van de groep. De groepsgenoten sliepen met elkaar en apart van elkaar, zoals het uitkwam. Ieder was tevreden, en zo bleef het ook.
Regelmatig voelde het bij Frans alsof hij in een droom was beland. De vrouwen hadden hem warm ontvangen; hun huis straalde een sfeer uit van vrijheid en openheid. Hun manier van leven – samen koken, samen lachen, samen discussiëren over kunst, politiek en spiritualiteit – raakte hem. Het was leven in een gemeenschap die hij nooit had gekend.
Soms dacht Frans terug aan zijn oude bestaan: het eenzame atelier, het bureau waaraan hij urenlang alleen aan het schrijven was, de lange dagen van ploeteren en twijfelen. In het huis van de vrouwen vond hij de inspiratie die hij eerder dacht verloren te hebben. Zijn kunst veranderde ook. De schilderijen van zijn hand werden kleurrijker, zachter en tegelijkertijd krachtiger. Hij schilderde portretten van de vrouwen, maar ook abstracties die hun samenzijn verbeelden. Voor zijn verhalen was deze leefgemeenschap eveneens een bron van inspiratie.
Na verloop van tijd werd steeds meer bevestigd dat de vrouwen in Frans niet enkel een kunstenaar, maar ook een soort anker zagen. Zijn leeftijd en charisma gaven rust; zijn bescheidenheid bevorderde dat er geen strijd om aandacht was.
In gesprekken die op avonden in de groep werden gevoerd, werd verwoord dat hun gemeenschap niet om bezit draaide, maar om vertrouwen. Dat er geen vaste rollen behoefden te zijn, behalve die van respect en eerlijkheid. Voor eenieder, en zeker voor Frans, betekende dit een bevrijding.
De tijd ging voorbij. De kunst van Frans stimuleerde ook de vrouwen in creatief bezig zijn. Het huis veranderde in een broedplaats voor kunst, muziek en ideeën. De gemeenschap zonderde zich niet af; op anderen, kunstenaars en niet-kunstenaars, bleek hun huis grote aantrekkingskracht te hebben. Bezoekers kwamen langs, zagen de schilderijen en andere kunstuitingen van Frans en anderen in de groep, hoorden de gesprekken en werden erdoor geraakt.
Wat begon als een toevallige ontmoeting in de sauna, groeide uit tot een levendige, bijna mythische gemeenschap die de scheidslijnen tussen leeftijd, liefde en vriendschap deed vervagen. Frans besefte eens te meer dat dit geen droom was, maar een keuze. Een leven waarin hij niet langer alleen schiep, maar waar men samenleefde en creëerde.
*
Het bovenstaande zou het eind van een romantisch verhaal kunnen zijn. Normaal gesproken van twee personen, meestal een man en een vrouw, maar dit keer van een groep mensen die het goed met elkaar kan vinden. En ze leefden nog lang en gelukkig, zou men tot besluit kunnen toevoegen.
Maar als men erover nadenkt, is het een wonder dat zoiets tussen meerderen kan ontstaan, zoals het eigenlijk ook een wonder is dat er iets moois tussen twee mensen groeit. Als mensen een relatie aangaan, verwachten zij vaak perfectie en het totale geluk. Of het nu een verbintenis tussen twee personen betreft of een polyamoureuze. Toen Frans in de groep kwam, waren de vrouwen – zij bleken studiegenoten die vriendinnen waren geworden - nog niet zo lang samen. Ook zij hadden op dat moment nog een romantisch beeld van de leefgemeenschap die zij sinds kort vormden.
Oké, de wens van Frans is duidelijk, die van de meiden misschien wat vreemd. Daarom krijgt de lezer dit verhaal ook voorgeschoteld; het moet iets bijzonders hebben. Maar ja, men weet het maar nooit in het leven. Op ieder potje past een deksel, zoals men zegt. En waarom zou dat niet gelden als het een hele set potjes betreft?
