GRENSOVERTREDERS
korte verhalen, foto-art
Michiel Hanon
GRENSOVERTREDERS
Copyright 2024 Michiel Hanon Boeken
Auteur / foto-artist: Michiel Hanon
https://sites.google.com/view/michiel-hanon
michielmichiel2009@live.nl
Omslagontwerp: Michiel Hanon
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
INHOUD
DE VRIENDSCHAP
KRITISCHE PERIODE
IN VOOR- EN TEGENSPOED
GRENSOVERTREDERS
HET TABLET
VERLOREN TIJD
DE VRIENDSCHAP
Floris, een alleenstaande man van vijfenveertig jaar oud, en Mark, waren al zo’n vijf jaar met elkaar bevriend. Mark was van overeenkomstige leeftijd, en had een latrelatie met een vrouw. De twee vrienden woonden een kwartiertje fietsen van elkaar.
Op een middag hadden de vrienden elkaar opgezocht, en haalden ze de herinnering op van een mooie tentoonstelling die zij enige tijd daarvóór samen hadden bezocht. Het was aanleiding om ook enkele andere leuke gezamenlijke herinneringen op te halen. Er werd gelachen en een biertje gedronken.
Later die middag gaf Floris naar zijn vriend aan dat hij hem van iets belangrijks op de hoogte willen stellen. Floris zei drie jaar geleden iets gedaan te hebben dat streng verboden was, iets strafbaars, zelfs een ernstig misdrijf. Hij benadrukte Mark dat dit zijn grote geheim was, maar hij wilde het zijn vriend wél vertellen.
Zo’n drie jaar geleden was hij met zijn vriend Jan Willem samen in diens huis, waar ze op enig moment ruzie kregen. Floris vond dat deze Jan Willem hem onvoldoende emotioneel steunde met het verwerken van de zelfmoord van een andere vriend van hem, Dolf, die Jan Willem niet kende. Mark kende deze twee overigens ook niet. Dit resulteerde in een gevecht, waarbij Floris de man in een opwelling met een stenen beeldje hard op het hoofd sloeg. Jan Willem struikelde en bezeerde zich dodelijk. Maar het kon zijn dat de klap met het beeldje hem al fataal had verwond. Floris had sporen uitgewist en was vertrokken. Het was nooit uitgekomen dat hij deze daad had verricht. “Je vertelt dat toch niet door?”, vroeg Floris aan Mark. Deze reageerde direct: “Nee, natuurlijk niet.”
Toen Mark wat van deze bekentenis was bekomen, stelde hij Floris nog wel een aantal vragen. Niet waarom Dolf zelfmoord had gepleegd, want deze man kende hij niet, maar hoe die doodslag van zijn vriend was gegaan. Floris gaf hierop kort antwoord. Daarbij was het gebleven. Niet lang daarna namen de vrienden afscheid van elkaar. Wat meer ingetogen dan anders, de sfeer was na de bekentenis benauwd gebleven. Mark was duidelijk nog in de war van wat hij van zijn vriend had gehoord. Hij moest het allemaal nog verwerken.
Gedurende de dagen daarna vroeg Mark zich voor zichzelf een aantal zaken af. Waarom had Floris hem dit onverplicht verteld? Hij maakte zichzelf onnodig kwetsbaar. Mark herinnerde zich dat Floris nog wél had aangegeven, dat hij het had opgebiecht om zijn hart te kunnen luchten. “Dat moet bij een echte vriend toch kunnen?”, had hij er nog bij gezegd.
Mark twijfelde echter of Floris toen wel de hele waarheid sprak. Het zou kunnen, maar er kon ook een andere reden zijn. Moest Mark het misschien als een eer beschouwen om dit als vriend van hem te mogen weten? Maar er kwamen ook negatieve redenen bij Mark boven. Was het nou nodig om een vriend met zo’n zware bekentenis te belasten? Mark kreeg het idee dat hij hiermee een beetje medeplichtig werd aan het misdrijf. En zou dat voor Floris dan weer een prettiger idee zijn? Zou het hem zo wat ontlasten van een zwaar schuldgevoel?
Bij Mark bleven in de tijd daarna vooral de mogelijke negatieve redenen in zijn gedachten hangen. Hij bedacht daarom dat hij zijnerzijds later zijn voordeel met deze informatie zou kunnen doen. Hij zou Floris een tegengunst kunnen vragen. Hij zou zijn vriend een beetje in zijn macht kunnen krijgen, hem hiermee wat kunnen chanteren.
Mark besloot de mogelijkheid om van zijn informatie gebruik te maken daadwerkelijk uit te voeren. Er was namelijk iets dat hem al heel lang bezig hield. Floris en Mark waren beiden fanatieke verzamelaars van religieuze iconen. Ze hadden elkaar vijf jaar geleden in verband hiermee leren kennen. Mark wist dat Floris een zeldzaam icoon in zijn bezit had, dat hij erg graag zelf zou wilde hebben. Hij was eigenlijk stinkend jaloers. Nu rook Mark zijn kans.
Mark zocht Floris op, en wilde terugkomen op de bekentenis die Floris eerder naar hem had gedaan. Hij deelde Floris mee dat hij vond dat zijn vriend hem, als tegenprestatie voor zijn zwijgen, het waardevolle object dat hij bij het uitspreken van zijn woorden in zijn woonkamer aanwees, moest schenken. Floris had hem tenslotte met de informatie over het misdrijf belast, en dat viel hem best zwaar. Daar moest iets tegenover staan.
In plaats van in te gaan op zijn voorstel, kwam Floris daarop met een voor Mark onverwachte reactie. Floris stelde dat hij het allemaal had verzonnen, omdat hij de vriendschap met Mark op de proef wilde stellen. Het was een test van hem geweest. Floris had er namelijk grote twijfels over of Mark wel een echte vriend voor hem was. Hij wist eigenlijk niet goed waarom hij deze proef nodig had gevonden. Het was een bepaald gevoel bij hem dat er iets niet klopte.
Vóórdat Mark hierop kon reageren, voegde Floris er nog iets aan toe. Hij had voorzien dat Mark deze reactie van hem niet zou geloven, omdat zijn vriend er nu misschien onderuit zou proberen te komen. Hij had daarom een manier bedacht om te bewijzen dat hij met de valse bekentenis de waarheid sprak. Vóórdat Floris dit verzinsel aan Mark bekend maakte, had hij een gesloten document bij een notaris gedeponeerd, waarin hij verklaarde wat hij zou gaan doen. Dit document zou Mark mogen opvragen.
Wederom vóórdat Mark een reactie op deze nieuwe informatie kon geven, confronteerde Floris hem met nog iets anders. Om dat te begrijpen is het van belang te weten dat er in de relatie tussen Floris en Mark nog iets meespeelde. Er was gedurende ongeveer twee jaar, naast vriendschap tussen de twee, ook sprake van een psychotherapeut – cliënt relatie. Floris was bij Mark in therapie gegaan. Floris wilde dit omdat hij al jaren grote moeite ervoer in het sluiten van vriendschappen. Hij beschouwde Mark als zijn enige vriend, en daarom had hij ook hem, die als therapeut werkzaam was, uitgekozen. Deze man zou hem het beste kunnen helpen. Mark had de opdracht geaccepteerd. Op daarvoor afgesproken tijdstippen vond de therapie bij Mark plaats.
Floris wist dat een psychotherapeut een zwijgplicht heeft. Mark had daar eerder wel eens over gesproken. Floris vroeg zich in het kader van zijn verzonnen bekentenis nu het één en ander af. Gold deze zwijgplicht alleen voor cliënt-informatie? Viel zijn bekentenis daar dan ook onder?
Floris wist ook dat er uitzonderingen op de zwijgplicht zijn, in het geval van het kennis krijgen van een zwaar misdrijf door een cliënt. Voor doodslag zou er zeker een aangifteplicht zijn. Als Mark die aangifte zou nalaten, omdat ze ook bevriend met elkaar waren, zou hij dan een strafbaar feit plegen? Floris gokte er op dat zijn vriend niet naar de politie was gegaan.
Maar er was nóg iets. Floris had onlangs ontdekt dat Mark eigenlijk geen psychotherapeut was, althans niet daartoe bevoegd als erkend hulpverlener. Hij had toevallig op social media vernomen dat een ex-cliënt van hem daar achter was gekomen, en hiervoor wilde waarschuwen. Mark had zijn studie nooit afgemaakt, maar hij werkte wél als bevoegd therapeut.
Floris wilde met zijn “bekentenis” dus testen of Mark wel “vriendwaardig” was. Maar daarnaast wilde hij Mark zijnerzijds een bekentenis over zijn “illegaal werk” afdwingen.
Na zijn opmerking dat hij een document bij een notaris had gedeponeerd, gaf Floris daarom naar Mark aan dat hij er achter was gekomen dat zijn vriend onbevoegd als psychotherapeut werkte, en dat hij benieuwd was hoe Mark ook hierop zou reageren.
Mark schrok hier wel even van. Na korte tijd gaf hij toe het icoon van Floris zo graag in zijn bezit te willen hebben, dat hij hun vriendschap even uit het oog was verloren. Dat had hij achteraf beter niet kunnen doen. Hij hoopte dat Floris zijn vriend zou blijven. “Vergeven en vergeten, daar gaat het toch om in het leven”, stelde Mark.
Daarna bagatelliseerde Mark ook het belang van het afgestudeerd zijn, zelfs van de hele therapeutenopleiding. Hij beschouwde zichzelf als een natuurtalent, en daar draaide het bij psychotherapie eigenlijk om. Volgens hem maakte voor de behandeling zijn al dan niet erkend zijn niet uit.Tenslotte gaf hij nog wel toe het geld hard nodig te hebben.
Het bleef een tijd stil tussen de twee. Het was duidelijk dat het nu aan Floris was om te bepalen hoe de twee verder zouden gaan, als hun relatie überhaupt een vervolg zou krijgen.
Na enige tijd begon Floris. Hij noemde eerst een aantal aspecten die bij vriendschap meespelen: “Wat maakt vriendschap meer dan een transactionele relatie? Voor mij is het duidelijk, vriendschap draait om wederzijdse zorg, verbondenheid en het delen van levenservaringen. Niet slechts om wat beide partijen uit de relatie kunnen halen.”
Floris vroeg zich verder in dit kader een aantal zaken af: hoe ver gaat mijn veiligheid met betrekking tot het uiten van een geheim bij een vriendschap? In hoeverre kan ik hierbij vertrouwen in mijn vriend hebben? Duidt de aanwezigheid of afwezigheid van met name vergevingsgezindheid op het al dan niet sprake zijn van vriendschap? Is er bij vriendschap sprake van een zekere emotionele steun?
En verder: vertrouwen is zo ongrijpbaar en onmaakbaar, en daarom ook net zo oncontroleerbaar als vriendschap. Is vriendschap een vereiste voor vertrouwen, of staat dat er los van? Je kunt, nee, je moet toch bijvoorbeeld vertrouwen hebben in je psychotherapeut!
Floris zette daarna de “vriendschap” van hem met Mark af langs de meetlat die hij hiervoor voor ogen had. Hij concludeerde dat Mark niet aan de vereisten voldeed. Mark en hij kenden elkaar wel beschouwd ook niet goed, ze waren eigenlijk slechts hobbygenoten. Bij nader inzien gingen de twee vrij oppervlakkig met elkaar om.
Als Mark zowel een vriend als een echte psychotherapeut was geweest, dan zou hij de opdracht om Floris in behandeling te nemen hebben geweigerd. Het is sowieso tegen de gedragscode om een vriend als cliënt te nemen. Mark had het voor het geld gedaan, dat was voor hem kennelijk meer waard dan zijn vriendschap met Floris. Mark bleek ook nauwelijks andere cliënten te hebben. Tenslotte was de bekentenis van Floris voor Mark geen aanleiding geweest om zijnerzijds op te biechten dat hij geen erkend psychotherapeut was.
Floris zei zich op dit punt te realiseren dat er een gebeurtenis in zijn leven had plaatsgevonden die erg belangrijk was geweest. Het was een situatie die bij de zogenaamde therapie al lang naar voren had moeten komen. Zo’n tien jaar geleden was Floris op een mooie dag met een vriend Thierry aan zee. Floris ging alleen het water in. Hij kwam in de problemen, werd de zee in gezogen. Hij kon niet goed zwemmen, en schreeuwde om hulp. Thierry dook, kennelijk zonder zich een moment te bedenken, het water in om hem te redden, maar verdronk jammerlijk. Ook hij kon slecht zwemmen. Dit was erg onzelfzuchtig en altruïstisch, erg opofferingsbereid van deze echte vriend geweest. Anderen kwamen vervolgens snel te hulp, en Floris kon net op tijd uit het water worden gehaald.
