De orde is gemaakt van goudkleurig metaal; en heeft een breedte van 37 mm en een hoogte van 48 mm.

De orde heeft de vorm van het staatswapen van de DDR (33 mm in doorsnede) en wordt onderop door twee plus twee eikenbladeren begrensd. Boven het staatswapen staat een rode geëmailleerde vlag met daarin de tekst: "BANNER DER ARBEIT" (banier van de arbeid).

De achterzijde van de orde heeft een licht reliëf.

De orde is bevestigd aan een vijfpuntig lintje, de metalen achterzijde is glad of geribbeld. Het lintje bestaat uit twee banen: rood en zwart-rood-geel. Beide banen zijn 20 mm breed. Bovenop het lintje zit een balkje van twee plus twee eikenblaadjes. Daar tussenin staat het nummer van de klasse in Romeinse cijfers: III. Het draagteken bevat een gelijk balkje van eikenblaadjes met de klasse-aanduiding. Dit is aangebracht op een rode stof die op een metalen draagteken zit van 31 mm breed. In dit geval is sprake van een hol balkje.

De orde is gemaakt van goudkleurig metaal; en heeft een breedte van 37 mm en een hoogte van 48 mm.

De orde heeft de vorm van het staatswapen van de DDR (33 mm in doorsnede) en wordt onderop door twee plus twee eikenbladeren begrensd. Boven het staatswapen staat een rode geëmailleerde vlag met daarin de tekst: "BANNER DER ARBEIT" (banier van de arbeid). 

De achterzijde van de orde heeft een licht reliëf. 

De orde is bevestigd aan een vijfpuntig lintje, de metalen achterzijde is glad of heeft een licht reliëf. Het lintje bestaat uit twee banen: rood en zwart-rood-geel. Beide banen zijn 20 mm breed. Bovenop het lintje zit een balkje van twee plus twee eikenblaadjes. Daar tussenin staat het nummer van de klasse in Romeinse cijfers: III. 

Het draagteken bevat een gelijk balkje van eikenblaadjes met de klasse-aanduiding. Dit is aangebracht op een rode stof die op een metalen draagteken zit van 31 mm breed. In dit geval is sprake van een massief balkje.