Er zijn stabiele verhoudingen en minder stabiele verbintenissen. Bovenstaande beschrijving van de groep zal toch bij de laatste ondergebracht moeten worden. Er zijn verhoudingen die de tijd kunnen weerstaan, maar als relaties tussen twee mensen al voor een derde deel stuklopen en tot een scheiding leiden, hoe groot is de kans dan dat een grotere gemeenschap voortduurt?
De schrijver zou het bovenstaande kunnen besluiten met de opmerking dat de man alles had gedroomd, en zijn verhaal kunnen afsluiten met de opmerking dat Frans eigenlijk eenzaam als kunstenaar door het leven ging. Maar dat doet de schrijver van dit verhaal dit keer niet.
Het bovenstaande, wat een onaannemelijk verhaal van Frans en zijn vrouwen is, is hier daarom meer als een begin te zien. Maar een begin van wat? De schrijver voelt zich in ieder geval genoodzaakt het verhaal te vervolgen. En dat belooft natuurlijk niet veel goeds.
Want voor deze schrijver is het einde van dit korte verhaal toch wel wat onbevredigend, en voor menig lezer waarschijnlijk ook. Zoals hiervoor opgemerkt kan een relatie nooit perfect zijn en blijven. Dat zal in de realiteit altijd blijken. De beschreven personen worden allen ouder; alleen daarom al treden er altijd veranderingen op. Als de schrijver het verhaal hier zou laten eindigen, zou hij deze werkelijkheid niet in acht nemen. Hij zou de ogen sluiten voor hoe het leven zich ontwikkelt, ook als alles meezit. Daarom komt hij met een vervolg.
*
In het begin leek het allemaal idyllisch in de groep. Frans voelde zich opgenomen in een warme gemeenschap. Hij schilderde en schreef weer met nieuwe energie, de vrouwen bewonderden hem, en het samenleven verliep speels en licht. Het huis van de jonge vrouwen voelde voor Frans als een warm nest, een plek waar lachen, goede gesprekken en kunst de boventoon voerden. Zijn inspiratie bloeide op. Hij bleef portretten van de vrouwen schilderen, hij maakte collages van hun dagelijkse leven, leende hun personages voor zijn boeken, en hij merkte dat de bewondering van de groep hem vleugels gaf.
Toch slopen er in de loop der tijd barstjes in het paradijs. De vijf jonge vrouwen bleken onderling niet altijd even harmonieus. De een voelde zich sneller tekortgedaan, de ander vond dat haar stem niet genoeg werd gehoord. Het ideaalbeeld van een zorgeloze gemeenschap botste allereerst in de dagelijkse dingetjes: wie deed de afwas, wie betaalde de boodschappen, wie ruimde de eettafel en keuken op? Voorts voelde de ene vrouw zich onzichtbaar, terwijl een ander vond dat zij altijd de last droeg. De idealen van harmonie en gelijkwaardigheid botsten met de werkelijkheid van samenleven.
Frans probeerde meestal neutraal te blijven, maar juist doordat hij toch nog steeds de “nieuwkomer” was en ook de enige man, werd hij soms onbewust in een scheidslijn getrokken. Daarnaast begon hij te merken dat zijn aanwezigheid meer betekende dan hij aanvankelijk dacht. Voor sommige vrouwen was hij een vaderfiguur, voor anderen een bron van intellectuele inspiratie, en voor weer anderen ook een geliefde. Die verschillende verwachtingen brachten spanningen met zich mee. Jaloezie bleef officieel “niet bestaan” in hun gemeenschap, maar onuitgesproken gevoelens sijpelden wel langzaam naar buiten.
Praktisch ontstonden er problemen rond geld. De inkomsten van Frans als kunstenaar waren onregelmatig, terwijl de nog studerende vrouwen ook niet veel te besteden hadden. Discussies over huur en gezamenlijke uitgaven werden steeds frequenter. Frans voelde de druk om meer verantwoordelijkheid te nemen, maar hij vreesde dat daarmee juist de lichte, vrije sfeer die hem in deze gemeenschap zo aantrok, verloren zou gaan.