Later was bij Floris opgekomen dat hij toen van Thierry nooit had gedacht dat hij zoiets zou kunnen opbrengen. Hij was altijd wat aan de bange kant geweest, geen held in fysieke uitdagingen. Maar toch had hij dit gedaan. Hij had zijn eigen leven gewaagd, en had verloren! Sindsdien had Floris grote moeite om nieuwe vrienden te maken. Het gebeuren aan zee was een groot trauma, dat zijn probleem moet hebben veroorzaakt.
Hoe onverwacht heldhaftig was Thierry geweest, en hoe onverwacht egoïstisch had Mark zich de laatste dagen naar hem getoond! Floris overwoog naar Mark hardop een aantal mogelijke reacties die hij nu van zijn kant zou kunnen hebben: “Moet ik jou op mijn beurt hier dan weer mee gaan chanteren? Moet ik een schadevergoeding van je gaan eisen, aangezien een schending van het beroepsgeheim een onrechtmatige daad is? Of moet ik nu een vergevingsgezindheid gaan opbrengen voor jouw meerdere fouten?”
Maar uiteindelijk besloot Floris zich ertoe te beperken om zijn vriendschap met Mark op te zeggen. Hij had dit al voorgenomen voor het geval Mark een verkeerde reactie op zijn “vriendschapstest” zou geven. Daar kwam het - zonder hem hierover te hebben geïnformeerd - uitoefenen van het beroep van psychotherapeut dan nog bij.
Floris besefte dus inmiddels dat zijn probleem tien jaar geleden was ontstaan. Zou hij – nu hij zich het drama aan zee weer voor de geest had gehaald - weer in ware vriendschap kunnen gaan geloven? Er waren vast meer mensen als Thierry op de wereld! Duidelijk was alleen dat Mark daar niet toe behoorde. Hij besloot bij een andere hulpverlener in therapie te gaan. Bij een echte psychotherapeut.
KRITISCHE PERIODE
Het was ochtend. Marcel, een man van vijfentwintig jaar oud, bevond zich voor een afspraak in de gang van het gebouw. Hij klopte op de deur van de kamer waar hij voor een gesprek werd verwacht.
“Binnen”, hoorde Marcel zeggen. Hij liep de kamer in, en werd tegemoet gekomen door een onbekende man van middelbare leeftijd. De twee stelden zich aan elkaar voor. De man die al in de kamer was, zei Dijkstra te heten. Deze persoon pakte vervolgens een pistool uit zijn binnenzak en richtte deze op de nieuwkomer. Marcel verstijfde van schrik.
Marcel vroeg zich natuurlijk direct af waarom Dijkstra hem onder schot hield, en wat deze man met hem van plan was. Zou hij nu slachtoffer zijn van een gestoord persoon, mogelijk met terroristisch motief? Marcel was duidelijk op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Was zijn laatste uur geslagen?
Marcel was de laatste jaren extra bang voor dit soort situaties geweest. En nu overkwam het hem echt. Hij vroeg zich af of hij de agressieve man kon uitschakelen, maar veel tijd om daarover na te denken had hij niet. Kon hij het pistool afpakken, of was het slimmer de man voorlopig aan de praat te houden, om “met hem mee te vibreren”?
Terwijl Dijkstra het pistool op Marcel gericht hield, begon hij een verhaal over “kritische periodes”. Hij gaf er een voorbeeld van: “Het is zoals bij inprenting bij heel jonge eendjes. In een bepaalde tijdsperiode leren ze te volgen wat hen nabij is. De bedoeling van de natuur is de moeder, maar bij diens afwezigheid kan het ook wat anders zijn, zelfs een stofzuiger. Dit ontvankelijk zijn gebeurt alleen in een specifieke levensperiode van de eendjes. Andere voorbeelden kan ik u ook geven. Er zijn dingen waar je niet meer toe komt als je oud bent, als je een bepaalde leeftijd bent gepasseerd, zoals daten, kamperen, verre reizen. Je actieradius is kleiner geworden. De kritische periode voor deze activiteiten – hier is sprake van een brede tijdsperiode - is voorbij. Het leven bestaat uit vele kritische periodes, breed en smal, waarin een aspect van het leven gerealiseerd dient te worden. Het al of niet slagen hiervan heeft zijn weerslag op het verloop van de rest van ons leven als mens.”
Dijkstra ging verder: “Dit wat u nu meemaakt, is ook weer zo’n periode. Als u als “slachtoffer” eerder of later was gekomen, toen ik nog niet in de kamer was, of als u bij een andere deur had aangeklopt, was u niets overkomen. Nu moet u zien te overleven in de tijdspanne dat u onder schot wordt gehouden.”
Marcel was nog steeds sprakeloos. Wat had dit verhaal te betekenen? De man met het pistool begon daarna te vertellen over zijn gemis aan basisveiligheid, toen hijzelf nog een baby was. Hij werd vaak door zijn ouders alleen thuis gelaten. Dat was ook zo’n kritische periode, die jonge levensjaren. Dijkstra gaf aan: “In de periode van nul tot twee jaar vormen baby's een fundamentele emotionele band met hun primaire verzorgers. Dan wordt de basisveiligheid van de menselijke baby gevormd. Deze vroege hechting bepaalt vaak hoe een kind in de toekomst relaties zal aangaan en vertrouwen ontwikkelt. Een veilige hechting kan leiden tot gezonde relaties, terwijl een onveilige hechting later in het leven problemen kan veroorzaken.
“Iemand die de basisveiligheid in die levensfase niet heeft gekend, blijft zijn hele leven daar last van hebben, blijft op zoek gaan naar iets. Met gevaar dat dat ontbrekende wordt gezocht in iets verslavends of slechts, iets waar men zich afhankelijk van gaat voelen.” Het was Marcel duidelijk dat Dijkstra inderdaad nog steeds een verlatingsangst ervoer. De man had er zelf ook nog aan toegevoegd dat het iets was dat hem tot heden achtervolgde.
Dijkstra gaf na dit lange verhaal aan dat een kritische periode ook bij het rouwen geldt. Stel namelijk dat hij nu zou schieten, zo bracht hij naar voren, dan zou zo’n periode bij zijn geliefden aanvangen. Dit laatste verhoogde de door Marcel ervaren angst nog meer, hetgeen kennelijk de bedoeling van Dijkstra was. Zou hij echt gaan schieten?
Marcel vroeg zich nog steeds af waarom Dijkstra hem eigenlijk onder schot hield, en wat hij met hem van plan was. Hoe had deze bedreiging te maken met zijn verhaal over zijn verlatingsangst? Was deze man doorgeslagen? Kon hij het leven niet meer aan? Was er misschien sprake van een plotselinge combinatie van een trauma en een burnout? Werd deze al wat oudere man zijn hele leven achtervolgd door steeds terugkerende gedachten over zijn vroege jeugd, en was er nu iets in hem geknapt?
Totdat Dijkstra over rouwen begon, was Marcel hem een beetje een trieste man gaan vinden. Een gestoord persoon, die hopelijk toch niet gevaarlijk was. Maar aan dat laatste ging Marcel dus weer twijfelen.
Na korte tijd kwam Dijkstra met een vreemde opdracht. Marcel moest zelf kiezen voor een kritische situatie die bij hem opkwam. Het mocht een realistische periode zijn, iets wat hij had meegemaakt en waar hij nog de gevolgen van ondervond, of een verzonnen geval. En om dit te bedenken had hij ook weer een kritische periode van tien minuten ter beschikking. Als de tien minuten zonder idee waren verlopen, zou Dijkstra er bij Marcel met een pistoolschot een eind aan maken.
Als de beschreven kritische situatie Dijkstra goed zou bevallen – deze moest van goede kwaliteit zijn, en overtuigend gebracht – dan zou hij overwegen om zijn wapen weg te halen, en Marcel vrij te laten. Maar hij kon daarover dus nog geen enkele toezegging doen.
Dijkstra voegde nog het volgende toe: “Een kritische periode kan zoals gezegd breed of smal zijn. Als voorbeeld van een brede periode noem ik nog de aanwezigheid van het aantrekkelijke lichaam en een grote dosis hormonen voor paarvorming in de jongere levensjaren van de mens. Zeg van de twintiger. Maar het is mij om een smallere periode te doen.”
Vanwege de zenuwen kwam Marcel niet direct met een situatie. In plaats daarvan vroeg hij zich af of Dijkstra misschien een soort fixatie op kritische periodes had. Na korte tijd gaf Marcel maar naar zijn opponent aan dat hij nog niets had bedacht. Dijkstra besloot hem daarna nog een kans te geven, en hem wat ideeën aan de hand te doen:
“Een conflict of misverstand rechtzetten kun je het beste doen in de daarbij behorende kritische periode. Wanneer er een misverstand ontstaat tussen jou en iemand anders, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk uit te praten. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat het probleem escaleert of dat het moeilijker wordt om tot een oplossing te komen.
“Een ander voorbeeld is het functioneren van een topsporter, bijvoorbeeld een beroepsvoetballer, die altijd in een kritische periode moet presteren. Daarvoor is de wedstrijd bedoeld.
“Of het vieren van een jubileum of overwinning. Daar moet je niet mee wachten, anders ben je te laat. Daar bestaat een kritische periode voor.
“Je kunt ook denken aan je eerste studiejaar als student. Dat is de tijd om vrienden voor het leven te maken, om te feesten met studiegenoten, om je als student aan te sluiten bij een gezelligheidsvereniging. Jongeren in deze fase zijn op zoek naar hun eigen identiteit en vormen intense banden met leeftijdsgenoten. Relaties met vrienden en soms romantische verhoudingen zijn van groot belang in deze periode. Deze relaties kunnen helpen bij het vinden van een eigen identiteit en het ontwikkelen van zelfstandigheid. Maar dit is eigenlijk alweer een te brede periode, dus dat is toch niet zo geschikt als voorbeeld voor nu.”
“Dit zijn maar wat voorbeelden”, had Dijkstra nog gezegd. Het was van belang dat Marcel zijn eigen kritische periode naar voren zou brengen. “Een nieuwe kritische periode van tien minuten gaat daarvoor nu aanvangen. Mijn beslissing over uw vrijlating hangt af van waar u nu mee komt. Er volgt geen verlenging meer”, zei Dijkstra streng.
Marcel zag nog geen gelegenheid om zich van de man met het wapen te ontdoen. Hij besloot daarom de vreemde opdracht maar uit te voeren. Hij zag voor het moment geen andere ontsnappingsmogelijkheid. Bij Marcel kwam op dat moment spontaan, en binnen de gegeven kritische periode van tien minuten, een ontgroeningssituatie in zijn eerste academische studiejaar op.
Marcel zou gaan studeren en had zich aangemeld bij het studentencorps van zijn studiestad. De zogeheten feut zou eerst de ontgroening, de kennismakingstijd, moeten doorstaan om volwaardig lid te worden van de vereniging. Daar was deze kritische periode, waarin de nieuweling werd gezien als een nul, als iemand die niets waard was, voor bestemd.
In de ontgroeningsperiode moest Marcel met andere feuten langs gaan bij ouderejaars corpsleden. Deze verheugden zich er waarschijnlijk op om de nieuwelingen flink af te zeiken. Daar was je als feut wel op voorbereid, maar er moesten door de ouderejaars natuurlijk wel grenzen in acht worden genomen. Het was de kunst om zonder al teveel kleerscheuren door deze kritische periode heen te komen. Je zou worden vernederd, maar je moest het maar ondergaan.
Dijkstra, de man met het pistool, gaf aan dat het bij deze keuze geschikter was als hij de ander een scherp mes op de keel zou zetten. Dat was beter dan een pistool op hem richtten. Hij zette de daad bij het woord, het wapen werd verwisseld. Maar het scherpe mes was niet minder gevaarlijk, Dijkstra drukte het Marcel pijnlijk tegen de keel.
Marcel herkende bij zo’n bezoek één van de ouderejaars als een medescholier van hem uit een hogere klas van zijn middelbare school, en dacht dat deze hem wel zou herkennen en hem wat zou sparen. Niets was minder waar. Juist dit corpslid – het bleef onduidelijk of deze wist dat Marcel een medescholier was geweest - hield hem lange tijd een scherp mes op de keel. Net zoals Dijkstra nu deed. Hij tierde daarbij van woede. Het was Marcel een raadsel waar deze razernij vandaan kwam. Gelukkig had deze persoon na geruime tijd het wapen uiteindelijk weggetrokken zonder Marcel te verwonden. Het had Marcel behoorlijk getraumatiseerd, en hij zag ook nu weer de haat voor zich van het ouderejaars corpslid dat hem dat scherpe mes op de keel had gehouden.
Toen Marcel deze ervaring uitsprak, zag hij even het gezicht van de agressor van toen en nu verwisselen, er waren zeker overeenkomsten tussen beiden. Maar gelukkig vertoonde de blik van Dijkstra niet zoveel haat als de ouderejaarsstudent van toen.
