I-58 Meisterhauer
Beschrijving
Achtergronden
De eretitel 'Meisterhauer' (meestermijnwerker) werd ingesteld op 19 augustus 1950. De medaille werd toegekend voor:
tot voorbeeldstrekkende prestaties als mijnwerker;
bijzondere prestaties bij het vergroten in van de arbeidsproductiviteit;
het vervullen van de planopgaven in de mijnbouw;
kennis-, ervarings- en vaardigheidsoversdracht bij het opleiden van jonge mijnbouwers.
De titel werd toegekend aan individuen die als mijnwerker werkten. In de regel kon de titel slecht een maal aan een persoon worden toegekend. Bij de titel hoorde een medaille, een oorkonde en een geldpremie van 1.000 mark.
De medaille werd uitgereikt door de 'Minister für Kohle und Energie' op de dag van de mijnwerker: de eerste dag van juli. Jaarlijks werden er maximaal 50 eretitels uitgereikt.
De medaille werd op de linkerborst gedragen.
Typen medailles
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden 5 typen onderscheiden van de medaille behorende bij de eretitel 'Meisterhauer'.
(1950 - 1952) type a: brons, 38 mm, aan een met stof overtrokken lintje bevestigd (20 bij 28 mm). Jaar van toekenning op voorzijde medaille gegraveerd en op een metalen stripje op het lintje;
(1953 - 1957) type b: brons, 38 mm, aan een geëmailleerd lintje bevestigd (19,5 bij 28,5 mm). Jaar van toekenning op voorzijde medaille gegraveerd en aangebracht op het lintje;
(1958 - 1970) type c: brons, 38 mm, aan een geëmailleerd lintje bevestigd (20 bij 29 mm). Jaar van toekenning alleen aangebracht op het lintje;
(1971 - 1990) type d: non-ferrometalen, bronskleurig, 38 mm, aan een geëmailleerd lintje bevestigd (20 bij 29 mm). Jaar van toekenning alleen aangebracht op het lintje;
(1978 - 1979) type e: non-ferrometalen, goudkleurig, 38 mm, aan een geëmailleerd lintje bevestigd (20 bij 29 mm). Jaar van toekenning alleen aangebracht op het lintje;
Medaille type a (1950 - 1952)
De bronzen medaille heeft een diameter van 38 millimeter. Op de voorzijde staat een hamer en een beitel afgebeeld. Aan de onderzijde staat de tekst "MEISTERHAUER". Aan de bovenzijde staan twee lauriertakjes. In de medaille staat het jaartal "1951" gegraveerd.
Aan de achterzijde staat een vredesduif van Picasso afgebeeld.
De medaille is bevestigd aan een met stof overtrokken metalen lintje. Het heeft een donkerrode kleur. In het midden zijn een verticale zwarte en een gele baan aangebracht. Op het lintje is een metalen stripje aangebracht met het jaartal "1951".
Oorkonde 1951
Een voorbeeld van een oorkonde die werd uitgereikt bij de eretitel 'Meisterhauer'. De oorkonde is uitgereikt aan Josef Strung. Het lijkt erop dat de eerder aangebrachte naam is verwijderd en daarna de naam van Strung is aangebracht.
De oorkonde is gedateerd op 1 juli 1951 en ondertekend met een "natte" handtekening van Fritz Selbmann (1899 - 1975), de 'Minister für Schwerindustrie'. Onder zijn ministerie viel toenertijd de mijnbouw. Hij was o.a. ook minister van Industrie en vicevoorzitter van de Staatsplancommissie en de Economische Raad.
Van 1954 tot 1958 was Selbmann lid van het Centraal Comité van de SED. In 1958 werd hij door Walter Ulbricht, als lid van de zogenoemde Schirdewan-Wollweber-fractie in de SED-leiding, uit zijn politieke en staatsfuncties gezet vanwege zijn ‘afwijkende houding’ en wijdde hij zich aan het schrijven. De strijd voor de vervulling van socialistische plannen was zijn belangrijkste drijfveer.
Tot aan zijn dood woonde Fritz Selbmann als freelance schrijver in Berlijn. Van 1969 tot 1975 was hij een van de vicevoorzitters van de schrijversvereniging van de DDR.
Tekst oorkonde
DER MINISTER FÜR SCHWERINDUSTRIE / DER DEUTSCHEN DEMOKRATISCHEN REPUBLIK / VERLEIHT / JOSEF STRUNG / in Anerkennung / seiner vorbildlichen bergmännischen Arbeit, / seiner hervorragenden Leistungen zur Steigerung / der Arbeitsproduktivität und zur Erfüllung der / Wirtschaftpläne im Bergbau / DEN EHRENTITEL / MEISTERHAUER / BERLIN · 1. JULI 1951 / MINISTER
Bronnen
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 121.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 47.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 108.
Staatliche Auszeichnungen der DDR. (Herkunft: Zentralbibliothek der Gewerkschaften; Standort: Haus 901 / Raum 040). Die Kartei wurde 2017 konvertiert und anschließend makuliert. (www.bundesarchiv.de) p. 129.