De eerste echte botsing kwam toen Frans een expositievoorstel in een gerenommeerde galerie kreeg. De vrouwen waren trots, maar een van hen verweet Frans dat hij “hun gemeenschap” gebruikte voor zijn kunst en roem, omdat zijn lidmaatschap van een groep met aantrekkelijke vrouwen daarbij in de schijnwerper stond. Een ander zei dat ze bang was hem kwijt te raken aan de buitenwereld.
De rol van Frans werd steeds complexer. Voor de een was hij de wijze, oudere vriend, voor de ander een stille muze, en voor weer een ander een geliefde. Niemand zei het hardop, maar onder de oppervlakte schuurde jaloezie. Wanneer hij te veel aandacht gaf aan een van hen, voelde een ander zich buitengesloten. Frans merkte dat zijn voorzichtigheid soms net zo veel spanning schiep als duidelijk kiezen.
Voor het eerst vroeg Frans zich af: was dit een kortdurend avontuur, of een manier van leven die echt kon bestaan? Voor het eerst ook voelde hij zich verscheurd: moest hij trouw zijn aan zichzelf of aan de groep?
Overigens had Frans de laatste tijd op onverklaarbare wijze tijdelijk last van maagklachten, maar ook van hartkloppingen, van korte koortsaanvallen en van duizeligheden. Verder leed hij de laatste tijd aan nachtmerries. Op stille momenten leek het soms alsof iemand hem op dwingende wijze riep. Ook overkwam het dat een onbekende hem van alles verweet. Dan weer was het alsof hij door iemand werd geroepen. Dit steeds terwijl er op dat moment niemand in de buurt was. Van dit alles had hij nooit eerder last gehad, en het ging hem verontrusten. Kon hij wel zo doorgaan met dit leven?
Frans merkte dus dat het groepsleven niet ideaal was. Voor de vrouwen gold dat misschien ook, maar dat betekende voor hen kennelijk niet dat zij hun relatie met elkaar en met Frans wilden beëindigen. Van hun kant kwam in ieder geval geen initiatief daartoe.
Toch bleef de man in de groep ermee worstelen: hoorde hij hier echt? Was dit geluk niet te vluchtig? Het was Frans die aan het leven in dit groepsverband ging twijfelen.
De nacht brak aan dat Frans wakker lag in de kamer die hij op dat moment met twee van de vrouwen deelde. Hij hoorde hun zachte ademhaling. In zijn hoofd vochten twee stemmen met elkaar: de ene die aangaf dat dit de plek was waar hij thuishoorde, dat kunst en liefde hier samenkwamen, de andere die zei dat hij weer alleen verder moest gaan, om zijn werk en zichzelf niet te verliezen.
De ochtend daarna brak aan. In de keuken klonk gelach, maar er was ook gespannen stilte. Frans pakte een kop koffie, ging aan tafel zitten en keek de vrouwen één voor één aan. Dan glimlachte hij flauwtjes. Wat hij daarna zei, bepaalde alles voor hun toekomst.
*
Oké, de schrijver kent zijn plicht. Hij heeft moeten onderkennen dat verandering in het leven onvermijdelijk is; zijn verhaal is aangevuld. Dat verwacht de lezer toch ook? Frans kan nu besluiten te blijven, zich volledig in de gemeenschap te voegen en te proberen de spanningen uit te balanceren, of hij kan uit de groep vertrekken.
Maar de schrijver hoeft de lezer niet duidelijk te maken welke keuze er uiteindelijk wordt gemaakt. Dat kan hij aan de lezer overlaten, door zijn verhaal in een open einde te laten eindigen. En nu zou hij bij dat open einde zijn aangekomen.
De schrijver kan het echter niet laten om toch voor de lezer een keuze te maken: Frans verlaat de groep. Er was namelijk iets wat de lezer nog niet weet.
*
Wat bij Frans ten tijde van zijn deelname aan de groep steeds meer ging meespelen, was dat hij, toen hij de uitnodiging kreeg om zich bij de vrouwen te voegen, niet vrij was. Hij had op dat moment een relatie, kinderen en een huis.