“Hoe reageer je als feut dan?”, vroeg Dijkstra nieuwsgierig. Marcel verzuchtte dat je je als feut passief op moet stellen. “Je kunt op dat moment geen bezwaar maken, je moet het maar ondergaan. Wat had ik in deze situatie teruggedaan kunnen hebben?” Dijkstra gaf daarop geen antwoord. Het bracht Marcel nog op de gedachte dat hij bij Dijkstra wellicht meer mogelijkheden had om zich van de bedreigende situatie te ontdoen dan toen bij de ouderejaarsstudent. Maar hij vroeg zich inmiddels ook af of Dijkstra misschien ziekelijk geïnteresseerd was in hoe hij nu op het wapen van hem zou reageren.
Wat moet die andere jongen in zijn eigen ontgroening voor vervelends hebben meegemaakt? Hoe gefrustreerd was hij daarover op dat moment nog, door dit hem aan te doen?, overdacht Marcel nog weer. En verder over zijn huidige bedreiging: waarom was Dijkstra van wapen verwisseld toen hij begon over een ontgroening? Hoe kon hij al weten dat er toen ook een scherp mes tegen zijn keel werd gehouden? Voelen mensen met een trauma elkaar op bepaalde punten aan? Het mes van Dijkstra had zijn herbeleving duidelijk gefaciliteerd.
Marcel vervolgde zijn toenmalige ervaringen. Hij had de volgende dag besloten om zijn wens om lid van het Corps te worden op te geven. Marcel kon zich niet met dit soort gedrag verenigen. Hij kon deze situatie ook daarna echter niet uit zijn hoofd zetten, en hij kreeg studieproblemen. De aankomende student overdacht toen vaker of hij in zijn kritische periode van het bezoek aan de ouderejaarsstudent anders had moeten reageren. Maar dat had hij als feut toch niet gekund? Dit bezoek had grote invloed op de rest van zijn leven gehad. Een paar maanden later had Marcel zelfs besloten om met de studie te stoppen.
Marcel had het er ook nu nog duidelijk moeilijk mee. De herinnering aan het mes op de keel, welk wapen hij daadwerkelijk tegen zijn strot voelde prikken, en de blik van de agressor, kwamen nog regelmatig in dromen van hem voor. Hij had ook soms last van woede-uitbarstingen, agressie of prikkelbaarheid, of hij schrok ineens van onverwachte dingen. Meermalen kwam het voor dat hij slecht kon slapen, en hij had nog steeds concentratieproblemen. Omdat hij met zijn studie was gestopt, was hij nu hier. Hij wilde een andere, kortere opleiding volgen, en daarna een baan krijgen.
Dijkstra reageerde positief op dit verhaal van Marcel. Hij gaf aan dat hij het een goede kritische periode vond. Hij trok het mes weg van Marcels keel. Marcel zuchtte van verlichting. Eindelijk!
Dijkstra vroeg of de ontgroeningssituatie echt was gebeurd of dat het was gespeeld. Het kwam op Dijkstra over alsof het een ervaring was die Marcel daadwerkelijk had meegemaakt. En het leek hem iets waar Marcel tot op de dag van vandaag last van had. Het was wel erg duidelijk, Marcel kon dit alles bevestigen. Het was hem echt overkomen.
Dijkstra gaf aan dat dit onderdeel nu was afgerond. Marcel werd naar de lunchruimte verwezen, waar hij de andere deelnemers zou treffen. Die middag zou het programma worden voortgezet. Pas bij het verlaten van de ruimte ontwaarde Marcel een zwijgende vrouw die in een donkere hoek met een papier voor zich aan een tafeltje zat. In de lunchruimte aangekomen schoof Marcel aan op een plek bij drie andere deelnemers.
Na zijn mislukte academische studie had Marcel besloten zich aan te melden voor een gesubsidieerde korte opleiding tot verkoper. Bijvoorbeeld in de auto-, meubilair- of keukenbranche. Hij had daarna een oproep gekregen om op deze dag te verschijnen in het gebouw waarin hij zich nu bevond.
Van zijn mededeelnemers vernam Marcel dat hij aanwezig was in een psychologisch testinstituut, en dat hij meedeed aan een zogeheten assessment center, een testsituatie met rollenspelen, waarin werd bepaald of iemand geschikt was voor de opleiding tot verkoper. Het was een methode waarbij voorspellingen werden gedaan over de geschiktheid voor de functie, waarin concreet gedrag van de deelnemers werd geobserveerd. Er werd ook gekeken naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de kandidaat.
Marcel was dus die ochtend aan een soort praktijktest onderworpen geweest. In deze ochtendsessie ging het er om te beoordelen hoe Marcel omging met kritische situaties.
De test van die ochtend ging over het onderwerp: “Een zakelijk aanbod of kans”. Een andere deelnemer had daarover gezegd: “Wanneer er zich een unieke zakelijke kans voordoet, bijvoorbeeld een nieuwe klant of een investeerder die interesse toont, is het belangrijk om snel te reageren en deze kans te benutten. Te lang wachten kan betekenen dat de kans voorbijgaat of dat iemand anders deze pakt.
“Er kan dan ook het volgende aan de orde zijn. Er kunnen ergens waardevolle netwerkgelegenheden ontstaan. Het is slim om op dat moment mensen aan te spreken, een verbinding te maken, of een visitekaartje af te geven. Later wachten kan ertoe leiden dat het contact vervaagt of de gelegenheid voorbij is.
“Kortom, het gaat er om wie bij een klant het beste kritische periodes kan identificeren en benutten.”
Een aantal zaken schoten door Marcel heen. Sloot de bedreiging met het wapen die ochtend wel aan bij het onderwerp van de test? Was dit een geschikt beoordelingsinstrument? Dat pistool, was dat wel een neppistool geweest? Heette de man die het wapen op hem had gericht wel echt Dijkstra? Was dat hele verhaal over zijn trauma uit de babyfase verzonnen of was het echt? Marcel had het gevoel dat het wel eens dat laatste zou kunnen zijn, het verhaal leek rechtstreeks uit zijn ziel te komen. Marcel herkende als ervaringsdeskundige de symptomen van een trauma bij de man die hij als Dijkstra had leren kennen.
Na enige tijd zag Marcel ook Dijkstra binnenkomen in de lunchruimte, en bij enkele andere personen plaatsnemen, die kennelijk ook spelleider of rollenspeler waren.
Die middag zou hij weer aan een andere testsituatie worden onderworpen, met een andere testleider en andere rollenspelers. Wat zou hij die middag nu weer voor verrassends meemaken? Zouden die “praktijktests” hem net zo vreemd gaan overkomen?
Wie zou deze dag worden uitgeselecteerd? Wie zou een korte opleiding en baan als verkoper worden aangeboden? Zou Marcel deze kritische testperiode van één dag goed doorkomen? Zou hij niet door zijn traumatische ervaring in de eerdere ontgroeningsperiode als te gevoelig of kwetsbaar voor het beroep van verkoper worden beschouwd?
Hij was zich er terdege van bewust dat het succesvol zijn in deze kritische periode – welke in dit geval door dit assessment center werd gevormd - bepalend zou zijn voor de rest van zijn leven! En hij was bang dat hij voorlopig alles in dit leven in termen van kritische periodes zou zien! Maar misschien moest hij sowieso onder professionele begeleiding iets aan dat trauma van hem gaan doen.
IN VOOR- EN TEGENSPOED
Het verhaal van Linda en Ryan.
Ryan en Linda, een gehuwd stel van begin dertig jaar oud, waren op bezoek geweest bij een bevriend paar dat hun twaalf en een half jarig huwelijksfeest vierde. Geheel onverwacht voor Linda nam Ryan kort daarna, na een verbinding van zeven jaar, afscheid van Linda. Hij wilde de relatie beëindigen en vertrok uit huis.
Linda snapte het niet, ze waren gelukkig getrouwd geweest. Niets wees volgens haar op een breuk in de relatie. Zij wilde het huwelijk continueren, en uitte dat meerdere malen bij haar echtgenoot. Linda stelde daarbij steeds dat de twee elkaar toch eeuwige trouw hadden beloofd! Ze kon het besluit van Ryan gewoon niet accepteren, en drong er op aan dat hij zijn beslissing zou herzien. Waarom deed hij niet wat andere gehuwden deden? Maar Ryan persisteerde, zonder uit te leggen waarom. Hij wilde er gewoon mee stoppen.
Ryan verliet dus de woning van het duo. Hij huurde een paar straten verder een kamer bij een ouder echtpaar. Linda bleef bij haar man langsgaan, met steeds hetzelfde negatieve resultaat, hij kwam niet terug. Na enige tijd kwam het op Linda over alsof Ryan een voor hem onbekende vrouw voor de deur zag staan. Een vrouw die zei met hem te zijn gehuwd. Een vrouw die hem naar haar woning wilde halen. Ryan keek daarbij angstig, begreep kennelijk niet wat zij kwam doen, herkende zijn echtgenote niet meer. Hij sloot bij haar verschijning direct maar de deur, of deed helemaal niet open.
Het verhaal van Ryan.
Ryan en Linda waren opgegroeid en leefden in een wereld van monogame mensen en van altijd voortdurende huwelijken. In hun land werd niet van elkaar gescheiden. Ryan dacht daarom dat hij gestoord was, omdat hij het huwelijk met Linda wilde beëindigen. Hijzelf kon de afname van zijn gevoelens voor haar niet plaatsen. Dat gebeurde bij andere mensen kennelijk nooit. Ryan vond dat hij wel zijn best had gedaan om bij haar te blijven, maar hij kon zijn gevoelens toch niet verloochenen.
Ryan merkte na een tijdje dat hij eigenlijk verlangde naar een andere vrouw. Niet naar iemand die hij op dat moment al kende, maar naar een ander type vrouw. Hij ervoer het als een soort “uit de kast komen”. Zijn situatie was volgens hem te vergelijken met een homoseksueel of een pedofiel in een niet vrije, intolerante maatschappij. Ryan durfde er niet met anderen over te praten, ook niet met zijn eigen vrouw.
Ryan was het aandringen van Linda om het huwelijk te continueren zo spuugzat, dat hij zich er op beraadde wat hij moest doen om haar kwijt te raken. Hij besloot om zich te laten hypnotiseren, om zo zijn echtgenote uit zijn geheugen en gedachten weg laten te halen. Want een scheiding aanvragen leek hem in dit land een onbegaanbare weg. Dit verwijderen liet hij doen bij een niet erkende hypnotiseur, dat wil zeggen een niet door de overheid geaccepteerde dienstverlener. Dat werk was in dit land eigenlijk niet toegestaan, een geautoriseerde hypnotiseur zou dat nooit mogen doen. Toen deze behandeling had plaatsgevonden, herkende hij de vrouw niet meer.
Het verhaal van Linda.
Linda had Ryan nog vele malen geprobeerd over te halen om bij haar terug te komen. Ze merkte na enige tijd dus dat haar echtgenoot haar op het laatst niet eens meer herkende. Daarom zocht ze hulp, ze ging langs bij een relatiedeskundige. Deze kende de details van Ryan natuurlijk niet. Maar hij begreep dat er in het huwelijk van deze twee mensen iets niet goed ging.
Aangezien een dergelijke deskundige tevens vertegenwoordiger van de regering van het land was, stelde hij de bevoegde overheidsfunctionaris op de hoogte van de problemen. Deze functionaris besliste dat Ryan door de politie zou worden opgehaald, en onder dwang voor nader onderzoek aan de relatiedeskundige zou worden overgeleverd. Onder hypnose kwam de relatiedeskundige te weten wat er bij Ryan speelde. Hij riep Linda daarna op om bij hem langs te komen.
De relatiedeskundige legde Linda uit: “Het zal u onbekend zijn, maar het leven van de mens geschiedt van nature in fasen. Je zou kunnen zeggen dat een mens, zoals een kat, “negen levens heeft”. Bij iedere levensfase past een bepaalde relatie, een bepaald type partner waar men behoefte aan heeft. Relaties in de ene levensfase werken daarom niet meer in een andere, volgende fase. Huwelijkspartners passen zich niet zodanig aan elkaar aan dat ze samen door kunnen gaan naar een volgende fase. Als de betreffende levensfase voorbij is, is het met de relatie subiet afgelopen. De mens is dus van nature relationeel dolend. Als bij een mens niet wordt ingegrepen, moet hij niet één keer de ware zien te vinden, maar meerdere keren!”
Hij vervolgde: “U vraagt zich nu af hoe dit alles past in de leefwijze in ons land, waar huwelijken in stand blijven, waar echtgenoten kennelijk moeiteloos in de diverse levensfasen samen optrekken. Dat komt omdat hier al sedert lang alle mensen, mannen én vrouwen, als ze de puberteit nog niet hebben bereikt, onder toezicht van de overheid worden ingeënt met bepaalde hormonen. Dit levert een demping van natuurlijke polygamie en een versterking van bij elkaar blijven op. Het injectieprogramma is door de overheid eigenlijk altijd geheim gehouden, althans tot heden. Het vaccineren zou volgens de voorlichting een ander doel dienen. Dat is de mensen altijd voorgehouden.”
