Konijnenplaag

In 1868 rapporteerde de gemeente aan de provincie over de aanleg van nieuwe ontginningen en de beteugeling van zandverstuivingen

" Het voortzetten van ontginningen wordt onmogelijk gemaakt wegens de steeds toenemende vernieling door konijnen te weeg gebragt "

(Inventarisnummer 450 van het archief Gemeente Ermelo 1796-1912)

Commentaren:

" Ja er staat konijnen! Dus overlast toen al. Dat verbaast mij niet want konijnen zijn in de duinen ook in staat vestiging van struiken tegen te gaan. Wellicht was deze schade groter dan het fenomeen zandverstuiving dat toen ook nog optrad."

" Ik heb de verslagen van de Geldersche Maatschappij van Landbouw er op nageslagen. Bij Schober op Schovenhorst in Putten is in 1861 overlast van konijnen. In 1863 wil Schober verandering van de jachtwet, je moet konijnen als muizen kunnen verdelgen. In 1868 wordt het konijn een ware plaag genoemd in het GMvL verslag. Dat is ook het jaar van de rapportage uit de gemeente Ermelo, toen was het probleem blijkbaar in de regio op een hoogtepunt. In 1871 is het probleem er nog wel, maar neemt niet meer toe."

" Die konijnenoverlast is vast niet vooral door bejagen sterk teruggelopen, daarvoor was jagen te aantrekkelijk. De kip met gouden eieren wordt zelden geslacht. Misschien hebben roofdieren of ziekteverwekkers de tegenbeweging ingezet."

" Na de konijnen komen de vossen. Kijk maar eens in oude kranten. Hierbij twee berichten uit het Overveluwsch Weekblad

van 1872

en van 1876.

Een bevolkingsexplosie van konijnen, gevolgd door een van vossen dus. Vervolgens trekken de vossen bij gebrek aan resterende konijnen hongerig vanuit Putten naar het zuiden. Klassiek patroon uit de ecologie.