Zijn vrouw was bepaald niet onaantrekkelijk; om die reden had hij haar niet behoeven te verlaten. Zij was een mooie, donkere, spirituele vrouw, Vanity geheten, afkomstig uit een tropisch land. Frans had dus wel degelijk het een en ander moeten opgeven. Toch had hij niet lang nagedacht; hij had dat alles achter zich gelaten. De uitnodiging van de vrouwen was voor hem niet te weerstaan.
Maar de man ging, ondanks een droomleven met vijf jonge vrouwen, na verloop van tijd zijn vorige leven missen. Dat begon met steeds terugkerende dromen over Vanity, die hij in de steek had gelaten. Al spoedig mondde dit uit in een bewust missen. Een gevoel dat bij hem steeds sterker werd. Extra kwalijk was dat Frans niet alleen de vrouw, maar ook de kinderen aan hun lot had overgelaten. Hij had met geen van hen meer contact opgenomen.
Net als bij zijn verbintenis met de vijf jonge vrouwen was Frans ook in de relatie met Vanity de periode dat alles nog prachtig leek al voorbij. Er was de nodige sleur in de relatie geslopen, en het gezin had te dealen met zaken waar ook andere gezinnen mee te maken krijgen: lichamelijke ongemakken, slaapgebrek en stress, kleine en grote ruzies, verschil van inzicht aangaande het opvoeden, soms gek worden van blèrende kinderen, schoolproblemen, et cetera.
Maar het bleek dus dat Frans bij nader inzien misschien toch de voorkeur ging geven aan een leven met Vanity en de kinderen boven dat in de groep met de vijf aantrekkelijke jonge vrouwen. Maar waarom zou hij de tweerelatie prefereren? Waren het de kinderen die hij het meest ging missen? Werd er een andere kracht op hem uitgeoefend?
Die ochtend vertelde Frans aan de keukentafel dat hij de groep zou verlaten. De vrouwen gaven een voor een aan hem te zullen missen. Maar ze begrepen zijn beslissing wel. Ze hoopten goede vrienden met elkaar te kunnen blijven. Frans, die al lang niet in zijn geliefde sauna was geweest, stelde bij wijze van afsluiting van hun samenzijn voor om met z’n allen een dagje naar de wellness te gaan, de plek waar zij elkaar hadden ontmoet. Dit idee werd door eenieder omarmd, en zo geschiedde.
De vrouwen maakten Frans kenbaar als groep verder te zullen gaan. Men dacht er nog niet aan om de lege plek die de kunstenaar achterliet op te vullen met een andere, nog op te sporen man. De gemeenschap zou voortgaan in een nieuwe dynamiek.
Nadat Frans de groep had verlaten en voorlopig in een hotelletje was ingetrokken, belde hij zijn vrouw, die met de kinderen nog in het oude huis woonde. Hij vroeg zich al geruime tijd af of Vanity hem weer in genade in de armen zou willen sluiten. Frans hoorde de telefoon overgaan. Na enige tijd werd er opgenomen met de stem die hij herkende als behorende tot Vanity.
*
Zo, hier eindigt de schrijver het verhaal. Nu heeft het toch nog een open einde: zou Vanity van de man die haar en hun kinderen had verlaten de terugkeer accepteren, of zou deze kunstenaar ergens op zichzelf gaan wonen, om er weer urenlang in eenzaamheid aan een tafel boeken te schrijven, en zou hij zich daarnaast weer in zijn atelier terugtrekken om te trachten nieuwe kunstwerken voort te brengen? Kunst die wellicht wordt geïnspireerd door herinneringen aan zijn vorige levens: die met Vanity en die met de vijf jonge vrouwen.
AANGEPAST
Als door een luik naar de buitenwereld
komt hij soms in zijn duikboot boven
en verlaat hij het kolossaal grote stiltegebied
waar het donker zijn gedaante niet verraadt.
Boven wordt van hem altijd verwacht
dat hij zich, als ware hij een kameleon,
zodanig aan zijn omgeving aanpast,
dat hij onvindbaar wordt.
Daarom wenst hij zich onzichtbaar,
zodat hij altijd zichzelf kan zijn:
een uniek wezen, waarneembaar
voor wie in staat is zonder ogen te kijken.