De relatiedeskundige ging verder met zijn uitleg: “Als dit injectieprogramma er niet zou zijn, zouden er veel scheidingen in het land plaatsvinden. Dit is niet goed voor het woningtekort, en de kinderen leiden er ook onder. Mensen zouden periodiek op zoek moeten gaan naar een andere partner. Dat wordt in de loop van het leven alleen maar een grotere opgave. Voorheen, toen nog niet werd gevaccineerd, werd er steeds meer gescheiden. Daar moest iets aan worden gedaan.
“De overheid zou ervoor gekozen kunnen hebben om deze fase-afhankelijkheid van de menselijke natuur voor wat betreft relaties in acht te nemen, ook wettelijk. Dan zou een soort periodehuwelijk in het leven geroepen kunnen zijn. Maar deze weg is niet ingeslagen. Het huwelijk als keuze voor de rest van het leven moest in ere worden hersteld. Voor de overheid is het huwelijk, net als voor u, een keuze voor het leven. In vóór en tegenspoed. De overheid wilde, en wil nog steeds, met de hormoontoediening de mens een zetje geven om altijd bij elkaar te blijven.”
Na deze openbaring kwam de deskundige op het probleem van Ryan: “De uitingen van Ryan onder mijn hypnose, en het onderzoek in de registers daarna, hebben opgeleverd dat het injecteren bij Ryan om onduidelijke reden abusievelijk niet is gebeurd. Gebleken is dat Ryan daarom van nature als het ware negen levens heeft, zoals een kat. Na zeven jaar relatie komt bij hem het besef dat zijn verbintenis van dat moment niet meer bij hem past, en hij gaat daarom op zoek naar een vrouw die in deze latere levensfase meer geschikt voor hem is. Maar hijzelf heeft weinig besef van wat er qua fase-ontwikkeling in zijn verleden heeft plaatsgevonden, en hij heeft dat zeker ook niet voor zijn toekomst. Hij denkt steeds weer opnieuw dat een nieuwe relatie voor altijd zal blijven.”
Hierna verliet Linda de relatiedeskundige, die verder geen adviezen of instructies aan haar meegaf. Hij had nog wél aangegeven dat Ryan onder toezicht zou worden gesteld, dat hij in de gaten zou worden gehouden, en dat hij van de overheid geen relaties meer mocht aangaan. Alsnog een hormooninjectie krijgen was niet meer mogelijk. Ryan en Linda zouden echter geen toestemming krijgen om bij uitzondering van elkaar te scheiden.
Het koste Linda enige tijd om al deze informatie goed tot haar door te laten dringen. Zij en haar man bleven als getrouwd stel apart van elkaar wonen. Toen ze alles goed op een rijtje had gezet, besefte de vrouw dat zij degene was die was gemanipuleerd, niet de man. Ryan was gewoon zichzelf, hij volgde zijn ware gevoelens. Hij “kon er dus niets aan kan doen”. Linda begreep ook dat Ryan niet wist hoe de vork in de steel zat.
Linda kreeg steeds meer medelijden met de man van wie ze nog steeds hield. Ze zocht hem opnieuw op, maar hij herkende haar nog steeds niet. Het viel Linda op dat Ryan er steeds meer verwilderd en onverzorgd uit ging zien. Hij zonderde zich af van de wereld. Het was de vrouw duidelijk dat haar echtgenoot iemand naast hem miste. Iemand van wie hij kon houden.
Het verhaal van Linda en Ryan.
Linda stopte niet met bij Ryan langs te gaan. Na zekere tijd kreeg zij de indruk dat Ryan haar weer als huwelijkspartner ging herkennen. Opeens gaf de man ook naar haar aan dat hij zich herinnerde met haar te zijn gehuwd, en dat hij haar eerder via hypnose uit zijn geheugen had geëlimineerd. Kennelijk was deze hypnose langzaam gaan uitwerken.
Linda vond dat het tijd werd om Ryan te informeren over het vaccinatieprogramma van de overheid, en zijn mislopen van een injectie. Ze vertelde alles wat ze eerder van de relatiedeskundige te weten was gekomen. Ryan begon daarna zijn situatie te begrijpen, en er ontstond een wederzijds begrip tussen de twee.
De volgende keer dat de vrouw Ryan bezocht, had zij één dringend verzoek aan hem. Ze wilde hem om één gunst vragen. Binnenkort zou het veertigjarig huwelijksfeest van haar ouders plaatsvinden. Deze ouders wisten niet beter dan dat de twee een goed huwelijk hadden. Ze waren uit schaamte nooit over de huwelijksproblemen van de dochter geïnformeerd. Linda vroeg hem haar die dag als trouw echtgenoot te vergezellen, en het spel mee te spelen. Ryan stemde toe, en zij kalefaterde hem op tot nette verschijning. Het veertigjarig huwelijksfeest van de ouders van Linda verliep vervolgens goed, de sfeer was prima. Het ophouden van de schijn van een goed huwelijk voor haar ouders was Linda gelukt.
Het vaccinatieprogramma van de overheid werd in de tijd daarna geleidelijk onder de bevolking van het land bekend. Er ontstond geen opstand tegen deze inenting, men was het ermee eens dat dit het beste beleid was. Niemand zat te wachten op vele echtscheidingen en de ellende die deze met zich meebracht. De mensen waren blij dat ze een partner hadden. Maar men ging toch wat genuanceerder denken over relatievorming. Ook de overheid deed dat.
Uiteindelijk kregen Ryan en Linda toch toestemming om te scheiden. Maar ze bleven goed met elkaar bevriend, en hielden regelmatig contact. De twee deden soms leuke dingen samen. Linda zou nooit hertrouwen. Ze bleef er verdrietig onder dat het met Ryan fout was gegaan. En er was ook een moment gekomen dat Linda de stoute schoenen had aangetrokken om haar bejaarde ouders te vertellen dat zij van Ryan was gescheiden. Na enige tijd was daar bij hen wel begrip voor ontstaan.
Linda probeerde een ongetrouwde vriendin van haar te vinden, die, op grond van de toenmalige beschrijving van de relatiedeskundige, maar ook van hetgeen Ryan haar later over zijn wensen uitte, bij hem zou kunnen passen. Dat lukte uiteindelijk, en het klikte tussen Ryan en de vriendin. Ryan vertelde deze vrouw al snel over zijn situatie en relatiemogelijkheden. Gelukkig viel dit bij de vrouw in goede aarde. Beiden keken uit naar een boeiende latrelatie die zo’n jaar of zeven zou gaan duren.
Het zouden zeven jaren gaan worden waarin ze goed bij elkaar zouden passen, en gelukkig zouden zijn. En daarna zouden ze wel weer verder zien. Daar deden ze het voor. En na enige tijd merkte Ryan niet meer dat de overheid hem nog tegenwerkte om een nieuwe relatie aan te gaan. Ze hoefden dus ook niet meer stiekem over hun liefde voor elkaar te doen.
GRENSOVERTREDERS
Vanuit een streven naar bewonersintegratie was in de stad een woonproject van zestig verdiepingen gerealiseerd. Het idee was om zogenoemd goede en slechte woonwijken boven elkaar in een grote woontoren te combineren. Boven in het gebouw waren een kleiner aantal grote, luxe, goed geïsoleerde appartementen met grote balkons gerealiseerd, beneden werden vele, kleine, eenvoudige, en minder goed geïsoleerde appartementen gebouwd. De ruimtelijke nabijheid van elkaar zou voor de beoogde integratie moeten zorgen. Uiteraard was deze bouw ook ingegeven om het probleem van ruimtegebrek in de stad op te lossen. De verschillende woonlagen waren enige tijd na totstandkoming van het gebouw goed bezet geraakt, zodat de doelstelling vooralsnog geslaagd werd geacht.
Maar nader beschouwd was het in de praktijk toch wel anders dan volgens het originele bouwplan verlopen. Het was oorspronkelijk niet de bedoeling geweest, maar er werden door de aannemer uiteindelijk aparte lifttorens voor de rijkere en armere bewoners gebouwd, om niet of niet teveel met elkaar geconfronteerd te worden. Eenvoudige liften werden voorzien voor de veertig lagere verdiepingen. De luxe liften gingen alleen naar de twintig bovenste etages. Om deze laatsten te kunnen bereiken, moest men langs een receptie met een conciërge. Deze functionaris hield in de gaten of men wel bevoegd was de hogere verdiepingen te betreden. Om de luxere appartementen verkoopbaar te maken, bleek deze wijziging in het bouwplan noodzakelijk. Van het beleid van integratie kwam daardoor niet erg veel terecht. De twee groepen bleven op deze wijze zoveel mogelijk van elkaar gescheiden.
In het luxe deel van de hoge flat, op de vierenvijftigste verdieping, woonde een hoger opgeleide alleenstaande man, Boudewijn, van vierenveertig jaar. Hij woonde er met plezier. Natuurlijk zag hij allerlei soorten mensen het gebouw in- en uitlopen. Na enige tijd begon hem een vrouw op te vallen, die uit het eenvoudige deel van de flat afkomstig moest zijn. Boudewijn vond haar fysiek aantrekkelijk, maar hij durfde haar niet aan te spreken. Ze was duidelijk jonger dan hijzelf. Boudewijn zag haar nooit samen met een man of met kinderen, maar hij wist natuurlijk niet zeker of ze geen partner had. Hij hoopte dat deze jonge vrouw single was, maar ging er van uit dat zij hem voor een relatie wel niet interessant zou vinden.
Toch dacht Boudewijn er over na hoe hij met deze mooie vrouw contact kon leggen. Door haar op enige afstand te volgen, wist hij via het naamplaatje bij de brievenbussen haar naam te ontdekken. Ze bleek Amira te heten. Hij kwam op het idee om haar op Facebook op te zoeken. Daar wist hij deze vrouw inderdaad te vinden. Ze stond er met foto en al op.
Boudewijn besloot vervolgens om op dit medium voor zichzelf een nieuw account aan te maken, onder een andere naam en zonder pasfoto. Van hieruit zou hij haar benaderen, maar zij zou hem niet mogen traceren. Hij had nog overwogen de identiteit van een niet onaantrekkelijke man die “beneden” woonde te gebruiken, maar dan zou ze deze persoon op kunnen gaan zoeken. Dan zou hij door de mand vallen, en later niet meer zijn echte identiteit kunnen prijsgeven.
Boudewijn probeerde via een kort berichtje contact met Amira te leggen: “Hoi, Amira. Ik kwam je naam hier op Facebook tegen. Volgens mij heb ik jou wel eens gezien. Woon jij niet ook in de Harmonisatieflat? Jan.”
Tot zijn voldoening reageerde Amira op het berichtje van de haar onbekende Jan. Ze was aanvankelijk wat voorzichtig en kort in haar bewoordingen. De jonge vrouw vroeg zich natuurlijk af wie deze Jan was. Hij zou dus ook bij haar in de flat wonen. Boudewijn wilde wat vaag blijven, en zei het voorlopig even bij zijn voornaam te willen houden. Hij wilde ook nog geen foto van zichzelf sturen. Dat zou allemaal later komen. Boudewijn probeerde zich te gedragen als iemand van de “lagere” verdiepingen van de woonflat. Dat zou voor het contact leggen het beste zijn, dacht hij.
Het lukte Boudewijn om via Facebook met Amira een meer dan incidenteel contact op te bouwen. Deze jongedame bleek wel nieuwsgierig naar de onbekende Jan te zijn. En kennelijk accepteerde ze dat hij voorlopig wat onherkenbaar wilde blijven. De twee chatten in de tijd daarna wat heen en weer.
Boudewijn was intelligent genoeg om te begrijpen dat hij niet moest verwachten dat Amira van musea, theaters, concerten en het lezen van literatuur zou houden. Daar wilden vrouwen “van boven” het altijd over hebben. Hij wilde hier nou juist eens van af. Evenmin begon Boudewijn over het doen aan hardlopen, fietsen, yoga of fitness. En die eeuwige stedentrips of avontuurlijke reizen als activiteiten van de vrouwen van boven waren voor Amira natuurlijk ook taboe. Nee, deze bezigheden van hemzelf wist hij in zijn berichtjes goed te vermijden. Boudewijn trachtte zich dus goed in de leefwereld van de beneden wonenden te verplaatsen.
Amira deed zo nu en dan wel pogingen om meer te weten te komen wie deze Jan was. Ze vroeg een paar keer op welke verdieping hij dan woonde. Maar Boudewijn bleef daar vaag over: “In één van de onderste veertig verdiepingen”, liet hij zich eens ontvallen. Dat had ze als het goed was ook wel begrepen. Hij rekende er maar op dat ze in die grote hoeveelheid naamplaatjes bij de brievenbussen niet iemand van ongeveer haar leeftijd met deze voornaam zou tegenkomen. Ze ging er overigens kennelijk van uit dat deze Jan ongeveer even oud was, want daar had ze nog niet naar gevraagd. Boudewijn schatte Amira een jaar of vijfendertig.
Uit de chats met Amira maakte Boudewijn op dat zij, zoals verwacht, vaak televisie keek. En dan natuurlijk de amusementsprogramma’s en reality-tv via commerciële zenders. Dat bleek inderdaad het geval. Amira gaf daarbij ook aan dat haar partner veel naar sportwedstrijden keek, vooral voetbal. Boudewijn antwoordde dat hij daar ook van hield. Ja, hij moest wél pretenderen een echte man te zijn! Daar viel Amira natuurlijk op. Maar het stelde hem een beetje teleur dat ze een man had, een vaste vriend of echtgenoot. Boudewijn liet zich echter niet door deze informatie ontmoedigen om verder met haar te chatten. Na korte tijd begon Amira haar partner bij de naam te noemen. Hij bleek Marco te heten.
Uit de berichtjes van Amira kon Boudewijn na verloop van tijd opmaken dat deze Marco een behoorlijk jaloerse man was, die haar regelmatig afsnauwde en ook wel mishandelde. Vooral als hij veel alcohol had gedronken. Dat laatste kwam kennelijk nogal eens voor. Ergens was Boudewijn wel blij dat Amira haar partner niet zo ideaal vond. Misschien wilde ze wel bij hem weg. Het zou zijn kansen later kunnen vergroten. In ieder geval was het extra reden voor hem om het contact te vervolgen.
Amira bleek als vermoed ook geïnteresseerd te zijn in sociale activiteiten met familie, en ging ze graag naar pretparken. Als het financieel haalbaar was, hield Amira graag een all-inclusive vakantie, het liefst een strandvakantie in een warm land. Boudewijk zei zelf ook liefst zo’n vakantie te houden. Hij gaf wat bestemmingen aan waar hij in een ver verleden met vrienden was geweest. Dit bleek vervolgens weer stof om wat over heen en weer te kletsen.
Het was Boudewijn verder gebleken dat Amira rookte. Dat vond hij niet zo’n punt, hoewel hij dat zelf gelukkig niet deed. Ze had een parttime baan in een winkel, en bleek weinig focus op carrièreontwikkeling of zelfontplooiing binnen het werk te hebben. Dat was ook wel wat hij had verwacht. Boudewijn zei zelf technisch medewerker in een bedrijf te zijn. “Een beetje eentonig werk, maar het is te doen”, berichtte hij er over. Specifieker wilde hij er niet over worden, maar gelukkig bleek Amira dit wel voldoende informatie te vinden.
Boudewijn kwam er in de onderlinge berichten achter dat Amira geld nodig had, want ze had het over financiële problemen. Hij zou haar daarmee wel willen steunen, hij kon het goed missen. Misschien was dit iets voor de naaste toekomst, als hij een mogelijkheid had gevonden om haar in het echt te ontmoeten.
Juist vanwege deze verschillen in manier van leven voelde Boudewijn zich erg door Amira aangetrokken. Hij had behoefte aan haar lichaam en haar directheid, aan eenvoudig plezier, aan feesten en flaneren over de boulevard, maar hij wist ook dat ze uiteindelijk niet bij hem zou passen. Zij was zo anders dan hij gewend was, maar dat trok juist aan. In ieder geval in de levensfase waarin hij nu verkeerde.
Hij zou nooit met haar over intellectuele onderwerpen kunnen spreken. Nee, dat zou niet gaan. Boudewijn realiseerde zich dat hij een serieus contact met haar op wat langere termijn nooit zou kunnen volhouden. Het type dat eigenlijk bij hem paste, was intelligent, kritisch, moeilijk, en minder spontaan. Zo’n vrouw wilde naar musea, concerten en wandelen op stille stranden. Een type vrouw dat niet hield van drukte op een festival. Maar had hij daar wel zo’n behoefte aan? Voor nu miste Boudewijn dat niet. Hij wilde niet te ver vooruit kijken, hij wilde nu geen saaie, intelligente vriendin!
Boudewijn besefte echter ook dat hij uit alleen Facebook-contact met Amira geen voldoening zou krijgen. Het zou toch tot een echte ontmoeting moeten leiden. Amira had dan wel weinig opleiding, maar Boudewijn merkte dat hij echt verliefd op haar was geworden. Althans zo ervoer hij dat wel degelijk. Door de roze bril die hij op had, ontging het Boudewijn een beetje dat hij het leven met Amira teveel romantiseerde.
Maar voordat Boudewijn er het hoofd over kon breken hoe hij een echte verbinding met Amira kon opbouwen, gebeurde er iets onverwachts. De jaloerse partner Marco had een vermoeden gekregen dat zijn vriendin contact met een ander onderhield, met een man die Jan heette. Hij controleerde natuurlijk regelmatig wat zijn vriendin op haar laptop aan het doen was, en las de berichtjes met de hem onbekende man. Marco probeerde daarop deze Jan te vinden, en riep daarvoor de hulp in van Harold, een slimme bekende van hem, die ook ergens op de onderste verdiepingen woonde.
Harold was erg handig met computers, en hij detecteerde via een hack het Facebookadres van Jan. Zo ontdekte Marco wie er achter zijn vriendin aanzat. Hij kon uit de chats van de twee opmaken dat deze Jan ook ergens beneden woonde. Maar hij kwam er natuurlijk niet achter waar precies, en kon daarom niet fysiek bij deze man langsgaan. Marco bleef wél steeds naar de woning van deze onbekende persoon zoeken.
De echte Boudewijn begreep daarna uit uitlatingen van Marco op het Facebookaccount dat hij was gehackt. Hij werd daarop ook door de partner van Amira bedreigd. Boudewijn had iemand buiten zien lopen, van wie hij vermoedde dat hij Marco was. Met deze stevig gebouwde persoon wilde hij beslist niet te maken krijgen. Het was voor Boudewijn reden om maar met chatten te stoppen. Een geheide confrontatie met de agressie van deze jaloerse man was hem dit avontuur niet waard.
Helemaal bovenin de woontoren resideerde de rijkste bewoner, Marcel. Deze man had een zeer groot appartement en een dakterras, waarop onder andere een zwembad was aangelegd. Hij was een succesvol ondernemer, eigenaar van een aantal elektronicawinkels. Een medewerker van Marcel had zijn baas er op geattendeerd dat in het lagere gedeelte van de flat een jongeman woonde die heel handig met computers was, iemand met potentie. Deze medewerker was daar zelf achtergekomen. Marcel had de man nog een tijdje laten observeren. Hij kon een jonge, getalenteerde man goed in zijn zaak gebruiken, en liet zijn medewerker de betreffende persoon benaderen. Hij bleek Harold te heten. Harold werd uitgenodigd om Marcel boven in de woonflat voor een gesprek te komen bezoeken.
Harold ging op de uitnodiging in. Toen hij samen met de medewerker van Marcel via de receptie voor de topappartementen en de luxe lift op de bovenste etage was aangekomen, was hij zeer onder de indruk van de weelde die hij daar aantrof. Marcel ontving de beduusde Harold in zijn grote woonkamer, en liet voor beiden een drankje serveren. De ondernemer vertelde wat hij over zijn gast had gehoord, en bood hem op proef een zeer goed betaalde baan aan.
Marcel maakte duidelijk dat Harold daar wel het een en ander voor moest doen. Hij zou hard moeten werken, en het was een stressvolle baan. Verder zou hij ook boven moeten komen wonen. Hoger dan de veertigste verdieping. Harold zou zich in kleding en gedrag moeten aanpassen, en hij zou niet meer mogen omgaan met vrienden en bekenden van onder in de flat.
Harold hoefde niet lang na te denken. Hij was erg onder de indruk van de rijkdom en ruimte die hij daar boven zag. Zo’n kans op goed betaald werk zou hij niet gauw meer krijgen, dacht hij. Harold besloot direct de baan aan te nemen, en naar boven te verhuizen. Er stonden een paar appartementen te huur, waaruit hij kon kiezen. Een paar weken later kon Harold al zijn oude appartement verlaten.
De pientere Harold werd in het werk opgeleid, en hij leek wel aan de verwachtingen van Marcel te kunnen voldoen. Zijn nieuwe appartement was natuurlijk een stuk mooier dan hij gewend was. Daar genoot hij met volle teugen van.
Maar er werd als “bovenbewoner” en medewerker van Marcel ook sociaal wel het één en ander van hem verwacht. Boven bleken regelmatig recepties te worden gehouden, met bediening door mensen die beneden woonden. Mensen die werden ingehuurd om wat extra te verdienen. Dat konden de meesten wel gebruiken. Harold was nu ook uitgenodigd, en hij werd geacht daar in nette kleren te verschijnen. Verder moest hij zich keurig gedragen, en zich ander taalgebruik dan hij gewend was aanleren. Maar hij merkte dat hij op de receptie toch niet echt werd geaccepteerd door mensen van boven. Ze zagen hem nog steeds als iemand die niet in hun wereld thuishoorde.
De eerste keer dat Harold op een dergelijke receptie verscheen, zag hij daar ook Amira drankjes en hapjes serveren. Hij herkende haar van het Facebookaccount dat hij in opdracht van Marco had gehackt. Hij vroeg zich even af wat Marco daarna met de verkregen informatie had gedaan. Veel tijd had hij daar niet voor, want zijn aandacht werd volledig beheerst door het zich in de ogen van de bovenbewoners correct gedragen. Harold begreep dat de serveersters van de receptie nu “u” tegen hem moesten zeggen, en doen of ze hem niet van beneden kenden. Zowel de vrouwen van de onderste etages als Harold voelden zich daar ongemakkelijk bij. Al met al viel het Harold niet mee zich in deze toch wel erg harde wereld sociaal staande te houden.
Naast dit soort recepties, bleken er door Marcel voor de mannen van boven heimelijk andersoortige feestjes te worden gehouden. Voor seksuele genoegens werden er meiden van plezier gecharterd. Ook nu bleken mede vrouwen van beneden hiervoor te worden ingehuurd. Na enige tijd werd ook Harold voor een dergelijk feestje uitgenodigd, hoewel hij pas bij aankomst begreep waar het om draaide. Het viel hem op dat de hem bekende Marco als een soort pooier aanwezig was. Kennelijk verdiende hij goed aan het voor deze activiteiten ronselen van meiden van beneden. Maar Amira zag hij niet bij deze gelegenheid. Daar vond Marco zijn vriendin kennelijk toch niet geschikt voor. Harold schrok wel van wie hij daar zag en wat er plaatsvond. Het liefst had hij zich direct uit de voeten gemaakt, maar hij besloot het spel deze eerste keer maar mee te spelen.
Toen Harold naar boven was verhuisd, leerde hij daar onder andere Boudewijn kennen. Ze werden namelijk buren. Beiden wisten niet van de invloed die ze op elkaars leven hadden gehad, ze herkenden elkaar als zodanig natuurlijk niet. Harold had zijn buurman Boudewijn wél bij zijn eerste receptie gezien, maar niet op het latere seksfeest. Harold vond Boudewijn een aardige man, het leek er op dat zijn buurman hem accepteerde zoals hij was. Boudewijn bleek ook een medewerker van Marcel te zijn. Harold was zelfs de leidinggevende van deze man geworden. Dat kon natuurlijk ook de positieve houding van Boudewijn naar Harold bepalen.
Ook Boudewijn werd geacht op de recepties van de bovenverdiepingen aanwezig te zijn. Hij had daar de nieuweling Harold zien verschijnen, die tevens zijn nieuwe buurman en leidinggevende bleek te zijn. Voor het eerst zag Boudewijn op deze receptie ook zijn geliefde Amira drankjes en hapjes serveren. In hun chats had zij niet aangegeven dat zij op deze wijze wat zou gaan bijverdienen. Maar ze wist natuurlijk ook niet dat hij eigenlijk boven woonde.
Boudewijn durfde Amira niet te benaderen, haar aan te spreken, omdat zij zijn identiteit niet kende. Ze zou hem wellicht onaantrekkelijk vinden, en hij werd ook bedreigd door haar partner Marco. Boudewijn dacht nogmaals dat hij met deze figuur helemaal niet te maken wilde krijgen! Hij keek rond of hij kon zien of Marco ook was meegekomen, maar Boudewijn zag hem niet. Hij vermoedde dat Amira er van Marco wel flink van langs had gekregen, toen deze ontdekte dat zij zonder zijn toestemming op Facebook met een andere man contacten onderhield. Boudewijn observeerde Amira op de receptie, en genoot van haar verschijning. Maar hij was blij dat hij al eerder had besloten het avontuur Amira maar als gesloten te beschouwen.
Harold hield het “bovenleven” een tijdje uit, maar uiteindelijk kreeg hij toch spijt. Zijn oude buren van beneden keken hem niet meer aan. Hijzelf mocht met hen ook geen contact onderhouden. Hij liep in een net pak, waar hij zich niet prettig in voelde. En hij moest naar cocktailparty’s en dergelijke, waar hij niet echt werd geaccepteerd. Harold begon zich eenzaam te voelen, en hij verlangde terug naar zijn oude leventje. Toen er beneden weer een appartement vrijkwam, besloot hij terug te verhuizen. Het impliceerde wél dat hij de goede baan bij Marcel moest opgeven. Al met al had hij het verlies van een goed betaalde baan en een luxe flat er wel voor over, als hij weer zichzelf zou kunnen zijn. Na enige tijd werd hij ook weer door zijn benedenmakkers als vriend geaccepteerd.
Tien jaar na de ingebruikneming van de Harmonisatieflat werd in opdracht van de nieuwe politieke elite van het land - welke integratie hoog in het vaandel had staan - de doelstelling van de woonflat binnen de gemeente geëvalueerd. Was er bij dit experiment een substantiële integratie tot stand gekomen? Men kwam tot de conclusie dat er van dit initiatief weinig terecht was gekomen. In het rapport dat ter goedkeuring aan de politieke elite werd uitgebracht, formuleerde de onderzoekscommissie de conclusie en de verbeterpunten als volgt:
“Uit periodieke observaties door undercover bewoners van de laatste jaren, alsmede uit opnamen met verborgen camera’s, is gebleken dat, hoewel er interacties tussen mensen van verschillende verdiepingen van de woonflat zijn - wat in de praktijk duidt op contacten tussen mensen van verschillende achtergrond - zij in verschillende werelden blijven leven. Er is een zekere omgang tussen bewoners van de onderste en de bovenste verdiepingen, maar ze ervaren de ander vaak als iemand uit een wereld die niet de hunne is. Het leven in een dergelijke woonflat lijkt op het eerste gezicht bipolair, maar eigenlijk zou men het veeleer multipolair kunnen noemen. Als men inzoomt op de verschillende bewoners, dan ziet men geen duidelijke tweedeling, eerder een “meerdeling”.
“Wat heeft dit te betekenen voor toekomstige integratie-initiatieven? In lijn met het nieuwe politieke beleid van geleide integratie kan het laten samenwonen van verschillende sociale groepen in één flatgebouw succesvol zijn, als er een bewuste inspanning wordt geleverd om inclusiviteit en samenhang te bevorderen. Door een combinatie van goed ontwerp, gemeenschappelijke ruimtes, sociale programma's en bewonersbetrokkenheid kunnen barrières worden afgebroken en wordt een gemeenschapsgevoel gestimuleerd. Het belangrijkste is dat er een sfeer van gelijkwaardigheid en respect ontstaat, waarbij iedereen zich welkom en gewaardeerd voelt.
“Het is dus allereerst belangrijk om gevarieerde appartementen door elkaar heen te plaatsen, in plaats van mensen met verschillende inkomensniveaus te scheiden over verschillende verdiepingen. Daarnaast is het van belang om ruimtes in het gebouw te ontwerpen die gedeeld kunnen worden door alle bewoners, zodat ze op een natuurlijke manier in contact kunnen komen. Denk aan gemeenschappelijke tuinen, dakterrassen of parken, aan speeltuinen en sportfaciliteiten, aan gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes. Tenslotte is het goed om regelmatig evenementen te organiseren, die kunnen zorgen voor meer interactie en samenwerking tussen bewoners. Dit kunnen sociale, culturele of educatieve evenementen zijn.”
Door de politieke elite werd besloten om de eerstvolgende grote renovatie van de Harmonisatieflat vervroegd uit te voeren, en deze meer in overeenstemming te brengen met het beleid van geleide integratie en de aanbevelingen in het uitgebrachte rapport.
HET TABLET
Freek had iets doms gedaan. Hij was die dag “geflitst” wegens veel te hard rijden op het traject dat hij regelmatig met zijn auto aflegde. Hij wist zeker dat hij een flinke bekeuring zou krijgen. Omdat Freek erg handig met computers was, kwam hij op het idee om te onderzoeken of hij camera’s van de politie voor snelheidsovertreding en door rood rijden op dat wegtraject zou kunnen hacken. Dat lukte na wat uitzoekwerk. Freek wiste gegevens van hemzelf en – als een ware Robin Hood – ook van sommige anderen. Die zware bekeuring zou niet meer in zijn brievenbus glijden!
Maar enkele dagen later was er een artikel in de krant verschenen. Het was opgevallen dat het kennelijk iemand was gelukt om in te breken in het politiehandhavingssysteem. Dezelfde dag was de politie bij Freek langsgekomen. Hij werd voor verhoor meegenomen naar het bureau, en zijn computers in beslag genomen. In het verhoor had Freek de hack ontkend. Na het opnemen van zijn verklaring was hij naar huis gestuurd. De computers zouden worden onderzocht. Hij realiseerde zich dat hij een soort cybercrimineel was geweest.
Wat moest hij doen? Freek zocht steun en hulp bij zijn goede vriend Arne, net als Freek een begin veertiger. De twee kenden elkaar al vanaf de studietijd, en hadden vaak contact. Ook gingen zij regelmatig samen op vakantie. Freek vertelde hem wat voor stoms hij had gedaan. Hij gaf ook nog aan dat hij in het politiesysteem de auto van Arne was tegengekomen. Hij was door rood licht gereden.
Arne zei dat hij zich hiermee inderdaad onnodig grote problemen op de hals had gehaald. Hij had beter die bekeuring kunnen betalen. Helaas, pindakaas, zonde van het geld, en dit nooit meer doen. Dat was beter geweest. Maar nu zou het ongetwijfeld een rechtszaak worden, en die publiciteit zou hem ook geen goed gaan doen. Maar Arne probeerde zijn vriend toch zo goed mogelijk te helpen met morele steun en argumenten tot verdediging. Wat dat laatste betrof, kwam Arne met het advies dat Freek zou kunnen stellen, dat – toen hij aan het uitzoeken was hoe de registratie van de camera’s werkte - de op de achtergrond altijd met hem meedenkende tool van kunstmatige intelligentie (AI) had aangegeven hoe Freek een hack zou kunnen uitvoeren.
Als een ware advocaat had Arne verder als verdediging voorgesteld dat Freek zou stellen dat AI hierbij uit zichzelf nog verder was gegaan. Omdat Freek AI inmiddels overal bij gebruikte, had deze tool in de loop der tijd steeds meer de vrijheid genomen om zijn wil over te nemen. Ook nu bij de computerhack. AI zou de hack in feite uit zichzelf hebben uitgevoerd. Zo ver hiermee gaan was uiteindelijk nooit de bedoeling van Freek geweest, hij had dit maar uit nieuwsgierigheid uitgevogeld. Hij had daarom geen invloed op de hack gehad. Het delict was om deze reden niet Freeks verantwoordelijkheid geweest.
Freek vond dit een goed bedachte stellingname. Hij had zelf ook al vaker de oprukkende invloed van AI op zijn leven ondervonden, dus zo vreemd was deze verdediging in zijn ogen niet. Hij had natuurlijk al wel bedacht dat mogelijke wilsovername door AI geen goede zaak zou zijn. Maar nu zat hij met de gebakken peren, en kon hij de invloed van AI wel ten voordele gebruiken. Als dank voor de hulp en steun kreeg Arne van Freek een niet meer door hemzelf gebruikt tablet. De politie had dit apparaat bij de inbeslagname over het hoofd gezien. En Freek had inmiddels al een nieuwe laptop aangeschaft.
Arne had zijn vriend bedankt, en aangegeven dat hij wel een tablet kon gebruiken. Thuis zette hij het toestel aan. Er bleken nog wat mappen met inhoud op te staan. Ze hadden merkwaardige namen, als: “vandaag”, “morgen”, “gisteren”, “ongemerkt”, “verliefd”, “gemist”, etc. Hij klikte op de map genaamd: “vakantie”, en kreeg een video voorgeschoteld met beelden van diverse verre en warme landen. Hij aanschouwde diepe bossen, hoge rotspartijen, prachtige stranden en stille meren. Een mooie natuurfilm wikkelde zich voor zijn ogen af. Dat tablet was een onverwacht cadeautje! Arne vroeg zich af of dit vakantiefilms van Freek zelf waren, vakanties zonder hem. Zijn vriend had hier in ieder geval nooit met hem over gesproken. Omdat Arne nog iets anders moest doen, zette hij het tablet voor nu even uit.
De dag erop wilde Arne bezien wat er nog meer op het apparaat stond. Hij klikte op de map “verliefd”. Er verscheen het lopend beeld van een havenkade. Ook zag hij wat verderop op de rug een dame staan, die over de boten in de haven uitkeek. Het was al donker aan het worden. Arne probeerde met zijn vingers het beeld van de vrouw dichterbij te krijgen. Hij merkte dat deze techniek op het tablet werkte. Hij zoomde de video voorzichtig in, zodat hij de achterzijde van de vrouw steeds verder naderde. Arne keek hoe ver hij hiermee kon gaan. Hij merkte dat hij tot vlak achter haar kon inzoomen, tot waar hij als het ware pal achter haar stond.
Het was alsof de vrouw had gemerkt dat iemand haar van achteren was genaderd, want ze draaide zich om, en leek de observator in de ogen te kunnen kijken. Arne zag nu dat het een jonge vrouw van een jaar of veertig was. En bepaald niet onaantrekkelijk. Tot zijn verrassing begon de vrouw tot de man die haar genaderd was te spreken, alsof zij hem als daar aanwezige, of anders op haar beurt als op een scherm kon zien. Had het tablet soms een omgekeerde camera?
De aantrekkelijke dame vroeg waar hij zo lang was gebleven. Voordat Arne van deze onverwachte vraag was bijgekomen en hij kon bedenken wat hij haar zou antwoorden, vervolgde zij: “Laat maar, het is oké.” De vrouw keek Arne daarbij liefdevol aan, en kuste hem vervolgens enige tijd op de mond. “Oscar komt straks eerder thuis, ik kan het vandaag niet te lang maken”, zo vervolgde zij. “Kom, lieverd, we duiken ons havencafé in. Ik heb je al zo lang gemist.” Arne zei maar niets, en sloeg tijdens het lopen zijn arm om de schouders van de mooie vrouw. Want ze was duidelijk erg op hem gesteld. Hij liet zich naar een horecazaak leiden, waar de twee kennelijk eerder waren geweest. Waar ze waarschijnlijk heimelijk al met elkaar hadden afgesproken. Tijdens het lopen drukte de vrouw zich stevig tegen Arnes zij.
Op dat moment ging de telefoon bij Arne thuis. Hij klapte het tablet dicht. Toen zijn gesprek was beëindigd, wilde hij het heerlijke avontuur met de onbekende vrouw voortzetten, maar de verbinding was kennelijk verbroken. Het lukte hem niet meer om de dame in beeld te krijgen.
Arne verbaasde zich over de mogelijkheden van dit apparaat. Er was duidelijk iets mee gedaan. Het was geen standaard device meer, het bleek een soort magische machine te zijn. Was dit apparaat door zijn vriend aangepast? Of was het ook alweer in de loop der tijd door zijn AI-tool gemanipuleerd?
Hoe dan ook, Arne zou hier veel plezier aan gaan beleven! Hij vroeg zich bij de film in de haven natuurlijk ook af of hij een ervaring van Freek zelf had opgepikt. Was zijn vriend de minnaar van een getrouwde vrouw? Arne had haar in de video – behalve die van haar kennelijk vaste partner - geen naam horen noemen. Ook hier had hij nooit iets van Freek over vernomen. Maar wat er ook van zij, er was iets onduidelijk. Was er niet een gedaanteverwisseling zichtbaar? Dacht de mooie vrouw met Freek te maken hebben? Arne zag er toch heel anders uit dan zijn vriend?
Arne amuseerde zich daarna nog een tijd met het tablet. Hij kon er leuk mee spelen. Het was al eerder gebleken dat Arne zijn vingers op het scherm kon gebruiken als bij een telefoon. In- of uitzoomen, het beeld verschuiven, en dergelijke, was allemaal mogelijk. Met inzoomen op een persoon kon hij, als een soort cameraman, zijn aanwezigheid kenbaar maken, de aandacht trekken, en in contact met hem of haar treden, en zo kennelijk de loop van het gebeuren beïnvloeden. Het was mogelijk om als kijker louter te observeren, maar Arne kon dus ook ergens het verloop van bepalen. Hij was aanschouwer, maar ook medespeler.
Alles kon op het tablet voorbij komen. Verleden, heden, werkelijkheid en fantasie, alles wat bedenkbaar was. Voor het instrument maakte het daarbij niet uit of het echt was gebeurd, of dat er sprake was van een soort droom, een fantasie.
Het leek er steeds meer op dat Arne op deze magische machine zijn gedachten van dat moment kon visualiseren. Het apparaat moest inderdaad een soort omgekeerde camera hebben, het kon kennelijk in de gebruiker ervan kijken. Het toestel leek daarbij aan zijn diepere behoeften te kunnen voldoen. Wat was er mooier dan liefdevolle aandacht van een aantrekkelijke vrouw te ervaren?! Daar zou een mens toch verslaafd aan raken?
Arne was, zoals gezegd, zeer verguld met zijn nieuwe bezit. Dat was toch een mooi cadeau van zijn vriend. En dat voor een beetje steun bij een gedane stommiteit! De volgende keer dat Arne het tablet aanzette, ging hij weer op zoek naar de vrouw aan de havenkade. Wat wilde hij haar graag weer ontmoeten! Hij koos maar eens voor de map “doorgaan”, en opende deze.
In plaats van de onbekende vrouw, zag hij zichzelf in zijn auto rijden. Hij herkende het traject dat hij eerder tijdens een dienstreis had afgelegd. Op zeker moment zag Arne een kennelijk defecte auto langs de kant van de weg staan. De man die er naast stond, herkende Arne tijdens het langsrijden als een collega van hem. In plaats van te stoppen en de collega hulp aan te bieden, reed hij doodleuk door. Het beeld stopte daarna. Ja, zo was dat toen precies gegaan. Hij nam dat zichzelf kwalijk. Waarom was hij niet gestopt? Hij had toen geen haast, had zijn collega best even kunnen helpen. Arne schrok van dit beeld op het tablet. Hij had dit zelf echt meegemaakt.
De collega had hem op dat moment niet opgemerkt. De dag erna had deze anderen bij het koffieapparaat over zijn pech onderweg bij zijn dienstreis verteld. Hij was wel door de wegenwacht geholpen, maar had lang moeten wachten.
Het apparaat had niet eerder iets van Arne zelf als film vertoond. Waar kwam dat nou ineens vandaan?! Hoe kon het dat hij deze vervelende ervaring op het tablet kon terugzien? Arne dacht dat dit apparaat hem plezier zou brengen. Maar nee, op dit soort confrontaties zat hij niet te wachten! Er kwamen later nog wat soortgelijke ervaringen langs, zaken waarbij hij wel een beetje fout was geweest.
Arne had zich eerder al afgevraagd of iets nu werkelijkheid of fantasie was dat hij op het apparaat zag langskomen. Maar het werd hem duidelijk dat het nu steeds dat eerste was. Was er dan niets meer wat je voor jezelf kon houden?! Arne vroeg zich af of het apparaat niet tot zijn geweten was toegetreden. Dat het daarin wat aan het ronddolen was geslagen. Kwam de informatie op het tablet inmiddels niet uit zijn eigen “diepere lagen”?
Nadat eerst nog een paar kleinere fouten van hemzelf op het tablet naar voren werden gebracht, bleek het echt menens geworden. De ernst van de getoonde fouten van Arne werd alleen maar groter. Het leek alsof het tablet de regie van het ermee werken steeds meer was gaan overnemen. En het instrument werd daarbij steeds confronterender. Arne behoefde geen map te openen, het tablet begon uit zichzelf een ernstig feit te behandelen, en wel een behoorlijke benadeling van zijn vriend Freek. Toen deze video startte, wist Arne het meteen. Dit was niet meer een kleine misstap van hem, dit was een grote en ook recente fout.
Arne wist direct dat het tablet hem nu ging voorschotelen waar hij al bang voor was. Als een repeterende boodschap toonde het apparaat een kort fragment waarin Arne het krantenartikel over de hack in de hand had, en hij vervolgens contact met de politie opnam, waarbij hij de naam van Freek noemde. Nadat Arne dit fragment enkele keren herhaald had zien worden, schakelde hij snel het tablet uit. Dit wilde hij niet meer zien!
Wat had er zich namelijk eerder afgespeeld? Ook Arne reed met zijn auto vaak over het traject waarop zijn vriend onlangs was bekeurd. Hij wist zeker dat ook hijzelf in die periode was “geflitst”, bij hem wegens rijden door een rood stoplicht. Maar hij had daarna geen bekeuring gekregen. Ook bij zijn navraag bij de dienst die de uitvoering van de bekeuringen regelde, werd ontkend dat Arne op die dag was gepakt. Dat vond hij vreemd. Zijn in computers gespecialiseerde vriend was er kort ervoor over begonnen. Freek zei te hebben bemerkt dat ook Arne was “geflitst”. En hij had er, mogelijk als grap, aan toegevoegd dat hij zou kijken of hij daar iets aan kon doen. Arne wist daarna zeker dat zijn handige vriend een hack had uitgevoerd.
Zoals Freek later had opgemerkt, was de politie er achter gekomen dat er iets niet klopte. Iemand had kennelijk het systeem gehackt. Een journalist was daarover geïnformeerd. Nadat er in de krant een groot artikel was verschenen, zonder aangeven wie de dader was, had Arne in een opwelling de naam van zijn vriend aan de politie doorgegeven.
Arne vroeg zich al snel daarna af waarom hij dit had gedaan. Zijn eigen vriend verlinken! De vriend die waarschijnlijk ook had voorkomen dat hijzelf een bekeuring had gekregen. Want Freek zinspeelde daar toch op? Hoe kon hij zoiets doen? Wat voor een onbeheersbare kwaadwillende kracht moest hij in zich hebben? Nam hij zijn vriend misschien onbewust iets kwalijk, of was er bij hem sprake van jaloezie?
Arne overdacht dat hij dit mogelijk had gedaan, omdat hij op het moment van verschijnen van het krantenartikel een soort macht ervoer. Hij beschikte naast zijn vriend als enige over deze kennis. Was er een innerlijke drang om de dringende vraag te beantwoorden die de politie en ook iedere lezer had? Kon hij zich met die informatie doen gelden? Arne wist het niet.
Arne wist wél dat hij uiteindelijk door de mand zou gaan vallen, omdat zijn naam in het politierapport te vinden zou zijn, zodat zijn vriend dat toch te weten zou komen. Want deze zaak zou niet met een transactie worden afgedaan, daarvoor was het feit te ernstig. Het zou ongetwijfeld een rechtszaak worden. Maar misschien was dat voor Arne maar het beste. Hoe zou hij anders verder kunnen leven als dit geheim tussen hen beiden zou blijven bestaan? Het leek op het levenslang geheim moeten houden van vreemdgaan in een relatie. Arne voelde zich gestraft, zonder gestraft te zijn.
Maar ineens drong de mogelijkheid tot Arne door dat er sprake was van een mogelijk onbewuste wraak van de vorige eigenaar van het tablet. Arne had een gemanipuleerd apparaat geschonken gekregen om hem te confronteren met zijn misstap! Een instrument om hem een lesje te leren!
Arne probeerde daarna uit schaamte de gegevens op de tablet te wissen, te deleten. Hij probeerde de harde schijf schoon te maken. Hij wilde er niet meer mee geconfronteerd worden. Maar dat lukte allemaal niet. Natuurlijk niet, dacht hij, de film zou steeds weer terugkomen, zodra hij het tablet zou aanzetten.
Als Arne de werking van het tablet niet zou kunnen uitbannen, moest hij het misschien maar blijven gebruiken. Dit in de hoop dat het apparaat via de AI-tool met een oplossing voor zijn probleem zou komen. Zoals hij zijn vriend had geadviseerd te zeggen dat het zijn verantwoordelijkheid niet was, was hij ook aan deze fout eigenlijk niet schuldig. Nee, AI had dit op zijn geweten. AI was ook bij hem de boosdoener!
Maar het tablet kwam in de tijd erna niet met een oplossing. Arne merkte dat AI zich kennelijk niet bezighield met het verschil in wat in het leven wél en wat niet acceptabel is, in het verschil tussen goed en kwaad. Behalve dan dat het tablet hem nog in beeld en geluid er aan herinnerde dat hij de politie anoniem van het delict op de hoogte had gebracht. Arne had zijn eigen naam dus niet genoemd! Dat was hij even vergeten. Freek hoefde er dus niet achter te komen dat hij hem had verlinkt! Maar Arne wist eigenlijk niet of hij hier wel opgelucht van moest zijn. Deze misstap zou aan hem blijven knagen.
En ergens wist Arne ook dat hij AI er niet de schuld van kon geven. Hij besloot om het heft van zijn leven weer in eigen hand te nemen, niet meer voor zijn verantwoordelijkheden weg te lopen. Het tablet sloopte hij vakkundig en gooide hij weg, maar aan zijn vriend zijn misstap opbiechten ging hem te ver. Als compensatie bood hij Freek een autoreisje van enkele dagen zonder computers naar het buurland aan. Even er lekker tussenuit.
Het verantwoordelijkheid nemen voor zijn daden bleek voor Arne toch nog een brug te ver. Hij zou naar zijn vriend Freek een geheim moeten ophouden. Maar het scheelde dat hij wist dat Freek klaarblijkelijk ook zo zijn geheimen voor hem had. En waarom zou men in alles “een open boek” voor een ander moeten zijn?
Arne bleef zich er van bewust dat ervaringen van menselijke tekortkomingen, hoewel verborgen, wél ergens op apparaten opgeslagen zouden kunnen zijn. Deze zouden iemand – mogelijk met hulp van kunstmatige intelligentie – lang kunnen blijven achtervolgen.
VERLOREN TIJD
Rutger, een man van 26 jaar oud, was op zomervakantie met een vriend aan de kust van Zuid-Frankrijk. Op de laatste middag van zijn vakantie zag hij op het strand plotseling een vrouw waar zijn ogen naar toe werden getrokken. Een paar seconden hadden ze elkaar aangekeken, dat was alles. Maar dat was genoeg om Rutger tot de overtuiging te brengen dat zij de ware voor hem was. Hij was totaal van de kaart. Zij was de vrouw naar wie hij altijd op zoek was geweest.
Terug in het hotel besefte Rutger pas goed dat hij in die flits een bijzonder oogcontact met de vrouw had gehad, en een grote verbondenheid met haar had ervaren. Hij had grote spijt haar niet te hebben aangesproken, en was de drie jaren daarna steeds in de zomervakantie teruggekeerd naar de plek waar hij haar was tegengekomen. Dit in de hoop die vrouw weer te treffen.
Rutger hield zich er tijdens die vakanties slechts mee bezig om haar op te sporen. Op het strand en in het kuststadje, waar hij steeds verbleef. Rutger begreep zelf dat dit wel erg extreem gedrag van hem was, want hij wist niets van haar. Geen naam, geen nationaliteit, et cetera. Ze zou best al een relatie met iemand kunnen hebben. Maar daar was Rutger allemaal niet mee bezig.
Zijn zoektocht had geen succes. Toch voelde Rutger dat hij moest doorgaan met het vinden van deze vrouw. Hij keek al die tijd niet naar andere dames om, toonde geen interesse. Rutger zag alleen maar het beeld van die bijzondere vrouw aan zee. De paar seconden oogcontact met een onbekende.
Er was daarna toch iets bijzonders gebeurd. Rutger had thuis in Nederland op een avond bezoek gekregen van een man van middelbare leeftijd, die zich voorstelde als Chronaarts. Deze man gaf aan dat Rutger het waarschijnlijk vreemd zou vinden dat hij bij hem voor de deur stond, maar hij zei te weten dat Rutger een vindprobleem had, en dat hij hem daarmee zou kunnen helpen. De heer Chronaarts was hiermee bekend, want hij had telepathische gaven.
Hoewel Rutger het wel een sterk verhaal vond, moest hij concluderen dat de man wél gelijk had, hij had een vindprobleem. Deze Chronaarts moest inderdaad een neus hebben om mensen zoals hij op te sporen. Rutger liet de man binnen. Daar vertelde Chronaarts dat hij tijdshandelaar was.
In de woonkamer aangekomen, wilde Chronaarts graag uitleggen waar hij zich mee bezighield. Om volledig te zijn, zei hij allereerst “gewone” handel in tijd te hebben. Daar was hij zijn zaak mee gestart. Hij kon mensen helpen die min of meer vergeten herinnering aan prettige gebeurtenissen wilden herbeleven. Dit ging met een draadloze verbinding met de hersenen. Hij vertelde dat hij daarvoor een soort theatertje in zijn zaak had. Daar konden mensen iets herbeleven. De heer Chronaarts werkte ook met een speciale viewer, die hij mee kon nemen, om mensen ter plaatse het nodige te presenteren. Met dit instrument kon dus in feite hetzelfde effect bewerkstelligd worden.
Maar Chronaarts was later een stap verder gegaan. Hij wilde een service toevoegen, wilde bepaalde mensen helpen een ander op te sporen. Hij had het belang ingezien van het vinden van voor het kunnen traceren ontbrekende tijdsintervallen, en was er toe overgegaan om deze te gaan exploiteren.
Maar het vinden van iets dat verloren was gegaan, was wel iets anders dan een herbeleving, benadrukte de handelaar. Bij dat eerste ging het om spijtoptanten, mensen die verzuimd hadden een belangrijke tijdsperiode goed te benutten. Hier ging het om mensen voor wie het nodig was dat zij terug in de tijd konden reizen, om hun omissie te herstellen, met name om ervoor te zorgen dat een ander traceerbaar was.
Chronaarts maakte het belang van dit stukje tijd nog wat duidelijker. Het ging altijd om de periode van het moment dat je een ander ziet, met wie een grote verbondenheid wordt ervaren, en het moment dat je elkaar niet meer kunt opsporen, het moment dat je de omissie van niet contact leggen niet meer kunt herstellen. Deze tijdsperiode was natuurlijk goud waard.
De tijdshandelaar gaf wel aan dat er een beperking was. Als deze tijdsperiode voor zo iemand weer beschikbaar zou komen, zou het niet zo zijn dat de ontvanger de hele geschiedenis daarna met terugwerkende kracht zou kunnen veranderen. Men kon wél met de nieuwe informatie uit de verloren tijdsperiode het heden een wending geven.
De persoon met wie men contact wilde opnemen, kon daar dus pas na het terugvinden van de tijdsperiode toe overgaan, indien dit stukje tijd daartoe tenminste de informatie gaf. De kleine knip in de tijd van iemands leven kon daarom een grote verandering in de lange termijn tijdsbeleving daarna met zich meebrengen. In de hoop dat het vindtraject niet in de tussentijd was verstoord, dus dat bijvoorbeeld een opgegeven adres niet was veranderd.
Rutger gaf aan het ingewikkeld te vinden, maar het wél te begrijpen. Verder begreep hij dat ook hij in deze categorie viel. Chronaarts legde Rutger vervolgens uit dat het terugvinden van een stuk tijd duur was. Hij gaf aan wat hij allemaal moest doen om de ontbrekende tijdsperiode voor Rutger te verwerven. Hij moest deze uit het goed bewaakte centrale tijdsarchief zien te krijgen. Het kostte veel smeergeld bij de bewaarder van dit archief. Men wilde het gespit in tijd namelijk zoveel mogelijk tegengaan. Maar als hij diep in de geldbuidel tastte bij de bewaarder die daar wel gevoelig voor was, lukte het Chronaarts altijd.
Rutger begreep dat hij de vrouw aan zee alleen maar met hulp van deze heer Chronaarts zou kunnen terugvinden, en hij ging daarom ten einde raad maar in op zijn voorstel om hem te helpen. Voor veel geld kocht Rutger de relevante tijdsperiode. Chronaarts gaf daarbij nog een tip aan de koper. Het was gevaarlijk om in die periode alleen af te spreken dat je elkaar bijvoorbeeld over een jaar op die en die plek opnieuw zou gaan treffen. Er kon dan altijd iets tussenkomen. Hij had dat eens bij een klant meegemaakt, en deze kon door overmacht niet op die afspraak komen.
Rutger kreeg de door Chronaarts meegebrachte speciale viewer op het hoofd gebonden, en ontving zo het relevante tijdsinterval terug in zijn geheugen. Hij wist hoe hij zijn omissie zou gaan herstellen. Hij zou tenminste de contactgegevens van de vrouw moeten krijgen. Dan kon hij haar alsnog gaan opzoeken.
Rutger ervoer opnieuw wat er in die tijdsperiode aan zee was gebeurd. Tot zijn verbazing bemerkte hij dat hij ook toen al te weten was gekomen waar de vrouw woonde! Rutger had haar namelijk wel degelijk aangesproken! De tip die de handelaar hem nog had gegeven, was dus niet nodig geweest. Hij had jaren geleden al haar vindgegevens gekregen. Rutger vroeg zich natuurlijk af waarom hij dit was vergeten.
Rutger merkte opnieuw dat het inderdaad verbluffend goed tussen de twee had geklikt. De vrouw had kennelijk direct een vertrouwd gevoel bij deze man gehad. Ze kwam uit België en was met een vriend daar op vakantie, net als hij. Rutger en de vrouw zouden beiden de volgende dag van de vakantiebestemming vertrekken. Helaas niet met hetzelfde vervoermiddel. Ze spraken daarom af dat hij haar ongeveer drie weken later bij haar woning in België zou komen opzoeken. Ze had Rutger haar adres gegeven. Dat was alles geweest.
Rutger ging na het ontvangen van deze belangrijke informatie alsnog naar haar adres in België. Toen hij bij daar aankwam en aanbelde, deed een man open. Deze zei dat de vrouw inmiddels was verhuisd. De bewoner zei niet te weten waar zij woonde. Helaas was het Rutger dus nog steeds niet gelukt haar te bereiken. Zijn zoektocht ging daarom verder.
Zo was het Rutger tot dan vergaan. Maar hij wist niet dat er onderweg in de tijd, lang geleden al, iets was gebeurd dat voor hem een grote verandering in de periode daarna met zich mee zou brengen.
De tijdshandelaar waar eerder over werd verteld, was jaren geleden ergens de theorie van “tweelingzielen” tegengekomen, en had zich daarin verdiept. In deze theorie wordt ervan uitgegaan dat er een spirituele partner van iemand bestaat. Deze tweelingziel is de persoon waarmee men zich op zielsniveau verbonden voelt. Maar om deze zielsverwant tegen te komen en om een relatie met deze persoon aan te kunnen gaan, dient men daar rijp voor te zijn. Men moet eerst in onvoorwaardelijke liefde met zichzelf komen.
Men kan er dus zelf voor zorgen er klaar voor te zijn, zodat men de tweelingziel ook zal ontmoeten en herkennen. Het vinden van die ene liefde maakt iemand een heel mens. Als men zich goed heeft voorbereid, zal men als het ware een magneet voor die zielsverwant worden.
Met behulp van deze theorie, waar hij overigens zelf niet in geloofde, had de heer Chronaarts een tool ontwikkeld om mensen op te sporen die bij een eerste ontmoeting een speciale klik met elkaar hadden, maar elkaar daarna kwijt waren geraakt. Hij had er een soort antenne voor ontwikkeld om zo’n eerste klik tussen twee zielsverwanten op te sporen.
De tijdshandelaar begreep dus dat hij commercieel gebruik kon maken van de theorie van tweelingzielen. Het was Chronaarts gelukt om mensen die een bepaalde relevante tijdsperiode onverstandig voorbij hadden laten gaan, te helpen aan het ontbrekende stuk tijd. Hij vermoedde dat sommigen bij een ontmoeting met een tweelingziel zich niet direct vindbaar maakten, zodat de traceerbaarheid van de ander verloren zou gaan. Daar had hij dan een oplossing voor.
Maar de handelaar was na verloop van tijd een stap verder gegaan. De heer Chronaarts werd in feite een louche handelaar in tijd, want hij knipte, zonder dat men daar erg in had, stukjes tijd na een eerste klik tussen mensen bij één van hen weg, en laste deze later voor een hoog bedrag weer in. Hij zag dit als extra inkomstenbron.
Met de door hem ontwikkelde tool had de tijdshandelaar ook Rutger een aantal jaren eerder bij zijn bijzondere ontmoeting in Zuid-Frankrijk met zijn antenne gespot. Chronaarts had hem kort na terugkomst in Nederland, maar nog vóór zijn geplande reis naar België, thuis opgezocht. De handelaar had hem daar verteld over de theorie van de tweelingzielen, en ook toen al aangegeven dat hij telepathische gaven had. Zo zei hij Rutger te hebben gevonden.
Onder valse voorwendselen had Chronaarts Rutger de door hem meegebrachte speciale viewer laten opzetten. De handelaar zou Rutger in de viewer zogenaamd de nieuwe woonplaats van de vrouw tonen, want zij had door omstandigheden direct na thuiskomst in België moeten verhuizen. Dat was de handelaar te weten gekomen. Rutger ging daar natuurlijk graag op in, anders zou hij haar binnenkort in België niet kunnen vinden.
Maar in de viewer zag Rutger iets wat niet van belang was. Chronaarts knipte echter snel de relevante tijdsperiode tussen ontmoeting en ontraceerbaarheid uit het geheugen van Rutger. Uiteraard had de heer Chronaarts hem daarna ook de tijd van interactie tussen hem en Rutger afgenomen. Rutger zou zich deze ontmoeting met de tijdshandelaar niet meer herinneren. De geplande reis van Rutger naar België had daarom ruim drie jaar geleden nooit plaatsgevonden. Vanaf dat moment was Rutger in de veronderstelling dat hij de vrouw in Zuid-Frankrijk niet had gesproken.
Rutger had dan wel via de heer Chronaarts van de theorie van tweelingzielen vernomen, maar de handelaar had, zoals eerder vermeld, hun interactie op deze dag uit zijn geheugen gewist. Toch was het bestaan van tweelingzielen onbewust bij Rutger blijven hangen. Het idee om zich daarin verder te verdiepen kwam bij hem desondanks wat later toch boven.
Rutger begreep dat zijn zoektocht met deze theorie perfect verklaarbaar was, en hij ging in het bestaan van tweelingzielen geloven. Hij las er nog wat meer over, en leerde hoe hij met behulp van deze theorie in contact met de vrouw van zijn leven zou kunnen komen. Rutger keek daarom vanaf die tijd niet naar andere vrouwen om, want hij moest klaar zijn om haar te ontmoeten. Hij zou voor haar komst ontvankelijk moeten zijn. En dat zou ook zijn tweelingziel aanvoelen.
De vrouw die Rutger had ontmoet, was drie weken daarna natuurlijk teleurgesteld geweest, omdat hij haar niet had benaderd. Maar ook zij had de theorie van tweelingzielen daarna ontdekt. Na de klik die zij in Zuid-Frankrijk had ervaren, was zij op internet op zoek gegaan naar zielsverwantschap. Zij verdiepte zich er in, en begreep dat zij zich in een situatie bevond die zich bij tweelingzielen vaak voordoet. Haar tweelingziel zou niet accepteren dat ze omgang had met een andere man. Maar ze woonde op dat moment met iemand samen, en dacht dat Rutger daarom niet was verschenen. Ze was nog niet klaar voor hun samenzijn.
De vrouw wist nu ook zeker dat deze huidige vriend voor haar niet de ware was. Ze besloot van deze man weg te gaan en te verhuizen. De ex-vriend bleef daar wonen. Ze verzocht haar ex-vriend wél dringend om haar nieuwe adres door te geven, indien Rutger haar zou proberen te bereiken. Dat zou hij doen.
Zoals eerder beschreven, verkocht Chronaarts Rutger veel later het tijdsinterval dat hij in zijn bezit had gehouden. We weten al dat toen Rutger na het verkrijgen van het adres van de vrouw bij haar langsging, een man had opengedaan, en dat deze persoon had aangegeven dat ze was verhuisd, zonder haar nieuwe adres door te geven.
Onder invloed van de theorie van tweelingzielen, maar los van het gesjoemel van Chronaarts, kwam Rutger de vrouw ongeveer een jaar later toch nog ergens tegen, omdat het zo moest zijn. Ze waren er klaar voor. De bijzondere klik tussen hen werd direct door beiden weer gevoeld. De vrouw zei Emilie te heten. Ze wisten beiden zeker dat ze elkaar uiteindelijk toch zouden ontmoeten, omdat zij in de tussentijd geen relatie met een ander waren aangegaan, en zich altijd zo ontvankelijk mogelijk voor de komst van hun tweelingziel hadden gehouden.
Ze praatten in lange gesprekken elkaar bij, en legden uit wat er was gebeurd in de tussenliggende jaren. Ze vonden het frappant dat zij beiden de theorie van tweelingzielen hadden gevonden. Emilie vroeg Rutger natuurlijk waarom hij haar niet drie weken na de ontmoeting aan zee in België had opgezocht. Dat hadden ze toch afgesproken. Hij antwoordde dat hij het niet anders kon verklaren dan dat deze afspraak vanuit de gedachte van tweelingzielen uit zijn geheugen moest zijn gewist, omdat Emilie op dat moment niet klaar was voor een verbintenis met hem. Ze zat toen tenslotte nog in een verkeerde relatie. Dat begreep de vrouw.
Rutger vertelde Emilie wél dat hij, om haar te kunnen bereiken, na enkele jaren tevergeefs zoeken bij iemand de relevante tijdsperiode had gekocht, waaruit hij haar adres weer had verkregen. Hij was daarna direct naar haar huis gereisd, met het bekende resultaat.
De twee weten al deze complicaties aan de werking van de theorie van tweelingzielen. Naderhand bezien kwamen ze tot de gedachte dat de tijdshandelaar mogelijk nooit had bestaan, en was deze wellicht niet anders dan een uitwerking van de tweelingtheorie geweest. Want waarom had Chronaarts zo lang gewacht met Rutger de ontbrekende tijdsperiode aan te bieden?
Maar het was uiteindelijk met deze twee goed gekomen, dat was het belangrijkste. En dit was gebeurd omdat zij er nu klaar voor waren om bij elkaar te blijven. Ze zouden in de jaren hierna gaan ontdekken dat andere processen die worden beschreven in de betreffende theorie ook op hen van toepassing zouden zijn. De verdere fases van hun tweelingzielenreis zouden zij samen gaan afleggen.
Maar tijdens deze verdere reis werd er niet meer van één van hen relevante tijd gestolen. De twee bleven bedacht op eventuele tijdshandelaren die hun samenzijn zouden kunnen faciliteren of juist verstoren, maar de heer Chronaarts hadden ze niet meer gezien.